Alle columns van Caroline Pauwels in De Tijd

Page 1

CAROLINE PAUWELS 196  4 – 2022

ERERECTOR VAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL VOORMALIG BESTUURDER VAN HET UZ BRUSSEL

“VOLGENS EINSTEIN ZIJN ER 2 MANIEREN OM JE LEVEN TE LEIDEN: DOEN ALSOF NIETS EEN WONDER IS OF DOEN ALSOF ALLES EEN WONDER IS. IK KIES VOOR HET TWEEDE.” Caroline Pauwels

De columns



De columns van Caroline Het was omstreeks de jaarwisseling 2016-2017 dat de krant De Tijd aan Caroline Pauwels het aanbod deed om maandelijks een column te schrijven. Caroline, in haar eerste jaar als VUB-rector, zag een maandelijkse column in wat sommigen steevast als “de beste krant van het land” omschrijven, wel zitten. De Tijd heeft die solide reputatie opgebouwd met accurate, afstandelijke en zalmkleurige berichtgeving. Misschien niet de meest voor de hand liggende omgeving voor een column, een genre dat het niet bepaald van zakelijkheid, maar wel van authenticiteit, originaliteit en persoonlijkheid moet hebben. Maar bij De Tijd, in hun streven naar verbreding, is het om de balans te doen. En columns bevatten nieuwe ideeën en inzichten, altijd goed voor een zakenkrant en haar nieuwgierig lezerspubliek. Voldoende ideeën en inzichten leveren, dat vormde voor Caroline hoegenaamd geen probleem. Ze heeft altijd sterke en originele ideeën in overvloed gehad. De kracht van haar columns – de eerste verscheen in februari 2017 - is dat actuele invalshoeken gekoppeld werden aan thema’s die in de loop der jaren grondig gerijpt waren. Het zijn net die thema’s die maken dat de columns vintage Caroline Pauwels zijn. Van de liefde voor het veelkleurige Brussel tot het geloof in de kracht van de jeugd, van de oude idealen van de Verlichting tot het eigentijdse possibilisme van Hans Rosling, van de gebroken lans voor de vrije pers tot het vurige pleidooi voor meer dialoog en nuance en minder polarisering. En heel veel verwondering, altijd en overal. En natuurlijk Hannah Arendt. De lezers van De Tijd hebben hun blikveld beslist kunnen verruimen. Meer dan vijf jaar lang, want ook toen Caroline, door haar ziekte gedwongen, haar functie als rector moest neerleggen, bleef ze columns leveren. De laatste verscheen op woensdag 27 juli 2022. Op vrijdag 5 augustus is Caroline Pauwels overleden.

3


NIEUWS > ARCHIEF

Break down the walls

CAROLINE PAUWELS | 22 februari 2017 00:00

Ontroerd en diep onder de indruk was ik. Dankbaar ook, dat ik eerder deze maand getuige kon zijn van de uitreiking van de eredoctoraten bij de collega’s van de Université Catholique de Louvain (UCL).

historicus Sanjay Subrahmanyam. Elk hebben ze in hun domein voor cruciale doorbraken gezorgd. Door buiten hun begrensde studiedomein en verder dan hun expertise te kijken legden ze nieuwe verbanden en kwamen ze tot nieuwe inzichten. Break down the walls is een adagium dat ik koester en dat ik als rector zoveel mogelijk in de praktijk wil brengen. Het is vandaag de enige manier om wetenschap te bedrijven. Daarom hebben de woorden van de Amerikaan Eric Lander van het vermaarde MIT me diep getroffen. In zijn dankwoord had hij het - in voortreffelijk Frans overigens - over de wetenschap die weerstand moet bieden in tijden van alternatieve feiten. Hij benadrukte dat de wetenschappelijke en technologische vooruitgang de voorbije eeuw aan de basis lag van liefst twee derde van de groei van het bruto binnenlands product in

T

opwetenschappers zijn - gelukkig maar - geen popsterren en hun namen doen meestal geen belletje rinkelen bij het grote publiek. Maar dit keer stonden er absolute toppers op het podium: de wiskundige en geneticus Eric Lander, de bioloog en oceanograaf Cindy Lee Van Dover en de Indiase 4


de ontwikkelde landen. Hij hamerde op het belang van hokjesoverschrijdende samenwerking en op de onbegrensde mogelijkheden van divers samengestelde teams van wetenschappers. Die aanpak heeft ertoe geleid dat het fameuze human genome project zo’n succes is geworden.

wettelijke barrières schermen ons af van wie anders is. In het Verenigd Koninkrijk, in Europa, in België en op een schokkende manier in de Verenigde Staten. Maar: ‘Wie anderen buitensluit, sluit zichzelf op.’ De waarheid is een andere deur die met sluiting bedreigd is. ‘Wie de waarheid vaarwel zegt, zegt ook de vooruitgang vaarwel.’ Het enige doel van alternatieve feiten is om ongemakkelijke evidenties te ontkennen. De universiteiten hebben een historische verantwoordelijkheid. Ze belichamen de tweelingwaarden van kennis en samenwerking. Lander roept op die waarden te koesteren en voluit te verdedigen.

Het menselijk genoomproject was een internationaal wetenschappelijk programma om de structuur van het menselijke DNA volledig in kaart te brengen. De onderzoekers konden het project in 2003 afronden, veel sneller dan gepland. Het geheim lag in de samenwerking tussen zes landen (de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Frankrijk, Japan en China), tussen meer dan twintig onderzoekscentra en vooral ook tussen duizenden gepassioneerde wetenschappers uit verschillende disciplines, van biologen over wiskundigen tot ingenieurs. Het is maar een van de talrijke voorbeelden van succesvolle wetenschappelijke samenwerking over alle grenzen heen. De kracht van het weten, gekoppeld aan de kracht van open samenwerking, leidt tot verbluffende resultaten die niet alleen belangrijk zijn voor de wetenschap, maar die in sterke mate bijdragen aan de vooruitgang, welvaart en vrede.

Ik ben het daar volmondig mee eens. We moeten dat vooral niet doen door ons gelijk uit te schreeuwen in de megafoon van de sociale media, maar door onderzoeksresultaten, technologieën en inzichten aan te reiken die de wereld beter maken, die het leven van de mens langer gezond maken en die ons als mens wijzer en milder maken. Tegenover één man die doet alsof hij alles weet, plaatsen we vele tienduizenden gepassioneerde mannen en vrouwen die weten wat ze nog niet weten en die elke dag - bescheiden maar vastberaden - een stuk van de grote puzzel proberen te leggen.

Lander vindt de ontwikkelingen in zijn land en op andere plaatsen in de wereld verontrustend. ‘We zien steeds meer deuren dichtgaan’, stelt hij. Fysieke en

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel

5


NIEUWS > ARCHIEF

Dag van de pluraliteit

CAROLINE PAUWELS | 22 maart 2017 00:00

I

Let’s sing this song for Linda, Mustapha, Jean-Pierre, Fatima, Michel and Paul. Zo begint Arno zijn lofzang op Brussel, zijn en mijn bastaardstad die te klein is om een wereldstad te zijn, maar wel groot genoeg om de wereld in het klein te zijn. En dat is niet zonder gevaar, is gebleken.

s de stad waar ik leef, woon en werk fundamenteel veranderd door de terroristische aanslagen van precies een jaar geleden? Is het überhaupt mogelijk om 22 maart 2016 in één adem te noemen met iets positiefs? Ja, dat kan. Het is zelfs noodzakelijk. We hebben de voorbije weken tal van positieve verhalen kunnen lezen, beluisteren en bekijken die de aanslagen als rode draad hebben, maar die in schril contrast staan met de morbide motieven van de daders. Neem nu Kristin Verellen. Zij verloor haar levenspartner Johan bij de aanslag in metrostation Maalbeek. Het verdriet was immens, maar toch kiest ze niet voor de weg van wrok en wraak. Integendeel, ze is de drijvende kracht achter een bijzonder project, de Cirkels.

6


Het begon na de aanslagen. Toen vonden meerdere cirkelgesprekken met vrienden en familie plaats. Met verbluffend resultaat. Persoonlijke verhalen vertellen en ernaar luisteren blijkt immers heel belangrijk om ‘op verhaal’ te komen. Vandaag nodigt het Cirkel Team iedereen die zich aangesproken voelt uit om samen met anderen een cirkel te vormen. Voor Kristin staat het als een paal boven water: menselijke verbondenheid is het enige zinvolle antwoord op terreur.

verwijs ik graag naar Hannah Arendt, wiens geschriften weer bijzonder actueel worden en plots in de top drie van best verkochte boeken verschijnen. Filosofen hebben nu eenmaal de eigenschap dat ze zinnige dingen kunnen zeggen over de wereld van vandaag, ook al zijn ze vele jaren dood. Als Joodse en als Duitse heeft Arendt de donkerste bladzijden van de vorige eeuw vanop de eerste rij meegemaakt. Ook zij voelde een onweerstaanbare drang om naar buiten te treden, haar ideeën in de publieke sfeer te gooien en ze aan een kritische blik van anderen, én zichzelf, te onderwerpen. Als filosofen, politieke en andere leiders dat niet doen, dreigen ze opgesloten te raken in hun eigen denken. Een mechanisme dat aan de basis ligt van totalitaire systemen, waarvan het nazisme en communisme treffende voorbeelden waren, en vandaag IS.

Een gelijkaardig verhaal bij Mohamed El Bachiri, een Molenbeekse moslim die op 22 maart zijn vrouw Loubna verloor. Hij riep op tot een jihad van liefde. ‘Vandaag is mijn verdriet onmetelijk en blijf ik alleen overeind dankzij de liefde. De liefde voor mijn vrouw, mijn kinderen, het leven en de mensheid.’ Auteur David Van Reybrouck schreef de woorden van Mohamed op. Het boek ‘Een jihad van liefde’ is nog maar pas uit en er gingen al tienduizenden exemplaren over de toonbank. Dat is hoopgevend, want het betekent dat een positieve boodschap aanslaat. Tijdens een Ted Talk in Nederland zei El Bachiri: ‘Ik ga terug naar de essentie, de liefde die het uitgangspunt zou moeten zijn van alle ideeën, alle godsdiensten, alle mensen. Ze zou een universele kracht moeten zijn, de basis van elke communicatie tussen mensen. In die door de liefde gestuurde relatie beweert niemand de waarheid in pacht te hebben.’

Net zoals bij Mohamed El Bachiri zien we bij Hannah Arendt een onwrikbaar geloof in diversiteit en pluraliteit. Voor haar basisvoorwaarden om Mens te worden. Want niemand heeft de waarheid in pacht. De kracht van een democratische samenleving ligt net in een voortdurende uitwisseling en confrontatie van ideeën, denkbeelden en opvattingen. Net als Hannah Arendt moeten we dus de pluraliteit omarmen. En daar samen met Arno een feest van maken. Dancing in the streets of Belgium Brussels, where they eat sprouts and raw mussels!

Die boodschap vind je inderdaad in vele teksten, godsdienstige en andere. Getuigen zulke woorden van een te naïef positivogehalte? Misschien wel. Maar dat maakt ze niet minder waardevol. Integendeel. En dan

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel

7


NIEUWS > ARCHIEF

Wantrouwen bedreigt vrije pers

CAROLINE PAUWELS | 26 april 2017 05:00

O

Elk jaar publiceert de internationale organisatie Reporters Without Borders haar wereldwijde index van de persvrijheid. Landen krijgen een score, op basis van een vragenlijst die over de hele wereld wordt ingevuld door journalisten, wetenschappers, juristen en mensenrechtenactivisten.

p de website van de organisatie kan je voor elk land een score en een wereldkaart vinden, waarop landen een kleurcode krijgen op basis van die score. Hoe slechter de score, hoe donkerder de kleur. De wereldkaart voor 2016 oogt vooral dieprood tot zwart. Het gaat allesbehalve goed met de persvrijheid. Bij de presentatie van het rapport van vorig jaar had de organisatie het over het toenemende klimaat van wantrouwen tegenover de pers. Ook in die landen die vandaag nog goed scoren constateert ze dat de pers in het defensief zit. Dat wantrouwen leeft ook bij ons. In navolging van de Verenigde Staten gaat het soms geringschattend over de ‘mainstreampers’ of de ‘regimekranten’. De media, die zich voortdurend op de borst kloppen dat ze

8


Als de nieuwsberichtgeving zelf de inzet van een waarheidsstrijd wordt, dreigt de polarisering.

De pers moet de rol van kwaliteitsbewaker opnemen. Het argument dat je daar geen kranten mee verkoopt, overtuigt niet. Wereldwijd zien we dat er een publiek is dat op zoek is naar betrouwbare informatie, naar achtergrondverhalen en naar duiding bij de actualiteit. Als de traditionele media dat terrein niet bezetten, zullen anderen dat doen.

onafhankelijk en kritisch zijn, zouden vooral dat nieuws en die opinies brengen die de gevestigde machten, wie dat ook mogen zijn, goed uitkomen. Journalisten zouden gevangen zitten in een pensée unique: in een stel vooroordelen dat hen belet de wereld te zien zoals ze is.

Ook wij mediagebruikers hebben een rol en een verantwoordelijk­heid. We verspreiden zelf berichten zonder de herkomst ervan te controleren en we horen het liefst dingen die bevestigen wat we al dachten.

Wie de vorige paragraaf instemmend las, heeft wellicht geen boodschap aan de melding dat België het, volgens Reporters Without Borders, met een 13de plaats op 180 helemaal niet zo slecht doet en dat het deel uitmaakt van het kleine clubje landen dat op de wereldkaart lichtgekleurd is. Die Reporters Zonder Grenzen zullen ook wel tot het establishment behoren, besluiten de sceptici. Dat wantrouwen is, denk ik, misschien wel het grootste probleem dat de pers vandaag bedreigt.

Maar ook wij mediagebruikers hebben een rol en een verantwoordelijkheid. We verspreiden zelf berichten zonder de herkomst ervan te controleren en we horen het liefst dingen die bevestigen wat we al dachten. De nieuwe media maken het makkelijk om alleen nog maar berichten te selecteren die je versterken in je gelijk. Onderzoek leert dat we dat ook meestal doen. Die eenzijdige informatieverwerving versterkt vooroordelen en vijandbeelden.

Als de nieuwsberichtgeving zelf de inzet van een waarheidsstrijd wordt, dreigt de polarisering. Dan gebeurt het dat journalisten omstreden nieuwsitems uit de weg gaan en vooral die dingen in de kijker zetten waar niemand nog aanstoot aan neemt. Dan is er geen censuur meer nodig, want dan maakt de journalistiek zichzelf overbodig en dat terwijl we, misschien meer dan ooit, behoefte hebben aan goede journalistiek.

Democratie veronderstelt dat we met elkaar van mening kunnen verschillen, maar ook dat we elkaar het voordeel van de twijfel geven. Dat lukt niet als we alleen maar geloof hechten aan feiten die ons gelijk bevestigen. In een democratie hebben we niet alleen recht op spreken, maar moeten we soms ook luisteren, ook en in het bijzonder naar wie ons niet zint.

De pers moet de rol van kwaliteitsbewaker opnemen. Het argument dat je daar geen kranten mee verkoopt, overtuigt niet.

Op 3 mei vieren we wereldwijd de dag van de persvrijheid. Dan vindt naar jaarlijkse gewoonte de Difference Day plaats in de Brusselse Bozar. Dit jaar gaat het over de vrijheid van de pers in tijden van fake news, maar ook over respectvol luisteren. Iedereen is welkom!

Goede journalisten maken mensen wegwijs. Nooit was het nieuwsaanbod groter dan vandaag, waardoor het steeds moeilijker wordt om in dat aanbod hoofd- van bijzaken van elkaar te onderscheiden. Bovendien weten we van een hoop berichten niet meer zeker of ze echt of nep zijn. Nepberichten worden massaal verspreid, vooral via de sociale media, wat de weerlegging ervan bijzonder moeilijk maakt.

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel 9


NIEUWS > ARCHIEF

Daar is de Europese droom weer CAROLINE PAUWELS | 24 mei 2017 00:00

Als je door een diep dal gaat, bereik je na verloop van tijd een punt waarop het pad aarzelend maar gestaag weer naar boven loopt. We kunnen maar hopen dat we ons met de Europese Unie vandaag op dat punt bevinden. Hier en daar beginnen mensen de Europese droom opnieuw te koesteren. Maar dat hebben we zeker niet aan de Europese leiders van de 21ste eeuw te danken.

hommes.’ En kijk, het zijn vandaag net de gewone mensen die op de bres springen voor de Europese Unie. Het gezaghebbende Britse magazine The Economist had het eerder deze maand onder de titel ‘Who loves EU, baby’ over jonge, hoger opgeleide Europeanen die hun liefde voor de EU van de daken schreeuwen. Het begint jongeren te dagen dat vanzelfsprekend geachte initiatieven zoals het Erasmusprogramma er alleen maar gekomen zijn omdat vorige generaties nog durfden te dromen van een verbonden Europa ten dienste van zijn burgers. In Duitsland is de beweging Pulse of Europe van start gegaan. Door overal met duizenden tegelijk op straat te komen willen pro-Europese burgers een dam opwerpen tegen het heersende euroscepticisme. En ze willen ook dat de EU haar democratisch deficit aanpakt.

D

e sterren van de Europese vlag leken de voorbije jaren hun glans te hebben verloren. De cirkel van sterren was een schietschijf geworden voor populisten van alle slag, die er hun frustraties op botvierden. En toegegeven, de strikte begrotingsnormen, de allesoverheersende economische focus en de komkommerrichtlijnen en andere uitingen van regeldrift hebben de EU de voorbije jaren niet meteen een begeesterend imago opgeleverd. Het is begrijpelijk dat mensen er zich van afkeerden.

In Frankrijk had je bij de presidentsverkiezingen twee diametraal tegenovergestelde posities: ‘foert Europa’ en ‘ja Europa’. De ja’s wonnen. En of de rest geschiedenis is, ligt nu in handen van de jonge president Emmanuel Macron en zijn ploeg. Maar de intentie is er alleszins, het is toegelaten weer te dromen van Europa. Ik heb dezelfde geestdrift meegemaakt toen ik bijna dertig jaar geleden mijn eerste werkervaring opdeed bij Europees commissaris Karel Van Miert. Een slabakkend Europa - ja, ook toen - moest in een stroomversnelling komen door de invoering van de interne markt op 1 januari 1993. Het waren de dagen van de grote Jacques Delors als Commissievoorzitter. Hij wist hoe belangrijk de eenheidsmarkt was, maar hij wist ook verdomd goed dat ‘on ne tombe pas amoureux d’un grand marché’.

De Europese droom leek voorbij, brexit nog aan toe! Maar was het niet de architect van wat toen nog de Europese Gemeenschap heette, de Fransman Jean Monnet, die in 1976 in zijn memoires liet optekenen dat de wortels van de Gemeenschap vandaag sterk zijn en diep verankerd zitten in de Europese bodem. De wortels hebben al slechte seizoenen overleefd en zullen ook andere slechte seizoenen kunnen doorstaan.

Mensen als Delors en Van Miert belichaamden de Europese gedachte. En zeker, ook Van Miert was actief in het bedrijfsleven na zijn periode als eurocommissaris. Maar hij is wel altijd met vuur het Europese project blijven verdedigen. En dat hoor ik te weinig van diegenen die de afgelopen jaren aan het roer van de Europese instellingen stonden.

Monnet had gelijk. De EU heeft een slecht en dor seizoen achter de rug, dat lang heeft geduurd. Maar er zijn misschien tekenen dat een nieuwe lente in zicht is. Monnet zei: ‘Nous ne coalisons pas des États, nous unissons des 10


José Manuel Barroso ging aan de slag bij Goldman Sachs en je hoort je hem niet meer over Europa. Neelie Kroes stapte over naar de bankenwereld en naar Uber. Maar ze heeft blijkbaar amper nog tijd om de Europese Unie te verdedigen. Ze versterken het beeld van Europese leiders als een zichzelf bedienende groep technocraten. Het is goed dat gewone mensen de Europese droom nieuw leven inblazen. Maar het zou nog veel beter zijn, mochten de vroegere Commissievoorzitters en commissarissen hun verantwoordelijkheid opnemen en in de bres springen voor het Europese project.

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel

11


NIEUWS > ARCHIEF

Wie is bang voor ons?

CAROLINE PAUWELS | 28 juni 2017 00:00

de openbare sector die daarop volgde. Een catastrofe voor vele tienduizenden Turken: 1.500 collega-academici stonden plots op straat of erger. Het voorbije jaar is hun aantal alleen maar groter geworden.

Toen ik voor een carrière als academica koos, was het laatste waar ik aan dacht dat dat een gevaarlijk beroep was. Bij ons is het dat doorgaans niet. Toch is dat amper een geruststellende gedachte. Dat ondervond ik vorige zomer toen ik als pas verkozen VUBrector meteen een gitzwart dossier op mijn bord kreeg: dat van de mislukte coup in Turkije en de zuivering van

A

utoritaire leiders en regimes lijden aan een extreme vorm van paranoia. President Recep Tayyip Erdogan ziet overal banden met zijn aartsvijand Fethullah Gülen en diens beweging. Ook kritiek op hoe Ankara met de Koerden omgaat, levert

12


doorgaans hetzelfde resultaat op: schorsing, ontslag, arrestatie. Wie wetenschappers, journalisten en andere onafhankelijke kritische stemmen op de vlucht jaagt, is zelf op de vlucht voor de waarheid. Een vrije pers, een onpartijdige magistratuur en kritische onafhankelijke universiteiten zijn essentiële pijlers van een gezonde democratie.

Regimes die wetenschappers en andere onafhankelijke stemmen monddood maken door ze te intimideren, te vervolgen en te verjagen, gaan vroeg of laat hun ondergang tegemoet. Intellectuele bloedarmoede heeft de Sovjet-Unie mee doen imploderen. De academische leegloop van nazi-Duitsland heeft de VS mee groot gemaakt. Al moesten klimaatexperts vandaag in diezelfde VS grote hoeveelheden klimaatdata in veiligheid brengen op buitenlandse servers, onder meer in Europa.

De situatie voor academici is in tal van landen zorgwekkend. Onze collega Ahmadreza Djalali werd vorig jaar in Iran gearresteerd omdat hij een spion zou zijn. Dokter Djalali is verbonden aan een internationale master in disaster medicine die de VUB mee organiseert. Hij is een vermaard wetenschapper die belangrijk humanitair werk verricht, maar voor het regime in Teheran is iemand met een stevig internationaal netwerk verdacht. Ondanks alle protestacties en zijn hongerstaking, is dokter Djalali nog altijd niet vrij.

We moeten alles in het werk stellen om in ons land, in Europa en in de hele vrije wereld opgejaagde en bedreigde wetenschappers op te vangen. Mijn universiteit is met meer dan 400 andere universiteiten en hogeronderwijsinstellingen lid van het wereldwijde netwerk Scholars at Risk, dat vervolgde wetenschappers ondersteunt. Scholars at Risk - opgericht in de VS heeft de voorbije 16 jaar 2.000 aanvragen voor steun ontvangen uit 120 landen. Dankzij het netwerk konden 700 vervolgde wetenschappers hun werk verderzetten via een tijdelijke onderzoeks- of onderwijsopdracht. De meeste vragen om hulp komen van wetenschappers uit het Midden-Oosten en Noord-Afrika, gevolgd door zwart Afrika en Zuid-Azië.

Maar ook in de EU liggen academici onder vuur. In Hongarije heeft de regering-Orbán de oorlog verklaard aan de Hongaars-Amerikaanse Central European University (CEU) in Boedapest. Een nieuwe wet moet het academische veld voor elke universiteit in Hongarije zogezegd gelijk maken, maar is volgens tegenstanders alleen bedoeld om de CEU weg te pesten.

Het is niet alleen onze morele en menselijke plicht om vervolgde wetenschappers te helpen, het is ook in het belang van de wetenschappelijke vooruitgang. Wetenschap kent per definitie geen grenzen en het lichtbaken van de kennis - dat op de hele wereld gericht is - schijnt met elke wetenschappelijke bijdrage feller.

Een protestbetoging tegen de plannen van de Hongaarse regering bracht een massa volk op de been. ‘Heb je de slogan gezien die de mensen meedroegen: free universities, free societies? Daar was ik blij mee’, zei de rector van de CEU, de Canadees Michael Ignatieff, vorig weekend in De Standaard. ‘Universiteiten moeten zelf kunnen bepalen waarover ze lesgeven, hoe ze dat doen of waarnaar ze onderzoek verrichten.’

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel

13


NIEUWS > ARCHIEF

Tussentijd

CAROLINE PAUWELS | 26 juli 2017 05:00

E

Hard en veel werken hoeft flow niet in de weg te staan; vrije tijd kan behoorlijk vervelend of stresserend zijn. Het gaat erom je open te stellen voor de tussentijd, voor het ongeplande, voor opgaan in het moment.

erder dit jaar publiceerden twee collega’s, Ignace Glorieux en Julie Verbeylen, de resultaten van een groot tijdsbestedingsonderzoek bij de VUBprofessoren. Wie deelnam, registreerde een week nauwgezet elke activiteit, zowel op als buiten het werk. Gemiddeld gaven de deelnemers aan dat ze 55 uur per week werkten. Dat was, aldus de onderzoekers, vergelijkbaar met de werkdruk bij andere universiteiten en met die van Vlaamse zelfstandigen met personeel, die aangeven 56 uur te werken.

Hard en veel werken hoeft geen probleem te zijn. Volgens Karl Marx - altijd spannend om Marx binnen te smokkelen in een krant die nogal wat ondernemers onder haar lezers telt - is de mens van nature een homo faber en is arbeid een vorm van zelfverwezenlijking. Als werk zinloos lijkt of als we het gevoel hebben er geen greep op te hebben, dan treedt vervreemding op.

Het overgrote deel van de VUB-professoren bleek overigens, ondanks de lange werkweken, best tevreden. De vele werkuren werden niet als problematisch ervaren, wat wel het geval was voor omgevingsfactoren zoals tijdsdruk, onduidelijkheid over de taak, autonomie bij de uitvoering van het werk en steun van de collega’s.

Het moet vreselijk zijn om jaar in jaar uit werk te doen dat je als sleur, als een beproeving ervaart. Om altijd 14


Na het werk en in de vakantie maken we plaats voor de dingen die kleur en inhoud aan het leven geven. Maar ook dan halen we weer de agenda’s en de lijstjes boven.

weer uit te kijken naar het weekend, naar de jaarlijkse vakantie. Die vrije tijd moet dan compenseren wat je tijdens de werkweek mist. Dan moet met volle teugen worden genoten, moet van alles worden beleefd en moet het allemaal perfect zijn. Stressen, om daarna weer het dagelijkse gareel op te nemen. Treurig.

graag meegeeft dat je zijn naam uitspreekt als ‘chicksent-me-high-ee’, populariseerde het concept ‘flow’, de mentale toestand waarin we volledig opgaan in onze bezigheden.

Chronos De Nederlandse filosofe Joke Hermsen herinnert ons aan het onderscheid dat de oude Grieken maakten tussen chronos en kairos. Chronos was de god van de kloktijd, die de uren telt en daarmee orde en structuur in de wereld aanbrengt, maar ons ook het patroon van de eeuwige herhaling van hetzelfde oplegt. Hij vertegenwoordigt, zoals Hermsen schrijft, ‘de praktische tijd waarmee we de wereld inrichten, afspraken maken en agenda’s bijhouden’.

Flow ervaar je wanneer je de klok uit het oog verliest. Wanneer je zo opgaat in wat dan ook dat je verrast opkijkt als je vaststelt dat het inmiddels een stuk later is geworden dan je dacht. De ene keer ervaar je die flow op het werk, als je de tanden kunt zetten in iets wat een uitdaging vormt, maar dat ook binnen je mogelijkheden ligt. De andere keer tijdens een flinke fietstocht of als je thuis een precisiewerkje uitvoert of een nieuw muziekstuk instudeert.

Kairos was de god van het geschikte moment, van de tijd die ertoe doet, die kansen biedt of een doorbraak creëert. Hij vertegenwoordigt ‘al die bevlogen momenten van schoonheid, inzicht en daadkracht die het leven bijzonder maken’. Chronos staat voor de kwantitatieve, lineaire tijd van de herhaling, kairos voor het kwalitatieve moment dat voor verandering kan zorgen.

Hard en veel werken hoeft flow niet in de weg te staan; vrije tijd kan behoorlijk vervelend of stresserend zijn. Het gaat erom je open te stellen voor de tussentijd, voor het ongeplande, voor opgaan in het moment.

Vandaag hebben we de neiging kairos te verbannen naar het rijk van de vrije tijd. Na het werk en in de vakantie maken we plaats voor de dingen die kleur en inhoud aan het leven geven. Maar ook dan halen we weer de agenda’s en de lijstjes boven. En dat gaat ten koste van datgene waar het net om gaat: openstaan voor wat niet in te plannen valt, opgaan in het moment zelf.

Opmerkelijk is overigens dat de factoren die flow in de weg staan grotendeels identiek zijn aan deze die de collega’s in bovenvermeld tijdsbestedingsonderzoek aanwezen als de oorzaak van eventuele ontevredenheid.

Flow

Geniet ervan. Dat ga ik ook doen.

Als je er het werk van de Amerikaanse psycholoog Mihaly Csikszentmihalyi bij haalt, dan stel je overigens vast dat chronos en kairos niet samenvallen met respectievelijk werktijd en vrije tijd. Csikszentmihalyi, die lezers

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel

Meer kairos, meer tussentijd en meer flow, dus. Het hele jaar door. Op vakantie, maar net zo goed op het werk.

15


NIEUWS > ARCHIEF

Breek obstakels voor allochtone studenten af

CAROLINE PAUWELS | 23 augustus 2017 01:00

Vindt u ook dat een en ander dringend op de schop moet? Dan zit u op dezelfde golflengte als onze opiniemakers. Wat keilen jullie met plezier de prullenmand in, vroegen we hen.

onderwijs is onze instroom. In die grote stroom zwemt de nieuwe generatie. Sommige studenten ondervinden echter beduidend meer tegenstroom dan anderen, of gaan zelfs kopje-onder. Instroom, doorstroom en uitstroom van jongeren met een migratieachtergrond verlopen nog steeds moeizaam. Daarom moeten we radicaler durven te denken en resoluut alle obstakels naar de prullenmand verwijzen die jongeren uit minder kansrijke milieus beletten te groeien.

E

ind volgende week gaat het nieuwe schooljaar van start. Als moeder, maar ook als rector van een grootstedelijke universiteit, kijk ik met meer dan normale belangstelling uit naar die start. Zeker in het secundair onderwijs wordt de basis gelegd van elke universitaire opleiding. De uitstroom van het secundair

Een eerste, belangrijk obstakel huist in de manier waarop we naar kinderen met een migratieachtergrond kijken. Zowel wij als de ouders. We denken te vaak status- en systeembevestigend. Wij, de ‘dominante’ groepen, geloven onvoldoende in het potentieel van die jongeren. En de ouders houden hun kinderen soms liever in hun eigen 16


veilige leefwereld en dus binnen de grenzen van de eigen sociale groep.

thema’s, zoals gezondheid en onderwijs, prominenter op de politieke agenda gezet. Ook door mannen.

Daardoor bestendigen we die jongeren in bepaalde beroepen. Yamila Idrissi, Vlaams sp.a-volksvertegenwoordiger, vertelde me onlangs dat haar schooldirectrice wel een snit -en naadopleiding voor haar wenselijk achtte. Yamila maakte nochtans met succes een rechtenopleiding af.

We moeten radicaler durven te denken en resoluut alle obstakels naar de prullenmand verwijzen die jongeren uit minder kansrijke milieus beletten te groeien.

Een tweede belangrijk obstakel is onze vooringenomenheid tegenover diversiteit. Dat de Canadese premier Justin Trudeau zijn divers samengestelde beleidsploeg moest legitimeren met de woorden ‘because it is 2015’, suggereert hoe versteld we nog steeds staan van diversiteit en haar potentiële rijkdom.

Nu is het aan de jongeren met een migratieachtergrond om mee de politieke agenda te bepalen. In plaats van diversiteit als een handicap of probleem weg te zetten moeten we diversiteit durven te verdedigen omdat ze verrijkt, intellectueel uitdaagt en een multiplicator van kennis is. Ik durf te stellen dat ik die insteek in onze debatten en aanpak nog al te vaak mis, en dat we daardoor kansen mislopen.

Een beweging als Black Lives Matter in de Verenigde Staten en het ‘zwartepietendebat’ in Nederland en Vlaanderen tonen hoe moeilijk het is de gedaantes van racisme of ‘anders zijn’ bespreekbaar te maken en vervolgens samen aan te pakken. Maar een meisje met Senegalese roots dat olympisch goud wint en vervolgens wereldkampioene wordt, is dan weer de trots van de hele natie. We meten nog te veel met twee maten en twee gewichten.

We weten hoe belangrijk bij dat alles rolmodellen zijn. Rolmodellen leiden hoe dan ook tot navolging. In mijn eerste jaar als rector ging ik actief op zoek naar die rolmodellen. En ze zijn talrijk. De verrijking van het debat door stemmen als Kanko, Mahdi, Lleshi, Zamouri, Almaci... De subtiele analyses van Benyaich, de culturele insteken van El Azzouzi, Cherkaoui, Benzine. De filmische uppercuts van Adil en Bilal, het social serial entrepreneurship van Sihame el Kaouakibi. En vooral: het engagement van de studentenkringen van allochtone afkomst.

De VUB rekruteert nadrukkelijk in de meest diverse stad van het land. Van onze studenten komt 21 procent (tegenover 6% in Vlaanderen) uit gezinnen waar het Nederlands niet de voertaal is. Die instroom leidt wel eens tot de bezorgdheid of we dan de lat niet lager leggen. Nog afgezien van het beledigende karakter van die uitspraak, spreekt ook de wetenschap zich overtuigend uit over de meerwaarde van diversiteit.

In hen resoneert de boodschap van Martin Luther King: ‘Number one in your life’s blueprint should be a deep belief in your own dignity, your worth and your own ‘somebodiness’. Do not allow anybody to make you feel you are nobody.’ Het zou de drijfveer van ons onderwijs moeten zijn.

Een meer divers samengestelde groep reikt andere analytische denkkaders aan. Discussies worden scherper, de inhoud en de inzichten gelaagder. Bedrijven of groepen met meer diverse raden van bestuur nemen betere beslissingen. In meer divers samengestelde parlementen komen meer en andere onderwerpen aan bod. Zo werden door de invoering van het vrouwenstemrecht andere

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel

17


NIEUWS > ARCHIEF

Professoren overbemand CAROLINE PAUWELS | 27 september 2017 05:00

E

en op de drie professoren moet een vrouw zijn. Toen dat zinnetje vorige week in Knack te lezen stond - en het kwam uit mijn mond - raakten de gemoederen meteen danig verhit. Bij mannelijke én bij vrouwelijke collega’s. Vooral dat ik ‘moet’ had gezegd en niet ‘zou eigenlijk moeten’. Ja, ik begrijp de commotie. Meer zelfs: ik ben in principe ook gekant tegen quota. Behalve als het echt niet anders kan.

Is dat een inhaalbeweging? Moeten we daar tevreden en blij over zijn en overgaan tot de orde van de dag? Ik dacht het niet. Vrouwen zijn aan mijn universiteit goed voor vier op de tien behaalde doctoraten, dat is beduidend meer dan het aantal vrouwelijke professoren. Hier klopt iets niet.

De ontstellende onder­vertegenwoordiging van één geslacht onder onze professoren kunnen we alleen maar aanpakken met genderquota

Promoties Uit de harde cijfers blijkt overduidelijk dat de gendergelijkheid structureel ondermijnd wordt. Om één oorzaak te noemen: in commissies die over promoties gaan, zitten vaak meer mannen dan vrouwen en ze hanteren excellentiecriteria die afgestemd zijn op de dominante groep in de academische wereld. En dat zijn historisch gezien mannen: academici die niet zwanger worden, levens leiden zonder al te veel zorgtaken voor kinderen of voor ouderen, of andere bekommernissen hebben die verband houden met de combinatie van gezin en arbeid.

En voor mij is het overduidelijk dat we de ontstellende ondervertegenwoordiging van één geslacht onder onze professoren alleen maar kunnen aanpakken met genderquota. Omdat de ondervertegenwoordiging structureel is. Omdat ze onverklaarbaar is op basis van de enige criteria die ertoe doen, zoals excelleren in je vakgebied en een uitmuntend wetenschappelijk dossier kunnen voorleggen. En omdat alle maatregelen die we de voorbije jaren genomen hebben niet het verhoopte resultaat hebben opgeleverd.

De academische ladder is nog te veel gemaakt op maat van mannen, of beter op maat van traditionele genderrollen.

Mijn universiteit heeft 28 procent vrouwelijke professoren. Dat is zeker niet slecht, vergeleken bij de rest van Vlaanderen dat afklopt op 25 procent. Alleen kan ik er zo moeilijk vrolijk van worden. Want ik begrijp niet dat vrouwen wel vlot een doctoraat behalen - een erg zware hindernis in elke academische carrière - en dat ze daarna plots afhaken. Vrouwen zijn aan mijn universiteit goed voor vier op de tien behaalde doctoraten, dat is beduidend meer dan het aantal vrouwelijke professoren. Hier klopt iets niet.

Criteria ook die blind zijn voor andere taken die cruciaal zijn voor het goed functioneren van een academisch team en waarin vrouwen vaak uitblinken. Dat alles heeft duidelijk een impact op wie aangemoedigd wordt om te kandideren voor een promotie, wie er effectief kandideert en wie er uiteindelijk doorstroomt. De academische ladder is nog te veel gemaakt op maat van mannen, of

Men zou nog kunnen denken dat het een kwestie van tijd is. De voorbije tien jaar is het aantal vrouwelijke academici inderdaad toegenomen... met 1 procent. In tien jaar! 18


beter op maat van traditionele genderrollen en voorbijgestreefde visies op wat een goede wetenschapper is.

leraar willen worden. Alleen grijpen ze vandaag al te vaak naast de ladder. Het laatste wat ik wil, is een soort genderoorlog op gang brengen. Net integendeel: genderquota zijn een verhaal van mannen en vrouwen voor gelijkheid en gelijkwaardigheid, niet van discriminerende mannen en gediscrimineerde vrouwen. Of omgekeerd. Het gaat om het wegnemen van structurele barrières die vrouwen hinderen, maar ook veel mannen die niet passen in het klassieke, voorbijgestreefde sjabloon van dé academicus. Het gaat over het ombuigen van een onbewuste vooringenomenheid naar een verhaal van kansen.

Streefcijfers zijn niet voldoende. Dat is ook gebleken bij het streven naar meer vrouwen in de raden van bestuur van beursgenoteerde vennootschappen.

Daarom zijn streefcijfers niet voldoende. Dat is ook gebleken bij het streven naar meer vrouwen in de raden van bestuur van beursgenoteerde vennootschappen. De wetgever heeft genderquota moeten opleggen, anders ging die verandering gewoon veel te traag.

Niemand wordt beter van een wereldvreemde manvrouwverhouding en verouderde opvattingen over gender en academici.

Verwijt Ik begrijp dat sommige vrouwelijke collega’s niet warmlopen voor genderquota, want wie wil nu het - overigens totaal misplaatste - verwijt krijgen dat ze het alleen maar gemaakt hebben omdat ze vrouw zijn? Ik niet. Niemand.

Het verheugt me dat vele mannelijke collega’s achter de quota staan. Omdat ook zij tot het inzicht zijn gekomen dat de ondervertegenwoordiging structureel is. En dat niemand beter wordt van een wereldvreemde man-vrouwverhouding en verouderde opvattingen over gender en academici.

Maar geldt vandaag vooral niet het omgekeerde? Mannen die het gemaakt hebben, omdat ze man zijn. Omdat ze de vruchten hebben kunnen plukken van hun ‘onzichtbaar’ privilege als man. Uiteraard kunnen ze een schitterend doctoraat en een uitstekend wetenschappelijk palmares voorleggen, maar dat kunnen ook alle vrouwen die hoog-

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel 19


NIEUWS > ARCHIEF

Laat de tuiniers hun werk doen

CAROLINE PAUWELS | 25 oktober 2017 05:00

A

fgelopen week organiseerden de Internationale Solvay Instituten weer hun wetenschappelijke conferentie met een naam als een klok: de Solvayraad. Een traditie die de familie Solvay al sinds 1911 koestert, daarbij gesteund en geadviseerd door vele wetenschappers, onder wie vooral fysici en chemici. In 1911 schoof in het statige hotel Métropole in hartje Brussel naast Marie Curie, Hendrik Lorentz, Max Planck en Henri Poincaré ook de jonge Albert Einstein aan.

In de achteruitkijkspiegel is de gigantische impact en meerwaarde van fundamenteel onderzoek overduidelijk. Maar een gelijkaardige impact in de verre toekomst voorspellen is helaas onmogelijk.

In de achteruitkijkspiegel is de gigantische impact en meerwaarde van fundamenteel onderzoek overduidelijk. Maar een gelijkaardige impact in de verre toekomst voorspellen is helaas onmogelijk. Het kan zelfs niet op korte termijn. En dus is fundamenteel onderzoek niet in beleidsmatrixen en meetinstrumenten te vatten. Erger nog: curiosity driven-onderzoek is risicovol omdat het misschien - o horror! - niet eens iets zal opbrengen. En daarom staat het onder druk. Welk bedrijf engageert zich voor iets dat mogelijk geen winst oplevert en al zeker niet in het volgende kwartaal? En welke politicus, welke

Een hoogmis van de fundamentele wetenschap was het, honderd procent curiosity driven. Industrieel Ernest Solvay wilde met zijn fortuin en met de Solvay-raden bijdragen aan de vooruitgang van de wetenschap. Vandaag weten we wat de wetenschappelijke inzichten uit het begin van de 20ste eeuw betekend hebben: zonder een Einstein en een Curie zou onze samenleving en ons leven er totaal anders uitzien. 20


Welk bedrijf engageert zich voor iets dat mogelijk geen winst oplevert en al zeker niet in het volgende kwartaal? En welke politicus, welke overheid wil zich engageren voor wat bij de volgende stembusgang niets oplevert?

In hun conclusies sloegen ze spijkers met koppen: de onderzoeksomgeving is er geen meer die fundamenteel onderzoek aanmoedigt en naar waarde schat, het huidige systeem van peerreviews werkt wetenschappelijk conservatisme in de hand, de matrixen die onderzoeksmijlpalen oplijsten zijn gesteund op wantrouwen en ingegeven door controledrift.

overheid wil zich engageren voor wat bij de volgende stembusgang niets oplevert?

Het parcours van de wetenschapper wordt in cijfers geformatteerd, checklists dienen afgevinkt, indexen opgeteld. Maar een discussie ten gronde over wat wetenschappelijke vooruitgang is, vindt amper nog plaats.

‘Wetenschap wordt meer en meer geregeld’, stelde Robbert Dijkgraaf, een van Nederlands meest eminente fysici en vaste deelnemer aan de Solvay-raden, in De Standaard. ‘Er komen almaar meer agenda’s die uitgevoerd moeten worden, van de overheden en van Europa. Daar hoeft niets mis mee te zijn, maar al die agenda’s sturen vaak aan op dezelfde onderwerpen. Dat is een enorme bedreiging voor de biodiversiteit van de wetenschap.’

Zaad En toen viel het hoge woord: vertrouwen. Het huidige wetenschapsbeleid durft nauwelijks nog vertrouwen te geven aan de wetenschapper. Zijn of haar parcours wordt in cijfers geformatteerd, checklists dienen afgevinkt, indexen opgeteld. Maar een discussie ten gronde over wat wetenschappelijke vooruitgang is, vindt amper nog plaats.

Esoterisch Deciding what you want and then discovering it. Zo werkt het dus zeker niet. De gloeilamp is niet uitgevonden door onderzoek naar betere kaarsen, noch is de laser uitgevonden door onderzoek naar betere gloeilampen. Een ander voorbeeld: tot in de jaren 80 was de studie van retrovirussen een eerder esoterisch onderwerp om de ontwikkeling van bepaalde kankers beter te kunnen testen op dieren. Retrovirussen kwamen alleen voor bij dieren, dacht men. Maar toen men zich realiseerde dat aids veroorzaakt werd door retrovirussen, was men maar al te blij dat er al 15 jaar ‘esoterisch’ onderzoek was verricht, waarop men kon steunen.

Dat is nochtans waar de Solvay-raden voor stonden en nog altijd voor staan: een discussie ten gronde onder wetenschappers die met kennis van zaken hypotheses toetsen, met elkaar in discussie gaan en van elkaar leren, soms ook over disciplines heen. Drie dagen lang stond in Brussel de zuivere wetenschapsbeoefening centraal, met het oog op een betere wetenschap voor een betere wereld. Een vertegenwoordiger van de universiteit van Cambridge haalde de tuinmetafoor boven om de schoonheid van fundamentele wetenschap te duiden. Fundamentele wetenschappers zijn als tuiniers: ze planten en dragen zorg, iedere dag opnieuw, met het risico dat uit het zaad niets ontstaat, maar met grote verwondering en bewondering als er 30 jaar later een prachtige, drukbezochte tuin blijkt te bloeien en groeien. Vertrouwen in de toegewijde tuinier, het maakt een wereld van verschil.

Beleidsmakers haasten zich om te zeggen dat de middelen voor fundamenteel onderzoek wel degelijk stegen. Ze verwijzen dan naar de norm van 3% van het bruto binnenlands product (bbp) die een aantal EU-landen bijna haalt. Toch hadden de aanwezigen op de Solvay-raad het daar vorige week niet over. De Solvay-raad kon overigens alweer prat gaan op een indrukwekkende line-up van Nobelprijswinnaars en andere eminente wetenschappers.

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel 21


NIEUWS > ARCHIEF

Wanneer worden de sociale media sociaal?

CAROLINE PAUWELS | 22 november 2017 00:00

K

Twee verhalen hebben het binnenlandse nieuws van de voorbije weken gedomineerd. De zaak-Bart De Pauw als brandpunt van #MeToo en de rellen met jongeren in mijn stad Brussel, een eerste keer na de plaatsing van Marokko voor het WK en vorige woensdag door de komst van een Franse snapchatter.

ranten, radio en televisie hebben er allemaal samen een gigantische hoeveelheid berichtgeving, duiding en commentaar aan besteed. Maar dat volume is maar een fractie van wat de andere media hebben gebracht, de media van ons allemaal, de sociale media, de instantmedia. We oordelen en veroordelen, we analyseren en beoordelen, we reageren en we verspreiden woorden bijna sneller dan onze vingers kunnen tikken. Shakespeare wist het al: ‘All the world’s a stage, and all the men and women merely players’. Vandaag kunnen we dat vertalen als: de wereld is één digitaal podium dat we, als hoofdrolspelers, allemaal samen met onze oprispingen, bedenkingen en meningen vormgeven. En almaar verder doen uitdijen, als die andere ruimte.

22


De publieke sfeer is oververhit, de openbare ruimte in overdrive. Er is nauwelijks nog een gesprek, alleen maar gescheld. Er is geen verspreiding van informatie of kennis, wel van fake news. Er is geen dialoog, alleen polarisatie.

de iPhone voorstelde. Deze zomer maakte The New York Times de balans van tien jaar iPhone op. De auteur van het stuk, Timothy Egan, concludeerde dat het toestel vergeleken met de boekdrukkunst geen maatschappelijke omwenteling op gang heeft gebracht. Jobs moet de duimen leggen voor Gutenberg.

Maar alle media zijn uiteindelijk wat ze zijn: een middel. Ze kunnen het beste en het slechtste in mensen naar boven halen. En daar zijn we dus zelf mee verantwoordelijk voor. We kunnen terecht eisen van Mark Zuckerberg dat hij zijn algoritmes aanpast, maar we zouden in de eerste plaats naar ons eigen mediagedrag moeten kijken. Kijken naar wat we zeggen, tonen en delen op Facebook, Twitter en alle andere platformen die de publieke digitale ruimte voeden.

‘The hope of the iPhone, and the Internet in general, was that it would free people in closed societies.’ Maar intussen is er de mislukking van de Arabische Lente en blijft de onderdrukking van ideeën in tal van landen van Noord-Korea tot Iran - voortbestaan. Voor The New York Times is het ergste dat uitgerekend de leider van de vrije wereld zijn smartphone gebruikt om vrouwen te beledigen of bizarre video’s de wereld in te sturen waarin hij denkbeeldige reporters in elkaar timmert.

Door de geschiedenis heen hebben we altijd opnieuw moeten leren omgaan met elk medium dat in ons leven opdook. We kregen nooit de tijd om ons op ‘het nieuwe’ voor te bereiden. Alleen gaat het nu tegen de snelheid van het licht.

Vorige week bezocht ik in Boedapest een van de oudste bibliotheken van de wereld. In die stille ruimte vol geconcentreerde lezers overviel me de gedachte dat de trage verspreiding van kennis, ideeën en inzichten die bij ‘het boek’ hoort, ontzettend waardevol is. Want die traagheid heeft vaak geleid tot diepe inzichten die de wereld echt beter hebben gemaakt.

De hoerasfeer en de blijde verwachtingen die met de introductie van elk grensverleggend medium gepaard gingen, bleken telkens wishful thinking. Tegenover elk boomscenario stond een doomscenario. De televisie moest een venster op de wereld worden, ze zou in elke huiskamer kennis verspreiden en meer begrip tussen de mensen scheppen. Vandaag weten we dat de televisie die verwachtingen niet heeft ingelost. Uiteraard waren - en zijn - er kwaliteitsvolle programma’s, maar ook ontzettend veel crap.

Maar ik wil de huidige instantmedia niet afbranden. Integendeel. Elke tijd heeft zijn media. We moeten alleen leren er beter mee om te gaan en misschien twee keer nadenken voor we onze hoogsteigen en uiteraard superbelangrijke mening met de wereld delen. Zou het niet mooi zijn als de sociale media echt sociaal worden?

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel

Bij de introductie van het wereldwijde web waren de verwachtingen zo mogelijk nog hoger gespannen. Net als tien jaar geleden, toen wijlen Steve Jobs met veel aplomb

23


NIEUWS > ARCHIEF

Trots op Brussel

CAROLINE PAUWELS | 27 december 2017 00:00

H

In de laatste maand van het jaar viel me twee keer een bijzondere eer te beurt. Ik werd uitgeroepen tot Brusseles van ‘t joêr 2017. Enkele dagen later werd ik - samen met rector Yvon Englert van onze zusteruniversiteit ULB Brussels Leader of The Year. Die titel kregen we omdat we een positief beeld van Brussel uitdragen, de studenten dichter bij de stad brengen en de samenwerking met Brusselse instellingen proberen te stimu- leren.

et zal de criticasters van Brussel verwonderen, wellicht ergeren, maar ik ben oprecht blij met die titels. Ondanks het mogelijke verwijt van naïviteit, idealisme of struisvogelattitude zie ik beide onderscheidingen als het resultaat van een duidelijke keuze die ik als rector gemaakt heb. Een keuze die in mijn universiteit - en ook bij de ULB - een breed draagvlak heeft. Ik heb het over de onvoorwaardelijke keuze voor Brussel, ondanks zijn gebreken, maar met een duidelijke focus op zijn, zelfs al gerealiseerde, potentieel. Het moment kon niet slechter gekozen zijn, hoor ik sommigen denken. Net nu Brussel een annus horribilis achter de rug heeft, met de novemberrellen, het fiasco van het Eurostadion en het weerzinwekkende schandaal van SamuSocial. 2016 was al even erg, met de terreuraanslagen die Molenbeek wereldwijd een slechte naam gaven.

24


Al vele jaren lang en met de nodige systematiek kaarten mensen als Marion Van San, Luckas Vander Taelen, Eric Corijn en anderen de mankementen van Brussel aan. Hun kritiek echoot door in de scherpe analyses van jonge ondernemers als Hassan al Hilou, de jongste serieondernemer van dit land, en in initiatieven als Gradufair, dat hoogopgeleide jongeren met een migratieachtergrond aan een job wil helpen en dat mee opgericht werd door studenten met migratieachtergrond van de VUB. Ik vind die kritiek noodzakelijk en moedig ze aan.

en wordt scherp bezongen door een nieuwe generatie rappers, slammers en stadspoëten. Een stad waar de beste leerkracht van Brussel 2017 Souhaïla Jnah heet en wiskunde en fysica geeft, STEM-richtingen dus, op het Martha Somerslyceum in Laken. Een stad waar ondernemers als de Molenbekenaar Ouassari Ibrahim MolenGeek mee oprichtte, een programmeerschool, een bedrijvencentrum en een incubator voor start-ups met kansen voor jonge talenten. De eenzijdige focus op alles wat fout loopt, de framing van Brussel als failed city die in het noorden maar ook in het zuiden van het land steeds meer gebetonneerd lijkt, is volstrekt contraproductief en ongenuanceerd. Niemand wordt daar beter van. Alle Belgen en zeker ook de Vlamingen hebben alle belang bij een hechte, vruchtbare en constructieve relatie met hun hoofdstad.

Maar Brussel is geen hellegat. Waarom zien zo weinig mensen het hoofdstedelijk gewest als wat het wel is? Volgens de Green City Index staat het al jaren in de top tien van de groenste steden van Europa, met zijn vele parken, moestuinen en uiteraard het Zoniënwoud. Als internationaal centrum is de hoofdstad van Europa voor politieke leiders en ambitieuze ondernemers, jong en oud, nog altijd de place to be.

Niemand zei het beter dan Jean-Claude Juncker, de voorzitter van de Europese Commissie. Na de rellen in november zei hij in Het Laatste Nieuws: ‘Ik keur ze niet goed, maar overdrijven we niet een beetje in onze dramatiek? Brussel is een open stad, gericht op de wereld, niet op zijn eigen navel. Daar mag u fier op zijn.’

Marc Coecke lijkt dat alvast begrepen te hebben. Brussel is inderdaad een stad waar het geregeld ‘koekenbak’ is. Meestal in positieve, maar - helaas - soms ook in negatieve zin. Maar is dat in Antwerpen, met half zoveel inwoners als Brussel, dan zo anders? Brussel is een kosmopolitische stad, waar meertaligheid en superdiversiteit een feit zijn en onze studenten voorbereiden op een 21ste-eeuws burgerschap.

Laten we met z’n allen wat trotser worden op onze open, meertalige en veelkleurige hoofdstad. Is dat geen mooi voornemen voor 2018?

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel

Ze wordt genoemd (nog niet geroemd) door The New York Times als het nieuwe Berlijn, is een ankerplaats van mooie en tegendraadse culturele instellingen en events,

25


NIEUWS > ARCHIEF

Is het echt of is het vals?

CAROLINE PAUWELS | 24 januari 2018 01:00

E

cht of vals? Een vraag die ons duidelijk fascineert. Het Gentse Museum voor Schone Kunsten kreeg de voorbije weken beduidend meer volk over de vloer dan normaal. De reden? De mogelijk valse werken van Kandinsky, Malevitsj en andere Russische avantgardisten uit de collectie van het echtpaar Toporovski. Als ze echt zijn, dan zijn de werken een fortuin waard. Als ze vals zijn, zijn ze waardeloos. Mocht het om originele werken gaan, vinden we ze ongetwijfeld geweldig (Kandinsky! Malevitsj!).

met eigen ogen gaan bekijken. Dat zullen we blijven doen tot het onderzoek waar minister van Cultuur Sven Gatz (Open VLD) op aangedrongen heeft, aantoont dat ze wel degelijk vals zijn. Of echt, dat kan ook natuurlijk ook. Zoals met de Russische kunstwerken, moeten we voortdurend zaken en mensen beoordelen waarvan we niet weten of ze echt, oprecht en te goeder trouw zijn. We eisen dat politici zuiver op de graat zijn. Maar zeker weten we dat vaak niet. Heeft Antwerps sp.a-boegbeeld Tom Meeuws gesjoemeld of niet toen hij bij De Lijn werkte? Eerst leek van wel, daarna bleek er eigenlijk niets aan de hand. Intussen heeft het hele land kunnen meegenieten van een politieke vaudeville, een die zelfs het Echt Antwaarps Teater niet kan bedenken.

Als het vervalsingen zijn, dan vinden we er niets aan. Het gaat nochtans in beide gevallen om precies dezelfde werken. Maar we kijken er heel anders naar. Als ze vals zijn, kijken we liever niet meer. Nu is er vooral twijfel, en dat is dan weer spannend. Wie weet, ontdekken we zelf wel iets dat niet in de haak is. Daarom willen we ze zo graag 26


In het doorgaans hilarische tv-programma ‘De ideale wereld’ geven ze de tijdsgeest goed weer met hun zwarte lijst van politici. Wie staat op die zwarte lijst? Iedereen! Alleen als mensen de redactie contacteren en aantonen dat politicus X of politica Y wel degelijk integer is, komen ze alsnog op de witte lijst terecht. Politici zijn schuldig tot het tegendeel bewezen is. Gelukkig is het maar om te lachen. Toch?

schorsing nog terugkeren. Sjoemelen met onderzoeksresultaten of plagiaat plegen is voor een wetenschapper ronduit dodelijk. Je reputatie ligt voor eeuwig aan diggelen. Wetenschap staat en valt nu eenmaal met geloofwaardigheid. En aan eerlijke wetenschap danken we al eeuwen onze technologische, medische en maatschappelijke vooruitgang.

Integer of niet, echt of vals. Het zal de machtigste man op aarde worst wezen. Alles wat niet in zijn kraam past, doet hij af als fake news. Terwijl hij zich voortdurend zelf beroept op alternatieve feiten om zijn beleid te rechtvaardigen. Een jaar Donald Trump, ook daar heeft veel volk naar gekeken, elke dag opnieuw. Hij is sinds zijn verkiezing geen dag niet in het nieuws geweest. In het echte nieuws.

Oordelen en veroordelen gaan snel, met de sociale media zelfs bliksemsnel en op grote schaal. Maar de gevolgen, die verdwijnen niet.

Eerlijke wetenschap, echte kunst, oprechte politiek, zuivere sport. Ze bestaan wel degelijk. Maar ik besef ook dat eens je verdacht gemaakt bent - ook al blijkt het achteraf onterecht - je dat nooit meer kan rechttrekken. Altijd blijft die zweem van twijfel. ‘Waar rook is, zal wel vuur zijn.’ Terwijl: waar rook is, is rook. Oordelen en veroordelen gaan snel, met de sociale media zelfs bliksemsnel en op grote schaal. Maar de gevolgen, die verdwijnen niet. Zal het Gentse museum zijn goede reputatie kunnen redden? Staat de reputatieschade in verhouding tot de mogelijke inschattingsfout? Het lijkt me aangewezen om in deze digitale tijden waarin we impulsief communiceren, vluchtig oordelen en snel veroordelen, af en toe maat te houden.

De sport is zo mogelijk nog verwarrender dan de politiek of de Russische avant-garde. Wie vertelt de waarheid en wie niet? Wie presteert zuiver en wie niet? Je blijft een sportheld tot je van je voetstuk valt. De lijst is heel lang. Maar de sportliefhebbers haken nooit af. Want telkens zijn er weer nieuwe helden.

Plagiaat Kunsthandelaars, politici, sportkampioenen: zijn ze zuiver op de graat of nemen ze ons bij de neus? En wat met wetenschappers? Voor een wetenschapper is er geen erger vergrijp dan fraude. Het is erger dan voor een dopingzondaar in de sport, want die kan na enkele jaren

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel

27


NIEUWS > ARCHIEF

Doen we het onszelf opnieuw aan?

CAROLINE PAUWELS | 28 februari 2018 01:00

T

echnologische vooruitgang die niet gepaard gaat met wijsheid is geen echte vooruitgang en kan zelfs vele mensen ongelukkig maken. Dat is in een notendop de boodschap van Jeroen Lemaire, de CEO van het softwarebedrijf In The Pocket, in zijn jongste column in deze krant. Dat Lemaire filosoof van opleiding is, belet hem geenszins om het digitale te omhelzen, alleen doet hij dat niet blindelings.

wellicht met zijn allen anders met het nieuwe omgaan. Als menselijke soort hebben we een lange traditie van lijdzaam gebukt te gaan onder onze eigen innovaties. Yuval Noah Harari wijst er in zijn magnum opus ‘Sapiens’ op dat de landbouwrevolutie van 12.000 jaar geleden niet meteen een vooruitgang voor de individuele mens van toen betekende. Op vele vlakken was het een achteruitgang. De mensheid groeide fors, de tarweproductie was vaak onvoldoende om al die monden te voeden en voor de mens zat er maar één ding op: steeds harder zwoegen op het land. Individueel waren de jagers-verzamelaars veel beter af. Ze aten veel gevarieerder en dus gezonder, hadden meer vrije tijd en waren ongetwijfeld gelukkiger. Gelukkig konden de zich kromwerkende landbouwers zich allang niet meer herinneren dat ze ooit vrolijke jagers waren.

Dat we in de greep zijn van technologische reuzen die ons leven vaak gratis makkelijker en aangenamer maken, maar tegelijk zoveel macht hebben gekregen macht die we hen vrijwillig hebben gegeven - verdient waakzaamheid. Zijn de opofferingen en de kosten kleiner dan de baten? En hoelang nog? Herkennen we geen terugkerende patronen telkens als we voor iets totaal nieuws staan? Mochten we dat doen, dan zouden we 28


Als menselijke soort hebben we een lange traditie van gebukt te gaan onder onze eigen innovaties.

Maar we moeten deze keer voorkomen dat we in een eerste fase (en die kan soms heel lang duren) vooral nadelen ondervinden van iets wat net bedoeld was om ons vooruit te helpen, om ons leven makkelijker en aangenamer te maken.

Het is een scenario dat zich in de loop van de geschiedenis meermaals heeft herhaald. Zonder de landbouwrevolutie stonden we niet waar we staan, dat is beslist zo, maar onze voorouders hebben er wel zware offers voor gebracht. Zonder de industriële revolutie bestond de wereld van vandaag niet, maar we kennen allemaal de onmenselijke werk- en leefomstandigheden van de fabrieksarbeiders in de negentiende eeuw, en op vele plaatsen in de wereld van vandaag nog.

Het onderzoekscentrum over media en technologie dat ik tot voor kort leidde, heeft als leidraad dat niet alles wat technologisch mogelijk is ook sociaal wenselijk, economisch haalbaar, juridisch toelaatbaar en ethisch verantwoord is. Vanuit die insteek hebben we met de steun van de Vlaamse overheid fors ingezet op interdisciplinariteit. Hoe? Door ingenieurs en al wie nieuwe technologieën ontwikkelt samen te brengen met menswetenschappers en al wie zich geroepen voelt om vanuit een maatschappelijk, historisch en ethisch perspectief naar die nieuwe ontwikkelingen te kijken. Interdisciplinariteit is het enige antwoord op complexe uitdagingen. In die interdisciplinariteit ontstaat niet alleen kennis, maar ook wijsheid.

De luddieten die weefmachines vernielden, hadden gelijk, maar de Oostenrijkse econoom Joseph Schumpeter had met zijn creatieve destructie net zo goed gelijk. Voor Schumpeter is het goed dat nieuwe technieken de oude vernietigen, want net die voortdurende innovatie brengt economische groei en welvaart. De keerzijde van de medaille hebben we er telkens weer moeten bijnemen.

Universiteiten wereldwijd moeten hier een essentiële bijdrage leveren.

Zo hebben de massamedia en de technologieën die ze mogelijk maakten een venster op de wereld geopend. Tegelijk waren de massamedia het krachtigste wapen in handen van de dictatoriale moorddadige regimes die we in de vorige eeuw in Europa gekend hebben. Het heeft lang geduurd voor we als mensheid op een goede manier met die ‘oude’ media konden omgaan. Voor we voldoende mediawijsheid hadden.

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel

Met de digitale storm die nu in volle hevigheid woedt, lijkt hetzelfde scenario zich te herhalen. Het nieuwe blaast het oude weg, alles moet wijken voor de wondere wereld van de digitale technologie, van big data, artificiële intelligentie en robots. Innovatie is onontbeerlijk en wellicht ook onvermijdelijk.

29


NIEUWS > ARCHIEF

Weg van de campus CAROLINE PAUWELS | 28 maart 2018 05:00

Wie er al eens komt, is meestal weg van onze universiteitscampussen als groene oases in de stad. Maar deze week zijn onze studenten op een andere manier weg van hun campus. Ze zijn elders, en dat zonder te brossen. Tijdens de eerste Off Campus Week krijgen duizenden studenten les op 60 verschillende plaatsen in Brussel, niet alleen in het stadscentrum maar ook op andere niet zo voor de hand liggende locaties in twaalf van de 19 Brusselse gemeenten. Zo wordt het hele stadsgewest een week lang nog tot vrijdag een grote aula, een levend laboratorium, een uitgestrekt onderzoeksgebied. Ook onze zusteruniversiteit ULB doet mee.

Een afstandelijke academische houding van louter problemen benoemen en ze beschrijven volstaat niet. Ik pleit voor academisch activisme.

naar rechtbanken en uiteraard ook naar bedrijven. Zo stellen Belfius, P&V Verzekeringen en het Verbond van Belgische Ondernemingen hun kantoren open voor gastlessen. Pieter Timmermans en Bart Buysse van het VBO doen voor onze studenten sociologie het Belgische sociaaloverlegmodel uit de doeken. Maar kan dat dan niet in een gewone aula, op de vertrouwde universiteitscampus? Jazeker, maar dat zou niet hetzelfde zijn. In de Verenigde Staten gebruikt men de term ‘urban university’ voor universiteiten en hogescholen die zich inzetten voor de stad waar ze zijn gevestigd. Studenten, onderzoekers en professoren doen dan dingen met de stad en voor de stad. Ook de twee Brusselse universiteiten zien zichzelf als urbane universiteiten. De stedelijke omgeving bepaalt wie we zijn, onze identiteit. Dat is anders dan voor Leuven of Oxford, waar de universiteit de identiteit van de stad bepaalt en niet omgekeerd.

Muren slopen

D

e Off Campus Week is het voorlopige hoogtepunt van ons verbindend onderwijsproject weKONEKT.brussels dat we bij het begin van het academiejaar gestart zijn. Met weKONEKT willen we de universitaire gemeenschap laten versmelten met de hoofdstedelijke regio.

Met weKONEKT gaan we uit van een nieuw onderwijsparadigma of eenvoudiger gezegd van een veranderde zienswijze op wat hoger onderwijs in 2018 moet zijn. We moeten studenten niet alleen klaarstomen voor de arbeidsmarkt, ze niet alleen kennis en skills bijbrengen en het vermogen tot levenslang leren. Ze moeten ook de complexiteit van de eenentwintigsteeeuwse stedelijke samenleving ervaren en tot het inzicht komen dat je de grote uitdagingen van vandaag alleen kan aanpakken als je de muren sloopt tussen disciplines,

Onze studenten trekken overal naartoe, afhankelijk van de opleiding die ze volgen. Ze gaan naar cultuurhuizen en musea, naar nationale en internationale instellingen, naar ziekenhuizen, naar gevangenissen, 30


tussen de academische wereld en het middenveld, de kunsthuizen en het bedrijfsleven, tussen de universiteit en de metropool.

uithoeken van de wereld reizen. Met 182 nationaliteiten en meer dan 100 thuistalen is Brussel een van de meest kosmopolitische steden van de wereld. Dat is een vaststelling. Het is zeker niets om over op te scheppen of een reden om hautain neer te kijken op ‘de provincie’, alsof die in ons verstedelijkte Vlaanderen nog zou bestaan.

De stedelijke omgeving bepaalt wie we zijn, onze identiteit. Dat is anders dan voor Leuven of Oxford, waar de universiteit de identiteit van de stad bepaalt en niet omgekeerd.

Brussel heeft vandaag misschien wel veel minder nood aan een aardverschuiving dan aan vele kleine stappen naar elkaar.

Brussel is een gedroomd living lab waar onze studenten niet alleen van kunnen leren, maar waar ze zich samen met onderzoekers en professoren ook voor inzetten. Met onze wetenschappelijke expertise helpen we de stad haar grote problemen op te lossen. De sociale kloof dichten, de mobiliteitsknoop ontwarren, van Brussel een digitale stad maken, de luchtkwaliteit verbeteren... Er zijn uitdagingen genoeg die ons tot bescheidenheid moeten aanzetten, maar ook tot het inzicht dat een afstandelijke academische houding van louter problemen benoemen en ze beschrijven niet volstaat. Als wetenschap, engagement en verbondenheid in elkaar overvloeien, krijg je academisch activisme. En daar pleit ik voor.

Voor mij gaat weKONEKT net gepaard met bescheidenheid en met mildheid. Hebben we niet allemaal nood aan - het woord komt uit het Esperanto - meer konekt? Nood aan verbindingen tussen mensen en tussen gemeenschappen, aan meer kruisbestuivingen en meer uitwisselingen? Om te komen tot iets nieuws dat zoveel meer is dan de som van de delen. Brussel heeft vandaag misschien wel veel minder nood aan een aardverschuiving dan aan vele kleine stappen naar elkaar. Ik hoop dat weKONEKT zo’n stap is.

De meerderheid van de Brusselse bevolking hoort tot een minderheid. In een stad als Brussel kan je zonder je ecologische voetafdruk te vergroten naar alle

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel 31


NIEUWS > ARCHIEF

Andere tijden, nieuwe verzetshelden

CAROLINE PAUWELS | 25 april 2018 05:05

Ja, ik ben een vrij actieve gebruiker van de sociale media, vooral van Twitter en Facebook. Als rector maar ook als Caroline deel ik graag impressies met al wie mij volgt of met me bevriend is.

jaar geleden als de evenknie van Facebook zagen. Op z’n hoogtepunt had Netlog meer dan 100 miljoen gebruikers in Europa. Helaas was het succesverhaal snel afgelopen. Facebook rules. Maar is intussen ook al zijn onschuld kwijtgespeeld. Het schandaal van Cambridge Analytica dat miljoenen data van Facebookgebruikers inzette om zowel de Amerikaanse presidentsverkiezingen als het brexitreferendum te beïnvloeden, was een ontnuchtering van formaat. Mark Zuckerberg mocht het eerder deze maand komen uitleggen in het Amerikaanse Congres. Naar aanleiding van die hoorzitting maakte The New York Times de bedenking dat het Congres de enorme macht van Facebook maar kan beteugelen als het eerst duidelijk in kaart heeft gebracht wat er nu precies fout is met het platform.

S

ociale media als Facebook sluiten nu eenmaal naadloos aan op een menselijke behoefte om verbonden te zijn en om te sharen. En we zijn graag waar anderen zijn, ook online. Op dat vlak heeft Mark Zuckerberg beslist het pleit gewonnen. Wie herinnert zich nog Netlog? Lorenz Bogaert, een alumnus van onze universiteit, lag mee aan de basis van de jeugdige sociaalnetwerksite die we tien 32


en buitenlandse burgers bespioneerde. Dat weten we dankzij Edward Snowden, de klokkenluider. Voor de Amerikaanse overheid is hij een verrader die een strenge straf verdient, voor vele anderen een held. Nieuwe tijden, nieuwe verzetshelden.

Snowden, Assange en anderen, zoals consortia van onderzoeksjournalisten, plegen verzet door aan de oppervlakte te brengen wat overheden en machtige organisaties verborgen willen houden.

Snowden was vorig jaar nog onze bijzondere gast op Difference Day, een groot evenement dat de Brusselse universiteiten elk jaar mee organiseren in en met Bozar. Difference Day vindt plaats op 3 mei, de werelddag van de persvrijheid. Voices of Resistance is het thema van de vierde editie, volgende week donderdag. Ik nodig u graag uit.

Deelt Facebook te achteloos gebruikersgegevens met externe organisaties? Verzamelt Facebook te veel gegevens in the first place? VUB- en KUL-onderzoek toonde dat alvast enkele jaren geleden al aan. Doet Facebook te weinig om fake news en hate speech van de feeds van haar gebruikers te houden? En heeft Facebook een monopolie dat dringend moet worden opengebroken?

Voor de Amerikaanse overheid is Edward Snowden een verrader die een strenge straf verdient, voor vele anderen een held. Nieuwe tijden, nieuwe verzetshelden.

Mark Zuckerberg zelf gaf al deemoedig toe dat hij fouten heeft gemaakt en dat Facebook voortaan zijn verantwoordelijkheid zal opnemen. Gigantische lekken zoals bij Cambridge Analytics zullen niet meer kunnen. Maar The New York Times verwacht weinig heil van zelfregulering en maatregelen op eigen initiatief. Het is in de eerste plaats aan de Amerikaanse wetgever om duidelijke regels uit te werken en te doen naleven.

Edward Snowden sprak er dus één jaar geleden via Skype, want hij is balling in Rusland en kan voorlopig nergens naartoe. Snowden, Assange en anderen, zoals consortia van onderzoeksjournalisten, plegen verzet door aan de oppervlakte te brengen wat overheden en machtige organisaties verborgen willen houden.

In Europa zijn we ongetwijfeld beter af met de nieuwe strenge privacywet, de zogeheten Algemene Verordening Gegevensbescherming (GDPR), die over een maand van kracht wordt. Organisaties zullen niet langer achteloos kunnen omspringen met persoonlijke gegevens van Europese burgers. Ze moeten onze toestemming krijgen om onze gegevens te verzamelen en te gebruiken. En ze moeten bovendien maatregelen nemen tegen hackers en datalekken.

Vandaag hebben we ook Christopher Wylie, een oudwerknemer van Cambridge Analytica. Hij noemt z’n ex-werkgever een commerciële versie van de NSA. ‘Het is een volwaardige propagandamachine met alles erop en eraan.’

Kortom, het moet afgelopen zijn met ons te bespieden.

Kunnen we lessen trekken uit het verleden? Ik denk het wel. Toen de eerste massamedia opkwamen en de mensen er nog heel naïef mee omgingen, hebben foute regimes en foute leiders die massamedia makkelijk kunnen aanwenden als dodelijk efficiënte propagandamachines. Laten we er samen voor zorgen dat het deze keer niet zo ver kan komen.

God en Big Brother De mens is in de geschiedenis al vaak geobserveerd. Door God bijvoorbeeld. Of door Big Brother. Bij Orwell en in het echt. De KGB en de Stasi. Das Leben der Anderen. En veel recenter door de Amerikaanse veiligheidsdienst NSA die op nooit eerder geziene schaal Amerikaanse

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel 33


NIEUWS > ARCHIEF

Talent in overvloed CAROLINE PAUWELS | 23 mei 2018 05:00

Soms lees je van die berichten in de krant die je enigszins verward stemmen. Zoals dat het veel beter gaat met onze economie, maar dat de krapte op de arbeidsmarkt een domper zet op de feestvreugde. ‘Onze bedrijven zijn meer dan ooit op zoek naar geschikt talent om vacatures in te vullen’, liet het Vlaams Netwerk van Ondernemingen Voka vorige zaterdag in een persbericht weten. ‘Waar de VDAB vier jaar geleden nog 150.000 vacatures had, zijn dat er vandaag 270.0000.’

Aan mijn universiteit hebben we eerder deze maand een Kinderuniversiteit gelanceerd. We konden daarvoor rekenen op fundraising, maar ook op het onbezoldigde engagement van onze doctoraatsstudenten. Met de Kinderuniversiteit volgen we het voorbeeld van onze Franstalige zusteruniversiteit ULB. Geen enkel kind dat vandaag opgroeit in een Brusselse volkswijk droomt ervan om later een werkloze te worden. Kinderen hebben heel andere dromen en verwachtingen over wat ze later zullen doen als ze groot zijn. Met de Kinderuniversiteit willen we het pad naar hogere studies helpen effenen, en in het bijzonder naar STEM-opleidingen, het Engelse acroniem voor Science, Technology, Engineering & Mathematics. De Kinderuniversiteit kadert trouwens in het STEMactieplan van de Vlaamse regering om kinderen op heel vroege leeftijd in contact te brengen met wetenschap.

Moeilijke scholen We geven daarbij heel bewust voorrang aan Brusselse GOK-scholen, moeilijke scholen zeg maar. Scholen met kinderen die volgens de statistieken beduidend meer kans hebben om later zonder diploma het secundair onderwijs te verlaten. Daarom willen we ze al op jonge leeftijd ondersteunen en motiveren in hun onderwijstraject. Ze zijn niet alleen de universiteitsstudenten van morgen, maar ook de talenten waar bedrijven wanhopig naar op zoek zijn.

A

ls ik dat soort berichten hoor en lees, dan schiet mijn hartslag in de eerste plaats de hoogte in. Omdat ik als rector van een universiteit in een grootstad maar al te goed besef wat een buitengewone kans de krapte op de arbeidsmarkt biedt. Een kans om eindelijk eens overal te laten doordringen dat al die vacatures wel degelijk ingevuld kunnen raken. Het enige wat we moeten doen, is het talent van onze eigen jongeren in onze eigen grote steden tot ontwikkeling brengen. En zo vroeg mogelijk beginnen: bij de lagere school.

Het tekort aan kandidaten voor vacatures met een STEM-profiel staat in schril contrast met de jeugdwerkloosheid in het Brussels Gewest en in andere grote steden. We moeten dus met z’n allen de handen uit de mouwen steken, en niet alleen in de analysefase blijven zitten.

Geen enkel kind dat vandaag opgroeit in een Brusselse volkswijk droomt ervan om later een werkloze te worden.

Ik verwijs hierbij even graag naar andere, schitterende i nitiatieven, zoals de ToekomstATELIERdelAvenir (TADA), een initiatief dat Brusselse tieners uit 34


achtergestelde wijken kennis laat maken met uiteenlopende beroepen. Even lovenswaardig is CoderDojo, een wereldwijde beweging waar onze Telenet-topvrouw Martine Tempels haar schouders onder heeft gezet. CoderDojo’s zijn plekken in heel Vlaanderen waar jongeren in hun vrije tijd kunnen leren programmeren. Denk aan een teken- of muziekacademie, maar dan met computers. En heel belangrijk: de CoderDojo’s trekken steevast naar plaatsen waar de drempel voor ouders en kinderen laag is, zoals jeugdclubs en bibliotheken.

hoger diploma op zak hebben. Maar in dezelfde stad zijn er zoveel andere wijken, dichtbevolkte buurten waar ouders evenveel van hun kinderen houden, maar niet vertrouwd zijn met ons onderwijssysteem, waar kinderen geen stimulansen krijgen, geen rolmodellen in hun omgeving zien en naar scholen gaan waar de overgrote meerderheid van de leerlingen in hetzelfde schuitje zit. Veel mensen in het onderwijs, het middenveld en het bedrijfsleven kennen het probleem en beseffen wat voor een enorm potentieel aan jong talent verloren dreigt te gaan. Laat de schaarste op de arbeidsmarkt een wake-upcall zijn en laten we er allemaal samen, met vele grote en kleine initiatieven, voor zorgen dat de spreekwoordelijke druppel op de hete plaat een dikke krachtige waterstraal wordt.

Het tekort aan kandidaten voor vacatures met een STEM-profiel staat in schril contrast met de jeugdwerkloosheid in het Brussels Gewest en in andere grote steden.

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel In een duale stad als Brussel - maar dat geldt net zo goed voor Antwerpen, Gent of Mechelen - heb je kinderen die opgroeien in een omgeving waar ‘je best doen op school’ vanzelfsprekend is, een omgeving waar mensen boeken lezen en waar de meeste grote mensen wel een of ander 35


NIEUWS > ARCHIEF

Entrepreneurs en smoothies

CAROLINE PAUWELS | 27 juni 2018 05:05

helemaal alleen een overheerlijke gezonde smoothie maakt in zes verschillende smaken. Zeker, de smoothieautomaat is minder spectaculair dan de zelfrijdende auto, maar hij hoort in hetzelfde rijtje thuis van robots die ons dagelijks leven steeds meer en ingrijpend zullen veranderen.

Heerlijk en verfrissend. Zo smaakte de smoothie die ik begin deze maand mocht proeven bij de voorstelling van een smoothieautomaat op onze campus. Het ding kon op behoorlijk wat persbelangstelling rekenen en haalde zelfs het VTM-nieuws. Het gaat niet om een banale drankautomaat, maar om een volstrekt unieke en hoogst disruptieve keukenrobot die 36


H

et meest bijzondere is dat de automaat is bedacht en ontworpen door twee jonge ingenieurs van onze universiteit, die volgend jaar met hun innovatieve start-up de Europese markt willen veroveren.

ons durven te gooien en erop vertrouwen dat we de dots kunnen verbinden. Dots tussen disciplines, studenten, de universiteiten en het bedrijfsleven. Als student was Steve Jobs overigens een drop-out, al bleef hij de meest bijzondere cursussen volgen. Net als Jobs toen hebben jonge ondernemers een flinke dosis lef, intuïtie en veel vertrouwen nodig.

Nu voor onze studenten de eindmeet van de examenperiode in zicht is - en voor de laatstejaars de eindmeet van hun studie - wil ik graag het belang van ondernemerschap bij studenten en pas afgestudeerden in de verf zetten. Want horen we niet voortdurend dat we internationaal bedroevend laag scoren op entrepreneurship?

In het hoger onderwijs moeten we jonge mensen zo goed mogelijk proberen voor te bereiden, zodat ze de sprong durven te wagen. Dan heb ik het niet alleen over studenten uit economische, maar ook uit niet-economische richtingen. Aan mijn universiteit organiseren we al meer dan twintig jaar Starter Seminars waar studenten, doctorandi en jonge onderzoekers een stoomcursus ondernemerschap krijgen. Heel praktijkgericht, met docenten uit de bedrijfswereld.

Horen we niet voortdurend dat we internationaal bedroevend laag scoren op entrepreneurship?

Ik druk onze pas afgestudeerden altijd op het hart dat ze niet bang moeten zijn om te mislukken.

Ik denk dat we nergens beter een kentering kunnen verzekeren dan aan onze universiteiten en hogescholen. Net daar zijn jonge mensen in de ban van de jongste ontwikkelingen, toepassingen en mogelijkheden die zich in hun studiedomein aandienen. Als ze die kennis en passie combineren met creatieve ideeën en met de gedrevenheid om die ideeën - via een start-up - op de wereld los te laten, dan varen we daar als samenleving alleen maar wel bij. De start-ups van vandaag kunnen uitgroeien tot de giganten van morgen. Ze kunnen instaan voor de jobs van morgen. Ze zullen mee bepalen hoe de wereld eruit zal zien.

Het is maar een van de vele initiatieven die universiteiten en hogescholen de voorbije jaren genomen hebben. De volgende jaren moeten we nog veel meer doen. Te veel van de dominante innoverende bedrijven zijn niet Europees, of het nu over de Amerikaanse GAFA’s (Google, Apple, Facebook en Amazon) of de Chinese BATX’en (Baidu, Alibaba, Tencent en Xiaomi) gaat.

Failing forward

Ook de link met het bedrijfsleven kan beter. Eerder deze maand werd in Brussel de Belgische afdeling van het Global Apprenticeship Network gelanceerd. Dat is een stap in de goede richting. Nu in tal van domeinen - van robotica over artificiële intelligentie tot medische genetica - een revolutie aan de gang is, moeten we resoluut de kaart van het entrepreneurship trekken. Dat geldt zeker voor een hoogontwikkelde regio als Vlaanderen.

Maar wat als het niet lukt? Die ene vraag werkt voor velen uitermate verlammend. Ik druk onze pas afgestudeerden altijd op het hart dat ze niet bang moeten zijn om te mislukken. Falen leidt dikwijls tot het inzicht dat je nodig hebt om verder te geraken. Dat heet failing forward. Bij ondernemerszin denk ik aan de woorden van wijlen Steve Jobs: ‘You can’t connect the dots looking forward, you can only connect them looking backwards.’ Vooruit kijkend kunnen we de punten niet verbinden. We zien het volledige plaatje pas als we terugblikken. We moeten

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel 37


NIEUWS > ARCHIEF

Empathie heeft een gezicht nodig

CAROLINE PAUWELS | 25 juli 2018 00:00

G

Andermans leed wordt pas echt als het een gezicht krijgt. De Sovjetdictator Jozef Stalin wordt de uitspraak toegeschreven: ‘De dood van één mens is een tragedie, de dood van miljoenen slechts een statistiek.’ Hoe cynisch dat ook mag klinken, het is wellicht niet anders.

oed voelen we ons daar niet bij, merk je telkens als een golf van solidariteit op gang komt. Als we meeleven met Thaise voetballertjes die vastzitten in een grot en treuren over het lot van het verdronken vluchtelingenjongetje Aylan, is er altijd wel iemand die opmerkt: ‘Waarom leven we mee met die slachtoffers en niet met de talloze anderen?’ Omdat medeleven zo werkt, aldus biologen. ‘Empathie heeft een gezicht nodig’, schreef de AmerikaansNederlandse bioloog Frans de Waal. ‘Identificatie met anderen opent de deur naar empathie, de afwezigheid van identificatie gooit die deur dicht.’ Van anoniem leed nemen we hoofdschuddend akte om vervolgens over te gaan tot de orde van de dag. Als leed een gezicht krijgt,

38


herkennen we ons erin: dat had ook mij of mijn geliefden kunnen overkomen. Dan ontstaat betrokkenheid.

In 2004 maakte een verwoestende tsunami duizenden slachtoffers in Zuidoost-Azië. Over de hele wereld kwam een ongeziene golf van solidariteit op gang. In België werd 48 miljoen euro hulpgeld verzameld, wereldwijd zo’n 11,5 miljard. Alle hulporganisaties voelden zich aangesproken en haastten zich naar het getroffen gebied. Nogal wat hulporganisaties kwamen er onvoorbereid toe, ze liepen elkaar voor de voeten of ze deden dingen waarmee ze geen ervaring hadden. De druk van de media, het beschikbare geld en de noodzaak om iets te doen, waren groot. Maar heeft die dadendrang de bevolking ook altijd echt geholpen?

Uiteraard moeten we onze soort niet mooier maken dan ze is. We zijn ook heel goed in staat dat identificatiemechanisme uit te schakelen. En dat gebeurt ook, bijvoorbeeld als conflicten escaleren. Dan is die ander al snel geen gezicht meer, maar een lid van een anonieme groep anderen. Soms ontmenselijken we die anderen helemaal, tot ‘ongedierte’ of ‘ondermensen’. Dan verdwijnt elk medeleven en zijn we tot het ergste in staat. Biologen weten overigens ook waar de kritische stem vandaan komt die de vraag stelt waarom we met sommige slachtoffers meeleven en niet met die talloze andere. Mensen leefden het grootste deel van hun geschiedenis in kleine groepjes, die maar konden overleven als er werd samengewerkt. Daarom zijn we bijzonder goed in het ontmaskeren van zwartrijders en hypocrieten. Wie moraliseert, meten we aan hogere normen. Wie op de sociale media laat weten andermans leed heel erg te vinden, krijgt de bal teruggekaatst: ‘En wat doe jij om het te verhelpen?’

De Australische filosoof Peter Singer pleit daarom voor ‘effectief altruïsme’: volg niet je gevoel, maar je verstand. Als je zoals Bill Gates en Warren Buffett aan goede doelen doneert, vraag je dan af: ‘Zal mijn bijdrage tot drastische verbeteringen in een groot aantal levens leiden?’ Geef aan goede doelen die worden verwaarloosd, omdat ze weinig tot de verbeelding spreken. Laat je leiden door organisaties die uitzoeken hoe effectief charitatieve instellingen zijn. En vooral: geef genoeg. Singer besteedt een derde van zijn inkomen aan liefdadigheid.

Ook daarom krijgt wie morele argumenten introduceert in de politiek, vroeg of laat de rekening gepresenteerd. Wie links is, houdt er best geen dure auto op na. Wie groen is, let op zijn ecologische voetafdruk.

Hoe hoog we onze morele lat leggen, is onze eigen keuze en verantwoordelijkheid. Laten we elkaars keuze ook respecteren. Wie zijn hart wil volgen, moet dat vooral doen. Wie voor het hoofd kiest ook. Het allerbelangrijkste is dat we minstens proberen zo min mogelijk leed te berokkenen. Dat is vaak al een hele opgave.

Los van dat alles blijft de tegenwerping knagen: waarom meeleven met sommige slachtoffers en niet met die talloze andere? Empathie is noodzakelijk als je solidariteit op gang wil brengen, maar het volstaat niet. We maken de wereld niet tot een betere plek als we ons alleen door empathie laten leiden. Meer zelfs: soms maken we daardoor de ellende zelfs groter.

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel

39


NIEUWS > ARCHIEF

Spoedig beterschap voor pessimisten

CAROLINE PAUWELS | 22 augustus 2018 00:00

Vindt u ook dat een en ander dringend op de schop moet? Dan zit u op dezelfde golflengte als onze opiniemakers. Wat keilen jullie met plezier de prullenmand in, vroegen we hun.

worden. Zoals de smoelen van al die andere ratten voor wie profilering een ziekelijke obsessie is geworden.’ Voor wie al eens met een mening, beschouwing of analyse in de media komt, zal dit soort proza heel herkenbaar zijn. En vergelijkbaar met wat we elk moment van de dag op nieuws- en andere fora aantreffen. Het is niets om vrolijk van te worden, maar nog veel minder om er je humeur door te laten bederven. Delete. Terug naar de prullenmand. Mensen die verbaal agressief - en veelal anoniem - anderen aanvallen, stimuleren een sfeer van angst, negativiteit en pessimisme. Maar ze zijn er beslist niet de hoofdoorzaak van. Dat de wereld om zeep is, krijg je immers dagelijks in veel meer beschaafde bewoordingen te horen en te lezen. Onheilsprofeten met een intellectueel profiel vinden overal vlot een publiek.

D

e wereld is om zeep. En ik heb een rattensmoel. Over deze twee mededelingen wil ik het graag hebben. Laten we beginnen met de rattensmoel. Ik heb hem even moeten opvissen uit de prullenmand van mijn mailbox. ‘Leuteren heeft een gezicht nodig. Uw rattensmoel. Die vroeg of laat vakkundig zal bewerkt 40


We zitten zo in elkaar dat we onmiddellijk gehoor geven en diepgang toedichten aan wie met een pessimistisch verhaal komt, terwijl we optimistische geluiden al gauw wegwuiven als oppervlakkig en naïef.

De boodschap van auteurs als Pinker en Rosling is belangrijk. De wereld gaat niet reddeloos ten onder, mensen kunnen leren van hun fouten en dat geeft hoop. Ik citeer Rosling: ‘Als mensen ten onrechte geloven dat er niets verbetert, dan concluderen ze misschien dat niets van wat we hebben geprobeerd werkt. En dan verliezen ze hun geloof in maatregelen die echt werken.’

Evolutionair gesproken zijn er misschien goede redenen voor die houding. Als je in de oertijd iets hoorde bewegen in het struikgewas, kon je maar beter van het slechtste uitgaan. Maar die overdreven focus op wat kan misgaan, op wat fout loopt, die doet vandaag meer kwaad dan goed. Zowel in het dagelijkse leven als in de politiek. Daarom wil ik het pessimisme naar de prullenmand verwijzen. Want de wereld is helemaal niet om zeep, integendeel.

In tijden van grote technologische veranderingen krijgt de negativiteit helemaal de bovenhand. Zeker, er is jobonzekerheid in sectoren die dreigen te verdwijnen of die volop automatiseren, er is de klimaatopwarming, er is de vluchtelingenproblematiek. Maar laten we ons optrekken aan de gedachte dat mensen meestal in staat zijn geweest om de problemen die ze zelf hebben veroorzaakt, ook op te lossen.

De afgelopen jaren verschenen publicaties van topacademici zoals de Canadees-Amerikaanse psycholoog Steven Pinker of de vorig jaar overleden Zweedse statisticus Hans Rosling die ons alleen maar optimistisch kunnen stemmen. Er vallen heel wat succesverhalen te vertellen over de wereld van vandaag. Zo leefde in 1966 de helft van de wereldbevolking in extreme armoede. Vandaag is dat nog 9 procent.

Wat vandaag onmogelijk lijkt, is dat morgen misschien niet meer. De mensheid gaat ontegensprekelijk vooruit, omdat sommigen zich dingen voorstellen die anderen onhaalbaar en utopisch lijken. Het terugbrengen tot onder de 10 procent van het deel van de wereldbevolking dat in extreme armoede leeft, was nog niet zo lang geleden zo’n utopie. Vandaag is die utopie realiteit geworden.

De jongste twintig jaar zijn bijna alle kinderen ter wereld gevaccineerd tegen de belangrijkste ziekten. Vandaag maakt 60 procent van de meisjes in de lage- inkomstlanden het lager onderwijs af. De stijging van de wereldbevolking zal over enkele decennia stilvallen. Het aantal geboortes stijgt namelijk al jaren niet meer. We leven langer, zijn welvarender geworden en dat geldt ook voor de armste landen.

De Brusselse filosoof Philippe Van Parijs omschrijft utopieën als ‘voorstellen die, hoewel politiek onrealiseerbaar op korte termijn, de contouren van een wenselijke toekomst beschrijven’. Van Parijs pleit voor ‘realistische utopieën’. Dat zijn utopieën die, op basis van de huidige situatie, kans maken om ooit werkelijkheid te worden ‘Utopieën zijn nodig als we een betere toekomst voor onze stad, ons land, Europa en de wereld willen.’

Uiteraard, benadrukken Pinker en Rosling, zijn niet alle problemen opgelost. Maar net het feit dat we erin geslaagd zijn problemen op te lossen die we voor het grootste deel van onze geschiedenis als inherent aan het menselijk bestaan beschouwden, geeft moed en vertrouwen. Vanzelf zullen de dingen niet beter worden, maar we kunnen ze wel beter maken. Rosling noemt dat possibilisme.

Dus ja, weg met het pessimisme, leve het possibilisme!

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel

41


NIEUWS > ARCHIEF

De jeugd van tegenwoordig

CAROLINE PAUWELS | 26 september 2018 00:00

daarover bestaat discussie. Kenmerkend voor deze jongeren is in elk geval dat ze zijn opgegroeid in een tijd waarin technologie alomtegenwoordig is. Digitale technologie en alles wat je daarmee kan doen.

Aan mijn universiteit is deze week, net als aan alle andere Vlaamse universiteiten en hogescholen, een wel heel bijzondere lichting eerstejaarsstudenten aan hun eerste academiejaar begonnen. Ze zijn geboren in het jaar 2000. Ze zijn dus de eersten die geen andere eeuw hebben gekend dan de eenentwintigste. Of ze nog bij generatie Y of al bij generatie Z horen,

V

olgens sommigen heeft die technologie ze niet slimmer gemaakt. De jeugd van tegenwoordig heeft de aandachtsspanne van een goudvis, is verslaafd aan de smartphone, sociale media en de dopamines die vrijkomen bij elke like.

42


Dat de jeugd niet deugt, is van alle tijden. Socrates en Aristoteles maakten zich er al druk over. Sindsdien kreeg zowat elke nieuwe generatie verwijten naar het hoofd geslingerd door vorige generaties. Ook mijn eigen generatie kreeg in de jaren 80 te horen dat we niet veel soeps waren. De generaties voor ons waren sterker in pakweg Latijn of Frans, ze waren meer belezen en ze hadden meer doorzettingsvermogen. Tenminste, dat dachten ze zelf.

Vandaar ook het succes van de volledig Engelstalige bacheloropleidingen waarmee we onlangs begonnen zijn: Social Sciences (samen met UGent) en vanaf dit academiejaar Business Economics. Beide bachelors lokken naast internationale ook veel Vlaamse studenten, voor wie een studie in het Engels de wereld groter maakt. Een andere troef die jonge mensen hebben, is dat ze bijzonder handig zijn in het opzoeken van informatie. Zeker, ze gaan soms onstuimig te werk. Ook daar is het onze taak om ze kritisch te leren omgaan met bronnen, om ze historische kritiek bij te brengen. Maar neem de generatie van mijn ouders. Die leefden in een totaal verzuilde maatschappij. Gingen mensen, ook universitair geschoolden, toen zo kritisch om met hun bronnen? Of waren hun bronnen net heel gekleurd door het zuildenken?

De nieuwe lichting studenten van het hoger onderwijs krijgt gelijkaardige verwijten, gaande van slechte manieren over een gebrek aan discipline tot een ronduit belabberd taalgebruik. Jonge mensen zouden geen volzinnen meer kunnen schrijven, spelling is al helemaal een ramp, laat staan dat ze weten dat je een prof in een e-mail beter niet aanspreekt met ‘hoi Caro’.

Ten slotte zie ik ook veel engagement bij studenten. Niet meer zo uitgesproken ideologisch als vroeger, maar net heel concreet, tastbaar en resultaatgericht. Zoals studenten die in de zomermaanden naar ontwikkelingslanden trekken om daar medische en andere infrastructuur te helpen bouwen. Ik zie ook veel meer studenten die ondernemend zijn en al tijdens hun studie met innovatieve ideeën een eigen start-up beginnen. Het gaat dus heus niet zo slecht met de jeugd van tegenwoordig.

Ik ben het eens met OESO-onderwijstopman Dirk Van Damme dat je maar tot een hoger niveau van abstract denken kan komen als je ook de structuur van een taal beheerst. Maar de finesses van helder wetenschappelijk taalgebruik bijbrengen is net de opdracht van universiteiten. In plaats van voortdurend te schimpen op het secundair onderwijs, dat zogezegd de lat te laag legt. Het onderwijs - van kleuter tot universitair - weerspiegelt de veranderende samenleving. We mogen vooral niet met een blik uit het verleden naar de tekortkomingen van de huidige generatie kijken. Laten we liever kijken naar wat jonge mensen vandaag wél kunnen.

Het World Economic Forum heeft de belangrijkste vaardigheden opgelijst die in 2020 cruciaal zijn. De top drie: complexe problemen kunnen oplossen, kritisch denken en creatief zijn. Daarom moeten we als universiteiten nog meer inzetten op activerende en vernieuwende werkvormen met de focus op teamwork, interdisciplinariteit, omgaan met diversiteit en kritische zelfreflectie.

Ik merk bijvoorbeeld dat studenten sterker meertalig zijn dan in mijn studententijd. De grote diversiteit in de samenleving zit daar beslist voor iets tussen. Dat veel studenten goed Frans spreken, heb je misschien meer aan de VUB dan aan andere universiteiten, maar ook het Engels van jongeren is overal merkelijk beter dan vroeger.

Ik ben er gerust op dat de jongeren die onze universiteitscampussen bevolken perfect gewapend zullen zijn om een positieve en innovatieve bijdrage te leveren aan de digitale samenleving en onze complexe kenniseconomie.

In een diverse samenleving hoor je voortdurend andere talen en word je op de relativiteit van de eigen taal gewezen. Jonge mensen beseffen heel goed dat taal een brugfunctie heeft. Hun blik en hun houding zijn heel open, veel meer op de wereld gericht dan vroeger het geval was.

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel

43


NIEUWS > ARCHIEF

Geen feest voor iedereen

CAROLINE PAUWELS | 24 oktober 2018 00:00

of teleurgesteld te zijn. Maar dat gold niet voor iedereen. Vele duizenden kiezers stuurden hun kat. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, waar ik woon, bleven liefst 100.000 mensen thuis. Het absenteïsme op 14 oktober bedroeg er 16,47 procent, nauwelijks minder dan zes jaar geleden, het recordjaar 2012.

Een feest van de democratie. Dat horen verkiezingen te zijn. Als we naar de voorbije gemeenteraadsverkiezingen kijken, dan waren er inderdaad kandidaten voor wie de stembusgang een fantastisch feest was: de winnaars. Anderen bleven achter met een kater, maar dat hoort net zo goed bij een feest. Ook voor ons, de kiezers, was er al naargelang de uitslag - reden om blij 44


H

et verschil tussen de Brusselse gemeenten is erg groot. In de kleinste en armste gemeente van het land, Sint-Joost-ten-Node, ging een op de vijf kiezers niet stemmen. Komt het door een gebrek aan spanning, omdat burgemeester Emir Kir (PS) sowieso opnieuw de grootste zou zijn? Misschien, maar in Brussel-Stad was de strijd wel bijzonder spannend en ook daar lieten de verkiezingen 17 procent van de kiezers volstrekt koud. Mijn eigen gemeente Watermaal-Bosvoorde, een dorp in de grootstad met het Zoniënwoud in de achtertuin, was dan weer bij de beste leerlingen van de Brusselse klas, met minder dan 13 procent afwezigen.

gemeenten. Neem nu Watermaal-Bosvoorde. Daar wonen veel welgestelde buitenlanders, en die noemen we dan geen migranten maar expats. Een aantal verblijft hier tijdelijk, maar een ander deel is bezig Brusselaar te worden en neemt in groeiende mate deel aan het politieke leven. Zonder dat ze daartoe verplicht zijn, willen ze absoluut gebruikmaken van hun recht om te stemmen voor de gemeenteraad. Watermaal-Bosvoorde was zelfs koploper, ruim een op de vier buitenlanders had zich ingeschreven om te gaan stemmen. Expats zijn ook een actie gestart. Ze willen volgend jaar in mei aan de gewestverkiezingen kunnen meedoen, omdat Brussel naast 19 gemeenten ook één grote stad is. Stemmen voor het stadsgewest blijft voor hen een lokale aangelegenheid en daarom willen ze ook daar - en ik vind dat terecht - stemrecht krijgen.

Bij die niet-stemmers moeten we overigens ook nog eens de kiezers tellen die wel zijn komen opdagen, maar die opteerden voor een blanco of ongeldige stem - al is dat laatste steeds moeilijker door het gebruik van stemcomputers.

Stadsgenoten die koste wat het kost willen stemmen, vormen een schril contrast met die andere Brusselaars voor wie het allemaal niet hoeft. En die je veel meer in de arme gemeenten aantreft dan in de welvarende. Ik ben niet verontrust door de uitslag in Brussel. Integendeel, de ‘wil van het volk’ heeft tot aanzienlijke verschuivingen geleid, maar een wissel van de macht is nu eenmaal de essentie van een democratie.

Gemiddeld heeft 22 procent van de Brusselaars geen stem uitgebracht op een lijst. En dat is veel meer dan in Vlaanderen of Wallonië. Het politieke lappendeken van de 19 Brusselse gemeenten is meer dan ooit bontgekleurd. In mijn gemeente was er al een groene burgemeester, nu zijn er drie in het Brussels Gewest. Andere Brusselse gemeenten kleuren rood, blauw (een pak minder dan zes jaar geleden), oranje en amarant (DéFI). Voor de kiezer was er telkens een ruime keuze, met naast de bekende partijen vaak ook nog allerlei burgerinitiatieven. Dat ze hun gading niet vonden, zal dan ook niet de reden zijn geweest waarom zovelen zijn thuisgebleven. En waarom ze samen met de kiezers die een blanco stem uitbrachten een wel hele grote niet-bestaande politieke formatie vormen. Dat je in de praktijk geen straf of boete riskeert, is misschien al een betere uitleg, maar ook geen afdoende. Mochten er toch boetes zijn, zou een deel van de niet-stemmers wellicht blanco stemmen.

Wat me wel verontrust, is de tweedeling of zelfs meerdeling van individuen, groepen en gemeenschappen die samen de stad delen maar verder nog weinig met elkaar gemeen hebben. Zelfs niet het geloof in de democratie. Het geloof dat je stem ertoe doet en dat verkiezingsuitslagen een positieve invloed kunnen hebben op je eigen leefomgeving en je persoonlijke situatie. Wie op de bodem zit, wie de samenleving als iets van ‘de anderen’ ziet, heeft daar wellicht geen boodschap aan. De nieuwe gemeentebesturen moeten dringend hun oor eens te luisteren leggen bij die niet-bestaande partij.

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel

Een meer plausibele verklaring schuilt in het verschil in absenteïsme tussen de armere en de rijkere Brusselse

45


NIEUWS > ARCHIEF

De verlichting, het hoofd en het hart

CAROLINE PAUWELS | 28 november 2018 00:00

H

Eerder deze maand had ik het genoegen een van ‘s werelds invloedrijkste intellectuelen aan het woord te horen: de CanadeesAmerikaanse experimentele psycholoog Steven Pinker. Op de Nacht van de Vrijdenker kwam hij de Nederlandse vertaling van zijn jongste klepper voorstellen: ‘Verlichting nu. Een pleidooi voor rede, wetenschap, humanisme en vooruitgang.’

et verhaal van Pinker kende ik al, maar het was inspirerend om hem zelf nog eens de puntjes op de i te horen zetten. In een notendop komt zijn betoog erop neer dat we het vandaag beter hebben dan ooit tevoren en dat we dat uitsluitend aan de verlichting te danken hebben. Net zoals de vorig jaar overleden Zweedse statisticus Hans Rosling pakt Pinker uit met een indrukwekkende hoeveelheid feiten, cijfers en data om het vooruitgangsoptimisme te ondersteunen. De mensheid is vandaag welvarender en gezonder en overal is de levensverwachting gestegen. Het gaat dus goed met de mensheid - ook daar waar het minder gaat, gaat het veel beter - en met de rede als leidraad en de wetenschap als gids moeten we klimaaten andere grote uitdagingen beslist de baas kunnen. Want zolang er verlichting is, gaat het vooruit.

46


Tot zover het goede nieuws.

Nederlandse hoogleraar en publicist Paul Scheffer ziet in zijn pas verschenen boek ‘De vorm van de vrijheid’ een nieuw spanningsveld tussen vrijheid en veiligheid. Het verruimen van onze vrijheid is altijd het hoogste ideaal geweest, stelt Scheffer. Het was een reactie op de beknellende jaren vijftig. Een wereld zonder grenzen was voortaan het hoogste ideaal. Maar Scheffer denkt dat dat voor veel mensen helemaal niet (meer) het geval is. Hij verwijst naar de plaatsgebondenheid in grote Europese landen. In het Verenigd Koninkrijk leeft ongeveer 60 procent niet verder dan 30 kilometer van de plek waar ze op veertienjarige leeftijd woonden. En zeven op de tien Fransen wonen in de regio waar ze zijn geboren.

Want de vraag die we ons vandaag moeten stellen is: wie gelooft die mensen nog? De Verlichting en de rede kunnen namelijk niet zonder een breed draagvlak, zonder een meerderheid van de bevolking die gelooft in de kracht van de rede en in de wijsheid van de wetenschap. Vreemde vogels die beweren dat de maanlanding nooit heeft plaatsgevonden, hoef je niet per se tegen te spreken. Of ze het nu geloven of niet, verandert toch niets aan het feit dat die grensverleggende gebeurtenis wel degelijk heeft plaatsgevonden. Maar wat als grote groepen mensen inzichten en verwezenlijkingen die op de rede zijn gebaseerd, plots in vraag gaan stellen? Dan is het wel nodig het debat aan te gaan, want waar onredelijkheid heerst, komt de vrede in gevaar. En zonder vrede geen vooruitgang.

Mobiliteit is goed, immobiliteit is slecht. Is dat zo? Deze mensen denken daar anders over. Voor hen is de globalisering bedreigend. Wereldwijd leiden angsten en frustraties tot een opstand tegen de stedelijke elites: Trump, de brexit, Brazilië, Italië, de opstand van de gele hesjes. Het lijstje wordt steeds langer.

Het grootste vredesproject dat gebaseerd is op de rede en humanistische idealen is zonder twijfel de Europese Unie. Het verenigde Europa moest onze drang tot zelfvernietiging voor eens en voor altijd een halt toeroepen. Het Europa van de rede heeft - op een paar uitzonderingen na - geen gewapende conflicten meer op zijn grondgebied gekend. Eerder deze maand hebben we nog de onredelijke waanzin van de Groote Oorlog herdacht, een conflict waarbij alle partijen de pedalen kwijt waren en de rede ver te zoeken was. En van de ene grote oorlog kwam de andere: nog moorddadiger, nog onredelijker, nog onmenselijker.

Veel van dat verzet komt als onredelijk over. Maar: het hoofd heeft zijn redenen, maar het hart heeft die evenzeer. Ook al gaat iedereen erop vooruit, als het gevoel bestaat dat sommigen dat veel meer doen, zonder dat daar duidelijke redenen voor zijn, dan druist dat in tegen een elementair gelijkheidsgevoel. Als de prijs voor de vooruitgang is dat je vertrouwde wereld dreigt te verdwijnen, dan zet je je hakken in het zand. Daar ging Pinker in zijn Gentse lezing wat licht over, vond ik. Als we de erfenis van de verlichting willen veiligstellen, zullen we die redenen van het hart ook ernstig moeten nemen.

Toen de rook boven het puin stilaan begon op te trekken, keurden de gloednieuwe Verenigde Naties een uitermate belangrijke tekst goed: de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel

Mensenrechten gaan hand in hand met rede, humanisme en vooruitgang. Maar wat als mensen zeggen: en ik? De

47


NIEUWS > ARCHIEF

Een pakje dwarsheid

CAROLINE PAUWELS | 26 december 2018 05:03

T

Geluk, gezondheid, voorspoed, energie, inspiratie. De dingen die we elkaar bij de overgang naar een nieuw jaar wensen, klinken bekend in de oren. En ze veranderen haast nooit. Voor onze voorouders waren de dingen die ertoe deden nagenoeg dezelfde als voor ons nu.

och wil ik graag iets aan het wensenlijstje toevoegen: dwarsheid. Dat er in 2019 meer dwarsdenkers mogen opstaan. Leve de dwarsdenkerij in tijden van groepsdenken. Want ook al denkt niet iedereen vandaag hetzelfde, het zijn toch vooral kampen die tegenover elkaar staan. En in die kampen weerklinken vaak weinig dissidente geluiden. De verzuiling van weleer heeft plaatsgemaakt voor nieuwe silo’s van gelijkgestemden. Ik mis dus de individuele stem. De mens die niet steeds herhaalt wat anderen hebben voorgedacht, die een authentieke mening durft te vormen en te uiten, ook als die tegen de eigen groep ingaat.

48


Ik mis de mens die een authentieke mening durft te vormen en te uiten, ook als die tegen de eigen groep ingaat.

mogen zijn. Dwarsdenkers op het publieke forum werken aanstekelijk. Ze verspreiden dwarsdenkerij als levenshouding. Dwarsdenkers zijn geen dwarsliggers. Dwarsdenken maakt de wereld veel groter, opent nieuwe mogelijkheden en andere perspectieven.

Dwarsheid is in wezen een positieve eigenschap en gaat gepaard met openheid, vrijheid en durf. Het vraagt lef om tegen het stamdenken in te gaan. ‘Tribalization’, zo heet het jongste boek van de Midden-Oostenkenner Koert Debeuf. Hij ziet overal nieuwe grenzen opduiken. De globalisering als motor van vooruitgang, humanisme en kennisverspreiding krijgt af te rekenen met een brutale tegenkracht: die van het stamdenken. Wij tegen zij. En daar komt oorlog van, vreest Debeuf.

Openheid Een dwarsdenker in elke huiskamer, zou dat geen mooi streven zijn? Of zou de wereld dan stilvallen, wegens te veel dwarsheid? Ik denk het niet. Dwarsdenkers zijn geen dwarsliggers. Dwarsdenken maakt de wereld veel groter, opent nieuwe mogelijkheden en andere perspectieven.

Muren Toen ik rector werd, ging mijn eerste academische openingsrede over muren. ‘Break down the walls’, was de titel. Vandaag besef ik nog sterker dan twee jaar geleden dat muren afbreken een tegendraadse bezigheid is. Maar zo noodzakelijk.

Die openheid is de basis van dwarsdenken en denken tout court. Wie met een open geest naar de wereld kijkt, observeert beter, analyseert scherper en legt verrassende verbanden. Ik spreek vaak op diploma-uitreikingen en de jongste tijd geef ik de afgestudeerden de raad mee in de voetsporen van Leonardo da Vinci te treden.

Je opsluiten in je eigen groep en in het eigen grote gelijk van die groep is een vorm van intellectuele vrijheidsberoving. Uiteraard is het niet verkeerd ergens bij te willen horen, maar blijf tegelijk trouw aan jezelf. Dat is de essentie van vrijheid.

Ook Leonardo was een dwarsdenker. Lees vooral de magistrale biografie van Walter Isaacson. Da Vinci legde zich niet neer bij denkkaders en opvattingen, werkte in de eerste plaats voor zichzelf en was gedreven door nieuwsgierigheid en experimenteerde in de meest uiteenlopende domeinen. De wegen die hij insloeg, liepen soms dood, maar dat kan je pas weten als je eerst van het pad bent afgeweken.

We hebben nood aan persoonlijkheden als Johan Anthierens, wiens nagelaten werk ‘Leve mij’ zijn levensmotto als ondertitel heeft: ‘Niemands meester, niemands knecht.’ Anthierens had lef en dacht vrij.

Laten we van 2019 dus een avontuur maken, waarbij we vertrouwde paden verlaten en de denker in ons aan het werk zetten. Dat zal leiden tot authentieke inzichten. Die zullen voor iedereen anders zijn, maar wel altijd verfrissend. En dwars.

Je opsluiten in je eigen groep en in het eigen grote gelijk van die groep is een vorm van intellectuele vrijheidsberoving.

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel

Zijn er vandaag Anthierensen? Nee, hij was uniek, gelukkig maar. Maar ik zie wel mensen die een gelijkaardige rol opnemen. Alleen, het zouden er meer 49


NIEUWS > ARCHIEF

Tienerklanken

CAROLINE PAUWELS | 23 januari 2019 00:00

Morgen is het de derde donderdag op rij dat duizenden middelbare scholieren zullen spijbelen voor het klimaat. De actie Youth for Climate begon amper twee weken geleden en is nu al uniek.

De grote inspirator is een Zweedse tiener. Als er iets in het geheugen blijft hangen van de jongste klimaattop in het Poolse Katowice, dan is het wel het optreden van het 16-jarige Zweedse meisje Greta Thunberg. Zij begon als eerste, iedere vrijdag, te spijbelen voor het klimaat en veegde in Polen de wereldleiders de mantel uit. ‘Jullie stellen kinderen boven alles, en toch nemen jullie hen hun toekomst af.’ Daartegen komen onze kinderen in opstand. Diezelfde jonge generatie die zo vaak is afgeschilderd als apatisch, verslaafd aan de spelconsole, de smartphone en de sociale media.

D

e eerste donderdag vond de oproep van Anuna De Wever en Kyra Gantois al gehoor bij 3.000 jeugdige klimaatbetogers. Een week later waren ze met liefst 12.500 om in Brussel hun ongenoegen te uit te schreeuwen over het klimaatbeleid - of het gebrek daaraan.

Hoopgevend is dat de belangrijkste leidraad voor de protesterende jongeren van generatie Z is wat wetenschappers wereldwijd hebben vastgesteld. En ja, 50


ze hebben dat op school geleerd. Maar daar niet alleen. Die jongeren omarmen de wetenschap en kunnen onderbouwde argumenten aanleveren.

gecorrumpeerd wordt, ‘niet voor geld, genot of macht, maar om de jeugd te laten zien dat er iets beters is dan dat alles: het ware leven. Iets wat de moeite waard is, wat het leven de moeite waard maakt, en dat geld, genot en macht ver achter zich laat.’

Hun protest is ook authentiek. De socioloog Mark Elchardus (VUB) merkte eerder op dat de beweging van de gele hesjes zo bijzonder is omdat de overheid het protest niet subsidieert. Meestal zijn het gesubsidieerde organisaties die betogingen organiseren. Maar hier gaat het wel degelijk om een engagement dat voortvloeit uit spontane en diepe verontwaardiging. Net zoals de gele hesjes kenmerken de klimaatspijbelaars zich ook door diversiteit en heterogeniteit. Dat maakt onderhandelen soms moeilijk.

Op 10 mei ga ik beslist luisteren naar Badiou als hij aan de VUB een lezing komt geven. Badiou komt niet alleen gelegen omdat dit academiejaar toevallig in het teken staat van Frankrijk met het ‘Frans jaar van de VUB’, maar hij komt vooral op het geschikte moment om studenten te inspireren. Universiteitsstudenten worstelen zich nu nog door hun examenperiode, maar ze hebben al aangekondigd om vanaf donderdag 14 februari mee te doen met het wekelijkse klimaatprotest. Omdat de jongere generaties hun toekomst gevrijwaard willen zien, eisen ze hun stem op.

Misschien herinnert u zich nog het pamflettaire boekje ‘Indignez-vous!’ (‘Neem het niet!’) dat de toen 93-jarige filosoof en ex-diplomaat Stéphane Hessel in 2010 schreef. De negentiger stelde de groeiende kloof tussen arm en rijk en de slechte behandeling van immigranten aan de kaak. Het boekje had een grote invloed op de jonge generaties. De protestbeweging de Indignados was rechtstreeks door Hessel geïnspireerd, ook al is dat tien jaar later misschien niet structureel geworden.

Het gaat voor mij vooral ook om jongeren die een extra dimensie ontdekken in hun leven, een dimensie die hun vertrouwde leefwereld ver overstijgt. Het zijn unieke en verrijkende levenservaringen die vertrouwen in eigen kunnen, vertrouwen in hun eigen stem genereren. Zo leren ze dat ze over alle grenzen heen verbonden kunnen zijn. Voor een goede zaak.

Hessel is overleden, maar in Frankrijk staat een hoogbejaarde opvolger klaar om alweer een nieuwe generatie te inspireren. De 81-jarige filosoof Alain Badiou schreef ‘Het ware leven’ met maar een bedoeling: de jeugd corrumperen. Zoals Socrates deed. Hij wil dat de jeugd

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel

51


NIEUWS > ARCHIEF

Eenhoorn

CAROLINE PAUWELS | 27 februari 2019 00:00

S

Welke plek is meer geschikt dan deze no-nonsense zakenkrant om het even te hebben over de eenhoorn? De lezers van De Tijd kennen ongetwijfeld het mythische dier met de spiraalvormige hoorn op het voorhoofd. Of beter, ze kennen het van horen zeggen, want geen mens heeft het ooit gezien.

ystemen behept met kunstmatige intelligentie hebben duidelijk minder problemen om in de mysterieuze wereld van de eenhoorn door te dringen. Technologieondernemer Elon Musk en zijn onderzoeksgroep OpenAI zijn erin geslaagd hun artificiële intelligentiesysteem GPT-2 een fictief nieuwsverhaal te laten schrijven over de ontdekking van eenhoorns in het Andesgebergte. In vlekkeloos Engels. Het systeem had niet meer dan een paar zinnen nodig als voorzet om het artikel te vervolledigen. Wie weet, misschien is ook deze column geschreven door een systeem. In (hopelijk) vlekkeloos Nederlands. Dat een systeem creatief en scheppend met tekst aan de slag kan, doet ons misschien huiveren, maar nog veel verontrustender is dat Musk weigert zijn technologische

52


doorbraak met andere onderzoekers te delen. Te gevaarlijk, vindt hij. Zijn OpenAI blijft closed. Een keuze die ingaat tegen de wetenschappelijke praktijk - zeker ook in het domein van de artificiële intelligentie - om onderzoeksresultaten te delen.

De potentiële kracht van AI en robotica is gigantisch en daarom zijn tegenkrachten nodig om de technologie in goede banen te leiden, om ervoor te zorgen dat ze zich niet tegen ons keert, of zelfs dood en vernieling zaait, maar dat ze net het leven aangenamer, langer en rijker maakt. Voor ‘Homo Roboticus’ is dus heel bewust gekozen voor een interdisciplinaire aanpak vanuit de denkgroep POINcaré - naar de Franse wiskundige en wetenschapsfilosoof Henri Poincaré.

Is durfal Musk een angsthaas? Want eerder waarschuwde hij al dat de razendsnelle ontwikkeling van AI een regelrechte bedreiging voor de menselijke beschaving vormt.

Bij de ontwikkeling van robots en AI-systemen moeten humanistische basiswaarden als de menselijke integriteit en maatschappelijke vooruitgang centraal staan. Daarom is het belangrijk dat er juristen, sociologen en filosofen bij betrokken zijn. Wat met onze privacy? Dreigt massaal jobverlies? Wat met robots op het slagveld? Nieuwe technologieën roepen nieuwe vragen op. Maar dat mag geen reden zijn voor geheimdoenerij en panische angst. En al zeker niet voor de eenhoorn.

Dan stelt onze eigen pionier Luc Steels me toch veel meer gerust. Steels startte in 1983 al met een AI Lab op de VUB-campus, het eerste van het Europese vasteland. In deze krant noemde Steels de angst van Musk ‘je reinste onzin als je een beetje besef hebt van wat de technologie vandaag kan. Dat soort nervositeit vloeit vooral voort uit een overschatting van AI.’ Dat artificiële intelligentie hand in hand kan gaan met eenhoorns en andere fictie zal Steels niet ontkennen. Hij heeft de muziek van de opera ‘Fausto’ geschreven, een eigentijdse versie van de eeuwenoude Faust-sage met Mephisto die gevangen zit in de cloud. ‘Fausto’ werd eerder deze maand opgevoerd in de Muntschouwburg, als afsluiter van de voorstelling van het boek ‘Homo Roboticus’. Dat project gaat over robotica, artificiële intelligentie en hun relatie met de mens. En vooral: het toont aan dat Elon Musk het bij het verkeerde eind heeft.

Trouwens, over eenhoorns gesproken: aan de VUB hebben we er een. De spin-off Collibra, gespecialiseerd in databeheer en meesurfend op de AI-golf, is de eerste zogeheten ‘unicorn’ van Belgische makelij. Dat is een techbedrijf dat met durfkapitaal is gefinancierd en dat meer dan een miljard dollar waard is. Unicorns of eenhoorns zijn zeldzaam, maar ze bestaan.

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel

Voor Homo Roboticus hebben ruim vijftig professoren en onderzoekers de technologische omwenteling vanuit hun eigen discipline bekeken. En dat is net de kern: technologische ontwikkelingen kunnen nooit op een eiland plaatsvinden.

53


NIEUWS > ARCHIEF

De feiten spreken niet voor zich

CAROLINE PAUWELS | 30 maart 2019 00:00

I

We leven in extreme tijden. Daar lijkt het wereldnieuws - echt of fake - ons elke dag van te willen overtuigen. Ik denk dat we vooral in tijden van extremen leven, in een tijdsgewricht waar uitgesproken polarisering samengaat met uitersten die electoraal sterk scoren. Het al dan niet moedige midden krijgt het hard te verduren. Je eigen grote gelijk primeert op de feiten. En dan heb ik het over werkelijke feiten, betrouwbare data en bewezen onderzoeksresultaten.

n Nederland is de grote winnaar van de verkiezingen een feitenontkenner bij uitstek. Hij mag dan Hegel en diens uil van Minerva parafraseren, van hegeliaanse dialectiek geeft hij weinig blijk. Zijn denken is eenzijdig anti. Anti EU, want de EU is slecht voor Europa. Anti migratie, want migratie is nog slechter voor Europa. En de klimaatopwarming? Die is eigenlijk niet slecht, want de extreme weersomstandigheden nemen helemaal niet toe. Baudet zwaait met grafiekjes waarmee hij geen enkele expert overtuigt, maar des te meer al die mensen die vrezen dat de klimaatmaatregelen hen duur komen te staan. ‘Zie je wel, ze zijn niet eens nodig!’ De grootste fout die tegenstanders van populisten en extremisten kunnen maken, is zelf ook de feiten geweld aandoen door ze selectief en slordig te gebruiken. Uit electorale overwegingen. Of om te vergoelijken dat noodzakelijke maar onpopulaire maatregelen niet of maar half zijn doorgevoerd.

54


Echte politiek is eerlijke politiek. Je kan van mening verschillen, dat moet zelfs. Maar wie zijn argumenten bewust op leugens of verzinsels baseert, overschrijdt een grens. Het is een prima evolutie dat de media zo veel aan factchecking doen, soms in aparte rubrieken. Want wat is een mening waard als ze gebaseerd is op feiten die uit los zand bestaan? Wat bijvoorbeeld met de brexit? Zouden de Britten vandaag nog massaal vallen voor de valse belofte dat er wekelijks 350 miljoen pond naar de Britse gezondheidszorg zal terugvloeien?

Een grote verdienste van de Roslings is dat ze de Gapminder Foundation hebben opgericht. Gapminder heeft software ontwikkeld die internationale statistieken omzet in bewegende, interactieve en aansprekende grafieken. Feiten, cijfers en data alleen zijn dus niet genoeg. Minstens even belangrijk is de manier waarop we ze communiceren, er een overtuigend verhaal van maken. Zowel bij hoopgevende data als bij verontrustende vaststellingen.

Volgende week reikt mijn universiteit zeven eredoctoraten uit onder de noemer ‘figures that matter’. Daarmee doelen we op feiten, data en onderzoeksresultaten die ertoe doen. En dan gaat het zeker niet alleen om feiten die alarmbellen doen afgaan - zoals in het dossier van de klimaatverandering - maar ook om feiten die hoopvol stemmen en die net zo goed een doorn in het oog zijn van wie gelooft dat we catastrofale tijden beleven.

Vorige week vond op de campus een lesmarathon voor het klimaat plaats. Twaalf uur en vijf minuten lang, omdat het volgens initiatiefnemer en wetenschapsfilosoof Gustaaf Cornelis - en ik geef hem geen ongelijk - vijf over twaalf is. De aanwezige studenten en via livestream ook scholieren in heel Vlaanderen konden niet alleen naar uiteenzettingen van klimaatexperts luisteren, ze kregen ook een stoomcursus argumenteren, debatteren en opiniestukken schrijven. En dat is goed, want de feiten spreken niet voor zich. We moeten ze meer dan ooit laten spreken.

Een van de eredoctoraten gaat postuum naar de Zweedse statisticus Hans Rosling, zijn zoon Ola en zijn schoondochter Anna Rosling Rönnlund. Ola en Anna hebben ‘Feitenkennis’, het magnum opus van Hans Rosling, na zijn dood in 2017 afgewerkt. ‘Feitenkennis’ toont aan dat het veel beter gaat met onze wereld dan pakweg vijftig jaar geleden. Er is beduidend minder extreme armoede en minder kindersterfte, en zijn er meer onderwijskansen.

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel

55


NIEUWS > ARCHIEF

Wie controleert de waarheid?

CAROLINE PAUWELS | 24 april 2019 00:00

J

Twee dagen na de Dag van de Arbeid vieren we volgende week een andere feestdag, die minstens zo belangrijk is, maar helaas steeds minder feestelijk. Begin jaren 90 hebben de Verenigde Naties 3 mei uitgeroepen tot Werelddag van de Persvrijheid. Om het belang van een vrije pers wereldwijd in de verf te zetten en om politieke leiders eraan te herinneren dat een gezonde samenleving niet zonder persvrijheid kan.

e kan de toestand in de wereld aan vele cijfers aflezen en sommige, zoals die over kindersterfte, gezondheidszorg en extreme armoede, stemmen beslist hoopvol. Maar dat mag ons niet beletten naar minder fraaie cijfers te kijken, zoals de World Press Freedom Index van Reporters Zonder Grenzen. Slechts een kwart van de landen scoort in de persvrijheidsindex voldoende tot goed, het overgrote deel van de wereld slecht tot dramatisch. En dat zijn niet alleen usual suspects als Saoedi-Arabië, China of Noord-Korea, dat overigens geen hekkensluiter meer is maar op de lijst van 2019 Turkmenistan achter zich laat. Nee, naast de bekende zwarte zones op de wereldkaart is ook dicht bij ons op steeds meer plaatsen de vrije nieuwsgaring in gevaar. Op 3 mei vindt in Bozar in Brussel voor de vijfde keer Difference Day plaats, een dag in het teken van de vrijheid van meningsuiting waarvoor vele partners de

56


handen in elkaar slaan, ook de Brusselse universiteiten VUB en ULB. Op Difference Day peilen we naar de staat van de persvrijheid en bekronen we moedige journalistiek.

de persvrijheid die hen zou moeten beschermen. De ondermijning van een vrije pers en een open samenleving gebeurt meestal veel subtieler. Het thema van Difference Day luidt: spreek vrijuit, luister respectvol, verschillende meningen maken het verschil. Maar hoe belangrijk we die verscheidenheid aan meningen ook vinden, vandaag heerst vooral veel verwarring. Wie of wat bepaalt wat we lezen, bekijken, beluisteren? Wie of wat stuurt wat we delen of liken?

Vorig jaar ging de eretitel voor de vrijheid van meningsuiting postuum naar de Maltese journaliste en blogster Daphne Caruana Galizia. Een autobom maakte een einde aan haar leven en aan haar onderzoek naar corruptie. Ook dodelijke aanslagen op journalisten in Slovakije en Bulgarije liggen nog vers in het geheugen. Allemaal in de Europese Unie.

Zijn het de sociale platformen en hun algoritmes, de journalisten of de uitgevers? Of is het geld dat ons stuurt, of misschien dopamine? Of iets meer abstracts als de wetenschap of het geloof? Of net iets heel concreets als onze vriendenkring of iets heel persoonlijks als onze eigen emoties, onze nieuwsgierigheid, onze frustraties, onze wil om erbij horen?

In de Verenigde Staten gaat het nog meer bergaf. Volgens Reporters Zonder Grenzen is het er in een klimaat van haat jegens de nieuwsmedia, dat mee door president Donald Trump wordt aangewakkerd, steeds moeilijker werken voor journalisten. Bob Woodward, samen met Carl Bernstein de doodgraver van president Richard Nixon, vroeg aan Trump wat echte macht is. Waarop die antwoordde: ‘Real power is fear.’

In tijden van informatieovervloed is de vraag wie de waarheid controleert essentieel. Hoe weten we nog wat waar is? Kunnen we ons eigen oordeel nog vertrouwen? En kunnen journalisten en een kwalitatieve pers het tij keren?

Regeringen, politieke of misdaadorganisaties die het op journalisten gemunt hebben, vrezen doorgaans maar één ding: de waarheid. Door journalisten te bedreigen, te vervolgen en in sommige gevallen zelfs te elimineren, willen ze voorkomen dat de voor hen ongemakkelijke waarheid naar boven komt.

Heldere vragen waarop het antwoord niet meteen voor het grijpen ligt. Dat beseffen we elke dag opnieuw.

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel

Maar we mogen ons niet blindstaren op in het oog springende aanvallen op gedreven journalisten en

57


NIEUWS > ARCHIEF

Het recht om jezelf te zijn, altijd en overal CAROLINE PAUWELS | 22 mei 2019 05:00

Jezelf kunnen zijn. Jezelf mogen zijn. En de tijd krijgen om uit te zoeken wie je bent en wie je zou willen zijn. Sarah Bettens die Sam wordt, het is een keuze die we niet alleen moeten respecteren, maar eigenlijk ook heel gewoon moeten vinden. Net als Boudewijn die Bo wordt en de meer dan 1.600 andere landgenoten die de voorbije kwarteeuw officieel van geslacht veranderden.

In onze open 21ste-eeuwse samenleving lijkt het een evidentie om mensen te aanvaarden zoals ze zijn, maar schijn bedriegt. De strijd is nog niet gestreden. Dat heb ik vorig weekend opnieuw kunnen ondervinden op de Belgian Pride in Brussel. Ik was er samen met Yvon Englert, de rector van onze zusteruniversiteit ULB, en met tal van collega’s en studenten. In de toespraak door de organisatoren bij de start van de Pride kregen de twee universiteiten trouwens een bijzondere vermelding omdat hun engagement zoveel meer is dan een poging tot pinkwashing. Mijn seksuele geaardheid valt niet onder de noemer LGBTI+, maar daarom voel ik me niet minder aangesproken om mee mijn schouders te zetten onder de eisen van de Pride-beweging. Die ontstond een halve eeuw geleden in New York als een krachtig eisenplatform voor gelijke rechten voor iedereen en tegen discriminatie op grond van wie je diep vanbinnen bent.

I

n zes op de tien gevallen zijn het mannen die een vrouw willen worden. Hoe moeizaam en moedig dat gevecht met het eigen lichaam kan zijn, zagen we treffend geïllustreerd in de film ‘Girl’ van Lukas Dhont, met Victor Polster in een weergaloze hoofdrol. Transgenders leven vandaag openlijker dan tien jaar geleden en dat komt beslist door de bekende rolmodellen en de toegenomen media-aandacht, maar ook door de inzet van tal van organisaties. Zeven op de tien ondervraagde transgenders leven vandaag volgens hun genderidentiteit, tegenover amper de helft een decennium geleden.

Maar leven we vandaag niet in een heel andere wereld? Verre van, want in vele landen is de situatie voor de LGBTI+-gemeenschap nog altijd schrijnend. Vorig jaar hadden we de Oegandese activiste Kasha Nabagesera uitgenodigd om mee op te stappen in de Pride. Ze strijdt in Oeganda al jaren voor gelijke rechten voor LGBTI+mensen, die zich voortdurend uiterst gedeisd moeten houden als ze hun leven niet in gevaar willen brengen.

Lange weg In ons land is intussen een lange weg afgelegd. Toen ik nog student was, in de jaren tachtig, liet de woordvoerder van Flikkerlicht, de toenmalige holebistudentenkring aan de VUB, optekenen: ‘Onze werkelijke gevoelens verbergen we voor de buitenwereld. We ontlopen de realiteit.’ Dat mensen van hetzelfde geslacht moeten kunnen huwen en kinderen adopteren was iets waarvoor

Mijn seksuele geaardheid valt niet onder de noemer LGBTI+, maar daarom voel ik me niet minder aangesproken om mee mijn schouders te zetten onder de eisen van de Pride-beweging.

58


je in 1985 op een progressieve universiteitscampus misschien wel gehoor vond, maar elders was dat amper het geval. En zoals de organisatoren van de Pride stellen, zijn er ook vandaag nog altijd groepen in de LGBTI+gemeenschap ‘die nog niet op de aanvaarding kunnen rekenen die ze verdienen.’

Europese bevraging van enkele jaren geleden blijft dat meer dan de helft van de Belgische LGBTI+-mensen niet hand in hand over straat durft te lopen, uit vrees voor opmerkingen, beledigingen en geweld. Bij Unia ontvangen ze elk jaar een honderdtal meldingen over discriminatie. Gelukkig staat daartegenover dat vier of de vijf Belgen vindt dat LGBTI+-mensen hun leven moeten kunnen leiden zoals ze zelf willen. Diversiteit gaat niet alleen over gender, afkomst of beperkingen. Diversiteit gaat ook over het omarmen van iedereen die gewoon zichzelf wil zijn. Laten we die realiteit ook weerspiegeld zien in het straatbeeld, in de media en op de werkvloer.

Diversiteit gaat niet alleen over gender, afkomst of beperkingen. Het gaat ook over het omarmen van iedereen die gewoon zichzelf wil zijn.

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel

Op de Pride riepen 100.000 mensen op tot inclusie. Iedereen is uniek en heeft een plaats in de samenleving zonder discriminatie op welke grond dan ook. Uit een

59


NIEUWS > ARCHIEF

Verwondering

CAROLINE PAUWELS | 26 juni 2019 00:00

V

‘Ik heb geen bijzondere talenten, ik ben alleen enorm nieuwsgierig.’ Zo relativeerde Albert Einstein de hem toegeschreven genialiteit. Grenzeloze nieuwgierigheid typeerde ook Leonardo da Vinci. Volgens zijn biograaf Walter Isaacson was de genialiteit van Leonardo ‘van een soort die we kunnen begrijpen en waar we zelfs van kunnen leren’. Wie als Leonardo wil zijn, moet vooral aandachtig observeren.

an nature zijn we allemaal nieuwsgierig. Als je drie bent, is alles een wonder. Maar gaandeweg dooft het vuur van de nieuwsgierigheid. De dingen zijn nu eenmaal wat ze zijn. Maar met de zomervakantie en langere reizen in aantocht wil ik hier een warme oproep doen om meer ruimte te maken voor verwondering. Momenteel onderga ik een reeks ingrijpende medische behandelingen. En misschien net daarom moet ik denken aan die 6.052 jongeren - een pak meer dan vorig jaar - die zich hebben ingeschreven voor het zware toelatingsexamen arts van volgende week. Slagen én dan nog eens bij de besten zijn, het begint al voor je de opleiding aanvat. Ook de ijkingstoets bij de ingenieurs bepaalt of je al dan niet met zelfvertrouwen aan je studie kan beginnen. We testen, we ijken, we meten, en dat biedt zeker houvast. Maar dwingen we onze studenten niet te 60


veel in een keurslijf? Is er nog wel genoeg plaats voor verwondering? En wat met bijna gediplomeerde geneeskundestudenten die plots te horen krijgen dat ze de specialisatie van hun keuze niet kunnen volgen? De plaatsen zijn beperkt. Al die inspanningen voor een droom die plots ver weg is. De verwondering gefnuikt.

Die onverschilligheid kan zich keren tegen mensen die wel nog verwonderd zijn. Dat zijn dan naïeve dromers of gutmenschen. Wetenschap kan niet zonder verwondering en verbeelding. De eminente natuurkundige Robbert Dijkgraaf, directeur van het Institute for Advanced Study in Princeton - hij werkt er in het voormalige kantoor van Einstein - en eredoctor van de VUB, formuleert het zo: ‘De wereld en de wetenschap zijn als een grote bouwdoos vol feiten, inzichten en begrippen. Het is de menselijke verbeelding die al die stukjes aan elkaar past en er een geheel van maakt.’

De voorbije weken heb ik het belang en de unieke kracht van verwondering, nieuwsgierigheid en verbeelding kernachtig proberen te vatten in ‘Ode aan de verwondering’, een essay dat na de zomer bij Academia Press verschijnt. Verwondering is wat ons voortstuwt, waardoor we onze talenten ontplooien, onze grenzen verleggen en uiteindelijk geluk vinden in wat we doen.

Of nogmaals Einstein: ‘De waarde van een universitaire opleiding ligt niet in het aanleren van feiten, maar in het oefenen van de geest om te denken.’

Het tegenovergestelde van verwonderd zijn, is verwachten. Als je alles verwacht en op alles bent voorbereid, zal je nog zelden verwonderd zijn. Zo’n houding kenmerkt mensen die blasé zijn, die zich een houding van bestudeerde, verveelde onverschilligheid aanmeten om zich te wapenen tegen het onverwachte.

Geen denken zonder open geest. Een geest die altijd bereid is verwonderd te worden. Laten we dus vooral de gave van de verwondering weer ontwikkelen, door onszelf te leren kennen, met anderen te praten, regelmatig iets te doen dat ons uit onze comfortzone haalt en van alles wat dagelijks is telkens weer iets bijzonders te maken.

Voor de klassieke socioloog Georg Simmel was blasé zijn zelfs een wezenskenmerk van de moderne stadsmens. Stadsmensen - en zelf ben ik er ook een - houden er doorgaans een onuitgesproken code op na. In tram of bus: niet staren, afstand houden van je medereizigers. Als iemand luidruchtig of emotioneel wordt: negeren en uit het raam kijken, vooral niet laten merken dat je iets merkt. De gulden regel voor het moderne stadsverkeer: vriendelijk blijven, maar altijd afstand houden. Zo’n houding laat weinig ruimte voor verwondering. In de plaats daarvan komt een gespeelde wereldwijsheid: been there, done that, bought the T-shirt.

Het is voorwaar een wonderlijke wereld.

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel

61


NIEUWS > ARCHIEF

Achterkamertjespolitiek?

CAROLINE PAUWELS | 24 juli 2019 00:00

Achterkamertjespolitiek. Zo omschreven veel commentatoren onverbiddelijk de manier waarop de Europese topfuncties werden verdeeld. Dat oordeel wil ik graag nuanceren.

ontelbare lobbyisten. De Franse socioloog Edgard Morin noemt Europa terecht een ‘Unitas Complex’. Toch zijn ze er in die Unitas Complex vrij snel in geslaagd een akkoord te vinden over de verdeling van de politieke macht. Of het er allemaal even fraai aan toeging, is een andere zaak. Er is nog werk aan de democratische winkel. En toch zet de Europese politiek een interessante toon.

B

elgië is best complex met al zijn gemeenschappen, beleidsniveaus en partijen. Maar Europees is die complexiteit nog vele malen groter. Daar moet je proberen een vergelijk te vinden tussen 28 lidstaten met elk een eigen geschiedenis en politieke cultuur. Bovendien heb je nog eens een stuk of acht weinig samenhangende partijfamilies. En daar bovenop

Dat dit keer naar een billijk genderevenwicht wordt gestreefd bij de verdeling van de topfuncties, is lovenswaardig. Zo komt Christine Lagarde aan het hoofd van de Europese Centrale Bank en wordt Ursula von der Leyen voorzitster van de Europese Commissie. Een mijlpaal. De nieuwe Commissievoorzitster streeft naar een gender-evenwichtig samengestelde Commissie. 62


Dat wordt wellicht moeilijk maar daagt de lidstaten en veeleer behoudsgezinde krachten uit.

vielen, nemen Belgische universiteiten - de VUB, de UA, de KUL en de ULB - een trekkersrol op zich. Nederland, in deze context vaak een referentieland, doet het met eveneens vier universiteiten niet beter.

Uiteraard garandeert niets dat de aanwezigheid van vrouwen in topfuncties uitmondt in een beter beleid. Maar omdat ook in het Europees Parlement 41 procent van de verkozenen vrouwen zijn, bestaat de kans dat thema’s vanuit een gediversifieerder perspectief worden bekeken dan in het verleden.

Mooi dus van die Belgische universiteiten. En iets om trots op te zijn. Dat het aantal studenten dat op Erasmus vertrekt ook in Vlaanderen stijgt, duidt op een Europees project dat nog altijd in crescendo, weliswaar geprivilegieerde, jongeren bekoort.

En er is nog reden tot Europees enthousiasme. Twee jaar geleden lanceerde de Franse president Emmanuel Macron zijn ambitieuze voorstellen voor een netwerk van Europese Universiteiten. Het initiatief werd in geen tijd door de Europese Commissie opgepikt en al een jaar later verscheen een oproep aan de Europese universiteiten.

De structuren en de instellingen van het Europa van morgen zullen anders zijn dan diegene die in 1957 werden bedacht. Dat voorzag Jean Monnet, een van de founding fathers, al in zijn ‘Mémoires’ (1976). Hij ging er ook van uit dat Europa veel crisissen zou doormaken. Maar de wortels van Europa, schreef hij, zijn diep en het project kan dus tegen een stoot. ‘A chaque jour suffit sa peine’, zei Monnets moeder. ‘Demain sera un autre jour’, vond Monnets vader. Waarop Jean Monnet zelf toevoegde dat beiden gelijk hadden.

Eind vorige maand werden de 17 gelukkige netwerken bekendgemaakt die in een eerste fase als pilootprojecten worden ondersteund. Het gaat om netwerken van universiteiten die transnationale allianties vormen op basis van een gedeelde langetermijnstrategie. De bedoeling is de mobiliteit van studenten en personeel te verbeteren en de kwaliteit, de inclusiviteit en het concurrentievermogen van het Europees hoger onderwijs te bevorderen.

Aan ieder van ons, en dus ook aan de beleidsmakers, de universiteiten en de jonge generaties, om die ‘demain’ vorm en inhoud te geven, en behoedzaam maar vastberaden verder aan dat unieke en noodzakelijke project te sleutelen. Zoals Monnet en anderen dat deden. Af en toe de memoires van Monnet herlezen, ik kan het de nieuwe parlementsleden en de Commissieploeg alleen maar aanraden.

Twee dingen verdienen de aandacht. Eén: de naar Belgische normen onvoorstelbare snelheid waarmee van een los idee naar een concreet voorstel en een feitelijke beslissing werd gegaan. Er wordt veel gezeurd over de Europese bureaucratie, maar dat was een staaltje van daadkracht. En er schuilt ambitie achter.

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel

Twee: de erg goede scores van de Belgische universiteiten. In vier van de zeventien netwerken die in de prijzen

63


NIEUWS > ARCHIEF

Pleinvrees

CAROLINE PAUWELS | 28 augustus 2019 00:00

Vindt u ook dat een en ander dringend op de schop moet? Dan zit u op dezelfde golflengte als onze opiniemakers. Wat keilen jullie met plezier de prullenmand in, vroegen we hun.

Prullenmand als bijdrage tot het bruto binnenlands geluk. Vandaag ben ik er vooral van overtuigd dat we gelukkiger worden als we van een angst af raken die zowel individu als samenleving steeds meer in haar greep houdt, namelijk pleinvrees. Niet agorafobie als psychische aandoening, wel het soort angst waar mijn goede vriend Jozef Deleu het decennia geleden al over had in zijn beruchte redevoering ‘De pleinvrees der kanunniken’.

‘W

Deleu hekelde in de jaren 80 de zelfgenoegzaamheid waarin politici, bedrijfsleiders en culturele bobo’s in het nieuwe, rijke Vlaanderen zich wentelden. Zijn de kanunniken van vandaag minder op zichzelf gericht? En wat met de academische wereld? Uit een recent onderzoek naar de ideolo- gische achtergrond van universiteitsfilosofen, blijkt dat de diversiteit ver zoek is.

eg wat te veel is, geen stress aan mijn lijf’, zingt Raymond in zijn klassieker ‘Gelukkig zijn’. Het is een diepgeworteld idee dat we als individu gelukkiger worden als we ons ontdoen van ballast. Of collectief, als we zaken die op onze samenleving wegen, kunnen afschudden. De 64


Wie als filosoof niet (heel) links denkt zoals zijn collega’s, durft daar nog amper voor uit te komen. Geruststellend vind ik zo’n evolutie niet. Pleinvrees slaat op de angst om de Ander tegemoet te treden, met een hoofdletter A zoals bij de Franse filosoof Emmanuel Levinas. De angst om de comfortzone van het eigene te verlaten, omdat we denken dat we daar alleen maar ongelukkig en onzeker van worden. Vroeger was het beter. Terwijl: angst en geluk gaan nooit samen. De zwartste bladzijden van de geschiedenis tonen dat overduidelijk aan. Niets heeft zoveel ongeluk veroorzaakt als het streven naar zuiverheid dat met die angst voor de Ander gepaard gaat. Zuiverheid van ras, van religie, van ideologie. Vandaag is het niet anders, met onder meer de racistische aanslagen in El Paso en Christchurch nog vers in het geheugen, de opkomst van religieus fanatisme aan vele zijden, niet enkel aan één kant, en de ideologische polarisaties zowat overal in de wereld. Een ‘koude’ oorlog. Het woord dekt hier niet de lading, maar zo voelt de wereldscene, ook op het lokale niveau, wel steeds meer aan. Soms willen we, en sommigen willen dat continu of structureel, een pleintje voor onszelf. Steeds vaker is dat een virtueel plein. We weten allemaal dat Facebook geen gigantisch open en verbonden forum is, maar een verzameling van afgescheiden pleinen. Allemaal bubbels waarin we ons allereigenste gelijk bevestigd zien. Een bubbel zonder tegenspraak, een plein zonder vrees, daar zorgt het algoritme van Fakebook wel voor. Laten we ophouden mensen die anders zijn, uit de weg te gaan. Als we het plein niet oversteken, viert clan- of stamdenken hoogtij. Zoals Midden-Oostenexpert Koert

Debeuf in zijn jongste boek ‘Tribalization’ betoogt, vormt dat stamdenken een regelrechte bedreiging voor onze welvaart, voor onze manier van leven en voor de wereldvrede. Debeuf haalt een frappant cijfer aan. In 1989, toen de Berlijnse Muur viel, waren er in de hele wereld zo’n 15 muren en hekken om grenzen te beschermen. Vandaag zijn dat er al 70, of vijf keer zoveel. Muren en hekken zijn het tegenovergestelde van een open plein en van een respectvolle uitwisseling van ideeën, levensvisies, meningen en opvattingen. En nee, dit is bepaald geen verheerlijking van de multiculturele maatschappij. Wie in Brussel woont, zoals ik, weet dat sommige pleinen ghetto’s zijn. En anderen een prettige meltkroes. Maar wie in een aula met meer dan 50 nationalitieten mag lesgeven, zoals ik, weet dat spreken met de Andere, in plaats van spreken over de Andere, meer nuance, begrip, inzicht en verheldering brengt. Over wat ons onderscheidt, maar evenzeer, zo niet meer, over wat ons bindt. Van pleinvrees komt smetvrees. En die leidt dan weer tot identitaire zelfgenoegzaamheid en steriliteit, tot religieus fanatisme of wit suprematiedenken. Willen we dat? Echt? Opnieuw? Onze pleinvrees overwinnen vraagt veel moed, langs beide kanten, vanuit alle hoeken. En evenveel, zo niet meer oefening en geduld. Moeilijk, maar zeker de moeite waard.

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel


NIEUWS > ARCHIEF

Babylonische taalrijkdom

CAROLINE PAUWELS | 25 september 2019 00:00

D

‘We moeten meertalige bruggenbouwers in het centrum van Europa worden’, zei mijn collegarector Luc Sels van de KU Leuven maandag in het VRT-nieuws, naar aanleiding van de start van het nieuwe academiejaar. Het verheugt me dat almaar meer universiteiten en hogescholen het belang van een meertalig aanbod inzien.

e VUB zet al geruime tijd in op anderstalige basisopleidingen. Zo begonnen we drie jaar geleden in samenwerking met de UGent de eerste Engelstalige bacheloropleiding in Vlaanderen, een bachelor in Social Sciences. De opleiding was meteen een schot in de roos, zowel bij internationale studenten als bij Nederlandstaligen die in het Engels willen studeren. 17- en 18-jarigen die hun toekomst van meet af aan een internationale dimensie willen geven. Vormen die opleidingen geen bedreiging voor het Nederlands als wetenschapstaal of voor de democratisering van het hoger onderwijs? Ik denk het niet. Het is geen of-ofverhaal maar een en-enverhaal. Het aanbod aan sociale wetenschappen in het Nederlands blijft overeind. Met onze Franstalige zusteruniversiteit ULB delen we ook de Brussels Faculty of Engineering, die ingenieursmas-

66


ook Karel de Grote al dat ‘to have another language is to possess a second soul.’ In onze biotoop Brussel lijken de geesten helemaal gerijpt om de meertaligheid te omarmen, te versterken en uit te dragen. Voor de eerste keer in zijn 30-jarig bestaan heeft het Brussels Gewest een minister van Meertaligheid. De bevoegdheid is toevertrouwd aan de liberaal Sven Gatz. Ik ben bijzonder blij dat meertaligheid eindelijk bovenaan op de politieke agenda staat én dat onze experten het beleid van minister Gatz mee vorm mogen geven. Onze vaststelling is dat Brussel duidelijk een heel meertalige stad is, waar de kennis van meerdere talen een voorwaarde is om succesvol te participeren in de samenleving. Bij vele Brusselse werklozen blijkt de gebrekkige talenkennis een levensgroot obstakel. Dat weten we al langer, en er bestaan al tal van opleidingen en initiatieven - zowel aan Nederlandstalige als aan Franstalige kant - om de taalverwerving en de meertaligheid te bevorderen. Alleen is er geen gecoördineerde aanpak. Hier is dus een cruciale rol weggelegd voor de nieuwe minister van Meertaligheid. Een gestroomlijnd beleid moet leiden tot meer meertalige Brusselaars. Tot meer kansen op de arbeidsmarkt. Maar ook tot een verbonden en warme samenleving. Daarom is het belangrijk niet alleen te focussen op het Nederlands, het Frans en het Engels, maar ook de thuistalen een plaats te geven. Uit onderzoek blijkt dat de erkenning van thuistalen in het onderwijs een gunstige invloed heeft op de taalverwerving van het Nederlands of het Frans.

ters aanbiedt in drie talen: Engels, Nederlands en Frans. Met diezelfde ULB hebben we vorige vrijdag feestelijk het nieuwe academiejaar 2019-2020 geopend. Het was de eerste keer in 50 jaar dat we dat opnieuw samen deden. 50 jaar geleden gingen we elk onze eigen weg, de ULB als Franstalige en wij als Nederlandstalige vrije universiteit. Vandaag bewandelen we weer gemeenschappelijke paden.

Dat we als universiteit aan het talenbeleid in Brussel kunnen meewerken, heeft niet alleen met wetenschappelijke expertise te maken, maar ook met engagement. Weg met de kloof tussen de campus en de samenleving. Daarom trokken de ULB-rector Yvon Englert en ik tijdens onze gezamenlijke toespraak vrijdag symbolisch onze toga’s uit. Een universiteit moet het niet van uiterlijk vertoon hebben, maar volop in de samenleving staan.

Het thema van de opening was ‘Vrij denken sans frontières’. Dat betekent niet dat er geen grenzen zijn, wel dat we ze moeten durven te overschrijden. De grenzen tussen de universiteit en de samenleving. De grenzen van de kennis die we steeds verder vooruit moeten duwen. En ook: de grenzen van de eigen taalgemeenschap. Liefde voor de eigen taal blijft altijd nodig. Maar het oude adagium ‘de taal is gansch het volk’ kan vandaag perfect samengaan met ‘het volk spreekt vele talen’. Volgens John le Carré wist

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel 67


NIEUWS > ARCHIEF

Gitzwart CAROLINE PAUWELS | 23 oktober 2019 00:00

Eerder deze maand, op 10 oktober, was het internationale dag tegen de doodstraf. Amnesty International riep op opnieuw te verzamelen voor de Iraanse ambassade en te protesteren tegen de mensenrechtenschendingen in Iran, de executies van minderjarigen, en - nog altijd - de terdoodveroordeling van onze VUBcollega Ahmadreza Djalali.

angst. Aan de Louizalaan was het hoofdkwartier van de Gestapo gevestigd. In de intussen beschermde kelders staan nog altijd de in de muren gekraste wanhoopskreten te lezen van wie er opgesloten zat, in afwachting van het allerergste. Die gruwelijke realiteit die zo ver achter ons lijkt te liggen, is op veel plaatsen in de wereld nog altijd dagelijkse realiteit.

D

Eerder dit jaar mocht ik een eredocto-raat in ontvangst nemen van de Université Catholique de Louvain. Een hele eer, uiteraard. Maar tijdens de uitreiking werd ik vooral getroffen door de afwezigheid van een van de andere laureaten. De Saoedische vrouwenrechtenactiviste Loujain al-Hathloul moest haar eredoctoraat door haar zussen in ontvangst laten nemen, omdat ze al anderhalf jaar in de cel zit. Wie voor vrijheid vecht, zet zijn eigen vrijheid op het spel.

Dat een dubbele nationaliteit - zoals bij Ahmadreza - weinig bescherming biedt, mocht ook onze BelgischTurkse rechtenstudente Gülsüm Cetinkaya dit jaar ondervinden. Bij een bezoek aan Turkije belandde ze in een cel, en zolang het onderzoek loopt, mag ze het land niet uit. Een onderzoek naar wat? Naar Facebookberichten van vier jaar oud waarin ze het opnam voor de Koerden in Turkije.

e Zweeds-Iraanse gastprofessor, een specialist in rampengeneeskunde, zit al meer dan drie jaar in de cel zonder enige vorm van eerlijk proces. Ja, er is een vage beschuldiging van spionage. En ja, er zijn onder druk ‘bekentenissen’ afgedwongen. Maar bovenal gaat het om een aanfluiting van elk rechtsbeginsel. We kunnen ons moeilijk voorstellen hoe het moet zijn elke ochtend wakker te worden met het besef dat het weleens je laatste dag kan zijn. Deze zomer leek het trouwens zover. Ze deden Ahmadreza een blinddoek om en namen hem zonder waarschuwing mee uit zijn cel. Maar het bleek een zoveelste gruwelijke poging van het Iraanse gerecht om bekentenissen af te dwingen.

De Franse dichter Paul Eluard heeft in volle bezetting in 1942 een hartverscheurende ode aan de vrijheid geschreven, een ode in 21 kwatrijnen die - hier in een vertaling van Paul Claes - als volgt eindigt: Op de herwonnen gezondheid Op het geweken gevaar Op de hoop zonder heimwee Schrijf ik je naam En door de kracht van een woord Begin ik aan een nieuw leven Ik besta om jou te kennen Om jou te noemen Vrijheid.

Intussen zit Ahmadreza weer in zijn dodencel. Zijn gedachten gaan ongetwijfeld naar zijn vrouw Vida en hun twee kinderen. De ontmoetingen die ik met hen had, zullen me altijd bijblijven. Vanwege hun strijdvaardigheid en - ondanks alles - hun geloof in een goede afloop voor de lieve man en papa die Ahmadreza Djalali is. De Iraanse ambassade zit niet ver van de chique Louizalaan. Ooit deed de naam mensen verstijven van 68


In het voorjaar maakte ik de première mee van de prachtige kortfilm die regis- seur Jaco Van Dormael met dit gedicht als leidraad heeft gemaakt. ‘The Shape’, heet de film. We zien het onbekommerde leven op een Frans marktplein, tot plots een angstaanjagende donkere wolk boven de mensen samentrekt en gitzwarte regen over het plein laat neerdalen. Alle mensen vluchten naar een schuilplaats. En het blijft maar regenen. Tot een meisje naar buiten stapt, de gitzwarte regen trotseert en het

gedicht van Paul Eluard voorleest. De zwarte vorm trekt zich terug, de blauwe hemel komt terug. Is dat niet wat we vandaag ook zien, in Hongkong, in Catalonië en op zoveel andere plaatsen? Moedige mensen die de straat opgaan en de gitzwarte regen trotseren. Liberté, j’écris ton nom.

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel


NIEUWS > ARCHIEF

Do the right thing

CAROLINE PAUWELS | 27 november 2019 00:00

In Frankrijk kostte feminicide 116 vrouwen het leven. En het jaar is nog niet voorbij. Op onze campus hebben we maandag de Internationale Dag voor de Uitbanning van Geweld tegen Vrouwen mee in de verf gezet door op het middaguur een minuut heel veel lawaai te maken. Zoals op vele plaatsen gebeurde. En terecht.

Do the wrong thing. Wie het nieuws een beetje volgt, krijgt al snel het gevoel dat elke ochtend nogal wat mensen hun dag beginnen met dat voornemen. Vorig weekend kwamen in Brussel meer dan 10.000 mensen op straat om te betogen tegen seksisme en geweld tegen vrouwen. Dit jaar alleen al zijn in ons land 21 vrouwen vermoord door hun partner. 70


D

o the wrong thing. Journalisten vermoorden bijvoorbeeld. Volgens het observatorium van Unesco zijn dit jaar al meer dan 50 journalisten om het leven gebracht. Vorig jaar hebben de twee Brusselse vrije universiteiten hun jaarlijkse honorary title for freedom of expression uitgereikt aan de familie van Daphne Caruana. De Maltese onderzoeksjournalist werd in 2017 vermoord wegens haar onderzoek naar corruptie op het eiland, een van de 28 EU-lidstaten. Dat het onderzoek zopas in een stroomversnelling is terechtgekomen - mede dankzij de niet aflatende internationale druk - is heuglijk nieuws. Eindelijk.

en ze drongen vriendelijk aan dat ik een thee zou drinken terwijl ik wachtte op de takelwagen. Ook de man die mijn auto kwam takelen - een Pool, denk ik - was een uiterst behulpzame en vriendelijke meneer. En terwijl ik mijn auto richting garage zag vertrekken en op enkele vrienden wachtte die me kwamen oppikken, hoorde ik opnieuw aandringen: ‘Drink toch nog een theetje, mevrouw.’ Zijn we niet te streng voor onze medemens? Heeft de Nederlandse historicus Rutger Bregman geen punt als hij stelt dat de meeste mensen deugen, zoals de titel van zijn jongste bestseller luidt? Het belangrijkste advies van Bregman is de betekenis van het woord ‘realisme’ te vervangen. ‘Is het niet veelzeggend dat in ons taalgebruik ‘realist’ synoniem is geworden voor ‘cynicus’? Voor iemand met een somber mensbeeld. In werkelijkheid is juist de cynicus wereldvreemd.’

Do the wrong thing. De Hitlergroet brengen in het Fort van Breendonk. In 2019. Zucht. Het is maar een kleine greep uit het nieuws van de voorbije dagen. Het lijkt wel alsof we medemensen die we niet persoonlijk kennen maar beter wantrouwen. Je weet nooit wat er in hun hoofd omgaat.

Volgens Bregman - en hij voert hiervoor 500 pagina’s bewijsmateriaal aan - zijn mensen ten diepste geneigd tot het goede. Hij pleit er dan ook voor als mens uit de kast te komen. ‘Geef toe aan je natuur en schenk je vertrouwen. Schaam je niet voor je generositeit en doe het goede in volle daglicht.’

Een gezond wantrouwen als realistische basishouding. Ik geef toe dat ik ook wel op mijn hoede was toen ik nog niet zo lang geleden door de Brabantstraat in Schaarbeek reed en plots autopech kreeg. De immer drukke Brabantstraat met haar exotische winkels en bezoekers uit alle windstreken is, zeker in volle spits, een plek waar je liever geen motorpech krijgt. Ik blokkeerde het verkeer en zelf mijn auto aan de kant duwen was geen optie.

Do the right thing. Het kost geen moeite, want het is in overeenstemming met onze natuur. En alle slechteriken die we in de media zien? Vermijd het nieuws, adviseert Bregman. Maar die oproep, beste lezer van deze voortreffelijke krant, wil ik hier liever niet onderschrijven.

Maar kijk, van overal kwamen mannen aangelopen die spontaan aanboden mij te helpen. Mannen met een Marokkaanse, Albanese of andere Balkanachtergrond. Ze duwden mijn auto naar de kant van de straat, voor een winkel. De uitbaters merkten dat ik er bleek uitzag

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel

71


NIEUWS > ARCHIEF

Wonderjaar 2020 CAROLINE PAUWELS | 31 december 2019 00:00

Op deze laatste dag van het jaar én van het decennium wil ik in de plaats van nieuwjaarswensen graag enkele ‘nieuwjaarswenken’ kwijt. Want naast gezondheid, geluk en voorspoed zijn er beslist andere dingen nodig om het leven voller en echt rijker te maken. En wie mij een beetje kent, raadt het al: mijn stokpaard, de Verwondering, mag nog eens van stal.

kundige, een kleuter en zelfs een keer een hond. Telkens wordt dezelfde buurt op een totaal andere manier ervaren. De geoloog ziet dingen waar de kunstenares nooit naar zou kijken en omgekeerd. Elf keer dezelfde route, elf keer een andere stad. Elf keer verwonderd over wat je elke dag hebt gezien, zonder het ooit op te merken. Ook belangrijk: we moeten meer tijd nemen om ons te verdiepen. De Nederlandse filosoof Cornelis Verhoeven schreef terecht: ‘Een specialist is niet iemand die steeds meer over steeds minder weet, zodat hij ten slotte bijna alles weet over bijna niets. Hij is iemand die op een steeds duidelijker bepaalde wijze een greep heeft op de werkelijkheid en die daarin de hele wereld ontdekt.’ We moeten ons meer verwonderen over de loop van de geschiedenis: wat is, had ook anders kunnen zijn. Die vaststelling zal ons leren dat mensen het verschil maken, door wat ze doen of net nalaten te doen. Zoals Edmund Burke in de achttiende eeuw al schreef: ‘The only thing necessary for the triumph of evil is for good men to do nothing.’

M

ijn eerste advies: leer jezelf kennen. Dat klinkt banaal, maar eigenlijk doen we dat veel te weinig. Mediteren kan helpen, maar we kunnen ook gewoon rust opzoeken, weg van de dagelijkse routine. Om ruimte te creëren om ons te verwonderen, om wat gewoon was weer als bijzonder te ervaren.

Leer ook om van alles wat dagelijks is telkens weer iets bijzonders te maken. Herhaling hoeft de verwondering niet in de weg te staan, op voorwaarde dat we stilstaan bij de herhaling en ze in zekere zin ritualiseren. Rituelen, zelfs bijzonder prozaïsche zoals het dekken van de tafel, trekken ons los uit de ‘chronos’ en uit onszelf. Door op te gaan in wat we doen, krijgt de handeling een betekenis en ook waarde. Wat we toch moeten doen, kunnen we maar beter zo goed mogelijk proberen te doen.

Vervolgens: praat meer met anderen. In de gepolariseerde tijden die we beleven, lijkt dat me absoluut essentieel. Vaak volstaat het onze gedachten luidop tegenover een ander te formuleren, om goed te kunnen inschatten hoe sluitend onze argumenten zijn of hoe futiel de dingen zijn waar we ons zo druk over maken. Omgekeerd moeten we zelf ook een klankbord voor anderen zijn, zeker voor de mensen voor wie we het verschil kunnen maken. En vooral: leer nieuwe mensen kennen, mensen die heel anders in het leven staan. Nog een advies: leer anders kijken. De gedragsbiologe Alexandra Horowitz schreef een boek waarin ze elf keer dezelfde route loopt door haar buurt, maar telkens met andere ogen. De ene keer is ze vergezeld van een geoloog, die haar bijvoorbeeld opmerkzaam maakt op de fossiele resten in een muurtje opgetrokken in kalksteen. Dan weer van een historicus, een kunstenares, een arts, een stedenbouw-

En neen, verwondering komt niet uit de lucht vallen. En zeker, het gaat een stuk moeilijker voor wie ziek is, zorgen heeft of zwaarmoedig is. En we kunnen ook niet de hele tijd verwonderd zijn. Verwondering is geen drug. Maar veel meer dan welke drug dan ook doet verwondering ons duizelen van de gigantische rijkdom die het leven te bieden heeft. Laten we van 2020 dus een wonderlijk jaar maken. 72


73


NIEUWS > ARCHIEF

De meest uitgebreide samenvatting

CAROLINE PAUWELS | 29 januari 2020 00:00

V

Zijn authentieke politici een zegen of een vloek? Het antwoord kregen we maandagavond in een bomvolle Lotto Arena, met tientallen politieke toppers die net als de ruim 5.300 andere toeschouwers in de ban waren van de Israëlische historicus, denker en bestsellerauteur Yuval Noah Harari.

olgens Harari hebben we geen behoefte aan politici die het hart op de tong hebben en die alles wat in hen opkomt impulsief door de mond naar buiten laten stromen. Kunstenaars mogen authentiek zijn, politici liever niet. Die moeten zich vooral door het verantwoordelijkheidsbesef laten leiden. Het gaat niet om de waan van de dag, maar om het brede perspectief, zowel in ruimte als in tijd. Misschien moeten ze een voorbeeld nemen aan Harari zelf, die elke dag twee uur mediteert, balancerend op dat moeilijke evenwicht tussen brein en bewustzijn. Ons bewustzijn dat nog altijd een mysterie is en dat artificiële intelligentie nog niet meteen - misschien zelfs nooit - zal kunnen nabootsen.

74


Harari denkt, studeert en synthetiseert onafgebroken, maar spreekt en schrijft pas als iets helemaal rijp is om te worden uitgesproken of neergeschreven. Het was maandagavond een bijzonder moment om hem namens de VUB een eredoctoraat te kunnen overhandigen, net voor zijn lezing. In mijn toelichting benadrukte ik hoe wonderlijk het is dat Harari genoeg heeft aan twee keer 500 pagina’s voor de geschiedenis (Sapiens) en de toekomst (Homo Deus) van de mensheid, en een goede 300 pagina’s voor zijn 21 lessen voor de 21ste eeuw. Je kan hem zien als een uitermate ijverige samenvatter die ontelbare pagina’s oude en nieuwe geschiedenis overbodig maakt. Maar dat is Harari nu net niet. Hij vat de geschiedenis niet samen, hij breidt ze uit. Door op soms spectaculaire wijze uit- en in te zoomen werpt hij een geheel nieuw licht op onze menselijke evolutie en ziet hij nieuwe patronen, waardoor we veel historische werken voortaan wellicht anders zullen lezen en interpreteren. En waardoor we ook onze toekomst heel anders zullen zien. De voorbije dagen hebben de media - ook De Tijd uitgebreid ingezoomd op de grote inzichten van Harari. Dat gebeurde naar aanleiding van zijn doortocht in Antwerpen op uitnodiging van het magazine Newsweek. Harari als intellectueel rockidool. Een status die hij beslist niet heeft gezocht en die in schril contrast staat tot zijn eerder teruggetrokken leven in een coöperatieve landbouwnederzetting in de buurt van Jeruzalem. Harari is een bedrijf geworden, een internationaal merk. De historicus heeft de bedrijfsvoering uitbesteed aan een professioneel team, anders zou hij nooit meer aan denken, schrijven en doceren toekomen. Het was dan ook een bijzonder aangename verrassing om de persoon achter het merk in levende lijve te ontmoeten.

Een bedachtzame, bescheiden, minzame man die liever geen toga aantrok om zijn eredoctoraat in ontvangst te nemen - voor ons hoefde dat ook niet - en die uitgebreid de tijd nam om de vele vragen van mensen in het publiek te beantwoorden. Onder de vragenstellers waren tal van studenten en jonge mensen, want voor de huidige generatie twintigers is Harari, zelf nog maar een veertiger, een gids in complexe tijden. We hebben zijn eredoctoraat dan ook opgedragen aan de jongeren van de 21ste eeuw. Zij moeten de keuzes maken die de toekomst van de mensheid in een hoogtechnologische wereld van artificiële intelligentie, algoritmes en genetische ingrepen zullen bepalen. Daarbij moeten we rekening houden met een belangrijke tekortkoming van de mens. We zijn in staat de realiteit te manipuleren - bijvoorbeeld door een dam te bouwen of aan ons DNA te morrelen - maar de maatschappelijke gevolgen van menselijke ingrepen en uitvindingen kunnen we heel slecht inschatten. Die kunnen ronduit rampzalig zijn. Daarom, zegt Harari, mogen we de toekomst niet zomaar overlaten aan de technologie en de vrije markt, maar is een multidisciplinaire aanpak nodig waarbij ook de inzichten van bijvoorbeeld filosofen onontbeerlijk zijn. Toekomstgerichte bedrijven nemen het best een paar wijsgeren in dienst.

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel


NIEUWS > ARCHIEF

Pact met AI CAROLINE PAUWELS | 25 februari 2020 14:43

Deze column is niet geschreven met een kroontjespen, ik geef het toe, maar verder is hij 100 procent mensenwerk. Vandaag is dat niet altijd evident. De schrijvende mens heeft er een te duchten concurrent bijgekregen: de machine. Concurrent of welkome hulp, het hangt ervan af hoe je het bekijkt. Vraag maar aan de vertalende mens. Of aan bedrijven, organisaties en overheden die steeds vaker chatbots inzetten om hun klanten of burgers die met vragen zitten, van antwoord te dienen. Chatbots zijn al bij al nog maar een bescheiden voorbode van wat artificiële intelligentie voor ons in petto heeft.

Volgens Baricco heeft de mens de machine gekozen en niet omgekeerd. Door tools boven theorieën te verkiezen, ingenieurs het roer in handen te geven en een ‘augmented humanity’ met open armen te ontvangen, hebben we niet alleen de basis gelegd voor de digitale (neven)wereld die vandaag onze habitat is - met onze smartphone als een natuurlijk verlengstuk van onszelf - maar ook voor de duizelingwekkende ontwikkelingen die ons nog te wachten staan. Is ons pact met de apparaten een pact met de duivel? Niet als het van Commissievoorzitster Ursula von der Leyen afhangt.

Is ons pact met de apparaten een pact met de duivel? Niet als het van Ursula von der Leyen afhangt. Haar werkbezoek viel samen met de bekendmaking van de plannen van de Europese Commissie inzake data en AI. Europa beseft dat veel mensen het zaakje niet meer vertrouwen. Er zijn te veel schandalen geweest, te veel manipulatie en te weinig transparantie.

Persoonsgegevens

B

‘Ik begrijp het wantrouwen van sommigen tegen technologie, en vooral technologiebedrijven, doordat grote online spelers misbruik maakten van klantgegevens. Of doordat desinformatie verantwoorde journalistiek buitenspel zet’, zegt von der Leyen. Daarom wil de Commissievoorzitter dat de bescherming van persoonsgegevens voorop blijft staan. Volgens von der Leyen hebben we al de strengste regels ter wereld en moeten we de Europeanen zelfs nog meer controle geven. Alleen mag dat er niet toe leiden dat Europa de boot mist. De EU zet daarom in op doorgedreven, maar geen doorgeslagen, digitalisering. Dit is niet alleen goed voor onze economie, maar biedt tegelijk ook oplossingen voor

Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen is alvast fan. Dat heb ik kunnen vaststellen toen ze vorige week hoogstpersoonlijk een bezoek bracht aan ons AI Experience Center. Von der Leyen gelooft in technologie en in de kracht die technologie heeft om onze levens te veranderen.

En de next big thing is AI. De Italiaanse schrijver Alessandro Baricco - bekend van onder andere De Barbaren - stelt in zijn recente essay The Game: ‘Wat er ook zal voortkomen uit de kunstmatige intelligentie, de mensen zijn jaren geleden al begonnen daaraan te bouwen, toen ze het pact met de apparaten accepteerden.’ 76


tal van grote problemen. Niet-persoonsgebonden data moeten daarom breed toegankelijk zijn.

maatschappelijke impact van kunstmatige intelligentie in domeinen als gezondheid, mobiliteit, klimaat en media. Als we willen dat AI niet ontspoort, dan is het belangrijk dat universiteiten in heel Europa mee het voortouw nemen. Op campussen lopen briljante ingenieurs en computerwetenschappers rond die AI naar een hoger niveau kunnen tillen, maar op dezelfde campussen tref je vooral ook juristen, historici, sociologen en filosofen aan die even onontbeerlijk zijn voor een verantwoorde ontwikkeling van AI. Zodat bij de versmelting van mensen en apparaten de mens aan het roer blijft zitten. En columns over AI kan blijven schrijven, in plaats van omgekeerd.

Het streven van Europa sluit perfect aan bij de plannen die we met onze zusteruniversiteit ULB hebben om in de hoofdstad samen met het middenveld en andere partners een instituut op te richten dat onderzoekt hoe we kunstEuropa mag de boot niet missen. De EU zet daarom in op doorgedreven, maar geen doorgeslagen digitalisering.

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel

matige intelligentie kunnen inzetten voor het algemeen belang: AI for the common good. Het instituut zal met bedrijven en met beleidsmakers werken aan een positieve 77


NIEUWS > ARCHIEF

Kantelen

CAROLINE PAUWELS | 24 maart 2020 17:32

B

Grappenmakers aller landen, verenigt u. Dit is uw moment om ons met onnozele filmpjes op sociale media een beetje op te vrolijken. En ons weer een vertrouwd gevoel te geven, dat van de spontane lach. Dat er verder nog maar weinig vertrouwd aanvoelt, is eigen aan een kantelmoment. Met de wereldwijde uitbraak van het coranavirus zitten we midden in zo’n moment.

Minder dan twee maanden geleden mocht ik nog een eredoctoraat van mijn universiteit overhandigen aan de Israëlische historicus en toekomstdenker Yuval Harari, in een - vandaag ondenkbaar - nokvolle Lotto Arena. In de Financial Times vat Harari goed samen wat de inzet van de coronacrisis is. We kunnen met zijn allen twee richtingen opgaan: de goede en de slechte.

Een meer solidaire wereld en een versterkte rol voor de burgers, dat is de goede kant. Maar volgens Harari kan de coronacrisis in een aantal landen net zo goed een 24/7-bewakingsmaatschappij in een stroomversnelling brengen, met overheden die de technologie hebben om letterlijk onder onze huid te kruipen. Tegelijk kan corona een opstapje zijn naar meer nationaal isolationisme. Beide zijn nefast voor onze toekomst als vrije mensen in een vrije wereld. 78


Andere crisissen hebben aangetoond dat mensen zich die niet altijd lang genoeg herinneren. Zijn antisemitisme en racisme na de holocaust en met de ondergang van het nazisme verdwenen? Helaas niet, ze steken zowat overal weer de kop op. Zijn we na de financiële crisis van 2008 zeker dat ons banksysteem weer betrouwbaar is? De volgende dagen en weken zullen het uitwijzen.

je moeilijk geschiedenis kan schrijven als je er middenin zit. De geschiedenis schrijft zichzelf, en pas achteraf kunnen we patronen zien, verbanden leggen en verklaringen bedenken. Nu zien we alleen wat we willen zien. Veel en tegelijk niets. Chaos vooral. In deze crisis hebben we vooral één ding nodig. Een vaccin? Uiteraard. Maar ook vertrouwen. Zoals Harari terecht opmerkt, is het cruciaal dat de bevolking vertrouwen heeft in de wetenschap, in de overheid en in de media. Want als dat vertrouwen er niet meer is, ligt de weg open naar een autoritaire toekomst. Met alom aanwezige bewakingstechnologie.

In deze crisis hebben we vooral één ding nodig. Een vaccin? Uiteraard. Maar ook vertrouwen.

Laten we dus voor vertrouwen gaan. En al minstens voor herstel van vertrouwen, want net de media, de politiek en de wetenschap kregen de jongste jaren meerdere vertrouwenscrisissen te incasseren. Met een zeker genoegen, en zelfs vertrouwen, stel ik vast dat de jarenlange populistische pogingen om de wetenschap, maar net zo goed de journalistiek weg te zetten als ‘fake’ en ‘establishment’, smelten als sneeuw voor de zon. De mensen verwachten plots mirakels van de wetenschap.

Maar laten we hoopvol blijven. Enkele maatschappelijke effecten van de coronacrisis zijn nu al zichtbaar. Op zijn minst vragen we ons af of we wel zo goed bezig waren. Plots zijn we allemaal radicaal digitaal geworden, met positieve effecten op het klimaat. We zijn massaal nieuwe systemen aan het uittesten die ons dichter bij de ander brengen (de prof bij de student bijvoorbeeld, of collega’s bij hun teamgenoten) zonder dat we nog ons huis uit moeten.

Balans

Laten we hoopvol blijven. Enkele maatschappelijke effecten van de coronacrisis zijn nu al zichtbaar.

Door op zo’n grote schaal naar een andere dimensie te verkassen, zullen we snel weten waar de balans tussen online en fysieke aanwezigheid het best komt te liggen. Voor het bedrijfsleven, maar ook voor het onderwijs, van universiteiten tot basisscholen. Vergaderingen gebeuren efficiënter, en sommige meetings blijken heel makkelijk te schrappen. Niemand kan nog blijven zweren bij methodes van tien of twintig jaar geleden. Steeds meer mensen komen eindelijk in 2020 terecht. Technologiegoeroes als Peter Hinssen schreeuwen al zo lang van de daken dat digitaal het nieuwe normaal is, dat sommigen zich intussen aan het afvragen waren of ze iets gemist hadden. Vandaag twijfelt niemand meer.

Wat dan ook weer niet goed is. Professoren die alles in een handomdraai oplossen, bestaan alleen in stripverhalen. Maar mensen lijken opnieuw massaal te beseffen dat wetenschap het enige is wat we hebben om een oplossing dichterbij te brengen. Daarom ben ik hoopvol dat de wetenschap hier sterker zal uitkomen. En met de wetenschap wij allemaal.

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel

Veel meer dan dat valt er nog niet te zeggen. Filosofen als Hannah Arendt en historici als Geert Mak weten dat

79


NIEUWS > ARCHIEF

Europees corona

CAROLINE PAUWELS | 21 april 2020 15:48

De Europese verbondenheid staat onder druk. Tijd om tegengas te geven. Want deze crisis toont aan hoeveel we te winnen hebben bij een eensgezinde opstelling. Laat Europa een betere versie van zichzelf worden, en wij van onszelf.

alleen omdat Arno ernstig ziek is, maar vooral ook omdat we met zijn allen in de ban zijn van een virus. Een virus dat niet alleen onze gezondheid bedreigt, maar dat ook de Europese verbondenheid onder druk zet. Er is al veel over geschreven de voorbije dagen en weken. Zelf gaf ik enkele dagen geleden een interview aan de krant De Morgen en kreeg ik de vraag wat ik in mijn tweede vierjarige termijn als VUB-rector zoal wilde realiseren. Na de verbondenheid met Brussel, die we de voorbije jaren heel zichtbaar en vooral heel tastbaar hebben gemaakt, staat de opstap naar Europa centraal, zei ik.

‘P

utain putain, c’est vachement bien. Nous sommes quand même tous des européens.’ De zanger Arno had het - ten tijde van TC Matic begin jaren 80 - over een bijzonder energieke Europese verbondenheid, die vandaag ver weg lijkt. Enkele jaren geleden trad Arno op tijdens onze academische openingszitting in Bozar. Ook dat mooie moment lijkt vandaag plots ver weg. Niet

Het moet ook een soort van bekentenis zijn. ‘We are European.’ Dat is een gok, ja, want ik weet dat Europa onder druk staat. Ik vind ook dat er veel terechte en wetenschappelijk onderbouwde kritiek is op Europa, maar er is ook zo’n gemakkelijke tendens om het hele project dan maar aan te vallen. Als we ons op dat pad begeven, 80


gaan we echt slechter af zijn, denk ik. Iedereen moet zich goed bewust zijn van de consequenties van bepaalde keuzes. Dat grenzen sluiten nu verstandig is, wil ik absoluut niet betwisten. Maar met de sluiting van de grenzen, is het plots overal ‘eigen land eerst’.

Het is verontrustend vast te stellen hoe we in tijden van corona op onszelf lijken terug te plooien. Dat grenzen sluiten nu verstandig is, wil ik absoluut niet betwisten. Maar met de sluiting van de grenzen is het plots overal ‘eigen land eerst’. We vergelijken elkaars curves en elkaars doden om aan te tonen dat we het zelf nog niet zo slecht doen. Geen mededogen met waar het slechter gaat. Ook de Europese solidariteit - zeker als het over geld gaat stuit op grenzen.

Tegengas Ik wil graag - gelukkig samen met vele anderen - een pleidooi houden om tegengas te geven. De Europese Unie is niet alleen als een op vooruitgang gericht vredesproject verrezen uit de puinhopen van de Tweede Wereldoorlog, maar heeft haar ambities op tal van domeinen ook waargemaakt. Ze heeft eerdere grote crisissen - toegegeven, niet altijd zonder kleerscheuren kunnen bedwingen. Het zou intriest zijn als dat project ten onder gaat in alweer een oorlog, zoals de Franse president Macron de strijd tegen het coronavirus genoemd heeft. Volgens een wijze landgenoot van Macron, de Franse filosoof en socioloog Edgard Morin, is Europa een bijzonder complexe eenheid waarin tegenstrijdige krachten net de dynamiek vormen. ‘Une unité multiple et complexe’ is te verkiezen boven een simplistische visie op de Europese cultuur, politiek en samenwerking. Europa is een paleis met vele kamers, met lidstaten die

vaak geen zin hebben in een uitgebreid menu, maar liever à la carte kiezen. Maar misschien blijkt die moeizame dialoog tussen landen, gemeenschappen en culturen, elk met hun eigen geschiedenis, net een efficiënt systeem om het Europese project aan de gang te houden. Ook nu zullen de lidstaten, als ze van de eerste schrik zijn bekomen, beginnen te beseffen dat een andere aanpak beter was geweest. Beter dan alle Europese landen tegen elkaar op te laten concurreren op de wereldmarkt, elk op zoek naar hetzelfde medische materiaal. Een makkelijke prooi voor louche bedrijven, blijkt bovendien. Een Europa dat als één blok onderhandelt, zou zonder twijfel veel sterker staan. Of nog beter: een Europa dat zelf in voorraden voorziet. We hebben een dienstbaar Europa nodig, stelt de Nederlandse publicist Paul Scheffer terecht.

Ook nu zullen de lidstaten beginnen te beseffen dat een andere aanpak beter was geweest. Beter dan alle Europese landen tegen elkaar op te laten concurreren op de wereldmarkt, elk op zoek naar hetzelfde medische materiaal.

Deze crisis toont aan hoeveel we te winnen hebben bij een eensgezinde opstelling, ook in domeinen die tot de bevoegdheid van de lidstaten behoren. Wie daar nog aan twijfelde, ziet het bedroevend resultaat: elk voor zich, in verdeelde slagorde, chaos. De Europese Unie krijgt na de coronacrisis een historische kans om niet alleen haar nut te bewijzen, maar ook om zich heruit te vinden. Het is tijd voor durf, visie en ambitie. Laat Europa een betere versie van zichzelf worden. En wij van onszelf. ‘Nous sommes quand même tous des européens.’

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel


NIEUWS > ARCHIEF

Uit de schaduw

CAROLINE PAUWELS | 27 mei 2020 01:00

Het valt te verwachten dat een evenwichtige verhouding tussen online en offline een positieve en blijvende impact zal hebben op wat echt essentieel is: klimaat, welzijn en gezondheid, gelijkheid, vrijheid en verbondenheid.

uitvalt. Ja, het klimaat vaart er misschien wel bij, maar het gemis aan fysieke ontmoetingen en authentieke beleving blijft altijd voelbaar. Rector zijn van een lege campus is frustrerend. Dat de studenten nu deels terugkeren voor hun examens veroorzaakt - naast logistieke kopbrekens een hoopvol gevoel. Ook al was het natuurlijk vreemd om onze grootste aula voor amper een vijfde gevuld te zien met studenten die maximaal afstand hielden. Voor de crisis brachten we al veel tijd door in de digitale nevenwereld, treffend beschreven door Alessandro Baricco in zijn essay ‘The Game’. Die digitale wereld bewonen we nu haast voltijds. De werkelijke wereld lijkt zich in de schaduw te bevinden. Dinsdag lazen we in De Standaard de noodkreet van een UGent-studente: ‘Gesprekken met een scherm zijn geen gesprekken. Online lessen zijn geen lessen.’ Jongeren hebben er een tweede onzichtbare

F

rustratie, berusting en hoop. De coronacrisis doet tegenstrijdige gevoelens in ons opborrelen. Frustratie omdat de vergelijking met hoe het voordien was voor velen in het voordeel van een onbestemd vroeger 82


vijand bijgekregen: ‘het online leven dat geen leven is’. Ik weet dat vele van onze studenten met gelijkaardige frustraties worstelen.

want het zal niet voor iedereen een feest zijn. Kinderen uit kansarme gezinnen zullen met leerachterstand kampen, jobs zullen verdwenen zijn, bedrijven failliet en onze overheden - wij dus - zitten nog jaren opgezadeld met de facturen. Maar er is ook hoop. Zelfs op een nieuwe regering, een jaar na de verkiezingen. ‘België is een gestold land, maar het komt in beweging als de externe druk immens wordt’, schreef politiek commentator Bart Haeck.

Na corona zullen we beter kunnen inschatten wanneer onze fysieke aanwezigheid aangewezen is en wanneer we beter vanop afstand werken.

We hoeven niet in sprookjes te geloven om te hopen dat de pandemie ons ten goede zal veranderen.

Wie techaandelen heeft, doet alvast een goede zaak. ‘Het lijkt alsof de coronacrisis op het lijf geschreven is van de Big Tech, met zijn online alternatieven voor een fysieke wereld in lockdown’, lazen we zaterdag nog in deze krant.

Sprookje

Dat we anders gaan leven zijn, blijkt ook uit de cijfers van Attentia. Het aantal telewerkuren ging maal 14. Willen we nog wel opnieuw naar kantoor? En in mijn sector: willen we massaal terug naar aula’s en leslokalen? Eerlijk gezegd, ik denk het wel. Voor studenten en docenten is het een uitgemaakte zaak. Ook voor mij. Als rector wil ik met, tussen en onder de mensen zijn. Geen avatar, algoritme of wat dan ook kan dat evenaren.

De jonge Britse dichter Tom Roberts maakte een video waarin hij een sprookje vertelt, terugblikkend vanuit de verre toekomst naar het vermaledijde jaar 2020. Zijn boodschap raakte wereldwijd een gevoelige snaar. Het sprookje begon met de duale wereld voor de pandemie, een wereld van overvloed en armoede, die plots door het virus uit elkaar viel om plaats te maken voor een nieuwe, vriendelijkere wereld. Met mensen die veel meer mindful zijn.

Leerachterstand Maar tegelijk hebben we, naast de beperkingen, ook de voordelen van online werken ontdekt. Na corona zullen we beter kunnen inschatten wanneer onze fysieke aanwezigheid aangewezen is en wanneer we beter vanop afstand werken.

We hoeven niet in sprookjes te geloven om te hopen dat de pandemie ons ten goede zal veranderen. En te verwachten dat een evenwichtige verhouding tussen online en offline een positieve en blijvende impact zal hebben op wat echt essentieel is: klimaat, welzijn en gezondheid, gelijkheid, vrijheid en verbondenheid.

Het simultaan aanwezig zijn én afstand houden is dan weer iets waarvan we hopen dat het snel verdwijnt. Toekomstige generaties zullen ongetwijfeld met verbazing naar de surrealistische beelden kijken van gemaskerde mensen die in lange rijen voor de ingang van de supermarkt staan. Berustend, want er is geen alternatief.

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel

We kunnen alleen met zijn allen afwachten tot onze vertrouwde wereld weer opengaat. Bang afwachten ook,

83


NIEUWS > ARCHIEF

Onmogelijk

CAROLINE PAUWELS | 24 juni 2020 05:00

De voorbije coronamaanden waren, zacht uitgedrukt, nogal surreëel. Samen met mijn collega’s run ik als het ware de universiteit vanuit de huiskamer.

Toch zijn ze er in die Unitas Complex vrij snel in geslaagd een akkoord te vinden over de verdeling van de politieke macht. Of het er allemaal even fraai aan toeging, is een andere zaak. Er is nog werk aan de democratische winkel. En toch zet de Europese politiek een interessante toon.

O

Toen een maand later duidelijk werd dat ook de examenzittijden grotendeels digitaal of op externe locaties zouden moeten plaatsvinden, leek dat andermaal onmogelijk. Maar telkens maakten we de omslag en pasten we ons allemaal - studenten, docenten en ondersteunend personeel - vrij snel aan de nieuwe situatie aan. Vorige week beslisten we het volgende academiejaar in een hybride vorm te starten. Deels op de campussen en elders in de stad, deels online. Wel in balans. Op het eerste gezicht lijkt ook dat onmogelijk en niet wenselijk.

pmerkelijk hoe op korte tijd je perceptie van wat mogelijk of onmogelijk is, kan veranderen. Toen we rond 10 maart beseften dat we de universiteit moesten sluiten, achtten we dat eerlijk gezegd onmogelijk. En ook niet wenselijk. Toen we een week later doorhadden dat we voor de rest van het semester aangewezen waren op telewerk en digitaal onderwijs, leek dat weerom onmogelijk. En evenmin wenselijk.

84


Niet alle keuzes die we de voorbije maanden maakten, waren de beste of de enig mogelijke. Absoluut niet. We hebben een onderzoek opgezet naar de ervaringen van docenten en studenten met de digitale leer- en examenvormen. Daar moeten we lessen uit trekken, en omgekeerd de goede dingen onthouden.

We moeten hout vasthouden, maar die werkelijk brutale omslag naar de digitale modus is al bij al goed verlopen.

We moeten hout vasthouden, maar die werkelijk brutale omslag naar de digitale modus is al bij al goed verlopen. Ik ben onder de indruk van onze docenten en onderwijsondersteuners. De voorbije jaren hebben we vele uren vergaderd over nieuwe vormen van onderwijs in het digitale tijdperk. Het enthousiasme was beperkt. Nu maakte de hele universiteit die radicale omslag in een paar dagen tijd.

Ik heb de voorbije maanden vooral geleerd dat de muurtjes tussen wat ‘nu eenmaal zo is’ en ‘waarom niet?’ soms een behoorlijk eind kunnen opschuiven. Wat gisteren uitgesloten leek, kan morgen heel gewoon zijn. Uiteraard hebben die plotse ingrijpende veranderingen ook een schaduwkant. Daar moeten we alert voor blijven. Maar voor instellingen waarin veranderingen zich doorgaans aan het tempo van de processie van Echternach voltrekken, is de afgelopen tijd een soort schoktherapie geweest. Veel van wat vanzelfsprekend was, is dat nu helemaal niet meer. Hoe noemde de oude Marx dat weer? ‘Al het vaststaande verdampt, al het heilige wordt ontwijd.‘ Soms kijk ik terug op een voorbije week en heb dan zowel het gevoel dat ze voorbij is gevlogen als dat er in zeven dagen zoveel is gebeurd als normaal in een heel jaar.

Tegenover telewerken bestond het grootste wantrouwen. Vandaag moeten we toegeven dat het best voordelen biedt. Al was de omslag ook hier brutaal. Als je telewerk moet combineren met de opvang en het onderwijs van kleine kinderen, was de voorbije periode loodzwaar. Als we ooit opnieuw in lockdown moeten gaan, hebben we daar zeker oplossingen voor nodig. Maar ik hoor ook van collega’s die anders uren pendelen hoeveel prettiger en evenwichtiger hun leven is geworden. Ook dat moeten we onthouden.

Ik heb de voorbije maanden vooral geleerd dat de muurtjes tussen wat ‘nu eenmaal zo is’ en ‘waarom niet?’ soms een behoorlijk eind kunnen opschuiven.

Urgentie Ik heb gezien hoe mensen boven zichzelf kunnen uitstijgen en hoe we, als de urgentie groot is, inventief worden. Ik heb opmerkelijke vormen van solidariteit en van voluntarisme gezien. Het onmogelijke bleek mogelijk. Ik heb geleerd dat mensen die zich vroeger tijdens vergaderingen wat op de vlakte hielden makkelijker praten in een virtueel overleg en zo ook de besluitvorming beter maakten. Ik ben bijzonder onder de indruk van de studentenvertegenwoordigers die sinds het begin van de crisis deel uitmaken van het dagelijks bestuur waarmee we de universiteit door de coronacrisis proberen te loodsen. Ik denk niet dat ik op hun leeftijd al zoveel maturiteit had.

Nee, saai waren de voorbije weken en maanden allerminst. Wel leerrijk. En levenslang leren, is dat niet waar we net op moesten inzetten?

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel

85


NIEUWS > ARCHIEF

Negen druppels in negentig jaar

CAROLINE PAUWELS | 23 juli 2020 00:00

Tijd verandert helemaal als de kleinste rekeneenheid een jaar is en als je perspectief dat van de volgende 10.000 jaar is. Het zet de dagelijkse beslommeringen meteen in een heel ander perspectief.

Stromen is in deze context, gegeven de viscositeit van de materie in kwestie, een relatief begrip. Haast onvatbaar traag vormt zich, minuut na minuut, uur na uur, dag na dag, maand na maand, jaar na jaar, een dikker wordende, zich steeds verder uitrekkende druppel, die op een bepaald moment onvermijdelijk afknapt en valt. Dat gebeurde in 1988 met de zevende druppel, in 2000 met de achtste en in 2014 met de negende. Negen druppels in negentig jaar. Het experiment loopt wellicht nog een jaar of honderd, denken de wetenschappers, tot ook de laatste pek zal zijn weggelekt.

H

et langst lopende wetenschappelijke experiment werd in 1927 in Australië opgestart, aan de Universiteit van Queensland. Een fysicus, Thomas Parnell, goot een hoeveelheid verwarmde pek in een trechter en liet die vervolgens drie jaar tot rust komen. In 1930 haalde hij de stop onderaan de trechter weg en kon de pek beginnen stromen.

Met dit leven, met deze wereld moeten we het doen. Er zijn dimensies van tijd en ruimte die ons overstijgen, maar waarbinnen ons leven zich wel afspeelt.

86


Het bijzondere aan het experiment is dat je de druppel niet ziet groeien. Met het blote oog merk je geen beweging. Als je foto’s maakt met maanden of jaren tussentijd, stel je vast dat er effectief iets beweegt. Maar de tijdsdimensie waarbinnen dat bewegen gebeurt, maakt dat we die beweging niet met het oog kunnen registreren.

Geschiedenis Het pekdruppelexperiment werd opgezet om aan te tonen dat sommige vaste stoffen eigenlijk vloeistoffen zijn. Maar het experiment is, onbedoeld, veel meer dan dat. Het illustreert dat ons leven zich altijd afspeelt in meerdere tijdsdimensies tegelijk. Tijdsdimensies die we daadwerkelijk met onze zintuigen kunnen registreren en tijdsdimensies die zich aan onze waarneming onttrekken.

Elk mensenleven voltrekt zich binnen die verschillende tijdsdimensies, ook al zijn we ons daar meestal niet van bewust.

De Franse historicus Fernand Braudel beschreef de menselijke geschiedenis aan de hand van drie tijdsdimensies. Er is le temps évènementiel: de tijd van de dagelijkse gebeurtenissen. Er is le temps conjoncturel: de tijd van de langzaam bewegende technologische, demografische of economische veranderingen, die vaak meerdere mensenlevens omvatten. En er is le temps structurel, de tijd waarin bijvoorbeeld geografische of klimatologische veranderingen plaatsvinden, die pas op heel lange termijn zichtbaar worden. Elk mensenleven voltrekt zich binnen die verschillende tijdsdimensies, ook al zijn we ons daar meestal niet

van bewust, omdat we de verwevenheid ervan in ons dagelijkse leven niet als dusdanig registreren.

Klok In het Londense Science Museum staat de Clock of the Long Now: een klok die als Braudels temps structurel als het ware uitbeeldt. De klok tikt één keer per jaar en doet dat voor de volgende 10.000 jaar. De klok illustreert dat de tijdsdimensie waarin we leven en waarin het op uren en minuten lijkt aan te komen er maar één is. Tijd wordt helemaal anders als de kleinste rekeneenheid een jaar is en als je perspectief dat is van de volgende tienduizend jaar. De Clock of the Long Now deed me denken aan de beroemde foto die de ruimtesonde Voyager 1 in 1990, vanop een afstand van 6 miljard kilometer, van de aarde nam. Op die foto is de aarde niet meer dan een onooglijk blauw stipje, ergens verloren in een uithoek van het heelal. Dat plaatst de dagelijkse beslommeringen meteen in een heel ander perspectief. Zowel de klok als de foto tonen ons de relativiteit der dingen, tonen onze nietigheid en onze kwetsbaarheid. Onwillekeurig doen ze je nadenken over verbondenheid en verantwoordelijkheid: met dit leven, met deze wereld moeten we het doen. Ze tonen dat er dimensies zijn van tijd en ruimte die ons overstijgen, maar waarbinnen ons leven zich wel afspeelt. Negen druppels in negentig jaar. Traagheid die je niet in menselijke termen kunt vatten.

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel


NIEUWS > ARCHIEF

Nutteloos CAROLINE PAUWELS | 26 augustus 2020 14:00

In de coronapandemie wordt snel het onderscheid gemaakt tussen essentieel en niet-essentieel. Maar ook het nutteloze heeft een plek in een samenleving in balans.

thema uit de doeken doen: verwondering. Ik zei toen dat wetenschappers verwondering delen met artiesten en kunstenaars. Verwondering geeft het leven kleur, stuwt ons voort en maakt dat we onze talenten ontplooien en grenzen verleggen. Net als wetenschap opent de theaterkunst vensters op de wereld. Ze zijn het beste middel tegen blikvernauwing.

D

Een bloeiende economie en een wereld in balans hoeven elkaar niet uit te sluiten.

e coronacrisis lijkt ons te doen inzien dat er essentiële en niet-essentiële beroepen zijn. Moeten we jongeren dan voortaan aanmoedigen om vooral arts, viroloog of verpleegkundige te worden? Uiteraard verdienen ze onze bewondering, net als leerkrachten, vuilnisophalers, winkelbedienden en iedereen die de samenleving in de donkere lockdownperiode overeind heeft gehouden.

Bloedende sectoren

Maar als rector van een universiteit die de meest uiteenlopende opleidingen aanbiedt en in een associatie zit met een conservatorium en een filmschool denk ik dat alleen essentiële beroepen promoten geen goede zaak is. Niet zozeer voor de universiteiten en hogescholen, maar voor de samenleving. Want hoe essentieel sommige beroepen ook blijken te zijn tijdens de gezondheidscrisis, en hoe schijnbaar nutteloos andere, in het jaar één na corona zullen we het nutteloze opnieuw koesteren. En ik hoop stellig dat we veel meer dan voor de crisis het diepere nut ervan inzien.

Vandaag lezen we elke dag alarmerende berichten over bloedende sectoren. Niet alleen de cultuursector, maar ook de aanverwante evenementensector, de horeca, het toerisme en ga zo maar door. Het zijn sectoren die mensen samenbrengen. En uiteraard treffen de coronamaatregelen in de eerste plaats alle mensen die professioneel met kunst, cultuur en evenementen bezig zijn. Velen zien zwarte sneeuw in volle zomer. Toch mogen we niet vergeten dat ook een andere groep getroffen wordt, een veel grotere groep: het publiek. Voor vele mensen is theater geen bijzaak maar essentieel.

In Oostende, mijn tweede verblijfplaats, speelt de zee haar eeuwige spel van eb en vloed. Maar toch lijkt iets veranderd. Het gevoel bekruipt me dat er voorbij de einder niets meer is. Corona heeft ons teruggeworpen in een kleinere wereld. Een wereld waar de dimensies van de ontmoeting, de verbeelding en de verwondering aangetast zijn.

Naar aanleiding van TAZ 2020 benadrukte ik de menselijke nood aan collectieve momenten waarbij we opgaan in een groep om samen met anderen spanning te delen, te lachen of triest te worden. ‘In een wereld waar zo veel ons scheidt of uit elkaar drijft, brengt theater ons samen’, schreef ik vorige zomer. Een verplaatsing naar een plaats waar een voorstelling plaatsvindt, is geen niet-essentiële verplaatsing. Het is een essentiële, zij het op voorwaarde dat de voorstelling kan plaatsvinden. Het is de amor mundi van de filosofe Hannah Arendt. Het geloof dat

Zonder corona was ik deze zomer gastcurator geweest van Theater Aan Zee. Toen het festival dat na afloop van de editie 2019 wereldkundig had gemaakt, mocht ik het 88


mensen onlosmakelijk verbonden zijn met elkaar en met de natuur.

inzichten te geven. We hebben bevlogen ondernemers nodig die de economische transitie mogelijk maken. We hebben gedreven wetenschappers nodig die met nieuwe inzichten en innovatieve ideeën op de proppen komen. En uiteraard hebben we alle beroepen die vandaag het etiket ‘essentieel’ krijgen broodnodig. Een wereld in balans heeft ze allemaal nodig. Ons allemaal. Zonder al die heel verschillende bijdragen - ook de zogenaamd nutteloze - is de wereld niet in balans. We hebben elkaar nodig.

Daarom heb ik de oproep van oud-politica Wivina Demeester voor meer ecowelvaart ondertekend. Ook bedrijfsleiders hebben dat gedaan en dat is belangrijk. Een bloeiende economie en een wereld in balans hoeven elkaar niet uit te sluiten. We moeten af van een louter door winst gedreven denken zonder oog voor natuur en klimaat, zonder oog voor individuele ontwikkeling en collectieve beleving, zonder oog voor de privacy - big tech ligt niet voor niets onder vuur - en zonder ruimte voor verwondering.

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel

Corona heeft diepe wonden geslagen. We hebben kunst en cultuur nodig om troost, ontroering en verrassende 89


NIEUWS > ARCHIEF

Blijven doorgaan

CAROLINE PAUWELS | 23 september 2020 06:45

Dit is een hoogst ongewoon, maar tegelijk heel veelbelovend nieuw academiejaar.

Nu kozen we voor een gespreide ceremonie over zes plaatsen op de campussen en in de stad, telkens mét publiek. Een hybride opening, met zes podia en grote schermen en verbindingen, zodat iedereen - dankzij de wonderen der techniek - alles kon volgen. Ook wie niet op een van de zes locaties was. Zijn we overmoedig? Ik denk het niet. Het was Covid-19-proof. Het is ook onze manier om positief te blijven.

W

e zullen doorgaan. Ramses Shaffy heeft in de lage landen postuum voor de soundtrack van 2020 gezorgd. Doorgaan ondanks alles, maar vooral omdat we niet anders kunnen. Zeker in het onderwijs, van de basisschool tot de universiteit.

Voor mij als rector is de opening van dit academiejaar meteen ook de start van jaar één na corona. Ik weet het, de huidige crisis is nog lang niet bezworen, maar in onze hoofden zitten we al verder. We denken aan een wereld die niet alleen verlost is van het virus dat veel samenlevingen zo hard getroffen heeft, maar die ook de uitdagingen van klimaat, diversiteit en humanisme ernstig neemt. We zullen doorgaan, dat is ook wat een recent standbeeld

De wil om door te gaan was dinsdag ook heel voelbaar op de academische opening van mijn universiteit, de VUB. Traditioneel gaat de start van het academiejaar gepaard met een nokvolle Henri Le Boeufzaal in Bozar. 90


op onze campus lijkt te willen zeggen. ‘De Stap’ van kunstenaar Jean Bilquin staat vlak bij het rectoraatsgebouw. Mooi in mijn blikveld als ik niet thuis werk. We hebben het eind vorig jaar geplaatst naar aanleiding van 50 jaar VUB en 185 jaar ULB-VUB. ‘De Stap’ is figuratief en toont een geblinddoekte persoon die met één been een grote stap in het ijle zet. Toch lijkt de figuur - is het een student of een professor? - te blaken van zelfvertrouwen. En van vertrouwen in de toekomst. Omdat we niet anders kunnen, toch?

De wereld, de ‘amor mundi’, is de reden waarom we moeten doorgaan. En waarom we de universiteit zoveel mogelijk op volle toeren laten draaien. Overal in de stad hebben we extra ruimtes gezocht om zo verbonden mogelijk te kunnen doorgaan. Omdat alles digitaal echt geen optie is. We zijn gestart in code geel, volgende week schakelen we gradueel over naar oranje. Het is steevast een delicate evenwichtsoefening, waarbij we rekening houden met het pedagogische project, de fysieke gezondheid en het psychologisch en sociaal welbevinden. Maar we houden de cijfers nauwlettend in het oog, we blijven sensibiliseren om de veiligheidsmaatregelen na te leven. Op ieder van ons komt het aan, oud en jong.

Andere invulling En is dat ook niet precies de situatie waarin we ons vandaag bevinden? Voor de titel van mijn beleidsplan koos ik de uitdrukking ‘The future is a foreign country. They do things differently there.’ De toekomst zal een heel andere invulling krijgen dan ze zonder corona zou hebben gehad. Anders zal niet altijd beter zijn. Het virus en de socio-economische gevolgen van corona hebben nu eenmaal in tal van domeinen grote, soms onomkeerbare schade aangericht.

Gelaagde leercurve In mijn Facebook-post voor de studenten schreef ik maandag dat we met het academiejaar 2020-2021 ‘de stap’ naar 21ste-eeuwse realiteiten zetten. ‘De leercurve is extreem gelaagd, er is veel moed en solidariteit nodig. Veel inzet en hoop. Er zijn de veiligheidsmaatregelen, essentieel om het academiejaar on track te houden en wie we lief hebben te beschermen. Er valt dus veel te zeggen. En te denken. En te twijfelen. Alles even legitiem.’

k gaf de studenten een gedachte van Ernest Hemingway mee: ‘Vandaag is maar één dag in een hele reeks van dagen die nog komen. Maar het zou kunnen dat de gebeurtenissen van alle dagen die nog komen, afhangen van wat jij vandaag doet.’

Ik gaf de studenten een gedachte van Ernest Hemingway mee: ‘Vandaag is maar één dag in een hele reeks van dagen die nog komen. Maar het zou kunnen dat de gebeurtenissen van alle dagen die nog komen, afhangen van wat jij vandaag doet.’ Ik wens alle studenten van alle universiteiten en hogescholen veel succes toe in dit hoogst ongewone, maar tegelijk veelbelovende academiejaar 2020-2021.

Maar tegelijk zullen we met ons allen de toekomst in eigen handen moeten nemen om op veel vlakken zoveel mogelijk vooruitgang te boeken, vooruitgang die zonder de corona-ervaring misschien niet mogelijk zou zijn. Als VUB-gemeenschap hebben we deze week een nieuwe slagzin gelanceerd: De wereld heeft je nodig.

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel

91


NIEUWS > ARCHIEF

Leer leven met onzekerheid als enige zekerheid CAROLINE PAUWELS | 28 oktober 2020 00:10

We moeten af van het idee dat dé experten, dé specialisten en hét beleid het allemaal weten of zouden moeten weten. Het belangrijkste is dat ze over een goede zoekstrategie beschikken om de juiste antwoorden te vinden.

Evolutiebiologen weten dat mensen millennium na millennium almaar beter zijn geworden in het herkennen van patronen in onze omgeving. Door patronen en regelmatigheden te zien en ernaar te handelen, kregen we greep op het onbekende. We leerden welke planten we konden eten, we begonnen natuurverschijnselen te begrijpen, we ontwikkelden technologieën om onze omgeving naar onze hand te zetten. Greep krijgen op het onbekende is wat ook de wetenschap doet. Mythes, verhalen en kunst gaan dan weer over het leven, de liefde en de dood. Ze leren ons omgaan met de existentiële onzekerheden.

S

inds de dag - nu anderhalf jaar geleden - dat ik de diagnose ‘kanker’ kreeg, leef ik met onzekerheden. Over de evolutie van mijn ziekte, over hoe mijn lichaam zal reageren op de behandelingen, over hoe ik mijn job kan blijven doen.

De coronacrisis maakt pijnlijk duidelijk dat hoe complexer de samenleving wordt en hoe meer we in de wereld met elkaar zijn verweven, hoe kwetsbaarder we worden en hoe meer onzekerheden opduiken.

Iedereen die met een ernstige ziekte kampt, kent die onzekerheden. Ze zijn hoogst individueel. Maar nu we een wereldwijde pandemie over ons heen hebben gekregen, zijn gelijkaardige onzekerheden ook een collectieve zaak. We willen weten waar we aan toe zijn. Anders worden we angstig en onrustig. Toen ik onlangs als risicopatiënt een coronabesmetting opliep en preventief in het UZ Brussel werd opgenomen, was ik er ook niet gerust op. Maar tegelijk besef ik dat zowel individuele als collectieve vragen dikwijls onbeantwoord blijven. Is het daarom niet beter onze houding te veranderen? En te leren leven met het onzekere, met het onbekende?

Op veel terreinen zijn we er steeds beter in geslaagd onzekerheden onder controle te krijgen en het onbekende te doorgronden. We weten wat donder en bliksem zijn. Als we ziek worden, gaan we naar de dokter. En als onze internetverbinding uitvalt, is er steevast iemand dat snel fikst.

Ons leventje verloopt doorgaans in een sfeer van vertrouwen in de dingen. Tot dat vertrouwen plots een schok krijgt. Dat is wat - persoonlijk én maatschappelijk - een crisis tot een crisis maakt: het besef dat we vanaf nu blind varen.

Blind Ons leventje verloopt doorgaans in een sfeer van vertrouwen in de dingen. Tot dat vertrouwen plots een schok krijgt. Dat is wat - persoonlijk én maatschappelijk - een crisis tot een crisis maakt: het besef dat we vanaf nu blind varen. 92


Toenemende onzekerheden - over gezondheid, maar ook over werk, identiteit, klimaat... - maken dat nogal wat mensen hun hoop stellen in sterke leiders die eenvoudige oplossingen beloven. Begrijpelijk, maar het zal ons niet verder helpen.

Soms weet ook de grootste expert of de meest daadkrachtige politicus even niet meer wat te doen of wat te verwachten. En toch moeten we verder, moeten we een manier vinden om met deze onzekerheden te leven. Maar hoe doe je dat? Wat moet je daarmee in je job, in je bedrijf of organisatie? Regels, procedures en draaiboeken tekenen doorgaans voor voorspelbaarheid, zekerheid en duidelijkheid. Maar wat als ze niet meer voldoen? En beseffen we wel voldoende dat we in de toekomst eerder veel grotere, dan kleinere onzekerheden voorgeschoteld zullen krijgen? De coronacrisis maakt pijnlijk duidelijk dat hoe complexer de samenleving wordt en hoe meer we in de wereld met elkaar zijn verweven, hoe kwetsbaarder we worden en hoe meer onzekerheden opduiken. Die toenemende onzekerheden - over gezondheid, maar ook over werk, identiteit, klimaat... - maken dat nogal wat mensen hun hoop stellen in sterke leiders die eenvoudige oplossingen beloven. Dat is begrijpelijk, maar het zal ons niet verder helpen. Onzekerheid valt niet in een handomdraai uit te bannen. Laten we dus eerder manieren vinden om ermee om te gaan. Ik stel er graag enkele voor. Vooreerst moeten we af van het idee dat dé experten, dé specialisten en hét beleid het allemaal weten of zouden moeten weten. Het belangrijkste is niet dat ze alle antwoorden kennen, wel dat ze over een goede zoekstrategie beschikken om de juiste antwoorden te vinden.

Bondgenoot Wetenschappers maken twijfel tot hun bondgenoot. Dat is een houding die ons ook in het dagelijks leven en in de samenleving geen windeieren zou leggen. Ik heb als universiteitsrector geleerd dat je je niet te veel moet vastpinnen op al te concrete doelen of ambities. Ik

geloof veel meer in sturing vanuit waarden. Waarden die je - als je oog in oog staat met het onvoorziene - helpen keuzes te maken en beslissingen te nemen. Weet dus vooral wat je wil worden en wat je niet wil worden. De rest is onzeker en heb je niet in de hand.

Laat je omringen door mensen die niet hetzelfde denken als jij. Andere meningen doen ertoe.

En laat je vooral omringen door mensen die niet hetzelfde denken als jij. Andere meningen doen ertoe. De confrontatie met nieuwe en vaak onverwachte inzichten maakt dat je zelf beter gewapend bent om met onzekerheden om te gaan. Ik heb de voorbije maanden geleerd dat de muurtjes tussen wat ‘nu eenmaal zo is’ en ‘waarom niet?’ soms een behoorlijk eind kunnen opschuiven. Veel van wat onmogelijk leek, bleek mogelijk. Het is zoals dichter Jozef Deleu schrijft: het vraagt moed om hoopvol te zijn, meer dan om wanhopig te zijn.

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel


NIEUWS > ARCHIEF

Luisteren naar Terlouw

CAROLINE PAUWELS | 25 november 2020 06:45

Met de schrijver Jan Terlouw deel ik een vertrouwen in de jeugd en in de generatie van onze studenten.

vruchtbare en waardevolle tijd. Maak van je zwakte je kracht, zei hij. Zijn eerste advies was - en dat zal niemand verbazen - om vooral meer te lezen. En ook Netflix-hype ‘The Queen’s Gambit’ is hem duidelijk niet ontgaan, want hij raadde de studenten aan om de coronatijd te gebruiken om beter te leren schaken.

‘G

ebruik deze tijd om na te denken over de toekomst.’ Die boodschap kregen onze studenten te horen van de 89-jarige Jan Terlouw. Dat kwam zo. Vorige week hebben we samen met onze zusteruniversiteit ULB de stichting, in 1834, van de vrije universiteit herdacht. We noemen dat feest Sint-Verhaegen of St. V, naar onze illustere stichter Théodore Verhaegen. Om onze studenten een hart onder de riem te steken - St. V is in normale tijden een studentikoze hoogdag - had ik aan Terlouw gevraagd een videoboodschap in te spreken. De schrijver, ex-politicus en gewezen wetenschapper is ook eredoctor van de VUB.

Na corona Maar Terlouws belangrijkste boodschap ging over de wereld na corona. ‘Bereid jullie daar op voor. Het is een toekomst waarin heel veel van jullie zal worden gevraagd.’ Hij had het over de strijd tegen nepnieuws en hebzucht die de natuur bedreigt, en over de bescherming van de democratie en van de wetenschap, waar sommige politici blijkbaar niet in geloven. ‘De wetenschap die ons zoveel heeft gebracht.’ Ik zie wel degelijk dat de jonge mensen om mij heen grondig nadenken en veel praten. Niet zozeer over hun

Terlouw drukte de studenten op het hart om deze periode van opsluiting en isolement om te buigen tot een 94


Op indrukwekkende wijze hebben de studentenvertegenwoordigers mee de crisis op onze campussen in goede banen geleid. Zonder hun inzichten, hun betrokkenheid en hun verantwoordelijkheidsgevoel hadden we dit ongetwijfeld veel slechter gedaan.

Ik bewonder het dagelijkse maar creatieve verzet van de studenten tegen de gelatenheid en de negatieve gevoelens die met Covid-19 gepaard gaan. Daarom heb ik alle vertrouwen in deze generatie.

toekomst, maar over de toekomst van ons allemaal. Nu dankzij de aangekondigde vaccins de heropening van de samenleving echt in zicht komt, horen we steeds vaker en nadrukkelijker dezelfde boodschap. Een die zich laat samenvatten in de drie woorden die Joe Biden en Kamala Harris beloofd hebben aan de Amerikaanse kiezer: Build Back Better.

Ja, studenten zijn terecht gefrustreerd, verdrietig en soms - heel onrechtvaardig - financieel getroffen. Maar hey, ze zeuren niet.

De studentenoptocht van St. V staat tot ver buiten Brussel bekend om zijn uitbundige en uitgelaten sfeer. Maar kijk naar de editie van vorige vrijdag. Geen bonte studentenoptocht, uiteraard, maar ook geen groepjes studenten die in de stad of in ‘het verborgene’ samenklitten en alle coronamaatregelen aan hun laars lappen. Integendeel, de studentikoze kringen hebben hun verantwoordelijkheid opgenomen en met veel creativiteit een alternatieve virtuele en veilige viering op poten gezet.

Met de ingesteldheid van de huidige generatie jongeren zal het net makkelijker gaan, en niet moeilijker zoals we vaak horen van diegenen die jongeren maar al te graag met de vinger wijzen.

Kolossale problemen

Op de ochtend van St. V herdenken we steevast de studenten die zich tijdens de Tweede Wereldoorlog bij het verzet aansloten en hun heldhaftigheid met de dood moesten bekopen. Vandaag bewonder ik het dagelijkse maar creatieve verzet van de studenten tegen de gelatenheid en de negatieve gevoelens die met Covid-19 gepaard gaan. Daarom heb ik alle vertrouwen in deze generatie. En in de wijsheid van Jan Terlouw.

Better betekent vooral anders. Als we corona achter ons kunnen laten, dan moet dat ook lukken met al die andere kolossale problemen zoals klimaatverandering, ongelijkheid, vluchtelingenstromen. En met de ingesteldheid van de huidige generatie jongeren zal het net makkelijker gaan, en niet moeilijker zoals we vaak horen van diegenen die jongeren maar al te graag met de vinger wijzen wegens te verwend, te mak dan wel te activistisch (het is nooit goed), te dit, te dat, en bovendien zijn ze de grootste verspreiders van het virus!

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel

Het is waar dat jongeren, ook onze studenten, geregeld noodkreten slaken in deze periode van lockdown. Mag het even? Ja, studenten zijn terecht gefrustreerd, verdrietig en soms - heel onrechtvaardig - financieel getroffen. Maar hey, ze zeuren niet. En de jongste maanden heb ik alleen maar vol bewondering kunnen vaststellen dat de grote meerderheid zich aan de regels houdt, omdat ze als de dood zijn voor een besmetting van hun ouders en vooral grootouders.

95


NIEUWS > ARCHIEF

Het ging hard

CAROLINE PAUWELS | 22 december 2020 21:12

Het coronajaar leidde tot een bijzonder hard werkjaar.

We hebben allemaal wel gelijkaardige ervaringen en verlangens, of we hebben ze gezien bij vrienden en collega’s. Hard werken bleek de rode draad. Een andere collega, het hoofd van onze kinderdagverblijven, zou in het najaar met pensioen gaan. Ze had zich begin 2020 opgemaakt voor een rustig jaar waarin ze de fakkel zou overdragen. In de plaats werd het veruit de meest hectische periode uit haar lange carrière, met steeds veranderende regels en omstandigheden. Het was onafgebroken alle hens aan dek om de zo noodzakelijke kinderdagverblijven op een veilige manier draaiende te houden. Om dan plots, op dag één van haar pensioen, van alles naar niets te gaan. Een haast surrealistische ervaring. Bovendien zonder afscheidsfeest.

‘I

k heb nog nooit zo hard moeten werken, nog nooit.’ Het coronajaar 2020 was voor veel mensen beslist geen jaar waarin alles tot stilstand kwam. De uitspraak is van een collega, het hoofd van de dienst Preventie en Milieu. Ik heb met haar en andere collega’s en studenten de voorbije week een reeks gesprekken gehad, die we hebben opgenomen en gedeeld met onze universitaire gemeenschap. Openhartige eindejaarsgesprekken die voor warmte en verbinding moesten zorgen in een tijd waarin die verbinding alleen nog via wifi verloopt. De getuigenissen zijn herkenbaar.

96


Ook het omgekeerde gebeurt: starten met een nieuwe job in tijden van corona. Onze nieuwe CIO moest niet alleen wennen aan zijn team, maar er meteen ook leiding aan geven. Zijn collega’s kon hij alleen leren kennen op een afstandelijke virtuele manier. Volgens onze CIO was het uitermate moeilijk om voeling te krijgen met de organisatiecultuur. En ook hij stond in de frontlinie. Microsoft Teams uitrollen in een week, niemand had dat voor mogelijk gehouden. Maar tegelijk was er de pijnlijke vaststelling dat je zulke successen niet even met je team kan vieren.

Voor collega’s met kinderen was het vaak loodzwaar. Ze draaiden dubbele shiften en moesten vaak tot een stuk in de nacht doorwerken om alles gecombineerd te krijgen. Het contact tussen proffen en studenten is verstoord. Sommige studenten zie je helemaal niet, omdat ze hun camera uitzetten om minder bandbreedte in te nemen en zo een betere verbinding te hebben. De thuissituatie en de kwaliteit van het internet hebben impact. Het voorbije jaar hebben we echt wel de grenzen van het afstandsonderwijs afgetast. Is dat allemaal wel mogelijk zonder studieduurvertraging? Of zonder kwaliteitsverlies? Ja, omdat het moet. Maar de vragen zijn legitiem. Studenten

Doctoraat Een andere collega verdedigde in juni zijn doctoraat. In plaats van honderd aanwezigen waren er nu tien mensen in de zaal. Ook hier geen uitbundig feest achteraf, als bekroning van jaren hard werken. Het klinken uitstellen? Misschien, maar het momentum is toch een beetje voorbij.

Voor onze studentenvertegenwoordigers was het ook een jaar in overdrive. ‘Het gaat niet goed met een groot deel van de studenten’, vertelde de voorzitster van de studentenraad. Er zijn lange wachtrijen bij de studentenpsychologen. ‘Het welzijn van onze medestudenten verbeteren was voor ons de motivatie om te blijven doorgaan.’ Ook al was het voor de voorzitster zelf niet makkelijk. Ze is Nederlandse en kon maandenlang niet naar haar familie. ‘Ik wist niet dat ik me zo fundamenteel alleen kon voelen.’

Het contact tussen proffen en studenten is verstoord. Sommige studenten zie je helemaal niet.

Tijdens de gesprekken werd ook duidelijk wat zo snel mogelijk moet terugkomen. Fysiek contact, spontane ontmoetingen, internationale conferenties bijwonen, je studerende kinderen in het buitenland bezoeken, naar Toscane reizen, maar ook gewoon op café gaan, ja, er leefde zelfs een verlangen naar de ranzige toiletten van de studentenfuifzaal.

Een collega-academica beviel dan weer van een kind. Al bleek dat in tijden van corona nog mee te vallen. Zowel in het ziekenhuis als nadien thuis was het uitzonderlijk rustig en stil, zonder het gebruikelijke babybezoek en de wekenlange drukte. Dat vond de kersverse mama wel prima. Maar haar onderwijs was een ander paar mouwen. De afwezigheid van fysiek contact met studenten vraagt een heel specifieke en tijdrovende voorbereiding.

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel

97


NIEUWS > ARCHIEF

Licht

CAROLINE PAUWELS | 27 januari 2021 00:05

We moeten streven naar een rechtvaardiger verdeling van de kansen. En niet vrijblijvend, maar met praktijktests, quota en andere maatregelen waar die nodig zijn.

ons. Mijn universiteit heeft daar zopas 44 opinies aan toegevoegd. In het boek ‘Migratie, Gelijkheid & Racisme’ laten wetenschappers van heel uiteenlopende disciplines - van juristen over gezondheidswetenschappers tot filosofen - hun licht schijnen op wat er verkeerd loopt en hoe het anders en beter kan. Met heel concrete aanbevelingen. Ook mensen van buiten de universiteit werkten mee, zoals Tunde Adefioye, de stadsdramaturg van

A

ls er iets is wat tijdens de coronacrisis niet uit het debat is verdwenen, dan is dat zonder twijfel het racisme. Het voorbije jaar ging niet alleen corona viraal, maar ook Black Lives Matter en de raciale ongelijkheid die de beweging aan de kaak stelt.

Onze samenleving is beslist gebaat met geïnformeerde debatten die niet louter gebaseerd zijn op de eigen mening, de persoonlijke ervaring of een net gelezen krantenartikel.

Over thema’s als migratie, gelijkheid en racisme heeft iedereen wel een mening. In de VS, maar ook bij 98


de Koninklijke Vlaamse Schouwburg. Hij roept de universiteiten op een master in etnische studies te organiseren, naar analogie met de Black Studiesprogramma’s in de Angelsaksische wereld. Zo’n master kan de leefwereld van Afrikaanse, Marokkaanse en Turkse Belgen en andere gekleurde bevolkingsgroepen in kaart brengen en documenteren, maar er ook toe bijdragen dat hun strijd voor meer kansen in onze samenleving op meer begrip en waardering kan rekenen. De publicatie is een oproep om het debat over migratie te voeren met kennis van zaken. Onze samenleving is beslist gebaat met geïnformeerde debatten die niet louter gebaseerd zijn op de eigen mening, de persoonlijke ervaring of een net gelezen krantenartikel. Vooral het ‘wij-zij’-denken blijkt nefast voor de kansen van minderheden. Dan gaat het over hun slaagkansen in het ingewikkelde Belgische onderwijssysteem, hun kansen om een goede job te vinden, of een woning naar keuze te huren.

Amanda Gorman Om minderheden en migranten dezelfde kansen te geven op een goed leven is er dus een andere collectieve mentaliteit nodig, een wij-verhaal. Dat is ook de eenheid waarover Amanda Gorman het had in haar indrukwekkende gedicht tijdens de eedaflegging van Joe Biden als 46ste president van de Verenigde Staten. De 22-jarige dichteres riep op bewust een eenheid te smeden ‘to compose a country committed to all cultures, colors, characters, and conditions of man’. Volgens Gorman moeten we de blik niet richten op wat ons scheidt, maar wel op wat voor ons ligt. Een toekomst waarin we elkaar kunnen omarmen. Jammer dat de in september overleden opperrechter Ruth Bader Ginsberg het niet meer heeft mogen meemaken. Ze zou in Gormans woorden de weerklank hebben gehoord van haar levenslange strijd tegen

ongelijkheid. Van Ginsberg tot Gorman: hebben we het over het ‘andere’ Amerika? Of is dit net het echte Amerika? En is wat we de voorbije jaren hebben kunnen aanschouwen de uitzondering in de geschiedenis van een groots land dat al zo vaak tot grootse verwezenlijkingen in staat is gebleken, ook op maatschappelijk vlak? Om minderheden en migranten dezelfde kansen te geven op een goed leven is er een andere collectieve mentaliteit nodig, een wij-verhaal.

Ik geloof eerder in de tweede verklaring. En ik geloof eveneens dat wat grondig verkeerd loopt in de VS ook bij ons allesbehalve perfect is. Anders zou de schokgolf die de weerzinwekkende dood van George Floyd heeft veroorzaakt niet zo’n impact hebben gehad op hoe we zelf naar onze eigen samenleving en de ongelijkheid tussen bevolkingsgroepen kijken. En de ongelijke behandeling door de politie. Maar laten we met Gorman nu vooral vooruitkijken. Laten we ongemakkelijke waarheden niet langer uit de weg gaan en in ons onderwijs, op onze arbeidsmarkt en waar dan ook de kansen rechtvaardiger verdelen. En laten we dat niet vrijblijvend doen, maar met praktijktests, quota en andere maatregelen waar die nodig zijn. We moeten allemaal ons deel doen. Maar gelukkig is er altijd licht, ‘if only we’re brave enough to see it. If only we’re brave enough to be it.’ Die moed moeten we bij elkaar rapen om van de wereld na corona een rechtvaardiger plek te maken voor iedereen.

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel


NIEUWS > ARCHIEF

De mars op Mars

CAROLINE PAUWELS | 24 februari 2021 01:00

De geopolitieke strijd om Mars is helemaal losgebarsten

I

s there life on Mars? Voor Bowie komt het antwoord te laat. Al tweette Beatle Ringo Starr dat ‘David Bowie will be pleased’, meteen na de succesvolle landing van de marsverkenner Perseverance vorige week. Na de zeven minuten van horror – de omschrijving van dat allerlaatste maar aartsmoeilijke stukje van de lange reis die op 30 juli begon – kregen we het uitbundige gejuich te zien van de vele NASA-medewerkers. De voorbereiding van de lancering gebeurde in volle pandemie, wat de prestatie alleen maar indrukwekkender maakt. En de landing – onder een andere president dan bij de lancering – was beslist opbeurend nieuws in deze schijnbaar uitzichtloze periode. 100

Een paar jaar geleden, in november 2018, kreeg ik de unieke kans om bij NASA een vergelijkbare landing van de Marslander InSight live en fysiek mee te maken. Ik heb al vaker gezegd dat die ervaring onvergetelijk was. Er is de onvoorstelbare precisie waarmee de hele operatie verloopt, het onderliggende wetenschappelijke teamwork ook, maar ook toen al troffen mij de emoties die zo’n missie losmaakte. Niet alleen bij de mensen van NASA, maar zowat overal in de wereld, ook bij ons. Terecht zijn we trots op het technologisch en wetenschappelijk vernuft dat Marsmissies mogelijk maakt. We hebben zo’n droom nodig. Maar dromen zijn ook hier misschien een beetje bedrog. Door gesprekken met collega’s uit de natuurkunde en de exacte wetenschappen ben ik alvast een stuk genuanceerder geworden. Het prijskaartje is bijvoorbeeld astro-


nomisch hoog: alleen al de robotjeep heeft meer dan 2 miljard gekost. Dat mag uiteraard, alleen is het niet perse zinvol om apparaten, laat staan mensen naar de maan of naar Mars te sturen. Vandaag kunnen we immers al gigantisch veel observeren met sensoren die zich op aarde of op satellieten net buiten de atmosfeer bevinden. Dat is zoveel goedkoper én efficiënter dan tuigen – al dan niet bemand - te laten neerploffen op Mars. En minstens even vernuftig. Signalen vanuit het heelal bereiken ons via ruimtetelescopen zoals Hubble, via het internationale Icecube-project op de Zuidpool waar wetenschappers onder wie een aantal VUB-collega’s - hoogenergetische neutrino’s detecteren. We exploreren het universum aan de hand van radiogolven en met de geplande Einstein Telescoop via gravitatiegolven.

De strijd om Mars is duidelijk op kruissnelheid gekomen. En dat in de context van een wijzigend geopolitiek, maar ook commercieel opbod.

Kortom, we hoeven niet zo nodig ‘dapper te gaan waar geen mens ooit is geweest’. Ook al maakt het natuurlijk wel indruk, zo’n Marsmissie met een robotjeep. De Perseverance gaat op zoek naar sporen van (vroeger) microbiologisch leven. Maar zal ook mee de basis leggen voor toekomstige bemande missies naar de rode planeet. De strijd om Mars is duidelijk op kruissnelheid gekomen. En dit in een wijzigend geopolitiek, maar ook commer-

cieel opbod. China en de Verenigde Arabische Emiraten hebben intussen ook tuigen in een baan om onze buurplaneet. De Chinezen willen snel werk maken van een landing. Mars is in opmars als nieuwe arena om elkaar de loef af te steken. Om te imponeren met het eigen technologisch vernuft. En straks gaan we Mars ook nog commercieel exploiteren. Elon Musk wil mensen naar Mars brengen. Zijn Tesla Roadster die rond de zon draait met de levensgrote pop Starman aan het stuur en die andere Bowie-klassieker Space Oddity op eindeloze repeat – is een vroege promotie voor een nieuw soort toerisme: ruimtereizen Musk. Laten we toch vooral hopen dat onze groeiende kennis van het heelal – in de eerste plaats door observatie - onze kwetsbaarheid duidelijk maakt. De beroemde Amerikaanse astrofysicus en wetenschapscommunicator Carl Sagan zei treffend dat ons begrip van de ruimte ons alleen maar kan aanzetten om heel goed voor de aarde te zorgen: ‘the pale blue dot’ is onze enige thuis. Een lichtblauwe stip op een iconische foto die ruimtesonde Voyager 1 vanop zes miljard kilometer maakte. En wist Einstein al niet dat er maar twee dingen oneindig zijn: het universum en de menselijke domheid. En van het universum wist Einstein het nog niet helemaal zeker. Een reden te meer om de oproep van Carl Sagan eindelijk ter harte te nemen. We hebben maar één planeet aarde.

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel

101


NIEUWS > ARCHIEF

Heropen de terrassen op het Vrijheidsplein

CAROLINE PAUWELS | 24 maart 2021 00:05

Flink wat mensen zijn niet bereid vormen van vrijheid te dulden die ze onuitstaanbaar vinden.

de keuzes die je medeburgers maken. Maar het is alleen door die prijs te betalen dat we zelf in alle vrijheid onze toekomst kunnen vormgeven.’

De verontwaardiging van de jonge generatie over ‘oude vormen en gedachten’ is doorgaans terecht. Maar van de cancelcultuur ben ik minder fan.

W

e snakken vandaag slechts naar één ding: het rijk van de vrijheid. Dat betekent voor iedereen iets anders, al zal het contrast met de huidige beklemmende situatie doorgaans gelijkaardig zijn. Minstens even belangrijk als bewegingsvrijheid is de vrijheid van meningsuiting.

Daar wringt het schoentje. Nogal wat mensen zijn niet bereid vormen van vrijheid te tolereren die ze onuitstaanbaar vinden. De bloedige aanslagen in Brussel en Zaventem, waarvan we maandag de vijfde verjaardag hebben herdacht, waren in de eerste plaats een aanval op

Vlaams minister van Samenleven Bart Somers (Open VLD) maakte zich eerder deze week in De Standaard zorgen over de vrije samenleving. ‘Hoe vrijer een samenleving is, hoe vaker je jezelf niet zal herkennen in 102


de vrije samenleving. Wie het toenmalige kalifaat van IS als het hoogste ideaal ziet, beschouwt intolerantie als een deugd. In Brussel is er een statig plein met gezellige terrassen onder de bomen: het Vrijheidsplein. Er komen vier straten op uit, vernoemd naar de grondwettelijke vrijheden: de Onderrichtstraat, de Verenigingsstraat, de Drukpersstraat en de Eredienststraat. Het strakke ordelijke stratenplan op een steenworp van het parlement steekt schril af bij hoe de vrijheden zich in de praktijk verhouden: botsend.

Woke De nieuwste spelmaker die ons vandaag wakker schudt, is de generatie die zich woke noemt. Is woke zijn (zich zeer be­wust zijn van ra­cis­me en so­ci­aal on­ recht tegenover min­der­he­den, red.) vooral een zaak van universiteitscampussen? Als rector van zo’n campus, valt dat moeilijk te zeggen. Radicale meningen worden nu eenmaal snel uitvergroot door de sociale media en de pers. Daardoor lijkt het misschien groter dan het is. Ook in de Angelsaksische wereld, waar het vandaan komt. Maar sommigen zien woke, of toch de radicaalste uitingen ervan, als een bedreiging voor de vrijheid van meningsuiting. Verontwaardiging is van alle tijden. Alleen is de huidige jonge generatie internationaler en vooral veel diverser.

Misschien gaat het om niets meer dan wat elke jonge generatie ervaart en op een eigentijdse manier verwoordt: de botsing tussen de wereld zoals ze zou moeten zijn en de wereld zoals ze jammer genoeg

(maar) is. Je krijgt op school te horen dat mensenrechten het fundament van alles zijn en vervolgens lees je dat België wapens levert aan foute landen. Op school leer je duurzaam te zijn en vervolgens stel je vast dat de politiek niet van het klimaat wakker ligt. Iedereen is gelijk, maar als je een donkere huid hebt, word je sneller geviseerd door de politie. Verontwaardiging is van alle tijden. Alleen is de huidige jonge generatie internationaler en vooral veel diverser. Ze gaat op zoek naar een geschiedenis die de ‘witte middenklasse’ minder bezig houdt: de geschiedenis van het zuiden, van de kolonisatie, van de slavernij. Door die geschiedenis aan de wereld van vandaag te koppelen krijg je een heel kritische kijk en dat is goed. Ook de verontwaardiging over ‘oude vormen en gedachten’ die voortleven, is doorgaans terecht.

Cancel Maar van de cancelcultuur ben ik minder fan. Als er geen dialoog, geen debat, geen discussie - hoe verhit ook - mogelijk is op een terras op het Vrijheidsplein, zal je net die mensen die je op andere gedachten wilt brengen nooit veranderen. Als je anderen het spreken wilt beletten door hun meningen uit te sluiten, dreigt verdere polarisering. Begrijp me niet verkeerd. Ik moedig studenten aan om radicale standpunten in te nemen. Iets tot in de uiterste consequenties doordenken, is wat we allemaal meer zouden moeten doen. Maar blijf tegelijk in debat gaan. Weet je wat ik ook mis in het debat over vrijheid? Een portie blijheid. Humor. De lach, als tegengewicht voor al te bittere ernst, werkt bevrijdend.

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel


NIEUWS > ARCHIEF

Moedeloos

CAROLINE PAUWELS | 28 april 2021 00:10

Je kan soms moedeloos worden van de uitzichtloosheid van het lot van anderen.

Of komt het doordat die verlatenheid de tientallen sans papiers zo in het oog doet springen? De papierlozen hebben al geruime tijd hun intrek genomen in een vleugel Terwijl wij onze toevlucht hebben gezocht tot een digitale, en ja, papierloze Zoom-wereld, en terwijl het gemis aan echt menselijk contact zwaar weegt, zijn de sans papiers op een nog veel schrijnender manier afgesneden van de echte wereld.

T

erwijl de lente in het land is, de natuur voor de tweede keer in tijden van corona opleeft en de vogels zingen alsof er niks aan de hand is, voel ik me moedeloos. In plaats van dergelijke gevoelens te verdringen, is het soms goed er bij stil te staan. Waarom moedeloos terwijl de zon volop schijnt en onze groene stadscampus op zijn mooist is? Is het omdat de campus nog altijd veel te leeg is, met een beperkt aantal studenten dat fysieke lessen kan volgen?

van een gebouw op de campus. Ze doen niemand kwaad, ze mogen voorlopig blijven, maar tegelijk is er het besef

104


dat hun situatie uitzichtloos is. Terwijl wij onze toevlucht hebben gezocht tot een digitale, en ja, papierloze Zoom-wereld, en terwijl het gemis aan echt menselijk contact zwaar weegt, zijn de sans papiers op een nog veel schrijnender manier afgesneden van de echte wereld. Ze hebben namelijk geen toegangsticket. Ze hebben alleen uitzicht op nog meer uitzichtloosheid. Studenten, collega’s en anderen proberen hen te helpen waar mogelijk. Maar de dromen die deze mensen hadden toen ze hun tocht naar een beter leven aanvatten, zijn bruusk verdreven door een pijnlijk ontwaken in een permanente wachtkamer.

afzondering van Ahmadreza - het leek de laatste etappe voor z’n terechtstelling - recent ongedaan is gemaakt? Zeker, we moeten ons vastklampen aan elk sprankeltje hoop. Maar of hij er zelf beter aan toe is, valt te betwijfelen. De berichten over zijn gezondheidstoestand die ons bereiken, blijven alarmerend. Maar kijk, soms loopt het toch ook goed af. Ahmet Altan, de Turkse journalist, schrijver en opposant die in zijn cel beklijvend onder woorden bracht dat hij de wereld nooit meer zou zien, is recent vrijgelaten. Vorig jaar kreeg Het is niet omdat je complexe problemen kan plaatsen en begrijpen dat ze je koud laten.

Schijnwereld En ja, dat maakt me moedeloos. Het is niet omdat je complexe problemen kan plaatsen en begrijpen dat ze je koud laten. Zoals de meesten onder ons ook wel begrijpen dat er geen alternatief is voor de schijnwereld waarin het virus ons gedrongen heeft. Maar tegelijk lijden we onder de situatie. Iedereen reageert anders, maar bij sommigen snijdt het heel diep. Ook bij studenten. We hebben ze allemaal proberen op te bellen en de meeste zijn oké, maar er is ook een groep die het zwaar heeft. En een deel is gewoon onbereikbaar. Heeft hun moedeloosheid de overhand genomen en hebben ze afgehaakt? Ik denk ook vaak aan onze VUB-collega Ahmadreza Djalali. Al vijf jaar zit hij weg te kwijnen in een Iraanse cel, met alleen uitzicht op de dood, want dat is wat hij volgens de Iraanse autoriteiten verdient. Hij kreeg een in alle opzichten onwaardig schijnproces, daarover bestaat internationale eensgezindheid, maar de vereende academische, politieke en diplomatieke krachten lijken volstrekt machteloos te staan. Is het een lichtpunt dat de

hij van de universiteiten VUB en ULB de prijs voor de vrijheid van meningsuiting die we elk jaar uitreiken naar aanleiding van de werelddag van de persvrijheid op 3 mei. Met een aantal partners organiseren we op die dag het evenement Difference Day. Over enkele dagen is het weer zover, helaas voor de tweede keer op rij virtueel. Maar ik hoop dat Altan snel naar Brussel zal kunnen komen om zijn prijs fysiek in ontvangst te nemen. En dat corona dan echt voorbij en Ahmadreza vrij zal zijn. En dat ook de sans papiers op onze campus een uitweg uit hun uitzichtloosheid zullen hebben gevonden. Zo maakt moedeloosheid plaats voor nieuwe hoop.

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel

105


NIEUWS > ARCHIEF

Loopgraven zijn valkuilen

CAROLINE PAUWELS | 26 mei 2021 00:10

We verkiezen almaar meer de geborgenheid van de eigen echokamer, waar we ons met gelijkgestemden kunnen wentelen in het eigen grote gelijk

‘I

k omvat massa’s’, zingt de deze week tachtig geworden Bob Dylan, die als eerste van zijn gilde de Nobelprijs voor de Literatuur kreeg. ‘I’m a man of contradictions, I’m a man of many moods. I contain multitudes’, klinkt het op zijn jongste, alom bejubelde album.

anderen zijn fout en onuitstaanbaar. We maken ze tot aartsvijand in een virtuele loopgravenoorlog. Sommigen grijpen fysiek naar de wapens. Instant voorpaginanieuws, met een hoop fanatieke steunbetuigingen erbij. Jürgen Conings is op sociale media nog explosiever dan La Boum. Groepen mensen reduceren tot één kenmerk is onmogelijk. Toch doen we dat almaar meer. De anderen zijn fout en onuitstaanbaar. We maken ze tot aartsvijand in een virtuele loopgravenoorlog.

‘World, what is wrong with you?’ Björn Soenens, de VS-correspondent van de VRT, verwoordde het treffend het voorbije weekend op Facebook. Aan de hand van een

Een authentieke mens reduceren tot één enkele identiteit is onmogelijk. Groepen mensen reduceren tot één kenmerk is dat ook. Toch doen we dat almaar meer. De 106


resem recente voorbeelden kaart hij de extreme polarisatie aan. Hij heeft het niet alleen over fanatici, maar ook over een gepland interview met een Amerikaanse professor economie die radicaal anders denkt over de staatsschuld. ‘Stephanie Keltons ‘De mythe van de staatsschuld’ maakt furore in de hele wereld en zet veel mensen aan het denken over wat we altijd geloofd hebben. Dat op zich is al interessant om een reportage over te maken. Maar, wat merk ik op mijn sociale media? Ik word aangevallen door Vlaamse economen, nog voor het interview is afgenomen. ‘Fake news’, tweette een bekende econoom. Een andere zei dat die Amerikaanse econome onzin verkoopt en geen aandacht verdient.’

Machtsspel Soenens ziet het als een bedreiging van de vrije journalistiek. ‘Gaan sociale media een machtsspel spelen over wat ik mag en kan maken, en wie ik mag interviewen? Ik heb dit in mijn lange loopbaan nooit eerder meegemaakt.’ Wie een stelling durft te posten belandt haast ogenblikkelijk in een stellingenoorlog. Of krijgt doodsbedreigingen.

We verkiezen almaar meer de geborgenheid van de eigen echokamer, waar we ons met gelijkgestemden kunnen wentelen in het eigen grote gelijk. Maar was dat vroeger ook niet zo? De vorige eeuw hebben tientallen miljoenen mensen het leven gelaten in oorlogen veroorzaakt door fanatici. Maar in 1945 was er het besef dat alleen overleg,

dialoog en samenwerking soelaas konden brengen. De naoorlogse samenleving bracht meer welvaart en vrede. Ja, er waren ook toen extremisten die geen vrede namen met de welvaart, zoals de extreemlinkse Rote Armee Fraktion of de CCC. Maar de samenleving raakte niet uit balans. Het midden bleef dominant. Vandaag lijkt er voor velen maar één juiste positie: een zo radicaal mogelijke. Wokeness is in se goed, maar in z’n extreemste vorm maakt het gesprekken met andersdenkenden onmogelijk. Aan de andere zijde van het spectrum zien we de extreemrechtse Facebook-groepen waarin de journalisten Hind Fraihi en Bas Bogaerts twee jaar lang hebben rondgewaard. Het oordeel van Fraihi, in een interview in De Standaard vorig weekend, klinkt genuanceerd: ‘Er is een dedain gegroeid. Het Vlaams Belang, dat zijn marginalen waarop je mag kakken. Dat mechanisme van links is hetzelfde dat Vlaams Belang gebruikt tegen vreemdelingen. We moeten daar vanaf. We moeten elkaar zien als medemens.’ Kortom, we maken elkaar almaar radicaler. Emoties bepalen het debat, met die ondertoon van haat, woede en frustratie die we overal op sociale media aantreffen. Met stemmingmakerij als strategie. Wie een stelling durft te posten belandt haast ogenblikkelijk in een stellingenoorlog. Of krijgt doodsbedreigingen, zoals viroloog Marc Van Ranst. Zal het wijken van de pandemie tot een afkoeling van al die oververhitte geesten leiden? Het tij keren is absoluut nodig. We moeten het debat van de uitersten weer naar het midden brengen, waar we elkaar met open vizier tegemoet kunnen treden. Loopgraven dienen onze zaak niet. Loopgraven zijn valkuilen.

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel


NIEUWS > ARCHIEF

Bouwen aan vertrouwen

CAROLINE PAUWELS | 23 juni 2021 00:10

We moeten niet alleen voorbij de pandemie kijken, maar al wat al lang fundamenteel fout loopt eindelijk aanpakken.

dat haarfijn uit te leggen. Maar ondanks de geopolitieke motieven vind ik dat Build Back Better niet alleen goed bekt, maar ook juist klinkt. Die drie woorden vatten de opdracht waar we met ons allen voor staan perfect samen. Als we met Europa, de VS, Canada en Japan duurzaam willen heropbouwen, zullen we ook moeten bouwen aan het vertrouwen van de burgers in de instellingen.

B

ij aannemer Joe kan je terecht voor het betere bouwwerk. De Amerikaanse president - vorige week nog in Brussel - heeft zijn geliefde slogan ook aan de G7 kunnen slijten: Build Back Better for the World. Joe Biden wil graag dat de westerse economieën hun duit in het zakje doen om arme en opkomende landen vooruit te helpen. En daarbij China met zijn Nieuwe Zijderoute dwarsbomen.

Sinds maart vorig jaar hebben we alles uit de kast gehaald om niet alleen ons gezondheidssysteem, maar ook het bedrijfsleven, het onderwijs en tal van andere sectoren maximaal overeind te houden. Het kostte bloed, zweet en tranen. En het was niet overal mogelijk, denk maar aan de ravage in de cultuursector en de horeca.

Ik weet wel dat het om stratego op wereldschaal gaat. Op onze campus lopen genoeg collega’s rond om me 108


De dodentol van de pandemie blijft uiteraard het ergst - we moesten er alles aan doen om erger te vermijden. Maar nu de wetenschap de hemel heeft doen opklaren, zien we pas helder hoe onze samenleving eraan toe is. Laten we het momentum gebruiken om niet alleen voorbij de pandemie te kijken, maar alles wat al lang fundamenteel fout loopt in onze wereld eindelijk aan te pakken. De G7 wil multinationale ondernemingen meer belasten. Dat is een goede start. En als de wereldwijde investeringen in arme en opkomende landen gebeuren met respect voor het milieu, het klimaat en de arbeidsvoorwaarden - waarmee de G7-landen het verschil met China willen maken - dan klinkt dat hoopvol. Als we met Europa, de VS, Canada en Japan duurzaam willen heropbouwen, zullen we ook moeten bouwen aan het vertrouwen van de burgers in de instellingen.

PFOS Dichter bij huis kan het ook veel beter. Algemeen hoofdredacteur Isabel Albers schrijft terecht dat het verontrustend is ‘dat het PFOS-schandaal rond 3M is kunnen gebeuren ondanks al die reglementering en procedures’. De overdreven focus op regels en reglementen mist Het is een paradox: nooit eerder waren er zo veel controlemechanismen om te voorkomen dat zaken fout lopen, tegelijk hebben velen van ons geen greintje vertrouwen meer in een goede afloop.

geregeld zijn doel. Onze universiteit kreunt er ook onder, vooral ons universitair ziekenhuis ondervindt het elke dag. De CEO van het UZ Brussel Marc Noppen zegt dat de bureaucratie en complexiteit van ons land niet alleen de gezondheidszorg aantast, maar in volle coronacrisis ook mensenlevens heeft gekost. Marc benoemt de dingen en heeft er pas een bevlogen boek over geschreven, met de passende titel: ‘Gewoon anders. Een vurig pleidooi voor een ongewone gang van zaken’. Laten we duurzaam bouwen aan vertrouwen. Ook bij de burgers. Recent onderzoek van de VUB en de Koninklijke Militaire School toont aan dat desinformatiecampagnes het vertrouwen van de burger in het vaccin én van de consument in het economisch herstel wel degelijk hebben aangetast. Fake news fnuikt het vertrouwen en dat is verontrustend. Het is ook een paradox: nooit eerder waren er zo veel controlemechanismen om te voorkomen dat zaken fout lopen, tegelijk hebben velen van ons geen greintje vertrouwen meer in een goede afloop. Hoger opgeleiden blijken wel vertrouwen te hebben in de wetenschap en de overheid. We zien dat onderwijs de sleutel is, of toch een van de sleutels, willen we duurzaam bouwen aan vertrouwen. Wij zijn klaar om na de zomer een nieuwe generatie eerstejaarsstudenten te verwelkomen. Op campussen waar niet alleen het gras, maar ook de rest weer groen is. Eindelijk. Toch?

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel


NIEUWS > ARCHIEF

Het rijk der vrijheid van Caroline Pauwels | Ons ongeduld verliezen

CAROLINE PAUWELS | 28 juli 2021 00:05

Nu we ernaar hunkeren het rijk der vrijheid ongeschonden terug te krijgen steekt ons ongeduld opnieuw stokken in de wielen.

In bevreemdende en beklemmende tijden is het misschien goed te rade te gaan bij Franz Kafka. Volgens de Duitstalige schrijver vloeien alle zonden van de mens voort uit één hoofdzonde: ongeduld. Door ons ongeduld zijn we uit het paradijs verdreven en door datzelfde ongeduld raken we er niet opnieuw in.

S

We kunnen het aforisme van Kafka vertalen naar wat we nu meemaken: ons ongeduld heeft een ongebreidelde vooruitgang op gang gebracht en de fauna en flora overhoop gehaald, waardoor de pandemie mogelijk werd. En waardoor ons vertrouwde rijk van de vrijheid plots een akelige gedaanteverwisseling onderging.

oms lijkt het alsof het rijk van de vrijheid zoals we dat voor corona kenden een paradijs op aarde was. Daar hebben het maandenlange gemis in combinatie met de onzekerheid van het moment toe geleid. We lijken de problemen die ons voor corona in hun greep hielden te bagatelliseren en we herleiden de oude wereld tot die ene vaststelling: we waren vrij! 110


In deze krant voor vooruitziende mensen lanceer ik graag een contra-intuïtieve boodschap: laten we het bij het nu houden.

Nu we ernaar hunkeren het rijk der vrijheid ongeschonden terug te krijgen steekt ons ongeduld opnieuw stokken in de wielen. Het kan niet snel genoeg gaan. Ook de politiek voelt de immense druk en wil uitpakken met goed nieuws, terwijl het virus zich niet zomaar gewonnen geeft. De weg naar het vrijheidsparadijs is een processie van Echternach. Het rijk der vrijheid ligt binnen handbereik en is tegelijk even ontoegankelijk als het kasteel in Kafka’s onafgewerkte roman ‘Het slot’.

Op veel vragen komt geen definitief antwoord. It ain’t over ’til it’s over. De toekomst is voorwaardelijk.

De zomer is halfweg en als we alle vragen, twijfels en onzekerheden laten doordringen, voelen we ons ver van huis en allesbehalve zorgeloos. Voor een universiteitsrector is dat niet anders. Hoe zal het nieuwe academiejaar beginnen? Gooien virusvarianten roet in het eten? Wat met de financiële draagkracht van de overheid? Zullen we dat als universiteit voelen?

Bruisen En dan zijn er de dingen waar ik persoonlijk enorm naar uitkijk. Zal de cultuursector weer bruisen als weleer, toen we nog in het spreekwoordelijke paradijs woonden? Zal

Theater Aan Zee, het Oostendse theaterfestival waarvan ik gastcurator ben, een culturele lente inluiden, midden in de zomer? We hebben allemaal vragen over de toekomst van zowel de grote wereld als die van onze kleine, maar daarom niet minder belangrijke, leefwereld. We hebben genoeg redenen om overal hoop te zien, in de eerste plaats dankzij de wetenschap en de zorgsector die bergen hebben verzet. Maar er zijn ook genoeg redenen om ons suf te piekeren, vooral omdat op veel vragen geen definitief antwoord komt. It ain’t over ’til it’s over. De toekomst is voorwaardelijk. Zou het geen goed idee zijn even op te houden met angstig vooruit te blikken? En laten we in één beweging ook stoppen met nostalgisch terug te blikken. In deze krant voor vooruitziende mensen lanceer ik graag een contra-intuïtieve boodschap: laten we het bij het nu houden. Na alles wat we hebben meegemaakt, mogen we beslist even van de zomer en de zon genieten. Er zijn nog altijd beperkingen, maar we kunnen toch al heel wat dingen doen die we lang hebben gemist. Laten we die dan ook doen en er volop van genieten. Fysiek samenzijn, opnieuw schoorvoetend op reis gaan of vakantie in eigen land nemen, en vooral: weer wat zorgelozer zijn. Even in het hier-en-nu op adem komen. En ons ongeduld verliezen. Alleen zo zullen we uiteindelijk weer toegang krijgen tot het rijk der vrijheid.

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel


NIEUWS > ARCHIEF

Uit vrije wil

CAROLINE PAUWELS | 24 augustus 2021 16:45

Voor mij was de zomer van 2021 die van de vrijwilligers.

D

e zomer van 2021 zullen we nog lang herinneren als de natste en als een van de meest trieste uit ons leven. De nog altijd aanwezige coronadreiging kleurde de wolken donkerder, en daarbovenop kwamen de dodelijk verwoestende zondvloed in eigen land en de horror van de bliksemsnelle machtsovername van de taliban in Afghanistan. Geen zomer om in te kaderen, maar om op te bergen in de kelder van ons geheugen? Toch niet. Er waren ook lichtpunten. Voor mij was de zomer van 2021 die van de vrijwilligers. Als curator van Theater Aan Zee 2021 heb ik kunnen zien welke bergen vrijwilligers verzetten. De 24ste editie van TAZ in Oostende sloot met 50.000 tickets moeiteloos aan bij precoronatijden. Maar evenzeer als door de artistieke prestaties op de podia was ik getroffen door de 112

mateloze inzet van meer dan 400 vrijwilligers. Zonder hen zou een groot theaterfestival als TAZ niet mogelijk zijn. Sommigen zijn er al van het prille begin bij. Ze offeren er steevast hun vakantie voor op. Samen vormen ze een grote familie. En het is niet altijd even prettig om vrijwillig medewerker te zijn. Zonder het engagement van velen is verandering onmogelijk. Mensen die niet berekend zijn, maar op wie de samenleving kan rekenen.

Het publiek is niet altijd vriendelijk. Bijvoorbeeld toen de voorstelling van het theatercollectief SKaGeN werd afgelast. Ook waren lang niet alle toeschouwers het eens met de geldende coronamaatregelen en dat lieten ze soms duidelijk merken. Maar de vrijwilligers bewaarden altijd


de kalmte en losten conflicten met de glimlach op. TAZ drijft op gemeenschapsgevoel. Geen vrijwilligers die hun vrijheid opofferen, maar net mensen die van hun vrijheid gebruikmaken om zich in te zetten voor iets groters, voor de samenleving. Zulke vrijwilligers waren deze zomer overal aan het werk. Het meest in het oog springend op de plekken die getroffen waren door de vloedgolf. Ontelbare vrijwilligers repten zich van heinde en ver naar Pepinster, Verviers en andere getroffen plaatsen om puin te ruimen en radeloze inwoners te helpen waar ze konden.

Jeugdkampen Ook jeugdkampen moesten door het noodweer in allerijl ontruimd worden, maar laten we vooral de inzet van duizenden jongeren onthouden die als leiders de hele zomer lang kampen hebben georganiseerd in moeilijke omstandigheden. Bij jonge mensen denk ik ook aan onze studentenvertegenwoordigers. Als rector maakte ik vanop de eerste rij mee hoe zij het verschil hebben gemaakt bij het reorganiseren van een universiteit in tijden van corona. Bij het sensibiliseren van medestudenten. Bij het mee uitdenken van maatregelen. Kritisch zoals het hoort, maar nooit vanaf de zijlijn. Altijd in de frontlinie. Dat zovelen de handen uit de mouwen steken, is hoopgevend voor de toekomst. Zonder het engagement van velen is verandering onmogelijk. Mensen die niet berekend zijn, maar op wie de samenleving kan rekenen. Zoals in de vaccinatiecentra, nog zo’n voorbeeld van wat vrijwilligers vermogen.

Het is een paradox: nooit eerder waren er zo veel controlemechanismen om te voorkomen dat zaken fout lopen, tegelijk hebben velen van ons geen greintje vertrouwen meer in een goede afloop.

Pandemieën, klimaat, ongelijkheid, vluchtelingenstromen. Om al die uitdagingen aan te pakken hebben we het engagement van zo veel mogelijk mensen nodig. We mogen onze toekomst niet louter laten bepalen door technologisch en economisch determinisme, maar moeten onze lotsbestemming veel meer in eigen handen nemen. Alleen zo kunnen we in het postcoronatijdperk een andere koers varen. Ik denk met een warm gevoel terug aan De Grootste Bloemenzee, een van de blikvangers van Theater Aan Zee. 6.000 papieren bloemen die enthousiastelingen van alle generaties in elkaar hadden geknutseld. Schrijver en dichter Bart Moeyaert las bij de bloemenzee op het strand een gedicht voor, dat eindigde met de toepasselijke zin: ‘De wereld krijgt mij’. De wereld heeft inderdaad maar één ding nodig: ons.

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel


NIEUWS > ARCHIEF

Nieuwe start, oude gewoonten?

CAROLINE PAUWELS | 22 september 2021 01:05

Een kruisbestuiving tussen alle wetenschappelijke disciplines is meer dan ooit nodig. Dat vraagt verbeelding.

zak hebben of anders moet je je nog snel ter plaatse laten testen - dan zouden we haast de draad kunnen oppikken alsof er niets gebeurd was.

We moeten van studeren weer een feest voor de geest maken. Zoals ook wetenschappelijk onderzoek een wonderlijk avontuur hoort te zijn.

N

u de campussen van de hogescholen en de universiteiten weer volop studenten verwelkomen, fysiek en in code groen, heerst er een opgewonden maar wat onwennige sfeer. We lijken het allemaal opnieuw gewoon te moeten worden. Zelf kijk ik uit naar de opening van het academiejaar volgende week, waar we heel veel uitgelaten schoon volk verwachten. Zoals de traditie dat wil. Mochten er voor de openingsceremonie geen beperkende maatregelen gelden - je moet een Covid Safe Ticket op 114

Dat zou jammer zijn. Niet zozeer omdat covid nog altijd niet achter ons ligt en we waakzaam moeten blijven. Dat ondervinden we in Brussel meer dan elders. En ook niet omdat we ons tijdens covid alternatieve manieren van lesgeven, werken en vergaderen eigen hebben gemaakt die we als een aanvulling bij het oude fysieke werken beslist moeten blijven doen.


Nee, het gaat om iets diepers. Ondanks de druk, de stress en de onzekerheid die ermee gepaard gingen, heeft de pandemie ons 1,5 jaar uit onze comfortzone gehaald. Het zou jammer zijn mocht die bevreemdende situatie waarin we ons plots bevonden niet tot bezinning, en vooral, tot een grondige denkoefening over ‘wat na corona’ hebben aangezet. Wat kan anders? Wat moet anders? Denken en doen.

Lerarentekort Misschien is het een teken van onze tijd dat dat ook buiten het onderwijs voelbaar is. De voorbije zomer las ik in De Standaard een interview met de kabinetschef van Vlaams minister Zuhal Demir (N-VA). Hij vergeleek Vlaanderen met Tomorrowland. ‘Alles is perfect georganiseerd, maar daardoor ook een beetje voorspelbaar. De Vlaamse overheid is ook zo een beetje. We hebben ons eigen lettertype en plannen tot 2050, maar we zijn ook verkokerd en lopen vast in een expertenlogica. Ik wil en mag niet veralgemenen, maar ik mis soms wat liefde in de manier waarop de administraties de dingen aanpakken.’ Het woord is gevallen: liefde. Kunnen leerkrachten, ambtenaren en bij uitbreiding alle werknemers hun job nog met liefde doen? Met de nodige passie, verwondering en bevlogenheid? En wij, aan de universiteit? Ik denk dat we op onze campussen niet alleen in code groen, maar ook in code wit moeten starten. We hebben een groot wit blad nodig waarop we de blauwdruk voor een 21ste-eeuwse universiteit moeten durven neer te schrijven.

Kunnen leerkrachten, ambtenaren en bij uitbreiding alle werknemers hun job nog met liefde doen? Met de nodige passie, verwondering en bevlogenheid? En wij, aan de universiteit?

Uiteraard behouden we wat goed was. Maar was alles goed? Was ons onderwijsmodel in precoronatijden ideaal? Met almaar meer massaonderwijs in tot de nok gevulde aula’s? We moeten van studeren weer een feest voor de geest maken. Zoals ook wetenschappelijk onderzoek een wonderlijk avontuur hoort te zijn. Dat wist ook Einstein al. Maar vandaag is het levensnoodzakelijk. Om de complexe problemen waarmee de wereld worstelt aan te pakken is meer dan ooit een kruisbestuiving nodig tussen alle wetenschappelijke disciplines. Dat vraagt verbeelding. Laten we dat op ons witte blad schrijven.

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel


NIEUWS > ARCHIEF

Ronduit

CAROLINE PAUWELS | 26 oktober 2021

Ik wil zeker niet beweren dat ik het leven begrijp - wie wel? - maar ik denk wel te weten wat mij tot een ‘possibilist’ heeft gemaakt.

ons levenspad wordt. Ik ben op een leeftijd gekomen waarop ik met een voldoende afstand kan terugblikken op wat geweest is. En niet geweest is. En om te beseffen dat hoe ik vandaag naar het leven, de samenleving en de wereld kijk, een hoogstpersoonlijke voorgeschiedenis heeft.

D

e columns die ik al enkele jaren voor deze krant mag schrijven, zijn een inspiratiebron geweest voor een schrijfsel van langere adem: een boek getiteld ‘Ronduit’. Het verschijnt deze week. Geen bundeling van columns, wel thema’s en beschouwingen die eerder op deze plaats de revue passeerden, maar dan uitgediept. Welke ervaringen, ontmoetingen en levenslessen maken dat we telkens weer onze koers aanpassen? Om een kronkelend pad te vormen dat met het verstrijken van de jaren 116

Dat geldt voor iedereen. Het is zoals wijlen Steve Jobs van Apple zei: ‘You can’t connect the dots looking forward. You can only connect them looking backwards.’ Volgens de Deense wijsgeer Soren Kierkegaard kan het leven alleen achterwaarts begrepen worden, maar moet het voorwaarts worden geleefd. Ik wil zeker niet beweren dat ik het leven begrijp - wie wel? - maar ik denk wel te weten wat mij tot een ‘possibilist’ heeft gemaakt. Dat is meteen ook de ondertitel van het boek: ‘Overpeinzingen van een possibilist’. Possibilisme betekent geloven in de mogelijkheid van een betere toekomst. De term komt van de in 2017 overleden


Possibilisme betekent geloven in de mogelijkheid van een betere toekomst.

Zweedse arts en statisticus Hans Rosling. Hij had een ogenschijnlijk banale, maar eigenlijk revolutionaire ontdekking gedaan. Dat we veel te weinig naar statistische gegevens kijken en ons daardoor blijven vastklampen aan achterhaalde vooroordelen. Volgens Rosling hoeven we alleen maar naar de data te kijken om vast te stellen dat het almaar beter gaat met onze wereld. Of we haar steeds beter zullen blijven maken, is niet zeker. Wel dat we haar beter kunnen maken. Ik geloof rotsvast in de mogelijkheid van een beter Europa. Ik neem de lezer graag mee naar de plek waar mijn Europese overtuiging definitief vorm kreeg: bij eurocommissaris Karel Van Miert, bij wie ik als pas afgestudeerde stage mocht lopen. Van Miert was een van die mentoren van wie ik belangrijke levenslessen heb gekregen. Voor hem was geen enkel werk te min. Door dingen aan te pakken, raak je vooruit. Voor de landbouwerszoon was dat belangrijk: hard werken. In de eerste plaats voor anderen, voor het algemeen belang. Zoals Van Miert hebben tal van inspirerende figuren mijn pad gekruist, ook mijn virtuele hartsvriendinnen Hannah Arendt, Virginia Woolf en Karen Blixen.

Twijfel Maar mijn boek gaat ook over twijfel. Als rector van een universiteit steek ik de doctoraatsstudenten graag een hart onder de riem. Zeker, een doctoraat mogen schrijven is fantastisch, maar het is ook een worsteling. Ook voor mij was dat zo. Ik had voortdurend het gevoel dat een kraker bezit van me genomen had. Ik heb meermaals gedacht: ik stop ermee. Ik kon me niet voorstellen dat mijn doctoraat de wereld iets zou bijbrengen. Op die momenten was het tijd voor een wandeling in het Zoniënwoud met mijn promotor. We spraken vaak niet eens over het probleem, maar over heel andere dingen. Maar op het einde zei hij wel: ‘Caroline, je moet verder doen.’ Opnieuw een levensles. Altijd verder doen. Mijn verhaal is een opeenvolging van cirkels. Alles begint bij de hoogstpersoonlijke cirkel, de kleinste van allemaal. Om dan via de universiteit, de wetenschap en de media naar Brussel, Europa en de wereld te leiden. Als kind liet ik graag keien ketsen op het water. Dan verschenen uitdijende kringen. Dat fascineerde me mateloos. Als een beweging van kringen zie ik het leven. Ronduit.

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel


NIEUWS > ARCHIEF

Ouderdom brengt hoop

CAROLINE PAUWELS | 24 november 2021 00:10

Oudere mensen geven ons blijkbaar hoop in deze verwarde en verwarrende tijden.

I

s het niet vreemd dat we weer volop hoop op een betere toekomst voor onze jongeren krijgen als we naar mensen luisteren die niet meer zo jong zijn? Het overkwam de schrijver Jeroen Olyslaegers toen hij vorige week onze uitreiking van eredoctoraten bijwoonde in de Muntschouwburg.

vaardigde hoop kregen, en het duo Simon Gronowski en Koenraad Tinel, van wie het verhaal bekend is: het joodse jongetje dat van de trein naar Auschwitz sprong en het kind uit een nazifamilie, die vele jaren later beste vrienden werden. Kunnen we anno 2021 zonder de kracht van hoop, zonder het geloof dat we onszelf uit het moeras van corona, klimaatopwarming, vluchtelingstromen, polarisering en ongelijkheid kunnen trekken?

Op het podium stonden de schijnwerpers gericht op ’s lands eerste zwarte burgemeester Pierre Kompany, op de Zuid-Afrikaanse kunstenaar en strijder tegen de apartheid William Kentridge, de grensverleggende immunologen Thierry Boon-Falleur en Antoni Ribas, door wie ten dode opgeschreven kankerpatiënten weer gerecht-

Olyslaegers postte op sociale media dat hij een merkwaardig emotionele avond had beleefd. Wat hem opviel, was dat al die mensen, meestal op respectabele leeftijd, zo optimistisch en hoopvol waren. ‘Ieder van hen op zijn 118


veld stond daar met hoop. Ik vond dat zo indrukwekkend, zo pakkend tot tranen toe en zo juist. Ik schaamde me plots voor de doem die wel eens in me opkomt, de wanhoop die ik wel eens voel, en de stekeligheid van mezelf.’ Ik raakte eerlijk gezegd op mijn beurt ontroerd door de woorden van Olyslaegers en door de vaststelling dat onze eredoctors zo’n hoop gaven in deze verwarde en verwarrende tijden. Mijn VUB-collega Jonathan Holslag drukte in een ‘comment’ Olyslaegers dan weer op het hart om zich vooral niet te schamen voor de doem. Want hoop kan soms verraderlijk gemakzuchtig zijn. ‘Het soort van hoop dat een comfortabel kussentje vormt waarop een rijke samenleving zich kan neervlijen in moeilijke tijden, hoop die meer een geloofskwestie is dan een appel op de intrinsieke kracht van mensen, zoals religie, hoop zonder volharding en discipline vaak. Hoop was immer een geliefkoosd hypnoticum van demagogen.’

Spanningsveld Tussen gerechtvaardigde en geëngageerde hoop en naïeve, verdovende hoop situeert zich een interessant spanningsveld. Kunnen we anno 2021 überhaupt zonder de motiverende en mobiliserende kracht van hoop, zonder het geloof dat we onszelf uit het moeras van corona, klimaatopwarming, vluchtelingstromen, polarisering, ongelijkheid en wantrouwen kunnen trekken? Het vooruitgangsoptimisme dat sinds de verlichting de richting van ons denken en handelen bepaalt, ging altijd al gepaard met de fundamentele hoop dat we elke klus wel geklaard zouden krijgen. Door een beroep te doen op ons eigen verstand en de wetenschap en technologie die dat verstand voortbrengt, kunnen we onze eigen lotsbestemming in handen nemen.

Feestbedervers hebben erop gewezen dat wij mensen het opmerkelijke vermogen bezitten immuun te blijven voor alles wat evident catastrofaal is.

Prachtig! Of toch niet? Want feestbedervers hebben erop gewezen dat wij mensen het opmerkelijke vermogen bezitten immuun te blijven voor alles wat evident catastrofaal is. Het vooruitgangsgeloof maakt de mens apocalypsblind. Is dat wat we vandaag opnieuw aan het beleven zijn? We openen steeds nieuwe deuren, ook al geven ze uit op een wereld die ecologisch, economisch en sociaal totaal uit balans is. De voorbije eeuw kregen we in plaats van vooruitgang al te vaak barbaarsheid. Iets wat onze eredoctors Kompany als opposant tegen het Moboetoe-regime, Kentridge tijdens de apartheid, Gronowski en Tinel, beiden getekend door de nazibarbarij, aan den lijve hebben ondervonden. Toch geloof ik - samen met hen - dat hoop gerechtvaardigd blijft. Er is ook de vaststelling dat de mens als enige verantwoordelijk is voor de eigen lotsbestemming. Net daaruit kunnen we die andere hoop putten, de hoop dat we tot een andere ontwikkeling in staat zijn. Dat we boven onszelf kunnen uitstijgen, zoals onze eredoctors hebben gedaan. Een andere éminence grise verwoordde het pas nog op de klimaattop in Glasgow. Volgens David Attenborough (95) kunnen de wereldleiders een klimaatramp voorkomen, als ze zich maar laten leiden ‘by hope rather than fear’.

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel


NIEUWS > ARCHIEF

Maria

CAROLINE PAUWELS | 21 december 2021 16:57

Facebook creëert een Hiroshimamoment in de journalistiek door de verspreiding van haat en leugens. Zonder feiten is er geen democratie.

Maar eerder deze maand was ze in Oslo, om er de Nobelprijs voor de Vrede in ontvangst te nemen. Ze had pas enkele dagen eerder toestemming gekregen om de Filipijnen te verlaten. Ze kreeg de Nobelprijs samen met de Russische journalist Dmitri Moeratov, de hoofdredacteur van Novaja Gazeta, de laatste onafhankelijke krant in het Rusland van Poetin.

E

en atoombom is ontploft. Een onzichtbare atoombom heeft een ware ravage aangericht in ons informatie-ecosysteem. Het zijn de weinig opbeurende woorden van een bijzondere vrouw. De Filipijnse Maria Ressa is een journaliste met een lange staat van dienst. Ze werkte onder meer voor CNN. De voorbije jaren stond alles in het teken van haar digitale nieuwsmedium Rappler, dat de Filipijnse sterke man Rodrigo Duterte en de corruptie en wreedheden van zijn regime aan de kaak stelt. Daardoor lopen meerdere aanklachten tegen haar die tot 100 jaar gevangenisstraf kunnen leiden.

Maar wie heeft op de knop gedrukt van Maria Ressa’s atoombom? Niemand minder dan Facebook-CEO Mark Zuckerberg. ‘Facebook is de grootste verspreider van nieuws in de wereld, maar onderzoek heeft tegelijk aangetoond dat leugens doorspekt met woede en haat sneller en breder verspreid raken dan feiten’, zei ze eerder deze maand in haar speech in Oslo. Het doet me denken aan wat de Italiaanse schrijver Alessandro Baricco schreef in zijn essay ‘The Game’. Hij heeft het over ‘snelwaarheden’. ‘Niet de meest nauwkeuri120


ge en precieze waarheid overleeft, maar de snelste, die als eerste het oppervlak van de wereld bereikt.’

Trollenlegers Het succes van de trollenlegers die met haat en leugens elke democratische samenleving proberen te ondermijnen en de rode loper uitrollen voor autoritaire leiders is volgens Ressa een Hiroshima-moment. De tanende vierde macht is nauwelijks opgewassen tegen de haast goddelijke technologie die een allesomvattend virus op de wereld heeft losgelaten. Geen coronavirus, geen omikronvariant, maar een virus van leugens dat elk van ons infecteert. En waarom gebeurt dat dan? Ressa ziet maar één oorzaak: geld. De Amerikaanse internetreuzen verdienen gigantische fortuinen door het slechtste in ons naar boven te halen.

Al zien we ook hier de polariserende impact van de sociale media. Maar in haar land - en op vele andere plaatsen in de wereld - is het een zaak van leven of dood. Sinds president Rodrigo Duterte aan de macht kwam, zijn op de Filipijnen al meer dan 20 journalisten vermoord. ‘What happens on social media doesn’t stay on social media’, aldus Ressa. Het trollenleger dat journalisten belaagt, is mee verantwoordelijk voor hun dood. Ressa en haar nieuwssite Rappler kregen internationale steun met de campagne #HoldTheLine, gesteund door grote organisaties als Reporters Without Borders. De lijn die ze wil vasthouden, is een grens die niet opgegeven mag worden. Het is een erkenning van haar ongelooflijke moed dat ze de Nobelprijs heeft gekregen. En misschien een teken aan de wand. De vorige journalist die de Nobelprijs voor de Vrede kreeg, was de Duitser Carl von Ossietzky in 1935. Hij had de geheime herbewapening van Duitsland aan de kaak gesteld en belandde na de machtsovername van Adolf Hitler in een concentratiekamp.

De Amerikaanse internetreuzen verdienen gigantische fortuinen door het slechtste in ons naar boven te halen. Om de mensheid van verder onheil te besparen, zijn volgens Ressa nieuwe gezaghebbende organisaties nodig, vergelijkbaar met de Verenigde Naties, want alleen met een wereldwijde multilaterale inspanning kunnen we het tij nog keren.

Laten we hopen dat de Nobelprijzen van Ressa en Moeratov geen voorbode zijn van veel erger. Laten we hopen dat we het onheil ‘by design’ dat de sociale media aanrichten, kunnen afwenden door een ander design af te dwingen. Laten we hopen dat in 2022 feiten weer de bovenhand krijgen. Want zonder feiten, geen democratie.

Ziet Ressa onze toekomst niet te somber? Of voelen wij niet de sense of urgency omdat het bij ons nog meevalt?

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel


NIEUWS > ARCHIEF

Weer of geen weer

CAROLINE PAUWELS | 26 januari 2022 00:05

Vanaf vrijdag moet de coronabarometer voorspellen hoe we ons moeten gedragen. Niet makkelijk, maar dat de barometer ons meer zekerheid geeft is op zich een goede zaak.

O

m te weten wat voor weer we de volgende dagen en zelfs weken mogen verwachten, volstaat doorgaans een blik op de smartphone. Vroeger was dat anders. De weersvoorspellingen - ondanks Armand Pien - waren nog niet zo accuraat. In de meeste huizen waar ik als kind kwam, hing een barometer. Ook voor mijn vader maakte de barometer deel uit van een dagelijks ritueel. Hij wist dan te vertellen of mijn zussen en ik al dan niet met de fiets naar school konden.

Soms gaf mijn vader een lichte tik op het instrument om het tot een betere voorspelling aan te porren. Toen ik de voorbije zomer in Zwitserland met vakantie was, zag ik tijdens wandelingen in bergdorpjes tot mijn verbazing barometers opduiken in het straatbeeld. De publieke barometer als leidraad voor de plaatselijke gemeenschap, in Zwitserland is het geen anachronisme.

Het virus is nu eenmaal wispelturig en ons gedrag laat zich steeds minder in een keurslijf dwingen.

Voorschrijven wat we moeten dragen, lijkt alvast een stuk makkelijker dan voorspellen hoe we ons moeten gedragen. Dat is precies wat vanaf vrijdag de coronabarometer moet doen. Ik vrees dat we er geen tik kunnen op geven 122


om hem naar geel te dwingen. Maar dat de barometer ons meer zekerheid geeft - zon, regen of storm - is op zich een goede zaak. ‘Als de politieke discussie iets duidelijk maakt, is het vooral de drang naar voorspelbaarheid en zekerheid’, schreef Bart Haeck vorige week in deze krant. ‘Net zoals een klassieke barometer via de luchtdruk voorspelt welk weer op komst is, zou de coronabarometer feilloos moeten aangeven welke maatregelen in de strijd tegen de pandemie op komst zijn.’ Maar Haeck en andere commentatoren waarschuwen dat we niet alle heil van de tool mogen verwachten. Crisismanagement zal nodig blijven. Het virus is nu eenmaal wispelturig en ons gedrag laat zich steeds minder in een keurslijf dwingen.

Anticycloon Misschien daarom dat nogal wat mensen - gelukkig een minderheid - zich niet willen laten leiden door op wetenschap gebaseerde barometers en meer heil verwachten van pseudowetenschappers en valse profeten. De ravage die de anticycloon zondag in onze hoofdstad heeft aangericht, is daar het gevolg van. En dan hebben we het nog niet eens over het echte weer gehad en over de nog veel drastischere maatregelen die nodig zijn om de klimaatverandering en een ravage op wereldschaal af te wenden. De barometer over de staat van ons leefmilieu stond al in 1972 op storm. ‘Wat we toen al wisten’ heet toepasselijk het boek van Geert Buelens. Over hoe de Club van Rome 50 jaar geleden tot haar alarmerende rapport ‘Grenzen aan de groei’ kwam, hoe de wereld plots wakker werd geschud, om daarna het rapport snel weer te vergeten.

De barometer over de staat van ons leefmilieu stond al in 1972 op storm.

De mensheid heeft zelf de onstabiele natuur van het antropoceen veroorzaakt. Op de zender Arte zag ik een reportage over boeren in Zambia die zich door klimaatverandering niet meer op de natuur kunnen verlaten om hun oogst te plannen en te voorspellen. Oeroude kennis blijkt plots waardeloos. Laat ons dus de grenzen die zich 50 jaar geleden al helder aftekenden, eindelijk respecteren. En ons verlaten op wat we weten, kennen en kunnen. Een houvast is de handleiding die de Turkse journaliste en auteur in ballingschap Ece Temelkuran schreef: ‘Together; 10 Choices for a Better Now’. Hoe pakken we de klimaatcatastrofe, de vluchtelingenstromen, de extreme ongelijkheid en tal van andere uitdagingen van onze tijd aan? Voor mij is het alvast duidelijk dat de wetenschap onze gids zal zijn. Maar ik onthoud evenzeer dat we volgens Temelkuran het vertrouwen moeten behouden in onszelf, in elkaar, in de mensheid. In haar ‘Brainwash Talk’ voor de Nederlandse omroep Human zei ze: ‘We hebben niet alleen vertrouwen nodig, maar andere woorden. Woorden als liefde, samenzijn, vriendschap, aandacht, waardigheid. Het is tijd dat we die woorden gebruiken om onze politiek en onze moraliteit te reanimeren.’

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel


NIEUWS > ARCHIEF

Zou Poetin zich niet beter met Siberië bezighouden?

CAROLINE PAUWELS | 23 februari 2022 00:05

Oververhitte debatten zijn nefast, maar nog veel noodlottiger is een oververhitte planeet.

I

k zie het monster van Frankenstein dat de digitale en sociale media creëren. Onze onderzoeksgroepen attenderen ons op de mars van de trollen, de manipulaties, de proliferatie van fake news, van haatspeech, van samenzweringstheorieën. We zien de gevolgen dagelijks.’ Die woorden sprak ik eind september uit bij de opening van dit academiejaar. Ik koppelde daar een oproep aan: het is tijd om het tij te keren. 124

Die klinkt vandaag alleen nadrukkelijker. Want het tij wil niet keren. De echokamers, de polarisering, het gebruik van woorden als dolken en de onwil om naar elkaar te luisteren leiden tot een vermenigvuldiging van oververhitte situaties. Neem de hoogspanning over de kernuitstap en het gepolariseerde debat in ons land, zeker nu de energieprijzen fors zijn gestegen. Wie is de schuldige, wie moet aan de schandpaal? Dat lijkt soms de enige vraag die er nog toe doet. Raken we nog oprecht enthousiast over wat we wel kunnen? Bijvoorbeeld over de kortstondige kernfusie.


We zien overal volkstribunalen opdoemen voor wie een mening verkondigt of een daad verricht die sommigen onwelgevallig is. De Twitter-rechtbank spreekt. Het proces maken van mensen helpt niet noodzakelijk het proces vooruit. Wie dat wel doet, bijvoorbeeld in het energiedebat, zijn de mensen die met kennis van zaken naar de langere termijn kijken. Maar kunnen ze nog voldoende overtuigen?

Ongeduld Raken we nog oprecht enthousiast over wat we wel kunnen? Bijvoorbeeld over de recente kortstondige kernfusie, die gepaard ging met een extreme hitte van 150 miljoen graden. De toepassingen op grote schaal zijn nog niet voor morgen. Zoals de basis voor de hoogtechnologische wereld vandaag niet van gisteren dateert. Die basis lag er al tijdens de eerste Solvayraad voor Fysica, die in 1911 in Brussel plaatsvond met Albert Einstein, Marie Curie en zo veel andere Nobelprijswinnaars van voor de Eerste Wereldoorlog. Wetenschappelijke funderingen maken vooruitgang mogelijk, maar vergen vaak geduld. Een mooie maar achterhaalde deugd? Eerder dan een reddingsboei bij hachelijke situaties wordt humor stilaan een splijtzwam.

Ongeduld kleurt de opstand tegen de beperkende maatregelen die overheden nemen om de coronapandemie te bestrijden. Van grimmige truckers in Ottawa tot de al even grimmige Brusselse zondagen: mensen die - niet terecht maar wellicht oprecht - boos zijn. Vrijheid, nu! Ons geduld is op. Wie het levensreddende en zorgontlastende doel van de coronamaatregelen wel volmondig onderschrijft, is boos op al die woedende betogers en hun sympathisanten.

Buren die niet meer tegen elkaar praten, hoogoplopende ruzies tijdens familiefeesten: wederzijds onbegrip en grof taalgebruik zijn zeker niet het alleenrecht van sociale media en online fora. Eerder dan een reddingsboei bij hachelijke situaties wordt humor stilaan een splijtzwam. De liefde voor mens en medemens raakt zoek. De nuance verdwijnt uit het debat. De escalatie in Oekraïne is niet alleen gevaarlijk, maar ook intriest. Wereldleiders horen andere zaken aan hun hoofd te hebben.

IJskoud Humor, liefde en de moed van de nuance wens ik onszelf en ook onze wereldleiders toe. Alles is beter dan oververhitting in een ijskoude sfeer, met maximale afstand aan een meterslange tafel. De escalatie in Oekraïne is niet alleen gevaarlijk, maar ook intriest. Wereldleiders horen andere zaken aan hun hoofd te hebben. Terwijl ik de toespraak voorbereidde waaruit ik citeerde, maakte het Internationaal Klimaatpanel van de Verenigde Naties zijn nieuwe rapport bekend. In het meest optimistische scenario zou de opwarming halfweg deze eeuw pieken op 1,6 graden. Nog meer recordtemperaturen in Canada en de VS, oncontroleerbare bosbranden in Zuid-Europa en de toendra in Siberië die in brand staat, waardoor de permafrost dreigt te ontdooien. Zou Poetin zich niet beter met Siberië bezighouden? Zouden wereldleiders zich niet beter over onze planeet ontfermen? Veel nefaster dan oververhitte debatten is een oververhitte planeet.

Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel


NIEUWS > ARCHIEF

Voorgevoel

CAROLINE PAUWELS | 23 maart 2022 00:05

Blindheid voor toekomstige rampen veroordeelt ons tot vooruitgangsoptimisme.

D

e absolute waanzin van een nietsontziende oorlog is terug van nooit weggeweest. In Europa hielden weinigen dat voor mogelijk. Toen die andere onmogelijkheid, de coronapandemie, plots in alle hevigheid uitbrak en de universiteiten sneller dan de regering beslisten ‘full digital’ te gaan, vroegen de algemeen beheerder en ik ons in volle crisis af wat we tijdens mijn rectoraat eigenlijk nog niet hadden meegemaakt. Na even nadenken, opperde ik: de Derde Wereldoorlog. Het klinkt nu cynisch, maar het kwam toen spontaan bij me op.

Ik wil de lezers er graag van overtuigen dat een betere toekomst mogelijk is, precies omdat we de voorbije halve eeuw op tal van vlakken aantoonbare vooruitgang hebben geboekt. De Zweedse arts en statisticus Hans Rosling was absoluut overtuigend met zijn baanbrekende werk Factfulness en zijn pleidooi om naar het grotere geheel te kijken en ons oordeel niet te laten kleuren door de waan van de dag.

Mensen beginnen een oorlog, maar mensen stoppen ook oorlogen.

Een possibilist is ervan overtuigd dat de wereld niet per se beter wordt, maar dat het wel kan. Betekent de waan-

Mijn vorig jaar verschenen boek ‘Ronduit’ had als ronkende ondertitel: ‘Overpeinzingen van een possibilist’. 126


zin van deze oorlog dan het einde van mijn outing als possibilist? Ik denk het niet. Een possibilist houdt wel degelijk rekening met elk scenario, ook met de ergste doemscenario’s. Tegelijk blijf je als possibilist steevast geloven dat we beter kunnen. Mensen beginnen een oorlog, maar mensen stoppen ook oorlogen. Ik hoop dat de protagonisten van deze oorlog die mogelijkheid openhouden en ik zie ook signalen. Het cliché klopt dat een oorlog zowel het slechtste als het beste in de mens naar boven brengt. Het slechtste is het leven van je medemens, en a fortiori die van de jongsten onder ons, tot een absolute hel maken. Dat is wat Poetin doet. Bij het beste - want ook daar heeft de possibilist oog voor - denk ik aan de moed, het engagement en de waardigheid van de Oekraïners. Aan al die mensen die ondanks de extreme dreiging en de permanente doodsangst boven zichzelf uitstijgen. Ik denk aan de solidariteitsgolf die we overal in de wereld zien. Ook aan de universiteiten, zoals de twee Harvard-studenten die in geen tijd een performante website opzetten om Oekraïense vluchtelingen in contact te brengen met gastgezinnen. Ik denk aan het Oekraïense IT-leger van meer dan 300.000 individuen die hun skills gebruiken voor een ander soort oorlog: desinformatie ontmaskeren, reclamecampagnes hacken van westerse bedrijven die nog altijd in Rusland opereren, en de facto de moordwapens van de Russen financieren.

Ik denk aan de solidariteitsgolf die we overal in de wereld zien. En ook aan de vele duizenden Russen die toch de straat op durven te gaan.

Maar Haeck en andere commentatoren waarschuwen dat Bij uitbreiding denk ik aan de vele duizenden Russen die toch de straat op durven te gaan. En aan de eenvrouwsactie van de indrukwekkende Marina Ovsyannikova, die tijdens een nieuwsuitzending een bord met een boodschap omhoog hield om de kijkers te waarschuwen

dat ze allemaal voorgelogen werden, en de spontane ontslagnames van andere medewerkers die op deze actie volgden. Wij mensen, ook de possibilisten dus, hebben echter een groot gebrek: we zijn blind voor naderend onheil. Het is allemaal de schuld van Zeus. Die liet - als straf voor de mensheid - een beeldschone, maar bijzonder nieuwsgierige vrouw maken, Pandora genaamd. Ze droeg een vat ‘de doos’ - vol gruwelen dat ze onder geen beding mocht openen. Maar nieuwsgierig als ze was, deed ze dat toch en zo liet ze alle plagen op ons los. Geschrokken sloot ze bliksemsnel het vat en de hoop kon niet meer ontsnappen.

De barometer over de staat van ons leefmilieu stond al in 1972 op storm.

In de hoop zit ook het voorgevoel. En net daardoor kunnen de mensen de plagen niet zien aankomen. De kern van het menselijke wezen zou dus wel eens een gebrek aan voorgevoel kunnen zijn. En door die blindheid voor toekomstige rampen zijn we tot vooruitgangsoptimisme veroordeeld. Doordat onze blik steevast op de blauwe hemel is gericht, zien we soms de afgrond aan onze voeten niet.

Caroline Pauwels, prorector Vrije Universiteit Brussel


NIEUWS > ARCHIEF

Moedige journalisten

CAROLINE PAUWELS | 27 april 2022 00:10

We hebben meer dan ooit kritische en moedige journalisten nodig om leugens te ontmaskeren.

en dictaturen. De oorlog in Oekraïne en het beklemmende patriottische discours van agressor Rusland maakt dat pijnlijk duidelijk.

T

wee dagen na het Feest van de Arbeid, op 3 mei, vindt een andere bijzondere dag plaats: de Internationale Dag van de Persvrijheid. Helaas met weinig reden om te feesten en des te meer redenen om de handen uit de mouwen te steken. Want onafhankelijke journalisten en vrije nieuwsmedia zijn op almaar meer plaatsen ongewenst. In onze gepolariseerde democratieën richt een deel van de bevolking zich op een almaar agressievere manier tegen de vertegenwoordigers van wat ze als de regimemedia afschilderen. Maar dat is niets vergeleken met de gevaren die journalisten trotseren in autocratische landen 128

Wat zijn de feiten? Waar is het bewijs? Hoe komen we in de buurt van de waarheid? Het antwoord vormt de essentie van onafhankelijke journalistiek.

Het eerste slachtoffer is de waarheid. Wie is er bang van? Doorgaans wie in een leugen leeft. Poetin, Loekasjenko, Duterte, de lijst van leiders die bij voorkeur hun eigen waarheid fabriceren is lang. De nood aan kritische en vooral moedige journalisten om leugens te ontmaskeren is groter dan ooit. Net als de nood om ze te ondersteunen.


Zweepslagen Misschien daarom dat nogal wat mensen - gelukkig een Daarom zijn we zeven jaar geleden van start gegaan met Difference Day, een jaarlijks internationaal evenement in het teken van de persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting in de Brusselse Bozar. In 2015 hadden we de aanslagen op Charlie Hebdo al gehad, veel ander onheil was nog onderweg. Op die eerste editie reikten de VUB en de ULB hun eerste Difference Day Honorary Title for Freedom of Expression uit aan Raif Badawi, een Saoedische liberale blogger die veroordeeld was tot 1.000 zweepslagen en een jarenlange gevangenisstraf. Als medeoprichter van Difference Day vond ik het ontzettend belangrijk om journalisten, schrijvers of organisaties te eren.

Een kippenvelmoment en een belangrijke les. Door een prijs toe te kennen maak je duidelijk dat Badawi en alle anderen die een Honorary Title kregen aan de goede kant van de geschiedenis staan. Volgende week reiken we fysiek de prijzen uit, na twee online corona-edities. Een Difference Day in het teken van ‘evidence’. Wat zijn de feiten? Waar is het bewijs? Hoe komen we in de buurt van de waarheid? Het antwoord vormt de essentie van onafhankelijke journalistiek. We reiken onze Honorary Title for Freedom of Expression uit aan twee organisaties: de Belarusian Association of Journalists, die onder Loekasjenko met een even meedogenloze versie van Poetin af te rekenen heeft, en The Fix, een internationale organisatie die steun verleent aan Oekraïense journalisten en hun nieuwsmedia.

Ik heb dat ingezien in de jaren 90 op het congres van de World Association of Newspapers and News Publishers in Moskou. Ze reikten er de Golden Pen of Freedom Award uit aan de Chinese journalist en schrijver Shi Tao.

Laat ons hopen dat de Internationale Dag van de Persvrijheid op 3 mei 2023 wat meer feest en minder tragedie zal zijn.

Crimineel

Caroline Pauwels, prorector Vrije Universiteit Brussel

De laureaat zat in de gevangenis. Zijn oude moeder kwam de prijs in ontvangst nemen. Ze zei dat ze tot dan gedacht had dat haar zoon een crimineel was. ‘Nu zie ik dat dat niet waar is. Nu zie ik dat hij goed werk doet’, zei ze, waarna ze begon te wenen.


NIEUWS > ARCHIEF

Jonge redders in nood

CAROLINE PAUWELS | 25 mei 2022 00:10

Goed dat jongeren voortaan vanaf 16 jaar mogen stemmen bij de Europese verkiezingen. Hun stem en hun daadkracht hebben we nodig.

coronadagen een parcours vol obstakels en hinderlagen hebben afgelegd. Ik heb toen vaak meer van hen geleerd dan zij van mij. Jazeker, wetenschap bedrijven is de essentie van elke universiteit, maar zonder studenten zou een universiteit ontdaan zijn van haar hoofdslagader.

H

et is drie maanden geleden dat ik mijn functie als rector heb neergelegd, door ziekte gedwongen zoals dat heet, alsof een ziekte een eigen wil heeft die sterker is dan de wil van de zieke. Ik besefte meteen dat het een afscheid van lange adem zou worden. Als rector heb je je ingezet voor je universiteit, voor je duizenden collega’s, maar vooral voor de allergrootste groep: de studenten. Ik had het gevoel dat ik nog geen afscheid had kunnen nemen van al die studenten met wie we in de loodzware 130

Jongeren hebben het voortouw genomen in de klimaatcrisis, maar plots verdween hun stem naar de achtergrond.

Vorige woensdag hebben we dat bijzondere afscheid eindelijk vorm kunnen geven. Als een diepe buiging en een welgemeende merci voor alle kleine en grote bergen die deze studentengeneratie heeft verzet. Een feestelijk afscheid ook, met ijs, wafels en pannenkoeken naar har-


tenlust, want emotioneel geladen momenten gaan in onze contreien nu eenmaal door de maag.

Boodschap voor opvolger De VUB-campussen baadden in een stralende lentezon en er liep ontzettend veel volk rond. Ook dat moesten we vieren: dat we met ons allen weer op de campus kunnen zijn. Meteen een ideaal moment om de studenten veel moed in te spreken voor de examens. Die boezemen sommigen meer angst in dan de ergste pandemie. De vele gesprekken gaven me een ontzettende energieboost. Ook het album met foto’s en persoonlijke teksten dat ik van de studentenraad en -kringen heb gekregen, heeft me diep geraakt. Ik heb de getuigenissen pas thuis willen lezen, waar ik mijn gevoelens de vrije loop kon laten. Je kan alles wat een universiteit, een organisatie of een bedrijf doet zo nauwkeurig mogelijk weergeven in gedetailleerde jaarverslagen, strategische plannen en ontelbare spreadsheets, maar er is toch ook altijd dat ‘andere’, dat zich niet in Excel-tabellen laat vangen. Misschien is dat ‘andere’ wel het belangrijkste. Een boodschap die ik graag meegeef aan mijn opvolger, wie van de twee rectorkandidaten het ook wordt.

Fossielen In onze wereld ‘qui tourne mal’, zoals VUB-alumna Axelle Red zingt, zullen de antwoorden van de jongere generatie moeten komen. Jongeren namen al het voortouw in de klimaatcrisis, maar plots verdween hun stem naar de achtergrond. Oude en gelukkig meestal ook wijze experts bepaalden de aanpak van die andere crisis. En fossielen uit een ander tijdperk hebben beslist dat het oorlog is.

Er is nood aan leeftijdspluralisme in alle beslissingsorganen. Want het aantal jaren dat je voor je hebt, bepaalt in grote mate je kijk op de dingen.

We hebben dringend opnieuw nood aan de stem en vooral de daadkracht van de jongere generaties wereldwijd. Elke keer opnieuw is de jeugd een belofte voor de toekomst. Aan de jongeren vraag ik: beaam die positie, wees die belofte die de wereld verbetert. Daarom juich ik toe dat jongeren voortaan vanaf 16 jaar mogen stemmen bij de Europese verkiezingen. De EU was vragende partij, ons land is erop ingegaan. De beslissingen die we vandaag nemen, zoals in de strijd tegen de klimaatverandering, belangen de 16-jarigen meer aan dan al die ouderen die denken dat het hun tijd wel zal duren. Er is nood aan leeftijdspluralisme in alle beslissingsorganen. Naast genderevenwicht en diversiteit. Want het aantal jaren dat je voor je hebt, bepaalt in grote mate je kijk op de dingen.

Caroline Pauwels, prorector Vrije Universiteit Brussel


NIEUWS > ARCHIEF

De wijsheid van het onderwijs

CAROLINE PAUWELS | 22 juni 2022 01:00

Onderwijs is het krachtigste wapen om de wereld te veranderen, wist Nelson Mandela al.

men die boven het onderwijsveld hangen, bleef de sfeer opvallend sereen. Mandela’s uitspraak zou er op algemene instemming hebben kunnen rekenen. Leerkracht worden is een roeping, luidde het.

‘E

Onderwijs als hefboom voor een meer rechtvaardige wereld, met bevlogen leerkrachten die je letterlijk de kracht geven om jezelf te overstijgen en te emanciperen.

Ondanks de donkere wolken van het schrijnende lerarentekort, de dalende kwaliteit en de vernietigde eindter-

Zelf heb ik bijzonder mooie herinneringen aan mijn schooltijd en aan de vaak gepassioneerde leerkrachten die werkelijk alles deden om ons naar een hoger niveau te tillen. Ja, ze waren veeleisend, maar dat ervaarde ik net als een teken van liefde. Liefde voor hun vak, voor jonge

ducation is the most powerful weapon which you can use to change the world.’ Het is een bekend citaat van Nelson Mandela, die in de jaren 90 nog op de campus van mijn universiteit was om er een eredoctoraat in ontvangst te nemen. Ik moest eraan denken toen ik vorige zondag naar ‘De zevende dag’ keek, naar het grote onderwijsdebat waar leerkrachten, directies, lerarenopleiders en ouders hun vragen mochten afvuren op Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA).

132


mensen en voor het, letterlijk, ‘weg-wijs’ maken van die jongeren. Het is liefde die niet slijt, vandaar dat sommigen vandaag als gepensioneerde opnieuw voor de klas gaan staan om het lerarentekort te helpen lenigen. Als academica heb ik lesgeven altijd als een van de mooiste aspecten van mijn job beschouwd. In een aula voel je die diepe verbondenheid met de samenleving, die wonderlijke verbinding ook tussen wat mensen van vorige generaties aan kennis en inzichten hebben voortgebracht en de nieuwe betekenissen die de huidige generatie aan die kennis geeft. Daarom is het recht op onderwijs zo fundamenteel. We hebben soms heldhaftige voorvechters nodig om ons daaraan te herinneren, zoals de kinderrechtenactiviste Malala Yousafzai, die haar strijd voor het recht op onderwijs voor meisjes in talibangebied bijna met haar leven heeft bekocht. ‘Let us pick up our books and our pens, they are our most powerful weapons’, zei ze in haar toespraak voor de Verenigde Naties op de dag dat ze 16 werd. Onderwijs als hefboom voor een meer rechtvaardige wereld, met bevlogen leerkrachten die je letterlijk de kracht geven om jezelf te overstijgen en te emanciperen. Maar staat die bevlogen missie niet haaks op het al te strakke keurslijf waarin de onderwijssector is terechtgekomen? Woorden hebben hun betekenis. Ik hou van woorden als ‘wetenschap’ (het vakmanschap om kennis te verwerven), ‘heuristiek’ (de leer of de kunst van het vinden) of ‘historische kritiek’ (het redeneren met en over bronnen, om zo je eigen oordelen door voortschrijdend inzicht bij te stellen). Daarom ben ik wat huiverachtig bij die nadruk op ‘eindtermen’. Voor mij gaat het eerder om ‘doorstart-

termen’, die aanmoedigen om levenslang te blijven leren en waarbij we vooral mogen hopen dat de school ons verslingerd heeft gemaakt aan kennis en kennisverwerving, van welke aard ook. Leren vraagt immers tijd, een leven lang. Ik voel me ongemakkelijk bij de steeds luidere roep naar selectieproeven om de kwaliteit te garanderen.

Even ongemakkelijk voel ik me bij de steeds luidere roep naar selectieproeven om de kwaliteit te garanderen. Het legt de druk bij ouders, kinderen en jongeren. Maar moet goed onderwijs niet net het niveau van studenten omhoog krikken in plaats van het omgekeerde, de betere studenten die het niveau van het onderwijs omhoog moeten krikken? Dat betekent niet dat er geen kwaliteitsvereisten mogen zijn. Het gaat zoals altijd om de balans. Een balans die we samen kunnen en moeten bewaken. Laat ons in het onderwijs vooral de liefde voor het leren doorgeven. Laat ons erop toezien dat leerkrachten het engagement en de passie voor dat leren kunnen blijven bewaren. Sla die passie niet dood met administratieve ballast, met opdrachten die niet aan de kern raken. Laat leerkrachten vooral de ruimte om te groeien in de job.

Caroline Pauwels, prorector Vrije Universiteit Brussel


NIEUWS > ARCHIEF

Weg met mijn gsm-verslaving

CAROLINE PAUWELS | 27 juli 2022

Ik ben verslaafd aan sociale media, maar de juiste diagnose is dat ik verslaafd ben aan mijn hele gsm.

massamedia eerst hand in hand gingen, tot we mediawijzer werden. Nergens komt de toxiciteit van sociale media zo tot uiting als op Twitter. De hijgcultuur bij uitstek.

H

et klinkt misschien raar uit de mond van een professor in de communicatiewetenschappen word ik niet verondersteld een gewaarschuwde vrouw te zijn? - maar ik ben ondanks mijn kennis van alle achterliggende mechanismen stevig verslaafd geraakt aan sociale media. En ja, ik heb zelf zo vaak gewezen op de algoritmes die ons aan sociale media binden, op het businessmodel gebaseerd op endorfines en impulsen, op de polarisering die sociale media in de hand werken. Ik heb gewezen op hoe we als mensheid telkens weer moeten leren omgaan met nieuwe media, met ‘boom’ en ‘doom’ die ook bij de oude 134

Dat moeten we in dit tijdvak opnieuw doen, alleen krijgt mijn pleidooi een stevige deuk doordat ik zelf verslaafd ben geraakt. En die verslaving zou ik maar al te graag naar de prullenmand verwijzen. Niet alleen die van mij, maar van iedereen die ervan af wil. Hoe is het zover kunnen komen? Eigenlijk luidt de juiste diagnose dat ik niet alleen verslaafd ben aan sociale media, maar aan mijn hele gsm.


Bereikbaar Toen ik rector van de VUB werd, moest ik plots altijd bereikbaar zijn. Mijn gsm bevond zich steevast binnen handbereik, ook ’s nachts. Hij lag naast mijn bed. Alleen zat ik in die periode helemaal niet vaak op sociale media. Ik sliep namelijk. Maar tijdens mijn ziekteperiode werd alles anders. Ik had steeds meer slapeloze nachten, en dan kom je snel in de verleiding om naar je gsm te grijpen en bij wijze van afleiding door de sociale media te scrollen. En het ging van kwaad naar erger. Ik had bijvoorbeeld aan mijn vrienden gevraagd om foto’s van hun kinderen te delen. Omdat zulke foto’s me opbeurden. Maar dat was buiten het algoritme gerekend, want ik kreeg al snel een onafgebroken stroom aan foto’s en filmpjes van kinderen over me heen van mensen die me totaal onbekend zijn. Is dat leuk? Tja. Maar tegelijk is het mateloos frustrerend. Ik ben dan boos op mezelf omdat ik mijn nachten niet slapend heb doorgebracht en ook omdat ik mijn tijd niet nuttiger heb besteed. Ik zit nu aan zeven uur schermtijd per etmaal. Zeker, ik volg ook een Albert Camus-groep of de pagina van Bertrand Russell of Virginia Woolf, en ik krijg elke dag een andere Matisse voorgeschoteld, maar meestal verlies ik vooral heel veel tijd. Ik wil eigenlijk dat mijn gsm om het even waar kan liggen, zonder dat ik ernaar grijp. Pas dan zal ik bevrijd zijn.

Ik kan ook soms uren naar alle foto’s en filmpjes kijken die op mijn gsm staan. En onlangs betrapte ik me er mid-

den in de nacht op dat ik op Waze aan het tikken was. Ik dacht: ‘Wat ben ik nu aan het doen? Ik ga nergens heen, ik lig in mijn bed.’ Sociale media en het gsm-gebruik tasten ook de sociale dynamiek aan, als je met anderen aan tafel zit bijvoorbeeld. Ik zie dat bij mijn kinderen, maar zelf maak ik me er net zo goed schuldig aan. De schermverslaving wordt nog aangewakkerd door de explosie aan platformen. Je krijgt een WhatsApp-bericht met de vraag of je een Messenger-bericht hebt gezien.

Twitter-draadjes Of de eindeloze Twitter-draadjes. Daar word ik pas echt depri van, want nergens komt de toxiciteit van sociale media zo tot uiting als op Twitter. De hijgcultuur bij uitstek. Vroeger leefden we in de waan van de dag, vandaag is het de waan van het moment. Vroeger lazen we een krant één keer per dag, nu vragen media om de haverklap onze aandacht voor nieuwe, ‘breaking’ ontwikkelingen, die doorgaans een storm in een glas water blijken. Een boek lezen met de gsm in de buurt lukt niet meer. Het ding moet ver weg van mij liggen. Maar ik wil eigenlijk dat mijn gsm om het even waar kan liggen, zonder dat ik ernaar grijp. Pas dan zal ik bevrijd zijn. En opgelucht dat mijn aandachtsboog weer helemaal van mij is.

Caroline Pauwels, prorector Vrije Universiteit Brussel


“Niet elk talent krijgt dezelfde start in het leven. Daarom is investeren in mijn fonds een slimme investering. Een investering die zich terugbetaalt omdat ze de samenleving weerbaarder en vooral inclusiever maakt.” ererector Caroline Pauwels 1964 - 2022

WAT U GEEFT AAN DE VUB KRIJGT U TERUG

www.vubfoundation.be

Scan de QR code en steun het VUB Caroline Pauwels Noodfonds voor studenten. U kan ook storten op het VUB rekeningnummer BE51 0013 6779 3562 met mededeling GIFT FO7. Vanaf €40 bezorgt de VUB Foundation u volgend jaar een fiscaal attest waarmee u 45% van uw gift kan recupereren.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.