Verschijnt 5 maal per jaar Afgiftekantoor Brussel X P409339
BELGIĂ‹ - BELGIQUE
P.B. Brussel X BC 9467
Akademos I n f o r m a t i e m a g a z i n e v a n d e V r i j e U n i v e rs i t e i t B r u s s e l J a a rg a n g 8 - N ° 1 - F e b r u a r i 2 0 0 5
De passie van de prof ................................ p4 Diversiteit in personeelsbeleid................................................... p8 Omdat ook auteurs rechten hebben ..................................................... p12 Prof. Fabienne Brison over intellectuele rechten, illegaal downloaden en Creative Commons
Onderzoek................. p2
Kort nieuws.............. p7
Verslag uit Noord-Sumatra.... p15
1.
ONDERZOEK KORT
Wist u dat… … BIJNA 80% VAN DE SCHOLIEREN NIET WEET DAT TIJDENS WOII VANUIT DE DOSSIN-KAZERNE JODEN WERDEN GEDEPORTEERD?
Dimo Kavadias, politicoloog aan de Vrije Universiteit Brussel peilde in Dossin-kazerne een onderzoek naar de kennis over de holocaust en de invloed ervan op democratische attitudes. Begrippen als ‘Auschwitz’ en ‘genocide’ zijn bekend bij acht op de tien jongeren uit de derde graad van het secundair onderwijs. De elementaire kennis lijkt daarmee aanwezig, maar daarna gaat het snel bergaf. De termen ‘nationaal socialisme’ of ‘Endlösung’ kon 80% van de ondervraagden niet duiden, 60% weet niet wat ‘holocaust’ betekent en slechts 14% weet wat de rol van de Dossin-kazerne was. Conclusies kan men hier moeilijk uit trekken, want om het kennisniveau te beoordelen, zou men een vergelijking moeten maken met wat vorige generaties studenten wisten. Nu is er geen ijkpunt. Kavadias peilde naar de kennis over de nazigenocide en ging na of dat tot democratische attitudes bij de scholieren leidt. Hij concludeert dat er slechts een bescheiden invloed is op attitudes. Leerlingen die meer weten over de nazigenocide zijn minder etnocentrisch en minder antidemocratisch, maar het effect is niet groot.
… DE MEDIAVOORKEUR VAN OUDERS MEE DE SCHOOLKEUZE VAN DE KINDEREN BEPAALT? Dat staat in het artikel “Cultural practice and educational achievement. The role of the parent’s media preferences and taste culture” van Mark Elchardus en Jessy Siongers van de Vrije Universiteit Brussel. De analyses steunen op de bevraging van 6974 leerlingen uit het vierde en zesde jaar secundair onderwijs en van één van hun ouders. Meer specifiek werd onderzocht of de smaakvoorkeuren van de ouders (gemeten op basis van hun appreciatie voor 30 muziekstijlen, 17 soorten televisieprogramma’s en 15 filmgenres) en de mediavoorkeuren van de ouders (gemeten op basis van de appreciatie voor verschillende TV- en radiozenders en tijdschriften) een invloed heeft op het verloop van de onderwijsloopbaan van de kinderen. Daarbij werd gekeken naar de kans om in het beroepsonderwijs les te volgen. Na controle van de effecten van het opleidingsniveau en de socio-economische status van de ondervraagde ouder, stellen we vast dat kinderen van ouders met een voorkeur voor eerder populaire en/of commerciële media een merkelijk grotere kans hebben om in het vierde en zesde jaar van het secundair les te volgen in het beroepsonderwijs. Ongeacht het onderwijspeil van de ouder en de sociaal-economische status van het gezin, hebben kinderen waarvan thuis de voorkeur uitgaat naar meer populaire of commerciële massamedia dubbel zoveel kans in het beroepsonderwijs te zitten dan kinderen waarvan de ondervraagde ouders een voorkeur hebben voor publieke en/of minder populaire media.
… DE GEMIDDELDE BIBLIOTHEEKBEZOEKER EEN HOOGOPGELEIDE VROUW VAN JONGER DAN 60 IS? Dat blijkt uit een grootschalig bibliotheekonderzoek dat de onderzoeksgroep TOR van de Vrije Universiteit Brussel in samenwerking met het Vlaams Centrum voor Openbare Bibliotheken (VCOB) heeft uitgevoerd. Van de 32.041 ondervraagde bibliotheekbezoekers is 64,8 procent vrouwelijk en 35,2 procent mannelijk. Het bibliotheekpubliek bestaat voor meer dan de helft uit hooggeschoolden. Slechts 13,6 procent van de zestigplussers vindt de weg naar de plaatselijke bibliotheek. Werkenden en studenten zijn dan weer oververtegenwoordigd in vergelijking met de samenstelling van de Vlaamse bevolking. Ongeveer 75 procent van de bezoekers brengt niet langer dan een half uur door in de bibliotheek. De tevredenheid over de werking van de bibliotheken is over het algemeen heel goed. Meer dan 80 procent van de ondervraagden is zeer tevreden over het aantal boeken dat geleend mag worden, de uitleentermijn en de vindbaarheid van de boeken in de bibliotheek. Over de infrastructuur, dienstverlening en openingstijden zijn nauwelijks klachten.
… RUIM EEN DERDE VAN DE BELGISCHE 16-JARIGEN REGELMATIG ALCOHOL DRINKT? Van de Belgische 15- en 16-jarigen heeft 36% al meer dan 40 keer alcohol gedronken. Daarmee staat ons land op een elfde plaats in de rangschikking van 35 Europese landen. Dat blijkt uit het ‘European School Survey Project on Alcohol and other Drugs (ESPAD)’ bij 100.000 jongeren in 2003, waaraan de Vrije Universiteit Brussel deelnam. Wat alcoholgebruik betreft, scoort Denemarken met 50% het hoogst en Turkije (7%) het laagst. Buurlanden Nederland (45 %) en het Verenigd Koninkrijk (43%) doen het slechter dan België. Belgische jongeren blijken in vergelijking met hun Europese leeftijdsgenoten op een meer verantwoorde manier om te gaan met alcohol. Zo zegt slechts 7% het voorbije jaar dronken te zijn geweest. Samen met Nederland zit ons land daarmee in de staartgroep betreffende problematisch alcoholgebruik. Belgische jongeren behoren ook tot de Europese subtop inzake cannabisgebruik en andere genotmiddelen. 33% van de Belgische jongeren zegt ooit al een illegaal genotmiddel te hebben gebruikt. Tenslotte zegt iets meer dan een kwart van de Belgische 16-jarigen (27%) al meer dan 40 sigaretten gerookt te hebben. Daarmee zit ons land in de Europese middenmoot. Het volledige ESPAD-rapport is te bestellen bij de vakgroep Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie van de Vrije Universiteit Brussel, aan 60 euro of kan gedownload worden via: http://www.vub.ac.be/downloads/bijlagen/espad.pdf
2.
… DE SCHELDE- EN IJZERMONDINGEN ZWAAR VERONTREINIGD ZIJN DOOR DIOXINES.
… EEN NIEUWE TECHNIEK HET AANTAL MISKRAMEN NA IVF BIJ VROUWEN OUDER DAN 37 KAN BEPERKEN?
Vorsers van de onderzoeksgroep milieuchemie van de Vrije Universiteit Brussel troffen, in samenwerking met het Departement FarmacoBromatologie van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV), dioxines aan in afzettingen aan de Belgische kust. Het gaat daarbij om vrij constante en niet te verwaarlozen waarden. Aan de mondingen van Schelde en IJzer werden zelfs waarden gemeten die tweemaal hoger liggen dan de hoeveelheden die van nature aanwezig zijn in de afzetting. Dit wijst op een sterke invloed van aanvoer via rivieren. De dioxines en dioxineachtige stoffen hechten zich vast op organisch afval en kunnen dus rechtstreeks of onrechtstreeks dienen als voedselbron voor vissen. Deze geraken zo gecontamineerd en kunnen na consumptie ook voor de mens gevaarlijk zijn.
Onderzoekers van de Vrije Universiteit Brussel hebben een klinische studie uitgevoerd waarvan de resultaten van belang zijn voor In Vitro Fertilisatie (IVF) bij vrouwen boven de 37 jaar. De onderzochte techniek, 'Preïmplantatie Genetische Diagnostiek voor AneuploïdieScreening (PGDAS)' is bedoeld om bij een vruchtbaarheidsbehandeling de embryo's voor het terugplaatsen in de baarmoeder niet alleen te selecteren op basis van het aantal embryonale cellen en de vormelijke kenmerken (wat tot nu toe het geval was), maar ook op basis van het aantal chromosomen. Dit zou de implantatieratio na IVF kunnen verhogen en het aantal miskramen kunnen verlagen. Eerder onderzoek had immers al aangetoond dat er een verband bestaat tussen de leeftijd van de moeder en het aantal chromosomaal abnormale embryo's na IVF. PGD-AS is een vrij nieuwe techniek. De nu uitgevoerde klinische studie toont aan dat indien het aantal embryo's voor terugplaatsing beperkt is, PGD-AS mogelijk een bruikbare techniek kan zijn om de goede embryo's te selecteren voor terugplaatsing in de baarmoeder bij vrouwen ouder dan 37 jaar. De onderzoekers hopen hiermee de kans op een goede zwangerschap bij deze vrouwen te doen toenemen.
… MEISJES SNELLER AFSTUDEREN DAN JONGENS? De laatste vijftig jaar hebben meisjes en vrouwen geleidelijk aan hun achterstand in scholingsgraad goedgemaakt. Evenveel meisjes als jongens behalen een diploma van het secundair onderwijs. Toch blijft er een verschil bestaan: op de leeftijd van 23 jaar gaan 18 procent van de mannen en 14 procent van de vrouwen nog naar school. Sociologen wijten die ongelijkheid echter aan de meer succesvolle studiecarrière van vrouwen. Veel meer vrouwen dan mannen sluiten hun hogere studie op tijd af, dat wil zeggen: drie, vier of vijf jaar nadat ze op achttienjarige leeftijd aan het hoger onderwijs begonnen. Ignace Glorieux, socioloog aan de Vrije Universiteit Brussel, vindt dat geen typisch Vlaams fenomeen. In heel wat Europese landen doen vrouwen het beter in het onderwijs. Dat ligt voor een groot stuk aan een verschil in attitude. Mannen laten zich sneller afleiden en denken aan hun imago: te veel studeren is niet cool. Vrouwen zijn van nature uit veel bezorgder of liever: 'zorgender'. Ze zijn ook gedisciplineerder: ze spijbelen minder en leveren hun taken op tijd in. Over het algemeen zijn 23-jarige vrouwen een stuk zelfstandiger dan hun mannelijke leeftijdsgenoten. In het hoger onderwijs slaagt gemiddeld 58,6 procent van de vrouwelijke studenten in het eerste jaar aan de hogeschool en 51,3 procent van de mannelijke studenten. Aan de Vlaamse universiteiten is dat 48,8 procent van de vrouwen en 42,2 procent van de mannen. Vrouwen volgen in iets grotere getale hoger onderwijs, blijven minder vaak zitten en lopen hierdoor minder schoolachterstand op.
… BETERE ZORG EN BEHANDELINGSMOGELIJKHEDEN EEN GUNSTIG EFFECT HEBBEN OP DE EVOLUTIE VAN NIERZIEKTEN? Onderzoek naar de kwaliteit van het leven van dialysepatiënten (nierinsufficiëntie) in het AZ van de Vrije Universiteit Brussel toont belangrijke verschillen aan binnen een groep patiënten, behandeld met dialyse voor nierziekte. De betere zorg en behandelingsmogelijkheden hebben een gunstig effect op de evolutie van nierziekten en brengen met zich mee dat het eindstadium van een nierziekte en het ogenblik waarop een patiënt moet behandeld worden met een nierfunctievervangende behandeling, naar een steeds latere leeftijd wordt opgeschoven. In de groep van oudere patiënten blijft, ondanks voortdurende verbetering van medische technieken, het sterftecijfer van deze dialysepatiënten hoog. Veertig procent van de patiënten ouder dan 80 jaar die in dialyse komen, overlijdt binnen het jaar. Aan de andere kant wijzen gunstige resultaten bij vele oudere, zelfs hoogbejaarde, patiënten erop dat een leeftijdsgrens voor dialyse niet kan worden toegepast. Leeftijd mag dus geen criterium zijn om niet met dialyse te starten.
… ‘DOUBLE PASS’ BVBA DE SPORTWERELD EEN NIEUWE IMPULS WIL GEVEN? Het core product van Double Pass, een recent opgerichte spin-off van de Vrije Universiteit Brussel, dat onder de naam PASS (Professional Academy Support System) op de markt zal verschijnen, is een uniek instrument om de kwaliteit van jeugdopleidingen in sportclubs op een objectieve manier te evalueren en gericht te verbeteren. PASS werd ontwikkeld op basis van wetenschappelijk onderzoek, in samenwerking met het praktijkveld, en is een jeugdsportspecifiek kwaliteitsmanagementssysteem. Enerzijds bevat het een servicepakket dat professioneel advies levert en een praktische ondersteuning van de jeugdverantwoordelijken in de sportclubs verzekert. Daarnaast bevat PASS ook een softwarepakket, dat een objectieve evaluatie en een gerichte verbetering van de kwaliteit garandeert. De kwaliteitsverbetering die met het productengamma van PASS (consultancy, auditservice en certificering) wordt nagestreefd, moet de commerciële en professionele (jeugd)sportsector op langere termijn in staat stellen een duurzame relatie op te bouwen met hun stakeholders én een vlottere doorstroming van eigen opgeleid talent te garanderen. Bovendien kan PASS voor sportfederaties, zowel in binnen- als in buitenland, als beleidsinstrument dienen om hun clubs te begeleiden in hun streven naar excellentie in jeugdopleiding.
3.
INTERVIEW
Dat wetenschap niet saai hoeft te zijn, werd al bewezen door radio- en TV-programma’s als Jongens en Wetenschap en Hoe?Zo!. Dat ook de wetenschappers zelf interessante mensen met brede interesses buiten hun vakgebied zijn, bewijzen we je in Akademos. Alsof bij een prof Fysica alleen werk van Einstein op het nachtkastje ligt, een bioloog uitsluitend CD’s met de geluiden van een dolfijn beluistert of een psycholoog in zijn vrije tijd enkel de psyche van zijn eigen vrouw en kinderen analyseert. Ook professoren hebben naast hun wetenschappelijke bezigheden een hobby en/of passie die afwijkt van hun wetenschappelijke interesse. Na wat speurwerk vonden we enkele academici bereid eventjes niet over hun meest recent onderzoekswerk te praten.
De passie van de prof “Vrouwenstudies en voetbal, het is inderdaad een rare combinatie. Ik heb er geen logische, rationele verklaring voor. Misschien trekt het voetbal me zo aan omdat het zo ‘anders’ is? Ik kom wel uit een familie waar veel werd gevoetbald. Zo werd door de jaren heen mijn interesse gewekt. Niet enkel voor voetbal in het algemeen, maar ook voor Club Brugge in het bijzonder. Al ben ik helemaal niet van Brugge afkomstig. Ik probeer geen enkele thuismatch te missen, inclusief bekerwedstrijden en die van de Europese campagne. Mee op verplaatsing gaan voor de Europese matchen lukt me niet, maar wanneer de ploeg een Europese finale speelt in het buitenland, dan zorg ik er natuurlijk wel voor dat ik mee kan! Zo was ik in 1978 in Wembley toen Club de finale van de Europabeker tegen Liverpool speelde… en verloor. Een jaar of vijf geleden is mijn man in zijn vrije tijd stadionomroeper van Club Brugge geworden. Hij modereert ook de interviews met de trainers voor de geschreven pers en interviewt een aantal spelers na de match in het themacafé. Er is een periode met veel hooliganisme geweest, waardoor naar het voetbal gaan een stuk minder aangenaam was. Gelukkig is dat nu aan het veranderen. De clubs zijn erin geslaagd het hooliganisme uit het stadion te verdringen. Club Brugge probeert eveneens bewust een zeer breed publiek aan te trekken. Veel families en dus ook vrouwen en kinderen. Ik ben dus lang niet de enige vrouw op de tribunes. Ik zit op de officiële tribune, enkele rijen achter Jean-Luc Dehaene en tussen oudspelers van Club, mijn idolen van vroeger, zoals een Raoul
4.
Lambert, Fons Bastijns, Jos Volders,… . Dus niet in de loges. De match achter glas volgen, zegt mij niets. Voor mij is voetbal, om het met de woorden van Trond Sollied te zeggen, “het belangrijkste van het onbelangrijke”. Als ik in het stadion ben, vergeet ik even alle zorgen en beslommeringen van het ‘academisch’ bestaan. Ik zie ook de maatschappelijke waarde van voetbal. Er zit een heel sociaal netwerk achter. En je ziet er ook alle sociale lagen van de bevolking. In Brussel hebben sommige ploegen trouwens ook ingezien dat voetbal een integratief instrument kan zijn voor allochtone jongeren. Ik vind het ook belangrijk om vanuit onze wetenschappelijke ivoren toren voeling te houden met wat er leeft in andere lagen van de bevolking. En nu maar hopen dat Club Brugge dit jaar kampioen speelt!”
Prof. De Metsenaere met Club Brugge-aanvoerder Timmy Simons.
Prof. De Metsenaere met haar Club Brugge-mascotte
Professor Machteld De Metsenaere is voorzitter van het Centrum voor Vrouwenstudies. Genderonderzoek vormt dan ook haar dagelijkse bezigheid. Maar wat blijkt haar grote passie te zijn? Voetbal! En Club Brugge in het bijzonder. De Metsenaere is al jaren een trouwe supporter en mist dan ook, supporterssjaal in de aanslag, geen enkele thuismatch van haar favoriete voetbalploeg.
Professor Ignace Glorieux is één van Vlaanderens bekendste sociologen. Deze pionier op vlak van tijdsordenings- en tijdsbestedingsonderzoek haalt dan ook vaak de media met zijn studies over de dagelijkse bezigheden van de Belg. Zelf besteedt hij zijn tijd, naast lesgeven en wetenschappelijk onderzoek, aan zijn grote passie: accordeon spelen.
Professor Glorieux met zijn diatonische accordeon.
“Van waar mijn passie voor accordeon? Dat is een lang verhaal. Ik speel niet enkel accordeon, ik beluister en verzamel ook veel accordeonmuziek. Ik was vroeger vooral geïnteresseerd in Folk-muziek en één van de instrumenten die toen, midden de jaren ’70, terug opkwam, was de diatonische accordeon. Ik had het instrument een paar keer gezien op festivals. Rond mijn twintigste heb ik er dan zelf één gekocht. Al was er in die tijd niemand om les te geven in dat instrument. De diatonische accordeon is veel kleiner dan een gewone accordeon, hij heeft geen klavier, enkel knoppen. Wat me vooral aantrekt bij een accordeon is dat het een volledig orkest op zich is. Wanneer je fluit of zelfs klarinet speelt dan moet je soleren. Zonder orkest of begeleiding ben je niets. Bij dit instrument heb je je begeleiding altijd bij je. Overal waar ik ging wonen, nam ik mijn accordeon mee en oefende zelf wat. Tot hier in Gooik, ik woon ondertussen in het Pajottenland, zes à zeven jaar geleden een volksmuziekschool werd opgericht als experiment van de Vlaamse Gemeenschap. Eén van de instrumenten waarin men onderricht geeft, is - naast doedelzak en nu ondertussen ook draailier - de diatonische accordeon. Ondertussen loop ik toch al meer dan 25 jaar rond met mijn ‘accordeonneke’. Pas op mijn 41ste ben ik begonnen in de muziekschool. Daar zit ik nu in het zesde jaar, in de afdeling voor volwassenen. Ik heb niet veel muzikaal talent. Ooit was ik lid van een koor. Ik ging elke week naar de repetities totdat de dirigent zei dat ik wel nog mocht komen, maar niet meer mocht meezingen! (lacht) Dat ik niet kon zingen, was dus duidelijk. Al hoorde ik dat toen zelf niet. Misschien is het net hetzelfde met mijn accordeon, maar durft niemand het zeggen. (lacht) Ik speel elke dag. Zelfs ’s morgens voor ik naar
het werk vertrek, speel ik een kwartiertje. Ook op vakantie neem ik mijn accordeon mee. Meestal vinden de andere vakantiegangers deze achtergrondmuziek wel aangenaam. Wanneer ik wegga, komen ze mij vaak bedanken. Dus zo slecht zal het ook niet zijn. Alleszins, ik kan me niet voorstellen dat ik geen accordeon meer zou spelen. Onlangs sneed ik in mijn vinger. Mijn eerste reactie was: gedaan met de accordeon! Dat zou echt een drama zijn. Wat mijn hobby ook zo aantrekkelijk maakt, is dat het niets te maken heeft met mijn dagelijkse werk. Ik kan doodmoe thuiskomen van een ganse dag werken, accordeon beginnen spelen en na een uur ben ik dan weer fris. Het is een soort meditatie denk ik, zeker als je stukken speelt die je goed kent. Een beetje zoals yoga. Alles waar je de ganse dag mee bezig geweest bent, vergeet je. Ondertussen weten mijn huisgenoten ook dat ze mij tijdens het spelen niet moeten storen of roepen. Ik luister toch niet. Ik ben dan zo geconcentreerd dat ik op dat moment niks anders kan. Hoe goed ik wil worden? Ik heb geen einddoel, ik moet mij niet bewijzen, ik moet niet de beste
zijn. Soms voel je in de muziekschool de concurrentie, zo van “oei oei, ken jij dat al?”. Ik heb mij daar nooit iets van aangetrokken. Al moet ik zes maanden op één stuk oefenen, de dag dat ik het ken, ben ik blij. En gaat het vlotter, zoveel te beter!”
5.
Prof. De Smet in 1997 met zijn vorige machine, een Yamaha Diversion
“Als zoon van een garagehouder werd ik van kindsbeen af geconfronteerd met techniek. Hoewel mijn vader niet wou dat ik in de garage rondlummelde, geraakte ik vanaf mijn twaalfde geïnteresseerd in ‘vroemende’ tuigen. Hij vond het op zich niet erg dat ik om wat theoretische uitleg vroeg naar de werking van een benzine- of een dieselmotor van een auto, zolang ik er zelf maar niet aan begon te sleutelen. Brommers en motoren waren in zijn ogen echter uiterst gevaarlijke duivelstuigen waar ik zelfs niet moest aan denken. Toen mijn neef met een volslagen versleten brommerke, met instemming van thuis, de veldwegeltjes onveilig maakte, mocht ik er ook één ‘repareren’. Ik was toen dertien. Mijn pa was duidelijk overtuigd van een of ander pedagogisch concept waarbij de ‘trial and error’-methode, mits genoeg ‘error’, zelf voor de ontrading zou zorgen. Het ontradingssysteem van mijn vader faalde echter. Illegaal (13 nota bene) reden
mijn neef en ikzelf langs de veldpaden tussen Denderleeuw, Welle en Denderhoutem. Op mijn zestiende kocht ik, met geld van vakantiewerk, mijn eerste echte "brommer" die in het verkeer mocht: een Flandria Sport (5pk.) in occasie natuurlijk, want nieuw was te duur. Ik reviseerde zelf de motor en met dit ding heb ik heerlijke uitstappen gemaakt. Op mijn achttiende kon ik dan een nauwelijks gebruikte FN 250 cc (motor JLO-2 cylinder) met gebroken frame voor een habbekrats op de kop tikken. Ik heb hem ‘ontmanteld’, het frame laten lassen en zelf opnieuw gemonteerd. Ik ben gefascineerd door de combinatie van techniek en snelheid. Zo kijk ik graag naar races op een circuit, waar behendigheid en techniek hand in hand gaan. Ik heb die techniek de voorbije veertig jaar zien evolueren en gepoogd om het ook bij te houden. Zo zijn de remsystemen niet meer te vergelijken met vroeger.
Professor Rudolf De Smet is Latinist met als specialisatie de studie van de Renaissance en het Humanisme. Zijn studies over in het Latijn schrijvende radicale vrijdenkers zoals Hadriaan Beverland, maar ook zijn tekstedities en commentaren op meer algemeen bekende humanisten genieten internationale erkenning. Deze boekenwurm zie je meer dan eens op een zwart ‘stalen ros’ de campus op- of afrijden.
De snelheidsmachines interesseren mij wel technisch, maar zijn niet comfortabel bij lange ritten. Een stevige touringmotor is meer iets voor mij. Nu rijd ik met een Kawasaki 1000 GTR (4 cyl. 105Pk), tweedehands gekocht en opnieuw zelf wat ‘bijgeschaafd’. Klassieke talen en motoren & techniek. Het klinkt als een vreemde combinatie, maar dat is het in sé niet. Liefde voor techniek is liefde voor probleemoplossend denken en handelen. Elke Latijnse zin is eigenlijk een stukje techniek.
Een universiteit leiden, is meer dan een dagtaak. Toch houdt rector Benjamin Van Camp nog wat tijd over voor ontspanning. Eén hobby ligt hem zeer nauw aan het hart; zeilen.
“Om te zeilen, huur ik altijd een zeilboot van om en bij de 35-40 voet. De laatste jaren alleen met mijn vrouw, soms ook met een aantal vrienden, waaronder mijn schoonvader. Van hem leerde ik het plezier van het zeilen. En zo behaalde ik 10 jaar geleden het noodzakelijke diploma voor kustvaart. Ik plan een tweetal zeiltochten per
6.
jaar. Meestal in het Middellandse Zeegebied. Mijn voorkeur gaat daarbij uit naar Griekenland, maar ook Turkije is zalig. Vorig jaar ben ik met mijn echtgenote dan weer een week in Cuba gaan zeilen, in de Gardena de la Renha. Schitterend. We hadden wel een ‘skipper’ mee die de omgeving kende én voor onze voeding uit de zee zorgde.
Baracuda of reuzelangoust in de oven is heerlijk, geloof me! Deze zomer plan ik als vakantie drie weken zeilen tussen de Griekse en Turkse eilanden of kusten. Mogelijk komen mijn kinderen dan een tijdje mee. Wanneer ik zeil ben ik weg van het werk. Op dat moment is de enige link met mijn normale werk het feit
Eén van mijn mooiste ‘motorherinneringen’ is de invasie met vijftig motards van de Vrije Universiteit Brussel in Coucy-le-Château bij de zonneëclips, vakkundig geleid door collega Danny Van Beveren. Schitterend! Op mijn motor-verlanglijstje staat nog een trip naar de bibliotheek van Erasmus-tijdgenoot Beatus Rhenanus in Sélestat. Bewust deed ik het nooit met de auto of de trein. Zoiets moet je ‘opsnuiven’ vanaf de eerste kilometer, zoals de humanisten.”
dat ik tijdens het zeilen met vrienden discussieer over maatschappelijke thema’s, die ik dan later verwerk in mijn academische openingsredes. Toch zijn er gelijkenissen tussen aan het stuur staan van een zeilboot of van de Vrije Universiteit Brussel. Je moet voortdurend op je hoede zijn voor onvoorspelbare gebeurtenissen of slecht teamwerk. Als ‘skipper’ kan je wel een koers uitstippelen en je zeilen goed zetten, maar de wind en de zeestroming moeten meezitten en vooral... elk bemanningslid moet dezelfde richting willen uitgaan.”
KORT NIEUWS
ALLEMAAL OP DE FOTO! In het kader van de Week van de Diversiteit 2005 wordt er op donderdag 10 maart op de middag een groepsfoto gemaakt van iedereen die aan de Vrije Universiteit Brussel leert, werkt en leeft. Poetsvrouwen, studenten, proffen, assistenten, klusjesmannen, secretaressen, diensthoofden, decanen, eerste kanners, bissers, trissers, laatstejaars, oudstudenten, boekenwurmen, feestbeesten, workaholics, bollebozen, slaapkoppen,... Iedereen mag en moet op de foto! Dit om aan te tonen hoe verschillend en gelijk we zijn. Voor het nemen van een groepsfoto als een statement van diversiteit, doen we dus een oproep om met zoveel mogelijk personeel en studenten van beide campussen te verzamelen rond het gebouw M. Het resultaat zie je in het volgende nummer van Akademos. Meer informatie vind je op www.vub.ac.be/diversiteit.
150 JAAR VLAAMSE STUDENTEN IN BRUSSEL: ALUMNIVERKIEZING
VOLKSTUINTJES CAMPUS JETTE GERED Op het grondgebied van de campus Jette van de Vrije Universiteit Brussel liggen een hoogstamboomgaard (een type van boomgaard dat in de omgeving zeldzaam is geworden) en een zone met volkstuintjes. Het gebied werd vroeger onteigend voor de bouw van de campus, maar in de praktijk bleef het gespaard van verdere ontwikkeling. Eind 2004 sloot het gemeentebestuur van Jette een overeenkomst met de Vrije Universiteit Brussel over de volkstuintjes die op het grondgebied van de universiteit liggen. Met deze overeenkomst willen het gemeentebestuur en de Vrije Universiteit Brussel het terrein opknappen en het sluikstorten tegengaan. De Jetse tuinders kunnen dus lustig verder tuinieren. Al zullen ze dat, op expliciete vraag van onze universiteit, voortaan zonder onkruidverdelgers en pesticiden tegen ongedierte moeten doen. Voor meer inlichtingen over de volkstuintjes of de boomgaard kan je terecht bij de milieucoördinator op +32 (0)2 629 14 75 of mail naar dimitri.devuyst@vub.ac.be.
RENOVATIE STUDENTENKAMERS VANAF 2006 Vanaf 2006 start de Vrije Universiteit Brussel met een grootschalige renovatie van haar studentenkamers. Zowel op de campus in Etterbeek (748 kamers) als op de campus in Jette (246 kamers) worden in totaal 994 kamers onder handen genomen. In Etterbeek zal het studentenhuis in de Nieuwelaan (368 kamers), vlakbij de campus, volledig gerenoveerd worden. Het studentenhuis wordt heringericht naar leefeenheden voor 8 studenten met totaal vernieuwde kamers, keukens en badkamers. De renovatie van de studentenkamers op de campus zelf (zowel in Etterbeek als Jette) is minder ingrijpend. De structuur van de studentenhuizen blijft ongewijzigd, maar alle noodzakelijke renovaties aan kamers, keukens en sanitair zijn voorzien. Op de Campus Jette starten de werkzaamheden al in januari 2006 en duren tot juli 2007. De werken in de Nieuwelaan beginnen vanaf juli 2007 en moeten voltooid zijn tegen september 2008. De totale kostprijs van de werken, die volledig door de Vrije Universiteit Brussel bekostigd zullen worden, wordt geschat op 10,75 miljoen euro.
Wie is de markantste oudstudent van de Vrije Universiteit Brussel? Op die vraag zoeken we in het kader van ‘150 jaar Vlaamse studenten in Brussel’ een antwoord. We gaan immers op zoek naar bekende oudstudenten van onze universiteit die zich op politiek, economisch, sociaal, cultureel, wetenschappelijk of sportief vlak onderscheiden hebben. Denkt u aan iemand die hiervoor in aanmerking komt? Geef dan de naam van de kandidaat, de reden voor kandidaatstelling, de afstudeerrichting en geboortedatum door aan Sabrina Ospazi (sabrina@osb.be met als onderwerp ‘Alumniverkiezing’). De stuurgroep van het project zal uit de nominaties een aantal alumni selecteren. Rond deze alumni wordt een verkiezing georganiseerd, waarbij een ruim publiek mag aangeven welke persoon men ervaart als de meest markante oud-VUB-er. In de volgende edities van Akademos maak je kennis met de geselecteerden. Wat er daarna gebeurt, blijft nog even een verrassing...
De Vrije Universiteit Brussel, het Brussels Studentengenootschap (BSG) en de Oud StudentenBond (OSB) hebben een niet-onaanzienlijke rol gespeeld in de Vlaamse Beweging in Brussel, o.m. op het einde van de 19de eeuw tot aan de eerste wereldoorlog en opnieuw in de jaren '50 en '60 (bij het verwezenlijken van structuren voor het Nederlandstalig onderwijs in Brussel). Verschillende beroemde Vlamingen zijn lid geweest van BSG en OSB en hebben later hun stempel gedrukt op Vlaanderen. Reden dus voor de Vrije Universiteit Brussel, BSG en OSB om in 2006, naar aanleiding van het 50- en 150-jarig bestaan van OSB en BSG een jubileumproject ‘150 jaar Vlaamse studenten in Brussel’ te organiseren, in samenwerking met de vrijzinnige gemeenschap. Als voorbereiding werd gestart met de inventarisatie van de archieven van OSB en BSG. Het verleden van de kringen is immers, ondanks de belangrijke rol die zij speelden op politiek, ideologisch en cultureel vlak, veel te weinig bekend. Aan de hand van documenten zoals programma's, budgetten, brieven, voorbereidingsteksten, verslagen, foto's en andere papieren zal de geschiedenis van de Vlaamse studenten in Brussel worden bestudeerd. Dit zal de basis vormen van een tentoonstelling over het Vlaamse studentenleven in Brussel in al zijn facetten. Voor meer informatie kan u contact opnemen met Frank Scheelings van het universiteitsarchief, +32 (0)2 629 24 34, Frank.Scheelings@vub.ac.be.
7.
INTERVIEW
“Altijd kiezen voor een blanke man tussen 25 en 44 jaar betekent dat we veel talent onbenut laten”
Diversiteit in personeelsbeleid Mannen, vrouwen, mensen met een handicap, holebi’s, allochtonen, ouderen,… Verscheidenheid of diversiteit is een kenmerk van onze maatschappij. Allemaal hebben we onze eigen gewoonten, opvattingen en cultuur. Maar dat is nu net zo interessant: andere ideeën, andere invalshoeken,… . Daar leren we van. Maar het vergt ook begrip voor elkaars anderszijn. Het vraagt een extra inspanning om allemaal samen te kunnen leven en samen te kunnen werken. Een gesprek over diversiteit met Jan Veny, personeelsdirecteur van de Vrije Universiteit Brussel en Rosie Verhaert, verantwoordelijke Personeelsbeleid.
Binnen het Vlaams hogeronderwijslandschap is de Vrije Universiteit Brussel de eerste instelling die een diversiteitsplan betreffende het personeelsbeleid heeft opgesteld. Jan Veny: Klopt. Met de steun van de Vlaamse Gemeenschap – een subsidie van 10.000 euro - willen we werk maken van een betere instroming en doorstroming van vrouwen, allochtonen en mensen met een handicap. Zo is het aantal vrouwen met een hogere administratieve functie weliswaar gestegen van 35% naar 44%, maar tellen we onder het professorenkorps nog altijd slechts één vrouw op vijf mannen. Voor de komende twee jaar heeft de personeelsdienst zich enkele concrete objectieven gesteld. Zo willen we bij het aanwerven van nieuwe personeelsleden – in de mate van het mogelijke - in de helft van de gevallen kiezen voor een vrouw, in één op twintig gevallen voor een allochtoon en in één op vijftig gevallen voor een mindervalide.
Rosie Verhaert en Jan Veny
8.
Rosie Verhaert: Om die recrutering van allochtonen mogelijk te maken, publiceren we onze vacatures (naast de gebruikelijke kanalen: onze website en de VDAB-website) bij het ‘Minderhedenforum’ en via de allochtone studentenkringen van onze universiteit. Tevens willen we toch ook stellen
dat we niet alleen een zeer vrouwvriendelijke, maar ook een zeer gezinsvriendelijke organisatie zijn. Denken we maar aan alle mogelijke vormen van deeltijds werken (loopbaanonderbreking, tijdskrediet, verminderde prestaties, gecontingenteerd verlof), onze eigen kinderkribbes (in de nabijheid van
de campus Etterbeek en Jette) en het ouderschapsverlof. Uiteraard geldt elke regelgeving voor vrouwen ook voor mannen en wordt de samenwonende partner op identieke manier behandeld als de gehuwde partner.
Wat is het idee achter dat diversiteitsplan? Jan Veny: “Kiezen voor verscheidenheid betekent een verrijking voor onze instelling. Anders gezegd: altijd kiezen voor het zogenaamde meest gegeerde werknemersprofiel, namelijk dat van de ‘blanke man tussen de 25 en 44 jaar oud’ betekent dat we veel talent onbenut laten en geen andere ideeën en bedenkingen mee krijgen dan die van blanke mannen…. En dat terwijl ondertussen voldoende is bewezen dat een bedrijf behoefte heeft aan bijvoorbeeld vrouwen. (lacht)” Het heeft zelfs geleid tot een nieuw managementbegrip, dat van de emotionele intelligentie. Jan Veny: Voilà. Was er decennia geleden nog argwaan ten opzichte van vrouwelijke bazen, vandaag ziet iedereen in dat ze ‘hun mannetje’ staan en een verrijking op de werkvloer betekenen. Zoals vrouwen toen een steuntje in de rug nodig hadden, zo zullen nu personen in een handicapsituatie en allochtonen op de werkvloer aanvaard moeten worden. Want ook zij betekenen ontegensprekelijk een meerwaarde voor een bedrijf. In welke zin? Jan Veny: Wat is de specifieke meerwaarde van u en ik? Dat is voor elk individu anders en dus moeilijk generaliseerbaar in de zin van alle vrouwen zijn goed in… of allochtonen zijn sterk in… . Per functie kan dit wel, balie- of onthaalpersoneel bijvoorbeeld moet per definitie vriendelijk en behulpzaam zijn, omdat ze veelvuldig in contact komen met bezoekers en een dienstverlenende taak hebben. Maar om u toch een idee te geven: we hadden als universiteit bijvoorbeeld kunnen kiezen voor een volledig geautomatiseerde telefooncentrale. Echter, de sympathieke stem en vlotte doorverwijzingen van onze blinde operator betekenen iets extra voor onze onderwijsinstelling. De allochtone werknemers van bijvoorbeeld ons Academisch Ziekenhuis kunnen - door te tolken - de anderstalige patiënten die op de spoed binnenkomen onmiddellijk helpen. Kiezen voor alleen maar Vlaamse wetenschappers? Dan hadden bepaalde van onze onderzoeksgroepen nooit het wereldniveau gehaald dat ze nu wel halen dankzij wetenschappelijke bollebozen uit onder meer het Oostblok en
Azië. Kortom, de aanwezigheid van mensen met een verschillende achtergrond zorgt voor nieuwe ideeën, opvattingen, bedenkingen en invalshoeken. Daarom willen we de omgeving van onze werknemers en studenten optimaliseren, zodat we alle aanwezige kwaliteiten en talenten optimaal benutten. Rosie Verhaert: We mogen echter niet uit het oog verliezen dat juist deze verscheidenheid toch ook problemen met zich meebrengt. Heel wat allochtonen beheersen het Nederlands onvoldoende en de verscheidenheid in cultuur leidt soms tot spanningen binnen een dienst. Om hieraan enigszins te verhelpen, starten we met cursussen Nederlands voor anderstaligen en zullen we onze onthaalfolder voor nieuwe werknemers ook in het Engels opstellen. Waarschijnlijk starten we dit voorjaar nog met een cursus intercultureel communiceren.
Veel talen, veel culturen. We zijn dan ook gevestigd in een uitgesproken multiculturele omgeving, namelijk Brussel. Jan Veny: Vandaar dat we als personeelsdienst van deze onderwijsinstelling het voortouw willen nemen. We willen de komende jaren bewust een politiek voeren die niet enkel de diversiteit in onze samenleving aanvaardt, maar ook actief alles in het werk stelt om iedereen gelijke kansen te geven. Zo bouwen we mee aan een democratische samenleving die zorg draagt voor iedereen, meerder- en minderheden, en die actief optreedt tegen maatschappelijke uitsluiting.
Meer weten over het diversiteitsbeleid van de Vrije Universiteit Brussel? Op onze universiteit is een Diversiteitsforum van studenten en personeel actief dat het beleid vorm geeft en de rector adviseert over diversiteit. Het diversiteitsforum heeft onder andere een kaderende en richtinggevende Diversiteitsverklaring geschreven. Wil je meer weten over het Diversiteitsforum van de Vrije Universiteit Brussel, raadpleeg de website www.vub.ac.be/diversiteit.
Week van de diversiteit 2005 Personeelsbestand 55% mannen, 45% vrouwen 90% personeelsleden met roots binnen de EU, 10% personeelsleden met roots buiten de EU 0,4% werknemers in een handicapsituatie Studentenbestand 47,1% mannen, 52,9% vrouwen 87% Belgen, 4% EU-buitenlanders, 9% niet-EU-buitenlanders 1,2% studenten in een handicapsituatie
Samen met de Erasmushogeschool organiseren we aan de Vrije Universiteit Brussel van 7 tot en met 11 maart 2005 opnieuw een Week van de Diversiteit. De Week van de Diversiteit was oorspronkelijk een initiatief van de Vlaams Minister van Onderwijs waarmee Vlaamse scholen en hogeronderwijsinstellingen aangemoedigd werden om projecten op te zetten over diversiteit. In 2004 bekroonde toenmalig Minister van Onderwijs Marleen Vanderpoorten drie projecten van de Vrije Universiteit Brussel met een prijs ter waarde van 2.400 euro. Voor de activiteiten van dit jaar kijk je best eens op onze webpagina, via de volgende link: www.vub.ac.be/diversiteit. Daar vind je een overzicht met de geplande initiatieven.
9.
FYSICA
2005, Wereldjaar van de Fysica Vrije Universiteit Brussel viert mee Honderd jaar geleden, in 1905, publiceerde de toen 26-jarige Albert Einstein enkele wetenschappelijke artikelen die de fysica en de natuurwetenschappen grondig en blijvend zouden beïnvloeden. 2005 werd dan ook door de Verenigde Naties uitgeroepen tot het Wereldjaar van de Fysica. Een jaar waarin men de publieke belangstelling voor natuurkunde wil aanwakkeren en wil wijzen op de verregaande invloed van de fysica op het denken en de cultuur van de moderne mens. Ook de Vrije Universiteit Brussel draagt met een hele reeks activiteiten haar steentje bij om de Fysica dit jaar extra in de kijker te plaatsen.
Einstein Brain Het zou een quizvraag kunnen zijn. ‘Wiens gezicht is één van de meest herkende ter wereld en wordt in één adem genoemd met het woord ‘Fysica’? Albert Einstein natuurlijk. De joods-Duits-Zwitserse Amerikaan, die leefde van 1879 tot 1955, was een theoretisch natuurkundige, met aanzienlijke talenten in de toegepaste wiskunde. Hoewel daar in zijn jeugd weinig van te merken was – Einstein zakte ooit voor een toelatingsexamen elektrisch ingenieur aan de Hogeschool van Zürich verbaasde hij later vriend en vijand door met enkele theorieën een blijvende stempel op de ‘Fysica’ te drukken. Zozeer zelfs dat hij nu algemeen wordt beschouwd als één van de belangrijkste natuurkundigen uit de geschiedenis. De legendarische formule E=MC2 Zijn eerste baanbrekend werk leverde Einstein in zijn ‘wonderjaar’ 1905. Dat jaar publiceerde hij vijf artikelen. Eén daarvan betrof de speciale relativiteitstheorie. Die veranderde het idee van ruimte en tijd drastisch; tijd en ruimte zouden niet absoluut, maar relatief zijn. Wereldfaam verwierf Einstein echter pas in 1915 toen hij de speciale relativiteitstheorie uitbreidde door er ook de zwaartekracht aan toe te voegen. In zijn algemene relativiteitstheorie stelde Einstein met de legendarisch formule E=MC2 dat de verhouding van massa en energie altijd dezelfde is. Als er massa verdwijnt, wordt die omgezet in energie. Andere onderzoeksonderwerpen van Albert Einstein waren de kwantummechanica, statistische mechanica en de kosmologie. In 1921 kreeg hij de Nobelprijs voor de Natuurkunde voor zijn werk aan het foto-elektrisch effect 'en ande-
10.
re bijdragen aan de theoretische natuurkunde'. Nu nog is de naam Einstein in het dagelijkse leven een synoniem voor grote intelligentie. Wonderjaar nu wereldjaar Nu, exact honderd jaar na Einstein’s annus mirabilis, heeft de Unesco 2005 uitgeroepen tot Wereldjaar van de Fysica. Op 13 januari werd in Parijs het startschot gegeven voor een jaar boordevol activiteiten. De geplande happenings moeten de belangstelling voor natuurkunde wereldwijd bij jong en oud aanwakkeren. Naast talrijke Belgische verenigingen en organisaties zal ook de Vrije Universiteit Brussel tijdens dit wereldjaar alles in het werk stellen om de ‘Fysica’ op een aantrekkelijke manier aan jongeren en het grote publiek voor te stellen. Zo zijn er bijvoorbeeld ‘meesterklassen’ en workshops, waarin leerlingen en leerkrachten kennis kunnen maken met natuurkunde en hun inzichten in de fysica kunnen verruimen. Daarnaast moeten onder meer ook een Lenteschool Wetenschappen, een Tentoonstelling en een boek over Einstein het grote publiek overtuigen dat fysica wel degelijk hip is. Kansen genoeg dus om je in 2005 onder te dompelen in de Natuurkunde en zelf een ‘Einstein’ te worden.
‘2005 Wereldjaar van de Fysica’ aan de Vrije Universiteit Brussel 12 maart 2005: Europese Meesterklassen in de Elementaire Deeltjesfysica voor leerkrachten wetenschappen en studenten in de lerarenopleiding.
19 maart 2005: Europese Meesterklassen in de Elementaire Deeltjesfysica voor jongeren uit het 5de en 6de jaar secundair onderwijs.
Doel van deze Meesterklassen is om leerkrachten en jongeren een unieke kans te geven zich te informeren over de stand-van-zaken van het onderzoek dat de afgelopen eeuw(en) werd gevoerd in de elementaire deeltjesfysica. Die dag zullen enkele van onze onderzoekers hun specialisatiedomein nader komen toelichten. Nadien is het mogelijk om ook zelf deeltjesbotsingen te bestuderen. Uiteindelijk kan je je onderzoeksresultaten via videoconferencing bespreken met deelnemers aan dezelfde meesterklassen elders in Europa. 29 maart tot 1 april 2005: Lenteschool Wetenschappen november 2005 tot februari 2006: Tentoonstelling ‘E=MC2: op zoek naar Albert Einstein’ in het Paleis der Academiën 1, 2 en 3 december 2005: International Solvay Conference on Physics 'The Quantum Structure of Space and Time' Onder het voorzitterschap van David Gross van het Kavli
Institute in Santa Barbara, CA, USA. Locatie: Hotel Métropole te Brussel 4 december 2005: lezingen voor het grote publiek door o.a. Brian Greene (Columbia University, NY, bekend van het boek 'The Elegant Universe' en de Nova TV-uitzendingen), David Gross en onder voorbehoud Steven Weinberg (Austin).
Alle informatie over ‘2005, Wereldjaar van de Fysica’ vind je op de websites www.wyp2005.org en http://wyp2005.be Meer informatie en een programma van de ‘Meesterklas in de Elementaire Deeltjesfysica’ vind je op deze website: http://w3.iihe.ac.be/meesterklassen2005
ASSOCIATIE
De Vrije Universiteit Brussel en de Erasmushogeschool Brussel vormen samen de Universitaire Associatie Brussel. Om onze associatiepartner beter te leren kennen, reserveren we elke keer een plaatsje in Akademos.
Internetradio Universitaire Associatie Brussel officieel van start
XL Air op kruissnelheid Studentenradio’s zijn vaak dé kweekvijvers bij uitstek voor jong radiotalent. De Vrije Universiteit Brussel heeft sinds 2000 haar eigen studentenradio: StudentenRadio VUB (SRV), recent omgedoopt tot XL Air. Eind februari gaat XL Air van start met een nagelnieuwe programmatie.
dacht van de studenten vestigen op het bestaan van de internetradio. Ondertussen werkte XL Air een nieuwe programmatie uit. De programma’s kan je beluisteren tussen 18 uur en middernacht.
De eerste studentenradio van de Vrije Universiteit Brussel begon uit te zenden in januari 2000, op initiatief van een viertal studenten communicatiewetenschappen. StudentenRadio VUB, kortweg SRV, zag het daglicht. Toch is SRV een buitenbeentje in vergelijking met andere studentenradio’s. SRV zendt, om de kosten te drukken immers uit via het internet. Tijdens de pioniersjaren van SRV was alles nog erg primitief: de radiostudio bestond uit een eenvoudige mengtafel en een computer. De uitzendingen werden opgevuld met woord- en muziekprogramma’s. Na vier jaar is SRV echter stilaan uit zijn kinderschoenen gegroeid. Jeroen Van Ermen, student communicatiewetenschappen en presentator op SRV: “In 2004 waren we op een punt gekomen dat we de stap naar een meer professionele aanpak wilden zetten, zodat we een groter publiek konden bereiken.” Wegens het beperkte budget en het gebrek aan know-how moest SRV uitkijken naar samenwerking met een andere
internetradio. Op dat moment zocht ook de radio-afdeling van het Rits, een departement van de Erasmushogeschool, een partner in Brussel. De keuze lag voor de hand. Binnen de Universitaire Associatie Brussel (UAB) besloten het Rits en SRV samen een nieuwe internetradio op te richten: XL Air was geboren. De eerste vier maanden van het academiejaar 2004-2005 werden besteed aan de ‘doorstart’ van de nieuwe radio. Met de financiële steun van de Vrije Universiteit Brussel en de Erasmushogeschool werd een studio ingericht op de campus in Etterbeek. Op 15 november 2004 startten dan de testuitzendingen van XL Air, te beluisteren via de nieuwe site www.xlair.be. In totaal houden een tachtigtal studenten zich bezig met XL Air, waarvan vijftig op regelmatige basis: niet alleen presentatoren, maar ook DJ’s, technici, producers,… Na de testfase, die eindigt na de lesvrije week in februari, gaat XL Air officieel van start. Een grote promotiecampagne op de Vrije Universiteit Brussel en op de Erasmushogeschool moet de aan-
Alhoewel XL Air resoluut kiest voor professionele radio, is er toch nog plaats om te experimenteren. Steven Lemmens, laatstejaarsstudent op het Rits en presentator: “XL Air is en blijft een leerplatform voor jonge radiomakers. Maar het wil ook een ontmoetingsplaats zijn voor studenten van de Vrije Universiteit Brussel en het Rits.” Zo kan iedere student die een goed voorstel heeft voor een programma, zijn idee uitwerken op de internetradio. Hij of zij kan daarvoor rekenen op de begeleiding van studenten van het Rits, die de nodige achtergrondkennis hebben om alles in goede banen te leiden. XL Air is dus een mooi voorbeeld van samenwerking binnen de Universitaire Associatie Brussel. De toekomst van XL Air blijft echter onzeker. Radiomaken kost geld ook voor een internetradio - en de subsidies van de Vrije Universiteit Brussel en de Erasmushogeschool volstaan voorlopig niet om de dagelijkse werking van XL Air te betalen. Jeroen Van Ermen: “Het materiaal is de grootste kost, maar ook de auteursrechten moeten betaald worden, de studio vraagt onderhoud, de software kost hopen geld en durft wel eens te ‘crashen’. Financieel staat XL Air nog niet sterk genoeg.” Regelmatig organiseert XL Air fuiven en andere activiteiten om een beetje geld in te zamelen. In de toekomst hoopt de internetradio op meer subsidies van
de onderwijsinstellingen. Als tegenprestatie zou XL Air een rol kunnen spelen bij de praktijklessen van de opleiding communicatiewetenschappen aan de Vrije Universiteit Brussel en de radioopleiding aan het Rits. Bovendien hebben de partners van de Universitaire Associatie Brussel plannen om een gemeenschappelijke master journalistiek te organiseren. XL Air kan ook binnen die opleiding een belangrijke rol spelen. Op lange termijn is het de bedoeling een zo breed mogelijk publiek te bereiken met XL Air, maar daar kunnen wel een aantal jaren overheen gaan. Steven Lemmens maakt zich geen illusies: “De eerste doelstelling is om goede radio te maken, los van het aantal luisteraars. De naambekendheid volgt dan automatisch, zelfs buiten Brussel”. Na hun studies verspreiden studenten zich immers over het hele land, waar ze hopelijk naar XL Air blijven luisteren. De grote droom is dat de internetradio een trouw luisterpubliek krijgt. En zo kan XL Air stilaan haar eigen plaatsje innemen tussen de andere studentenradio’s.
XL Air is nog op zoek naar dj’s, webtechneuten en webkunstenaars. Voor meer informatie kan je mailen naar info@xlair.be of surfen naar www.xlair.be.
11.
INTERVIEW
Professor Fabiennne Brison werkt sinds 1988 op de rechtsfaculteit van de Vrije Universiteit Brussel. Als expert op het vlak van de intellectuele rechten werd ze eind 2004, als eerste vrouw, verkozen tot voorzitter van de Belgische Vereniging voor het Auteursrecht. De geschikte reden voor een gesprek.
Omdat ook auteurs rechten hebben
Prof. Fabienne Brison
Vanwaar de keuze om te specialiseren in auteursrecht? Ik heb zoals talloze studenten Rechten gestudeerd zonder er echt zelf voor gekozen te hebben; de invloed van de ouders, begrijp je. (lacht) Wel heb ik altijd veel voeling gehad met creativiteit zonder dat ik zelf actief creatief bezig was. In de derde licentie rechten kreeg ik tijdens het vak intellectuele rechten een aha-erlebnis: er bestaat dus toch iets waarbij ik de twee kan combineren! Na mijn studies aan de Vrije Universiteit Brussel heb ik een bijkomende opleiding Intellectuele Rechten met focus op auteursrecht gevolgd in Parijs. En vanaf toen stond alles wat ik op professioneel vlak gedaan heb in het teken van dat onderwerp. Wel altijd in andere hoedanigheden; aan de universiteit, in het bedrijfsleven, in de advocatuur. Hoe bent u uiteindelijk voorzitter geworden van de Belgische Vereniging voor het auteursrecht? In 1988 ben ik aan deze universiteit begonnen als assistent van professor Jan Corbet, gespecialiseerd in de Intellectuele Rechten en voormalig voorzitter van die vereniging. Hij heeft mij toen voorgesteld om een verslag over software-protection, database-protection en de bescher-
12.
ming van computergestuurde werken op te stellen. Het leuke eraan was dat het ging om iets totaal nieuw en ik bijgevolg kon inpikken op een materie waar nog niet veel over geschreven was. In het kader daarvan mocht ik naar een congres in Canada om daar uit te leggen wat ik na één jaar studie over de betreffende materie had gevonden. Vanaf toen voelde ik mij ook aangesproken om me actief voor de vereniging in te zetten en ben ik in 1992 lid van de Raad van Bestuur van de Belgische Vereniging voor het Auteursrecht geworden en sinds eind 2004 ben ik dus voorzitter. Waar houdt de vereniging zich mee bezig? Het is een volledig onafhankelijke wetenschappelijke vereniging. Er zijn geen banden met de politiek, ze staat los van universiteiten en bedrijven. We tellen momenteel ongeveer 185 leden, vooral juristen die gespecialiseerd zijn in auteursrecht of daar een bijzondere interesse voor hebben. Mensen die zowel uit de academische wereld, de privé-sector als uit de advocatuur komen. De vereniging bestudeert actuele vraagstukken inzake auteursrecht en probeert ze bespreekbaar te maken.
Kent het auteursrecht de laatste tijd een grote evolutie? Inderdaad, er verandert op korte tijd enorm veel, maar dat is niet alleen zo bij het auteursrecht. Ik geef aan de Vrije Universiteit Brussel ook twee andere vakken: Informaticarecht en Mediarecht. Dat ik die vakken mag geven, is tegelijk een geluk en een ongeluk. Het zijn enerzijds bijzonder boeiende en complementaire vakken, de leerstof is altijd zeer actueel en je kan de materie dus gemakkelijk overbrengen aan de studenten. Maar anderzijds is het zo dat je je voortdurend moet bijscholen en nooit op je lauweren kan rusten. Je hebt het dus nooit volledig onder de knie. Al is dat ook net het aangename eraan. Het blijft uitdagend.
ren, als vereniging, op een objectieve, wetenschappelijke, transparante manier aan reflectie te doen en informatie uit te wisselen.
Treedt uw vereniging soms op als adviesorgaan voor de overheid? Neen. Wij zijn, zoals ik al zei, volledig onafhankelijk. Af en toe komen we wel naar buiten met een standpunt wanneer we vinden dat de discussie de verkeerde kant opgaat. Al zijn er binnen de vereniging zelf ook verschillende tegengestelde meningen aanwezig. We hebben namelijk zowel juristen die de individuele auteurs verdedigen als juristen die opkomen voor grotere groeperingen zoals de platenproducenten in onze rangen. Wij probe-
En uw persoonlijk standpunt? Ik ben tegen illegaal downloaden. Eerst en vooral om niet-juridische, feitelijke redenen, maar ook omdat er juridische tegenargumenten zijn. Ik ben een grote voorvechter van de intellectuele rechten, dus ook van het auteursrecht, ook al besef ik dat er bepaalde zaken verkeerd lopen. Er wordt namelijk weinig of slecht gecommuniceerd, waardoor er weinig begrip is voor het probleem van het auteursrecht. Toch denk ik dat het belangrijk is om het auteursrecht te blijven verdedigen. We
Dus een bepaald standpunt innemen over, bijvoorbeeld, het illegaal downloaden van muziek via het internet behoort niet tot jullie taken? Neen. Al kunnen we wel een semiwetenschappelijk standpunt innemen door bepaalde mensen aan het woord te laten en daarrond te discussiëren. We hebben dus wel standpunten omtrent deze problematiek, maar die zijn niet officieel, laat staan dat die officieel verwoord worden naar de buitenwereld toe. Daartoe voelen wij ons niet geroepen.
hebben er alle belang bij om de mensen die bezig zijn met creativiteit te blijven steunen. De intellectuele rechten afschaffen is dus zeker niet de oplossing. En dat is nochtans een stelling die ik nu zelfs op politiek niveau hoor en waarover ik mij zeer kwaad kan maken. Je moet artiesten rechten geven en het is aan hen om te beslissen wat ze er mee doen. Je kan immers niet van hen verwachten dat ze geen return krijgen voor hun creativiteit. Dat doe je misschien wel wanneer je achttien of vijfentwintig bent, maar op een bepaald ogenblik wil je kansen krijgen om op een ernstige manier creatief bezig te zijn en dan heb je als kunstenaar ook inkomsten nodig. Je blijft niet werken uit idealisme alleen. Auteursrechten zijn dus nodig, want die kunnen de kunstenaar de nodige return geven. En of een deel van die rechten nu rechtstreeks naar de auteur gaan of naar een tussenpersoon, zoals een platenproducent, dat kan mij weinig schelen. We geven die tussenpersoon immers ook de kans om aan exploitatie te doen en geld te verdienen. Als iemand dus beslist om kapitaal te investeren, omdat in die sector geld te verdienen valt, maakt mij dat niet uit. Voor zover er maar een return is naar de auteurs. De consument deelt blijkbaar niet altijd uw mening. Men blijft downloaden. Waar zit dan het probleem? Het probleem zit bij de berichtgeving over deze problematiek. Slechte en verkeerde communicatie zorgen voor onbegrip bij de consument. “De platenfirma’s verdienen al zoveel geld”, hoor je dan. Dan zeg ik: “denk na, denk verder”. Ten eerste moeten de zaken in de pers juist voorgesteld worden en moet er op lange termijn nagedacht worden. Want het is vandaag abberant om te zien hoe weinig er nog in lokaal repertoire geïnvesteerd wordt door de platenproducenten. En dat omdat ze te ‘weinig return on investment’ krijgen. We leven niet op een paradijselijk eiland. Die firma’s willen ook iets terugverdienen, anders zouden ze wel in de farmaceutische industrie investeren.
Maar we hebben hier toch ook te maken met een snel veranderende technologie waar de platenindustrie niet al te best op heeft ingespeeld? Klopt. Is het dan opportuun om particulieren te vervolgen die om opportunistische redenen mp3’s downloaden, net zoals platenfirma’s om opportunistische redenen investeren in een bepaald commercieel product? Wel, je hebt twee manieren van handelen. Ofwel kan je het op een ‘softe’ manier doen. Dat betekent dat je de mensen moet informeren. Ofwel kan je repressief optreden. Ik denk dat informeren alleen niet volstaat. Repressie is op dit vlak ook nodig. Of het dan verstandig is om de kleine garnalen eruit te halen? Dat wekt langs één kant antipathie op, maar wanneer het gaat om mensen die duizenden files op hun website hebben staan, dan vraag ik mij af wat de definitie is van een kleine garnaal. Wanneer iemand sporadisch enkele files heeft gedownload, dan is vervolging inderdaad overdreven. Maar wanneer het gaat over een privé-persoon die dergelijke handelingen stelt met zo een serieuze omvang, ja dan… Zo werd enkele maanden geleden iemand veroordeeld tot 100.000 euro schadevergoeding voor het downloaden van duizenden mp3files. Het is jammer voor die man dat net hij vervolgd en veroordeeld werd, maar het is ergens ook goed dat er een voorbeeld wordt gesteld. Het is ook maar sinds we weten dat we serieuze boetes krijgen wanneer we te snel rijden, dat we meer op onze snelheid gaan letten. Juridisch gezien is het ook zo dat die particulieren makkelijker aanspreekbaar zijn dan de tussenpersonen, zijnde de providers. Ik moet hier de platenproducenten niet verdedigen, maar ik begrijp hun keuzes - die soms zijn ingegeven door wanhoop - wel. Al ben ik ervan overtuigd dat de tijd gekomen is dat mensen beginnen te beseffen dat wat ze doen, niet kan. Er komen ook meer en meer legale alternatieven. Daarom zeg ik dat we vanaf nu daarop moeten focussen.
Een concept waar je steeds meer over hoort is ‘Creative Commons’. De BBC gebruikt het om haar archief te ontsluiten en Zap Mama en de Beastie Boys verspreiden hun werk via ‘Creative Commons’. Wat is dat juist? ‘Creative commons’ is een specifieke licentie, een soort ‘open source’oplossing waarbij de mensen, die zich bij het gedachtengoed van ‘Creative Commons’ aansluiten, alles wat de ‘Creative Commons’- licentie draagt, mogen gebruiken onder bepaalde voorwaarden. Bovendien engageer je je als lid dat alles wat je zelf op de markt brengt onder dezelfde voorwaarden mag gebruikt worden. Je doet dus afstand van je rechten, zij het onder bepaalde voorwaarden. Het is één illustratie van de ‘open source’-tendens die is ontstaan en die zeker in de softwaresector zijn ingang heeft gevonden. Verdwijnt daarmee het auteursrecht? ‘Creative Commons’ wil niet zeggen dat er geen auteursrecht meer bestaat. Wat vele mensen niet weten, is dat ‘open source’-licenties vertrekken vanuit auteursrecht. De aanhangers van die ‘open source’oplossingen creëren een soort ‘community’ waarin ze onder elkaar zaken uitwisselen, maar dit gebeurt dus wel onder bepaalde voorwaarden. In essentie respecteren ze het auteursrecht dus, alleen oefenen ze het uit op een bepaalde wijze. Bepaalde zaken worden geclaimd en andere dan weer niet. Is ‘Creative Commons’ iets waarbij docenten zich zouden moeten aansluiten voor het uitgeven van hun cursussen? Neen, maar er zouden wel duidelijke richtlijnen moeten komen die de docent verplichten om hun studiemateriaal minimaal op een bepaalde manier aan de studenten ter beschikking te stellen. Iedereen doet nu maar zijn eigen ding. Er zijn docenten die alles gratis uitdelen en er zijn er die hun materiaal ter beschikking stellen via e-mail of via een teleleerplatform. Sommigen geven het via de VUBtiek uit en anderen doen dan weer beroep op een commerciële uitgeverij. Er is op dit vlak dus te veel diversificatie. In het kader van zijn/haar onderwijsopdracht is de docent verplicht een bepaald deel van het studiema-
teriaal ter beschikking te stellen van de studenten. Op dat vlak zou de universiteit richtlijnen moeten kunnen geven. Het gaat niet op dat sommige proffen hun zaken gratis ter beschikking stellen en dat je bij anderen hun boek moet kopen voor meer dan 100 euro. Maar een Creative Commons-licentie vind ik op dit vlak te vergaand. Je studiemateriaal komt dan immers ook ter beschikking van andere mensen dan je eigen studenten. En dat is een beslissing die de docent zelf moet kunnen nemen. Tot slot; heeft u al ooit een mp3 illegaal gedownload? Dat ga ik hier zeker niet vertellen! (lacht)
13.
STUDIE-INFORMATIE
De zoektocht naar informatie In hun zoektocht naar de studierichting en de onderwijsinstelling die het best bij hen past, bezoeken duizenden scholieren naar jaarlijkse gewoonte de studie-informatiedagen (SID-ins). De Vrije Universiteit Brussel stuurt telkens haar beste mensen uit om de toekomstige studenten zo goed mogelijk te informeren en te begeleiden bij hun belangrijke studiekeuze.
Met dank aan alle medewerkers en in het bijzonder aan Herald Cornelis en Etienne De Brandt voor het wekelijkse opbouw- en afbreekwerk van onze gloednieuwe stand!
Flatlife
14.
ALUMNI
Jonge mensen opleiden tot kritische, zelfstandige en ambitieuze individuen, die vrij denken en durven afwijken van platgetreden paden. Dat is één van de objectieven die de Vrije Universiteit Brussel zichzelf stelt. Akademos geeft in elk nummer een oudstudent het woord die ook na zijn/haar studies blijk gaf van deze kwaliteiten.
Verslag uit Noord-Sumatra Dr. Gerlant van Berlaer is als pediater werkzaam in het Academisch Ziekenhuis te Jette en studeerde in 1997 af aan de Vrije Universiteit Brussel. Afgelopen maand trok hij met een medisch interventieteam van het AZ naar een ziekenhuis in Banda Aceh in het door de tsunami zwaar getroffen Noord-Sumatra. Dit gebeurde op vraag van een andere oud-student van de Vrije Universiteit Brussel, Dr. Hegar Badriul, die als hoofdpediater in Jakarta werkzaam is. Aan de hand van de sms-berichten die Gerlant vanuit Banda Aceh stuurde, hielden collega's in Jette een dagboek bij.
17 januari 2005 We hebben nu ook weer licht en er wordt volop geschilderd. Ook het vuilnisprobleem op de afdeling is aangepakt. Dr. Sidqi, het vroegere diensthoofd pediatrie, is ingeschakeld om ‘nieuwe’ kinderartsen te zoeken.
Dr. Gerlant van Berlaer met collega Dr. Stefanie Henriet - fotograaf: Geert Liessens
12 januari 2005 Koffers met medisch materiaal (verbanden) zijn verloren gegaan. Het regeringsleger van Indonesië doet moeilijk. Mogelijk willen ze steun aan de rebellen in het gebied afschrikken. De ‘verkenners’ (ploeg medici die eerder zijn vertrokken, red.) slapen op het terras van een ‘huis’ en bieden eerstelijnshulp in kleine vluchtelingenkampen in de bergen. Ze zijn ook begonnen de kinderafdeling van het ziekenhuis op te ruimen en operationeel te maken. In dat ziekenhuis (het Zainal Abidin General Hospital, één van de weinige lokale ziekenhuizen dat overeind is blijven staan) is niemand van het medisch en verplegend personeel meer opgedaagd sedert de ramp... 13 januari 2005 Over drie uur vertrekt een tweede ploeg naar Banda Aceh, waaronder ikzelf. Volgens de laatste berichten is er reeds veel puin geruimd in het ziekenhuis van Banda Aceh en liggen er al kinderen op de pediatrie. Er is vraag naar beademingsapparatuur, maar ook naar ruwe werktuigen, onder andere om de stroomvoorziening weer in orde te brengen... Bizar. 14 januari 2005 We zijn er. Woorden schieten tekort om de situatie te beschrijven. Het is een ware ravage. Overal puin waaronder nog dagelijks lijken worden gevonden. Zelfs ìn het ziekenhuis zijn er nog delen die onder anderhalve meter modder liggen. In het ziekenhuis ontvangen we (zwaar)
zieke kinderen. Velen dragen de gevolgen van hun bijna verdrinking. Indien ze niet snel de juiste behandeling krijgen, sterven ze door infecties. We hebben al drie kinderen verloren…Wij zijn hier nu wel druk aan het kuisen om zo veel mogelijk patiënten te kunnen opvangen, maar 60% van het ziekenhuispersoneel is nog altijd vermist en de overigen zijn gevlucht. Is het opstellen van een derde team zinvol? Is dit financieel haalbaar? We slapen nu in een villa van gevluchte mensen. Het is er vuil. 15 januari 2005 Na overleg hebben we besloten dat we niet anders kunnen dan dit project verderzetten. Het AZ-VUB gaat akkoord met het inzetten van een derde team. Ik blijf een viertal dagen langer om het derde team op te vangen. Heb een eerste emotionele crisis. Het is veel zwaarder dan ik had gedacht. Ben erg moe. Het Duitse leger brengt pluchen beertjes voor onze patiëntjes. De generator laat het weer afweten en dus zitten we wederom zonder elektriciteit. Improviseren is de boodschap, want er liggen elf patiëntjes op onze kinderafdeling. Eén van de patiëntjes is een baby van amper enkele dagen oud … Ik ben vannacht van wacht. We werken bij kaarslicht. Gelukkig is de sfeer heel goed. Door een moesson is het wel broeierig heet. 16 januari 2005 Er is weer drinkbaar water en elektriciteit. De lokale pers is gevraagd om pediaters te zoeken. De baby is nog steeds zwaar ziek.
18 januari 2005 Ik wou dat je dit kon zien: een hospitaal dat in één week tijd weer erg goed werkt en vorige week nog onder de modder lag. Het project is nu al een succes! Er liggen lakens op de bedden, de eerste les aan de lokale verpleging is gegeven, de eerste twee kinderen zijn ontslagen uit de afdeling intensieve zorgen, spelende kinderen in de gang... 19 januari 2005 Ik heb de airco terug aan de praat gekregen. Ook niet onbelangrijk is onze nieuwste aanwinst: een ijskast. Ben (Van Vaerenbergh, vpk spoed, red.) was zo vriendelijk om deze te vullen met wat pintjes en "koude" cola, meegebracht uit Medan. Rond middernacht werden nog twee nieuwe patiëntjes opgenomen. Twee kinderartsen uit de buurt van Medan hebben interesse om op de kinderafdeling te komen werken. Hopelijk volgen er meer. Ben stilaan aan het aftellen om weer even te proeven van het normale leven in België, alhoewel afscheid nemen van het project niet makkelijk zal zijn. 20 januari 2005 Afgelopen nacht een patiëntje met Tsunami-pneumonie (longontsteking) verloren... Naast de gesprekken met de afgevaardigden van het Franse Ministerie van Volksgezondheid om een programma van 12 tot 18 maanden "teaching" op te zetten voor de lokale verpleging en de dokters (de vraag komt uitdrukkelijk van henzelf), hebben we ook een trainingsprogramma opgesteld voor het technisch personeel en kuispersoneel. We krijgen immers twee vaste poetsvrouwen voor de afde-
ling. Het Australisch leger zorgt zondag voor een lift (per vliegtuig) van Banda Aceh naar Medan, van waaruit we via Singapore en Parijs, terug naar België zullen vliegen. 21 januari 2005 Vandaag heeft de lokale bevolking een dag vrij genomen, want het is 'Hajjiverlof' (moslimfeest waarbij de hele familie spaart om één van hen naar Mekka te kunnen sturen). Er wordt een hele dag gebeden, hetgeen voor ons nogal vreemd overkomt, maar voor hen heel erg belangrijk blijkt te zijn. 22 januari 2005 Team 3 is vandaag aangekomen om het werk over te nemen en verder te zetten. We huren nu een huis! Maar we zijn doodop en het zal weer een korte nacht worden, want alle medische informatie moet worden doorgegeven aan het derde team. Daarna kunnen wij vertrekken. Lees het vervolg van het dagboek op www.vub.ac.be De Vrije Universiteit Brussel en haar ziekenhuis zamelden 34.704 euro in voor het interventieteam in Sumatra. Diverse geldinzamelingsacties van personeel, studenten en oud-studenten werden de afgelopen weken op touw gezet ten voordele van het ziekenhuis in Banda Aceh. Oudstudenten Mieke Cieters, Bart Degeest, Michel Faes, Eveline Gevroyse, Katleen Keppens, Dirk Van Oekelen en Peggy Van Oekelen wisten met hun actie zelfs 7.000 euro bijeen te krijgen. Het medisch interventieteam bestond uit: Dr. Gerlant van Berlaer (Pediatrie) Dr. Stefanie Henriet (Pediatrie) Dirk Danschutter (verpleegkundige) Geert Liessens (verpleegkundige) Ben Van Vaerenbergh (verpleegkundige) Els Wouters (verpleegkundige) Dr. Karen Pien (Anatomo-Pathologie) Gerlinda Vermeylen (verpleegkundige) Dr. Frederic Dricot (pediatrie) Annemie Durang (verpleegkundige)
15.
PERSONALIA
- Prof. Gert Desmet van de faculteit Wetenschappen en de faculteit Toegepaste Wetenschappen werd vanaf 1 januari 2005 opgenomen in de Editorial Board van het Journal of Chromatography A, een toonaangevend Elsevier-tijdschrift in de analytische chemie. - De onderzoeksgroep onder leiding van Prof. Gert Desmet, haalde bovendien de cover van het 1ste decembernummer van het gerenommeerde vakblad Analytical Chemistry met haar nieuwe methode om analytische chromatografische scheidingen uit te voeren zonder dat daarvoor nog hoge drukpompen of hoge elektrische potentiaalvelden nodig zijn. - Myriam Vermeerbergen van de Vakgroep Germaanse Talen die mee aan de wieg stond van het project over het digitale woordenboek Vlaamse Gebarentaal, werd hieromtrent enkele malen geciteerd in EOS-magazine. - Alexandre Sevrin was één van de persoonlijkheden in het lijstje ’50 voor 2005’ dat in de Standaard Magazine verscheen. - Prof. P. Devroey werd op 1 december in Aman, Jordanië, benoemd tot ‘honorary member of the Middle East Fertility Society’. - Nic Van Craen, Financieel beheerder werd tot ondervoorzitter van de Brusselse SP.a verkozen. Hij is actief bij de Jong-socialisten en de SP.aafdeling Molenbeek. - Pre-implantatie Genetische Diagnose wordt meestal uitgevoerd bij koppels waarvan één of beide partners kans maken een genetische ziekte door te geven aan hun nakomelingen. Veerle Goossens, onderzoekster aan de Centra voor Reproductieve Geneeskunde en Medische Genetica, heeft aangetoond dat het analyseren van twee cellen i.p.v. één de kans op een definitieve diagnose duidelijk verhoogt. Die vaststelling staat evenwel lijnrecht op de opvatting dat het beter is om één cel te verwijderen in plaats van twee om de overlevingskans van het embryo te optimaliseren. Uit deze studie blijkt alvast dat het aantal cellen dat uit het embryo werd verwijderd (één of twee) geen significant verschil uitmaakt voor de verdere in-vitro ontwikkeling van de embryo's. Voor dit onderzoek werd ze bekroond met de prijs voor het beste abstract en de beste presentatie tijdens de jaarlijkse meeting van de Belgian Society for Reproductive Medicine.
- Wim Leemans, oud-student elektrotechnisch ingenieur en zijn team in de L'OASIS group in Berkeley (Laser Optics and Accelerator Systems Integrated Studies) zorgen voor een belangrijke stap in de richting van de productie van goedkopere deeltjesversnellers. Een artikel hierover verscheen op 30 september op de cover van het zeer prestigieuze tijdschrift Nature. - Maryse Stoufs behaalde met haar afstudeerwerk burgerlijk ingenieur elektronica en informatieverwerking met als titel: 'Error protection and concealment of motion vectors corrupted by packet erasures' de BARCO prijs voor afstudeerwerken 2004. - Adrian Munteanu heeft dan weer de BARCO prijs voor wetenschappelijk werk 2004 gekregen voor zijn doctoraatswerk met als titel 'Wavelet Image Coding and Multiscale Edge Detection Algorithms and Appilications'. - Prof. Dr. Karin Nys van de Vakgroep Kunstwetenschappen en Archeologie, werd uitgeroepen tot buitenlands lid van de Koninklijke Akademie voor Kunsten en Wetenschappen in Göteborg – Zweden. - De prijs voor de 2004 exchange lecture tussen de British Fertility Society en de Vereniging voor Fertiliteitsstudie werd in de wacht gesleept door Elke Geuns van het Centrum voor Medische Genetica Brussel en het Centrum voor Reproductieve Geneeskunde van het Academisch Ziekenhuis. - De IEEE Instrumentation and Measurement Society heeft de '2003 Society Distinguished Service Award' toegekend aan Prof. Dr. Johan Schoukens van de Faculteit Toegepaste Wetenschappen. Hij kreeg de award voor zijn professionele leiding van de IEEE Instrumentation and Measurement Society. - Prof. Jurij Zupan die in de jaren '80 verbonden was aan de Vrije Universiteit Brussel als postdoc op de dienst Analytische scheikunde en farmaceutische technologie van prof. Desire Massart, werd op 3 december 2004 benoemd tot minister van Hoger Onderwijs, Wetenschap en Techniek in de nieuwe regering in Slovenië.
COLOFON
REDACTIE Sandra Van Maurik, Jeroen De Samblancx, Raf Van Dyck, Thomas Mels EINDREDACTIE Thomas Mels CARTOON Norbert Van Yperzeele OPMAAK EN DRUK Livosales.be VERLEENDEN VERDER HUN MEDEWERKING Veerle Magits, Koen Monté FOTO’S Carl-Filip Van der Steichel, Thomas Mels REDACTIESECRETARIAAT Myriam De Pelseneer Dienst Interne en Externe Communicatie Pleinlaan 2 – 1050 Brussel Tel.: +32 (0)2 629 21 34 Fax: +32 (0)2 629 12 10 E-mail: ieco@vub.ac.be Web: www.vub.ac.be Wilt u Akademos thuis ontvangen, laat ons iets weten. VERANTWOORDELIJKE UITGEVER: Prof. Dr. Benjamin Van Camp Rector Vrije Universiteit Brussel Pleinlaan 2 B – 1050 Brussel
16.
Redelijk eigenzinnig Infozaterdagen 2005 19 maart - 30 april - 3 september (van 10u00 tot 15u00) Voor werkstudenten: 24 september (van 10u00 tot 15u00) Meer info: www.vub.ac.be