2009Lokaal19

Page 1

Halfmaandelijks magazine van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw - Paviljoenstraat 9 - 1030 Brussel | verschijnt 20 x per jaar | Afgiftekantoor Gent X | P2A9746

NR 19 VAN 1 december 2009

VVSG-MAGAZINE VOOR GEMEENTE EN OCMW

Te weinig Te slecht Te duur

Beter lokaal management door Europese samenwerking

Zo politiek gekleurd waren de fusies

Cameratoezicht troebel voor gemeenten


op m

l in 2

od

e n te

d ec

e sch De crèch

Geme ti ke l s

td ilderen me

a pt

ov

St a

d

Psychia

H e l ft

et

zo nd e

fva sw ieu on or or de we de l w b nv ge r e m an r m w uw od g p la a be el m c c st e vo e h uu m t en tr r or 30 tw de % or g dt sp ee lp ar ad i

rk o c mw a l s he ld e n m e trische p atiĂŤnten Elke gemee en rusthui nte zi sbewoners onder 1 dak j n e Kippe igen g n ve Klagend Lo rmi e burg roen ene ke nde ers die rgi O epa Ee tten ud ren sup por s rk nn p t er z a o

va n a r

Ecologisch

ch r

rt

ges ree t

ns

u

e w eg

b er

a a t n e o een n i c c u p p a et c laamse gem m k e o z e b k e e Een bibliothe voetafdruk van V adsleden e gemeentera

E x-t

02 0

ob t i ini g be s m e d le a a r k 1 lokale s aan lo , e n te Arlalteis advi n e n en g e me is 13 g anagers gev n te

via n a ie k t a en r st ur

er n t n i het

ig

e l eid

n e ij

em

r

e

a

r te n e

js

d aa

o t u

post uw strafste projecten op www.trefdag.be

Innovatie en creativiteit in de praktijk staan centraal op de Trefdag 2010. Neem zelf actief deel: laat zien wat u in huis hebt en presenteer uw sterke projecten en praktijken. Stuur uw beste cases in op www.trefdag.be en deel zo uw ervaringen met alle lokale besturen.


NR 19 VAN 1 december 2009

VVSG-MAGAZINE VOOR GEMEENTE EN OCMW

Halfmaandelijks magazine van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw - Paviljoenstraat 9 - 1030 Brussel | verschijnt 20 x per jaar | Afgiftekantoor Gent X | P2A9746

BART LASUY

INHOUD

LOKAAL NUMMER 18 VAN 1 december 2009

22

Te weinig Te slecht Te duur

Wisseling der sjerpen

Beter lokaal management door Europese samenwerking Zo politiek gekleurd waren de fusies Cameratoezicht troebel voor gemeenten

Untitled-1 2

19/11/09 10:13

5 Opinie: Waarheen met de openbare zorgvoorzieningen?

stefan dewickere

In de Gentse Dampoortstraat bukken twee mensen onder een paraplu zich diep omdat Lokaalfotograaf Bart Lasuy er een mooi zwart gat zag met in het midden een fluo-oranje rechthoek…?

Nu de gemeentelijke bestuursperiode halfweg is, komen er in veel gemeenten nieuwe burgemeesters, schepenen en gemeenteraadsvoorzitters aan het roer. Pas sinds de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 konden besturen deze wissel vooraf in een voordrachtsakte vastleggen zodat plaatsvervangers niet langer afhankelijk zijn van de goodwill van hun voorganger.

KORT LOKAAL 6 Nieuws, print & web, perspiraat, column

26

ORGANISATIE 12 15 16 17

FORUM

20 22 24 25

De politieke inkleuring van de fusies Wisseling der sjerpen De raadzaal van Lommel Lokale raad

WERKVELD

Interview Luc Goossens

Huurders zijn tweederangsburgers ‘De steun van de overheid voor wie een woning moet huren is veel te klein. Ook private verhuurders komen er bekaaid af. Dat moet nu maar eens eindelijk veranderen,’ vindt Luc Goossens. Daarnaast wil hij een grotere actieradius voor de socialehuisvestingsmaatschappijen en meer slagkracht voor de sociale verhuurkantoren.

26 Interview met Luc Goosens ‘Huurders zijn tweederangsburgers’ 30 Nieuwe camerawet: troebel zicht 33 Klare kijk: artikel 60’ers 34 Zo ziet San Jerónimo de stedenband met Edegem 38 ’s Avonds of op zondag naar het containerpark 40 Een luisterboek spreekt voor zich

34 Zo ziet San Jerónimo de stedenband met Edegem

WETMATIG

43 Berichten en publicaties

bert janssens

46 Agenda & Triljoen

stefan dewickere

Lokaal sterker dankzij Europa Het intranet in Aalst Klare taal in Mechelen De Grondvesten: lokale besturen en de Grondwet (1) 18 Beheer je digitale bestuursdocumenten

Op de markt Vinocanchón investeert Edegem in het uitwerken van afvalcompostering. Maar Edegem ondersteunt ook het proces van bureaucratische vereenvoudiging door de ICT-dienst mee te helpen vormen. 1 december 2009 LOKAAL 3


Het akings- ALS PREVENTIEF bevel HANDHAVINGSBOEK + CD-ROM MET MODELLEN

IN RUMENT

Beter voorkomen dan genezen !

Een nieuwe publicatie …

Door speciali en in het vak

De gloednieuwe publicatie “Het Stakingsbevel” geeft een praktische benadering van de stakingsmaatregel als preventief handhavingsinstrument in het kader van een doordacht en consequent, doch redelijk, stakingsbeleid. Dit document geeft een klare kijk op de stakingsprocedure aan de hand van een concreet, schematisch uitgewerkt stappenplan. Het kan worden gebruikt als handleiding bij het voeren van de stakingsprocedure.

Auteur is Jo Van Lommel, lid van de vakgroep rond administratief recht, milieu, ruimtelijke ordening en stedenbouw van GSJ-advocaten, die sinds 40 jaar actief zijn in deze materie en regelmatig optreden voor het Vlaamse Gewest, de provinciebesturen en de gemeentebesturen, alsook namens ondernemingen en particulieren.

BESTELKAART

Het staking bevel sBeter voo rko

men dan genezen

Jo Van Lommel GSJ advo caten

EVEL

Model schriftelijke toelating betreding eigendom Model schriftelijk bericht van stopzetting Enkele modellen van PV van staking Enkele modellen van een bekrachtigingsbeslissing PV van doorbreking stakingsbevel Kennisgeving administratieve geldboete aan overtreder door Herstelfonds

HET STA KINGSB

• • • • • •

De pocket werd nagelezen door Xavier Buijs, stafmedewerker ruimtelijke ordening en huisvesting van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten.

/

Op de bijbehorende cd-rom vindt u een aantal kant-en-klare modellen in Word-formaat:

Het doel van deze pocke benaderin t is om een g te praktische als preventief geven van de staki ngsmaatre handhavin gel het kader van een doord gsinstrument in doch redel ijk, stakingsbeacht en consequen t, leid. Dit docum ent geeft een klare kingsproce kijk op dure en kan handleidin worden gebru de sta­ g bij het voere ikt als De schem atische weerg n van deze procedure. procedure ave van de evenals de stakings­ vele kant­ gebruiken en­kla bijlag pv’s en brieve en op cd­rom (ontw ar te erpen van Codex Ruim n, relevante regelgevin telijke Orden g Vlaamse tie tot een ing) make eenvoudig n deze public bruik document. a­ baar en overz ichtelijk Auteur is Jo Van Lomm rond admi el, lid van nistratief de vakgroep recht, ordening en stedenbou milieu, ruimtelijke die sinds w 40 jaar actie van GSJ advocaten. f zijn in deze regelmatig optreden mate rie en voor het Vlaam de provinciebe se Gewest, alsook name sturen en de geme entebestur ns ondernem en, ingen en partic ulieren. Maken verde r Hugo Sebre deel uit van de vakgr ghts, Yves oep: Loix, Sven Nele Anso Vernaillen, ms, Jo Van Lomm Floris Sebreghts, el, Karolien Bulkm Flora Wauters, Olivie r Verhulst, ans en Joris Meer info Geen s. op www.gsj.be

JO VAN LOMMEL

met kant-en-klare modellen op cd-rom

Maken verder deel uit van de vakgroep: Hugo Sebreghts, Yves Loix, Sven Vernaillen, Nele Ansoms, Floris Sebreghts, Flora Wauters, Olivier Verhulst, Karolien Bulkmans en Joris Geens.

De pocket werd nage lezen door stafmedew Xavie erker van de Vereniging r Buijs, Steden en Gemeenten van Vlaam se .

Bestel via www.politeia.be of stuur of fax deze strook naar: Uitgeverij Politeia, Ravensteingalerij 28, 1000 Brussel / fax: 02 289 26 19

JA, ik bestel …… ex. van het handboek “Het Stakingsbevel” tegen de prijs van 21 euro (VVSG-leden) / 25 euro (niet-leden)* Naam:

Adres:

Functie: Organisatie:

Btw-nummer:

E-mail:

Datum:

Tel.:

Handtekening:

* Prijs incl. btw, excl. verzendingskosten. Prijs geldig tot 31 maart 2010. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.


opinie Piet Van Schuylenbergh

Stefan Dewickere

Waarheen met de openbare zorgvoorzieningen? laams minister van Welzijn Jo Vandeurzen wil onderzoeken wat de voor- en de nadelen zijn van de organisatie van residentiële zorg door publieke, private social profit en Piet Van Schuylenbergh is directeur private commerciële zorgaanbieders op het vlak van toegankelijkheid, kwaliteit en betaalvan de VVSG-afdeling OCMW’s baarheid van de zorg. Zo staat het in zijn beleidsnota 2009-2014. En zijn collega van Binnenlands Bestuur Geert Bourgeois gaat de randvoorwaarden en de juridische mogelijkheden tot verzelfstandiging van de zorgvoorzieningen van de OCMW’s onderzoeken. Moeten wij bang zijn? Wordt de uitverkoop van de OCMW-rusthuizen voorbereid? Hier en daar hoor je al dat lokale bestuurders gecontacteerd worden door private initiatiefnemers met een financieel aanlokkelijk overnamevoorstel. De OCMW-rusthuizen kosten immers te veel aan de gemeenschap, nietwaar? En verzelfstandiging is toch de eerste stap naar Vergelijkbare loon- en arbeidsvoorwaarden privatisering? Angst is altijd een slechte raadgever. Er is niks tegen voor het personeel van de hele sector, een goede prijs-kwaliteitvergelijking in de sector ongeacht het statuut van de inrichtende van de zorgvoorzieningen. Dat is in het belang van de huidige en toekomstige bewoners en gebruikers. macht, zouden een flinke stap vooruit zijn. Bovendien mag de Vlaamse overheid nagaan of het geld dat ze in de sector steekt goed besteed wordt. Alleen moet zo’n vergelijking wel objectief en eerlijk gebeuren. Zo staan openbare zorgvoorzieningen open voor iedereen, ook voor de financieel onaantrekkelijke cliënten. Zo komen OCMW’s ook tussen in de verblijfskosten van bewoners in private rusthuizen als ze hun dagprijs niet kunnen betalen. Zo hanteren OCMW-zorgvoorzieningen voor hun personeel de rechtspositieregeling van het gemeentelijke personeel, wat aanzienlijk meer kost dan een personeelslid bij de private zorgaanbieders. Zo zijn er regels en procedures die OCMW’s nu eenmaal moeten volgen omdat ze openbare besturen zijn, zoals de wetgeving op de overheidsopdrachten. Dat openbare zorgvoorzieningen goed en professioneel bestuurd moeten worden staat buiten kijf. We doen het trouwens niet zo slecht: rusthuizen die noodgedwongen hun deuren moeten sluiten en bewoners op straat moeten zetten omdat ze niet meer aan de erkenningvoorwaarden voldoen, vind je gelukkig niet in de OCMW-sector. Dat men voorzieningen die tot dezelfde sector behoren met elkaar vergelijkt kan alleen maar de kwaliteit ten goede komen. Een beetje concurrentie kan geen kwaad. Als de Vlaamse overheid de kwaliteit van de voorzieningen wil opkrikken door ze met elkaar te vergelijken, moet ze alle spelers dezelfde wapens geven in deze concurrentiestrijd. Vergelijkbare loon- en arbeidsvoorwaarden voor het personeel van de hele sector, ongeacht het statuut van de inrichtende macht, zouden een flinke stap vooruit zijn. I

LOKAAL is het magazine en ledenblad van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw en verschijnt tweemaal per maand Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel T 02-211 55 00 • F 02-211 56 00 lokaal@vvsg.be www.vvsg.be Verantwoordelijk uitgever Mark Suykens, directeur VVSG

V

Bladmanagement Jan Van Alsenoy Abonnementen VVSG-leden: 80 euro, vanaf 10 ex. 67 euro; niet-leden: 150 euro VVSG, Nicole Van Wichelen T 02-211 55 43 Regie vacatures Nicole Van Wichelen, nicole.vanwichelen@vvsg.be T 02-211 55 43

Regie advertenties Cprojects&Advertising, Peter De Vester, T 03 326 18 92, media@cprojects.be

Kernredactie Pieter Plas, Inge Ruiters, Jan Van Alsenoy, Marlies van Bouwel, Bart Van Moerkerke

Hoofdredactie Marlies van Bouwel, T 02-211 55 46

Columnisten Johan Ackaert, Pieter Bos

Redactiesecretariaat Inge Ruiters, T 02‑211 55 44 Eindredactie Marleen Capelle

Illustraties Bart Lasuy, Stefan Dewickere, Layla Aerts (fotografen), Nix (cartoonist) Vormgeving Ties Bekaert

Drukwerk Schaubroeck (Nazareth) Lokaal wordt gedrukt op het kringlooppapier Cyclus

VVSG-bestuur Jef Gabriels, voorzitter Sas van Rouveroij, voorzitter raad van bestuur Theo Janssens, voorzitter afdeling OCMW’s

Ondertekende artikels verbinden alleen de auteurs. Reacties zijn welkom. De redactie zal deze naar eigen inzicht al dan niet opnemen, inkorten of er melding van maken. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/ of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, elektronische drager of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Met de steun van Dexia en Ethias, partners van de VVSG

1 december 2009 LOKAAL 5


KORT LOKAAL NIEUWS

Gemeenten vragen duidelijke en juiste sorteerboodschap Terwijl gemeenten zich in bochten moeten wringen om aan de bevolking duidelijk te maken dat yoghurtpotjes niet in de blauwe PMD-zak mogen, verkondigen de producenten van die verpakkingen doodleuk dat dit wél mag. De sorteerboodschap van FOST Plus is blijkbaar ook al te complex geworden voor haar eigen leden.

oor alle duidelijkheid eerst nog eens de juiste regels herhalen: volgens de website van FOST Plus mogen in de blauwe zak wat plastic verpakkingen betreft enkel plastic flessen en flacons. Zijn uitdrukkelijk niet toegelaten: alle andere plastic verpakkingen en voorwerpen (zoals plastic potjes en vlootjes). Yoghurtpotjes Een plastic fles valt mogen dus nog altijd niet in de blauwe zak. Je krijgt het met de beste wil van de wereld wel te recycleren, niet aan de bevolking uitgelegd. Enquêtes een plastic potje tonen aan dat de mensen moeilijk snappen dat een plastic fles wel te recycleren valt maar niet. Het blijft een een plastic potje niet. De blijvende opdracht moeilijke boodschap. om dat duidelijk te maken ligt vandaag bij de Vlaamse gemeenten en afvalintercommunales. Op zachte wijze: door de sorteerboodschap tot vervelens toe te blijven herhalen in publicaties, op afvalkalenders en op websites. Of met harde hand door blauwe zakken met te veel vreemde materialen niet op te halen en er een flinke rode sticker op te plakken. Ondankbaar werk dat FOST Plus toelaat zich op de borst te kloppen met de boodschap dat er ‘maar’ 15% residu in de blauwe zakken zit. En net als je denkt dat je het allemaal wel hebt gezien, overtreft de werkelijkheid alle fictie. Nu blijken namelijk leden van FOST Plus zelf niet meer te snappen wat in welke zak moet. Groot was onze verbazing toen we een yoghurtpotje te zien kregen, waarop volgende sorteerboodschap gedrukt stond: het kartonnen omhulseltje van het potje mag je bij het papier en karton gooien, het nog overblijvende yoghurtpotje in de PMD-zak. Terwijl FOST Plus zelf verwacht dat de lokale besturen aan de bevolking uitleggen dat dit laatste net niet mag.

24.355.099

CHRISTOF DELATTER

V

Een verkeerde boodschap afdrukken kan wel maar een blauw punt voor PMD-verpakkingen niet. Merkwaardig.

Er is nochtans een heel simpele oplossing voor al dit gedoe. De VVSG stelde jaren geleden al voor het totaal overbodige groene punt te vervangen door een blauw punt voor verpakkingen die in de PMD-zak mogen, en een rood punt voor die verpakkingen die bij het restafval moeten. Wat het de bevolking wel heel gemakkelijk zou maken. Dat men ons, zoals in het verleden, deze keer niet komt vertellen dat het technisch niet mogelijk is een sorteerboodschap op verpakkingen te drukken. Een van de FOST Plus-leden heeft bij dezen bewezen dat het wél kan. Ook al was het in dit geval een verkeerde boodschap. Christof Delatter

Zoveel boeken, strips, cd’s en dvd’s zitten in de collectie van alle plaatselijke openbare bibliotheken in Vlaanderen. Dat de bibliotheken van Antwerpen (1,6 miljoen) en Gent (0,8 miljoen) de grootste

collectie tellen is niet zo verwonderlijk, het zijn ook de grootste Vlaamse steden. Bekijken we de collectie per inwoner, dan hebben de plaatselijke bibliotheken voor elke Vlaming 4 stuks in collectie. Gooik, Mesen en Roeselare hebben 8 stuks per inwoner. Met 10,8 collectiestuks per inwoner is Baarle-Hertog de absolute koploper. Wilt u weten hoe het met de bibliotheek in uw gemeente gesteld is? U vindt alle gegevens op www.lokalestatistieken.be.

6 LOKAAL 1 december 2009


PRINT & WEB

Bereken hoeveel afvalinzameling in uw containerpark kost

W

eet u hoeveel de exploitatie van uw gemeentelijk containerpark jaarlijks kost of hoeveel het kost om grofvuil, groenafval of papier en karton in te zamelen? Plant uw gemeente een extra container voor bouw- en sloopafval of misschien zelfs de uitbreiding van het containerpark, en wilt u zich een idee vormen van de kostprijs? U kunt het vanaf nu berekenen met de webapplicatie containerparken op www.costcalculationmodel.vvsg.be. De applicatie is speciaal ontwikkeld voor de lokale besturen. Het gebruik ervan is gratis

voor de leden van de VVSG. Er is een handige gebruikershandleiding beschikbaar. Het containerpark is het unieke loket waar mensen met hun huishoudelijk afval terecht kunnen. Met deze webtoepassing wil de VVSG de lokale besturen ondersteunen om de dienstverlening aan de bevolking op deze centrale inzamelplaats nog te verbeteren. De applicatie is een realisatie van de VVSG met de steun van de Ovam. Liesbet NoĂŠ ĂŽĂŽwww.costcalculationmodel.vvsg.be

Ovam online met eco-efficiÍntie De Ovam lanceerde drie jaar geleden een subsidieprogramma voor KMO’s: het EcoefficiÍntiescanprogramma. In samenwerking met studiebureaus werden al duizend ondernemingen doorgelicht op eco-efficiÍntie. Nu kunnen bedrijven zelf aan de slag.

V

an de duizend bedrijven die hun onderneming op eco-efficiÍntie hebben doorgelicht, werkt intussen al een groot deel volgens het principe meer doen met minder, vooral op het vlak van energie, afvalpreventie en management. Sommige gingen nog een stapje verder en namen ook al maatregelen voor hun productontwikkeling en ecodesign of namen de samenwerking binnen hun keten onder de loep. Elke deelnemende onderneming bespaart kosten en het milieu vaart er wel bij. Online webmodule Vier van de vijf uitgevoerde maatregelen blijken van algemene aard te zijn en gelden dus ook voor andere KMO’s. Omdat de Ovam deze kennis niet verloren wil laten gaan, creÍerde ze een webmodule. In deze anonieme online toepassing kunnen zowel productie- als

dienstenbedrijven vanaf nu zelf hun eco-efficiĂŤntiemogelijkheden detecteren met een paar muisklikken. Voor een rapport op maat vraagt de module eerst een paar basisgegevens zoals de sector, de locatie en de grootte van het bedrijf. Verder peilt ze naar de impact van het bedrijf op het productontwerp en keteninformatie. Door aan te klikken waar op milieuvlak nog mogelijkheden zitten, worden de verbeterkansen in kaart gebracht. Elk aspect bestaat over het algemeen uit verschillende onderwerpen die telkens dieper ingaan op wat ecologischer kan. Voor water is dat bijvoorbeeld: het gebruik van regenwater, de opmaak van een waterbalans om zicht te krijgen op het verbruik of het gebruik van betere schoonmaakmiddelen. Het onderwerp energie levert een hele rist aan mogelijkheden:

perslucht, verlichting, koeling. Bedrijven die de module producten doorlopen, krijgen veel inspiratie over het ontwerp, de gebruiksfase en het recycleren van hun product. De laatste module is die van markt en keten. Het gaat hier dan vooral over voordelen van ketensamenwerking en mogelijkheden tot groene marketing. Zelf aan de slag Ten slotte verschijnt een rapport met informatie over alle gekozen maatregelen. Dit rapport kan de onderneming gebruiken als vertrekpunt om de bedrijfsvoering ecoefficiĂŤnter te maken. Het Agentschap Ondernemen ondersteunt bij de realisatie van de maatregelen (innovatie, subsidie, advies). Bart Palmaers ĂŽĂŽMeer informatie over de module en over eco-efficiĂŤntie vindt u op www.ovam.be/eco-efficientie.

Nieuw online: Diverscity De VVSG en de drie werknemersorganisaties ACOD-Lokale en Regionale Besturen, ACV-Openbare Diensten en VSOA lanceerden www.diverscity.be, de website van het sectorconvenant lokale besturen. De sectorconvenants zijn protocols van samenwerking tussen sectoren (sectorale sociale partners) en de Vlaamse regering over de actuele arbeidsmarkt en HRM-thema’s. Via de convenants geven de sectoren mee gestalte aan de prioriteiten van het beleid, en trachten zij meer mensen aan het werk te krijgen en te houden. Met de nieuwe website willen de sociale partners voorstellen en instrumenten aanreiken om een divers personeelsbeleid te realiseren. De website wordt een plek voor de praktijkgerichte uitwisseling van kennis en ervaring omtrent personeelsbeleid en diversiteit. www.diverscity.be

Het woonzorgcentrum in de 21ste eeuw Voor de woonzorgcentra van vandaag en morgen is het een hele uitdaging om de noodzakelijke zorg te bieden tegen een redelijke prijs, en tevens te zorgen voor een thuis waar het aangenaam vertoeven is voor zowel bewoners, familie en bezoekers als personeel. De nieuwe publicatie Het woonzorgcentrum in de 21ste eeuw van de Koning Boudewijnstichting omschrijft de krachtlijnen van de ‘ideale’ woonzorgcentra. De auteurs peilden op dat vlak naar de ervaringen en ideeĂŤn van de belangrijkste participanten in het leven van een woonzorgcentrum: bewoners, personeelsleden, directeurs en hoofdverpleegkundigen. Daarnaast beschrijft de publicatie een aantal inspirerende praktijkvoorbeelden uit diverse woonzorgcentra in zowel Vlaanderen als Brussel en WalloniĂŤ. V. Charlot, N. Cobbaut, J. De Mets, B. Hinnekint, M. Lambert, Het woonzorgcentrum in de 21ste eeuw: een gezellige woonomgeving, zorg incl., Koning Boudewijnstichting, www.kbs-frb.be, knop ‘Publicaties’

1 december 2009 LOKAAL 7


KORT LOKAAL NIEUWS

Betrek lokale besturen bij onderhandelingen politiestatuut Voor de evaluatie van tien jaar politiehervorming organiseerden de commissies Binnenlandse Zaken van zowel Kamer als Senaat op 28 oktober een gemeenschappelijke hoorzitting met vertegenwoordigers van de vakbonden en de drie verenigingen van steden en gemeenten. Namens de VVSG lichtte Jef Gabriels het standpunt toe.

O

ver het algemeen zijn de lokale besturen tevreden over de werking van de lokale politie: de burger kan rekenen op een professionele dienstverlening. Ook het model van een geïntegreerde politie – met een federale en lokale component – staat niet ter dis-

cussie. Volgens de VVSG zijn de lokale besturen wel bezorgd over de stijgende personeelskosten en is een wettelijk verankerd financieringsmechanisme voor de zone nodig. Daarnaast stelde de VVSG voor om de lokale besturen structureel te betrekken bij onderhandelin-

gen over het politiestatuut en vraagt ze een financiële-effectenrapportage bij aanpassingen aan het financiële statuut. Ten slotte pleitte de VVSG voor een verdere realisatie van een gemeenschapsgerichte politiezorg waarbij de rol van de wijkinspecteur van cruciaal belang is. Koen Van Heddeghem

ÎÎwww.vvsg.be, knop veiligheid

Aanbod bedrijventerreinen online

G

oGIS omvat twee delen: via een website kun je beschikbare gronden op bedrijventerreinen in West-Vlaanderen en Noord-Frankrijk online consulteren; bovendien is er een atlas uitgegeven met sociaaleconomische gegevens over de grensregio. GoGIS kwam tot stand door samenwerking van de WestVlaamse Intercommunale (wvi), het Franse Agence d’urbanisme et de développement de la région FlandreDunkerque (AGUR) en de provincie West-Vlaanderen. Actueel aanbod Dankzij GoGIS kan wvi het complete aanbod aan bedrijventerreinen online publiceren. Voor elk bedrijventerrein in uitgifte bevat de website informatie tot op perceelsniveau. De informatie wordt regelmatig geactualiseerd. De bezoeker kan niet alleen zoeken in de databank, maar ook alle gronden zien op een interactieve kaart. Daarvoor zijn topografische kaarten, luchtfoto’s en stratenatlassen op verschillende schaalniveaus aangekocht en als onderlegger ingebracht. Het feit dat iedereen de topokaarten en gedetailleerde lucht-

8 LOKAAL 1 december 2009

GF

In september 2007 werd het grensoverschrijdend geografisch informatiesysteem (GoGIS) officieel voorgesteld in Duinkerke. Dit door Europa gesteunde project is sindsdien een handig werkinstrument gebleken voor gemeenten, bedrijfsleiders en andere geïnteresseerden. Ondertussen zijn er almaar meer mogelijkheden bijgekomen.

foto’s over de landsgrens heen kan verkennen, maakt GoGIS uniek. In de toekomst is het geoloket op twee manieren uitbreidbaar: territoriaal (met nieuwe partners uit Lille, de Côte d’Opale, het Kortrijkse) en thematisch (er werd gestart met bedrijventerreinen, maar ook andere grensoverschrijdende thema’s kunnen ingebracht worden). Sociaaleconomisch observatorium Het grensoverschrijdende ‘observatorium’ screent de sociaaleconomische evoluties in de grensregio. Daarvoor zijn zowel voor West-Vlaanderen als voor de Côte d’Opale sociaaleconomische indicatoren (in verband met werkgelegenheid, economische activiteit, toerisme of demografie) zo geselecteerd dat de gegevens van beide regio’s met elkaar vergeleken kunnen worden. Alle kaarten staan op de website. Bart Boute ÎÎwww.gogis.eu


PRINT & WEB

Infosessies logiesdecreet 2010

LAYLA AERTS

Omdat het logiesdecreet vanaf 1 januari 2010 in werking treedt, plant Toerisme Vlaanderen met de vijf provinciale toeristische organisaties en de VVSG in december en januari vijf informatiesessies voor medewerkers van flankerende overheidsdiensten.

De sessies zijn bedoeld voor brandweerkorpsen, schepenen bevoegd voor Toerisme en Ruimtelijke Ordening, burgemeesters, ondernemersloketten en de gezondheidsinspectie. Alle overheidsdiensten die betrokken zijn bij de uitvoering van het

nieuwe logiesdecreet worden zo op de hoogte gebracht van alle aspecten van het decreet. Er wordt dieper ingegaan op wat hun precieze aandeel is in het traject van het logiesdecreet en op vragen die ze kunnen verwachten. In elke provinciehoofdstad wordt een informatiesessie georganiseerd van 14 tot 16 uur: in Gent op 1 december, in Brugge op 14 december, in Antwerpen op 7 januari, in Hasselt op 14 januari, in Leuven op 21 januari. Stephen Lodewyck ĂŽĂŽVoor informatie over het logiesdecreet, het programma en de inschrijvingsmogelijkheden: www.toerismevlaanderen.be/logiesdecreet

Justitierepertorium Justitie is een grote organisatie en de gerechtelijke weg is samengesteld uit veel procedures. Voor Justitie werken meer dan 25.000 mensen in ruim 500 diensten. De procedures zijn vaak complex, soms ook dwingend. Dagelijks moeten professionelen omgaan met die complexiteit. Ze verliezen heel wat kostbare tijd om de nodige informatie over rollen, bevoegdheden en contactgegevens in te winnen van en bij het parket, de raadkamer, de verschillende slachtofferdiensten enzovoort. Het maakt de lezer wegwijs in de justitiĂŤle organisatie, strafrechtelijke procedures en contactgegevens. Het is een boek om te lezen, maar vooral om te gebruiken en (meermaals) te raadplegen. F. Schuermans, D. Vandermeersch, Justitierepertorium: wegwijzer in organisatie, procedures en data, uitgeverij Politeia, Brussel, 47 euro, www.politeia.be

Model leegstandsbelasting beschikbaar

V

anaf 1 januari 2010 moeten alle gemeenten een inventaris opmaken van de leegstaande woningen en gebouwen. De basis hiervoor is de inventaris die door het gewest is opgemaakt en die eind december zal worden overgemaakt aan de gemeenten. De gemeenten moeten deze lijst controleren en de betrokken eigenaars op de hoogte stellen dat hun eigendom niet langer op een gewestelijke, maar

wel op een gemeentelijke lijst van leegstand staat. De leegstandslijst moet ook worden bijgehouden en doorgestuurd naar de Vlaamse overheid. Zo blijft er op Vlaams niveau een overzicht van de omvang van de leegstandsproblematiek. Er is overigens een beperkte tegemoetkoming van de Vlaamse overheid voor die inventarisering. Gemeenten zijn niet verplicht een heffing op de leegstaande woningen

en gebouwen in te voeren. De VVSG heeft op haar website diverse documenten gezet die gemeenten moeten ondersteunen bij de opmaak van een eigen reglement op leegstand. Zo is er onder andere het modelreglement te vinden dat de Vlaamse regering recent opstelde. Xavier Buijs ĂŽĂŽwww.vvsg.be, knop omgeving, nieuw Decreet Grond- en Pandenbeleid

Tot 8 januari: Heeft uw gemeente het KMO-vriendelijkste beleid? Een bloeiende lokale economie straalt af op de hele gemeente. Unizo wil gemeentebesturen die een gunstig klimaat voor ondernemers scheppen, stimuleren en belonen met de titel Laureaat Ondernemende Gemeente. De ingediende projecten of maatregelen moeten in het lokale economische beleid ingebed zijn en impact op een ruime groep van ondernemers hebben. De gemeente is de initiatiefnemer of speelt een wezenlijke rol bij het ontwerp of de uitvoering ervan. ĂŽĂŽwww.unizo.be/ondernemendegemeente

Online: Participatiewiki Sinds kort bevindt zich online een gloednieuwe informatiebron over participatie. De Participatiewiki is een digitaal kennis- en praktijkenplatform dat het thema van de participatie belicht in zijn ruimste betekenis: van actief burgerschap in een lokale vereniging tot inspraak en beleidsbeĂŻnvloeding. Dit online naslagwerk is bedoeld als inspiratie voor burgers, professionals en vrijwilligers die hetzij betrokken zijn bij participatieprocessen, hetzij veel belang hechten aan de maatschappelijke betrokkenheid van allerlei groepen. De website is een gezamenlijk initiatief van De Wakkere Burger, Sociumi, StichtingLodewijk de Raet en het steunpunt voor het sociaal-cultureel volwassenenwerk Socius. Het is de bedoeling om zo veel mogelijk informatie te bundelen. Al wie geĂŻnteresseerd is, kan daarom een bijdrage leveren aan deze wiki. www.participatiewiki.org

1 december 2009 LOKAAL 9


PERSPIRAAT

KORT LOKAAL NIEUWS

niet hetzelfde als de financiële directeur van een bedrijf. Maar de overheid verplicht ons wel om allerhande constructies op te zetten die verwijzen naar het bedrijfsleven. Ik ben ervan overtuigd dat zowel Airbus als Boeing uitstekende vliegtuigen bouwen, maar als je de apparatuur van de ene in de andere stopt krijg je gegarandeerd een crash.

Leuvens burgemeester Louis Tobback (SP.A) – Het Nieuwsblad 28/10

“ Ik zie mijn stad als het veiligheidslaboratorium van Vlaanderen.” Burgemeester Bart Somers (Open VLD) van Mechelen over zijn plannen voor een eigen stedelijke jeugdinstelling – Het Nieuwsblad 14/11

“ Duidelijkheid is mijn succes-

formule in de politiek. What you see is what you get. In mijn gemeente, in quasi rechtstreekse verkiezingen van de burgemeester, heeft mij dat 64 procent van de stemmen opgeleverd.

Defensieminister en burgemeester van Aalter Pieter De Crem (CD&V) – De Morgen 14/11

“ Uitstellen, in functie van ko-

mende verkiezingen, is nu zowat de meest voorkomende vorm van beslissen aan het worden. Dat moet slecht aflopen.

Socioloog Luc Huyse pleit ervoor om de verschillende verkiezingen te laten samenvallen – De Morgen 9/11

Ik wil zo snel mogelijk alle steden en gemeenten in dit land bezoeken. Ik wil zoveel mogelijk mensen spreken.

Howard Gutman, de Amerikaanse ambassadeur in Brussel – Het Belang van Limburg 7/11

“Om te komen tot minder beleidsniveaus, streeft de Vlaamse regering naar de ontwikkeling van stadsgewesten. Limburg heeft geen grote steden. Gouverneur Herman Reynders moet de ambitie hebben om bij wijze van spreken de eerste burgemeester te worden van het stadsgewest Limburg dat ten dienste staat van alle steden en gemeenten in Limburg.

Politiek redacteur Erik Donckier – Het Belang van Limburg 7/11

10 LOKAAL 1 december 2009

LAYLA AERTS

“ Een schepen van Financiën is

Europese erkenning voor duurzame mobiliteit

Samen met het Franse Nantes en het Britse Sutton viel Gent onlangs in de prijzen bij de uitreiking van de Civitas-onderscheidingen voor duurzame mobiliteit.

D

e inspanningen van Gent om het fietsgebruik te promoten, een voetgangerszone in het stadscentrum uit te breiden en een laagdrempelig fietsverhuursysteem voor studenten aan te bieden zorgden voor een Civitasonderscheiding. Ze maken deel uit van de hele aanpak voor openbaar vervoer met uitbreiding van tramlijnen, gratis nachtbussen, gratis openbaar vervoer voor kinderen tot vijftien jaar en

nog andere maatregelen. In Sutton, een voorstad van Londen, wordt vooral ingezet op veranderingsgedrag bij de burgers. Daar loopt een grootschalige campagne voor. Zowel de huisgezinnen als de scholen en de bedrijven worden aangemoedigd om te werken aan een reisplan op maat waarbij plaatselijk autovervoer wordt afgeraden. In Nantes kwamen vier acties aan bod: energievriendelijke bussen (80% van alle

bussen rijden op gas) die aan bepaalde kwaliteitsnormen moeten voldoen, de uitbreiding van het fietsverkeer met een verhuursysteem, parkeergelegenheid voor fietsen en een experiment met vouwfietsen in combinatie met openbaar vervoer. Ook het stadscentrum werd anders ingericht in functie van openbaar vervoer. Betty De Wachter ÎÎwww.civitas-initiative.eu

Ethisch beleggen bij lokale besturen

N

etwerk Vlaanderen en Réseau Financement Alternatif deden een onderzoek naar sociaal, ethisch en ecologisch (SEE) investeren bij openbare besturen. Meer dan een kwart van de gemeenten nam deel aan het onderzoek en daaruit blijkt dat 6 procent gelden plaatst in spaar- of beleggingsproducten die SEE-criteria hanteren. Gemeenten die niet kiezen voor Maatschappelijk Verantwoord Investeren (MVI) geven daarvoor verschillende argumenten: gebrek aan kennis over duurzame producten, ontoereikende uitleg bij en over producten en vrees voor minder financieel rendement. Betere productinformatie en het wegnemen van vooroordelen betreffende rendement lijken dus prioritair. Christophe Ramont ÎÎwww.netwerkvlaanderen.be, knop Overheid

Innovatie en creativiteit in de praktijk staan centraal op de Trefdag 2010. Neem zelf actief deel: laat zien wat u in huis hebt en presenteer uw sterke projecten en praktijken. Stuur uw beste cases in op www.trefdag.be en deel zo uw ervaringen met alle lokale besturen.


JOHAN ACKAERT column

Twinning in het teken van verzoening

I

n het Poolse Oswiecim vond op 30 oktober een seminarie plaats met verschillende getuigenissen over twinning of jumelages als bijdrage aan verzoening en samenwerking vroeger en nu. De contacten tussen het Franse Brest en het Duitse Kiel gaan terug tot de jaren vijftig, maar na een moeilijke start zijn ze niet meer weg te

STEFAN DEWICKERE

Jan Olbrycht: ‘Twinning is gebaseerd op langdurige samenwerking en vertrouwen en overstijgt kort lopende projecten.’

denken uit de stad. In Letland waar de nieuwe grenzen een stad letterlijk in tweeën verdelen, in het Letse Valka en het Estse Valga, geldt de leuze: één stad, twee landen. Voor Polen betekende de samenwerking met andere Europese steden opnieuw een aansluiting bij Europa. Voor de Westelijke Balkan is steun en samenwerking meer dan welkom. Het Europese Parlementslid Jan Olbrycht wees erop dat twinning of jumelages te onderscheiden blijven van andere vormen van partnerschappen: twinning is gebaseerd op langdurige samenwerking en vertrouwen, en overstijgt kortlopende projecten of partnerschappen die uiteraard zeer zinvol kunnen zijn: ‘All twinning links between towns are partnerships, but not all partnerships are twinnings links.’

Sturen zonder tanden Wie eertijds ‘Amnestie nu!’ riep, kon rekenen op meer dan gewone belangstelling van de toenmalige Rijkswacht en de Staatsveiligheid. Pleiten voor amnestie voor ‘incivieken’ was toen nog staatsondermijnend gedrag. 2009 lijkt op dit gebied voor een trendbreuk te zorgen: het heeft er alle schijn van dat het verlenen van amnestie vandaag opgenomen is in het instrumentarium waarover de overheid beschikt om mistevredenen opnieuw in de pas te doen lopen, of om op zijn minst in het gevlei van het verontruste kiezerskorps te komen. Het begon al vrij vroeg dit jaar toen de Vlaamse minister van Leefmilieu besliste landbouwers niet langer te beboeten voor het overschrijden van de toegestane nitraatresten in de uitgesproeide mest in 2008. Sterker nog: de zondaars van 2007 krijgen hun boete teruggestort. Officieel luidt het dat er een te grote variatie is vastgesteld tussen de analyseresultaten op het nitraatresidu van de verschillende betrokken labs. En neen, er was zeker geen verband met de naderende regionale en Europese verkiezingen. Het werkte inspirerend. In april besliste de Vlaamse minister van Welzijn om de boetes af te schaffen voor het laattijdig betalen van de bijdrage aan de zorgverzekering. En ook hier kregen de boetelingen de al betaalde boetes terug op de spaarrekening. Officieel klonk het toen dat die boetes niet ‘billijk’ zijn. En opnieuw, wie profileringsdrang vanwege de betrokken minister in de aanloop naar de verkiezingen vermoedde, gaf blijk van heel slechte karaktereigenschappen. Inmiddels loopt het jaar stilaan naar het einde en verdringen politici elkaar voor de camera’s om de meest uiteenlopende amnestieregelingen in het vooruitzicht te stellen. Na de landbouwers en de zorgeloze zorgbetalers zijn nu onze sporters aan de beurt. Dit betere drumwerk vloeide voort uit de traantjes van Yanina Wickmayer na

haar schorsing door het Vlaamse Dopingtribunaal wegens herhaalde nalatigheid bij het melden van haar plaatsbepaling aan het bevoegde dopingagentschap. De gewezen Vlaamse minister van Sport (ik schreef bijna Spirit) noemde de straf ‘niet rechtvaardig’. ‘Yanina schond misschien de letter van de wet, maar geenszins de geest,’ zo maakte de gewezen minister, die zelf mee aan de wieg van het betrokken decreet stond, de wereld kond. Zijn opvolger kon uiteraard niet achterwege blijven en beloofde heel Europa af te rijden om het leed van de betrokken sporters te verzachten. Met: ‘Ik zal ook bekijken of we de sporters financieel kunnen steunen bij die beroepsprocedure voor het TAS. Want dat kost heel veel geld,’ vertederde hij heel sportminnend Vlaanderen. Die uitspraak lag perfect in de lijn van zijn tussenkomst in het Vlaams Parlement een paar maanden geleden toen hij een eenvoudig rekensommetje verknoeide. Finaal blijken de dossierkosten bij het betrokken internationaal dopingagentschap immers niet hoger op te lopen dan een paar parkeerboetes. En gelukkig was er nog die partijvoorzitster (en tevens gewezen tennisster) die meteen haar laptop opende om driftig een reparatiedecreet uit het toetsenbord te schudden om voor eens en altijd deze vormen van grof maatschappelijk onrecht uit de wereld te helpen. Het beeld leeft nog altijd hardnekkig dat het sturen van een samenleving neerkomt op het uitschrijven van wetten en decreten. Getuige hiervan is bijvoorbeeld het belang dat kwaliteitsbladen hechten aan het volume ingediende voorstellen van wetten en decreten als graadmeter voor de beoordeling van onze politici in de individuele rapporten kort voor verkiezingen. Misschien vindt ooit een bezint eer ge begint-index de weg naar de krantenkolommen. Zodat we verlost worden van het beeld van paniekerige politici na de confrontatie met de consequenties van hun beslissingen. I

Betty De Wachter

1 december 2009 LOKAAL 11


LAYLA AERTS

12 LOKAAL 1 december 2009


ORGANISATIE MANAGEMENT

Lokaal sterker dankzij Europa Lokale besturen die in Europese projecten stappen, halen meer binnen dan subsidies. Politici en personeelsleden verwerven nieuwe kennis, ze breiden hun netwerk uit, ze ontwikkelen hun onderhandelingscapaciteiten. En daar haalt het lokale bestuur voordeel uit. betty de wachter , Bart Van Moerkerke

D

e Europese regelgeving heeft een grote impact op het lokale niveau, dat stellen gemeenten en OCMW’s elke dag vast. Veel regels en standaarden grijpen rechtstreeks in op het lokale beleid. Omgekeerd groeit op Europees niveau het besef dat de lokale besturen een cruciale rol spelen bij het plannen en uitvoeren van het Europese beleid. Het Verdrag van Lissabon verwijst expliciet naar de regionale en lokale besturen, en onderstreept het belang van subsidiariteit. Het is de eerste keer dat lokaal zelfbestuur voorkomt in een Europese verdragstekst. Europa biedt lokale besturen ook kansen. Dat gaat dan in de eerste plaats over subsidies die dikwijls broodnodig zijn om een gemeentelijk project te realiseren. Een vaak onderbelicht aspect is dat deelnemen aan Europese programma’s mogelijkheden opent voor de professionalisering van steden en gemeenten: personeelsleden en politici verwerven bijkomende kennis en ervaring, ze treden toe tot grensoverschrijdende netwerken en partnerschappen. Een gemeente die zich Europees profileert, vergroot bovendien haar aantrekkingskracht als werkgever, zeker voor jonge kandidaat-medewerkers die steeds Europeser en internationaler denken. In Denemarken, Zweden, Noorwegen en Nederland is internationaal werken echt ingebed in de cultuur van lokale besturen. Vlaanderen moet die omslag nog grotendeels maken, al groeit de inspanning van veel lokale besturen, kleine en grote. Lokaal sprak over de kansen die Europa biedt voor professionalisering met de Tieltse burgemeester Michiel Van Daele, met de Lanakense gemeentesecretaris William Vancleynenbreugel en met Ann Dankzij het Civitasproject werkt Gent al vier jaar intensiever en sneller aan een beter openbaar vervoer.

Plas, coördinator van het Civitasproject in Gent. Geen clubje Gent vierde onlangs de eerste verjaardag van zijn deelname aan het Civitasproject, wat mobiliteit betreft een van de grootste Europese programma’s. Gent zit in een consortium met vier andere steden: projectcoördinator Ljubljana (Slovenië), Zagreb (Kroatië), Porto (Portugal) en Brno

de zich als adjunct van de directie toe op mobiliteitsplanning in de buurten rond het stadscentrum. ‘Nu ben ik inhoudelijk heel weinig met mobiliteit bezig. Ik doe vooral coördinatie en management: ervoor zorgen dat financieel alles rond is, dat alles op tijd gebeurt, dat de verslaggeving in orde is, dat de uitwisseling met de andere steden goed loopt. Ik kreeg vroeger wel een opleiding management en projectmanagement maar het voorbije jaar was het toch vooral training on the job. Ik heb enorm veel bijgeleerd, zeker van de projectcoördinator in Ljubljana, een vrouw met enorm veel ervaring.’ Uiteraard is ook de relatie met de collega’s van de dienst Mobiliteit anders dan vroeger. ‘Ik moet nu veel meer sturen, dingen vragen, soms iemand erop wijzen dat het

Een gemeente die zich Europees profileert, vergroot haar aantrekkingskracht als werkgever. (Tsjechië). Civitas gaat over initiatieven van duurzame mobiliteit met een innovatief karakter. Met de Europese subsidies worden vooral personeelskosten betaald. Voor Gent zijn zowel binnen als buiten de stadsdiensten een dertigtal mensen in meer of mindere mate met het project bezig, goed voor ongeveer veertien voltijds equivalenten. In elk van de vijf deelnemende steden bestaat de projectleiding uit een algemene coördinator, een coördinator communicatie en een coördinator evaluatie. In Gent is Ann Plas de algemene coördinator. ‘Ik ben meer dan voltijds bezig met Civitas, dat is niet iets wat je erbij kunt nemen. Met alle coördinatoren komen we vijf keer per jaar samen. In het begin had ik het gevoel van: “reizen, hoera”. Maar het is verdorie hard werken met vergaderingen van 9 tot 18 uur. Van Ljubljana bijvoorbeeld heb ik niets gezien behalve het stadhuis, het centrale plein en mijn hotelkamer.’ Ann Plas werkte vroeger ook al voor de dienst Mobiliteit van de stad Gent. Ze leg-

beter moet. Dat is af en toe best moeilijk,’ moet Ann Plas toegeven. ‘Ik moet erover waken dat we met de collega’s die voltijds met Civitas bezig zijn, geen clubje binnen de dienst vormen. We hebben ervoor gezorgd dat de dingen die we doen heel dicht aanleunen bij de normale werking van de dienst. Het verbeteren van het openbaar vervoer bijvoorbeeld is iets wat we in ieder geval moeten doen, dankzij Civitas kunnen we het nu intensiever en sneller aanpakken. Daardoor is de waarde van het Europese project ook duidelijk voor de collega’s die er niet of minder bij betrokken zijn.’ Verder dan de kerktoren Lanaken heeft momenteel een viertal Interreg-projecten lopen. Daarnaast is er de Albertknoop, een structureel overleg met de twee Limburgse provincies en de stad Maastricht om thema’s zoals grensoverschrijdend wonen of grensoverschrijdende bedrijventerreinen samen te behandelen. Gemeentesecretaris William Vancleynenbreugel volgt dat overleg zelf op, het 1 december 2009 LOKAAL 13


ORGANISATIE MANAGEMENT

behoort tot zijn kerntaken. Wie de Europese projecten stuurt, hangt af van het onderwerp. Dat kan het afdelingshoofd leefomgeving zijn, maar soms komt zo’n project ook bij de secretaris terecht. Zoals het dossier over de aanleg van grensoverschrijdende spoorweginfrastructuur.

kan profileren als kandidaat-werkgever. Stel dat ze op zoek moet naar een nieuwe secretaris of een nieuw afdelingshoofd leefomgeving, dan kan ze uitpakken met haar Europese projecten. Ze zal ongetwijfeld kandidaten aantrekken die het belangrijk vinden dat ze in hun baan ver-

In Scandinavië en Nederland is internationaal werken echt ingebed in de cultuur van lokale besturen. Vlaanderen moet die omslag nog grotendeels maken. ‘Dat kan soms zeer belastend zijn. Toen ik volop met het spoordossier bezig was, leed mijn ander werk eronder. Afdelingshoofden lieten zich ontvallen dat ze me te weinig zagen,’ zegt de secretaris. ‘Het zou niet slecht zijn iemand te hebben die zich uitsluitend met die dossiers bezighoudt. Maar dan moet het iemand zijn die alle disciplines onder de knie heeft, zowel de juridische aspecten als bijvoorbeeld ruimtelijke ordening. We proberen wel oplossingen te zoeken. Binnen het autonome gemeentebedrijf is er iemand aangeworven die de financieel beheerder en mij administratief kan ontlasten in de Europese dossiers. Voor de Albertknoop hebben de vier partners samen een grensmanager aangetrokken.’ Ook voor de afdelingshoofden zijn de Europese projecten een extra belasting. Van subsidieaanvraag over opvolging tot rapportering, alles gebeurt door de stadsdiensten. Toch benadrukt William Vancleynenbreugel vooral de positieve kanten van het Europese werk. ‘Ik vind het zeer verrijkend. Op het vlak van netwerking, van onderhandelingstechnieken, van inzicht in juridisch-technisch complexe dossiers is het absoluut een goede zaak. Ik ben ervan overtuigd dat de Europese projecten voor Lanaken een van de zaken zijn waarop de gemeente zich

der kunnen kijken dan de kerktoren. Tot nu toe zijn competenties op dat vlak nog niet expliciet opgenomen in onze aanwervingsvoorwaarden maar ik kan me best voorstellen dat dit in de toekomst voor bepaalde functies wel gebeurt.’ Leren van partners De Europese werking van Tielt heeft een geschiedenis van vijftig jaar. In 1959 verbroederde de stad met Brignoles (Frankrijk), Bruneck/Brunico (Italië) en Gross-

andere hebben we specifiek aangetrokken voor de Europazolder. Zij besteden een aanzienlijk deel van hun werktijd aan Europa. Het vraagt ook veel inspanningen om de bevolking telkens bij de projecten te betrekken.’ Ook de burgemeester investeert veel tijd in Europa. Onlangs was er een burgemeestersconferentie van de vijf zustersteden over de invoering van Europese richtlijnen op lokaal vlak, zoals de kaderrichtlijn water. De burgemeesters stelden vast dat die vertaling heel erg kan verschillen van gemeente tot gemeente, ze legden hun bevindingen voor aan het Europees Parlement. ‘Voor dat project van overleg kregen we tot nu toe vreemd genoeg geen subsidies, hopelijk verandert dat straks,’ zegt de Tieltse burgemeester. ‘We hebben in elk geval besloten ermee door te gaan. Voor mij persoonlijk was het een bijzonder waardevolle ervaring om te vergelijken hoe verschillend de impact van eenzelfde richtlijn is op de vijf zustersteden. Ik heb veel van onze partners geleerd. We hebben het Europees Parlement ook duidelijk kunnen maken dat elke regelgeving wel op één of ander punt onvolmaakt is. Op gemeentelijk vlak kun je een fout

Burgemeester Michiel Van Daele: ‘Het is belangrijk dat Europese regelgeving in de maak getoetst wordt aan de lokale toepassing ervan, zodat tijdig kan worden ingegrepen.’ Gerau (Duitsland). In 1998 kwam er een vierde zusterstad bij, het Poolse Szamotuly. Met haar bezoekerscentrum Europazolder is de stad een hevig pleitbezorger van Europese integratie. Tielt stelt zich regelmatig kandidaat voor Europese projecten, met wisselend succes. Twee medewerkers bereiden de subsidieaanvragen voor. Burgemeester Michiel Van Daele: ‘Eén medewerker is daarin gegroeid, de

makkelijk corrigeren, op Europees vlak is dat een ander paar mouwen. Daarom is het belangrijk dat Europese regelgeving in de maak getoetst wordt aan de lokale toepassing ervan, zodat tijdig kan worden ingegrepen.’ Betty De Wachter is VVSG-stafmedewerker van team Internationaal Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal

Innovatie en creativiteit in de praktijk staan centraal op de Trefdag 2010. Neem zelf actief deel: laat zien wat u in huis hebt en presenteer uw sterke projecten en praktijken. Stuur uw beste cases in op www.trefdag.be en deel zo uw ervaringen met alle lokale besturen.

14 LOKAAL 1 december 2009


PRAKTIJK

AALST – ‘Onze softwarepuzzel is stukje per stukje zonder extra middelen ontworpen dankzij de ontelbare mogelijkheden van de Windows-servers en hun Internet Information Services,’ vertelt Kurt Schelfhout, ICT-verantwoordelijke van de stad Aalst. ‘De IT-dienst heeft enkel een Adobe-flexprogramma aangekocht om een ontwikkelingsomgeving met web 2.0-applicaties te kunnen ontwerpen. Alle databases en schermen zijn stapsgewijs in huis ontwikkeld na veel overleg met het personeel. De complexiteit van het systeem zit vooral in de programmering. De werkwijze zelf is heel laagdrempelig met snelle en eenvoudige zoekopdrachten voor de eindgebruiker.’

Intranetverhaal op maat van gebruiker Het intranet is de basiswerkplaats voor elke interne gebruiker. ‘Ons eerste intranet bestond uit de e-nieuwsbrief Cursor waarop het personeel enkel interne nieuwsberichtjes kon plaatsen,’ licht Kurt Schelfhout toe. ‘Het intranet is ondertussen gepersonaliseerd zodat elk personeelslid persoonlijke informatie en foto’s kan toevoegen.’ Door het intra- en het internet rechtstreeks met elkaar te verbinden is de actuele informatie bovendien gelijktijdig beschikbaar voor de burger. Het intranet is ingedeeld in vijf onderdelen: een persoonlijk en vier algemene. Het persoonlijke onderdeel heet De cursor en zoekertjes, het bevat het informele informatieverkeer tussen collega’s en algemene informatie van intern belang. De zoekertjes zijn natuurlijk bijzonder populair bij het personeel omdat iedereen hierop heel eenvoudig zelf al zijn persoonlijke nieuwtjes kan plaatsen. Onder de noemer Cursor vinden collega’s dan weer huisstijltips over de wachttijden aan loketten, over problemen van parkeergelegenheid of over de mogelijkheid tot griepinenting. Daarnaast telt het intranet vier algemene onderdelen: Algemeen, Persoonlijk, COMA en Elektronische borden. Daarin wordt de feitelijke informatie van de hele organisatie geordend opgeslagen en dagelijks geactualiseerd en aangevuld. Het onderdeel Algemeen bevat informatie die voor iedereen van toepassing is, zoals adressenlijsten van de raadsleden en de productencatalogus van het A-loket. Het onderdeel Persoonlijk bevat feitelijke informatie afgestemd op de eindgebruiker, zoals het toevoegen van een activiteit op de cultuurkalender. Het onderdeel Coma inventariseert alle inhoudelijke informatie zoals een persartikel of een artikel voor het infoblad. Onder Elektronische borden wordt de informatie geplaatst die op lichtkranten en grote panelen in de stad verschijnt, bijvoorbeeld aangaande

Het intranet van Aalst bestaat uit vijf onderdelen: een persoonlijk en vier algemene.

politiecontroles. Via de communicatiedienst is een controlesysteem op de inhoud en de schrijfstijl van de informatie ingebouwd. Binnen hun bevoegdheidsdomein worden de verschillende teamleden van de communicatiedienst automatisch over elke wijziging ingelicht, met daarbij vermeld de naam van degene die de aanpassing heeft toegevoegd. De communicatiedienst oordeelt over het belang van elke aanpassing en moet bevestigen of ze effectief moet worden uitgevoerd. ‘Je kunt een informaticasysteem alleen maar verfijnen en verbeteren aan de hand van opmerkingen, suggesties en vragen van de dagelijkse gebruikers,’ zegt Kurt Schelfhout. ‘Bij het introduceren van nieuwe dingen in een organisatie bots je automatisch op veel weerstanden en vooroordelen van het personeel dat het systeem dagelijks toepast. Onvoorwaardelijke steun van een hooggeplaatste collega in de organisatie met aanzien bij het personeel is essentieel. Tijdens

de lange tocht door de woestijn heb ik altijd kunnen rekenen op de steun van Luc Moereels. Hij was toen directeur van het eerste departement maar is ondertussen stadssecretaris. Door de wekelijkse vergaderingen volgde hij in de beginperiode de veranderingen en de evolutie van het systeem op de voet. Zijn geloof in het globale concept was voor mij een grote steun en inspiratiebron. Door zijn autoriteit kon hij het personeel afspraken doen naleven. Het resultaat is een gebruiksvriendelijk intra- en internet voor ambtenaren en bezoekers.’ In 2008 won het Aalsterse stadsbestuur bovendien de Agoria-prijs voor de beste website op het vlak van e-service. Aalst ontving deze onderscheiding voor haar efficiënte online diensten. Dankzij een vlotte interne informatiestroom worden vragen van burgers per mail snel en correct beantwoord. Inge Ruiters

ii Kurt Schelfhout, ICT-verantwoordelijke stad Aalst, T 053-73 21 50, kurt.schelfhout@aalst.be

1 december 2009 LOKAAL 15


PRAKTIJK

VOOR ...

n de nuari 2009 tege 09/001 d.d. 5 ja B/ aanslagjaar t d, rif ei ch rh rs aa aa Bezw en onbewoonb nd sta eg le g la belastingaans 8108. tikel 71583001 2008, kohierar

NA … Onderwerp: Uw brief B/09/001 van 5 januari 2009 met bezwaren tegen de belasting op lege en onbewoon bare woningen van het aanslagjaar 2008, kohierartikel 7158 30018108.

heer,

Mevrouw, Mijn

elde n in rand verm d ij u ontvangst va w n eling in verban de iss el fw m ie ij br rb Hie bij alle verdere te ve s ie ed el G ste t. k” rif er bezwaarsch der “ons kenm laten. r het nummer on verder bericht U met dit bezwaa ij w n lle zu k oe rz de on a N vermelden. van t wordt u uitstel t bezwaarschrif di ssing van n sli va be en e en ev di iti Door het in end tot de defin rle ve ng 09. Dit sti 20 la be nen van 5 juni betaling van de eester en schepe em rg bu n n. va de or het college meegedeeld w n met een brief besluit zal u da

e groeten

Met vriendelijk

emeester Opdracht burg , 07 van 25.10.20 n artikel va g sin as ep bij to reet ec ed 183 gemeent

Erik Laga Stadssecretaris

Kristl Strubbe anciën Schepen voor fin

Geachte mevrouw Geachte heer Wij hebben uw brief met bezwaren goed

ontvangen.

Het College van Burgemeester en Sche penen onderzoekt uw bezwaren. Uw betaling van de belasting stellen we daarom uit tot het college van 5 juni 2009 een beslissing heeft genomen. U zult een brief ontvangen over deze beslissing. Stuurt u ons opnieuw een brief over uw dossier? Vermeld dan altijd het nummer dat u vindt onder “ons kenmerk” (bovenaan links op deze brief). Hoogachtend

Opdracht burgemeester van 25.10.2007, bij toepassing van artikel 183 gemeentedecreet

Erik Laga Stadssecretaris

Kristl Strubbe Schepen voor financiën

Financiële dienst schrijft in klare taal

‘De stedelijke standaardbrieven zijn dikwijls in een ambtelijke taal opgesteld,’ zegt initiatiefnemer Kristl Strubbe die schepen is voor Financiën en Administratieve Vereenvoudiging. ‘Elke Mechelaar betaalt belastingen en komt dus met de brieven van de financiële dienst in aanraking. We

staan er te weinig bij stil dat deze brieven voor veel mensen, en zeker voor anderstaligen, onbegrijpelijk zijn.’ Een standaardbrief laten herschrijven door Wablieft kost 50 euro. De schepen voor Administratieve Vereenvoudiging wil alle standaardbrieven die op het stadhuis

vertrekken in klare taal laten herschrijven en reserveert hiervoor een ruim budget. Nu al zijn de 400 standaardformulieren van de stadsdiensten helder herschreven door professionelen die ook de vorm hebben aangepast. Het vertalen van brieven over belastingreglementen en mogelijkheden tot bezwaar is werk voor deskundigen, omdat de inhoud juridisch moet kloppen. Ten slotte zullen alle ambtenaren op termijn tijdens een workshop hun standaardbrieven en formulieren zelf in verstaanbare taal leren omzetten. Inge Ruiters

ii Kristl Strubbe, schepen Financiën en Administratieve Vereenvoudiging stad Mechelen, kabinet.strubbe@mechelen.be 16 LOKAAL 1 december 2009

DANIEL GEERAERTS

MECHELEN – Wablieft geeft niet alleen een wekelijkse krant uit met een samenvatting van het nieuws in eenvoudige en heldere taal, maar herschrijft ook teksten. Voor de stad Mechelen herschreef Wablieft de tien vaakst verzonden standaardbrieven van de stedelijke financiële dienst in mensentaal.


Gemeentelijke autonomie, administratief toezicht, openbaarheid van gemeentezaken

D

e Grondwet, die de organisatie van de overheid en de grondrechten in België beschrijft, vormt in meer dan één opzicht ook de directe grondslag voor de werking van de lokale besturen. De bestuurlijke organisatie van de gemeenten wordt rechtstreeks geregeld door een aantal grondwetsartikelen. Dit stuk behandelt de gemeentelijke autonomie, het administratief toezicht en de openbaarheid van de gemeentezaken zoals die zijn opgenomen in de Grondwet. In de volgende Grondvesten besteden we aandacht aan de aanzienlijke indirecte impact van de Grondwet op lokale werking en dito beleid. De gemeentelijke autonomie is verankerd in de Grondwet, maar staat er niet woordelijk in. De grondwetgever van 1831 liet een dergelijke expliciete formulering wijselijk achterwege en nam met artikel 41 de bepaling op dat ‘de uitsluitend gemeentelijke belangen door de gemeenteraden worden geregeld volgens de beginselen bij de Grondwet vastgesteld’. Daarmee wordt de gemeentelijke bevoegdheid gelijk begrensd door wat onder het ‘gemeentelijk belang’ wordt verstaan. Dit laatste is in de loop der tijden op verschillende manieren ingevuld; zo vallen meerdere aangelegenheden die vroeger als gemeentelijk belang werden beschouwd, nu onder de federale of gewestelijke bevoegdheid. Het Gemeentedecreet (art. 2) stelt dat de gemeenten – in hun zorg voor het welzijn van de burgers en de duurzame ontwikkeling van het gemeentelijke gebied – volgens grondwetsartikel 41 ‘bevoegd zijn voor de aangelegenheden van gemeentelijk belang voor de verwezenlijking waarvan ze alle initiatieven kunnen nemen’. In 1997 werd artikel 41 aangevuld met de bepaling dat gemeenten met meer dan 100.000 inwoners voor aangelegenheden van gemeentelijk belang binnengemeentelijke territoriale organen kunnen oprichten (de districten – momenteel heeft enkel Antwerpen die). Sinds 1999 maakt artikel 41 ook gemeentelijke volksraadplegingen mogelijk over de aangelegenheden van gemeentelijk belang. De regelgevende bevoegdheid over die volksraadplegingen werd in 2005 toegewezen aan de gewesten. De Grondwet bepaalt dat de gemeentelijke instellingen door wetten moeten worden geregeld (art. 162, eerste lid), en dat de grenzen van de gemeenten alleen door een wet kunnen worden gewijzigd (art. 7). Aansluitend bij de norm vervat in artikel 41 bepaalt het artikel 162 de regel van de rechtstreekse verkiezing van de leden van de gemeenteraad (tweede lid, 1°). Deze regel belet enerzijds niet dat meerdere gemeenten ‘zich

met elkaar kunnen verstaan of zich kunnen verenigen’ onder de voorwaarden die bij decreet worden bepaald (laatste lid; zie ook Grondvesten 2, Lokaal 9), maar anderzijds is het verschillende gemeenteraden niet toegestaan samen te beraadslagen (art. 162, laatste lid). Voor de politiebesturen heeft dit verstrekkende gevolgen gehad: voor politiezones die meerdere gemeenten bestrijken, moest daardoor een nieuw orgaan in het leven worden geroepen: de politieraad. Over de invoering van een politiereglement voor de hele zone moet daarom ook in de verschillende gemeenteraden afzonderlijk worden gestemd. Artikel 162 van de Grondwet stelt voorts het principe van de decentralisatie van bevoegdheden naar de provinciale en gemeentelijke instellingen voorop (tweede lid, 3°). Hetzelfde artikel bevestigt de bevoegdheid van de gemeenteraden voor alles wat van gemeentelijk belang is (tweede lid, 2°), ‘behoudens goedkeuring van hun handelingen en in de gevallen en op de wijze bij de wet bepaald’. De wetten die de toepassing van deze bevoegdheid verzekeren, moeten voorzien in ‘het optreden van de toezichthoudende overheid of van de federale wetgevende macht om te beletten dat de wet wordt geschonden of het algemeen belang geschaad’ (tweede lid, 6°). Dit vormt de basis voor de organisatie en de uitoefening van het administratief toezicht, dat nog het voorwerp van een aparte aflevering van De Grondvesten zal vormen. Ook de openbaarheid van de gemeentezaken, met name van de vergaderingen van de gemeenteraden en van de begrotingen en rekeningen, is als grondwettelijk principe opgenomen in artikel 162 (tweede lid, 4° en 5°). Merk op dat voor OCMW-besturen de openbaarheid wordt geregeld door het OCMW-decreet van 19 december 2008. Een eerder originele aanvulling op de gemeentelijke autonomie is grondwetsartikel 164, dat de bevoegdheid voor het opmaken van de akten van de burgerlijke stand en het houden van de registers ‘bij uitsluiting’ bij de gemeentelijke overheid legt (zie Grondvesten 10 in Lokaal 18). Ten slotte is ook de gemeentelijke fiscale autonomie, zoals we weten, grondwettelijk verankerd (art. 170 §4, zie Grondvesten 9 in Lokaal 17). Op grond van afwegingen van ‘gemeentelijk’ tegen ‘algemeen’ belang (art. 162, zie hoger) kan de wetgever nochtans bepaalde gemeentebelastingen opheffen of er beperkingen aan opleggen. Pieter Plas In De Grondvesten van Lokaal 20 leest u het vervolg van ‘Lokale besturen en de Grondwet’.

De Grondvesten belicht de kernbegrippen uit de werking van de lokale besturen in hun historische evolutie.

Lokale besturen en de Grondwet (1)

11

De grondvesten

1 december 2009 LOKAAL 17


ORGANISATIE ARCHIEFBEHEER

Beheer je digitale bestuursdocumenten Als we de term ‘administratieve bestuursdocumenten’ horen, denken we al te vaak aan papier. Vandaag maakt echter zowat iedereen gebruik van de pc bij de uitvoering van zijn taken. Bij de overheidsadministraties zijn er tegenwoordig dan ook pakken informatie in digitale vorm aanwezig. Die vereisen een zorgvuldige behandeling. Katlijn Vanhee

N

et als hun papieren equivalent zijn digitale documenten bestuursdocumenten. Toch laat het beheer van deze documenten heel vaak te wensen over. Iedereen kent de situatie van de gepersonaliseerde mappen ‘Jan’ of ‘Piet’ waarin documenten bewaard worden waaraan Jan of Piet heeft gewerkt.

documenten veel efficiënter te doorzoeken en terug te vinden. Bits en bytes Om goed met digitale documenten om te gaan is het belangrijk stil te staan bij hun specifieke kenmerken. Digitale documenten zijn op een aantal essentiële punten anders dan analoge documenten. Ten eerste is digitale informatie alleen leesbaar, interpreteerbaar door middel van hardware. Zonder een computer is een digitaal document een aaneenschakeling van nullen en enen. Voor de permanent te bewaren archiefdocumenten kies je daarenboven een goed opslagmedium. Harde schijven, cd’s, dvd’s of diskettes zijn niet de meest duurzame dragers. De beste keuze is een opslag op server met regelmatige back-ups: het e-depot. Anderzijds kun je ook kiezen voor risicosprei-

dan ook het best voor een open en gestandaardiseerd bestandsformaat. Dit kan door daar bij de opmaak al voor te kiezen of door het document later naar een open formaat zoals tiff, pdf of xml over te zetten. Deze laatste strategie heet migratie en is de goedkoopste optie om je administratie op langere termijn leesbaar te houden. Beperk tot slot zoveel mogelijk de afhankelijkheid van externe software. Administraties maken bij de uitvoering van taken of processen gebruik van softwareapplicaties. Een softwareapplicatie bevat digitale informatie of creëert digitale documenten. Deze digitale informatie en documenten zijn meestal alleen leesbaar via die applicatie. Software is echter onderhevig aan technologische veroudering zodat hierop tijdig moet worden geanticipeerd. Zorg ervoor dat digitale informatie en documenten zoveel mogelijk zonder specifieke software raadpleegbaar zijn en dus uit de software geëxporteerd kunnen worden. Houd hiermee rekening bij de aankoop of ontwikkeling van de applicatie. Meer uitleg vindt u op de website van het expertisecentrum David, onder het luik adviezen en rapporten. Digitale documenten contextualiseren De blijvende leesbaarheid van een document is één zaak, het correct interpreteren

Werk samen met de archivaris een duidelijke documentbeheerplan uit voor zowel analoge Documenten hebben de vreemdste namen of codes. Bestanden die jij niet meer nodig denkt te hebben, vliegen in de prullenmand of worden overschreven. Op den duur weet – in het beste geval – alleen jij nog welke documenten bewaard worden en waar ze staan. Transparantie en efficiëntie zijn zoek. Alle digitale documenten afdrukken en enkel een analoge administratie bijhouden is niet wenselijk en ook niet mogelijk. Het is beter samen met de archivaris voor zowel analoge als digitale documenten een duidelijk documentbeheerplan of dito strategie uit te werken. Daardoor zijn de 18 LOKAAL 1 december 2009

als digitale documenten. ding door je document op meerdere dragers op te slaan. Daarnaast is ook de keuze van het juiste bestandsformaat van essentieel belang. Een gesloten bestandformaat betekent dat je als gebruiker afhankelijk bent van één producent. Enkel hij heeft de code in handen om de nulletjes en eentjes te ontrafelen tot een verstaanbaar geheel. Bij open bestandsformaten is de code wel bekend en kan iedereen programma’s schrijven om de documenten te lezen. Je kiest voor de permanent te bewaren documenten

een andere. Het is belangrijk om een document in zijn juiste context te kunnen raadplegen: welke administratie heeft het document opgemaakt, in welk dossier hoort het thuis? Daarom is het belangrijk digitale documenten op een logische manier te ordenen, te beschrijven, te contextualiseren. Dit kan op verschillende manieren. In eerste instantie is het van belang documenten bij te houden in een goed uitgebouwde functionele mappenstructuur. Zoals al aangegeven zijn de mappen op naam van een medewerker geen goede optie.


met latere archivering van bestuursdocumenten, die je bij de opmaak van je bestek kunt gebruiken. Goede pakketten hebben heel vaak één groot nadeel: de prijs. Die ligt veel hoger dan wat een kleine tot middelgrote administratie financieel aankan. Toch zijn er steeds meer goede ‘open’ documentbeheersystemen op de markt die budgetvriendelijker zijn. Daarom is het van belang om goed af te wegen of een allesomvattend pakket een grote financiële investering waard is. Misschien kunnen het gewone traditionele verkennersysteem en een portie gezond verstand al wonderen doen. Mappen op naam van medewerkers zijn geen goede optie. Een functioneel klassement heeft een structuur op basis van de taken en functies van een administratie.

Een functioneel klassement betekent een structuur op basis van de taken en functies van een administratie. Daarmee kun je via logische deductie veel sneller documenten terugvinden. De traditionele ‘zoekopdracht’ bevat te veel ruis om efficiënt te kunnen werken. Een functionele mappenstructuur geeft ook al een heel stuk contextinformatie mee aan het document. Ook is het van belang documenten en mappen betekenisvolle namen te geven. Abstracte codes hebben geen nut, tenzij er binnen de administratie duidelijke afspraken over bestaan. Zorg ervoor dat je door de naamgeving van het document of de map al duidelijke informatie meegeeft over de inhoud ervan: opnieuw contextinformatie. Nog een stap verder in het contextualiseringsproces zijn de extra gegevens die je aan elk individueel document kunt meegeven. Dit kan bijvoorbeeld binnen het Officepakket onder de noemer ‘eigenschappen’. Deze informatie kan een extra

verduidelijking zijn om zo de inhoud van het document beter te begrijpen. De ordening, de naam van documenten zoals hierboven beschreven, hoeft niets extra’s te kosten want je kunt een functionele structuur perfect opzetten binnen de vertrouwde softwarepakketten op je pc. Een documentbeheersysteem? Toch kan het interessant zijn om een documentbeheersysteem aan te schaffen. Zo’n systeem kan een pak meer contextgegevens bijhouden en doet dat veel beter, wat tot een nog vlottere en nog transparantere administratie leidt. Maar let op. De meeste firma’s pretenderen met hun product de beheerproblemen van administratieve documenten met één knip te kunnen oplossen. Zo eenvoudig is het niet. Niet alle pakketten op de markt zijn geschikt voor het beheer van documenten op lange termijn. Er bestaan goede internationale standaarden in verband

Registratie van digitale en analoge documenten Voor een transparante en efficiënte administratie is tot slot ook de registratie van de digitale bestuursdocumenten van belang. Dit kan op verschillende manieren. Een postregistratiesysteem kan niet alleen gebruikt worden voor de registratie van analoge poststukken. Vandaag de dag gebeurt de meeste communicatie via mail, dus ook mails zijn ‘bestuursdocumenten’ en worden geregistreerd. Een functionele mappenstructuur betekent dat alle administratieve stukken per taak worden geordend. Ook al hoort elk document maar op één plaats thuis, soms bestaan er grijze zones. Documentregistratie, waarbij van elk opgemaakt of ontvangen document de bewaarplaats wordt genoteerd, lost dan elk probleem van terugvindbaarheid op. Katlijn Vanhee is archivaris-informatiebeheerder, MOD Financiën en Begroting en gewezen lid van de werkgroep Lokaal Overheidsarchief van de VVBAD

advertentie

Snel ruimte nodig??

Snel nood aan ruimte? Op zoek naar een snelle, flexibele oplossing? Een duidelijke, gedetailleerde offerte binnen de 48u? Verifieerbare kwaliteit, niet enkel in België maar wereldwijd? Frisomat ontwerpt, produceert en bouwt reeds 30 jaar innovatieve gebouwen uit koudgewalst, verzinkt staal. Een juiste prijs en korte levertijd voor elk project. Just in time, in overeenstemming met lokale statische normering.

Snel ruimte nodig, praat met ons. Lokaal08_nl_sept08.indd 1

www.frisomat.be

10/03/2009 15:17:23

1 december 2009 LOKAAL 19


De politieke inkleuring van de fusies De fusieoperatie van 1976 was de grootste hervorming van de lokale overheden in ons land. Ze maakte een einde aan de zelfstandigheid van 1770 gemeenten en aan de carrière van veel lokale politici. Niemand wil de geschiedenis terugdraaien, maar over de politieke inkleuring van deze fusieoperatie zijn de meningen nog altijd verdeeld. Dit zegt onderzoeker Koenraad De Ceuninck. Marlies van Bouwel

T

oen de archieven over de fusies in België in 2003 bij het toenmalige ministerie van Binnenlandse Zaken vrijkwamen, was dat voor Koenraad De Ceuninck de rechtstreekse aanleiding om werk te maken van een doctoraatsonderzoek naar de politieke besluitvorming tijdens de fusieoperatie van 1976. Op basis van de archieven kon Koenraad De Ceuninck voor het Centrum voor Lokale Politiek (Universiteit Gent) het verloop van de officiële fusieprocedure reconstrueren. Over de manier waarop politici daaraan, zowel lokaal als nationaal, invulling gaven heeft hij mensen geïnterviewd die bij deze operatie betrokken waren, vooral bij de fusies van de steden Gent en Kortrijk. Te klein De gemeenten waren begin jaren zeventig letterlijk te klein, zowel qua oppervlakte als qua inwonersaantal. De gemiddelde Belgische gemeente was 13 km² groot en telde 4000 inwoners. Door die bestuurlijke versnippering hadden de gemeenten geld 20 LOKAAL 1 december 2009

tekort terwijl de uitgaven bleven stijgen. Veel kleine gemeenten waren niet meer in staat in de nodige dienstverlening te voorzien. Ook de steden zaten opgesloten in hun historische grenzen en misten de noodzakelijke ruimte voor economische ontwikkeling. Bovendien droegen zij door hun centrumfunctie extra financiële lasten, waarvoor ze onvoldoende compensatie genoten. Ze wilden de randgemeenten mee laten delen in die kosten. Over de te volgen weg is lange tijd discussie geweest. Onder de regering-Tindemans I werd de knoop definitief doorgehakt. De regering besliste om de fusies in één keer door te voeren, volgens een globaal plan. Het was de Waalse christendemocraat Joseph Michel die als minister van Binnenlandse Zaken de fusies onder zijn hoede kreeg. In het boek dat op basis van het doctoraat van Koenraad De Ceuninck verschijnt, zegt Joseph Michel zelf: ‘Een strikte kalender werd opgesteld: alle wettelijk voorziene adviezen moesten in de periode van september 1974 tot de lente

van 1975 worden ingewonnen, een ontwerp van Koninklijk Besluit moest vóór de grote vakantie 1975 door de ministerraad worden goedgekeurd en uiteindelijk moest vóór Kerstmis 1975 in het parlement over het ontwerp worden gestemd. Deze timing werd volledig nageleefd, hoezeer de discussies in de wetgevende kamers ook moeilijk en soms zeer hevig waren.’ Tegengestelde adviezen ‘Het initiële plan dat de minister voorstelde, week soms sterk af van de uiteindelijke fusies. Wie heeft wat gedaan om die fusies te beïnvloeden?’ vroeg Koenraad De Ceuninck ook aan de toenmalige burgemeesters in Oost- en West-Vlaanderen. Zo had de regering in de wet van 23 juli 1971 een procedure uitgewerkt waarmee gemeenten zouden worden samengevoegd. Maar op tal van plaatsen bleken andere regels te gelden. ‘Zo had je een fusie kunnen verwachten van de gemeenten Moerbeke en Wachtebeke die elk 5000 inwoners telden. Men had hierbij eventueel ook Zelzate kunnen voegen. Toch is dat niet gebeurd: Moerbeke was een liberale, Wachtebeke een christendemocratische en Zelzate een socialistische gemeente, de drie toenmalige burgemeesters zijn naar de minister gestapt en hebben hun slag thuisgehaald, ze zijn onafhankelijke gemeenten gebleven. Zo was het ook logischer geweest dat Kaprijke en Lembeke met Eeklo zouden

LAYLA AERTS

FORUM FUSIES


Voor de nieuwe gemeentegrenzen vormden kanalen dikwijls logische lijnen.

fusioneren. Dat is niet gebeurd, op uitdrukkelijke wens van de burgemeesters zijn Kaprijke en Lembeke samengegaan. Een van de belangrijkste uitgangspunten was niet te raken aan de provinciegrenzen. Het is dan ook bizar dat dit enkel in Luxemburg gebeurde, ondanks of dankzij de burgemeester van Virton: minister van Binnenlandse Zaken Joseph Michel,’ zegt De Ceuninck. Ook de kaart van Leuven heeft sindsdien een merkwaardige vorm: ‘Daar woonden

Toch is achteraf de tevredenheid algemeen, alleen is er volgens Koenraad De Ceuninck nog altijd kritiek op de manier waarop de fusie is gebeurd: zo politiek, zo topdown. ‘De vele adviezen vanuit de verschillende gemeenten belandden toen in de prullenmand, niet omdat de regering dat per se zo wilde, maar omdat de adviezen in elke gemeente zo tegengesteld aan elkaar waren dat Brussel uiteindelijk toch de knoop moest doorhakken.’ Ook Joseph Michel is nog altijd tevreden over het resultaat: ‘Er werd sindsdien nog geen enkel voorstel tot defusie van gemeenten voorgesteld noch door het federale par-

De regering had in de wet van 23 juli 1971 een procedure uitgewerkt waarmee gemeenten zouden worden samengevoegd. Maar op tal van plaatsen bleken andere regels te gelden. toen een aantal CVP-kopstukken met burgemeestersambities. Zo bleef Herent zelfstandig terwijl het volledig op Leuven is aangewezen. Verder afliggende gemeenten werden wel bij Leuven gevoegd. Toen al zei huidig burgemeester Louis Tobback in de Kamer dat er een mormel boven de doopvont werd gehouden.’ De fusies botsten op veel weerstand, ze riepen het spookbeeld op van een bestuur ver weg van de burger. Her en der werden actiecomités opgericht. Koenraad De Ceuninck: ‘In Kuurne brak bijna de revolutie uit. Toen de Kortrijkse burgemeester er op een avond kwam spreken over een eventuele fusie, liet de menigte hem niet toe uit zijn auto te stappen. Hij is als een geslagen hond terug naar huis gereden.’ Bij de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 1976 zagen op bepaalde plaatsen zelfs antifusielijsten het licht. Veel lokale mandatarissen en sociaal-culturele verenigingen steunden dat verzet actief.

lement noch door de gewestregeringen, aan wie de bevoegdheid over de gemeenten ondertussen werd overgedragen. Ik kan ook niet anders dan vaststellen dat de gemeenten vandaag de dag, in deze moderne tijden, beter georganiseerd zijn. Ze worden doorgaans beter beheerd en zijn zeker beter gewapend om het hoofd te bieden aan de nieuwe uitdagingen. Door deze fusies was het ook mogelijk ze nieuwe taken toe te vertrouwen.’ Over Brussel was hij wel ontgoocheld: ‘Herhaaldelijk heb ik aan de ministerraad een ontwerp voorgelegd waarbij de negentien gemeenten omgevormd werden tot acht à negen grotere levensvatbare entiteiten. Deze plannen werden in de ministerraad steeds positief onthaald… maar steevast werd erbij gezegd “dat de tijd nog niet rijp was”. Achteraf gezien is gebleken dat de tijd misschien toch wel rijp was!’ Ook is het volgens Koenraad De Ceuninck een illusie te denken dat een mogelijke

nieuwe fusie nu minder politiek gekleurd zou zijn: ‘Niets ligt politiek zo gevoelig als de hertekening van kieskringen.’ Partijpolitiek gekleurd In hoeverre oefenden de politieke partijen een invloed uit op de fusie? Koenraad De Ceuninck: ‘Tindemans I was een coalitie van de CVP-PSC met de PVV-PLP, aan Waalse kant zat ook het Rassemblement Wallon in de regering. De VU zat in de oppositie, samen met de socialisten en de communisten. Ondanks de lokale inspraakprocedure is het toch de regering geweest die de grenzen uittekende en zijn het in Vlaanderen de CVP en de PVV geweest die er hun stempel op konden drukken. Principieel waren de socialisten niet tegen de fusie gekant, maar ze waren wel tegen de manier waarop die politiek werd ingekleurd. In heel België kun je naast een fusie ook een naam van een politicus plaatsen. Wilfried Martens zei het me zo: “We moesten die fusie doorvoeren, dus konden we dat net zo goed doen op een manier die voor ons politiek positief zou uitdraaien.” En Herman De Croo zei: “Als er een kleine socialistische aanwezigheid was, konden we ze opnemen in een ruimere fusie. Was er een echt socialistisch bolwerk, dan lieten we die gemeente zelfstandig blijven, zoals Harelbeke.”’ Met de fusies werden ook honderden grenscorrecties doorgevoerd, sommige waren ook logisch. Koenraad De Ceuninck: ‘Zo werd de grens tussen Eeklo en Maldegem vanaf dan gevormd door het Schipdonkkanaal. Maar er waren ook minder logische zaken, en die zijn nu, zoveel jaren na de feiten, nog moeilijk te achterhalen.’ Marlies van Bouwel is hoofdredacteur van Lokaal De archieven omtrent de fusieoperatie van 1976 berusten in het Rijksarchief, Ruisbroekstraat 2, 1000 Brussel.

Gent, 11 december Schaal en lokaal bestuur... een voortdurende zoektocht naar de ideale verhouding De gemeentelijke fusies van 1976 liggen al meer dan dertig jaar achter ons, en toch blijft de relatie tussen schaal en lokale besturen het politieke debat achtervolgen. Op deze studienamiddag is er een evaluatie van de fusies van 1976 met Joseph Michel en Koenraad De Ceuninck. Is de schaal van de gemeenten nog altijd een probleem? Zo ja, wat zijn mogelijke oplossingen? In gezelschap van Herman De Croo, Mark Suykens en Louis Tobback worden deze vragen zowel vanuit een academische als vanuit een politieke invalshoek beantwoord. Het Centrum voor Lokale Politiek (Universiteit Gent) organiseert deze studienamiddag in samenwerking met Uitgeverij Vanden Broele. Ook het boek van Koenraad De Ceuninck De gemeentelijke fusies van 1976. Een mijlpaal voor de lokale besturen in België wordt voorgesteld.

1 december 2009 LOKAAL 21


FORUM STATUUT VAN DE MANDATARIS

Nu de gemeentelijke bestuursperiode halfweg is, komen er in veel gemeenten nieuwe burgemeesters, schepenen en gemeenteraadsvoorzitters aan het roer. Dit is het gevolg van afspraken die de verkozenen na de gemeenteraadsverkiezingen maakten. Lokaal legt uit hoe dit op een goede manier gebeurt. Marian Verbeek ‘Het is niet prettig nu te moeten weggaan, maar het stond zo in de voordrachtakte,’ zegt Jos De Smedt, de gemeenteraadsvoorzitter van Kapelle-op-den-Bos. Hij zal de gemeenteraad in december voor de laatste keer voorzitten. ‘In januari geef ik de fakkel door aan een partijgenoot. Hij is nu nog schepen maar maakt op zijn beurt plaats in het college voor een gemeenteraadslid van de coalitiepartner.’ Pas sinds de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 kunnen verkozenen afspraken om mandaten over meerdere personen te verdelen, formeel vastleggen en uitvoeren. In het verleden kwamen zulke afspraken ook al voor bij coalitiebesprekingen, maar toen kon je de uitvoering ervan niet afdwingen. Dat leverde dikwijls problemen op. Het hing af van de goodwill van de mandataris die zelf ontslag moest nemen zodat de andere persoon het mandaat kon overnemen. Niemand kon hem of haar daartoe dwingen. Nam de mandataris 22 LOKAAL 1 december 2009

geen ontslag, dan had de opvolger geen enkel verweer. Ondanks alle mondelinge en zelfs schriftelijke afspraken kon hij enkel met lede ogen toekijken en vaststellen

stefan dewickere

Wisseling der sjerpen einddatum van het mandaat te vermelden en eventueel ook een opvolger aan te duiden. Zo verdelen coalitiepartners de mandaten onder meerdere partijen. Levert de ene partij de eerste drie jaar de burgemeester, dan mag de andere de eerste schepen en de OCMW-voorzitter aanduiden. Halverwege wisselen de mandatarissen van plaats. De eerste schepen volgt de burgemeester op en de burgemeester gaat naar het college of blijft enkel gemeenteraadslid.

Pas sinds de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 kunnen verkozenen afspraken om mandaten over meerdere personen te verdelen, formeel vastleggen en uitvoeren. dat de zetelende mandataris bleef zitten. Ook in Kapelle-op-den-Bos en zo vele andere gemeenten gebeurde dit regelmatig in de jaren tachtig. Om deze problemen op te lossen werd in het Gemeentedecreet een ander systeem uitgewerkt. Het laat toe op de voordrachtakten voor de burgemeester, de schepenen en de voorzitter van de gemeenteraad een

‘De wissels verlopen in Diksmuide zeer vlot, we hebben dat goed voorbereid. De huidige gemeenteraadsvoorzitter en een raadslid nemen op 1 januari een schepenmandaat op en de fractievoorzitster van de CD&V gaat de gemeenteraad voorzitten. De nieuwkomers lopen nu al warm. Zo gebeurde de opmaak van het budget van 2010 in samenspraak tussen de huidige en de


Voorzitters zijn geen uitvoerende mandatarissen en hun mandaat eindigt definitief op de einddatum op de voordrachtakte. Het continuïteitsprincipe geldt niet voor hen.

nieuwe schepenen,’ zegt gemeentesecretaris Marie Herman. Jos Claessens, nu nog eerste schepen in Bocholt en vanaf 1 januari 2011 burgemeester, is tevreden dat het Gemeentedecreet voordrachtakten met opvolgers mogelijk maakte. ‘Omdat een meerderheid van de raadsleden de voordrachtakte mét opvolger ondertekende, krijgen de afspraken meteen ook meer rechtsgeldigheid. Het is allemaal duidelijk en we hoeven hier niet meer over te discussiëren, want het ligt vast.’ Het is een wissel die wel in meer gemeenten voorkomt: de burgemeester en de eerste schepen die van sjerp wisselen. Als er een opvolger is vermeld, moet er op de voordrachtakte in principe ook een datum staan. De opvolger moet immers weten waar hij of zij aan toe is. Een aanvulling op het Gemeentedecreet die op 1 juli 2009 in werking trad, verduidelijkte deze regel. Er bestaan immers enkele voordrachten waarop geen datum stond maar wel een opvolger. Dat kan dus niet meer. Een voordracht met einddatum van het mandaat maar zonder naam van een opvolger kan wel. Door de wijzigingen aan het Gemeentedecreet is het nu ook mogelijk om in de voordrachtakte af te spreken dat de opvolger van de schepen ook zijn plaats in de rang overneemt. Mandaat eindigt van rechtswege Wie op de voordrachtakte is voorgedragen tot een bepaalde datum, bijvoorbeeld 31 december 2009, werkt op die dag zijn laatste dag als burgemeester, schepen of voorzitter van de gemeenteraad. Een ontslagbrief indienen is niet nodig. Er komt in ieder geval een einde aan het mandaat doordat de einddatum bereikt is. Als de opvolger het mandaat niet meer wil of kan opnemen, mag de uittredende mandataris niet blijven zitten. Als er geen opvolger is, is er een vacature en dus is een nieuwe voordracht noodzakelijk. Maar de gemeenteraadsleden mogen de uittredende mandataris natuurlijk wel opnieuw voordragen. De uittredende schepen die opnieuw wordt voorgedragen, legt ook weer de eed af. De opvolger verschijnt ten tonele Als uw naam als opvolger op de voordrachtakte staat, dan komt u aan zet op

de afgesproken datum. Ook dat gaat van rechtswege in. De raadsleden kunnen niet meer op de afspraken terugkomen. Wat drie jaar geleden werd afgesproken, moet worden uitgevoerd. Ook als de opvolger ondertussen niet meer in de fractie zit en als onafhankelijk raadslid zetelt. Het Gemeentedecreet kent geen enkele regel om iets te veranderen aan de gemaakte afspraken. De enige die kan beslissen om het mandaat niet op te nemen is de opvolger zelf. Wanneer de voorgedragen op-

rende mandatarissen en hun mandaat eindigt definitief bij het bereiken van de einddatum op de voordrachtakte. In afwachting van een nieuwe voorzitter zal het raadslid met de meeste anciënniteit het voorzitterschap waarnemen. Is er op de voordrachtakte wel een opvolger van de voorzitter vermeld, dan kan die meteen op 1 januari aan de slag, de nieuwe voorzitter moet immers geen eed meer afleggen. In 2010 is Jos De Smedt weer een gewoon gemeenteraadslid. ‘Eerlijk gezegd, ik heb

Het Gemeentedecreet kent geen enkele regel om iets te veranderen aan de gemaakte afspraken. De enige die kan beslissen het mandaat niet op te nemen is de opvolger zelf. volger beslist om het mandaat niet op te nemen, dan is er een vacature en moeten de raadsleden een nieuwe voordrachtakte indienen. Eedaflegging voor 1 januari De schepen die op 1 januari aan de slag gaat, moet uiteraard eerst wel de eed als schepen afleggen. Aangezien gemeenteraden gewoonlijk niet samenkomen op de eerste dag van het jaar, kan de opvolger eventueel op voorhand de eed afleggen. Vergelijk het met de kandidaat-burgemeester die in de loop van december de eed aflegt in handen van de gouverneur om op 1 januari daadwerkelijk de sjerp om te gorden. Uiteraard kunnen de opvolgers ook pas in de eerste gemeenteraadszitting van het nieuwe jaar de eed afleggen. De uittredende schepenen blijven hun mandaat dan uitoefenen tot wanneer de opvolger de eed aflegde. Dit is het continuïteitsprincipe. ‘Op de gemeenteraadsvergadering van 21 december leggen onze twee nieuwe schepenen de eed af. Uiteraard nemen zij het mandaat maar op vanaf januari,’ zegt gemeentesecretaris Marie Herman. ‘In Diksmuide vinden we het belangrijk dat de afgesproken data op de voordrachten worden gerespecteerd. Bovendien is het veel gemakkelijker voor de wedde- en de pensioenberekeningen als we met volledige maanden kunnen rekenen.’ Opmerkelijk is dat het continuïteitsprincipe niet geldt voor de voorzitter die aan het einde van zijn periode als voorzitter is gekomen. Voorzitters zijn geen uitvoe-

dit al eerder meegemaakt toen ik in de tweede helft van een legislatuur OCMWvoorzitter werd. Met eenzelfde ervaring als nu. Het is te kort. Net op het moment dat je de vruchten van al het werk van de voorbije jaren kunt plukken, moet je een stap opzij zetten. Waarom ik dan toch weer heb toegezegd? Een coalitieakkoord afsluiten gebeurt meestal onder tijdsdruk en met de wil om erbij te zijn, met als inzet zoveel mogelijk mandaten en interessante bevoegdheden. Zodra daarover een akkoord bereikt is, wordt binnen iedere fractie gekeken naar wie welke rechten (stemmen!) heeft en ook wie wat aankan (inhoudelijk, qua ervaring). En zo werd ik in het holst van de verkiezingsnacht voor een voldongen feit gesteld: drie jaar voorzitter gemeenteraad, te nemen of te laten. Ik zou het liever anders zien.’ De eerste schepen van Bocholt legt uit waarom zij niet halverwege maar na vier jaar wisselen: ‘We hebben een visie op lange termijn, twaalf jaar, in ons bestuursakkoord opgenomen en daarom willen we de mandatarissen voldoende tijd geven om de basis te leggen,’ zegt Jos Claessens. ‘Het raadslid dat schepen wordt is nu al sterk betrokken bij het werk van de schepen. Omgekeerd zal de uittredende schepen de nieuwe schepen later met raad en daad blijven bijstaan. Zo ontstaat er geen vacuüm. Het is een goede cohabitation!’ Marian Verbeek is VVSG-stafmedewerker gemeentelijke werking en organisatie 1 december 2009 LOKAAL 23


DE RAADZAAL VAN LOMMEL

Glaszuivere democratie

S

inds 2005 heeft Lommel geen stadhuis meer maar een huis van de stad. Het heldere gebouw is ontworpen door de vorig jaar gestorven architect Jo Crepain en ingericht door kunstenaar Frans Van Praet die onder meer speciale luchters voor de raadzaal heeft ontworpen. Het huis van de stad is opgetrokken uit glas en de lichte zandsteen travertijn en bestaat uit vier vleugels die door binnentuinen van elkaar gescheiden zijn. Het glas toont aan dat het hier om een zeer open en democratisch gebouw gaat dat letterlijk en figuurlijk doorzichtig is. Door de helderheid moet het zowel voor de bezoekers als voor de gebruikers een duidelijk gebouw zijn, waarin iedereen zonder veel uitleg of bewegwijzering, als vanzelf, zijn weg vindt. Glas komt van zand en het is dat zilverzand dat Lommel als glasstad op de kaart heeft gezet. Naast het

24 LOKAAL 1 december 2009

huis van de stad telt Lommel sinds twee jaar ook een Glazen Huis voor het Vlaams Centrum voor Hedendaagse Glaskunst en het toeristische onthaalcentrum. De stad stelt jaarlijks ook een serieus budget ter beschikking om de stedelijke glaskunstcollectie uit te breiden met werken van internationale kunstenaars. Een aantal van die werken is te bezichtigen in de raadzaal. In het huis van de stad staan er ook originele werken van kunstenaar Jef Geys. Zo is in de raadzaal een werk uit drie delen opgesteld, met op de zijpanelen alle Lommelse familienamen, een momentopname van mei 2001. In principe wordt in de raadzaal het beleid van de stad gevoerd, door de familienamen van alle Lommelaren te vermelden zijn ze allemaal aanwezig tijdens de raadszitting. Zaten de burgemeester en de schepenen in het vroe-


STEFAN DEWICKERE

STEFAN DEWICKERE

LOKALE RAAD

gere stadhuis op een leren stoel die groter was dan die van de gewone raadsleden, in het nieuwe huis van de stad werd hier komaf mee gemaakt. Iedereen zit nu op een identieke stoel zodat niemand boven de anderen uitsteekt. De raadzaal op de eerste verdieping van het huis van de stad is bovendien uitgerust met de laatste snufjes op mediagebied, zelfs met een camera in het plafond die rechtstreeks filmbeelden kan uitzenden. Natuurlijk is er ook een beamer en kunnen de raadsleden aan hun tafel hun eigen laptop op het netwerk aansluiten en hun powerpoint, foto’s of schetsen tijdens de zitting projecteren. Voor raadsleden wordt het zo gemakkelijker werken: ze kunnen tot het moment van de raadszitting hun punt blijven uitwerken en het rechtstreeks duidelijk maken aan de andere raadsleden. MvB

?

Welke positie heeft de OCMW-voorzitter die ook lid is van het schepencollege?

!

Bij de start van de bestuursperiode 2007-2012 konden de besturen kiezen om de OCMW-voorzitter op te nemen in het college van burgemeester en schepenen. Deze keuze is voor de lopende legislatuur wel onherroepelijk. Vanaf 2013 wordt de opname van de OCMW-voorzitter in het college van burgemeester en schepenen verplicht. De OCMW-voorzitter telt niet mee om het maximale aantal collegeleden te bepalen. De OCMW-voorzitter is in het college een schepen buiten rang, ook als er later nieuwe schepenen in het college komen, blijft de OCMW-voorzitter de laatste schepen. De voorzitter is uiteraard volwaardig lid van het college van burgemeester en schepenen, dus met stemrecht. Wanneer het college van burgemeester en schepenen stemt over het instellen van schorsend beroep tegen een besluit van het OCMW, dan mag de OCMW-voorzitter niet aanwezig zijn bij de stemming. Wanneer de OCMW-voorzitter tijdelijk vervangen wordt, is er een onderscheid tussen het vervangen van een voorzitter die verhinderd of geschorst is en de vervanging bij andere tijdelijke afwezigheid. Als de OCMW-voorzitter verhinderd of geschorst is, dan maakt zijn vervanger meteen deel uit van het college. Gaat het om een vervanging bij een andere afwezigheid, dan moet het gaan om een afwezigheid van twaalf weken of meer vóór de vervanger naar de vergaderingen van het college kan gaan. In de gemeenteraad heeft de voorzitter, als hij geen gemeenteraadslid is, enkel een raadgevende stem. De OCMW-voorzitter, en eventueel de andere leden van het college van burgemeester en schepenen die buiten de gemeenteraad benoemd zijn, worden verondersteld aanwezig te zijn op de vergaderingen van de gemeenteraad. Ze krijgen hiervoor geen presentiegeld. Het OCMW-decreet schaft het overlegcomité gemeenteOCMW af. Het is niet langer nodig om dit overleg te houden als de voorzitter van de OCMW-raad lid is van het college van burgemeester en schepenen. Bij wijze van overgangsmaatregel blijft het overlegcomité voorlopig wel behouden op die plaatsen waar tijdens de bestuursperiode 2007-2012 de OCMW-voorzitter nog geen deel uitmaakt van het college van burgemeester en schepenen. Het gemeentebestuur is voortaan verplicht om vooraf advies te vragen aan de OCMW-raad (in plaats van aan het overlegcomité) vóór het beslist over het vaststellen van de rechtspositieregeling (als dit een invloed heeft op het OCMW-budget), en over de oprichting of uitbreiding van diensten met een sociale doelstelling. De OCMW-raad brengt dat advies uit binnen dertig dagen na de ontvangst van de ontwerpbeslissing. Bij gebrek aan kennisgeving van het advies aan de gemeente binnen de voorgeschreven termijn kan aan de adviesvereiste worden voorbijgegaan. In dat geval moet dat in het overwegende gedeelte van de beslissing worden vermeld. Omgekeerd staat in artikel 270 van het OCMW-decreet van 19 december 2008 dat het OCMW in een aantal gevallen geen beslissing kan nemen zonder voorafgaand advies van het college van burgemeester en schepenen (meerjarenplan en budget, personeelsformatie, rechtspositieregeling…). art. 44, art. 270, art. 301 en art. 303 art. 312 GD en art. 54, 257 en 270 OCMW-decreet

Stel vragen over uw politiek mandaat aan pieter.vanderstappen@vvsg.be en marian.verbeek@vssg.be

1 december 2009 LOKAAL 25


26 LOKAAL 1 december 2009

stefan dewickere

Luc Goossens: ‘Ik wil het belang van BHV niet onderschatten, maar als je het vergelijkt met het probleem van slechte huisvesting weet ik wel wat prioriteit zou moeten krijgen.’

Momenteel circuleren in Vlaanderen niet minder dan zes concurrerende voorstellen voor de bouw van nieuwe afvalverbrandingsinstallaties. De verleiding zal groot zijn om ze te vullen met afval dat eigenlijk voor recyclage bedoeld is.


WERKVELD interview LUC GOOSSENS

‘Huurders zijn tweederangsburgers’ Sinds de eerste huisvestingswet van 1889 zetten eerst de Belgische, daarna de federale en regionale overheden in ons land zwaar in op eigendomsverwerving. Professor Luc Goossens vindt dat het dringend tijd is voor een omslag in het beleid. ‘Niet alleen bevoordeelt het systeem vooral de sterkste eigenaars, het laat bovendien een kwart van de bevolking in de kou staan: de huurders.’ Bart Van Moerkerke

N

aar aanleiding van de Werelddag van verzet tegen armoede op 17 oktober publiceerde de VVSG enkele onrustwekkende cijfers over de armoede in Vlaanderen. Dat in 2008 10.780 gezinnen, of gemiddeld 207 per week, uit hun huis gezet dreigden te worden vooral omdat ze de huur niet konden betalen, was voorpaginanieuws in de Vlaamse kranten. En het zette UA-professor Luc Goossens van OASeS (Ongelijkheid, Armoede, Sociale uitsluiting en de Stad) aan tot een scherp opiniestuk in De Morgen van 22 oktober. Daarin maant hij de Vlaamse overheid aan dringend werk te maken van een woonbeleid met prioritaire aandacht voor de zwakkere groepen op de woonmarkt, met name de huurders. U zegt dat de overheid te veel en te eenzijdig inzet op het verwerven van een woning. Maar is dat geen goede strategie? Is een eigen woning niet de beste buffer tegen armoede, zeker voor ouderen? ‘Dat zal ik niet helemaal ontkennen maar we moeten dat verhaal toch nuanceren. We hebben een wooncultuur die aanstuurt op honkvastheid. Mensen kopen of bouwen een huis als ze nog jong zijn en ze blijven er meestal wonen tot het einde van hun dagen. Wie in de jaren vijftig, zestig, zeventig bouwde, had meestal nog een relatief groot gezin. Dat betekent dat die woning nu veel te groot is voor twee personen. Bovendien is het huis hopeloos ge

dateerd en zijn er grote, energievriendelijke investeringen nodig. Het huis vraagt ook herstellingswerken die oudere mensen niet zelf meer kunnen uitvoeren. Dat wil zeggen dat het voordeel van eigenaar te zijn en geen huur te moeten betalen voor een deel wordt weggevreten. Maar nog veel fundamenteler is natuurlijk dat er ondanks de massale steun om een eigen woning te verwerven een hele groep mensen is die dat financieel niet aankan en die dus niet anders kan dan huren.’ Het heeft dus geen zin nog meer in te zetten op woningverwerving? ‘Neen, je zult hoogstens een fractie van de groep huurders bereiken. Trouwens, wat ik en met mij veel anderen niet begrijpen is dat een overheid die alles inzet op eigendomsverwerving, de sterkste eigenaars het meest bevoordeelt. Neem het hele systeem van de zonnepanelen. Die zijn veel te duur, zelfs voor veel mensen uit de middenklasse. En dus zijn het de eigenaars die financieel het sterkst staan die panelen kunnen laten plaatsen en met het overgrote deel van de subsidies gaan lopen. Hetzelfde met de renovatiepremie. Eigenaars die over de meeste middelen beschikken om het maximale bedrag te investeren dat voor de premie in aanmerking komt, gaan met het grootste deel van de koek lopen. Ik ben het daarom eens met minister Van den Bossche die het luxekarakter van de premie er toch voor een deel uithaalt.’ 1 december 2009 LOKAAL 27


WERKVELD interview LUC GOOSSENS

‘Voor alle duidelijkheid, ik ben niet tegen woningbezit. Maar het stoort mij dat de Vlaamse overheid door het bevoordelen van de sterkste eigenaars haar eigen hoofdaccent ondergraaft. Als de meeste subsidies naar de zwakste middencategorieën zouden gaan, zou ook hun woningbezit opgedreven kunnen worden. En wat mij nog meer stoort, is dat er naast de middelen voor eigendomsverwerving amper iets rest voor de zwaksten, en dat zijn bij ons de huurders. Zij blijven in vele opzichten in de kou staan. Zo is het aantal sociale huurwoningen ondermaats. Er zijn tien tot vijftien procent armen in Vlaanderen, terwijl de sociale huurwoningen maar zes procent van het woningbestand uitmaken. Dat zijn cijfers waar niemand omheen kan. En de huursubsidie, die is niet alleen ondermaats, ik vind ze zonder meer schandelijk. Huurders in ons land zijn tweederangsburgers.’

woningen in Vlaanderen verbruiken te veel energie en produceren te veel CO2.’ Is het niet aan de academische wereld om die argumenten aan te dragen? ‘Maar dat doen we al zo lang, en dat maakt het echt wraakroepend. Mijn collega Jan Vranken publiceerde al zeventien jaarboeken over armoede en sociale uitsluiting. Ik ben al sinds de jaren zeventig bezig met huisvestingsbeleid. Pascal De Decker trekt in Gent aan de kar, Kris Kesteloot in Leuven, Sien Winters op het Hiva. We spreken al jaren eensgezind duidelijke taal maar we krijgen geen gehoor.’ Hoe verklaart u dat? ‘Omdat politieke partijen, ook de sociaaldemocratische en de sociaalchristelijk geïnspireerde, bang zijn dat ze er electoraal op zullen worden afgerekend als ze in onze middenklassenmaatschappij de steun aan de eigenaars verminderen. Ik kan geen begrip opbrengen voor dat argument en ik betwijfel zelfs of het terecht is. Misschien zullen ze wat aanhang verliezen bij de middenklasse maar daar staan vijftien procent armen en 25 procent huurders tegenover.’

STEFAN DEWICKERE

Als je de huurders meer wilt steunen, moet je ofwel de globale pot van het huisvestingsbeleid vergroten ofwel de centen herverdelen ten nadele van de eigenaars. ‘Ik heb lang gepleit voor meer middelen voor huisvesting en ik denk zelfs goede argumenten te hebben om dat standpunt te staven. Maar wellicht maakt een herverdeling van de beschikbare middelen meer kans. Zeker als Er worden toch inspanningen geleverd voor de je ziet welke partijen in de Vlaamse regering lagere inkomens: tegen 2020 komen er 43.000 ‘Er zijn tien tot vijftien zitten: CD&V met een sterke ACW-vleugel en sociale woningen bij. SP.A. Ik begrijp niet waarom die partijen er ‘Het is goed dat de vorige Vlaamse regering procent armen in niet alles aan doen om het systeem socialer dat engagement aanging en er precieze cijfers in te vullen binnen het beschikbare budget, op plakte, maar ik heb mijn twijfels. Ten eerVlaanderen, de sociale zodat alle bewoners degelijk gehuisvest zijn. ste zullen 43.000 woningen niet volstaan om De sterkeren die nu onrechtmatig te veel toealle kandidaten te helpen. Bovendien vrees ik huurwoningen maken bedeeld krijgen, zullen daardoor niet minder dat het cijfer niet haalbaar is. Kunnen de soeigenaar worden, ze zullen hoogstens wat cialehuisvestingsmaatschappijen dat aan? Is maar zes procent uit van minder luxueus leven. Investeer dus in de sode bouwsector er klaar voor? En vooral, hoe ciale huisvesting. Investeer ook in de private krijg je dat betaald als de budgettaire herhet woningbestand. Dat huurmarkt. Zorg voor echte huursubsidies. schikking waar ik het daarnet over had, er niet Steun eigenaar-verhuurders zodat ze kunnen komt? Overigens, wat ik niet begrijp is dat alle zijn cijfers waar niemand investeren in huurwoningen. En, die factor socialehuisvestingsmaatschappijen zelf hun wordt vaak vergeten, zorg er zo voor dat de aannemer kiezen. Daardoor worden sociale omheen kan.’ hele bevolking gezonder woont. Want slecht woningen tegen marktprijs gebouwd. Als de wonen kost ontzaglijk veel geld aan de hele Vlaamse overheid een offerte zou uitschrijven samenleving. Een minderwaardige of slechte woning leidt tot voor het hele pakket jaarlijks te realiseren sociale woningen zou gezondheidsproblemen, kosten voor de bewoners en voor de de kostprijs serieus gedrukt kunnen worden.’ ziekteverzekering. Als kinderen thuis nergens met een minimum aan comfort kunnen studeren, lijden hun schoolprestaAls de sociale huisvesting maar voor een deel van de oplossing kan ties daaronder. En dan zullen ze op de arbeidsmarkt onder hun zorgen, hebben we de private huurmarkt nodig. Maar is die niet aan niveau aangeworven worden. Slechte woonvoorwaarden hebben het krimpen in plaats van te groeien? ook een negatieve invloed op partnerrelaties. Zo kan ik nog wel ‘Ja, en daar zijn verschillende redenen voor. Er is het vergrijzingseven doorgaan. Het is dus duidelijk dat investeringen in de priaspect: mensen die jarenlang investeerden in het verhuren van vate huursector geen verloren geld zijn, ze verdienen zich terug woningen haken af. En ze worden niet vervangen door jonge inop tal van andere terreinen.’ vesteerders. Jonge mensen hebben geen zin meer in het verhuren van huizen. Een andere factor is de stijging van de grondprijzen Moet een factor als gezondheid niet meer worden uitgespeeld om een waardoor jonge gezinnen een bestaande woning aankopen en koerswijziging te bepleiten? renoveren en dus een stuk van de private huurmarkt wegkopen. ‘Beslist. In onze welvaartstaat slaat een thema als gezondheid Het private aanbod aan huurwoningen daalt dus terwijl de vraag meer aan dan armoede. Het is een beter bruggetje naar de boodgroeit door de gezinsverdunning: jonge mensen blijven langer schap. Ook het kostenplaatje is een goed argument, net als het alleen wonen, er zijn meer echtscheidingen. Je ziet ook dat vraag milieu. Mensen in de 2 à 300.000 slechte en minderwaardige en aanbod niet meer op elkaar zijn afgestemd. Er is vraag naar 28 LOKAAL 1 december 2009


kleine woningen terwijl er vooral grote huizen worden aangeboden. En die zijn vaak van minderwaardige kwaliteit en vragen veel investeringen.’

geeft als ze zeggen dat huurders de dupe zijn van de eenzijdige aandacht voor eigendomsverwerving. Huurders tellen eigenlijk niet mee. De banken lappen een wettelijke bepaling gewoon aan hun laars, de regelgeving is slordig en onvoldoende waterdicht, de afdwingbaarheid is niet gegarandeerd.’

STEFAN DEWICKERE

Hoe kun je die evolutie keren? ‘Door steun te verlenen aan de private verhuurders. Bij het renoveren van hun huurwoning moeten ze een tegemoetkoming van Welke rol kunnen lokale overheden spelen in het oplossen van de de overheid krijgen. Daarnaast moeten we zoeken naar een forproblemen van huurders? mule om de socialehuisvestingsmaatschap‘Onze parlementen zijn natuurlijk in grote pijen toe te laten hun actieradius te verruimate bevolkt met lokale mandatarissen. Zij men, naar het voorbeeld van de Nederlandse hebben een belangrijke stem in het debat over woningcorporaties. Laat hen ook woningen de herschikking van de budgettaire middelen, bouwen en verkopen aan betere inkomenscazij kunnen er mee voor zorgen dat de sociale tegorieën zodat ze de winst die ze daarop maverhuurkantoren meer middelen krijgen, dat ken, kunnen investeren in sociale huurwode actieradius van de socialehuisvestingsmaatningen. In Nederland kunnen de corporaties schappijen wordt uitgebreid, dat alle gemeenzelfs winkelpanden bouwen en verkopen of ten hun plicht doen op het vlak van sociale verhuren.’ woningbouw.’ ‘Wat we zeker ook moeten doen, is de slag‘Op lokaal vlak moet de gemeente meer dan kracht van de sociale verhuurkantoren vergrovandaag de regierol van het woonbeleid opten. Die zijn een bijna magische formule die nemen. Tot nu toe spelen de socialehuisveszowel de verhuurders als de huurders ondertingsmaatschappijen nog te veel cavalier seul steunt. De eigenaar heeft een gegarandeerde in de gemeente, ze moeten meer ingeschakeld maandelijkse huuropbrengst en de zekerheid worden als een instrument in het lokale woondat hij zijn woning aan het eind van de huurbeleid.’ periode in goede staat terugkrijgt. De huurder ‘Gemeenten moeten niet met het argument heeft een degelijk contract, een goede prijs en schermen dat ze onvoldoende gegevens over de de nodige bescherming. Nu hebben de socilokale woningmarkt bezitten om hun beleid uit ‘Het is duidelijk dat ale verhuurkantoren amper 5000 woningen te stippelen. Voor de provincies Antwerpen en in portefeuille. De steun van de overheid is Vlaams-Brabant bijvoorbeeld stelt OASeS sinds investeringen in de gewoon veel te klein.’ 1980 een gemeentelijk woondossier op met een paar honderd indicatoren per gemeente. Het private huursector geen De huurprijzen op de private markt zijn hoog, te staat gratis ter beschikking. Maar er blijkt nauhoog voor mensen met een beperkt inkomen. De welijks interesse voor. Dat heeft wellicht te maverloren geld zijn, VVSG pleit voor een volwaardige huursubsidie. ken met een te beperkte personeelsbezetting, ‘Terecht. De huursubsidie is nu niet meer dan maar toch.’ ze verdienen zich terug symbolisch van aard. Het bedrag is te laag en ‘Gemeenten moeten veel meer met elkaar sabovendien degressief. Er komen ook veel te menwerken en samen gespecialiseerd persoop tal van weinig mensen voor in aanmerking.’ neel inzetten. Om het woonbeleid te helpen uittekenen, om informatie te verstrekken aan andere terreinen.’ Moet aan de huursubsidie ook niet meteen een de bewoners, om hen te begeleiden bij het incontrole vasthangen op de prijs en de kwaliteit dienen van subsidiedossiers. Want gemeenten van huurwoningen, zodat de overheid niet de verhuurders met minderdie goed georganiseerd zijn, zullen meer Vlaamse middelen kunwaardige woningen subsidieert maar wel degelijk de huurders? nen binnenhalen.’ ‘Dat spreekt voor zich maar daarvoor hebben we een staatshervorming nodig. Nu zijn fiscaliteit, prijszetting en juridisch-conMoeten gemeenten of OCMW’s zelf sociale woningen in bezit hebben? tractuele bepalingen federale materies. De kwaliteitsnormen en ‘Ik vind van niet, je moet de partners inschakelen volgens hun -bewaking zitten bij de regio’s. Het sterkste wapen om te garanspecialiteit. Een gemeente moet de woningmarkt kennen, een deren dat enkel behoorlijke woningen op de private huurmarkt visie uittekenen, een plan uitwerken en dat plan opvolgen. Dat worden aangeboden, namelijk het koppelen van de huurprijs aan moet gebeuren in overleg met de partners maar de gemeente de kwaliteit van de woning, heeft Vlaanderen niet in handen. moet de regie voeren’ Daarom moeten alle bevoegdheden met betrekking tot huisves‘ De socialehuisvestingsmaatschappijen hebben bewezen dat ze ting en zeker de private huurmarkt naar de regio’s worden overkundig zijn in het realiseren van woningbouwprojecten en het geheveld. Ik wil het belang van BHV niet onderschatten, maar als beheren van een woningenbestand. Het OCMW staat sterk in zijn je het vergelijkt met het probleem van slechte huisvesting weet sociale opdrachten, laat het zich daar nog meer in specialiseren. ik wel wat prioriteit zou moeten krijgen.’ De bewonersorganisaties moeten zorgen voor de begeleiding van de bewoners. Iedere partner moet bij zijn leest blijven en op Enkele weken geleden bleek dat de banken niet happig zijn om de basis daarvan samenwerken.’ huurwaarborg van hun minder gegoede klanten gratis voor te schieten. ‘Dat is het zoveelste symptoom dat sociale wetenschappers gelijk Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal

1 december 2009 LOKAAL 29


1

WERKVELD Veiligheidsbeleid

Wat verandert er binnenkort?

TOM DE SCHEPPER

De camerawet valt uiteen in twee grote blokken. Vaste bewakingscamera’s kunnen geplaatst worden op drie types van locaties (niet-besloten plaatsen, publiek toegankelijke besloten plaatsen en niet voor het publiek toegankelijke besloten plaatsen). De gemeenteraad mag binnenkort op basis van een veiligheidsadvies van de korpschef van de lokale politie een gemotiveerd advies geven tot het plaatsen van camera’s op de niet-besloten plaatsen. Mobiele bewakingscamera’s mogen enkel nog gebruikt worden bij grote volkstoelopen, en dat enkel op niet-besloten plaatsen en publiek toegankelijke besloten plaatsen. Daar neemt, afhankelijk van de situatie, de officier van bestuurlijke politie of de burgemeester de beslissing. Het onbewust filmen van een deel van de openbare weg, wanneer de camera in een ‘besloten plaats’ geplaatst is, is niet opportuun.

Nieuwe camerawet: troebel zicht Op 23 oktober keurde de Kamer van Volksvertegenwoordigers met grote meerderheid de wijzigingen aan de camerawet goed. Hoewel de reparatiewet een aantal nieuwe mogelijkheden voor de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s biedt, zijn de lokale besturen nog niet uit de zorgen. Tom De Schepper

S

inds jaar en dag zijn lokale besturen op zoek naar middelen om het veiligheidsgevoel van hun burgers te verbeteren. In samenwerking met de lokale politiediensten wordt een duidelijke werkwijze ontwikkeld voor de omgang met veiligheidsvraagstukken. Met de opkomst van de digitale media worden ook de technologische grenzen afgetast. De wetgever probeert die evolutie te volgen en stelde daarvoor de camerawet van 21 maart 2007 op. Maar amper 2,5 jaar later hinkt ze de werkelijkheid achterna. Wellicht zullen dit jaar nog een aantal wetswijzigingen, vergezeld van een rondzendbrief, in het Staatsblad verschijnen. Toch letten de besturen beter op hun tellen voordat ze camera’s in de publieke ruimte gebruiken. Bijzondere wetgeving De neiging is groot om op iedere straathoek een bewakingscamera te plaatsen, maar dat is niet nodig. De beleidskeuze 30 LOKAAL 1 december 2009

tot het plaatsen van de camera op nietbesloten plaatsen is en blijft in handen van de gemeenteraad. Maar hij moet zijn advies wel baseren op een veiligheidsanalyse van de korpschef van de lokale poli-

van de beleidsprioriteiten die ze samen met de gemeenten uittekende. De zone gaat, net als vele andere zones die grenzen aan Brussel, onder meer actief op zoek naar niet-verzekerde en als gestolen geseinde voertuigen. Als een van de eerste zones in België heeft ze daarvoor een interventievoertuig uitgerust met een camera voor automatic number plate recognition (ANPR) die op een gewone werkdag tot 3000 wagens kan screenen. Andere zones, zoals Turnhout, gebruiken ANPR voor het registreren van voertuigen die

De vrees bestaat dat de plaatsing van een camera leidt tot een verplaatsing van de overlast. Een zorgvuldige selectie van de hotspots kan dat probleem wel oplossen. tie. De verantwoordelijke voor de verwerking moet daarnaast een veiligheidsdossier samenstellen. In de praktijk zijn dat meestal de politiediensten. De lokale politie van de zone AMOW (Asse, Merchtem, Opwijk en Wemmel) maakt al langer gebruik van verschillende vormen van cameratoezicht, afhankelijk

bijvoorbeeld een voetgangerszone betreden. De wettelijke basis voor dergelijke camera’s zit vervat in bijzondere wetgeving, net zoals dat het geval is voor cameratoezicht bij voetbalwedstrijden of op de werkplek. Commissaris Jimmy Ruysseveldt van de zone AMOW focust op het lokale initiatief: ‘Met de wetswijziging in het vooruitzicht missen we nog steeds


2 3 4 Kan ik zomaar een camera plaatsen?

Een uitvoeringsbesluit van de wet van 2007 bepaalt dat er in het kader van de Privacywet altijd aangifte gedaan moet worden van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s en dat er een verplicht, uniform pictogram in de buurt van de camera moet zijn, dat duidelijk aangeeft dat er camerabewaking is. Tijdens de parlementaire voorbereidingen werd geopperd een zonaal pictogram in te voeren, dat het mes kan zetten in het oerwoud aan borden die er vandaag zijn. Dat voorstel werd niet opgenomen in de wet. Onlangs is de afmeting van de pictogrammen op voor het publiek toegankelijke besloten plaatsen wel aangepast.

Tot wanneer heb ik tijd om mij in regel te stellen met de wet?

Waar vind ik meer informatie over de nieuwe wet?

De oude camerawet van 2007 bepaalde dat de bepalingen uit die wet drie jaar na haar inwerkingtreding doorgevoerd moesten zijn. Tot begin juni 2010 heeft uw bestuur of zone tijd om zich in regel te stellen met de oude camerawet. Ondertussen is het nog even wachten op de publicatie en inwerkingtreding van de nieuwe wet en nieuwe rondzendbrief. De rondzendbrief die de wet van 2007 moest vergezellen en het uitvoeringsbesluit dat moest vastleggen wie in real time de beelden kan bekijken, zijn nog steeds niet in het Belgisch Staatsblad verschenen.

De FOD Binnenlandse Zaken stelt momenteel, op basis van een aantal werkbezoeken, een brochure over cameratoezicht op voor de lokale besturen. De brochure van de projectgroep CameraConsult zal begin 2010 verschijnen. De Privacycommissie heeft een uitgebreide rubriek cameratoezicht op haar website gezet. Daar worden de belangrijkste vragen bij de toepassing van deze wet besproken en vindt u ook de (wettelijk vereiste) thematische aangifteformulieren en het jaarverslag 2008. www.privacycommission.be Op de website van de VVSG vindt u een gecoördineerde versie van de camerawet en een stand van zaken van de wetswijzigingen. www.vvsg.be, knop veiligheid

De nieuwe wet in 4 vragen een duidelijk regelgevend kader voor ANPR-toepassingen. De unieke samenwerking met ons Coördinatie- en Informatiecentrum stelt de terreinmensen in staat heel snel de zoekingen aan te vatten van nummerplaten die net betrokken zijn geweest bij een crimineel feit.’ Ook op andere vlakken loopt de zone AMOW ver vooruit wat betreft cameratoezicht. Opwijk werkte eerder dit jaar als een van de eerste gemeenten in ons land een geïntegreerd plan van aanpak met de NMBS uit om onveiligheidsgevoelens in en om het station te bestrijden. Jimmy Ruysseveldt juicht die samenwerking tussen gemeente, politie en NMBS toe: ‘De politiepatrouilles werden geïntensifieerd, aangevuld met toezichtploegen, en de camera-infrastructuur van de NMBS wordt ten volle benut. Deze samenwerking met de Corporate Security Service van de NMBS en de spoorwegpolitie zal zijn vruchten afwerpen.’ Camera tegen overlast Een andere nieuwigheid in de reparatiewet is de mogelijkheid voor lokale besturen om camera’s in te zetten in hun strijd tegen openbare overlast (zoals omschreven in art. 135 van de Nieuwe Gemeentewet). Dat kon ook vroeger al, maar de exacte inhoud van het begrip overlast en de wettelijke verankering ervan bleven onduidelijk. De vrees bestaat immers dat de plaatsing van een camera leidt tot een verplaatsing van de overlast. Een zorgvul

dige selectie van de hotspots kan dat probleem wel oplossen. Sinds kort maakt Wervik gebruik van een camera om zwerfvuil bij een glasbol vast te stellen. Uit verscheidene studies blijkt immers dat een glasbol of afvalcontainer de concentratie van zwerfvuil eerder

Menen een proefproject met de glaszak gestart, een herbruikbare en afwasbare tas waarin inwoners een zestiental flessen naar de glasbol kunnen brengen.’ Een mogelijk probleem zit wel vervat in de nieuwe omschrijving van het begrip mobiele camera, die alleen nog maar regi-

De camerawet is van toepassing op de openbare weg of het marktplein, maar ook in shoppingcentra, containerparken en openbare rusthuizen. doet toenemen dan afnemen. In samenwerking met afvalintercommunale Mirom Menen zette de stad Wervik hiervoor een proefproject van een zestal maanden op. Schepen van Leefmilieu Bercy Slegers geeft de redenen daarvoor aan: ‘Samen met de intercommunale voeren wij strijd tegen zwerfvuil. De intercommunale organiseert de lediging en reiniging van de glasbollen in Wervik. Daarbij vindt ze allerlei troep: plastic zakjes, kartonnen dozen, maar ook textiel of ijzeren voorwerpen ontsieren de plek.’ Toch duidt de schepen ook op het grote belang van begeleidende maatregelen: ‘Het is het best repressieve middelen zoals camerabewaking te combineren met sensibiliserende middelen. Het ene gaat niet zonder het andere. Er is in Wervik tegelijkertijd in samenwerking met FOST Plus en Mirom

straties met mobiele camera’s mogelijk zal maken bij grote volkstoelopen. Volgens de schepen is de huidige aangifteprocedure bij de Privacycommissie ook te omslachtig. Ook in publieke ruimten De camerawet is niet alleen van toepassing op de zogenaamde ‘niet-besloten plaatsen’ zoals de openbare weg of het marktplein, maar ook in ‘publiek toegankelijke besloten plaatsen’ zoals shoppingcentra of openbare gebouwen die vrij toegankelijk zijn voor het publiek. Ook containerparken of openbare rusthuizen vallen in principe onder die laatste categorie. De beslissing om daar camera’s te plaatsen hoeft niet langs de gemeenteraad te passeren. Aan de vereisten van de Privacywet, zoals de aangifte bij de Privacy1 december 2009 LOKAAL 31


commissie en de plaatsing van een pictogram, moet echter wel voldaan worden. In het OCMW-rusthuis van Lochristi zijn al camera’s geplaatst. Rusthuisverantwoordelijke Ann Cardinael legt uit waarom: ‘Aan de achterzijde van het gebouw bevindt zich een ingang die volledig uit het zicht ligt, waardoor iedereen onbeperkt en ongezien naar binnen kon: personeel, bewoners, bezoekers, vrijwilligers, leveranciers maar ook onbekenden. Om meer controle te hebben op deze ingang is besloten een codesysteem en een camera te installeren.’ Ook zij haalt aan met allerlei privacyaspecten rekening te moeten houden: ‘De toegangscode om het rusthuis te betreden mag enkel gebruikt worden door personeelsleden en de camerabeelden zijn zowel in de keuken als in het onthaal voor ons zichtbaar. De opnames worden niet bewaard.’ Ook hier zitten nog een paar addertjes onder het gras. Het gebruik van dergelijke camera’s kan, afhankelijk van de situatie, ook vallen onder de toepassing van CAO 68 die het gebruik van camerabeelden op de werkplaats regelt. Hoewel deze CAO enkel van toepassing is op privaatrechtelijke organisaties baken je maar beter vooraf duidelijk de doelstellingen van het cameragebruik af. Een ander probleem is het onbewust filmen van een deel van de openbare weg, wanneer de camera in een ‘besloten plaats’ geplaatst is. Volgens de wetgeving is dit niet opportuun. Samen met partners Een van de belangrijkste vragen die de wetgever nog niet heeft opgelost, is de mogelijkheid tot samenwerking tussen de verschillende partners in het veiligheidsbeleid bij het gebruik van cameratoezicht, nochtans een doorslaggevende factor bij de invoering ervan. Enkel bij camerage-

bruik op niet-besloten plaatsen heeft de gemeenteraad een doorslaggevende stem, die bij voorkeur gebaseerd is op het advies van de lokale politiediensten, terwijl die laatste de eindverantwoordelijkheid voor het gebruik daarvan draagt. Commissaris Ruysseveldt stelt dat ook vast: ‘Een cameraproject is er per definitie één van lange adem. Het ontbreekt gemeentebesturen en lokale politiekorpsen in deze materie aan begeleiding op strategisch, wetgevend en zeker ook technisch vlak.’ In Antwerpen hebben de dienst Integrale Veiligheid, de lokale politie en de gemeenteraad elkaar wel gevonden in dit project. Eefje Vlietinck van de dienst Samen Leven en commissaris Luc de Kock werken nauw samen voor de inzet van cameratoezicht bij het vaststellen van overlast: ‘De gemeenschapswachten bekijken bij overlastacties samen met de lokale politiediensten de camerabeelden, op basis waarvan de diensten op het terrein de daders direct lik op stuk kunnen geven.’ Beiden beamen ze wel dat een degelijke opleiding van de observanten in de cameracentrale en van de gemeenschapswachten cruciaal is om de middelen efficiënt in te zetten. Na de camerawet van 2007 werd een ontwerp van Koninklijk Besluit opgesteld omtrent het bekijken van de camerabeelden in real time. Dat KB moet het cameratoezicht door gemeenschapswachten-vaststellers wettelijk verankeren, maar het is nog altijd niet uitgevoerd. Volgens commissaris Ruysseveldt speelt dit ook in kleinere zones mee: ‘Camerabeelden in real time bekijken heeft zonder twijfel nut. Maar het is duur een personeelslid voor deze taak te reserveren, want om efficiënt te werken moet die om de twee uur afgelost worden. Zo’n investering is makkelijker te verantwoorden in een stadscentrum met uitgaansbuurt dan elders.’ Ook schepen

GF

WERKVELD Veiligheidsbeleid

Expertisegroep cameratoezicht Omdat er nog veel vragen zijn over de plaatsing en het gebruik van vaste en mobiele bewakingscamera’s organiseert de VVSG in december een expertisegroep cameratoezicht met een aantal experts uit het werkveld. Wilt u meedoen: tom.deschepper@vvsg.be

Bercy Slegers vindt dat cruciaal: ‘De resultaten zijn momenteel afhankelijk van de controle van de beelden en er is enkel garantie op identificatie als de stadswacht of politie de overtreder herkent.’ Tom De Schepper is VVSG-stafmedewerker politie en veiligheid

Het handboek Gemeentelijke Administratieve Sancties nu met handige cd-rom en de nieuwe camerawet Het handboek Gemeentelijke administratieve sancties is het meest volledige naslagwerk over dat onderwerp. Stafmedewerker Tom De Schepper schreef de bijwerking over cameratoezicht. Dit losbladige boek beantwoordt al uw vragen over het toepassingsgebied van de wet, de positie van de ambtenaar, de aansluiting bij het politiebeleid en de capaciteit van de politiediensten. Nieuw is de praktische cd-rom met tal van modelbrieven, voorbeelden van reglementen die u onmiddellijk op uw pc kunt openen en aanpassen aan uw voorkeur. Het losbladige boek, dat elk jaar wordt aangevuld, werd geschreven door Koen Van Heddeghem en Marian Verbeek, en wordt uitgegeven door Politeia. Bestellen kan op www.politeia.be, door te mailen naar info@politeia.be of door te faxen naar 02-289 26 19. Het boek met cd-rom kost 89 euro (prijs inclusief btw, exclusief verzendkosten).

32 LOKAAL 1 december 2009


KLARE KIJK ?

Subsidieert de federale overheid een arbeidsovereenkomst artikel 60 § 7 van korte bepaalde duur?

!

OCMW’s willen artikel 60’ers meestal eerst testen in plaats van onmiddellijk een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur of van bepaalde duur, gelijk aan de te presteren arbeidsdagen, af te sluiten. Korte bepaalde duur betekent een duurtijd die korter is dan de arbeidsdagen, nodig om toelaatbaar te zijn voor de werkloosheid. De federale overheid subsidieert de arbeidsovereenkomst artikel 60 § 7 van korte bepaalde duur als een aantal voorwaarden vervuld zijn. De federale overheid subsidieert enkel de tewerkstelling van werknemers die nog geen volledige socialezekerheidsrechten hebben opgebouwd. Is dat wel het geval, dan kan het OCMW toch een contract in artikel 60 § 7 afsluiten, maar zal het geen betoelaging van de POD Maatschappelijke Integratie krijgen. De tweede voorwaarde is dat het contract van bepaalde duur de naam werkervaring krijgt. Ook al zou de naam geen rol mogen spelen, toch staan de inspectiediensten van de POD MI hierop. Ze oordelen dat er een tegenstelling is tussen het sluiten van een arbeidsovereenkomst van korte bepaalde duur en de voor subsidieerbaarheid wettelijke vereiste om een aantal arbeidsdagen te presteren om toelaatbaar te zijn voor volledige werkloosheid. De derde voorwaarde is dat dit contract maximaal zes maanden mag lopen. De POD MI maakt hier de verbinding met de mogelijkheid om gedurende zes maanden minimaal halftijds in artikel 60 § 7 te werken.

advertentie

Nieuw! Informatieborden op

úw maat,

werken als het om

hún levens gaat!

De VVSG is er voorstander van om vanaf het begin met arbeidsovereenkomsten van onbepaalde duur te werken. In deze arbeidsovereenkomsten van onbepaalde duur kan een proeftijd opgenomen worden en kunnen eventueel pauzes voor de werknemer ingelast worden. Bovendien genereert deze regeling veel minder paperassen. Voor de werknemer betekent een dergelijk contract ook meer zekerheid, wat de motivatie en de slaagkansen van de tewerkstelling aanzienlijk verhoogt. Het OCMW kan een dergelijk contract ook opzeggen, wat bij een contract van bepaalde duur niet mogelijk is.

Polis-Service is uw partner in verkeershandhaving Gratis prijsbestek voor deze op maat te personaliseren borden via

Mail uw juridische vragen over lokale economie en werkgelegenheid naar petra.dombrecht@vvsg.be

info@polisservice.be I www.polisservice.be Tel. 014 55 39 00

1 december 2009 LOKAAL 33


Bert Janssens

werkveld NOORD-ZUIDBELEID

Zo ziet San Jerónimo de stedenband met Edegem Capaciteitsopbouw, een procesmatige aanpak, wederkerigheid, bestuurskrachtversterking: het is een mondvol als we het over de kenmerken van een stedenband hebben. Maar hoe ervaart een gemeente in het Zuiden dit juist? We gaan te rade bij het Peruaanse San Jerónimo, de partnergemeente van het Antwerpse Edegem. Bert Janssens

E

degem sloot in 2004 een stedenband af met de gemeente San Jerónimo in het hoogland van de Andes. Sindsdien werken ze in een langdurig partnerschap samen aan de versterking van de capaciteiten van het lokale bestuur voor volgende thema’s: bestuursversterking (ICT of financieel beheer), lokale economie, ruimtelijke ordening en milieu, sociale en culturele ondersteuning (jeugdwerking, vrouwenwerking, onderwijs, bibliotheken) en veiligheid (brandweer). En hieraan besteden ze naast eigen middelen ook subsidies van zowel de Vlaamse over34 LOKAAL 1 december 2009

heid via VAIS als de federale overheid via DGOS. Om de stem van het Zuiden over de stedenband aan bod te laten komen, peilden we naar impressies over deze samenwerking bij functionarissen en politieke mandatarissen in San Jerónimo. Ecologische gemeente Het hoofdaccent van de werking van de stedenband met San Jerónimo ligt op twee thema’s: milieu en lokale economie. Binnen het laatste beleidsthema ligt de nadruk op de versterking van het beheer van de lokale markt Vinocanchón,

veruit de grootste in de regio. Groot- en kleinhandel en verkopers uit de gemeenschappen bieden er hun waren aan. Via proefprojecten voor afvalophaling en afvalverwerking investeert Edegem binnen de stedenband in het uitwerken van goede praktijkvoorbeelden voor milieu. En dat past volledig binnen het beleid van San Jerónimo, aldus burgemeester Adolfo Zúniga: ‘In de Andes voelen we de klimatologische veranderingen als eersten. Daarom maakten we met dit bestuur het thema milieu tot prioriteit nummer één. Niet enkel afval, maar ook bescherming van de waterbronnen, herbebossing en het tegengaan van de luchtvervuiling staan hoog op de agenda.’ Edegem zit dus met de stedenbandwerking pal op het prioritaire beleidsdomein. De baseline van de gemeente San Jerónimo is dan ook veelzeggend: Ecologische gemeente met goed leven. Toch was de stedenband aanvankelijk een moeilijk


Organisch afval van de markt Vinocanchón in San Jerónimo wordt opgehaald door de gemeentediensten om tot compost verwerkt te worden.

begrip voor de Peruanen. ‘Toen wij aantraden, begrepen we er niet veel van,’ zegt burgemeester Adolfo Zúniga. ‘Het vorige bestuur had de samenwerkingsovereenkomst ondertekend en wij wisten niet wat dit betekende. Pas toen we echt concrete activiteiten in verband met milieu planden, begonnen we de stedenband als een unieke gelegenheid te beschouwen.’ En

beheer van natuurlijke rijkdommen. We hebben dikwijls een voorbeeld nodig. In dat opzicht is een stedenband met een langdurig proces van uitwisseling van ervaringen heel belangrijk,’ zegt burgemeester Adolfo Zúniga. Maar wat is dan juist het verschil tussen een stedenbandwerking en de andere kanalen van financiering? ‘Wij zien Edegem niet als een donor,’ verduidelijkt marktcoördinator Iván Cernades. ‘Edegem is deel van het uitvoeringsproces. Een klassieke donor of een ngo geeft je geld

beelden. Na een bezoek aan Edegem vorig jaar investeerde San Jerónimo in de aankoop van een server voor de gemeente, om de dienstverlening te verbeteren en de bureaucratische administratie te kunnen vereenvoudigen. Edegem ondersteunt dit proces voort door de ICT-dienst van San Jerónimo mee te helpen vormen. Werkbezoeken zijn in dit opzicht vaak een eyeopener, de eerste stap in het wijzigen van de mentaliteit en het gedrag in de partnergemeenten. ‘De stedenband opent voor ons andere perspectieven en nieuwe ho-

Burgemeester Adolfo Zúniga: ‘In het begin begrepen we niet veel van de stedenband. Pas toen Bert Janssens

we concrete activiteiten rond milieu planden, zagen we de band als een unieke gelegenheid.’ toch blijkt het geen volledig vreemd concept te zijn. In het Spaans gebruiken ze de term hermanamiento, wat zoveel betekent als verbroedering. Schepen van Milieu Ricardo Valderrama legt hierop het verband met de Incagewoonten: ‘San Jerónimo bekleedt een unieke plaats in de geschiedenis van Peru. Na de komst van de Spanjaarden vluchtte de Inca-adel uit het naburige Cusco weg naar San Jerónimo. Nog steeds behoort de meerderheid van onze bevolking tot de Quechua-indianen. Voor hen is verbroedering een eeuwenoud gegeven dat helemaal aansluit bij de inheemse tradities uit het Peruaanse hoogland.’ Sociale inslag Wat maakt een stedenband dan zo waardevol? ‘Wel, milieu is een zo belangrijk thema dat wij dit als gemeente niet alleen aankunnen. En het is niet altijd een kwestie van geld. Het gaat vooral om de ervaringen van andere lokale besturen, de inzet van professionele mensen, het

en jij voert uit. Met Edegem gaan we een stap verder, we overleggen samen wat we kunnen doen en hoe we de zaken kunnen verbeteren. Dat is een veel participatiever proces van dialoog.’ Dat samen uitvoeren betekent ook dat het niet alleen over de behaalde resultaten of de te plannen activiteiten gaat, maar evenzeer over hoe bepaalde moeilijkheden samen overwonnen kunnen worden, zoals Yaneth Hurtado als stedenbandcoördinatrice ervaart: ‘Iets wat we geleerd hebben tijdens een delegatiebezoek is het belang van institutionele versterking en capaciteitsopbouw. In het neoliberale Peru ligt de nadruk binnen een gemeente meestal op cement en beton, op infrastructuurwerken. Dankzij de stedenband met Edegem zien we ook het belang in van investeren in sociale projecten, zoals jeugd, landbouw, bibliotheken en lokale economie.’ Eyes wide open De stedenband speelt een belangrijke rol in het demonstreren van haalbare voor-

rizonten,’ herinnert burgemeester Adolfo Zúniga zich de conclusies van het laatste studiebezoek. Vooral voor de bouw van de composteerinstallatie betekende het bezoek aan Edegem een kantelmoment. Via de verwerking van organisch afval zijn de thema’s van milieu en lokale economie met elkaar verbonden. De markt Vinocanchón produceert dagelijks zowat 2,6 ton afval, waarvan 80 procent organisch is. Dit organische afval wilde de gemeente verwerken tot compost om die dan vervolgens te verdelen onder de rurale gemeenschappen. ‘We probeerden via de anaerobe manier aan organische afvalverwerking te doen door de organische resten in kuilen te laten composteren, maar dat lukte niet. We kregen niet de kwaliteit van compost die we wilden en bovendien was er veel reukhinder voor de buurt. Tijdens ons bezoek introduceerden de mensen van Edegem ons in de aerobe manier van composteren,’ aldus compostmeester Augusto Auccapure. Ze verplaatsten de oorspronkelijke composteerinstallatie

Innovatie en creativiteit in de praktijk staan centraal op de Trefdag 2010. Neem zelf actief deel: laat zien wat u in huis hebt en presenteer uw sterke projecten en praktijken. Stuur uw beste cases in op www.trefdag.be en deel zo uw ervaringen met alle lokale besturen.

1 december 2009 LOKAAL 35


10 goede redenen om

te kiezen

voor de

VVSG solidariteitsagenda

2010

1. 32 pagina’s extra met

2. 3.

4. 5. 6. 7.

8.

9.

10.

meer dan 1000 data van federale, Vlaamse en provinciale diensten die te maken hebben met het lokale bestuur. Bijvoorbeeld: welke nuttige gegevens heeft een schepen van cultuur, een secretaris, een stedenbouwkundige of een personeelsverantwoordelijke nodig? Correcte gegevens: adres, telefoon, fax, e-mail en website Nuttig: met belangrijke data voor het lokale bestuur. Bijvoorbeeld: wanneer moet welke vlag buiten hangen? Veel overzicht: een weekplanner met leeslint Handig formaat: 17,5 x 22,5 cm Mooi afgewerkt: met rode linnen band en het nieuwe logo van de VVSG Solidariteitsagenda: ten voordele van Oxfam-Solidariteit. U werkt zo mee aan meer kansen voor het Zuiden en minder onrecht. Eerlijke prijs: - 15.99 euro voor VVSG-leden - 18.49 euro voor niet-leden Btw en verzending inbegrepen. Korting voor groepsaankopen van 5 tot 20 exemplaren: - 13.11 euro per exemplaar voor VVSG-leden - 15.61 euro voor niet-leden Btw en verzending inbegrepen Gewaardeerde nieuwjaarsattentie voor: - leden van het college - raadsleden - personeel.

Bezorg de strook aan de VVSG Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel tel. 02-211 55 19/20 fax 02-211 56 57 viviane.arents@vvsg.be

Ja, ik bestel

ex. van de VVSG solidariteitsagenda 2010

VVSG-lid geen VVSG-lid Naam Functie Gemeente/Organisatie Adresgegevens Facturatieadres indien verschillend van leveringsadres

Datum

Handtekening

Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overenkomstig de wet op de privacy, heeft u inzage- en correctierecht in ons bestand.


werkveld NOORD-ZUIDBELEID

naar het bergdorpje Picol en verwerken het opgehaalde organische afval nu succesvol tot compost van goede kwaliteit. Dit composteerproject is het eerste in de regio en kent bijgevolg veel interesse van andere lokale en regionale besturen. Nu de gemeente het composteerproces volledig beheerst, komt er een nieuw proef-

capaciteitsopbouw van het nieuwe personeel. Daarom is die eerste uitdaging zeker even belangrijk. De stedenbandwerking is binnen de stadskern en de naburige dorpen wel bekend, maar daarbuiten nog veel te weinig. Als meer mensen van de gemeenschappen op de hoogte zijn, kunnen zij een nieuw bestuur mee onder

Zin om zelf een stedenband op te zetten?

Yaneth Hurtado, stedenbandcoördinatrice: Bert Janssens

‘Velen komen de composteerinstallatie bezoeken en feliciteren ons hiervoor.’ project binnen de stedenband, waarbij afvalinzameling en wijkcomposteren hand in hand gaan. ‘De verschillende projecten in het kader van de stedenband zijn echt heel interessant en vernieuwend. Velen komen de composteerinstallatie bezoeken en feliciteren ons hiervoor,’ getuigt Yaneth Hurtado. Verkiezingen bepalen de toekomst Binnen de stedenband zijn er voor de volgende jaren nog tal van uitdagingen. Enerzijds moet de betrokkenheid van de bevolking vergroten. Anderzijds vormen de verkiezingen van eind volgend jaar wel een zeker risico. Het is onmogelijk nu al te voorspellen wie er zal winnen, maar de traditie in Peru wil dat een nieuw politiek bestuur alle sleutelposities binnen de administratie vervangt. Binnen de partnergemeente van Edegem betekent dit voor een stuk opnieuw beginnen met

druk zetten om bepaalde sleutelfiguren in dienst te houden. ‘Bij ons bestaat er zo goed als geen loopbaan in de publieke sector. Tijdens mijn bezoek in Edegem ontmoetten we de gemeentesecretaris die al meer dan tien jaar in dienst was. Dan kun je wel veel kennis en ervaring opbouwen. Bij ons blijft het management voor de duur van het bestuur en dat gaat maar over vier jaar. Daarna is er weer een nieuw iemand,’ sluit Yaneth Hurtado af, niet goed wetend of zij na de gemeenteverkiezingen van volgend jaar nog kan aanblijven als stedenbandcoördinatrice. Wordt zeker vervolgd! Bert Janssens is VVSG-stafmedewerker team internationaal Zie ook de fotoreportage over de stedenband San Jerónimo-Edegem op www.vvsg.be/ Internationaal/Noord-Zuid/Stedenbanden

Het handboek Noord-Zuid is de ideale leidraad voor ambtenaren en schepenen die geboeid zijn door het Zuiden. Het is een praktische en mooi geïllustreerde handleiding waarmee zij aan de slag kunnen. Behalve checklists en stappenplannen bevat het boek een heleboel inspirerende praktijkvoorbeelden van gemeenten die al ervaring hebben met het uitbouwen van een stedenband in het Zuiden. Wie wat wil weten over de context en de nieuwe visie over de rol van lokale besturen, over het opbouwen van de eigen capaciteit om een degelijk Noord-Zuidbeleid uit te stippelen, over sensibilisatie en over de directe samenwerking met een gemeente in het Zuiden (stedenband), kan in dit handboek terecht. Het boek werd geschreven onder leiding van het VVSG-team Internationale betrekkingen en wordt uitgegeven door Politeia. Bestellen kan op www.politeia.be, door te mailen naar info@politeia.be of door te faxen naar 02-289 26 19. Het boek kost 49 euro voor VVSGleden, inclusief btw, exclusief verzendingskosten.

advertentie

Uw specialist in BODEMSANERING

Calamiteiten • Tijdelijke Opslagplaats (TOP) • Grondreiniging • Saneringen Afvalcontainers • Groenrecycling • Rioolreiniging • Veegwerken Krommewege 31 G • 9990 Maldegem • Tel 050 72 87 30 • Fax 050 71 75 71 • www.debree.be

Advertentie 186 x 62.indd 1

16/11/2009 17:18:38

1 december 2009 LOKAAL 37


GF

WERKVELD AFVALBELEID

Als de lange donkere winter op zijn einde loopt, schieten veel Vlamingen uit hun winterslaap en beginnen ze aan de lenteschoonmaak. En wie opruimt, gooit weg: vanaf april gaan de bezoekersaantallen voor het containerpark altijd in stijgende lijn. Dat hoogseizoen duurt tot eind september. Om de vele klanten beter te kunnen helpen, experimenteren sommige containerparken met alternatieve openingsuren tijdens de zomermaanden. Lieselot Decalf ‘Begin april 2009 zijn we gestart met een tweewekelijkse avondopening op de containerparken binnen ons werkingsgebied. Dit wil zeggen dat elk containerpark om de twee weken één avond open blijft tot half acht ’s avonds,’ vertelt Sven Peeters, directeur bij de afvalintercommunale MIWA. Het intergemeentelijke samenwerkingsverband beheert de containerparken voor zijn gemeentelijke vennoten Stekene, Sint-Niklaas, SintGillis-Waas, Temse en Waasmunster. De parken zijn op weekdagen open van één uur ’s middags tot zes uur ’s avonds, behalve op maandag. Op zaterdag kun je er terecht van tien tot half vijf. Enerzijds 38 LOKAAL 1 december 2009

kwam de vraag naar een avondopening van enkele bestuurders, maar anderzijds speelde MIWA zelf al met de gedachte om een avondopening tijdens de zomermaanden uit te testen. Dinsdag en zaterdag zijn topdagen op de containerparken. ‘Op zaterdag komen veel mensen langs die tijdens de week niet naar het containerpark kunnen komen omdat ze werken. Op dinsdag is het druk omdat dit de eerste openingsdag is na het weekend, een moment waarop mensen tijd hebben om op te ruimen of in de tuin te werken. We hoopten dat mensen hun bezoek meer zouden spreiden nu ze tijdens de week ’s avonds naar het containerpark kon-

LIESELOT DECALF

’s Avonds of op zondag naar het containerpark den gaan,’ zegt Sven Peeters. Eén keer in de twee weken bleven de poorten van het containerpark tot half acht open. Op deze dagen werden de werkuren van de containerparkwachters verschoven, zodat ze later begonnen en later eindigden. Na zes maanden, begin oktober 2009, was MIWA klaar voor een evaluatie. Slechts 0,4% van de bezoekers tijdens de zomermaanden heeft gebruik gemaakt van de avondopening. Nochtans werd deze extra dienstverlening uitgebreid aangekondigd via borden aan het containerpark, via de website van de intercommunale en via de driemaandelijkse nieuwsbrief die in alle brievenbussen valt. Bezoekers die tijdens de ‘gewone’ openingsuren kwamen, kregen bovendien een foldertje met uitleg over de bijkomende openingsuren. ‘Hebben mensen meer tijd nodig dan zes maanden om te wennen aan deze nieuwe uren? Rijden ze na het avondeten liever niet meer naar het containerpark? De evaluatie toont aan dat er geen verschuiving was van de bezoekers van de drukke dagen naar de avonden tijdens de week.


Duidelijke afspraken aan de ingang van het containerpark van Linter, beheerd door afvalintercommunale EcoWerf.

Daarom heeft onze Raad van Bestuur eind oktober besloten de extra openingsuren volgende zomer niet te herhalen,’ besluit Sven Peeters. Uniforme openingsuren EcoWerf beheert 26 containerparken voor zijn gemeentelijke vennoten in OostBrabant. Die zijn van dinsdag tot en met vrijdag open van half één ’s middags tot half acht ’s avonds. Op zaterdag openen de containerparken hun poorten van negen uur tot vier uur. ‘We houden de openingsuren zo uniform mogelijk,’ zegt Peter Standaert, algemeen directeur. ‘Het is bij EcoWerf al jaren de gewoonte om de containerparken tot half acht open te

is op maandag open, vaak een typische sluitingsdag. Toch wilden we mensen de kans geven om op zondagvoormiddag langs te komen, om de files op zaterdag wat korter te maken,’ zegt Koen Van Caimere, afdelingshoofd communicatie bij IVAGO. Net zoals in Sint-Niklaas gaat het om een regeling die wil inspelen op de drukste periode van het jaar, de zomermaanden. In de proefperiode die liep van april tot en met september 2009, was de toeloop aan bezoekers niet overweldigend, maar zeker niet te verwaarlozen. De slagbomen aan de ingang van het containerpark in de Proeftuinstraat registreerden op de zomerzondagen telkens zo’n 50 bezoekers. Op een drukke dag ontvangt dit park echter ruim 500 bezoekers. ‘Voor de eerste zomer vindt IVAGO dit toch geen slecht resultaat. Het proefproject werd positief geëvalueerd.

Ruimere openingsuren, goede en duidelijke afspraken en een vlotte doorstroming van auto’s zijn maatregelen die de dienstverlening op het containerpark kunnen verbeteren. houden, en we merken dat het dan druk kan zijn. Mensen weten blijkbaar maar al te goed dat ze na hun werk nog naar het containerpark kunnen komen.’ Die uniforme aanpak vereenvoudigt de communicatie over openingsuren sterk: elke dag dezelfde openingsuren op alle parken, uitgezonderd op zaterdag. Toch zijn er na al die jaren nog steeds mensen die op maandag voor een gesloten containerpark staan. Voor EcoWerf is dat een van de redenen – samen met de hoge graad van dienstverlening – om te blijven werken met duidelijke en ruime openingsuren. Op zondag naar het recyclagepark in Gent In Gent konden inwoners van het werkingsgebied van het intergemeentelijke samenwerkingsverband IVAGO deze zomer voor het eerst op een eerder ongewoon moment naar het recyclagepark. De poort van het park aan de Proeftuinstraat ging open op zondagvoormiddag, van 9.30 tot 12.50 uur. ‘Eigenlijk zijn de openingsuren van onze zeven recyclageparken al behoorlijk ruim. De parken zijn open van 9.30 tot 17.20 uur. Eén park

We herhalen het volgend jaar,’ zegt Koen Van Caimere. ‘Misschien speelden de weersomstandigheden een rol. Het was een droge en warme zomer, wat betekent dat er minder tuinafval was. En dat is nu net een typische afvalfractie die mensen in het weekend naar het recyclagepark brengen. Toch willen we een te grote toeloop vermijden, want op zondag kunnen we niet alle stromen naar de verschillende afnemers of verwerkingsbedrijven afvoeren.’ Bestaande openingsuren zo goed mogelijk benutten Ruimere openingsuren zijn niet de enige maatregel die lokale besturen kunnen helpen om de dienstverlening op het containerpark te verbeteren. Goede en duidelijke afspraken over de werking van het containerpark zijn minstens even belangrijk. Zorg voor een vlotte doorstroming van auto’s: op sommige plaatsen gaat de slagboom niet meer omhoog als er een bepaald aantal bezoekers op het park aanwezig is. Zo rijdt of loopt niemand voor andermans voeten en kan iedereen goed bij de verschillende contai-

Openingsuren van het containerpark: wat zegt de wet? • Gemeenten tot 15.000 inwoners: minimaal 15 uur per week open, waarvan minimaal 4 uur op zaterdag • Gemeenten vanaf 15.000 inwoners: minimaal 25 uur per week open, waarvan minimaal 6 uur op zaterdag • Aanbeveling om één avond per week open te zijn Bron: Uitvoeringsplan milieuverantwoord beheer van huishoudelijke afvalstoffen (p. 90) Vlarem geeft bovendien de grenzen van de openingsuren aan: art.5.2.1.2. § 3. Tenzij anders bepaald in de milieuvergunning mag de normale afvalstoffenaanvoer niet vóór 7 uur en na 19 uur plaatsvinden. ners. Maak reclame voor de minder drukke dagen op het containerpark. Laat aan de mensen weten welk gedrag je van hen verwacht als ze afval komen brengen. Leg hun uit waarom bepaalde regels gelden. De meeste containerparken hebben een soort huishoudelijk reglement, maar de inhoud ervan is niet altijd bekend. Een duidelijk informatiebord aan de ingang van het containerpark met de belangrijkste afspraken is al een hele hulp. De afvalkrant, de website of het gemeentelijke informatieblad zijn ideale kanalen om de werking van het containerpark onder de aandacht te brengen. Dit kan door bijvoorbeeld een interview met de containerparkwachter of enkele tips voor een vlot bezoek aan het containerpark in de afvalkrant te zetten.

Lieselot Decalf is VVSG-stafmedewerker afvalbeleid 1 december 2009 LOKAAL 39


WERKVELD BIBLIOTHEEKBELEID

SASKIA BOETS

Een luisterboek spreekt voor zich

Je ogen willen niet goed meer mee, een boek vasthouden wordt moeilijker of je hebt dyslexie: er zijn tal van redenen waarom gewoon lezen moeilijk is. Daisy-boeken laten je dan lezen met je oren. Spannende thrillers, heerlijk meeslepende romans, stevige historische werken, fijne kookboeken, poëzie om bij weg te dromen, leuke kinderboeken, er is voor elk wat wils. Saskia Boets

E

en luisterboek wordt in een studio voorgelezen en op cd-rom gezet. De voorlezers zijn meestal vrijwilligers met een aangename stem, maar ook auteurs lezen geregeld hun eigen boeken in. Zo’n luisterboek op cd-rom noemen we een

Daisy-boek. Naast de Luisterpuntbibliotheek en Zorgbib Rode Kruis-Vlaanderen lenen 235 gewone openbare bibliotheken in Vlaanderen en Brussel tegen het jaareinde Daisy-luisterboeken uit! Omgerekend betekent dit dat je in drie van de vier

bibliotheken Daisy-boeken kunt lenen. Op www.luisterpuntbibliotheek.be vindt u welke bibliotheken een Daisy-werking opzetten. Prima samenwerking Overal heeft het provinciale bibliotheeksteunpunt een stimulerende rol gespeeld, met de gezamenlijke aankoop van de Daisy-spelers: de bibliotheken kregen bijvoorbeeld één Daisy-speler en konden tegen een gunstprijs een tweede (of derde) speler bijkopen. Of de bibliotheken kochten een Daisy-speler en kregen vervolgens een tweede speler van de provincie. De

Daisy Daisy staat voor Digital Accessible Information System. Dit is de wereldwijde standaard voor luisterboeken voor personen met een leesbeperking. Daisyluisterboeken bevatten twee structuren, een mp3-structuur waardoor de meeste boeken op één cd-rom passen (tot 22 uren speelduur op één cd-rom) en een Daisy-structuur die het mogelijk maakt een Daisy-boek te gebruiken zoals een gewoon boek, wat een groot voordeel is tegenover het gewone luisterboek. Dankzij die structuur kun je niet alleen door het boek bladeren, stukken opnieuw beluisteren of vooruit lezen, je kunt ook pauzes inlassen, bladwijzers plaatsen en je favoriete passages herlezen, de snelheid van het voorlezen regelen, ergens stoppen met lezen en automatisch herbeginnen op die plaats.

40 LOKAAL 1 december 2009

Je kunt op verschillende manieren naar een Daisy-boek luisteren: • met een Daisy-speler: een toestel dat perfect afgestemd is op de behoeften van blinden en slechtzienden, maar ook op die van mensen met een andere leesbeperking (reuma, spierziekte, dyslexie): ze hebben grote, duidelijke knoppen en elke knop heeft slechts één functie; • met een computer: met bij Luisterpunt gratis verkrijgbare Daisy-software kun je gratis een Daisy-speler installeren op je pc; • via een gewone cd-/dvd-speler met mp3-ondersteuning, maar dan geniet je niet van de voordelen van de Daisy-structuur.


provincies stelden samen met Luisterpunt een Daisy-gids voor de bibliotheken op. Luisterpunt bezorgde alle bibliotheken een bruikleencollectie Daisy-boeken, in het begin voornamelijk volwassenenfictie, maar vele bibliotheken vulden deze aan met kinder- en jeugdboeken. Luisterpunt gaf telkens workshops over Daisy, Daisy-boeken en Daisy-spelers. Luisterpunt bereikt met deze samenwerking de meer mobiele mensen uit de toenemende groep van slechtziende medioren en jongsenioren. De openbare bibliotheken kunnen door deze samenwerking hun dienstverlening voortzetten aan klanten die geleidelijk aan afhaken door gezichtsproblemen. Leesbeperkte personen raken niet geïsoleerd, maar kunnen blijvend gebruik maken van een basisdienstverlening die beschikbaar is voor iedereen. Kinderen en jongeren met dyslexie of andere leesmoeilijkheden kunnen door luisterboeken toch de boeken lezen die ze écht graag willen lezen, ze kunnen gewoon heerlijk genieten van een boek. De meeste openbare bibliotheken werken nauw samen met scholen en organiseren op regelmatige basis klasbezoeken. Zo kunnen ze kinderen en jongeren met dyslexie in contact brengen met Daisy-boeken. De bibliotheken richten zich met de Daisycollectie en -speler op rusthuizen en scholen, ze zetten ze in voor hun boekendienstaan-huis en werken ermee tijdens klasbezoeken. Ze maken deze werking vaak ook bekend aan oog- en huisartsen, aan de seniorenraad, aan Ziekenzorg, aan logopedisten en zorgleerkrachten. Kortom, ze zoeken op gemeentelijk vlak samenwerking met zoveel mogelijk partners om zoveel mogelijk mensen leesplezier te bezorgen. En in de Daisy-context betreft het mensen die anders geen of slechts heel moeilijk boeken kunnen lezen. Op dit ogenblik zijn er nog weinig cijfergegevens, het is te vroeg om te evalueren en conclusies te trekken. Daisy staat nog aan het begin van haar bibliotheekcarrière, maar de ambitie is er, zoveel is zeker. En zoals vaak gaat met ambitie groot enthousiasme gepaard. Van folders tot ontbijt met Daisy Vele bibliotheken trachten met fraaie folders (Edegem, Geel, BiblioWaas, Brus

selse bibliotheken, regio Leuven) de aandacht te trekken, de bibliotheek van Wetteren heeft een mooi blogbericht gepost (blogbericht van 29/10/2009 op www.bibliotheekwetteren.be), de provincies Antwerpen en West-Vlaanderen ontwikkelen een Luisterpuntmeubel voor participerende bibliotheken, met de luisterzuilen die Luisterpunt voor de ouderencampagne heeft gemaakt zetten veel bibliotheken hun Daisy-werking in de kijker, bibliotheken organiseren Daisy-ontbijten voor rusthuizen, dienstencentra en leden van de seniorenraad (in Beringen bijvoorbeeld) of ze zetten het Anders Lezen met een infobeurs in de kijker (Brugge). Bibli-

en gesensibiliseerd. Dan worden (via de scholen) de ouders uitgenodigd voor een informatieavond met een uiteenzetting over leesproblemen door het Centrum voor leerstoornissen en uitleg over Daisy (Luisterpunt) en andere leeshulpjes. Daarnaast mag ook jeugdauteur Kaat Vrancken aantreden, want Luisterpunt leent boeken uit die Kaat Vrancken zelf heeft ingelezen. Vervolgens bespreekt de bibliotheek bij rondleidingen voor senioren, rusthuizen en sociaal-culturele verenigingen steeds het hele gamma leeshulpjes. Dit gebeurt ook bij specifieke rondleidingen voor leerlingen van de hogere graad secundair onderwijs met als hoofdvakken menswe-

otheken installeren Makkelijk Lezen Pleinen of Anders Lezen Punten. Ze werken samen met de rusthuizen in de regio en integreren Daisy in hun boekendienstenaan-huis. In Bierbeek, waar de bibliotheek en het cultuurcentrum samenwonen, gaat de lancering van Daisy in de bibliotheek gepaard met de tentoonstelling Sluit je ogen! Tentoonstelling in het donker!? in het CC. De bibliotheek van Lokeren denkt eraan de scholen te bevoorraden met een hip koffertje met gewone gedrukte boeken, dezelfde boeken in Daisy-formaat en een Daisy-speler. In Bree loopt momenteel een heel project over dyslexie, waarbij de bibliotheek samenwerkt met de basis- en secundaire scholen en naast leerkrachten ook leerlingen en ouders van leerlingen informeert over Daisy-boeken en ze er echt kennis mee laat maken. De klemtoon ligt op leesplezier. Het project ontvouwt zich in vier fases. Eerst worden de leerkrachten en zorgcoördinatoren geïnformeerd

tenschappen of verzorging. Hierbij worden drie doelgroepen belicht: kinderen in de bibliotheek, senioren en mensen met een handicap. Om te zorgen voor een mooi geheel en een optimale informatiedoorstroming zullen ook de website en het stadsmagazine aandacht besteden aan Daisy en andere leeshulpmiddelen.

LEO TIMMERS

Kinderen en jongeren met dyslexie of andere leesmoeilijkheden kunnen door luisterboeken toch gewoon heerlijk genieten van een boek.

Creativiteit en goodwill in overvloed. En centraal in de voorbeelden staan samenwerking en partnerships. Met Luisterpunt, met de provinciale bibliotheeksteunpunten, met gemeentelijke diensten, met tal van lokale diensten en organisaties. Laten we hopen dat Daisy ontzettend veel mensen met een leesbeperking toch kan laten genieten van een heerlijk boek. Want daar draait het allemaal om. De ene leest met zijn ogen, de andere met zijn oren: zo kan iedereen lezen. Saskia Boets is coördinator communicatie en promotie Luisterpuntbibliotheek

Luisterpuntbibliotheek Luisterpuntbibliotheek is een openbare bibliotheek met een speciale collectie: Daisy-luisterboeken en brailleboeken. Bruikleencollecties en Daisy-workshops worden gratis aangeboden aan bibliotheken, rusthuizen, lokale dienstencentra en scholen. Lid worden van Luisterpunt, boeken lenen en verzenden is gratis. www.luisterpuntbibliotheek.be

1 december 2009 LOKAAL 41


Mechelen is een sterk groeiende centrumstad. De historische rijkdom van de stad in combinatie met stevig amusement en een brede waaier aan cultuur nodigt talloze bezoekers uit. De binnenstad is volledig geherwaardeerd: een bedachtzaam mobiliteitsbeleid met winkel-wandelstraten en de aanleg van ondergrondse parkeerterreinen, een duurzaam milieubeleid, degelijke ruimtelijke ordening en fraaie groenbeplantingen. De Mechelse stadsadministratie werkt dagelijks aan een leefbare samenleving. Wil je in de toekomst van Mechelen een cruciale rol spelen, dan kan dat. We zoeken een (m/v):

coördinator-diensthoofd centrale aankoop (statutair) Jouw functie: je hebt de dagelijkse leiding van de afdeling en bent verantwoordelijk voor het uitschrijven en begeleiden van overheidsopdrachten volgens de geldende wetgeving. Je ondersteunt je medewerkers bij de administratieve procedure hiervan. Je overlegt met de interne klanten over de randvoorwaarden en de inhoud van de opdracht. Je behandelt de complexe dossiers en verleent intern advies over de toepassing van de wetgeving op overheidsopdrachten. Je optimaliseert en digitaliseert maximaal de werkprocessen. Jouw profiel: je hebt minstens 4 jaar relevante ervaring. Wij bieden jou: een boeiende, uitdagende functie (38 uren/ week) op A1a-A3a niveau met verantwoordelijkheid in een stabiele omgeving. Een brutostartsalaris van 2 706 euro per maand (minimum 1 634 euro netto), met als extra’s: maaltijdcheques, hospitalisatieverzekering, opleidingsmogelijkheden, glijdende werktijden en een interessante verlofregeling. Relevante privé-ervaring kan tot max. 10 jaar worden gehonoreerd.

Interesse? Heb je interesse voor deze vacature, bezorg ons dan uiterlijk op 10 december 2009 (postdatum geldt als bewijs) je inschrijvingsformulier met een bewijs van 4 jaar relevante ervaring waaruit de periode en de relevantie duidelijk blijken, gericht aan het College van burgemeester en schepenen, Grote Markt 21, 2800 Mechelen. De kandidatuurstelling moet gebeuren via het inschrijvingsformulier. Onvolledige kandidaturen kunnen helaas niet aanvaard worden. Het inschrijvingsformulier en de functieomschrijving kunnen worden bekomen via www.mechelen.be/vacatures. Alle nuttige inlichtingen kunnen worden bekomen via aanwervingen.stad@mechelen.be of bij de dienst Personeelsbeheer, tel. 015 29 79 07. De schriftelijke proef zal plaatsvinden op 16 december 2009, de mondelinge proef vindt plaats in de week van 4 januari 2010 of in de week van 11 januari 2010. Het assessment vindt plaats in de week van 18 januari 2010.

www.jobpunt.be

De STAD HARELBEKE gaat over tot de aanwerving van m/v:

• DiREcTEuR STEDELijKE AcADEmiE vooR BEELDEnDE voRming Functie: Om de toekomst van ons kunstonderwijs te verzekeren, zoeken wij een dynamische en kunstzinnige manager die waakt over de verdere uitbouw van de school. De directeur leidt de academie en staat in voor de dagelijkse werking van de school, het behalen van de doelstellingen van het artistiek-pedagogische project, de leerplannen en het schoolwerkplan. Hij/zij is verantwoordelijk voor de voorbereiding van het stedelijke beleid kunstonderwijs, afdeling Beeldende Vorming en de uitvoering ervan. Hij/zij is verantwoordelijk voor de aan de functiehouder toevertrouwde budgetten en voor het aansturen van een personeelsploeg van 26 medewerkers. Profiel: Wij zoeken iemand die: • vertrouwd is met kunst in het algemeen en kunstonderwijs in het bijzonder. • voeling heeft met de culturele sector en beeldende kunst in het bijzonder. • bovendien een peoplemanager en ploegspeler is. • beschikt over een grote dosis organisatorisch talent. • beschikt over de leidinggevende capaciteiten om een vat vol schitterende individuen te smeden tot een hecht team. Harelbeke is een dynamische stad aan de Leie, die volop bouwt aan haar toekomst. Harelbeke heeft in de streek van Zuid-West-Vlaanderen een sterke reputatie op het vlak van kunstonderwijs. Naast een bloeiende Academie voor Muziek, Woord en Dans, beschikt Harelbeke over een gerenommeerde Academie voor Beeldende Vorming. 638 leerlingen in de lagere graad, 223 in de middelbare graad en 113 in de hogere graad vormen de ruggengraat van deze bloeiende school. 26 personeelsleden staan samen met de directeur garant voor de kwaliteitsvolle reputatie van de school. De academie is ook buiten Harelbeke actief en heeft samenwerkingsverbanden met Wielsbeke en Zwevegem en zoekt uitbreiding naar andere gemeenten.

42 LOKAAL 1 december 2009

Wij bieden: • Een uitdagende job met kans tot ruim engagement. • Een voltijdse aanstelling in vast dienstverband – 20/20. • Een interessant salaris (bij aanvang een geïndexeerd bruto maandsalaris van 2.263,23 euro, 3.173,54 euro of 3.535,98 euro (salaris afhankelijk van het individueel bekwaamheidsbewijs). • Een wervingsreserve van 3 jaar. inTERESSE? Spreekt deze job je aan, lees dan snel de aanwervingsvoorwaarden of bekijk bijkomende informatie over diplomavoorwaarden op www.harelbeke.be/economie/werk/vacatures. Je kandidaat stellen kan met een bijzonder inschrijvingsformulier en dit uiterlijk tegen 7 december 2009. De volledige aanwervings- en diplomavoorwaarden, examenprogramma, functieprofiel, functiebeschrijving en inschrijvingsformulier kan je bekomen op www.harelbeke.be/economie/werk/vacatures of bij Sonia Vanooteghem, tel. 056 73 33 34, e-mail: sonia.vanooteghem@harelbeke.be. Aanwervingsvoorwaarden: A. Voldoen aan de voorwaarden bepaald in art. 40 van het decreet van 27.03.1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde Centra voor Leerlingenbegeleiding, en de normen naar waar dit aangehaalde artikel rechtstreeks of onrechtstreeks verwijst; B. Ten laatste op de uiterste inschrijvingsdatum geen evaluatie met eindconclusie ‘onvoldoende’ hebben gekregen, hetzij in een wervingsambt, hetzij in een bevorderingsambt en dit bij om het even welke inrichtende macht. Indien je niet werd geëvalueerd, dan word je geacht te voldoen aan deze voorwaarde. C. Slagen in een selectie.


wetmatig berichten

Moeten overheden straks sneller betalen? Als het van de Europese Commissie afhangt, moeten overheden hun facturen binnenkort binnen dertig dagen betalen. De CEMR, de Europese koepel van verenigingen van steden en gemeenten waarvan de VVSG lid is, trok hierover aan de alarmbel tijdens een hoorzitting van het Comité Interne Markt en Consumentenbescherming van het Europees Parlement.

sneller betaald krijgen. De maatregel past binnen de financiële crisis die veel bedrijven treft. Volgens de Europese Commissie betalen veel

STEFAN DEWICKERE

De Europese Commissie wil een richtlijn over betalingstermijnen (2000/35/EG) aanpassen om ervoor te zorgen dat KMO’s hun facturen

Volgens de Europese Commissie betalen openbare besturen hun leveranciers te laat.

openbare besturen hun leveranciers laattijdig. Daardoor komen die in moeilijkheden. De Commissie vindt dat de overheden streng bestraft moeten worden en op een andere wijze behandeld moeten worden dan de private sector. In het voorstel van richtlijn geeft de Commissie een periode van maximaal dertig dagen voor de betalingstermijn. Indien die datum wordt overschreden, moet er een boete betaald worden die naast intrest een bijkomend bedrag van 5% van de te betalen factuur kan omvatten. De CEMR riep op om de private en openbare sector op gelijke wijze te behandelen, de Europese regels van de interne markt gelden immers voor beide sectoren. Daarnaast is het compensatiebedrag van 5% buiten proportie. Er zou beter gewerkt worden met een systeem dat progressief oploopt naarmate de betalingstermijn opschuift. betty.dewachter@vvsg.be

http://ec.europa.eu/enterprise/regulation/ late_payments/index_en.htm

Nu ook zevende basisfunctionaliteit ‘verkeer’ Na lang wachten verschenen de nieuwe organisatie- en werkingsnormen van de lokale politie onlangs in het Belgisch Staatsblad. Hiermee werd een zevende basisfunctionaliteit ‘verkeer’ toegevoegd aan de functionaliteiten van de lokale politiediensten die al van 2001 dateerden.

De vroegere basisfunctionaliteiten (onthaal, slachtofferzorg, wijkwerking, openbare orde, interventie en lokale recherche) hadden bij de totstandkoming van de politiehervorming tot doel over alle lokale politiezones heen een minimale gelijkwaardige basisdienstverlening te verzekeren aan de burgers. Oorspronkelijk werd de basisfunctie verkeer niet bij deze groep gerekend, hoewel de zones er in praktijk al veel aandacht aan besteedden. Tot nog toe gebeurden de verkeersacties in de zones meestal door een ad hoc ‘verkeersdienst’, die bemand werd door operationele en administratieve personeelsleden die zelf deel uitmaakten van andere diensten in de politiezones (bijvoorbeeld ‘interventie’ of ‘openbare orde’). Tot in 2008 waren de politiezones bovendien verplicht om jaarlijks een verkeersactieplan op te stellen, waarvoor zij middelen uit het verkeersveiligheidsfonds ontvingen. Sinds de hervorming van

dat fonds zijn dergelijke actieplannen niet meer verplicht. Het nieuwe KB bepaalt verder dat voortaan minimaal 8 procent van de totale werkcapaciteit (zowel van het operationele als het administratieve kader) binnen de politiezones besteed moet worden aan opdrachten in het kader van verkeersveiligheid. Daarmee wil de wetgever rekening houden met de inspanningen die de meeste zones in het verleden voor verkeersveiligheid gedaan hebben. Door een minimale norm op te leggen kan voortaan ook beter geschat worden hoeveel voltijdse equivalenten (FTE’s) zich per zone bezighouden met verkeerstaken, zodat de nationale streefcijfers op het gebied van verkeersveiligheid beter gespreid kunnen worden over de lokale en federale politiediensten. koen.vanheddeghem@vvsg.be en tom.deschepper@vvsg.be

KB van 16 oktober 2009 over de nieuwe organisatie- en werkingsnormen van de lokale politie, BS van 29 oktober 2009, Inforumnummer 242247

Uw personeelsadvertentie in Lokaal, VVSG-week én op de VVSG-website Inlevering advertenties voor Lokaal 1 (10 tot 31 januari 2010): 14 december I Lokaal 2 (1 tot 15 februari 2010): 11 januari Informatie: Nicole Van Wichelen • T 02-211 55 43 • nicole.vanwichelen@vvsg.be

1 december 2009 LOKAAL 43


OCMW Lebbeke zoekt verantwoordelijke rust -en verzorgingstehuis m/v • Je zorgt voor het beheer van het rust -en verzorgingstehuis. • Je geeft rechtstreeks leiding aan het middenkader van het rusten verzorgingstehuis, coördineert de werkzaamheden van de totale personeelsgroep en werkt onder directe leiding van de OCMW-secretaris. • Je stelt alle personeelsleden in staat als vertrouwenspersoon het totale welzijn van de bewoners te behartigen dmv een zo comfortabel en aangenaam mogelijk verblijf, een zo goed mogelijke gezondheid en een vertrouwensband met familie en bezoekers. Verwacht • Je bent houder van het diploma licentiaat of master in de medische sociale wetenschappen, ziekenhuiswetenschappen of ziekenhuisbeleid, bejaardenzorg of gerontologie. • Je hebt minimaal vier jaar ervaring in een leidinggevende functie in een rusthuis of ziekenhuis. Biedt Bij ons bestuur kun je genieten van een interessante weddenschaal, maaltijdcheques, een fietsvergoeding, een uitgebreide vakantieregeling en de mogelijkheid tot het aansluiten bij een collectieve hospitalisatieverzekering. Plaats tewerkstelling Rustoord Hof ter Veldeken, Flor Hofmanslaan 8, 9280 Lebbeke.

Solliciteren

OCMW Lebbeke Brusselsesteenweg 47 9280 Lebbeke walter.goedgezelschap@publilink.be T 052-38 16 21

Malle gonst van de bedrijvigheid. Ontstaan uit de fusie van West- en Oostmalle heeft deze op en top Kempense gemeente zich ontpopt tot een economisch knooppunt met vele gezichten. Wat niet wegneemt dat het er ook gewoon genieten is van pittoreske natuurstukjes als het Domein de Renesse. En van het heerlijke trappistenbier natuurlijk! Om zoveel moois blijvend in goede banen te leiden, kan de gemeente Malle rekenen op de enthousiaste inzet van zowat 150 medewerkers. In ruil bieden we hen een gevarieerde job en tal van voordelen binnen een moderne en dynamische omgeving. Momenteel zoeken wij een (m/v)

MANAGER BURGER- EN VRIJETIJDSZAKEN statutair – niveau A – m/v – aanleg wervingsreserve Er wordt overgegaan tot de aanwerving van 1 voltijds manager burger- en vrijetijdszaken – statutair dienstverband – het aanleggen van een wervingsreserve. Taak: Je hebt de coördinerende leiding van het departement burgeren vrijetijdszaken die volgende afdelingen/diensten omvat: afdeling maatschappelijke zaken, afdeling decretale vrijetijdszaken, dienst burgerzaken en de gemeentelijke basisschool. Ben je geïnteresseerd in deze betrekking? Reageer dan onmiddellijk en vraag de infobrochure voor meer info over functieomschrijving, aanwervingsvoorwaarden, bezoldiging … op de personeelsdienst via het nummer 03 310 05 33 of op de website www.malle.be De kandidaturen voor deze functies moeten uiterlijk op woensdag 16 december 2009 op de post afgestempeld zijn of kunnen tot dezelfde datum, tijdens de openingsuren, afgegeven worden op het gemeentesecretariaat, Antwerpsesteenweg 246, 2390 Malle.

www.malle.be

Aan de slag met de nieuwe Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening

bij bestelling vóór 20/12/2009. Vermeld zeker code:

Handhavings9-0571-2 zakboekje ruimtelijke ordening 2010

Zakboekje ruimtelijke ordening 2010 Alles over ruimtelijke ordening

Handhaven met de nieuwe Vlaamse Codex

Auteurs: A. Desmet, I. Leenders, V. Tollenaere, F. Van Acker, P. Van Assche, J. Van den Berghe, P. Vansant, J. Verkest Zakboekje ruimtelijke ordening richt zich op wie met kennis van zaken een beleid in de ruimtelijke ordening vormgeeft. Ruim tien jaar ervaring en een gloednieuw decreet maken van deze volledig herziene editie een onmisbaar werkinstrument. Op 27 maart 2009 werd het Decreet Ruimtelijke Ordening grondig aangepast en aangevuld. Intussen werd het decreet omgedoopt tot een Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. De nieuwe Codex trad in werking op 1 september 2009, samen met tientallen uitvoeringsbesluiten. Editie 2010 van het Zakboekje ruimtelijke ordening geeft een overzicht van alle nieuwe regels, wijst op de verschillen met de vroegere wetgeving en legt uit wat de praktische gevolgen zijn voor de ruimtelijke planner, de vergunningverlener en de handhaver. Publicatievorm: Zakboekje Abonnement: € 81,60 ipv € 102 incl. btw (BP/STEZ-PB) Eenmalige aankoop: € 106,08 ipv € 132,61 incl. btw (BP/STEZ-PI9001)

20% korting

Auteurs: G. Van Hoorick, F. Van Acker, P. Vansant Handhavingszakboekje ruimtelijke ordening is de wegwijzer voor de handhavers van ruimtelijke ordening bij openbare besturen en politie. Helder en praktisch, met als uitgangspunt: hoe moet het concreet op het terrein? U vindt het hele traject terug voor de behandeling van een bouwmisdrijf: van opsporing via de handhavingsmaatregelen tot de uitvoering van gerechtelijke uitspraken. Dankzij dit zakboekje bent u dus steeds zeker van uw verantwoordelijkheid én weet u hoe u ze correct invult. Editie 2010 van het handhavingszakboekje houdt volledig rekening met de nieuwe Vlaamse Codex, die op 1 september 2009 in werking trad. Publicatievorm: Zakboekje Abonnement: € 39,20 ipv € 49 incl. btw (BP/HARO-PB) Eenmalige aankoop: € 50,96 ipv € 63,71 incl. btw (BP/HARO-PI9001)

Voor meer publicaties, surf naar www.kluwer.be/gemeente BESTELLEN IS MAKKELIJK: Bel 0800 30 144 • Fax 0800 17 529 • info@kluwer.be • www.kluwershop.be Klu_Lokaal_186x130_nov09_Q_NL.indd 1 Advertentie in Lokaal (vvsg) ½ pagina A4 liggend – NL – quadri

44 LOKAAL 1 december 2009

Stalen voor Kluwer

5/11/2009 14:38:13


wetmatig berichten

Mandatarissen zijn geen zelfstandigen Een instelling met een publieke mandataris in de raad van beheer (en dus niet de mandataris zelf) betaalt een bijdrage aan de Rijksdienst voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ). Deze wet is bijna vijf jaar oud, maar nog altijd blijft de RSVZ lokale mandatarissen vragen zich aan te sluiten. Deze vraag mist elke grond.

Sinds 1 januari 2005 moeten instellingen met (een ‘beloning’ voor) minstens één publieke mandataris (intercommunale, SHM, autonoom gemeentebedrijf, OCMW-vereniging) een bijdrage betalen aan de RSVZ voor die mandatarissen. Gemeenten, OCMW’s en districten hoeven zelfs deze bijdrage niet te betalen. Hiermee werd tegemoetgekomen aan opmerkingen van onder meer de VVSG over de aanvankelijk voorgestelde individuele bijdrageplicht (en bijbehorend zelfstandigenstatuut) voor lokale mandatarissen. Dit alles werd vastgelegd in de wet van 13 juli 2005 en een KB van 10 augustus 2005. Of het om slechte

wil gaat van de betrokken diensten of om besluiteloosheid van de wetgever weten we niet, maar zowat vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wetgeving blijft de RSVZ aan lokale mandatarissen (vooral raadsleden) vragen zich bij hem aan te sluiten. Bijgevolg moeten zij telkens weer het bewijs leveren dat ze mandataris zijn en geen zelfstandige. Zoals gezegd is het echter de instelling die de bijdrage betaalt, en niet de mandataris. Deze laatste hoeft dus ook helemaal geen zelfstandigenstatuut aan te nemen op basis van zijn mandaat. Het zou goed zijn mocht deze vraag dus niet meer gesteld worden. Overigens heeft de RSVZ op zijn website daarover zelf de nodige informatie geplaatst. In een antwoord op een recente parlementaire vraag van Hilde Vautmans liet minister van Vereenvoudiging Vincent Van Quickenborne overigens weten dat een werkgroep al meermaals over deze problematiek is samengekomen en dat ze sporen onderzoekt om onnodige oproepen te voorkomen.

Enkele suggesties: de RSVZ wijzen op de informatie op zijn eigen website? Een apart vakje voor mandatarissen op de belastingbrief plaatsen? Juridisch verankeren dat mandatarissen geen zelfstandigen zijn? De bijdrageplicht afschaffen? Zo stilaan mag er wel een einde komen aan het getreuzel. Het is tijd voor duidelijkheid en vereenvoudiging. david.vanholsbeeck@vvsg.be

Wet van 13 juli 2005 betreffende de invoering van een jaarlijkse bijdrage ten laste van bepaalde instellingen, Inforumnummer 202978 KB van 10 augustus 2005 tot uitvoering van de wet van 13 juli 2005 betreffende de invoering van een jaarlijkse bijdrage ten laste van bepaalde instellingen, Inforumnummer 203365 Parlementaire vraag (Kamer) nr. 151 van 10 juli 2009 van Hilde Vautmans aan minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen Vincent Van Quickenborne, Bulletin VA 2008-2009, nr. 79 www.rsvz.be

Retributie afgeschaft voor vernieuwing rijbewijzen beperkt in de tijd Vanuit verschillende hoeken kwam de vraag tot afschaffing van de retributie op de vervanging van een rijbewijs met beperkte geldigheid om medische redenen. Het VVSG-directiecomité steunde die vraag trouwens op 22 december 2008, al merkte het er wel bij op dat de vrijstelling van retributie enkel mag gelden

voor de vernieuwing van rijbewijzen om medische redenen. Dus niet voor de afgifte van gewone rijbewijzen of bij een toekomstige stelselmatige invoering van een beperking in de tijd voor alle rijbewijzen A en B. Staatssecretaris voor Mobiliteit Etienne Schouppe is op deze vraag ingegaan. In een rondzend-

brief wordt duidelijk waarvoor de retributie wordt afgeschaft, en waarvoor niet, en hoe de afgifte van deze rijbewijzen administratief afgehandeld moet worden. We zijn uiteraard tevreden dat de staatssecretaris op deze vraag is ingegaan. Maar we betreuren dat het KB pas verscheen op 30 oktober 2009, de allerlaatste werkdag

voordat het op 1 november 2009 van kracht werd! erwin.debruyne@vvsg.be

KB van 20 oktober 2009 ter wijziging van KB van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs, BS van 30 oktober 2009, Inforumnummer 242244

advertentie

HET OCMW VAN HOUTHALEN-HELCHTEREN ZOEKT EEn M/V:

JURIST(E) voor de erkende dienst Schuldbemiddeling halftijds • graad A1a-A1b-A2a • contractueel • proef 1 jaar

Taken: In een tandem maatschappelijk werker/jurist bouw je een kwaliteitsvolle dienstverlening uit, zowel curatief als preventief, ten behoeve van personen met problemen ten gevolge van schuldenlast. De functievervulling wordt globaal gevat door de wet op het consumentenkrediet, alsook door de wet op de collectieve schuldenregeling. Aanwervingsvoorwaarden: • Houder zijn van het diploma van doctor of licentiaat in de rechten aangevuld met hetzij: - een getuigschrift van gespecialiseerde opleiding schuldbemiddeling van tenminste 60 uren, te behalen

minimaal 1 jaar na aanvang van de tewerkstelling; - hetzij een beroepservaring van ten minste 3 jaar kunnen voorleggen conform artikel 5 van het decreet houdende regeling tot erkenning van de instellingen voor schuldbemiddeling in de Vlaamse Gemeenschap d.d. 24 juli 1996. • Slagen in een aanwervingsexamen. Wat kunnen wij je verder nog aanbieden? • salarispakket op A-niveau (geïndexeerde halftijdse maandwedde min. 1.352 € - max. 2.241 €) • extralegale voordelen: maaltijdcheques, gratis hospitalisatieverzekering, fietsvergoeding, terugbetaling kosten openbaar vervoer.

Solliciteren? Stuur je sollicitatiebrief met uitgebreid cv, kopie vereiste diploma en - indien reeds in het bezit - : hetzij een kopie van het getuigschrift van de gespecialiseerde opleiding schuldbemiddeling ofwel je eigen verklaring aangaande je relevante beroepservaring (achteraf te attesteren). Indienen tegen uiterlijk 11 december 2009. Kandidatuurstellingen na vermelde datum worden niet aanvaard. Verzending via post naar OCMW,

t.a.v. mevrouw Eefje Van Wortswinkel, voorzitter, Peerdekerkhofstraat, 32, 3530 Houthalen-Helchteren (postdatum geldt als bewijs). Afgifte tegen ontvangstbewijs op voornoemd adres bij de dienst Personeel & Organisatie. Via e-mail: kandidaten@ocmwhh.be. Voor meer info of een functiebeschrijving kan je terecht bij Betsy Billen van de dienst Personeel & Organisatie, telefonisch op het nummer 011 60 09 60, via e-mail: kandidaten@ocmwhh.be.

1 december 2009 LOKAAL 45


AGENDA

Gent 1 december Kan de stad de wereld redden? Open academy met lezing door Eric Corijn over stedelijkheid in de netwerksamenleving, www.buro2.be Lokeren 4 december en 29 januari Harelbeke 8 december en 2 februari Brussel 11 december en 5 februari Het gedragsgericht interview zelf aan de slag met het selectie-instrument Tweedaagse training over deze techniek waarmee een beeld van de sterke en zwakke kanten van de kandidaat-onthaalouder wordt verkregen. www.vvsg.be (kalender) Hasselt 7 december Hoe ga ik als lokaal bestuur om met de Europese Dienstenrichtlijn? Infosessie door de Vlaamse overheid, de VVSG en de VVP over de Europese Dienstenrichtlijn met het oog op de omzetting door gemeenten en provincies tegen 28 december. www.vvsg.be (kalender) Brugge 8 december Van restruimte naar testruimte Studiedag van WinVorm 2009 over projecten en initiatieven betreffende non-ruimtes in stad en dorp. www.west-vlaanderen.be/winvorm Brussel 8 december Aan de slag met personen met een arbeidshandicap Themadag voor medewerkers diversiteit, personeelsverantwoordelijken en -medewerkers over werving, selectie van personen met een arbeidshandicap en de uitbouw van een netwerk. www.vvsg.be (kalender)

NIX TrIljoen

46 LOKAAL 1 december 2009

Kortrijk 8 december Minder appartementen! Meer rijwoningen! Studiedag over het stedelijke dilemma tussen enerzijds appartementen en anderzijds rijwoningen, huizen, eengezinswoningen, grondgebonden woningen en de hierbij betrokken strategische, commerciĂŤle, stedenbouwkundige, architecturale consequenties. filip.canfyn@kortrijk.be

Gent 11 december Schaal en lokaal bestuur... een voortdurende zoektocht naar de ideale verhouding Studienamiddag met praktijkgetuigenissen en theoretische beschouwingen vanuit academische en politieke invalshoek over de ideale schaal van lokale besturen. www.uitgeverij.vandenbroele.be (opleidingen)

Leuven 10 december Lokaal handhavingsbeleid omgevingsgerelateerde materies Studiedag met focus op probleemoplossende manieren voor lokale besturen om handhavend op te treden inzake ruimtelijke ordening, milieubeleid en occasionele overlast. www.vvsg.be (kalender)

Leuven 11 december Handhaving Studiedag met nieuwe inzichten, ideeĂŤn en concrete mogelijkheden voor verbetering van het handhavingsinstrumentarium van lokale besturen in beleidssectoren als ruimtelijke ordening, milieu, afvalbeleid en andere vormen van overlast. www.vvsg.be (kalender)

Brussel 10 december Burgerparticipatie in het (lokaal) veiligheidsbeleid Studienamiddag over de voorwaarden en het belang van burgerparticipatie met het oog op een verbeterde dienstverlening en een toename van het vertrouwen in de overheid. www.instituutvoordeoverheid.be

Tielt 11 december Het kind van de rekening Studiedag over de begeleiding van gezinnen met schuldproblemen en de voorstelling van het eerste cahier Schuldenlast en de contextuele hulpverlening in gezinnen met een schuldproblematiek. www.centrumschuldbemiddeling.be

Brussel 10 december ChanceArt Studiedag over cultuurbemiddeling voor en door mensen in armoede voor iedereen die cultuurparticipatie van mensen in armoede een plaats wil geven in zijn of haar organisatie. www.demos.be/chanceart

Brussel 14 december Levensbreed leren en de kwalificatiestructuur Informatie- en reflectiemomenten over de kwalificatiestructuur voor medewerkers in de amateurkunsten en het sociaal-culturele volwassenenwerk. www.socius.be (kalender & inschrijvingen)

Berchem 11 december Ecopolis, voor ecologische en sociale ruimtelijke planning, projecten en initiatieven Studiedag over de resultaten van het project Ecopolis-Vlaanderen. www.ecopolisvlaanderen.be (Agenda)

Hasselt 17 december Decembertoer in Hasselt Inspirerende en informerende rondgang langs de toekomstperspectieven van het lokaal cultuurbeleid. www.locusnet.be


LOKALE BESTUREN EN WERK ALLES OVER WERKGELEGENHEID VOOR LOKALE BESTUREN “Lokale besturen en werk” is een handig instrument dat alle informatie over werkgelegenheid bundelt voor lokale besturen.De informatie over wet- en regelgeving wordt aangevuld met handige checklists en modelformulieren, die ook terug te vinden zijn op de bijbehorende cd-rom.

IN DE EERSTKOMENDE BIJWERKINGEN (2009-2010) ZAL HET HANDBOEK GRONDIG HERWERKT WORDEN. DE STRUCTUUR WORDT TRANSPARANTER GEMAAKT EN DE DELEN ‘PWA’ EN ‘DIENSTENCHEQUES’ WORDEN AANGEPAST AAN DE MEEST ACTUELE INFO!

Deel 1: Partners in werk bevat bijdragen over de lokale instanties die een rol spelen bij het werkgelegenheidsbeleid en vervangt de PWA-Codex. Deel 2: Maatregelen voor werk is een instrumenten- en maatregelengids voor het voeren van een lokaal werkgelegenheidsbeleid. Het is ingedeeld in drie luiken: het eerste luik handelt over diversiteit, het tweede over de dienstencheques, en het derde luik over de OCMWtewerkstellingsmaatregelen.

De informatie in dat derde luik werd voor u gebundeld in overzichtelijke fiches, waar ook plaats is voor schematische overzichten en voor antwoorden op concrete vragen vanuit de OCMW’s.

Het werk kwam tot stand door een team van specialisten binnen de VVSG onder coördinatie van Petra Dombrecht, stafmedewerker van het team lokale economie en werkgelegenheid.

Steeds up-to-date De publicatie is losbladig en wordt op geregelde tijdstippen aangevuld en bijgewerkt. Er wordt naar gestreefd de aanvullingen en actualiseringen evenwichtig te spreiden over de verschillende onderdelen van het werk. Uiteraard krijgt wat actueel is meteen voorrang bij publicatie.

Met cd-rom Bij deze publicatie hoort een cd-rom met daarop tal van praktische invulformulieren en gebruiksklare modelcontracten. U vindt er ook een uitgebreide verzameling regelgevende teksten op terug.

Bestelkaart Politeia // Ravensteingalerij 28 // 1000 Brussel // Fax: 02 289 26 19 // Tel: 02 289 26 10. Of bestel via www.politeia.be // e-mail: info@politeia.be

Ja, ik bestel

....... ex. van Lokale besturen en werk (3 delen incl. cd-rom)** aan VVSG-leden: 109 euro*, niet-leden: 129 euro*

Organisatie/bestuur: ............................................................................................................................

Datum en handtekening

............................................................................................................................................................. Naam: ................................................................................................................................................. Functie: ............................................................................................................................................... Tel. : .................................................................................................................................................... E-mail: ................................................................................................................................................. * De bijwerkingen worden u automatisch toegestuurd tegen de prijs van 0,46 euro per pagina (update cd-rom: 29 euro) tot schriftelijke wederopzegging. Prijzen incl. BTW maar excl. verzendingskosten. Prijzen geldig tot en met 31 december 2009. Kijk voor de exacte prijzen altijd op onze website www.politeia.be. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de Wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.


Ook klachten over u nemen wij vaak serieus

Bel gratis 0800 240 50 www.vlaamseombudsdienst.be - klachten@vlaamseombudsdienst.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.