Nr 01 | Lokaal is het magazine van de lokale besturen en verschijnt 2 x per maand 20 x per jaar | VVSG vzw, Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel | Afgiftekantoor Kortrijk Masspost | P2A9746
Lokaal
Toekomst in het vizier Verkiezingen 2012
Centralisatie werkt niet
Terugblik op een politiefusie
Samenwerken voor netheid en gladheidsbestrijding
HET HANDBOEK
De beleids- en organisatieorganen van de lokale politie
e d w u e i Vern itie! edvuld met talrijke
e n, Nu aang besluite k l e d o m ij he praktisc van huishoudel p r e een ontw glement en re meer. nog veel
Sedert de installatie van het politiecollege, de politieraad, de zonale veiligheidsraad en de syndicale overlegstructuren, zijn er verschillende ingrijpende wetswijzigingen en nieuwe wetten over deze materie de revue gepasseerd. Hierdoor zijn allerlei spelregels veranderd, waaronder de verkiezing van de politieraadsleden. Het geheel van de regels over de organisatie, de werking en de taakomschrijving van de verschillende lokale bestuurlijke overheden en overlegorganen binnen het politielandschap worden samengebracht in het losbladig standaardwerk ‘De beleids- en organisatieorganen van de lokale politie’. Een onmisbaar praktijkhandboek Dit losbladig handboek is een onmisbare, praktijkgerichte handleiding voor de organisatie en het functioneren van de lokale bestuurlijke overheden en overlegorganen binnen het politielandschap, niet in het minst van het politiecollege en de politieraad. In dit handboek krijgt u concrete antwoorden op concrete vragen zoals:
Up-to-date De auteurs volgen alle wetswijzigingen, praktische en juridische ontwikkelingen kort op en dragen er dankzij de bijwerkingen zorg voor dat uw uitgave actueel en up-to-date blijft. Om de kwaliteit en actualiteit van het handboek nog beter te garanderen, wordt dit boek in co-auteurschap met VVSG samengesteld.
- Welke zijn de onderwerpen waarover de burgemeester informatie moet verstrekken aan de gemeenteraadsleden enerzijds en de politieraadsleden anderzijds? - Welke zijn de bevoegdheden van de voorzitter wat de agenda van het politiecollege en de politieraad betreft? - Hoe wordt de gemeentelijke dotatie goedgekeurd? - Welk inzagerecht hebben politieraadsleden? - Wat zijn “de bijzondere doelstellingen eigen aan de gemeente” in het zonaal veiligheidsplan en zijn hieraan budgettaire gevolgen gekoppeld? - Welke bevoegdheden hebben de voorzitter en het politiecollege binnen de syndicale overlegorganen? - Welke bevoegdheden heeft de voorzitter bij een staking van politieambtenaren? - …
Voor wie? Dit handboek is in de eerste plaats bestemd voor de leden van de bestuurlijke overheden, in het bijzonder de burgemeesters, de leden van de politieraad, de korpschefs, de secretarissen en de bijzonder rekenplichtigen. Daarenboven biedt het boek een schat aan informatie aan ieder die betrokken is bij het functioneren van de lokale politie: de ministers, de parlementsleden, lokale mandatarissen, de verantwoordelijken van de federale departementen en de federale politie, de gouverneur en de arrondissementscommissarissen, de syndicale vakorganisaties… De auteurs Kris Croonen, juridisch adviseur-secretaris PZ GAOZ Koen Van Heddeghem, stafmedewerker politie & veiligheid VVSG Tom De Scheper, stafmedewerker politie & veiligheid VVSG
Bovendien wordt het handboek aangevuld met talrijke praktische modelbesluiten, een ontwerp van huishoudelijk reglement van de zonale veiligheidsraad en een vergelijkende tabel van reglementaire bevoegdheid en uitvoerende bevoegdheid van de burgemeester.
Bestelstrook
Stuur of fax deze strook naar Politeia - Ravensteingalerij 28 - 1000 Brussel - fax 02 289 26 19 of mail uw bestelling door naar info@politeia.be of via onze website: www.politeia.be JA, ik bestel … ex. van het handboek ‘‘De beleids- en organisatieorganen van de lokale politie’ prijs VVSG-leden € 69*, niet-leden € 79*
Naam Functie Bestuur/Organisatie
Lid VVSG Ja Nee
E-mail Tel. Adres
* De aanvullingen aan 0,55 euro per bladzijde worden mij automatisch opgestuurd tot schriftelijke wederopzegging van het abonnement. Prijzen zijn inclusief BTW en exclusief verzendingskosten. Consulteer www.politeia.be voor de actuele prijzen.
BTW
Handtekening
Datum
Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.
inhoud Lokaal is het magazine van de lokale besturen
Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel T 02-211 55 00 • F 02-211 56 00 lokaal@vvsg.be www.vvsg.be
6 nieuws – print & web, perspiraat, Triljoen
Redactie Marleen Capelle, Pieter Plas, Inge Ruiters, Jan Van Alsenoy, Bart Van Moerkerke
12 Interview – Frédéric Valiier ‘Centralisatie werkt niet.’ ‘Als een bevoegdheid van het nationale naar het lokale niveau gaat, neemt de efficiëntie toe. Van het omgekeerde ken ik geen enkel voorbeeld,’ zegt de secretaris-generaal van de Council of European Municipalities and Regions.
Redactiesecretariaat Inge Ruiters, T 02‑211 55 44 Columnisten Johan Ackaert, Pieter Bos Illustraties Bart Lasuy, Stefan Dewickere, Layla Aerts (fotografen), Nix (cartoonist) Vormgeving Ties Bekaert Drukwerk Schaubroeck (Nazareth) Regie advertenties Cprojects&Advertising, Peter De Vester, T 03-326 18 92, peter@cprojects.be Regie vacatures Nicole Van Wichelen, nicole.vanwichelen@vvsg.be T 02-211 55 43 Abonnementen Nicole Van Wichelen, nicole.vanwichelen@vvsg.be T 02-211 55 43 VVSG-leden: 80 euro, vanaf 10 ex. 67 euro; niet-leden: 150 euro VVSG-bestuur Luc Martens, voorzitter Sabine Van Dooren, voorzitter raad van bestuur Theo Janssens, voorzitter afdeling OCMW’s Ondertekende artikels verbinden alleen de auteurs. Reacties zijn welkom. De redactie zal deze naar eigen inzicht al dan niet opnemen, inkorten of er melding van maken. Niets uit deze uitgave mag gereproduceerd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, elektronische drager of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Met de steun van Dexia en Ethias, partners van de VVSG Verantwoordelijk uitgever Mark Suykens, directeur VVSG
bestuurskracht
12
stefan dewickere
5 opinie – 2012 Werken aan Toekomsten
16
tom de schepper
Hoofdredacteur Marlies van Bouwel, marlies.vanbouwel@vvsg.be T 02-211 55 46
26
piet coopman
kort lokaal
16 Rationeler functioneren binnen excellente politiezorg Halfweg 2011 werd de politiezone Lanaken-Maasmechelen ingesteld. Het was de eerste en tot nu toe enige fusie van politiezones in ons land na de politiehervorming van 2002. Een terugblik. 19 Lokale raad – Wanneer ontvangt een raadslid de jaarrekening van de politiezone?
de keus 20 Stem voor mij
werkveld 22 Open Monumentendag 2012: In de ban van muziek, woord en beeld 25 Vijf projecten genomineerd voor de prijs Publieke Ruimte 2012 26 Nederlandse gemeenten werken samen voor openbare netheid en gladheidsbestrijding De VVSG trok met Interafval naar Nederland en leerde hoe de Nederlandse collega’s de openbare ruimte integraal beheren en welke rol de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden daarin spelen. 28 Lokale raad – Hebben studenten automatisch recht op leefloon? 29 Praktijk in Mol – OCMW Mol investeert in veilig en duurzaam gebruik onderhoudsproducten 31 Vuilnis ophalen en pakjes afleveren 34 De frontlijners – Johan Vansteenkiste, technisch adviseur huisvesting, regio Izegem
geregeld 37 wetmatig – berichten 41 agenda – studiedagen, opleidingen en evenementen 42 column – Pieter Bos
Op de cover Veel gemeenten zullen in 2012 digitaal stemmen. Bart Lasuy bracht voor deze foto nog een authentiek stempotlood van de dienst Verkiezingen van Gent in de aanslag om de stijgende verkiezingskoorts te verbeelden. Lokaal wordt gedrukt op Circle Silk, een 100% gerecycleerd papier.
Lokaal I 10 januari 2012 I 3
Toekomsten voor investeren in publieke ruimte De inrichting en het beheer van straten, parken en pleinen, van natuur, open ruimte of water: weinig ingrepen hebben zoveel impact als interventies in de openbare ruimte. We kijken naar het brede beeld: stedenbouw, mobiliteit, beheer, veiligheid in al zijn aspecten, netheid, energie, ontmoeten en samenleven. Trefdag presenteert sterke visies samen met de nieuwste aanpakken.
MeerMeer info op infowww.trefdag.be op www.trefdag.be
kort lokaal opinie
2012 Werken aan Toekomsten
V
oor de lokale besturen is 2012 een zeer belangrijk jaar. Zowel organisatorisch als politiek moet in 2012 de voedingsbodem gelegd worden voor de nieuwe legislatuur 2013-2018. Op organisatorisch vlak moet het managementteam investeren in de voorbereiding van de nieuwe aanpak na 1 januari 2013. De opmaak van een strategisch meerjarenplan voor de hele legislatuur gekoppeld aan de consequenties van de invoering van het planlastendecreet vragen dat men kritisch kijkt naar de eigen organisatie. Een nieuw overzicht is nodig voor een ge誰ntegreerde aanpak met voldoende respect voor de sectorale diensten. Gezamenlijk nadenken over de omgevingsanalyse om dan sectoroverstijgende beleidsdoelstellingen te formuleren, vraagt een constructieve ingesteldheid van alle medewerkers. De vertaling van dit voorbereidend werk in het instrumentarium van de beheersen beleidscyclus is zeker geen gemakkelijke klus. Wie dit echter steeds maar uitstelt, krijgt het Werken aan Toekomsten is nadien veel moeilijker. het motto van de VVSG-Trefdag van Een goed voorbereide adminisdonderdag 29 maart 2012 in Gent. tratie is een zegen voor de Wij hopen u daar te ontmoeten. nieuwe beleidsploeg! Politiek zal men ook een evenwicht moeten vinden tussen verkiezingsbeloftes en financieel draagvlak. De budgettaire ruimte voor de nieuwe legislatuur is bijzonder klein. Overdreven beloftes zijn dan ook maatschappelijk onverantwoord. Toch moet er ook aan de toekomst gewerkt worden. De VVSG lanceert acht speerpunten: hoge kwaliteitseisen voor de lokale dienstverlening; een ge誰ntegreerd vrijetijdsbeleid; sterke lokale economie; duurzame ontwikkeling; sociaal beleid om de duale samenleving tegen te gaan; investeren in publieke ruimte; durven gaan voor een lokaal handhavingsbeleid; en ten slotte werken aan coproductie van beleid met de ge誰nteresseerde en ge谷ngageerde burger(groepen). Werken aan Toekomsten is het motto van de VVSG-Trefdag van donderdag 29 maart 2012 in Gent. Een inspiratiedag voor de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012. Wij hopen u daar te ontmoeten.
Mark Suykens is directeur van de VVSG
Lokaal I 10 januari 2012 I 5
kort lokaal nieuws
Vereffening Gemeentelijke Holding kan beginnen Met een meerderheid van 85 procent hebben de aandeelhouders van de Gemeentelijke Holding op 7 december ingestemd met de vereffening van hun vennootschap. Daarmee komt een einde aan een verhaal dat in 1996 begon bij de fusie van het Gemeentekrediet met CrĂŠdit Local de France. Hoe lang de vereffening zal duren, kregen de aanwezigen op de buitengewone algemene vergadering niet te horen. Veel zal afhangen van de soepelheid van de schuldeisers, en van de vlotheid waarmee de (vooral financiĂŤle) activa van de Gemeentelijke Holding te gelde kunnen worden gemaakt. De vereffenaars (KPMG en Quinz) krijgen hiervoor de ruimste bevoegdheden, inclusief het onderzoek of er geen fouten zijn gebeurd. Eind oktober 2011 torste de Holding een negatief eigen vermogen van ruim 1 miljard euro. Dat er voor de gemeentenaandeelhouders bij de vereffening niets meer over zal zijn, was al langer duidelijk. Tijdens de algemene vergadering werd wel nog eens benadrukt dat de gemeenten zeker niet zullen worden aangesproken voor een deel van de niet gedekte schulden. De vennootschapswet is daarover formeel: het risico van aandeelhouders is beperkt tot de inbreng. Bij de Gemeentelijke Hol-
ding zijn de gemeenten hun activa dus kwijt, maar meer niet. Sommige aandeelhouders overwegen juridische stappen tegen de Gemeentelijke Holding en de bestuurders. Op het internet circuleren zelfs voorstellen om als burger namens de eigen gemeente naar de rechtbank te stappen. Voorzitter Francis Vermeiren was hierover op de algemene vergadering zeer formeel: de raad van bestuur is ervan overtuigd geen fouten te hebben gemaakt. Wie procedeert, riskeert een tegeneis wegens tergend en roekeloos geding. De bestuurders genieten trouwens nog steeds een aansprakelijkheidsverzekering, in tegenstelling tot sommige berichten in de pers. Over de gedekte bedragen wou de Holding geen informatie geven. Door de goedkeuring van de vereffening volgt automatisch ook het ontslag van alle bestuurders. Kwijting voor hun daden tijdens 2011 kregen ze op 7 december
nog niet, want een kwijting is gebonden aan de afsluiting van het boekjaar en de goedkeuring van de jaarrekening. Dat zal gebeuren in mei 2012, vanuit de veronderstelling dat de vereffening dan nog niet is afgerond. Naast kritiek op het gevoerde beleid waren er op de buitengewone algemene vergadering nog andere negatieve punten te horen. Zo formuleerden aanwezigen bedenkingen bij het uurtarief dat de vereffenaars van plan zijn aan te rekenen. Het kan voor sommige van hun medewerkers oplopen tot 350 euro. Voorts is voorafgaand aan de algemene vergadering blijkbaar administratief een en ander misgelopen. Verschillende vertegenwoordigers van aandeelhouders klaagden erover dat ze niet mochten deelnemen aan de stemmingen, hoewel de volmacht vanuit hun bestuur ruim voor 1 december naar de Gemeentelijke Holding was opgestuurd. Waar de fout precies lag, kon niet worden achterhaald. Wie de geschiedenis van de Gemeentelijke Holding nog eens wil nalezen, kan terecht in Lokaal 18 van 2011. jan leroy
Hoe vereffening Gemeentelijke Holding boeken? Nu de vereffening van de Gemeentelijke Holding een feit is, rijst de vraag naar de boekhoudkundige verwerking van die operatie. Alle Vlaamse gemeenten zijn aandeelhouder van de Holding. Ze bezitten gewone aandelen, en in vele gevallen ook aandelen A en B die werden gecreĂŤerd bij de kapitaalverhoging van 2009. Die effecten staan allemaal met een bepaalde waardering op de gemeentelijke balans. Met een negatief eigen vermogen van ruim 1 miljard euro mogen we ervan uitgaan dat de vereffening van de Gemeentelijke Holding voor de gemeenten niets meer oplevert. Vanuit die optiek is het logisch dat de waarde van de aandelen op nul wordt gezet. In een antwoord op een schriftelijke vraag van Vlaams parlementslid Sas van Rouveroij heeft minister Bourgeois gezegd hoe dat moet. Hij maakt daarbij een onderscheid tussen de diverse soorten aandelen. Verder is er een verschillende methode naargelang de gemeente de regels van de beleids- en beheerscyclus 6toepast of niet. De afwaardering heeft telkens alleen gevolgen voor de algemene boekhouding (met de registratie van uitzonderlijke kosten), zonder budgettair effect. De gemeenten moeten dus geen kredieten uittrekken om deze zaak af te handelen. bart lasuy
jan leroy
6 I 10 januari 2012 I Lokaal
print & web
Kerncijfers lokale en regionale besturen Europa: nieuwe editie
OCMW’s verbaasd over communicatie over artikel 60
Sommigen lezen in de korte passage van het communautair akkoord dat de uitvoering van artikel 60 §7 en 61 automatisch overgaat naar de VDAB. Daarover is nog niets beslist. Dit automatisme lezen in het Vlinderakkoord is te kort door de bocht. Deze keuze zou ook een verschraling betekenen. Het is de integrale benadering die artikel 60 anders maakt dan welke andere activeringsmaatregel ook. We pleiten er daarom bij de Vlaamse regering voor de maatregelen te behouden. De OCMW’s kunnen hun rol dan blijven spelen. En door wederzijdse afspraken willen we de samenwerking tussen het Vlaamse en het lokale niveau versterken.
uli schillebeeckx
In het communautaire Vlinderakkoord lezen we dat ‘de Gewesten bevoegd worden voor de programma’s voor de arbeidsmarktbegeleiding van leefloners (art. 60 en 61) om ze opnieuw te integreren in de arbeidsmarkt’. Uitspraken van andere al dan niet institutionele actoren over de toekomst van de maatregel doen bij nogal wat OCMW’s de wenkbrauwen fronsen. De VVSG zal in ieder geval voorstellen doen aan de Vlaamse regering om de maatregelen te moderniseren. We vragen ook de maatregelen te moderniseren. We zullen verschillende ideeën uitwerken en aan de Vlaamse regering voorleggen. De OCMW’s vragen bijvoorbeeld al jaren een juridische basis voor stages voorafgaand aan artikel 60. We bepleiten ook kortdurende stages bij privéwerkgevers tijdens de periode artikel 60. Zo kan de overgang van artikel 60 naar de reguliere arbeidsmarkt geleidelijker verlopen. Suggesties voor onze gesprekken met de Vlaamse regering zijn zeer welkom. Mail ze naar peter.cousaert@vvsg.be of bel voor bijkomende informatie naar 0477-70 56 89. peter cousaert
33% In 2009 nam het aandeel van de Vlamingen dat online in contact kwam met de overheid spectaculair toe (van 17% naar 33%). Hiermee heeft Vlaanderen bijna de achterstand op het Europese niveau (EU15) weggewerkt. Ten opzichte van de Europese toppers in e-government zoals Denemarken en IJsland blijft de achterstand groot. Niet iedereen is op dezelfde manier digitaal actief. Er is sprake van een heuse digitale kloof. De keerzijde van de sterke populariteitswinst is dat de digitale kloof nog breder geworden is. Vooral in de opleiding zit het verschil, hoogopgeleiden hebben veel meer onlinecontact dan laagopgeleiden. Studiedienst van de Vlaamse Regering. Europese vergelijking bij bedrijven en burgers, ICT-monitor 2010, februari 2011.
De Council of European Municipalities and Regions (CEMR) en Dexia Crédit Local publiceerden de zesde editie van een cijfermatig portret van lokale en regionale besturen in de 27 Europese lidstaten. De publicatie bestaat uit informatiebladen met indicatoren die de organisatie en financiën van subnationale overheden vergelijkt, en geeft een antwoord op vragen als: hoeveel gemeenten, regio’s en intermediaire overheden zijn er in elk land na de recente territoriale reorganisatie? Wat waren de uitgaven en investeringen van de lokale publieke sector in 2010? Hoe veranderden de inkomsten in die context? De financiële tabellen worden aangevuld met gegevens over de toekenning van structurele en cohesiefondsen per lidstaat voor 2007-2013, een kalender van komende lokale en regionale verkiezingen, en de twinningbanden tussen Europese gemeenten. De publicatie downloaden kan via onderstaande site. www.ccre.org/docs/nuancier2011web. en.pdf
Eerste hulp bij openbaarheid van bestuur Openbaarheid van bestuur – verantwoording, communicatie met de burger, maar ook zorgzaam omspringen met gegevens van burgers en ondernemingen – behoort tot de opdrachten van een modern bestuur. Dit boekje biedt een heldere instap in dit actuele maar vrij complexe onderwerp, en schetst duidelijke lijnen. Vanuit het oogpunt van een lokaal bestuur in Vlaanderen worden grondbeginselen van de openbaarheidswetgeving uiteengezet. De kaders, de procedureregels en de belangrijkste beperkingen worden stap voor stap toegelicht. Concrete cases helpen bovendien de complexe realiteit zichtbaar te maken. De lezer vindt er geen pasklare oplossingen, want die zijn er veelal niet, maar wel het denkkader waarin een bestuur met openbaarheid moet omgaan. F. Schram, Eerste hulp bij openbaarheid van bestuur, Uitgeverij Vanden Broele, Brugge, 42 euro
Lokaal I 10 januari 2012 I 7
kort lokaal nieuws
uli schillebeeckx
Heeft uw gemeente nog ‘vroentes’? Voor een onderzoek naar de invloed van het landbeheer en -gebruik op bepaalde planten wil de Nationale Plantentuin van België te weten komen waar er in België nog ‘gemene gronden’ (meestal vroon, vroen, vroente of vrunte genoemd) in gebruik zijn. Het kan gaan om zowel weiden als heidegebieden. Zijn er nog dergelijke gebieden in uw gemeente? Geef dan een seintje aan Anne Ronse, Nationale Plantentuin van België, anne.ronse@br.fgov.be, T 02-260 09 74 of 0499-20 24 25.
gf
Op 9 december 2011 overleed graaf Baudouin de Grunne op de leeftijd van 94 jaar. Van 1947 tot 1994 was hij burgemeester van Wezembeek-Oppem. In het begin van de jaren vijftig werd hij directeur van de Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten (VBSG) of de Union des Villes et Communes Belges (UVCB). Hij leidde de vereniging tot 1984. Baudouin de Grunne heeft de maatschappelijke basis van de vereniging stelselmatig verbreed. Begin van de jaren zestig waren nagenoeg alle van de toen meer dan 3000 Belgische gemeenten aangesloten. Hij startte ook met belangenbehartiging als basistaak van de vereniging. In diezelfde periode werd de vereniging professioneler uitgebouwd. Vele thema’s kwamen voor het eerst aan bod: onderwijs, gemeentepolitie, cultuur, ruimtelijke ordening, grond- en pandenbeleid, bevolkingsadministratie en burgerlijke stand, personeelsbeleid. (met dank aan Jef Croonenberghs, ere-algemeen directeur van de VVSG)
gf
Oud-directeur van de VBSG overleden
CO-preventiecampagne naar kansarmen en minderheden In 2010 werden opnieuw 1465 Belgen vergiftigd door CO (koolstofmonoxide). Veertig mensen overleefden de ontmoeting met deze ‘stille moordenaar’ niet. Er komen slachtoffers voor in alle lagen van de bevolking, maar niet iedereen is voldoende op de hoogte van het gevaar.
8 I 10 januari 2012 I Lokaal
Om alle doelgroepen en in het bijzonder kansarmen en bepaalde minderheden te bereiken, verspreidt de Federale Overheidsdienst een fotoverhaal dat aantoont dat CO levensgevaarlijk is en hoe je je ertegen kunt beschermen. Het fotoverhaal is gratis verkrijgbaar in elf talen. OCMW’s en
gemeentebesturen kunnen de boodschap mee verspreiden en affiches, brochures of fotoromans bestellen via onderstaande site. inge ruiters
www.besafe.be, knop publicaties, categorie ‘brand’
print & web
Tolkentelefoon Ba-bel naar Brussel Onthaal: LOI’s vragen evaluatie In een brief aan Vlaams minister Geert Bourgeois vraagt de VVSG een evaluatie van de overdracht van de dienstverlening aan de Vlaamse Lokale Opvanginitiatieven (LOI’s) van de Vlaamse tolkentelefoon Ba-bel naar Brussel Onthaal. Deze besparingsmaatregel zou tijdelijk zijn en eind december worden geëvalueerd. Intussen werd hij al tot 31 maart verlengd. De VVSG vraagt inspraak bij de verdere evaluatie van deze overdracht. In juni kreeg de VVSG samen met de Vlaamse LOI’s de mededeling van de Vlaamse tolkentelefoon Ba-bel dat hij zijn dienstverlening aan de Vlaamse LOI’s tot eind december overdroeg naar Brussel Onthaal. De evaluatie van deze tijdelijke besparingsmaatregel stond gepland voor eind december. De invoering van de maatregel veroorzaakt groot ongenoegen bij de LOI’s en hun lokaal bestuur. Er is niet alleen een beperkter aanbod van tolken en vooral dan tolken Nederlands, er is ook een groot kwaliteitsverschil tussen de vrijwillige tolken van Brussel Onthaal en de professionele tolken van Ba-bel. Vlaams versus lokaal en federaal beleid De VVSG stelt ook de achterliggende motivatie van de maatregel in vraag. De Vlaamse LOI’s worden beschouwd als uitvoerders van een federaal beleid, wat Vlaanderen niet wil ondersteunen. De maatregel is echter zeer klantonvriendelijk. Dezelfde asielzoekers krijgen wel de (gratis) dienstverlening van Ba-bel als deze wordt aangevraagd door het onthaalbureau, door een school, een arts of een CAW. Een belangrijke taak van de maatschappelijk werker in het LOI is degelijke informatieverstrekking.
Maatregel verlengd tot 1 april 2012 De VVSG-brief naar de minister was amper de deur uit of de VVSG kreeg net als de Vlaamse LOI’s een mail van twee zinnen met de melding dat de overdracht van de dienstverlening van Ba-bel naar Brussel Onthaal voor de LOI’s wordt verlengd tot 1 april 2012 ‘in afwachting van verder overleg tussen de betrokken partners’. In de mail beloven de twee tolkentelefoons de LOI’s op de hoogte te houden van de evoluties. De VVSG betreurt dat deze maatregel wordt genomen zonder de lokale besturen of de VVSG daarbij te betrekken. De lokale besturen voelen als eerste de impulsen en maatregelen die op een ander, centraler niveau worden genomen. Elke dag staan ze voor de uitdaging om de wisselwerking van deze beleidsniveaus te kaderen in een integraal en geïntegreerd lokaal beleid. Veel Vlaamse OCMW’s en specifiek ook de LOI’s (dus de federale overheid?) investeren in lessen Nederlands voordat een asielzoeker in contact komt met het gratis aanbod van NT2 van de Vlaamse onthaalbureaus. Het wegvallen van één beleidsimpuls kan niet zomaar worden omgeleid naar een ander beleidsniveau zonder voorafgaand overleg én zonder een gezamenlijke oplossing te zoeken. sabine van cauwenberge
Tot 19 januari Projecten ter bevordering van de gezondheid bij kinderen en jongeren Het Feviafonds voor Voeding en Welzijn steunt projecten in België die gezonde voedingsgewoonten en voldoende lichaamsbeweging bij kinderen en jongeren bevorderen. De financiële steun bedraagt maximaal 5000 euro per project. Projecten van lokale besturen in partnerschap met meerdere organisaties waarbij kinderen en/of jongeren betrokken zijn, genieten de voorkeur. www.kbs-frb.be.
Ik blijf een mens: anders communiceren over dementie Meer genuanceerd communiceren over dementie: makkelijker gezegd dan gedaan? Op basis van een wetenschappelijke analyse formuleerde de Koning Boudewijnstichting een aantal adviezen en concrete tips over hoe er vandaag gecommuniceerd kan worden over dementie. Goede communicatie vertrekt vanuit expliciete waarden en is gebaseerd op respect, kennis en nuance. De brochure is gratis te bestellen en te downloaden via onderstaande site. www.kbs-frb.be, knop ‘publicaties’
De onteigening ten algemenen nutte als RO-instrument De onteigening ter verwezenlijking van een ruimtelijk uitvoeringsplan wordt in dit boek tot op het bot geanalyseerd. Eerst maakt de auteur een systematisch onderscheid tussen de wezenskenmerken van de onteigening en de onteigeningsvoorwaarden. Vervolgens wordt de functie van het algemeen belang onderzocht in het kader van de ruimtelijke ordening. Daarna wordt de onteigeningsregeling uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening artikel per artikel onderzocht, becommentarieerd en vergeleken met de analoge artikelen uit de andere gewesten. In een volgend deel vergelijkt de auteur de onteigening ter verwezenlijking van het ruimtelijk uitvoeringsplan met andere rechtsgronden voor onteigening. Het boek besluit met een aantal concrete en realistische voorstellen tot aanpassing van de regelgeving. Dit boek vormt zowel een theoretisch kader voor de onteigening ten algemenen nutte als een praktisch, sterk wetenschappelijk onderbouwd handboek voor de onteigening ter verwezenlijking van een ruimtelijk uitvoeringsplan. S. Verbist, De onteigening ten algemenen nutte als instrument van de ruimtelijke ordening, Uitgeverij Intersentia, Antwerpen-Cambridge, 155 euro
Lokaal I 10 januari 2012 I 9
“Wie zich vergaapt op de nationale schaduwen op de gemeentepolitiek mist essentiële lokale politieke spelregels zoals de impact van de individuele kandidaten, de electorale troefkaart van het burgemeesterschap (…), en globaal het hoger vertrouwen dat mensen in het lokaal bestuur stellen vergeleken met andere overheden.” Politoloog Johan Ackaert over de lokale kartelvormingen voor de gemeenteraadsverkiezingen – De Morgen 14/12 “Ronald Reagan is op mijn leeftijd begonnen. Zijn dorp is toch wel wat groter dan het mijne.” De 73-jarige Louis Tobback (SP.A) is kandidaat om zichzelf op te volgen als burgemeester van Leuven – De Morgen 24/11 “Als er één politiek ambt is dat nog niet erodeerde, dan is het dat van burgemeester. Wat zijn strekking ook is, een burgemeester geniet een enorm respect bij de bevolking.” Marino Keulen (Open VLD), die zijn partijgenoot Guido Willen opvolgt als burgemeester van Lanaken – De Standaard 12/12 “Wij zijn klant bij zes banken. Voor onze beleggingen en kredieten bevragen we systematisch de markt. En daarbij spelen we de verschillende banken maximaal tegen elkaar uit. Het gaat om geld van de belastingbetaler, we moeten dat zo efficiënt mogelijk beheren.” Antwerps schepen van Financiën Luc Bungeneers (Open VLD) – De Standaard 15/12 “Vlaanderen heeft ondergronds een gigantische hypotheek en ooit zullen we de rekening betalen. Riolen zijn zelden een prioriteit. Voor een stadsbestuur is het niet sexy om te investeren in riolering.” Claude Van Rooten van het Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw – De Morgen 13/12 “Als ik één ding heb geleerd vanuit mijn lokale ervaring is het dat je vooral scherpe doelstellingen moet formuleren. En dan moet je mensen ruimte geven om de juiste instrumenten te ontwikkelen om dat doel te bereiken.” Monica De Coninck (SP.A), federaal minister van Werk – De Morgen 10/12
10 I 10 januari 2012 I Lokaal
layla aerts
kort lokaal perspiraat
Wetswijziging administratieve sancties op komst In de Kamercommissie Binnenlandse Zaken van woensdag 14 december werden drie wetsvoorstellen besproken die tegemoet moeten komen aan de vraag van heel wat steden en gemeenten om het toepassingsgebied van de gemeentelijke administratieve sancties (overlastboetes) op korte termijn uit te breiden. Minister van Binnenlandse Zaken Joëlle Milquet is momenteel zelf een wetsontwerp aan het schrijven dat in lijn ligt met het Federale Regeerakkoord. De wetsvoorstellen en het wetsontwerp zullen nu op elkaar afgestemd worden, zodat er in de loop van februari 2012 over één gezamenlijk voorstel in de Kamercommissie Binnenlandse Zaken gestemd kan worden. De VVSG heeft al in het voorjaar van 2010 een uitgebreide evaluatienota met elf knelpunten over de wetgeving op de gemeentelijke administratieve sancties opgesteld op vraag van de toenmalige minister. Omdat de federale regering een aantal maanden later ten val kwam, is het nooit tot een wetsontwerp gekomen. Enkele parlementsleden, waarvan sommige burgemeester zijn, hebben zelf voorstellen ingediend die onder meer op de VVSG-evaluatienota gebaseerd zijn. Belangrijke punten zijn een
verlaging van de leeftijdsgrens voor minderjarige overlastplegers naar 14 jaar en een dringende uitbreiding van de mogelijkheden om intergemeentelijke vaststellers en sanctionerend ambtenaren aan te stellen. Dat laatste is nodig naar aanleiding van een aantal recente vonnissen tegen sanctionerend ambtenaren. De minister wil die voorstellen nu samenleggen en afstemmen op het Regeerakkoord. Daarin staat onder meer dat de verlaging van de leeftijdsgrens zeker doorgevoerd zal worden, tegelijk met een versterking van bemiddeling voor minderjarige overlastplegers. Nadat de tekst besproken wordt in de ministerraad gaat hij nog naar de Raad van State en kan hij vervolgens goedgekeurd worden in de Kamercommissie. Dat zal wellicht voor februari 2012 zijn. Vermoedelijk zal de VVSG ook binnenkort de vraag krijgen om advies uit te brengen over de nieuwe tekst. Uw opmerkingen of suggesties zijn welkom bij tom.deschepper@vvsg.be. tom de schepper
Federaal Regeerakkoord Di Rupo I: www.premier.be, regeerakkoord (p.146-147) www.vvsg.be, knop veiligheid, bestuurlijke handhaving, GAS
Tot 23 januari Projecten Europese Karel de Grote-prijs voor jongeren Het Europees Parlement en de Stichting Internationale Karel de Grote-prijs Aken organiseren jaarlijks de ‘Europese Karel de Grote-prijs voor jongeren’. De prijs richt zich tot projecten van jonge mensen van 16 tot 30 jaar die onderling begrip en verstandhouding tussen jongeren verbeteren en bijdragen aan de bevordering van een Europese identiteit. Uitwisselingsprogramma’s voor de jeugd en artistieke en internetprojecten met een Europese dimensie komen in aanmerking. De winnende projecten dienen als rolmodel voor jonge mensen in Europa en bieden praktische voorbeelden van Europeanen die samenleven als een gemeenschap. De drie winnende projecten ontvangen respectievelijk 5000, 3000 en 2000 euro. www.charlemagneyouthprize.eu www.europarl.be (‘Europese Karel de Grote-prijs voor jongeren’).
nieuws
Nederlandse raadsleden willen meer informatie over politiewerking Uit een recent onderzoek van het Nederlandse Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid en de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden blijkt dat raadsleden in Nederland meer geïnformeerd willen worden over de werking van de politie. Elke Nederlandse gemeente valt onder het werkingsgebied van een van de 25 politieregio’s. In het voorjaar van 2012 worden die zelfs beperkt tot 10 politieregio’s, aangevuld met één landelijk korps. Het onder-zoeksrapport neemt twee belangrijke taken van een raadslid inzake veiligheid onder de loep. Raadsleden hebben een controlerende taak. Daarvoor moeten ze over voldoende kennis over de politiewerking kunnen beschikken, maar die hebben ze in praktijk niet altijd. Wie al langer in de raad zit of meer deskundigheid heeft op vlak van de politiewerking, klaagt daar evenwel minder over en wordt tegelijk meer aangesproken door de inwoners over de politiewerking. Raadsleden willen vooral (digitale) informatie ontvangen over de mogelijkheden inzake toezicht en handhaving, bevoegdheden van de raad, overlast door jongeren en drugs en de werking van de politie. Zelf verzamelen ze informatie met behulp van krantenartikels en in hun eigen netwerk. Op basis daarvan kunnen ze dan meer invloed uitoefenen op het lokale veiligheidsbeleid. Dat verwijst naar de kaderstellende taak van raadsleden, waarbij ze de prioriteiten in het lokale veiligheidsbeleid kunnen vaststellen. In 76% van de Nederlandse gemeenten werd een lokaal veiligheidsplan
opgesteld, maar toch meent 57% van de ondervraagde raadsleden daarop meer invloed te willen uitoefenen via hun fractie. Velen menen dat de gemeenteraad geen toekomstvisie heeft over het lokale veiligheidsbeleid en een meerderheid meent dat andere publieke toezichthouders de nieuwe ‘gemeentepolitie’ moeten worden. Zij kunnen eventueel een capaciteitsprobleem bij de politie oplossen. Uit hetzelfde onderzoek blijkt dat raadsleden meestal niet houden van de grote afstand tussen hun gemeente en de politieregio. Sommigen vinden dat ze niets zijn met abstracte rapporten die vol staan met cijfers die betrekking hebben op een bovenlokale instelling. Daardoor verliezen ze immers hun invloed op de werking van hun politieregio. Raadsleden weten niet welke houding ze moeten aannemen tegenover deze bovenlokale instelling en stellen heel veel vertrouwen in de figuur van de burgemeester, die de
gemeente vertegenwoordigt in de regio. Wie denkt dat raadsleden enkel interesse hebben in veiligheid naar aanleiding van een incident, heeft het mis. Want 75% van de raadsleden willen vooral werken op grote lijnen en zullen na incidenten eerder het college of de burgemeester informeel aanspreken. Een aantal van de bovenstaande conclusies kunnen mogelijks vertaald worden naar België. Momenteel liggen in het federale parlement immers een paar wetsvoorstellen voor die erin voorzien dat de korpschef van de lokale politie verslag moet uitbrengen in de gemeenteraad. tom de schepper
www.hetccv.nl, knop nieuws, persberichten, 12/11/2011. Wetsvoorstellen: Senaat, nr.0216/1 (Beke, Claes en Durnez), Kamer, nr.0420/1 (Dierick, Van der Auwera, Vercamer en Van den Bergh).
nix
Lokaal I 10 januari 2012 I 11
bestuurskracht interview Frédéric Vallier
‘Centralisatie werkt niet.’ ‘Als een bevoegdheid van het nationale naar het lokale niveau gaat, dan neemt de efficiëntie toe. Van het omgekeerde ken ik geen enkel voorbeeld.’ De uitspraak komt van Frédéric Vallier, secretarisgeneraal van CEMR, de Council of European Municipalities and Regions, de koepelvereniging waartoe ook de VVSG behoort. tekst betty de wachter en bart van moerkerke beeld stefan dewickere
Het filmpje met Frédéric Vallier vindt u op www.vvsg.be.
D
e Council of European Municipalities and Regions bestaat zestig jaar. Dat werd op 11 en 12 december plechtig gevierd in Brussel met onder meer een high level event met commissievoorzitter Barroso. Na afloop sprak Lokaal met de secretaris-generaal van CEMR Frédéric Vallier over verleden, heden en toekomst van zijn organisatie en van de lokale besturen. Onder welke omstandigheden ontstond CEMR zestig jaar geleden? ‘CEMR gaat terug tot 1951, amper een jaar na de verklaring van Robert Schuman die het startschot gaf voor de uitbouw van Europa. Het idee in 1951 was om het toekomstige Europa op te bouwen vanuit sterke, onafhankelijke lokale overheden en om de oproep van Schuman voor een Europa van vrede te beantwoorden via de gemeenten,
12 I 10 januari 2012 I Lokaal
de steden en hun inwoners. Het begon met een kleine groep van burgemeesters uit zes landen: Frankrijk, Duitsland, Italië, Zwitserland, België en Luxemburg. Met de uitbouw van Europa is ook CEMR fors gegroeid. Nu is het de grootste organisatie van lokale en regionale overheden, via hun nationale verenigingen. Dat laatste is een belangrijk punt, onze leden zijn de nationale verenigingen van lokale en regionale overheden. Daarin verschillen we van andere organisaties die bijvoorbeeld rechtstreeks steden vertegenwoordigen of regio’s. CEMR heeft intussen 55 leden in veertig landen en gaat dus ruimer dan de EU.’ Hoe is de rol van CEMR geëvolueerd en waarom is ze nu nog altijd belangrijk? ‘In het begin lag de klemtoon op het afdwingen van respect voor de autonomie van lokale overheden. Ons eerste charter uit 1953 leidde uitein-
Frédéric Vallier: ‘Als de werkloosheid toeneemt en de sociale welvaart daalt, is het eerste niveau dat daarmee te maken krijgt het lokale. Het zal meer moeten investeren in sociaal welzijn, in sociale huisvesting, in steun aan mensen die het moeilijk hebben.’
Lokaal I 10 januari 2012 I 13
bestuurskracht interview Frédéric Vallier
delijk in 1985 tot het charter van de Raad van Europa over de lokale en regionale autonomie. In de jaren vijftig startten we ook met twinning zodat mensen elkaar konden ontmoeten en de vrede bouwende beweging vorm konden geven. Nu is CEMR vooral bezig met lobbyen en met het beïnvloeden van de Europese politiek als het over lokale en regionale overheden gaat. We doen dat bij de Europese Commissie, het Europees Parlement, de Raad van Europa, en via onze nationale verenigingen ook bij de nationale overheden. We werken dus op de twee niveaus waar beslissingen worden genomen die de lokale en regionale overheden aanbelangen: het Europese en het nationale. Vanmorgen hebben we een nieuwe strategie voor CEMR aangenomen. Ze steunt op twee pijlers. De eerste is het lobbywerk bij de Europese instellingen. Daar-
‘We blijven voor onze leden nog altijd een beweging die de onafhankelijkheid van lokale overheden verdedigt, die hun capaciteit verdedigt om zelf beslissingen te nemen.’ naast willen we ook een platform voor samenwerking zijn voor onze verenigingen. Het idee is kennis, ervaring met elkaar te delen. Zo hebben we onlangs een document gepubliceerd met een overzicht van de structuren en bevoegdheden van lokale overheden over heel Europa. Zo krijgen onze leden de beschikking over gegevens waarmee ze vergelijkingen kunnen maken met andere landen én argumenten waarmee ze naar hun nationale overheden kunnen stappen.’ U spreekt over CEMR als een beweging. ‘De oorsprong van CEMR is de gemeentelijke beweging. De Belgische maar ook bijvoorbeeld de Nederlandse of de Franse beweging van steden en gemeenten bestaat straks honderd jaar, CEMR stamt daarvan af. Toen het idee van een gemeenschappelijk Europa groeide, voelden de burgemeesters aan dat ze de gemeentelijke beweging naar het Europese niveau moesten brengen. Het is ons doel met een gemeenschappelijke stem te spreken voor onze leden die onderling heel erg verschillend zijn. We blijven voor onze leden nog altijd een beweging die de onafhankelijkheid van lokale overheden verde-
14 I 10 januari 2012 I Lokaal
digt, die hun capaciteit verdedigt om zelf beslissingen te nemen.’ Dat brengt ons bij subsidiariteit, een principe dat vaak in de mond wordt genomen maar lang niet altijd in de praktijk wordt gebracht. Welke rol heeft CEMR op dat vlak? ‘Niet iedereen bekijkt subsidiariteit op dezelfde manier, verschillende overheidsniveaus verstaan er iets anders onder. Wij moeten dat principe op de best mogelijke manier vertalen in het belang van onze leden. Subsidiariteit is een belangrijk principe in ons lobbywerk bij de Europese instellingen: we moeten ervoor zorgen dat de Commissie en het Parlement het respecteren. Vandaar het idee van “Governing in Partnership” dat we vandaag voorstelden. Als we vooruit willen en de crisis willen overwinnen, dan hebben we een echt partnership nodig met strikte bevoegdheden voor de verschillende overheidsniveaus. Als we spreken over groei, over het creëren van werk bijvoorbeeld, dan hebben alle overheden een rol te spelen. Een stad zal op dat vlak maatregelen nemen die goed zijn voor haar inwoners. De belastingen op de ondernemingen zijn echter een nationale zaak, terwijl bijvoorbeeld energie of vervuiling op het Europese niveau geregeld worden. We moeten dus kijken hoe we het best samenwerken, welke taak elk niveau moet opnemen om het efficiëntst te werken. Een ander aspect van “Governing in Partnership” is dat we ook andere partners nodig hebben. In het bestrijden van de crisis spelen ondernemingen een grote rol, Kamers van Koophandel, academici enzovoort. Publieke overheden en privépartners moeten op een open manier samenwerken. Nu gebeurt dat nog te veel achter de schermen.’ ‘Een ander voorbeeld zijn de strategieën die uitgetekend worden op Europees niveau. Neem de EU 2020-strategie. De Europese Commissie – dat zijn de staten – en het Parlement hebben die goedgekeurd maar Europa heeft geen middelen om ze door te voeren. Dat is een zaak van de nationale staten. Maar als zij niet met de lokale en regionale overheden praten, dan zijn ze gedoemd om te mislukken. Dat is wat er met de Lissabonstrategie gebeurde. Er is toen niet aan de lokale overheden gevraagd om mee te werken aan het uittekenen van het beleid en dus werd het een mislukking. Je kunt geen strategie uitvoeren met invloed op het lokale niveau als je niet met dat lokale niveau samenwerkt. De Europese Commissie is zich daar goed van bewust. Met voorzitter Barroso hadden we daarover een goed gesprek. Hij
wil CEMR betrekken bij het uittekenen van toekomstig beleid. Dat is een sleutelelement voor ons.’ In de praktijk stel je toch ook het omgekeerde vast: de crisis leidt tot een tendens om bevoegdheden opnieuw te centraliseren. ‘Dat is inderdaad een zeer vreemde reactie. De schuldencrisis is niet de fout van Europa of van de lokale overheden. Een lokale overheid past de “golden rules” toe, ze kan geen deficit hebben. De nationale staten zijn verantwoordelijk voor de schuldencrisis. En wat doen ze? Ze halen bevoegdheden terug naar het nationale niveau. Ik zeg u, dat werkt niet, want de efficiëntie en de capaciteit zitten op het lokale niveau.’ Welke impact zal de financiële crisis hebben op de steden en gemeenten? ‘Ik vrees grote problemen, om verschillende redenen. De eerste is dat hun inkomsten uit belastinggeld zullen dalen. Een tweede reden hangt samen met het opnieuw centraliseren van bevoegdheden waarover we het al hadden. Dat betekent dat ook de middelen weer naar de centrale overheid gaan. In Frankrijk bijvoorbeeld werd de “taxe professionnel”, de belasting die de bedrijven betalen aan de gemeenten, afgeschaft en vervangen door een belasting rechtstreeks aan het centrale niveau. De gemeenten kregen als compensatie een dotatie. Maar wat zie je nu? Alle dotaties aan de lokale en regionale overheden krimpen. Dat gebeurt niet enkel in Frankrijk, maar in veel landen. Het vervangen van belastinginkomsten door subsidies, toelagen of dotaties is een heel gevaarlijke evolutie omdat die laatste makkelijk teruggeschroefd kunnen worden. Nochtans moet iedereen beseffen dat lokale overheden overal in Europa een groot deel van de publieke investeringen voor hun rekening nemen. Als je in hun inkomsten snoeit, zullen ze ook minder investeren. De Europese Commissie beseft dat, de nationale staten helaas niet. Een derde gevolg van de crisis is dat lokale overheden meer werk zullen hebben. Als de werkloosheid toeneemt en de sociale welvaart daalt, is het eerste niveau dat daarmee te maken krijgt het lokale. Het zal meer moeten investeren in welzijn, in sociale huisvesting, in steun aan mensen die het moeilijk hebben. Lokale overheden zullen dus meer moeten doen met minder middelen.’ Opent de crisis ook mogelijkheden voor steden en gemeenten? ‘Meer respect voor subsidiariteit is een mogelijk positief gevolg. Een gebrek aan middelen zou
kunnen leiden tot een striktere toepassing van het principe, met duidelijke bevoegdheden en verantwoordelijkheden voor elk overheidsniveau. Ik hoop ook dat de crisis de staten er echt toe aanzet aan decentralisatie te werken. Gebrek aan middelen zal de nationale politici misschien de ogen openen voor het feit dat de lokale overheden het goed doen. Als een bevoegdheid van het nationale naar het regionale of lokale niveau gaat, wordt ze efficiënter uitgeoefend. Dat is overal zo. Maar ik ken geen voorbeelden van het omgekeerde: een bevoegdheid die van het lokale
‘Als we vooruit willen en de crisis willen overwinnen, dan hebben we een echt partnership nodig met strikte bevoegdheden voor de verschillende overheidsniveaus.’
naar het nationale niveau wordt gebracht en die leidt tot een verbetering. En misschien nog een positief gevolg van de crisis: als de nationale overheden krimpen bij gebrek aan middelen, hebben ze ook minder mensen om de lokale overheden stiefmoederlijk te behandelen.’ Tot slot: waar hoopt u dat CEMR over pakweg tien jaar staat? ‘1951 was the big bang. Sindsdien zijn er nog veel organisaties ontstaan die het lokale en regionale niveau vertegenwoordigen: organisaties van grote steden, van kleine steden, van provincies, van regio’s enzovoort. Meestal zijn ze vanuit CEMR gegroeid. Ze zijn onze partners, ze leveren goed werk. Maar ik denk dat het universum de komende jaren weer zal krimpen. Ook als gevolg van de crisis zullen lokale overheden geen lid kunnen blijven van tien verschillende organisaties. Mijn wens is om die allemaal weer onder de CEMR-paraplu te brengen. Wij zijn de enige holistische organisatie, de enige die in staat is om de andere samen te brengen. Ik vrees dat sommige zullen verdwijnen, andere zullen zich bij ons voegen. Daarnaast hoop ik en denk ik dat de invloed van CEMR op de Europese Unie zal toenemen.’ Betty De Wachter is diensthoofd Internationaal, Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal
Lokaal I 10 januari 2012 I 15
bestuurskracht veiligheidsbeleid
Rationeler functioneren binnen excellente politiezorg Lanaken en Maasmechelen blikken terug op hun politiefusie
Halfweg 2011 werd de politiezone LanakenMaasmechelen opgericht. Het was de eerste en tot nu toe enige fusie van politiezones in ons land na de politiehervorming van 2002. De nieuwe federale regering heeft al bekendgemaakt opnieuw werk te willen maken van een vrijwillige fusie van politiezones. Lokaal laat in een korte reeks artikelen voor- en tegenstanders aan het woord. In dit nummer: de nieuwe politiezone Lanaken-Maasmechelen. tekst en beeld tom de schepper
16 I 10 januari 2012 I Lokaal
T
wee jaar geleden beslisten de gemeenteraden van Lanaken en Maasmechelen hun politiezones op eigen initiatief te laten fuseren. Sinds vorig jaar is die fusie een feit. Diverse factoren gaven iedereen van bij de start veel vertrouwen in de fusie, maar eenvoudig was het niet. ‘De fusie kun je vergelijken met een goed huwelijk, soms is er eens een meningsverschil, maar je leert vooral goed samenleven met elkaar,’ zo stelt burgemeester Guido Willen na afloop van zijn laatste politieraad als voorzitter. Lanaaks raadslid Marino Keulen neemt zijn burgemeesterssjerp vanaf 1 januari 2012 over. Na afloop van de politieraad in december kijkt Willen samen met zijn collega Georges Lenssen uit Maasmechelen, de korpschef en twee raadsleden terug op het fusieproject. In het voorjaar van 2010 voerde Lokaal al een gesprek met de twee burgemeesters over de komende fusie en de aanleidingen daarvoor. Nu de fusie uitgevoerd is, meent
iedereen dat de initiële doelstelling bereikt is. De twee burgemeesters beklemtonen dat de fusie ingegeven was vanuit de noodzaak dezelfde dienstverlening aan de burger te leveren, maar dan met een rationeler gebruik van mensen en middelen. Dat de korpschef van Lanaken in 2010 op pensioen ging, bracht de fusie in een stroomversnelling. ‘Een belangrijke voorwaarde was dat de fusie budgetneutraal moest zijn. Waar het kon probeerden we taken waarin beide zones op zichzelf te weinig konden specialiseren met elkaar te delen, zoals onderzoek, verkeer, jeugd en gezin. Dat vroeg ook een reorganisatie van de bestaande mensen en infrastructuur. We slaagden er bijvoorbeeld in de lokale recherche samen te brengen en ze zowel in Lanaken als in Maasmechelen meer specialisatie aan de dag te doen leggen tegen de drugsoverlast,’ zegt Guido Willen. Maar de fusie heeft niet op alle toekomstige problemen een antwoord kunnen bieden, zo geeft zijn collega van Maasmechelen
toe: ‘Als gevolg van de Salduz-wetgeving werden we genoodzaakt om al onze verhoorruimten te centraliseren, opdat een verdachte in de ene gemeente op identiek dezelfde manier als in de andere gemeente behandeld zou kunnen worden. Toch zullen we onze verhoorruimten nog verder moeten aanpassen aan de infrastructurele vereisten die de wetgever ons opgelegd heeft. De fusie leidt wel tot meer uniformiteit in de werking, maar lost daarmee niet automatisch alle infrastructurele problemen op.’ Voor ons gesprek met de burgemeesters woonden we de politieraad bij. Die komt sedert midden 2010 regelmatig samen en bestaat uit raadsleden van beide gemeenten. Kort voordat de eigenlijke vergadering begint leggen een tiental nieuwe operationele en administratieve personeelsleden de eed af in handen van de burgemeesters. ‘De belangrijkste doelstelling van deze fusie was om meer “blauw” op straat te krijgen. Ik vertrouw hiervoor voor de volle honderd procent
op de korpschef en zijn medewerkers,’ deelt Willen aan de raad mee. De korpschef speelt de bal door naar het rijtje nieuwe medewerkers die zo meteen de eed zullen afleggen: ‘We kiezen er vanavond bewust voor om u voor de politieraad op ceremoniële wijze de eed te laten afleggen. Daarmee zegt u niet alleen uw getrouwheid toe aan de federale maar ook aan de lokale overheid. Loyaliteit is vandaag niet meer zo vanzelfspre-
We rekenen op u.’ Het vertrouwen dat de raadsleden en het college in hun korpschef en nieuwe medewerkers stellen is groot. Daar heeft de recente personeelswissel in het korps zijdelings iets mee te maken. ‘Voor bepaalde vacatures voor administratief medewerkers haalden we zelfs 127 kandidaten binnen. Heel wat nieuwe medewerkers kozen voor de zone waar ze zelf wonen. Zij moeten op termijn negen pensioengerechtigde operationele
Georges Lenssen: ‘Burgers mogen niet het gevoel hebben slechter af te zijn na de fusie van de zones. We zijn er bijvoorbeeld in geslaagd voortaan acht mensen de klok rond beschikbaar te hebben.’ kend, maar integriteit is wel een van de allerbelangrijkste waarden in het politiewerk.’ Opvallend is dat tijdens de eedaflegging ook een aantal politieraadsleden aanwezig zijn. Na de ceremonie richten ook zij zich tot de nieuwe medewerkers: ‘U bent in goede handen terechtgekomen.
VAKBEURS VOOR GROND-, WATER-, WEGENBOUW EN DE VERKEERSINDUSTRIE
officieren vervangen,’ voegt de korpschef toe. Veel nieuwe medewerkers komen uit de algemene reserve van de federale politie in Brussel, maar hebben hun roots in Limburg. Een fusie roept altijd vragen op. De belangrijkste hebben we hierna samengevat.
14 - 16 februari 2012 Flanders expo Gent Bezoek ook
Registreer nu online www.infratechbelgium.be
ad_infratech_bezoekers.indd 13
21/12/11 10:55
Lokaal I 10 januari 2012 I 17
bestuurskracht veiligheidsbeleid
De doelstellingen De fusie was geen gemakkelijke historie. Guido Willen heeft veel tijd en energie in de sturing van het fusieproces gestoken. Daarvoor werd hij net voor de start van de politieraad uitgebreid gelauwerd door de verschillende fracties in de politieraad. Maar als de burgemeester geweten had wat de fusie concreet inhield, zou hij er misschien wat genuanceerder tegenover ge-
dacht daarop toespitsen. Dat had het oude korps van Lanaken wellicht moeilijker gekund dan het nieuwe korps. Het was belangrijk dat we daarmee rekening hielden.’ De interne reorganisatie Korpschef Jos Schepers legde op de politieraad op 21 juni 2011 de eed af, nadat hij twee jaar als waarnemend korpschef de operationele kant van het fusieproces
Jos Schepers: ‘Ik ben ervan overtuigd dat we in de toekomst naar verplichte fusiequota of een eenheidspolitie zullen evolueren. Externe factoren zoals de recente Salduz-wetgeving verplichten ons daar steeds meer toe.’ staan hebben. ‘We hadden het voordeel dat we binnen een wettelijk kader konden werken dat we in overleg met het kabinet van de minister mee mochten ontwikkelen. Op onze vraag is er in de fusiewet bijvoorbeeld ingeschreven dat de gemeentelijke dotatie in een periode van twee jaar na de fusie niet mag verminderen. Toch hebben we gemerkt dat het moeilijk was om alle geesten binnen het korps op dezelfde lijn te krijgen. Die culturele factor hebben we wellicht wat onderschat. Zo verliepen de gesprekken met de vakbonden stroef.’ Georges Lenssen wijt dat onder meer aan de verschillende verloning binnen de oude korpsen: ‘De verworvenheden en rechten lagen binnen beide korpsen verschillend. Zo hebben we 8000 overuren proberen weg te werken om daardoor 230.000 euro te kunnen recupereren. Dat was een grote uitdaging bij de realisatie van de fusie.’ Maar ook voor de burgers is er wat veranderd. ‘Zij mogen niet het gevoel hebben slechter af te zijn na de fusie van de zones. We zijn er bijvoorbeeld in geslaagd voortaan acht mensen de klok rond beschikbaar te hebben, zodat men nu in Lanaken ook af en toe de motards van Maasmechelen ziet rondrijden,’ stelt Lenssen. De korpschef bevestigt: ‘Het was belangrijk dat we tot een flexibele situatie kwamen zonder dat één gemeente daaronder moest lijden. In de Lanaakse deelgemeente Rekem is zowel een openbaar psychiatrisch zorgcentrum als een asielcentrum gevestigd. In het slechtste geval moeten we al onze aan-
18 I 10 januari 2012 I Lokaal
mocht begeleiden. Eind oktober bezorgde hij ook zijn opdrachtbrief aan de politieraad. ‘Ik onthoud uit het proces vooral de doelgerichte werkwijze. Dat was van bij het begin een rationeler functioneren van de bestaande zones binnen het kader van een excellente politiezorg. Maar dat vraagt veel tijd en overleg. Binnen de korpsen ervaar je ook wel wat weerstand tegen de vernieuwing. Het vraagt dus tijd om alle geesten gelijk te stemmen. We willen daarom in 2013 een medewerkerstevredenheidsonderzoek voeren en binnen het zonale veiligheidsplan meer aan interne communicatie werken.’ Guido Willen sluit zich daarbij aan. ‘Dat is wellicht het meest onderschatte aspect van deze fusie geweest. Ik heb geleerd dat we even veel aandacht moeten besteden aan een cultuurwijziging wanneer de structuur en schaal worden aangepast. De vakbonden bij de zaak betrekken en duidelijk communiceren over elke stap die gezet wordt, is daarbij heel belangrijk.’ Daarnaast verliep de IT-integratie niet zo eenvoudig. Dat heeft dan weer invloed op de administratie. Op de politieraad bleek onder meer dat de zone nieuwe personeelsgegevens moest ontvangen van het sociaal secretariaat van de geïntegreerde politie (SSGPI), maar die waren niet altijd correct. De houding van de raadsleden Jos Lambrichts en Mustafa Uzun, respectievelijk fractieleider en raadslid in
de gemeente Maasmechelen, zeggen dat er vanuit de oppositie in hun gemeente niet veel weerstand tegen de fusie van de politiezones was. Ook tijdens de politieraad valt er niet veel protest te horen bij een aanpassing van de begroting 2011. Lanaken zal 215.000 euro minder terugkrijgen na correctie van eerdere personeelsprognoses en Maasmechelen zal om dezelfde reden 444.000 euro meer terugkrijgen. Guido Willen wijst er tijdens de raad op dat Maasmechelen in het verleden altijd gewerkt heeft met een kledingfonds waarvan de saldi naar het volgende dienstjaar overgedragen en vervolgens gekapitaliseerd werden. Lanaken deed dat niet. De raadsleden liggen er niet echt wakker van: ‘We mogen in de eerste plaats dan wel gemeenteraadslid in Maasmechelen zijn, in de politieraad primeert toch het gemeenschappelijke belang van de zone. Dat van de gemeente komt pas op de tweede plaats. Tijdens de vergadering vertrouwen we vooral op de autoriteit van de zonechef en zijn beslissingen.’ Eigen accenten per gemeente? Net voor de gesloten vergadering op 8 december maakte Jos Lambrichts van de gelegenheid gebruik om zijn bezorgdheid uit te drukken over de recente invoering van de gemeentelijke administratieve sancties (GAS) in de twee gemeenten. Dat is een gevolg van de indeling van de nieuwe politiezone in drie sectoren (Noord, Centrum en Zuid). Enkel de sector Centrum is grensoverschrijdend, daar houden de politiemensen dus toezicht op de naleving van twee gemeentelijke politieverordeningen. ‘In Maasmechelen is het verboden om op braakliggende particuliere gronden afval op te slaan, maar dat is niet meer het geval in Lanaken. Moeten we niet meer overeenstemming zoeken tussen de inhoud van deze reglementen zodat politiemensen hun controles niet moeten differentiëren? Kunnen we daarvoor niet dezelfde werkingsprincipes hanteren?’ vraagt Lambrichts zich af. Voor de burgemeester-voorzitter is dat niet echt een punt. De bepalingen uit de politiereglementen werden immers zoveel mogelijk op elkaar afgestemd door een Verenigde Commissie en nadien door
lokale raad
beide gemeenteraden goedgekeurd. ‘Bovendien is het in de eerste plaats de taak van de vrederechter om scheidsrechter te spelen op het private domein.’ Niemand meent echter dat de lokale accenten na de fusie verdwenen zijn. ‘De Wet op de Geïntegreerde Politie voorziet bijvoorbeeld in de mogelijkheid dat één gemeente een bijkomende dotatie geeft aan de politiezone om een specifieke opdracht op haar grondgebied te verrichten,’ stelt de korpschef. ‘Daarnaast moet een fusie steeds voldoende mogelijkheden bieden om een zekere flexibiliteit aan de dag te kunnen leggen. Binnen het nieuwe zonale veiligheidsplan dat we moesten opstellen, gaat er onder meer aandacht naar drugsfenomenen, woninginbraken, overlast en mensenhandel.’ Nieuwe fusieronde in de maak? Tot daar de ervaringen in Lanaken-Maasmechelen. Uit de recent verschenen Federale Regeerverklaring van de regering-Di Rupo blijkt ondertussen dat de federale onderhandelaars de lokale politiezones opnieuw de kans willen geven tot vrijwillige fusie over te gaan. Dat willen ze vooral doen omdat er ook bij de lokale politiezones een grote pensioneringsgolf zit aan te komen, waardoor zones nog efficiënter zullen moeten werken. ‘Maar in Nederland gaan ze nog een stukje verder en legt de rijksoverheid vanaf 1 januari 2012 een enorme schaalvergroting bij de politieregio’s op, waardoor de bestaande 25 regio’s er samengevoegd zullen worden tot tien. De provincie Limburg zal er één politieregio worden,’ legt de korpschef aan de verwonderde raadsleden uit. Lambrichts en Uzun zien dat in Belgisch Limburg niet meteen gebeuren, maar de korpschef denkt toch dat we stilaan die richting uitgaan: ‘De fusie heeft allerlei probleem grotendeels opgelost, maar ik ben ervan overtuigd dat we in de toekomst toch naar verplichte fusiequota of een eenheidspolitie zullen evolueren. Een aantal externe factoren, zoals de recente Salduz-wetgeving, verplichten ons daar immers steeds meer toe.’ Het fusieverhaal wordt dus ongetwijfeld nog vervolgd. Tom De Schepper is VVSG-stafmedewerker politie & veiligheid
Korpschef Jos Schepers bevestigde (onder
Wanneer ontvangt een raadslid de jaarrekening van de politiezone? Elk dienstjaar wordt de boekhouding van de lokale politiezone afgesloten met de opmaak van de jaarrekening. Dat gebeurt ook zo voor de afsluiting van de jaarrekening van de gemeente, maar de spelregels over de agendering van het ontwerp van jaarrekening bij de politieraad en de gemeenteraad verschillen wel en zijn niet altijd even duidelijk wat de werking van de politiezone betreft. De wetgever heeft in de Wet op de Geïntegreerde Politie (WGP) verwezen naar de oude spelregels voor de jaarrekening die van toepassing waren binnen de gemeenten. Die stonden ingeschreven in de Nieuwe Gemeentewet (NGW). Artikel 34 van de WGP stelt dat artikels 240,§1 en 242 NGW van toepassing blijven in alle politiezones, dus zonder onderscheid tussen zones die uit een of uit meer gemeenten bestaan. Dat betekent dat de politieraad ‘in de loop van het eerste kwartaal van elk jaar’ moet vergaderen om de rekeningen van het voorgaande dienstjaar vast te stellen. De stukken die aan de raadsleden bezorgd moeten worden, omvatten de begrotingsrekening, de resultatenrekening en de balans van de zone. Maar ook artikel 96 NGW wordt van toepassing verklaard wat ‘het verslag’ betreft. Dat verslag bestaat uit een synthese van de rekeningen en een overzicht van het beheer van de financiën tijdens het voorbije dienstjaar. Tot hier lopen de spelregels bij de verschillende politiezones gelijk. Het verschil zit echter bij de datum waarop de raadsleden deze stukken moeten ontvangen. Artikel 27 van de WGP verklaart het volledige artikel 96 van de NGW van toepassing op de meergemeentepolitiezones. Het politiecollege moet uiterlijk zeven vrije dagen (dag verzending en vergadering niet inbegrepen, zondag en feestdag wel inbegrepen) vóór de politieraad aan elk raadslid een exemplaar van het ontwerp van de rekeningen bezorgen, en wel ‘zoals het onderworpen zal worden aan de beraadslagingen van de raad, in de voorgeschreven vorm en vergezeld van de bijlagen die vereist zijn voor zijn definitieve vaststelling, met uitzondering van de bewijsstukken, wat de rekeningen betreft’. Het bovenstaande artikel is niet van toepassing verklaard op de werking van een eengemeentepolitiezone. Omdat de gemeenteraad er de werking van een dergelijke zone opvolgt, moeten we het antwoord zoeken in het Vlaamse Gemeentedecreet. Artikel 174 zegt dat het ontwerp van de jaarrekening ‘op zijn minst veertien dagen vóór de vergadering waarop het wordt besproken’ aan elk lid van de gemeenteraad bezorgd moet worden. Het is niet duidelijk of dit artikel ook betrekking heeft op de jaarrekening van de politiezone, want die rekening staat los van de gemeentelijke rekening. We raden aan om in dit geval toch de spelregels uit het Gemeentedecreet te hanteren. Daarvoor verwijzen we onder meer naar het standpunt dat de minister van Binnenlandse Zaken in het verleden al innam in soortgelijke discussies. De minister stelde toen dat bij de bespreking van agendapunten over de politiezone op de gemeenteraad in een eengemeentezone de spelregels uit het Gemeentedecreet gevolgd mogen worden. Vanuit deze redenering moet het ontwerp dus 14 dagen op voorhand aan de gemeenteraadsleden bezorgd worden, wat het dubbele is van de termijn in een meergemeentepolitiezone. We beseffen uiteraard wel dat er ook argumenten bestaan om de ontwerpteksten minder dan 14 dagen vóór de vergadering aan de gemeenteraadsleden te bezorgen.
Parlementaire vraag nr. 1488 van 23 januari 2008 van de heer Bruno Steegen aan de minister van Binnenlandse Zaken over de voorzitter van de politieraad. Zie www.vvsg.be, knop veiligheid, lokale politie, college en raad. Zie: ‘Wie zit de gemeenteraad voor tijdens politiedossiers?’
voorbehoud) zijn aanwezigheid op de VVSG-Trefdag Toekomsten op 29 maart in Gent. Hij zal er zijn ervaringen met de fusie uitgebreider toelichten.
Stuur uw vragen over de werking van de politieraad naar tom.deschepper@vvsg.be.
Lokaal I 10 januari 2012 I 19
de keus
Stem voor mij 2012 is een spannend jaar voor de lokale besturen. Duizenden kandidaten zetten hun beste beentje voor om de kiezers te overtuigen om voor hen en voor hun lijst te stemmen. Sommigen dromen stilletjes van een sjerp. Met het nieuwe lokale en provinciale kiesdecreet heeft de Vlaamse overheid de handen vol met de organisatie van de verkiezingen. Lokaal zal er veel aandacht aan besteden. In dit artikel alvast de basisinformatie. tekst marian verbeek beeld bart lasuy
H
et lokaal en provinciaal kiesdecreet van 8 juli 2011 bracht bijna alle regelgeving over de verkiezingen van de gemeenteraden, de Antwerpse districtsraden en de provincieraden samen. Nu moeten al die regels nog uitgevoerd worden. Er zullen in de loop van dit jaar nog een hoop uitvoeringsbesluiten, circulaires en onderrichtingen verschijnen. Het agentschap Binnenlands Bestuur maakt momenteel vele tientallen uiteenlopende formulieren voor kandidaatstelling, aangifte van de verkiezingsuitgaven, uitslagen van de stemming enzovoort. Hoewel het nog niet volledig vaststaat, is de kans zeer groot dat er op 14 oktober 2012 nieuwe stemcomputers zullen zijn. Uiteraard zal dat een belangrijke invloed hebben op de praktische organisatie van de verkiezingen. 173 gemeenten stemmen digitaal Als alles goed verloopt, zullen alle gemeenten met meer dan 25.000 inwoners en alle gemeenten waar al eerder elektronisch gestemd werd, stemmen met het nieuwe stemsysteem. Minister Bourgeois verwacht dat zowat drie vierde van de kiezers het nieuwe systeem op 14 oktober zullen gebruiken. Op basis van een gunstige evaluatie van het stemexperiment en de certificering van het prototype besliste de Vlaamse regering op 9 december over te gaan tot de gunning van de volgende fase van de overheidsopdracht, nl. de raamovereenkomst voor de materiĂŤle en logistieke levering van het ontwikkelde stemsysteem. Voor de invoering van het nieuwe systeem neemt de Vlaamse overheid 80 procent van de kosten op
20 I 10 januari 2012 I Lokaal
zich, de federale overheid past de overige 20 procent bij. Federaal minister van Binnenlandse Zaken JoĂŤlle Milquet trekt dit dossier. De federale regering zal hiervoor snel het licht op groen moeten zetten. De uiteindelijke beslissing zal bij de lokale besturen zelf liggen. Zij hebben het laatste woord of ze al dan niet stemcomputers willen. Maar wie deze kans niet grijpt, zal misschien nog lang moeten wachten voordat het elektronische systeem opnieuw wordt uitgebreid. De belangrijkste nieuwigheid van het elektronische stemsysteem is dat de stem van de kiezer op een papierstrook zal worden afgedrukt en niet meer op een magneetkaart wordt geregistreerd. Zo krijgt de kiezer de mogelijkheid na te gaan of ze correct geregistreerd is. In Vlaanderen stemmen tot nu toe 143 van de 308 gemeenten digitaal. Dat komt neer op 49 procent van de kiezers. De gebruikte stemapparatuur van de jaren negentig is verouderd en was aan vervanging toe. Hoeveel gemeenteraadsleden? Het aantal gemeenteraadsleden dat verkozen wordt in elke gemeente is vanzelfsprekend een belangrijk uitgangspunt bij de gemeenteraadsverkiezingen. Dat aantal is afhankelijk van het aantal inwoners (niet enkel de Belgen) van uw gemeente. Het inwonersaantal dat in aanmerking wordt genomen is het aantal personen die op 1 januari 2012 hun hoofdverblijfplaats in de gemeente hebben volgens de gegevens in het rijksregister van de natuurlijke personen. De grootste gemeenteraad (Antwerpen) telt vijfenvijftig raadsleden, terwijl de kleinste (Herstappe en Mesen)
er zeven hebben. Uiterlijk op 1 juni stelt de Vlaamse Regering een lijst op van het aantal te verkiezen raadsleden per gemeente, per district en per provincie. Personeelsleden OCMW niet meer naar gemeenteraad Bij de verkiezingen van 2006 konden personeelsleden van het OCMW nog in de gemeenteraad zetelen. Het voorontwerp van decreet tot wijziging van het Gemeentedecreet, dat nog in het Vlaamse parlement moet worden ingediend, voert deze onverenigbaarheid opnieuw in. Het omgekeerde zal ook gelden: personeelsleden van de gemeente zullen geen OCMW-raadslid kunnen zijn. Andere personen die geen mandaat als gemeenteraadslid mogen opnemen zijn: - de provinciegouverneurs, de gouverneur en de vicegouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad en de adjunct van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant, de provinciegriffiers, de arrondissementscommissarissen en de adjunct-arrondissementscommissarissen, voor zover de gemeente in kwestie deel uitmaakt van hun ambtsgebied; - de magistraten, de plaatsvervangende magistraten en de griffiers bij de hoven en de rechtbanken, de administratieve rechtscolleges en het Grondwettelijk Hof; - de leden van het operationeel, administratief of logistiek kader van de politiezone waartoe de gemeente behoort; - de personeelsleden van de gemeente in kwestie of van de gemeentelijke extern verzelfstandigde agentschappen, behalve de vrijwillige brandweerlieden en de vrijwillige ambulanciers; - de leden van een districtsraad; - de personen die in een lokale decentrale overheid van een andere lidstaat van de EU een ambt of een mandaat uitoefenen dat gelijkwaardig is aan dat van gemeenteraadslid, voorzitter van de gemeenteraad, schepen of burgemeester. Voor mandaten in de OCMW-raad zijn er gelijkaardige onverenigbaarheden: - de burgemeesters en de schepenen, met
Het aantal raadsleden volgens het inwonersaantal Aantal inwoners
raadsleden
beneden de 1000 inwoners van 1000 tot 1999 inwoners van 2000 tot 2999 inwoners van 3000 tot 3999 inwoners van 4000 tot 4999 inwoners van 5000 tot 6999 inwoners van 7000 tot 8999 inwoners van 9000 tot 11.999 inwoners van 12.000 tot 14.999 inwoners van 15.000 tot 19.999 inwoners van 20.000 tot 24.999 inwoners van 25.000 tot 29.999 inwoners van 30.000 tot 34.999 inwoners
7 9 11 13 15 17 19 21 23 25 27 29 31
uitzondering van de OCMW-voorzitter en de leden van de colleges van federaties van gemeenten en agglomeraties; - de gemeentesecretaris en alle personeelsleden van de gemeente die door het OCMW wordt bediend (in die uitbreiding wordt voorzien in een geplande wijziging aan het OCMW-decreet); - door het OCMW bezoldigde personeelsleden en alle overige personen die er werken. Familieleden Familieleden, bloed- of aanverwanten mogen niet samen zetelen in een gemeenteraad, maar dit verbod geldt maximaal tot de tweede graad. De familieband die ontstaat door een huwelijk noemt men aanverwantschap. Tussen kinderen en hun ouders en tussen mensen met een gemeenschappelijke voorouder bestaat er een bloedverwantschap. Elke trap die gezet wordt, is een graad. Daarbij moet men altijd opklimmen tot de gemeenschappelijke stamvader of -moeder. Ook echtgenoten mogen niet samen in de gemeenteraad van een zelfde gemeente zetelen. Personen met een wettelijk samenlevingscontract worden met echtgenoten gelijkgesteld. En schepenen? De gemeenteraadsleden verkiezen uit hun midden een aantal schepenen. Ook dat
Aantal inwoners
Het aantal schepenen raadsleden
van 35.000 tot 39.999 inwoners van 40.000 tot 49.999 inwoners van 50.000 tot 59.999 inwoners van 60.000 tot 69.999 inwoners van 70.000 tot 79.999 inwoners van 80.000 tot 89.999 inwoners van 90.000 tot 99.999 inwoners van 100.000 tot 149.999 inwoners van 150.000 tot 199.999 inwoners van 200.000 tot 249.999 inwoners van 250.000 tot 299.999 inwoners van 300.000 inwoners en meer
33 35 37 39 41 43 45 47 49 51 53 55
aantal staat in verhouding tot het inwonersaantal van de gemeente op 1 januari 2012. De kleinste gemeente telt minstens twee en de grootste maximaal tien schepenen. De gemeenteraadsleden kunnen minder schepenen kiezen: de verkozen raadsleden dienen dan een voordrachtsakte in waarop er minder kandidaat-schepenen staan dan maximaal toegelaten. Elk college moet, naast de burgemeester en de OCMW-voorzitter, minstens twee schepenen hebben. Voor gemeenten met minder dan duizend inwoners geldt deze mogelijkheid dus niet, want zij hebben maar twee schepenen. Zodra de keuze voor het aantal schepenen is gemaakt, geldt dit voor de hele bestuursperiode. De voorzitter van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn wordt van rechtswege schepen vanaf zijn verkiezing als OCMW-voorzitter. De voorzitter is de laatste schepen in rang, maar is uiteraard
Aantal inwoners
schepenen
minder dan 1000 inwoners van 1000 tot 4999 inwoners van 5000 tot 9999 inwoners van 10.000 tot 19.999 inwoners van 20.000 tot 29.999 inwoners van 30.000 tot 49.999 inwoners van 50.000 tot 99.999 inwoners van 100.000 tot 199.999 inwoners vanaf 200.000 inwoners
2 3 4 5 6 7 8 9 10
wel volwaardig lid en heeft dus stemrecht. De OCMW-voorzitter komt dus boven op het maximale aantal toegelaten schepenen dat een gemeente kan hebben. Beslissingen in verkiezingsjaar In zijn rondzendbrief van 14 oktober 2011 verzoekt minister Bourgeois de besturen om in het jaar van de verkiezingen niet in extremis beslissingen te nemen die het beleid van de nieuwe raden of de toekomstige ontwikkeling van de financiën zouden verstoren. Hoewel de besturen hun volle bevoegdheid tot aan hun vernieuwing na de verkiezingen behouden, is het een algemene regel van behoorlijk bestuur dat zij in het jaar van de verkiezingen met de nodige voorzichtigheid optreden. Marian Verbeek is VVSG-stafmedwerker gemeentelijke werking en organisatie, gemeenteraadsverkiezingen
Meer informatie • De gemeenteraadsverkiezingen in vraag en antwoord. Brussel, Politeia/VVSG, 2011 • www.vvsg.be, knop werking en organisatie, bestuurszaken, lokale raad - Bent u al op zoek naar kandidaten voor uw lijst? (Lokaal 16/11/2001) - Aan welke voorwaarden moet u voldoen om verkiesbaar te zijn? (Lokaal 16/12/2011) - Wat is een sperperiode? (Lokaal 1/10/2011) • Rondzendbrief BB 2011/4 van 14 oktober 2011. Beslissingen tijdens het jaar van de gemeenteraads-, stadsdistrictsraads- en provincieraadsverkiezingen en gebruik van informatiemiddelen (BS 3 november 2011)
Lokaal I 10 januari 2012 I 21
werkveld erfgoed & cultuur
Danszaal El Dorado in Humbeek dateert uit 1927 en is vandaag nog steeds het decor voor feesten. Š Provincie Vlaams-Brabant,
22 I 10 januari 2012 I Lokaal
Open Monumentendag 2012
In de ban van muziek, woord en beeld Op zondag 9 september 2012 viert Vlaanderen voor de 24ste keer zijn feest van het onroerend erfgoed: Open Monumentendag. In tal van steden en gemeenten worden dan de deuren van waardevol bouwkundig, landschappelijk en archeologisch erfgoed gratis voor iedereen opengezet. Er staan ook allerlei activiteiten op het menu. Dit jaar krijgt het programma nog een extra cultureel sausje dankzij het thema ‘Muziek, woord en beeld’. tekst sandy van handenhove & benny buntinx beeld jan decreton, p. 22
- frederik oppeel, p. 24
D
e Vlaamse gemeenten vormen al 23 jaar de spil van het succes van Open Monumentendag. Ieder jaar opnieuw slaan ze met het Vlaamse Gewest en de provincies de handen in elkaar om het publiek het lokale erfgoed te leren kennen en zo ook het draagvlak ervan te vergroten. Muziek, woord en beeld Iedere editie van Open Monumentendag ziet er anders uit door het jaarlijkse thema. Daardoor kan het grote publiek steeds nieuw onroerend erfgoed ontdekken. Het thema voor 2012 is ‘Muziek, woord en beeld’. Iedereen komt in aanraking met cultuur. Het 17de-eeuwse orgel in de parochiekerk, de lokale feestzaal die sinds mensenheugenis de plaats van afspraak was voor bals en concerten, het theaterzaaltje in de dorpsschool of de lokale bibliotheek. Muziek, woord en beeld vind je overal en in allerlei vormen. Heel vaak zijn deze erfgoedplekken van belang (geweest) voor een lokale gemeenschap. Over deze plekken gaat het op Open Monumentendag 2012. Het belooft nu al een dag vol creatie, emotie, beleving, inspiratie en schoonheid te worden.
Een kleurrijk palet Het thema ‘Muziek, woord en beeld’ en onroerend erfgoed treden op verschillende manieren met elkaar in dialoog: zo zijn er plaatsen van creatie, van cultuurbeleving, van het aanleren van het métier, van inspiratie, ter herdenking van prominente cultuurmakers… Door de eeuwen heen kwamen mensen, in kleine of grote kring, samen om intense ‘culturele momenten’ te beleven. Gegoede burgers zonderden zich af in hun privévertrekken of prestigieuze ruimtes om kunstcollecties, opera of theater te bekijken en te beluisteren. De ‘gewone man’ kwam vooral met kunst en cultuur in aanraking in de kerk, de school, het gemeentehuis, de rechtbank, het volkshuis... In de aankleding van zulke gebouwen werd muziek, woord of beeld vaak gebruikt om een boodschap uit te dragen aan gelovigen, bezoekers en gebruikers. Ook op straat kwam hij in contact met kunst en cultuur: tijdens stadsfestivals, via de klanken van de beiaard of door de fanfare die in de kiosk speelde. Samen cultuur beleven gebeurde op verschillende niveaus en plekken: van het statige operagebouw in de stad, over
Lokaal I 10 januari 2012 I 23
werkveld erfgoed & cultuur
Open Monumentendag, zondag 9 september 2012 ‘Muziek, woord en beeld’
Kunstenaar Jozef Peeters richtte vanaf 1927 zijn appartement in Antwerpen volledig zelf in. Hij ontwierp het meubilair en beschilderde alle muren en plafonds.
de muziekkiosk op het dorpsplein tot de kleine wijkbioscoop. Open Monumentendag 2012 is dus een ideale gelegenheid om dat vroegere lokale cultuurleven te herontdekken. Inspiratie en creatie krijgen ook een centrale plaats op Open Monumentendag 2012. Er zijn de plaatsen waar schilders, schrijvers, dichters, architecten verbleven en creëerden. Hun woonhuizen ademen vaak een bijzondere sfeer. Ze zijn het centrum van de creatie. Inspiratie haalden ze dan weer elders: bijvoorbeeld uit gebouwen, landschappen, straten of zelfs hele buurten of streken. Kunstenaars laten ons als het ware met nieuwe ogen naar deze erfgoedplekken kijken. Denk aan de schilderijen die Frits Van den Berghe in Sint-Martens-Latem maakte of aan hoe Ernest Claes zijn liefde voor de Demerstreek beschreef. Zo zijn er in heel Vlaanderen honderden voorbeelden te vinden. Deze creaties konden echter niet bestaan zonder een stevig leerproces in de kunstbeoefening. In academies en conservatoria, maar ook in gewone scholen, vormden kunst en cultuur altijd een onderdeel van het lessenpakket. Maar ook vakmensen, zoals boekdrukkers, glaskunstenaars en muziekinstrumentenbouwers koesterden hun vakkennis. Hun werkplaatsen waren het hart van die kennis. De ateliers die bewaard bleven, zijn belangrijke getuigen van hoe muziek, woord of beeld in het verleden vorm kregen. Tot slot gedenken we op Open Monumentendag 2012 de kunstenaars zelf. De
24 I 10 januari 2012 I Lokaal
herinnering aan hun leven en werk kreeg vaak een tastbare vorm in een bijzonder grafmonument of standbeeld. Deze kunnen de aanleiding zijn om leven en werk van een waardevolle, maar vergeten lokale kunstenaar van onder het stof te halen. Herbestemming Veel cultuurplekken uit het verleden zijn verdwenen, maar ‘cultuur’ zelf is springlevend. Er ontstaan nog elke dag nieuwe culturele plekken. Vaak worden hiervoor monumenten verbouwd en herbestemd. Op Open Monumentendag 2012 staat bij een culturele herbestemming het behoud van de erfgoedwaarde van het gebouw voorop. Dit kan het verhaal zijn van de inspanningen om de erfgoedwaarde van de voormalige cultuurplek te behouden. Of de manier waarop de erfgoedwaarde van een gebouw is verzoend met een nieuwe culturele functie. Op Open Monumentendag 2012 krijgt dus de lokale supermarkt die in een vroegere bioscoopzaal ondergebracht is, een plaats. Of het voormalig zwembad dat recent werd omgetoverd tot plaatselijke academie. Erfgoedzorg in de kijker Lokaal erfgoed kan ook een plaats krijgen in het Open Monumentendag-programma als het niet binnen het thema past. Steden en gemeenten kunnen recent geleverde inspanningen voor erfgoedzorg presenteren aan bewoners en een ruimer publiek binnen de categorie ‘monument in de actualiteit’. Is er ergens
Steden en gemeenten kunnen zich tot en met 29 februari aanmelden voor Open Monumentendag 2012. Inschrijven kan van 1 maart tot en met 4 mei. Vragen? Contacteer het Coördinatiecentrum Open Monumentendag Vlaanderen via T 03-212 29 55 of info@openmonumenten.be. Of kijk op www.openmonumenten.be.
een restauratie aan de gang? Kreeg een waardevol gebouw onlangs een nieuwe bestemming? Of zijn er archeologische opgravingen bezig in uw stad of gemeente? Schrijf deze ‘monumenten in de actualiteit’ in voor Open Monumentendag 2012. Ze krijgen een extra vermelding in het programma. Doe mee! Het lokale cultuurleven met het thema ‘Muziek, woord en beeld’ in de kijker zetten of de zorg voor het onroerend erfgoed in uw gemeente onder de aandacht brengen, het zijn twee goede redenen om deel te nemen aan Open Monumentendag 2012 en het grote publiek op zondag 9 september 2012 uniek lokaal erfgoed te laten ontdekken. Steeds meer gezinnen met kinderen en jongeren maken deel uit van dat grote publiek. Reden te meer om ook hun het verhaal achter lokaal erfgoed op een boeiende manier te presenteren. Het Coördinatiecentrum staat gemeenten graag met raad en daad bij. Is het lokaal erfgoedaanbod te klein? Sla dan de handen in elkaar met omliggende gemeenten en werk samen een interessant programma uit. Interesse om met uw gemeente deel te nemen aan Open Monumentendag 2012? Op www.openmonumenten.be komt u alles te weten over de 24ste editie en het thema ‘Muziek, woord en beeld’. Sandy Van Handenhove, projectverantwoordelijke sectorcommunicatie Benny Buntinx, algemeen coördinator
Kerkplein en Leiedam in Deinze, Arbedpark Noord in Gent, Dijleterrassen in Leuven, Statiestraat-Driekoningenstraat in Berchem en Malpertuus in Gent
Vijf projecten genomineerd voor de prijs Publieke Ruimte 2012 Voor de vijfde keer reikt Steunpunt Straten tijdens de Dag van de Openbare Ruimte de prijs Publieke Ruimte uit. De jaarlijkse projectoproep leverde meer dan vijftig inzendingen op. Vijf ervan zijn genomineerd voor de prijs Publieke Ruimte 2012. Met deze onderscheiding wil Steunpunt Straten lokale overheden en andere bouwheren stimuleren om werk te maken van waardevolle publieke ruimten. tekst jan vilain
D
e stad Deinze pakt uit met het vernieuwde Kerkplein en de Leiedam. De vernieuwing van de openbare ruimte in de stadskern is een prioriteit in het beleidsplan. De stedenbouwkundige en conceptuele richtlijnen voor het volledige gebied zijn vastgelegd in een conceptstudie, die beschouwd kan worden als een globaal strategisch plan voor het hele stadsvernieuwingsproject. Het vernieuwen van de publieke ruimte van het Kerkplein en het gedeelte Leiedam is het eerste deelproject. De as Driekoningenstraat-Statiestraat is het kloppend hart van Oud-Berchem. Het district wilde met de heraanleg een sterke impuls geven aan de vernieuwing van deze winkelstraat. Om de leefbaarheid, verblijfskwaliteit en verkeersveiligheid te verhogen besliste de stad Antwerpen eenrichtingsverkeer in te voeren. Dat maakte het mogelijk de stoepen te verbreden zodat deze uitnodigend en veiliger zijn om te winkelen. Gent tekent present met twee projecten: Malpertuus en het Arbedpark Noord. Malpertuus is een nieuwe sociale woon-
Dag van de Openbare Ruimte 1 en 2 februari, Brussel De Dag van de Openbare Ruimte is een tweedaags vakevenement voor iedereen die betrokken is bij ontwerp, inrichting en beheer van openbare ruimten. Naast een uitgebreide beursvloer is er een lezingenprogramma in drie zalen met actuele thema’s uit het vakgebied. Elke deelnemer ontvangt een gratis exemplaar van het toonaangevende praktijkboek Publieke Ruimte van Steunpunt Straten. 1-2 februari 2012, Brussels Expo, Paleis 11. Toegang gratis, inschrijving vooraf noodzakelijk via www.openbareruimte.be
wijk (VMSW), waar 260 woningen worden ontwikkeld. De eerste fase is voltooid. Er wordt nadrukkelijk gekozen voor een duurzame woonwijk, wat ook in de inrichting van de publieke ruimte tot uiting komt. Het Arbedpark is een project van de stad Gent zelf. De aanleg van het 3,5 hectare grote park Arbed Noord was een onderdeel in de reconversie van een voormalige industriële site naar een zone voor bedrijven, groen en wonen. Voordat er een park kon komen was een zware terreinsanering nodig. Deze radicale ingreep bood echter ook kansen voor duurzame inrichting. De Dijleterrassen in Leuven ten slotte maken de Dijle in het stadscentrum opnieuw beleefbaar en vormen de binnenbocht van de rivier om tot een aangename, aantrekkelijke en eigentijdse verblijfsplek. Jan Vilain is adviseur publieke ruimte bij Steunpunt Straten
VVSG-Trefdag 29 maart, Gent Uitreiking Beleidsprijs Publieke Ruimte Naast de prijs voor de beste projecten voor de publieke ruimte reikt Steunpunt Straten voor het eerst de Beleidsprijs Publieke Ruimte 2006-2012 uit. Daarmee wil het lokale besturen onderscheiden die tijdens deze legislatuur een sterk, coherent en geïntegreerd publiekeruimtebeleid hebben gevoerd. Tien gemeenten dingen mee naar deze onderscheiding. www.trefdag.be
Lokaal I 10 januari 2012 I 25
fris in het landschap
stramien
ontwerpbureau pauwels
stad gent
stad deinze
werkveld publieke ruimte
werkveld openbare ruimte
Nederlandse gemeenten werken samen voor openbare netheid en gladheidsbestrijding Op 29 en 30 november 2011 trok een delegatie van Interafval, het samenwerkingsverband van de VVSG en de Vlaamse afvalintercommunales, voor een tweedaags werkbezoek naar Nederland. Bedoeling was van de Nederlandse collega’s te leren hoe zij de openbare ruimte integraal beheren en welke rol de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden daarin spelen. tekst en beeld piet coopman
I
n Vlaanderen dragen veel gemeenten de bevoegdheid voor de inzameling en verwerking van het huishoudelijk afval aan een afvalintercommunale over. In Nederland is de juridische constructie enigszins anders, maar ook daar nemen intergemeentelijke samenwerkingsverbanden veel afvalbeheerstaken over van de gemeenten. Ze gaan zelfs een stapje verder en nemen steeds meer taken op in het beheer van de openbare ruimte, zoals groenbeheer, reiniging, beheer van
26 I 10 januari 2012 I Lokaal
begraafplaatsen en recreatieterreinen of gladheidsbestrijding. ‘Een integrale visie op de openbare ruimte is noodzakelijk wegens de steeds grotere complexiteit van de samenleving en de druk op de overheidsfinanciën,’ zo stelt Martin Nooijens, directeur van het Stadsbedrijf van ’s-Hertogenbosch. Daarbij houden ze wel steeds vast aan de kerntaak van het intergemeentelijk samenwerkingsverband, namelijk afvalinzameling. Voor onze noorderburen is het bijvoor-
beeld ondenkbaar het beheer van de openbare ruimte toe te vertrouwen aan een rioolbeheerder. ‘Pleinen en parken onderhouden doe je dagelijks. Wegen opengooien om de riolen te herstellen gebeurt maar om de dertig à veertig jaar. Net daarom sluit het beheer van de openbare ruimte veel nauwer aan bij de afvalbeheerstaken,’ zegt Martin Nooijens. Duur zwerfvuil Net als in Vlaanderen is zwerfvuil in de openbare ruimte in Nederland een belangrijke bron van ergernis bij inwoners. ‘De zwerfvuilproblematiek is daarenboven een van de meest onderschatte leefbaarheidsproblemen,’ zegt Erik de Baedts, directeur van de NVRD, de Nederlandse zusterorganisatie van Interafval. De kosten voor het beheer van zwerfvuil in Nederland bedragen onge-
veer 250 miljoen euro per jaar. De lokale besturen nemen daarvan 193 miljoen euro op zich, ofwel 11,80 euro per inwoner per jaar. Zwerfvuil bestaat voor een groot deel uit verpakkingen, waarvoor een producentenverantwoordelijkheid bestaat. Net zoals in Vlaanderen dragen de Nederlandse verpakkingsproducenten financieel bij aan de strijd tegen zwerfvuil. Bij onze noorderburen bedraagt die inspanning 11 miljoen euro per jaar, wat neerkomt op 0,67 euro per inwoner per jaar. In Vlaanderen dragen de verpakkingsproducenten 0,50 euro per inwoner per jaar bij aan het Vlaamse beleid voor de preventie en het beheer van verpakkingsafval. De strijd tegen de aanwezigheid van verpakkingen in het zwerfvuil is daar maar een onderdeel van. Wat zwerfvuil betreft zag de Vlaamse delegatie dus grote gelijkenissen met de Nederlandse situatie. Ook in Nederland zijn er twijfels over het nut van grote communicatiecampagnes tegen zwerfvuilgedrag. Jaarlijks kost zo’n campagne handenvol geld, terwijl onderzoek aantoont dat het effect gering is. De Nederlandse collega’s zien meer heil in het begeleiden van lokale initiatieven, waarbij een beperkte nationale campagne ondersteunend kan werken. Gladheidsbestrijding Wegen en fietspaden ijsvrij houden en sneeuwruimen zijn activiteiten die nauw aansluiten bij openbare netheid. Daarom nemen een aantal intergemeentelijke samenwerkingsverbanden in Nederland dergelijke taken op zich: opmaak van een gladheidsbestrijdingsplan, beheren van een intergemeentelijke zoutopslag maar ook effectief strooien. Net zoals in Vlaanderen zijn er in Nederland veel organisaties betrokken bij gladheidsbestrijding: gemeenten, intercommunales, provincies, waterschappen en Rijkswaterstaat. Het intergemeentelijk samenwerkingsverband kan in dat geval een belangrijke rol spelen om de activiteiten van al die betrokkenen te coördineren. Een aantal ervan beschikken over een intergemeentelijke strooidienst, andere investeren sterk in ondersteunende diensten. Cyclus,
de overheids-nv van de regio Gouda, biedt softwareondersteuning voor de vennootgemeenten bij het plannen van strooiroutes en bij rapportering en evaluatie. Het gebruik van een dergelijk geavanceerd programma is echter niet vanzelfsprekend. ‘Het systeem is behoorlijk duur, en het is niet duidelijk hoe een gemeente die investering volledig kan terugverdienen. Bovendien is ICT alleen een hulpmiddel, want een soft-
niet noodzakelijk alles zelf. De gastheer van het werkbezoek, ROVA nv te Zwolle, werpt zich op als een regisseur in de openbare ruimte. Die regie bestaat uit de inzameling, ophaling en verwerking van afval, het onderhoud van de publieke ruimte en gladheidsbestrijding. Voor de uitvoering van dat takenpakket werkt ROVA nauw samen met verschillende onderaannemers. ‘De regie is essentieel om het overzicht te behouden over de
Een integrale visie op de openbare ruimte is noodzakelijk wegens de steeds grotere complexiteit van de samenleving en de druk op de overheidsfinanciën. warematige benadering moet je steeds koppelen aan de ervaring en kennis van de strooiers,’ becommentarieert Willem Stronkhorst, manager uitvoering bij Cyclus. Regie en schaalgrootte Hoewel de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden in Nederland steeds meer een rol spelen in het integraal beheer van de openbare ruimte, doen ze
verschillende actoren die actief zijn in de openbare ruimte,’ merkt Hans Groenhuis, algemeen directeur van ROVA nv, op. ROVA is actief in een werkingsgebied van twintig gemeenten dat 1 miljoen inwoners telt. De directie meent dat een nauw contact met de gemeenten belangrijk is en gaat twee keer per jaar langs bij alle gemeenten. ‘Die bezoeken dienen om de onderlinge vertrouwensrelatie te verbeteren,’ verklaart Hans
Lokaal I 10 januari 2012 I 27
lokale raad
Hebben studenten automatisch recht op leefloon? De wetgeving betreffende het recht op maatschappelijke integratie bevat geen automatisch recht op leefloon voor studenten. Volgens de logica van de wet wordt voor niemand een onvoorwaardelijk recht op maatschappelijke integratie gecreëerd. Het OCMW verwijst een student in eerste instantie naar zijn ouders. Ze zijn immers onderhoudsplichtig zolang de opleiding van hun kind niet is voltooid. Op basis van het sociaal onderzoek kan echter blijken dat zijn ouders over onvoldoende bestaansmiddelen beschikken om aan die onderhoudsplicht te voldoen of dat er een duidelijke relatiebreuk is tussen de student en zijn ouders. Op dat moment onderzoekt het OCMW of de student die leefloon komt aanvragen, voldoet aan de volgende wettelijke voorwaarden: werkelijk verblijf in België, nationaliteit, meerderjarigheid, het niet beschikken over toereikende bestaansmiddelen en het laten gelden van rechten op sociale uitkeringen. In tegenstelling tot voor andere leefloongerechtigden kan voor een student worden afgeweken van de voorwaarde werkbereid te zijn. Voor studenten tussen 18 en 25 jaar regelt de wetgeving de mogelijkheid voor het OCMW om op grond van billijkheidsredenen te aanvaarden dat de betrokken persoon een studie met voltijds leerplan aanvat, hervat of voortzet in een door de Gemeenschappen erkende, georganiseerde of gesubsidieerde onderwijsinstelling, om op die manier zijn latere inschakelingskansen in het beroepsleven te verhogen. Om de studies als billijkheidsreden te aanvaarden moet het OCMW elke aanvraag tot leefloon van een student geval per geval bekijken. Uiteindelijk worden wederzijdse afspraken vastgelegd in een geïndividualiseerd project maatschappelijke integratie (GPMI) voor onder meer het volgen van de studies, de ondersteuning van het OCMW bij de studies en het uitvoeren van een vakantiejob tijdens periodes waarin dit voor de student mogelijk is. Dit contract wordt aangegaan voor de hele ononderbroken duur van de studies en garandeert de student, bij goede uitvoering ervan, recht op leefloon.
werkveld openbare ruimte
Groenhuis. ROVA kiest voor een strategie van taakverruiming in de diepte in plaats van groei in de breedte. ‘Want de grootte van het werkingsgebied is een bepalende factor voor de kloof met de gemeenten. Hoe groter het werkingsgebied, hoe groter de kloof,’ is zijn ondervinding. Afstand tot gemeenten Zonder te willen uitweiden over de juridische structuur van Nederlandse samenwerkingsverbanden stellen we opmerkelijke verschillen met de situatie in Vlaanderen vast. In Nederland kunnen gemeenten voor hun afvalbeheer zogenaamde overheids-nv’s oprichten waarbij de deelnemende partijen een dienstverleningsovereenkomst afsluiten. In Vlaanderen kun-
Pleinen en parken onderhouden doe je dagelijks. Wegen opengooien om de riolen te herstellen, gebeurt maar om de dertig à veertig jaar. Net daarom sluit het beheer van de openbare ruimte veel nauwer aan bij de afvalbeheerstaken. nen gemeenten zich voor hun afvalbeheer verenigen in een opdrachthoudende vereniging, waarbij de deelnemende gemeenten beheersoverdracht plegen. Toch lijkt in Nederland de band met de gemeenten, en dan vooral met het politieke bestuur van de gemeenten, niet zo sterk als bij de Vlaamse intercommunales. Het Vlaamse Decreet Intergemeentelijke Samenwerking legt immers vast dat de algemene vergadering van elke opdrachthoudende vereniging moet bestaan uit vertegenwoordigers van de deelnemende gemeenten. In Nederland wordt een overheids-nv sterk aangestuurd door een Raad van Commissarissen die bestaat uit onafhankelijke experts. Het lijkt er dus op dat het privaatrechtelijk verzelfstandigen van uitvoeringstaken ook de politieke aansturing op een afstand heeft gezet. Voor de delegatie van Interafval was dit een opmerkelijke vaststelling, want in Vlaanderen wordt de democratische legitimiteit van afvalintercommunales wel eens in vraag gesteld. Piet Coopman is VVSG-stafmedewerker afvalbeleid
Wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie; Inforumnummer 176605 Rondzendbrief van 3 augustus 2004 betreffende studenten en het recht op maatschappelijke integratie; Inforumnummer 196360
Mail uw vragen over OCMW-wetgeving naar ocmw.wetgeving@vvsg.be
28 I 10 januari 2012 I Lokaal
Meer informatie www.rova.nl www.nvrd.nl www.gemeenteschoon.nl www.gladheid.nl (weersverwachtingen, opleidingen…) www.crow.nl (kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte, heeft publicaties en opleidingen over gladheidsbestrijding, opmaak gladheidsplan)
praktijk
MOL - Het OCMW Mol neemt een reeks maatregelen om optimale veiligheid en duurzaamheid bij het gebruik van onderhoudsproducten en schoonmaakmiddelen op korte en lange termijn te garanderen. Het personeel dat dagelijks met deze producten in aanraking komt, wordt grondig geïnformeerd en opgeleid en het krijgt inspraak in de aanbesteding voor de aankoop van nieuwe producten.
Heeft u een inspirerend project, een doeltreffende maatregel of een efficiënte werkwijze voor lokale besturen? Maak het bekend via www.vvsg.be, knop praktijken lokale besturen.
OCMW Mol investeert in veilig en duurzaam gebruik onderhoudsproducten
De medewerkers van de thuiszorg, het keukenpersoneel van het woonzorgcentrum, de afdelingsassistenten en het verplegend personeel komen bijna dagelijks in aanraking met gevaarlijke producten. Om hun veiligheid en gezondheid te garanderen, neemt het OCMW allerhande maatregelen. Daarbij liet het zich adviseren en bijstaan door de intern preventieadviseur Griet Van Kerckhoven. Ze is medewerker van de Intercommunale Ontwikkelingsmaatschappij voor de Kempen en werkt vanuit de Gemeenschappelijke Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk (IDEWE). ‘Bij het welzijnsbeleid van het OCMW Mol, zijn alle belanghebbende partijen betrokken: het schoonmaakpersoneel, het diensthoofd van het schoonmaakpersoneel, de directeur aankoop, de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer IDEWE, de preventieadviseur, de OCMW-secretaris en de OCMW-voorzitter,’ vertelt Griet Van Kerckhoven. ‘Uniek in dit procédé zijn het samenspel tussen al deze partijen, de onderlinge afstemming van hun belangen en de communicatiedoorstroming van de basis naar de top. De werkwijze is drieledig en bestaat uit een opleiding producten met gevaarlijke eigenschappen en coaching, een kennismaking met de gevaren en de risico’s door alle betrokken partijen aan de hand van veiligheidsinstructiekaarten, en het testen en beoordelen van onderhoudsproducten.’
Opleiding veilig omgaan met onderhoudsproducten Sinds juni 2011 krijgen alle personeelsleden van het onderhoud een opleiding veilig omgaan met onderhoudsproducten. Gedurende anderhalf uur onderricht Griet Van Kerckhoven hen over de gezondheidsaspecten en de gevaren van chemische producten. Ze geeft advies over het gebruik van gevaarlijke producten en tips die het werkcomfort verbeteren. Ze geeft uitleg over het gebruik van materialen zoals microvezeldoekjes, het gebruik van een schuur-schrobmachine, het verlagen van de gebruikte hoeveelheid van een product en van de blootstelling waardoor de risico’s op gezondheidsschade verkleinen. Er worden ook veiligheidsafspraken gemaakt. De preventieadviseurarbeidsgeneesheer geeft steeds passend gezondheidsadvies bij de vraag tot aanschaf van nieuwe producten. Veiligheidsinstructiekaarten Op basis van de veiligheidsinformatie van de leveranciers stelt de preventieadviseur voor elk onderhouds- en schoonmaakproduct een veiligheidsinstructiekaart samen. In totaal circuleren er een dertigtal veiligheidsinstructiekaarten. Ze worden digitaal via het OCMW-intranet verspreid, maar ze liggen ook gewoon in de voorraadplaatsen en op het bureau van de diensthoofden.
gf
Veiligheid personeel primeert
Griet Van Kerckhoven, preventieadviseur OCMW Mol, T 014-58 09 91, griet.vankerckhoven@iok.be
Productentest Nieuwe producten worden vooraf uitgebreid getest door een testgroep schoonmaak- en/of onderhoudspersoneel. De producten moeten aan strenge criteria voldoen. Er worden punten gegeven voor effectiviteit, prijs, gezondheid en duurzaamheid. Een vorming maakte duidelijk welke aspecten belangrijk zijn om een product grondig te testen en te beoordelen. Via deze procedure krijgt het onderhoudspersoneel niet alleen inspraak in de materiaal- en productkeuze maar ook in de manier waarop het werkt. Doordat het bestuur naar het personeel luistert en in zijn veiligheid en gezondheid investeert, voelt het zich gewaardeerd. inge ruiters
Lokaal I 10 januari 2012 I 29
NIEUWE HERWERKTE EDITIE
LEIDRaaD vooR DE bEsTUURDERs vaN EEN socIaLE HUIsvEsTINgsmaaTscHappIj auteur van de herwerking: björn mallants, directeur vvH
De afgelopen jaren is duidelijk de keuze gemaakt door de Vlaamse Overheid om de SHM’s te responsabiliseren en binnen een algemeen kader de autonomie te geven om werk te maken van een eigen beleid om de door de overheid voorziene doelen te realiseren. De bestuurders van de SHM hebben een belangrijke verantwoordelijkheid dit beleid mee vorm te geven. Om samen met de medewerkers van de SHM en andere betrokken actoren te werken aan goede sociale huisvesting binnen een welomlijnd woonbeleid. De lokale besturen hebben hier als (voornaamste) aandeelhouders een grote verantwoordelijkheid in.
langetermijnvisie te ontwikkelen. Dit vergt een continue zoektocht om de werking nog verder te optimaliseren, om bij te schaven waar nodig en te versterken waar mogelijk. Het is de taak van de bestuurder om dit mee vorm te geven. Een belangrijke taak, maar ook een boeiende taak als je beetje bij beetje de vruchten van eigen beleidskeuzes ziet groeien.
Niet enkel het globale kader waarbinnen de SHM’s werken – en de rol van de gemeente hierin – is sterk veranderd. Ook het regelgevend kader werd grondig herzien. Deze pocket geeft een overzicht van de diverse aspecten waarmee een bestuurder van een SHM in aanraking komt.
➔ Hoe wordt een huurprijs berekend?
Belangrijk is om steeds uit te gaan van de autonomie van de SHM om binnen het regelgevend kader zelf vorm te geven aan de doelstellingen van het beleid en hiervoor een
In de loop van 2013 zullen vele SHM’s van bestuur veranderen. Als potentiële bestuurder van zo’n SHM kunt u zich dankzij deze pocket voorbereiden op uw rol. ➔ Hoe functioneert een SHM?
➔ Hoe worden nieuwe sociale woningbouwprojecten opgestart? Op deze vragen, en nog vele andere, vindt u in deze publicatie een antwoord. De pocket geeft op overzichtelijk wijze alle aspecten weer waar een bestuurder van een SHM mee te maken krijgt.
✁
Bestelkaart Politeia // Ravensteingalerij 28 // 1000 Brussel // Fax: 02 289 26 19 // Tel: 02 289 26 10. Of bestel via www.politeia.be // e-mail: info@politeia.be
Ja, ik bestel ....... ex. van Leidraad voor de bestuurders van een SHM aan e 25 voor VVSG-leden (e 29 voor niet-leden)*, ISBN 978-2-509-01109-1
➔ Vanaf 5 StukS: 10% korting Bestuur/Organisatie: ........................................................................................................................... Naam: ................................................................................................................................................. Functie: ............................................................................................................................................... E-mail: ................................................................................................................................................. Tel. : .................................................................................................................................................... Adres: ................................................................................................................................................. BTW: ................................................................................................................................................... * Prijzen inclusief btw, exclusief verzendingskosten, geldig tot 31/03/2012. Check voor exacte prijzen steeds onze website www.politeia.be Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.
Datum en handtekening
werkveld afvalbeleid
Vuilnis ophalen en pakjes afleveren Vervoer is niet duur(zaam) en ons afval reist de hele wereld rond. In Europa rijden de meeste vrachtwagens maar halfvol rond en in Brazilië wordt de bus goedkoper als je je afval mee naar de bushalte brengt. En waarom kan de afvalophaler niet tegelijk pakjes komen afleveren? tekst lieselot decalf beeld stefan dewickere
‘Tussen de veertien en zeventien procent van de vrachtwagens op de Vlaamse wegen zijn afvaltransporten,’ zegt Roel Gevaers van het Steunpunt goederenstromen bij de Universiteit Antwerpen. ‘In de steden kan dit oplopen tot een kwart van alle goederenvervoer. De milieusector besteedt wel veel aandacht aan correct sorteren en recycleren, maar voor duurzamere maatregelen bij het logistie-
ke gedeelte van die bedrijvigheid was er tot voor kort minder aandacht.’ Een belangrijke reden voor dit gebrek aan inzicht is het feit dat transport zeer goedkoop is. Voor 40 à 50 euro per uur kun je al een vrachtwagen met chauffeur laten rondrijden, voor veel bedrijfsleiders een te verwaarlozen bedrag. Mede hierdoor rijden veel vrachtwagens halfleeg rond in Europa. ‘De gemiddelde beladings-
graad van een vrachtwagen binnen de Europese Unie is 56%. De nadelen van dit goedkope en overvloedige transport kent iedereen. Zowel op hoofdwegen als in stadskernen verloopt het verkeer moeizaam en er ontstaan onveilige situaties tijdens piekmomenten zoals na schooltijd.’ Goederen leveren of afval ophalen op verkeersluwe momenten De ophalers zitten midden in de verkeersdrukte en moeten goed uit hun doppen kijken. Ze dragen felgekleurde werkkledij om goed zichtbaar te zijn. Hoewel iedereen van de voordelen van een goed georganiseerde vuilnisophaling aan zijn eigen deur geniet, zien
Het STOP-principe streeft dezelfde doelstellingen na als de ladder van Lansink: minder verkeer of minder afval, een efficiënter gebruik van grondstoffen en middelen, gezondere mensen in een gezondere samenleving.
Lokaal I 10 januari 2012 I 31
werkveld afvalbeleid
PIEK-project Het PIEK-project is een project van de Vlaamse Overheid over geluidsarm laden en lossen bij supermarkten. Het is een onderdeel van Flanders Logistics, een bredere beleidsvisie om van Vlaanderen een logistieke draaischijf te maken. www.flanderslogistics.be
mensen de ophalers niet altijd graag komen. Vaak krijgen de werklieden scheldtirades of erger naar hun hoofd geslingerd door mensen die vinden dat het niet snel genoeg gaat. Veel ophaalrondes zijn daarom zo georganiseerd dat ze drukke plaatsen als scholen of stationsomgevingen tijdens de piekuren vermijden. Daarnaast gelden er dikwijls afspraken over de start van de ophaling: niet voor zeven uur ’s morgens, om buurtbewoners voldoende nachtrust te gunnen. ‘Het Steunpunt goederenstroom onderzoekt of de ophaling van afval, of de levering van goederen, niet gewoon stiller zou kunnen, zodat het eventueel toch vroeger in de ochtend kan gebeuren om de piekmomenten te vermijden,’ zegt Roel Gevaers. ‘De laatste jaren merken we dat zowel bedrijven als gemeentebesturen hiervoor open staan.’ Bepaalde kustgemeenten hebben bijvoorbeeld ervaring met nachtelijke ophaling van restafval. Dat komt voor tijdens het hoogseizoen, en dan meestal alleen op de drukste plekken van de gemeente zoals de zeedijk. ‘Van de gemeenten vergen dergelijke maatregelen de nodige juridische ondersteuning: zij moeten bijvoorbeeld vaak politiereglementen wijzigen die leveringen voor of na een bepaald uur verbieden,’ voegt Roel Gevaers eraan toe. Uit het PIEK-project bleek dat veel chauffeurs in de distributiesector graag in de daluren zouden werken. Gewoonlijk zijn die werkuren iets beter betaald, en het is rustiger op de weg. De hogere personeelskosten worden gecompenseerd door het feit dat de productiviteit van het transport sterk stijgt. Allerhande
32 I 10 januari 2012 I Lokaal
nieuwe technologieën zoals het gebruik van hybride voertuigen, maken het mogelijk dat de vrachtwagens effectief stiller zijn én dat de uitstoot een pak lager ligt. ‘Naast het gebruik van stille vrachtwagens speelt ook het menselijke aspect een belangrijke rol. Een dichtslaand portier, praten of een spelende radio op straat voor dag en dauw zijn dingen die vaak nog het meest storen. Daarom is
Het mobiliteitsbeleid kent dan weer het STOP-principe,’ vertelt hij. ‘Als je een verplaatsing niet kunt vermijden, zet STOP de bakens uit: geef de voorkeur aan Stappen en Trappen (te voet gaan of fietsen), kies daarna voor het Openbaar vervoer. Privévervoer is een optie als je op de voorgaande manieren niet op je bestemming geraakt.’ In de visie van Peeters streeft het consequent toe-
De gemiddelde beladingsgraad van een vrachtwagen binnen de Europese Unie is 56%. De nadelen van dit goedkope en overvloedige transport kent iedereen. opleiding die aandacht besteedt aan dit aspect, essentieel,’ zegt Roel Gevaers. En misschien haalt de vuilnisman in de nabije toekomst niet alleen meer afval op, maar levert hij tegelijkertijd een pakje af aan huis.
passen van het STOP-principe dezelfde doelstellingen na als de ladder van Lansink: minder verkeer of minder afval, een efficiënter gebruik van grondstoffen en middelen, gezondere mensen in een gezondere samenleving.
Naar een andere kijk op mobiliteit Kris Peeters was in een vorig leven mandataris bij een lokaal bestuur. Momenteel werkt hij bij Baanbrekers, een ‘mobiliteitslaboratorium’ waar nieuwe ideeën worden uitgewerkt, ook in het afvalbeleid. ‘Binnen de afvalsector is de Ladder van Lansink of de afvalhiërarchie een begrip. Afval vermijden is de eerste stap, en als dat niet kan, dan is hergebruik de tweede stap. Selectief inzamelen voor recyclage is de derde sport op de ladder. Indien ook dat niet mogelijk is, rest nog verwijdering: bij voorkeur verbranden met energierecuperatie, anders storten.
Afval vermijden is verkeer vermijden Kris Peeters geeft enkele voorbeelden waarbij duidelijk wordt dat afvalpreventie samen spoort met het vermijden van overbodig verkeer. ‘Bijvoorbeeld door intelligenter en efficiënter te verpakken zouden we al veel verkeer kunnen vermijden. Denk maar aan verpakkingen van elektronische apparaten: een doos waar tien scheerapparaten in kunnen, bevat er maar eentje en daarnaast veel lucht. Eigenlijk zou iedereen overbodige verpakking moeten achterlaten in de winkel, dat zou tot een versnelde bewustwording leiden. Nu wordt het pro-
bleem letterlijk bij de klant gelegd.’ Een andere mogelijkheid ziet hij in het verrekenen van de mobiliteitskosten in de verkoopprijs van producten. Het is toch onlogisch dat aardbeien uit Spanje, die enkele duizenden kilometers afgelegd hebben naar winkels in België, soms goedkoper zijn dan Belgische aardbeien. Door onze productieketens korter te maken besparen we trouwens op mobiliteit, afval (onder de vorm van emissies) én energie.
gen van afval in kleinere hoeveelheden te stimuleren. In het Braziliaanse Curitiba is de bus goedkoper als je je gescheiden afval meeneemt naar het busstation. Op die manier worden én afvalsortering én gebruik van het openbaar vervoer gestimuleerd. En voetgangers, fietsers, kruiwagens, fietskarren en bakfietsen moeten welkom zijn op het containerpark. Zo legt de baanbreker van dienst vlot het verband met een ander belang-
AAV
Strafvervolging Transport Bemiddeling Concessie
CAO
Verkavelingen Ruimtelijke planning Handelspraktijken Vergunningen Vennootschapsrecht Handelsrecht Herstructurering Economisch Intellectuele eigendom Recht Benoeming Financieel Recht Handelscontracten Architectencontract Onroerend Goed Overheidsopdrachten Aannemingsrecht Aansprakelijkheid Aanneming Overheidsopdrachten Echtscheiding Verzekeringscontract Bemiddeling Ontslag
rijk aspect van afval: het is een menselijk en sociaal verhaal. Een afvalbak die buitengezet moet worden, is een prachtige aanleiding om even aan te lopen bij die alleen wonende oude mevrouw. ‘En over oude mevrouwen gesproken: op op-
Het Steunpunt goederenstroom onderzoekt of afvalophaling of levering van goederen niet gewoon stiller zou kunnen, zodat het vroeger in de ochtend kan gebeuren om de piekmomenten te vermijden.
Raad Insolventie Aansprakelijkheidsrecht Verdeling van State Kredieten Verzekeringsrecht Wegbeheerder PPS Administratief Sociaal Recht Recht Arbeidsrecht Milieu Ambtenarenrecht Ruimtelijke Familie- en Fammiliaal Ordening Vermogenrecht Stedenbouw
Afvalinzameling en mobiliteit anders durven bekijken Peeters is verrassend: ‘Gemiddeld zitten 1,2 mensen in een auto tijdens de spits. Veel auto’s rijden dus zo goed als leeg rond. Als al die lege auto’s hun afval zouden meenemen naar een verzamelplaats op het werk, aan de bushalte of het station, zou het rendement van die verplaatsingen alvast stijgen. De brengmethode wordt in ieder geval aantrekkelijker naarmate we meer naar ‘cradle to cradle’ gaan en ons afval herbruikbaar
en dus waardevol materiaal wordt. Misschien vervoert een trein in de toekomst niet meer alleen pendelaars maar zijn er enkele wagons gereserveerd voor goederen of afval. Ook dat is “hybride” vervoer.’ Peeters pleit ervoor om het bren-
haaldagen moeten ze zich een weg banen tussen zakken en containers op de stoep. Waarom zetten we ons afval niet eenvoudig op de parkeerstrook? Voetgangers en fietsers zouden er blij om zijn en ook de ophaaldiensten zouden veel vlotter kunnen werken.’
Lieselot Decalf is VVSG-stafmedewerker afvalbeleid
Wij geven u ons woord De beste manier om kennis te vergroten, is ze te verwoorden en ze te delen met anderen. Daarom werkt ons kantoor in gespecialiseerde vakgroepen, die elkaar overlappen en aansturen. Het resultaat is een kruisbestuiving die de kennis van onze advocaten verruimt en versterkt. En dat is vooral voor u belangrijk. Voor elk vakgebied hebben we gespecialiseerde advocaten. Wij denken oplossingsgericht en dus geven we u graag ons woord. Neem eens een kijkje op onze website of bel voor een afspraak op tel. 03 232 50 60. GSJ advocaten cVoa Mechelsesteenweg 27 2018 antwerpen België telefoon +32 3 232 50 60 fax +32 3 232 30 50 e-mail info@gsj.be www.gsj.be
Lokaal I 10 januari 2012 I 33
werkveld de frontlijners Johan Vansteenkiste, technisch adviseur huisvesting, regio Izegem
Bij de mensen thuis Johan Vansteenkiste is technisch adviseur voor huisvesting in Izegem en omliggende gemeenten. Hij controleert en inspecteert woningen op leegstand en bewoonbaarheid, onderzoekt klachten over woonomstandigheden en geeft advies over de verbetering ervan. Zijn werk, dat zich voor ruim de helft buiten zijn kantoor afspeelt, brengt hem voortdurend in direct contact met de burger. Dat maakt hem tot een eerstelijnswerker in zijn lokale bestuur. Een frontlijner. tekst pieter plas beeld stefan dewickere
‘Ik ga dagelijks het terrein op voor plaatsbezoeken. Dat moet natuurlijk altijd, om de nodige vaststellingen te doen voor de opmaak van technische verslagen, plaatsbeschrijvingen, of een energieprestatiecertificaat bijvoorbeeld. Vaak gaat het om vaststellingen van leegstand, of van verwaarlozing van een woning, gewoonlijk naar aanleiding van klachten van huurders. Die komen binnen bij onze woonbegeleiders, via ons woonloket of via de burgemeester. Op basis van de inspecties maak ik akten op en schrijf ik eigenaars aan. De geschiktheid of bewoonbaarheid van een woning toetsen we aan de normen van de Vlaamse Wooncode. Daarnaast doe ik veel controles van woningen voorafgaand aan aanpassings- of renovatie-
34 I 10 januari 2012 I Lokaal
werken waarvoor onze gemeenten premies uitreiken. Het kan ook gaan om woonprojecten die ik opvolg voor de gemeente of voor ons sociaal verhuurkantoor, of om panden die ingericht worden als crisiswoningen.’ ‘Ik kom voortdurend in contact met het publiek: bewoners in de eerste plaats, veel huurders, maar ook eigenaars van woningen. Maar het menselijk contact is er niet alleen bij de woninginspecties. Aan het loket van onze huisvestingsdienst kunnen mensen terecht voor informatie over woon- en bouwpremies en woonbegeleiding. Maar ook als ik aan mijn bureau zit – om premieaanvragen te behandelen bijvoorbeeld –, staat mijn deur altijd open. Wanneer iemand mijn advies wil voor ver-
bouwingswerken, probeer ik altijd mijn visie en tips mee te geven om de toegankelijkheid van de woning te verbeteren met het oog op levenslang wonen. Daarover geef ik trouwens regelmatig voordrachten voor grotere groepen. Nog een apart soort contact is de hoorzitting als onderdeel van een ongeschiktheidsprocedure voor een woning. Dan wordt onder andere op basis van het technisch verslag geprobeerd om met de eigenaar van de woning tot een vergelijk te komen.’ ‘Tijdens de plaatsbezoeken zie ik vaak erbarmelijke woon- en leefomstandigheden. De werkelijkheid is wat dat betreft even erg als een realityprogramma op tv. Veel van de klagende huurders leven in vuile woningen met vochtproblemen, gevaar voor
Communicatief zijn is een must. Maar de technische bagage is even belangrijk. Kennis van zaken wekt vertrouwen en stelt burgers gerust. CO-vergiftiging of elektrocutie, met kapot sanitair, rotte ramen, slechte verwarming enzovoort. Maar ook veel eigenaars leven in verdoken armoede. En let op, achter prachtige gevels kunnen onbewoonbare woningen schuilgaan. Dat heb ik zelf al genoeg gezien. Omgekeerd betekent een minder fraai uitziende gevel niet automatisch dat de woning binnenin slecht is. In de tien jaar dat ik dit werk doe, heb ik de situatie in het algemeen wel zien verbeteren. Tegelijk stel ik vast dat, bij huurders
dan, het principe van het onderhouden van een woning “als een goede huisvader” wat aan het verdwijnen is.’ ‘Ik praat altijd met de bewoners tijdens plaatsbezoeken, en ik doe ook dienst als een soort tussenpersoon tussen huurders en eigenaars. Ik wijs mensen op hun plichten. Dat nemen ze me niet altijd in dank af, maar toch waarderen ze mijn eerlijkheid. Van eigenaars krijg ik al eens negatieve reacties, maar als ze merken dat ik neutraal blijf en ook naar hun kant van het verhaal
luister, werken ze meestal goed mee. En dan slagen we erin de problemen uit te praten van mens tot mens, zonder dat er bijvoorbeeld een advocaat aan te pas hoeft te komen. Nu, de laatste jaren is er zoals gezegd minder reden tot klagen. Maar de mensen klagen wel sneller, en over kleinere zaken. Tegelijk komen ze wel voor alles en nog wat een premie vragen. Onze dienst is daarvoor wat te bekend aan het worden, maar kom, dat is ook positief.’ ‘Door al die vormen van menselijk contact moet je voor deze functie communicatief aangelegd zijn, behulpzaam zijn en kunnen overeenkomen met mensen. Maar de technische bagage is even belangrijk. Kennis van zaken wekt vertrouwen en heeft een geruststellend effect op de mensen.’
Lokaal I 10 januari 2012 I 35
GEMEENTE WUUSTWEZEL Werft aan (m/v)
Wij zijn momenteel op zoek naar een m/v
Financieel adviseur
Financieel beheerder (Klasse 3)
Voltijds – statutaire aanwerving met aanleg van een wervingsreserve van drie jaar Overname relevante anciënniteit mogelijk! Houder/houdster zijn van een diploma dat in aanmerking wordt genomen voor de aanwerving in niveau A én minimaal twee jaar relevante beroepservaring hebben. De kandidaten dienen de Belgische nationaliteit te bezitten. De schriftelijke proeven vinden plaats op 9 februari 2012 om 17.30 uur, de mondelinge en psychotechnische proeven op latere datum. De sollicitatiebrief (met cv, kopij van het gevraagde diploma, uittreksel uit het strafregister, attesten van de beroepservaring, desgevallend kopij rijbewijs B en bewijs van nationaliteit) moeten toekomen bij het college van burgemeester en schepenen, Gemeentepark 1, 2990 Wuustwezel uiterlijk op 31 januari 2012. De volledige aanwervingsvoorwaarden, functiebeschrijving, examenprogramma en informatie omtrent de eventuele leerstofbundel zijn te verkrijgen op de personeelsdienst, T 03-690 46 19, personeel@wuustwezel.be.
Uw personeelsadvertentie in Lokaal, VVSG-week én op de VVSG-website inlevering advertenties voor:
informatie
Lokaal 03 (16 tot 29 februari): 24 januari Lokaal 04 (1 tot 15 maart): 7 februari
Nicole Van Wichelen, T 02-211 55 43 nicole.vanwichelen@vvsg.be
A-niveau / contractueel dienstverband / voltijds
Als financieel adviseur ben je, als rechterhand van de gemeenteontvanger, verantwoordelijk voor het leiden van de activiteiten van de gemeentelijke financiële dienst, teneinde steeds een correcte weergave van de financiële situatie van de gemeente te kunnen geven en bij te dragen tot een effectief, efficiënt en zuinig bestuur. Je biedt ondersteuning aan het financieel beleid van het gemeentebestuur, het OCMW en het Autonoom Gemeentebedrijf. Hiervoor verzorg je de financiële planning op lange en korte termijn en ben je verantwoordelijk voor het opstellen van o.a. het jaarlijks budget en de budgetwijzigingen. Je staat in voor het innen van fiscale en niet-fiscale inkomsten en subsidies. Je speelt een strategische en trekkende rol bij het opzetten van systemen voor een interne financiële controle en organisatiebrede projecten. Je leidt en motiveert je collega’s van de dienst financiën en je hebt oog voor een optimale samenwerking en klantgerichte dienstverlening. Je onderhoudt goede externe contacten met relevante personen of instanties waarbij je optreedt als vertegenwoordiger van het bestuur.
Profiel: Je hebt een diploma dat toegang geeft tot niveau A (masterdiploma, ofwel een diploma van het universitair onderwijs of een diploma van het hoger onderwijs van twee cycli dat gelijkgesteld werd met universitair onderwijs). Je kan omgaan met de courante basissoftware en je hebt een grondige kennis van de relevante wetgeving en procedures. Verder ben je op de hoogte van de werking van een gemeentebestuur, OCMW en autonoom gemeentebedrijf. Je beschikt over een goede mondelinge uitdrukkingsvaardigheid en overtuigingskracht om adviezen te formuleren.
Ons aanbod: Een boeiende job met verantwoordelijkheden in een aangename werkomgeving, een tewerkstelling in contractueel dienstverband, loon volgens wettelijke barema’s, hospitalisatieverzekering, maaltijdcheques en aanvullend pensioen. Er wordt een wervingsreserve aangelegd voor 12 maanden.
Heeft u interesse voor deze functie? Je kan je sollicitatiebrief, aangevuld met je cv en kopie van je diploma, tot en met 19 januari 2012 indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen, Oude Markt 2, 3900 Overpelt of per mail aan personeelsdienst@overpelt.be. Bijkomende inlichtingen kan je bekomen bij mevr. Liesbeth Tielens, personeelsdienst T 011-80 94 25 of liesbeth.tielens@overpelt.be
De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw zoekt een
stafmedewerker voor gemeentelijke internationale samenwerking (m/v) • Je biedt een eerstelijnshelpdesk aan voor algemene vragen van gemeenten over internationale
samenwerking en meer in het bijzonder over de convenants gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking • Je maakt een analyse van vormingsbehoeften en ontwikkelt mee het vormingsprogramma over lokaal Noord-Zuidbeleid • Je ondersteunt initiatieven van gemeenten op het vlak van sensiblisering en van directe samenwerking met partnergemeenten in het zuiden (werkbezoeken in binnen- en buitenland) • Je bevordert en ondersteunt uitwisseling en netwerking tussen gemeenten • Je verzamelt kennis en ervaring over de specifieke rol van lokale besturen op het vlak van ontwikkelingssamenwerking, zowel binnen een Belgische als Europese en internationale context • Je beschikt over een diploma van master of je hebt gelijkwaardige kennis door ervaring • Je hebt minimaal drie jaar werkervaring, bij voorkeur met noord-zuidsamenwerking en met het beleid van lokale besturen in het algemeen • Je hebt een vlotte pen en je kan een toelichting geven voor een publiek, in verschillende talen, minimaal in het Nederlands, Engels en het Frans. Kennis van het Spaans is een troef. • Je hebt een praktische kennis van informaticatoepassingen (MS office) en van sociale media.
36 I 10 januari 2012 I Lokaal
Meer informatie over de inhoud van de functie kan je verkrijgen bij betty.dewachter@vvsg.be, diensthoofd Internationaal Ons aanbod Een tijdelijk contract (1 april 2012 – 31 december 2013), met mogelijke verlenging, een soepele werkregeling in een omgeving waar een open geest, professionaliteit, realisme en idealisme samengaan. Interesse? Sollicitatie met cv stuur je tot 19 januari per e-mail naar de VVSG ter attentie van hildegarde.merckx@vvsg.be
geregeld wetmatig
Vlaamse politiezones ontvangen 51,3 miljoen euro uit het verkeersveiligheidsfonds
Op 6 december publiceerde het Staatsblad de bedragen die de lokale politiezones in 2011 uit het verkeersveiligheidsfonds ontvangen. In totaal krijgen de lokale politiezones en de federale politie samen ongeveer 93,4 miljoen euro uit het verkeersveiligheidsfonds. De 195 lokale zones ontvangen hiervan 88,8 miljoen euro, dit is 3,1% meer dan in 2010. De federale politie heeft recht op 4,6 miljoen euro, dit is ongeveer 5% van het totale verkeersveiligheidsfonds. Opgesplitst per gewest betekent dit het volgende: 51,3 miljoen euro voor de 117 Vlaamse politiezones (57,8%), 33,6 miljoen euro voor de 72 Waalse zones (37,9%) en 3,8 miljoen euro voor de zes Brusselse (4,3%). U kunt de bedragen van dit jaar en alle voorgaande jaren raadplegen in een globaal overzicht op de VVSG-website. Hervorming verkeersveiligheidsfonds Zoals u weet is het verkeersveiligheidsfonds sinds 2008 de opvolger van het vroegere verkeersboetefonds en wordt het gespijsd met de geïnde bedragen van verkeersboetes. Vroeger moesten politiezones een verkeersactieplan opstellen om recht te hebben op een uitbetaling uit het fonds, maar sedert 2008 hebben ze automatisch recht op het (vaste) bedrag dat ze in 2007 ontvingen, aangevuld met een (variabel) bedrag dat afhangt van de evolutie van de consumptie-index. Dit jaar hebben de lokale politiezones voor de vierde keer recht op een bedrag dat gebaseerd is op dit nieuwe financieringsmechanisme. Dit jaar vast en variabel deel, geen tweede schijf Opvallend is wel de filosofie die de minister de voorbije vier jaar volgde bij de uitbetaling van deze bedragen. In 2008 kon het nieuwe mechanisme niet toegepast worden: er was toen geen geld beschikbaar om hieraan te voldoen. In 2009 werd het wel toegepast; het vaste deel werd uitbetaald in 2009 en het variabele deel in de loop van 2010. In 2010 werd het maar deels toegepast, het uitvoeringsbesluit sprak enkel over een eerste deel. In 2011 was het uitvoeringsbesluit gelukkig wel wat duidelijker opgesteld. Zowel de bedragen van het vaste deel (identiek sinds 2007) als die van het variabele deel (in relatie tot de indexstijging) van het fonds werden in het besluit opgenomen. Toch veroorzaakt de inhoud van het besluit verwarring. De minister
uli schillebeeckx
In december werd bekendgemaakt welke bedragen uit het verkeersveiligheidsfonds verdeeld worden. Een foutje in de gehanteerde terminologie veroorzaakte wat verwarring. Ook over de aangekondigde regionalisering van het fonds is nog niet veel bekend, maar we houden u op de hoogte.
noemt immers het vaste deel van het fonds de ‘eerste schijf’ en het variabele deel de ‘tweede schijf’. Die terminologie volgt de filosofie van de wet op het verkeersveiligheidsfonds niet (Wet van 6 december 2005). Die wet bepaalt immers dat de ‘eerste schijf’ uit een vast bedrag bestaat (bedrag 2007), aangevuld met een variabel bedrag (consumptieindex). Volgens dezelfde wet bestaat de ‘tweede schijf’ uit een bedrag dat overeenstemt met de vaststelling van verkeersboetes en het aantal kilometer gewestwegen op het grondgebied van een politiezone. Voor dat laatste is echter een afzonderlijk KB over de verdeling nodig. De voorbije jaren is meermaals gebleken dat de federale regering niet van plan was een dergelijk besluit op te stellen. Het is dus niet correct in het uitvoeringsbesluit van 6 december de termen ‘eerste’ en ‘tweede schijf’ te gebruiken voor vast en variabel bedrag. Zo lijkt men de vraag van de VVSG te willen omzeilen om snel werk te maken van de publicatie van het verdelingsbesluit voor de ‘tweede schijf’. De discussie zal in de toekomst wellicht achterhaald zijn door de regionalisering van het verkeersveiligheidsfonds. Wat met de regionalisering van het fonds? In het Vlinderakkoord is er sprake van overheveling van het verkeersveiligheidsfonds ter waarde van 87 miljoen euro – het bedrag dat de zones dit jaar uit het fonds ontvangen. Wat de gevolgen van deze regionalisering zijn voor de politiezones is nog niet duidelijk. Voor de lokale politiezones betekenen deze middelen echter een structurele financiering. De VVSG zal er daarom bij de Vlaamse overheid op aandringen ze ook in de toekomst voor de politiezones te reserveren. We houden u op de hoogte van de verdere ontwikkelingen. tom.deschepper@ vvsg.be en koen.vanheddeghem@ vvsg.be
MB betreffende de toekenning van de financiële hulp van de Staat in het kader van de verkeersactieplannen 2011 (BS, 6 december 2011, Inforumnummer 206256)
Voor het globale overzicht van de bedragen: www.vvsg.be, knop veiligheid, lokale politie, financiering
Lokaal I 10 januari 2012 I 37
geregeld wetmatig
Opvang van baby’s en peuters bijna geregeld
Dit decreet is nu klaar voor bespreking in de commissie Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en vervolgens in het Vlaamse parlement. Uiteraard zijn er ook nog uitvoeringsbesluiten nodig. Verwacht wordt dat de nieuwe regels ten vroegste in 2013 effectief ingaan. Vergunningsplicht In de nieuwe situatie zal alle opvang van baby’s en peuters een vergunning van Kind en Gezin moeten hebben. Zulke opvang wordt gedefinieerd als ‘het beroepsmatig en tegen betaling opvoeden, bijdragen aan de ontwikkeling en verzorgen van baby’s en peuters tot ze naar de kleuterschool gaan’. Opvang van schoolgaande kinderen, de zogenaamde buitenschoolse kinderopvang, valt dus niet onder het decreet. In de uitvoeringsbesluiten zal wel worden opgenomen dat kleuters in de overgangsperiode – deeltijds naar de kleuterschool en deeltijds naar de kinderopvangvoorziening voor baby’s en peuters – op dezelfde wijze kunnen meetellen in de subsidieberekening als baby’s en peuters. Kinderopvangvoorzieningen of vestigingsplaatsen waar kinderopvang georganiseerd wordt die niet aan de kwaliteitsvoorwaarden voldoet, krijgen geen vergunning en kunnen dus niet starten. Vergunningsvoorwaarden De kwaliteitsvoorwaarden zijn afhankelijk van het type opvang, zijnde opvang aan huis (bij de ouders thuis), groepsopvang (de huidige kinderdagverblijven) en gezinsopvang (de huidige onthaalouders). Onderscheid wordt gemaakt tussen de zogenaamde startvoorwaarden en werkingsvoorwaarden. Voor bestaande voorzieningen zal de erken-
38 I 10 januari 2012 I Lokaal
uli schillebeeckx
Op vrijdag 18 november gaf de Vlaamse regering haar definitieve goedkeuring aan het ontwerp van ‘decreet houdende de organisatie van kinderopvang van baby’s en peuters’. Het decreet moet de kinderopvang in Vlaanderen grondig vernieuwen. ning, de toestemming of het attest van toezicht van rechtswege omgezet worden in een vergunning van Kind en Gezin. De vergunningsvoorwaarden zullen vastgelegd worden in een uitvoeringsbesluit. Het betreft voorwaarden over de infrastructuur, over de veiligheid en gezondheid, over de omgang met de kinderen en de gezinnen, over de personen werkzaam in de kinderopvangvoorziening, over het organisatorisch management en over de samenwerking met Kind en Gezin, het lokale loket kinderopvang en het lokale bestuur. Het gaat dan over onder andere de minimale kwalificatie van begeleiders, het aantal begeleiders in verhouding tot het aantal tegelijk aanwezige kinderen, het pedagogische beleid en de pedagogische ondersteuning, het huishoudelijk reglement, de tevredenheidsmeting van de gezinnen, de leefgroepenindeling, de beschikbare binnenruimte, het kwaliteitshandboek enzovoort. Gezins- en groepsopvang Het onderscheid tussen gezins- en groepsopvang wordt gemaakt volgens het aantal kinderen dat tegelijk aanwezig kan zijn. Voor gezinsopvang zijn er dat acht. Het ‘aantal tegelijk aanwezige kinderen’ betreft zowel kinderen die nog niet naar school gaan als kinderen die naar de kleuterschool gaan en die effectief tegelijkertijd aanwezig zijn in de ruimtes die voor kinderopvang worden gebruikt. Subsidiëring Er is in eerste instantie een basissubsidie waar als enige bijkomende voorwaarde het gebruik van het Nederlands in de werking en de actieve taalkennis van het Nederlands
door de begeleiders tegenover staat. Een tweede trap van subsidie is er voor voorzieningen die ouders laten betalen op basis van hun inkomen en die een aantal voorrangsregels respecteren. Een derde trap van subsidie is er voor voorzieningen met een opnamebeleid dat afgestemd is op kwetsbare gezinnen. De subsidies uit de tweede en derde trap worden op basis van programmatieregels vastgelegd en zijn dus beperkt. Ouderbijdrage De prijs die ouders betalen voor hun kinderopvang zal dus niet in elke kinderopvangvoorziening afhankelijk zijn van hun inkomen. Binnen de regelgeving over de inkomensgerelateerde prijs wordt het principe ingeschreven dat de gezinnen betalen voor de door hen gereserveerde kinderopvangdagen. Vandaag wordt er in de erkende kinderopvang en de zelfstandige opvang met IKG-ouderbijdrage alleen betaald voor de gepresteerde opvang. Ook werken aan kwantiteit De Vlaamse overheid wil niet alleen investeren in kwaliteit, maar ook in meer opvangplaatsen. Het decreet heeft als doelstelling tegen 2016 voldoende plaatsen te creëren voor minstens de helft van alle kinderen jonger dan drie jaar. Tegen 2020 is het doel een opvangplaats te garanderen aan elk gezin dat er behoefte aan heeft. Lokale loketten kinderopvang Ook de lokale loketten kinderopvang zijn in het decreet omschreven. Dat zijn informatiepunten voor ouders die op zoek zijn naar kinderopvang. Zij werken samen om zo efficiënt mogelijk informatie en ondersteuning
te bieden. Gezinnen moeten duidelijk weten waar of bij wie ze met hun vragen terecht kunnen. Daarom zal een lokaal loket ook een duidelijk lokaal aanspreekpunt moeten hebben. Het lokale bestuur kan de organisatie van het lokale loket kinderopvang op zich nemen indien daartoe binnen het lokale overleg geen andere initiatiefnemer of structuur wordt aangeduid of gecreëerd, of als in de feiten een operationeel lokaal loket ontbreekt. In het decreet is de samenwerking van kinderopvangvoorzieningen met het lokale loket en lokale bestuur wel als vergunningsvoorwaarde opgenomen. Het lokale loket kinderopvang heeft volgende opdrachten: • de registratie van vragen naar opvangplaatsen coördineren. Kind en Gezin zal daarbij een overkoepelend digitaal informatie- en registratiesysteem aanbieden dat alle lokale loketten zullen moeten gebruiken; • gezinnen en in het bijzonder kwetsbare gezinnen over vrije opvangplaatsen informeren;
• een netwerk ontwikkelen met organisatoren van kinderopvang en organisaties en instanties die werken met gezinnen met jonge kinderen; • informatie over de realiteit inzake vraag en aanbod bundelen.
welke geldigheidsduur. Ze kan ook voorzien in de mogelijkheid van beroep tegen een beslissing van de burgemeester tot weigering van een attest, of tegen het uitblijven van een beslissing van de burgemeester over het afgeven of verlengen ervan.
Brandveiligheid Volgens dit decreet levert de burgemeester het attest inzake brandveiligheid van een kinderopvangvoorziening aan een organisator af. Brandveiligheidsvoorschriften zouden enkel worden opgelegd aan de groepsopvang. Voordat de burgemeester een attest uitreikt, is er een onderzoek door de territoriaal bevoegde brandweerdienst nodig. Er is in de toelichting bij het decreet sprake van drie attesten: een attest A (brandveiligheid volledig in orde), attest B (tekortkomingen die de vergunning niet in de weg staan omdat ze geen gevaar vormen voor de aanwezigen) en een attest C (de vastgelegde tekorten betekenen een gevaar voor de aanwezigen en staan een vergunning in de weg). De Vlaamse regering kan bepalen welke attesten mogelijk zijn, met welke inhoud en
Lokale handhaving Wanneer er ernstige problemen zijn met de vergunbaarheid van de opvang waardoor een kinderopvangvoorziening de werking moet opschorten of de opvang moet sluiten, wordt de burgemeester door Kind en Gezin ingelicht en moet hij (laten) vaststellen of deze beslissing wordt opgevolgd. Hij informeert Kind en Gezin dan weer over de gedane vaststellingen. Wanneer de sluiting of schorsing niet wordt nageleefd, kan Kind en Gezin de burgemeester schriftelijk verzoeken de beslissing tot sluiting of schorsing van de werking af te dwingen, op kosten en risico van de organisator. ann.lobijn@ vvsg.be
Lees het ontwerpdecreet en alle info errond na op www.kindengezin.be/nieuwe-initiatieven (kies ‘kinderopvang’).
Aalst is een centrumstad met historische roots, een stad met pit en een eigenzinnig trekje. De stadsorganisatie is op zoek naar een:
Stadssecretaris Functie Als hoofd van de organisatie bepaalt u strategische doelstellingen in functie van de ontwikkeling van een lerende en wendbare organisatie en voert u een competentiegebaseerd personeelsbeleid.
Profiel U bent in het bezit van een masterdiploma en kan terugblikken op minimum 5 jaar ervaring in een leidinggevende functie.
Aanbod ▪ ▪ ▪ ▪ ▪
een uitdagende job in een boeiende en veelzijdige omgeving; een mandaat voor een periode van 10 jaar (2x verlengbaar); een decretaal bepaalde verloning (aanvangsbrutomaandloon: 6311,06 EUR, ervaring wordt in aanmerking genomen); extralegale voordelen; een aantrekkelijke verlofregeling.
Selectieprocedure De selectieprocedure bestaat uit een schriftelijk gedeelte (15 februari 2012), een assessement (tussen 12 en 30 maart 2012) en een mondeling gedeelte (16 april 2012). Elk gedeelte is eliminerend.
Hoe solliciteren U stuurt uw cv, kopie van het diploma en de attesten/documenten die uw leidinggevende ervaring staven al dan niet aangetekend naar stad Aalst, tav de dienst Personeel, Grote Markt 3, 9300 Aalst of mailt deze documenten naar personeelsdienst.selecties@ aalst.be. U kan ook online solliciteren via de website aalst.be/vacatures. De uiterste inschrijvingsdatum is vastgelegd op 20 januari 2012.
Info U kan de infobrochure aanvragen bij de dienst Personeel, Selectie, Keizersplein 21, 9300 Aalst, 053 73 21 83. Uw contactpersoon is Brigitte De Coster.
Lokaal I 10 januari 2012 I 39
geregeld wetmatig
De drie Antwerpse CAW’s zijn vanuit een samenwerkingsverband op zoek naar...
2 schuldbemiddelaars In een af te spreken arbeidsregime tussen halftijds en voltijds In Antwerpen wordt gebouwd aan een nieuwe sociaalwerk-organisatie die ten strijde trekt tegen kansarmoede en onwelzijn in onze regio. De dienst schuldbemiddeling neemt daarbij het voortouw. Het is het eerste team dat vanuit de drie gezamenlijke CAW’s functioneert. Pionieren dus. We zoeken daarom positieve, maatschappelijk geëngageerde, assertieve en empathische schuldbemiddelaars die de basisopleiding schuldbemiddeling hebben gevolgd, of bereid zijn dat te doen. In deze boeiende job bemiddel je voor cliënten en ondersteun je hulpverleners bij schuldenkwesties. Interesse? Neem dan een kijkje op de vacaturepagina van CAW Metropool of CAW De Terp Daar vind je alle relevante informatie.
VVSG spreekt in Vlaams parlement over wijzigingen Decreet Gronden Pandenbeleid Het Decreet Grond- en Pandenbeleid moet betaalbaar wonen beter mogelijk maken, maar de uitvoering van het decreet levert wel eens problemen op. Daarom wordt momenteel aan een wijziging gewerkt. Vooruitlopend op de parlementaire behandeling organiseerde de commissie wonen van het Vlaamse parlement begin december een hoorzitting over de voorgenomen wijzigingen. Naast vertegenwoordigers van de Vlaamse woonraad, de VMSW en de private projectontwikkelaars werd ook de VVSG uitgenodigd om haar zegje te doen. De VVSG gaf aan blij te zijn met de meeste voorgestelde wijzigingen, omdat ze bedoeld zijn om praktische knelpunten uit de weg te ruimen. Tegelijkertijd menen we dat de complexiteit en het detailniveau van het decreet moeten worden teruggedrongen om voor gemeenten een echt vlot hanteerbaar instrument te realiseren. We suggereren ook concrete verbeteringen van de ontwerpteksten. Zo vinden we het onbegrijpelijk dat gemeenten die al veel sociale woningen hebben, alleen kunnen afzien van het opleggen van een ‘sociale last’ voor een bouw- of verkavelingsproject als er drie (!) horden zijn genomen, nl. als 1) voldaan is aan decretaal ingeschreven voorwaarden, 2) er een gemeentelijk reglement is dat nadere voorwaarden bepaalt én 3) de Vlaamse regering haar akkoord geeft. Dit getuigt van weinig vertrouwen in de lokale besturen. Door de regelgeving krijgen gemeenten daarnaast de mogelijkheid bijkomende kwaliteitscriteria voor de te realiseren woningen vast te leggen. Een goed initiatief. We betreuren het echter dat dit enkel mogelijk is voor de categorie ‘bescheiden’ woningen. We pleiten ervoor dat gemeenten dit kunnen doen voor álle woningen. Ook merkten we op dat het begrip ‘sociale studentenkamer’ moet worden verduidelijkt, want daar kunnen we ons niets bij voorstellen. Intussen is het ontwerp goedgekeurd in de commissie wonen en wordt de wijziging eerstdaags behandeld in het Vlaamse parlement zelf. xavier.buijs@ vvsg.be
www.cawdeterp.be www.cawmetropool.be
40 I 10 januari 2012 I Lokaal
www.vlaamsparlement.be, zoek op het dossier van stuk 1334 (2011-2012)
agenda studiedagen
Leuven vanaf 17 januari
Antwerpen 18 januari Gent 29 februari Leuven 7 maart
Door middel van vragen leert u cliënten hun problemen en behoeften te verwoorden en hun denken open te breken en te nuanceren. www.vvsg.be (kalender)
Overheidsopdrachten: nieuwe regels, nieuwe aandachtspunten
Vraagverduidelijking in het sociaal huis of de sociale dienst
Wiekevorst vanaf 20 januari
Intervisie voor animatoren Systematische ondersteuning en begeleiding voor animatoren in openbare rusthuizen. www.vvsg.be (kalender) Leuven 24 januari
In augustus en september 2011 werd de nieuwe regelgeving voor overheidsopdrachten in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Nieuw is onder meer het Koninklijk Besluit van 15 juli 2011 op de plaatsing van overheidsopdrachten in de klassieke sectoren dat in mei/juni 2012 in werking zou treden. Op deze VVSG-infodagen geven we een overzicht van de nieuwe regelgeving en de nog te verwachten wijzigingen. Volgende onderwerpen komen aan bod: de rechtsbescherming met onder meer aandacht voor de informatieplicht; nieuwigheden in procedures zoals de onderhandelingsprocedure, de concurrentiedialoog en de raamovereenkomsten; de wetgeving overheidsopdrachten in de verhouding tussen besturen. www.vvsg.be (kalender)
Instrument voor berekening van aanvullende steun Theoretische achtergrond en training met praktische tips voor medewerkers van de sociale diensten van OCMW’s. www.vvsg.be (kalender) Genk vanaf 24 januari
Tewerkstellingsmaatregelen voor OCMW-cliënteel Driedaagse opleiding over artikel 60 § 7 en artikel 61 van de OCMW-wet, de Sociale Inschakelingseconomie (SINE), het Activaplan en werkervaring. www.vvsg.be (kalender) Bredene 30 januari en 6 februari Genk 16 en 23 februari Geel 27 februari en 5 maart
Stappenplan voor de opmaak van uw meerjarenplan Tweedaagse vorming in het kader van het VVSG-vormings- en consultingsaanbod omtrent de beleids- en beheerscyclus. www.vvsg.be (kalender)
Brussel vanaf 7 februari
Kortrijk vanaf 14 februari
Intervisie voor hoofdmaatschappelijk werkers
Intervisie voor maatschappelijk werkers
Systematische ondersteuning en begeleiding voor hoofdmaatschappelijk werkers. www.vvsg.be (kalender)
Systematische ondersteuning en begeleiding voor maatschappelijk werkers. www.vvsg.be (kalender)
Leuven 9 februari
opleidingen
Taalwetgeving en taalbeleid Interactieve vorming met focus op de taalregels in het Nederlandse taalgebied zonder speciale taalregeling. www.vvsg.be (kalender)
Genk 16 februari
Servicedesign voor lokale besturen en organisaties Praktijkgerichte training over de servicedesigntoolkit. www.vvsg.be (kalender)
Hasselt 13, 14 en 15 februari
Functionerings-, planningsen evaluatiegesprekken voor leidinggevenden
Antwerpen vanaf 16 februari
Driedaagse training voor leidinggevenden. www.vvsg.be (kalender)
Tweedaagse opleiding voor medewerkers van OCMW’s en diensten voor schuldbemiddeling. www.vvsg.be (kalender)
Mechelen 2 februari, 1 maart en 26 april
Projectmatig werken in lokale overheden Met projectmanagement worden projectactiviteiten op een efficiënte en effectieve manier binnen de gestelde tijd en het budget uitgevoerd via een eenduidige werkwijze. Het slagen van projecten hangt echter niet alleen af van de projectleider maar van de hele organisatie. In deze driedaagse opleiding focussen we zowel op de technieken en instrumenten voor projectmanagement als op de wisselwerking tussen alle betrokkenen, de link met de strategie van de organisatie, het invoeren van een cultuur van projectmatig werken en het omgaan met de veranderingen die deze projecten met zich meebrengen. www.vvsg.be (kalender)
Energievraagstukken voor hulpverleners
evenementen
Brussel 1 en 2 februari
Dag van de Openbare Ruimte Tweedaagse vakbeurs in het teken van ontwerp, inrichting, onderhoud en beheer van openbare ruimte. www.openbareruimte.be Vlaanderen 5 februari
Dag van de Ambachten Ambachtslieden uit heel België zetten hun atelier open voor het publiek. www.dagvandeambacht.be
Lokaal I 10 januari 2012 I 41
column Pieter Bos
D
ie mannen met hun 500 dagen om een regering te vormen, daar lachen wij eens mee. Het is een publiek geheim dat wij, nog ruim 300 keer slapen van de verkiezingen, toch al een akkoord hebben. Of een akkoordje, want veel heeft het, tussen ons gezegd en gezwegen, niet om het lijf. Alleen maar dat wij voort zullen doen na oktober 2012. Het zijn wispelturige tijden, gemoedsrust is dan van primordiaal belang. En die is er nu, nu we weten dat we zelfs in het onzaligste geval gewoon voort kunnen doen zoals we bezig waren. Over zes jaar zien we dan wel weer. Allicht is de wind dan weer gedraaid. Van business as usual naar back to normal, het is maar een kleine stap. Nu onze coalitie haar levensverzekering in orde heeft gebracht, moeten er alleen nog wat details geregeld worden. De lijst, daar zal de voorzitter wel achter zitten. De campagne, die besteden we uit aan een reclamebureau. Gisteren ging het nog om zeep, morgen om ons. Die lui krijgen alles verkocht. Maar het programma, dat schrijven we zelf. Of we kopiëren het, want de beste programma’s zijn passe-partouts in ruimte en tijd. Wel even op smaak brengen met hier en daar een modewoord of lokaal accent natuurlijk. Het getuigt van sérieux om in deze crisistijden met het financieel beleid te beginnen. Dat moet ernstig zijn en zuinig, zonder onverantwoorde uitgaven. Voeg, afhankelijk van de geprefereerde positionering, iets toe over ‘sterkste schouders/zwaarste lasten’ of over ‘mensen die initiatief nemen niet bestraffen’. Wees voorstander van een bloeiend verenigingsleven. Pleit voor ondersteuning, maar laat in het midden hoe. Breek desgevraagd een lans voor ‘maatwerk’, dat valt altijd goed. De adviesraden moeten ernstig worden genomen, allemaal. Ook moet er meer aandacht gaan naar onze fietsertjes. IJver daarom voor meer verkeersveiligheid in het algemeen en sensibilisering in het bijzonder. Je doet er niemand kwaad mee. Denk ook aan de mensen die slecht ter been zijn. Een goed onderhoud van de stoepen en de vlotte bereikbaarheid van het centrum zijn dus ‘belangrijke aandachtspunten’. Sta borg voor een sociaal beleid ‘met oog voor de zwaksten’ dat tegelijk gezinsvriendelijk is. Zeg dat de wachtlijsten te lang zijn. Maak een punt van ‘meer kinderopvang’, maar
42 I 10 januari 2012 I Lokaal
maak duidelijk dat niet alle heil van de gemeente kan worden verwacht. Vandaar dat samenwerking met de scholen en de privésector, ja zelfs met de ouders zelf, cruciaal is. Wat nog? Het milieu! Noem het ‘ons’ milieu, dat suggereert betrokkenheid. Stel een geboortebos in het vooruitzicht, dat is altijd sympathiek. Andere evergreens zijn betere dienstverlening op het containerpark, een kringwinkel (op te richten of uit te breiden), minder zwerfafval. Verlies de hondenpoep niet uit het oog. In verstedelijkte gebieden kan iets worden toegevoegd over dierenrechten. Cultuur dan. We vermelden het grote belang van de bibliotheek en ons cultuurcentrum – hier mogen opnieuw de prestigeprojecten vermeden worden en kan wat afgegeven worden op een ‘te elitaire’ programmering –, ons erfgoed – bewaren! herwaarderen! – en, waarom niet, onze talrijke vrijwilligers – ook te herwaarderen. Openbare werken kunnen natuurlijk niet onvermeld blijven. Kies vrijelijk uit een lijstje versleten straten en pleinen en wijken waar sinds de laatste overstroming zwarte vlaggen hangen. Eis ‘een dringende heraanleg’. Beloof rioleringen. Woorden als ‘schande’ en ‘lang genoeg geduurd’ kunnen hier van pas komen. Zet je krachtig af tegen ‘meerwerken’. Zeker vermelden dat een en ander moet gebeuren ‘na inspraak’ en dat ‘de hinder moet worden beperkt’ (eventueel preciseren: ‘voor onze middenstand’). Veiligheid moet er zeker nog bij. Voldoende straatverlichting en een alert politiekorps zijn altijd bingo, desgevallend te verfijnen met wijkagenten en premies voor inbraakpreventie (behouden of invoeren). Om het geheel wat in te dikken komt volgende maïzena in aanmerking: uitstraling, dicht bij de mensen, lokale werkgelegenheid, de eigenheid van de deelgemeenten en niet te versmaden: ‘het sociale weefsel’. Noteer dat de uitdrukking ‘met gezond verstand’ sinds kort weer bruikbaar is. Goed mengen met hier en daar de naam van een lokale vereniging, een straat, een deelgemeente en klaar is kees. Wie lust hier geen pap van? Wie kan hier tegen zijn? Bij nader inzien hadden we dat voorakkoordje niet eens nodig. Wij winnen toch.
beeld karolien vanderstappen
Dansen op een slap akkoord
10
goede redenen om
te kiezen
voor de
VVSG solidariteitsagenda
2012 solidariteitsagenda 2012
Bezorg de strook aan de VVSG
1. 32 pagina’s extra met meer dan 1000 data van federale, Vlaamse en provinciale diensten die te maken hebben met het lokale bestuur. Bijvoorbeeld: welke nuttige gegevens heeft een schepen van cultuur, een secretaris, een stedenbouwkundige of een personeelsverantwoordelijke nodig? 2. Correcte gegevens: adres, telefoon, fax, e-mail en website 3. Nuttig: met belangrijke data voor het lokale bestuur. Bijvoorbeeld: wanneer moet welke vlag buiten hangen? 4. Veel overzicht: een weekplanner met leeslint 5. Handig formaat: 17,5 x 22,5 cm 6. Mooi afgewerkt: met rode linnen band 7. Solidariteitsagenda: ten voordele van Oxfam-Solidariteit. U werkt zo mee aan meer kansen voor het Zuiden en minder onrecht. 8. Eerlijke prijs: • 15.99 euro voor VVSG-leden • 18.49 euro voor niet-leden Btw en verzending inbegrepen. 9. Korting voor groepsaankopen van 5 tot 20 exemplaren: • 13.11 euro per exemplaar voor VVSG-leden • 15.61 euro voor niet-leden Btw en verzending inbegrepen 10. Gewaardeerde nieuwjaarsattentie voor leden van het college, raadsleden & personeel. Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel tel. 02-211 55 19/20 fax 02-211 56 57 viviane.arents@vvsg.be
Ja, ik bestel
ex. van de VVSG solidariteitsagenda 2012
VVSG-lid geen VVSG-lid Naam Functie Gemeente/Organisatie Adresgegevens Facturatieadres indien verschillend van leveringsadres
Datum
Handtekening
Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overenkomstig de wet op de privacy, heeft u inzage- en correctierecht in ons bestand.