
7 minute read
Kansen na corona
De pandemie vanuit een ander oogpunt
Dat mensen uit de zorg- en welzijnssector het afgelopen jaar hard gewerkt hebben en zich flexibeler toonden dan een Olympische gymnast, hoeven we niemand nog te vertellen. Margot Cloet, gedelegeerd bestuurder van Zorgnet-Icuro, en Hendrik Delaruelle, algemeen directeur van het Vlaams Welzijnsverbond, weten dat beter dan eender wie. InMotion sprak met hen over het afgelopen jaar en over wat ze daarvan meenemen naar de toekomst.
Als vertegenwoordigers van de twee grootste koepelorganisaties binnen zorg en welzijn, staan Hendrik Delaruelle en Margot Cloet midden in het spreekwoordelijke veld van de coronacrisis. “Het was een ontzettend heftig jaar”, zegt Hendrik. “Vooral die eerste maanden, toen er nog heel wat onbekendheid heerste over het virus, waren erg onvoorspelbaar. In het begin was het alle hens aan dek in de voorzieningen. Ze stonden zeven op zeven klaar in moeilijke omstandigheden om mensen maximale ondersteuning in veilige omstandigheden te bieden. Wij stonden als koepelorganisatie voortdurend in verbinding met hen en hebben alles gegeven om de nodige budgetten en een voldoende flexibel regelgevend kader te onderhandelen met de Vlaamse overheid. Met de oprichting van de taskforce COVID-19 Zorg is er dan gelukkig snel structuur gekomen. Die praktische handvaten gaven ons de nodige richtlijnen om aan vast te houden.”
“We hebben in het begin inderdaad heel wat zaken moeten omgooien en knopen moeten doorhakken”, treedt Margot hem bij. “En hoewel dat lang niet altijd evident was, staat de sector na dit helse jaar toch nog steeds overeind.” Op de vraag of ze zelf ook zo onder de indruk zijn van de veerkracht en weerbaarheid die de hele zorg- en welzijnssector toonde, is het antwoord eenduidig ‘ja’. “De medewerkers in onze branche hebben zichzelf overtroffen”, zegt Hendrik. “Het is schitterend hoe mensen hun verantwoordelijkheden hebben opgenomen. Het kader was niet altijd even duidelijk en vroeg een enorme flexibiliteit, maar daar hoorde je geen van hen over klagen. De sector heeft een groot vertrouwen gekregen van de overheid, en ze hebben dubbel en dik bewezen dat ze dat vertrouwen ook echt verdiend hadden. Wat al deze mensen in het voorbije jaar gerealiseerd hebben, dat is méér dan indrukwekkend.”
“Daar kan ik me volmondig bij aansluiten”, zegt ook Margot. “Ik denk dat deze crisis ook duidelijk heeft gemaakt dat zorg en welzijn niet losgekoppeld kunnen worden van economie. Als ons zorg- en welzijnssysteem onder druk staat, heeft dat een grote impact op alle andere levensdomeinen. Het voorbije jaar moesten we absoluut vermijden dat ons zorgsysteem zou crashen, en dat had zware gevolgen voor het economisch, maatschappelijk of cultureel leven. Precies daarom is het zo belangrijk dat we blijven investeren in zorg en welzijn. ”
“Precies. Een stevige fundering van zorg en welzijn is onvervangbaar”, vult Hendrik aan. “Onze mensen doen wat ze moeten doen; ze bouwen verder op hun ervaring en werken samen om
doelen te bereiken. Er wordt vaak gezegd dat er in de ambulante hulpverlening op de pauzeknop gedrukt werd. En hoewel dat aanbod niet georganiseerd worden zoals voordien, hebben onze voorzieningen wel heel actief gezocht naar alternatieven en daar ook werk van gemaakt. Videobellen via Zoom, chatten via WhatsApp, gaan praten met cliënten via stoepgesprekken of wandelingen … Onze medewerkers zijn vanuit een intrinsieke motivatie om goed te doen op zoek gegaan naar nieuwe manieren om zorgvragers te begeleiden op maat. Dat wakkerde bij sommigen zelfs een vuur aan. Wat niet wegneemt dat het bikkelhard is geweest.”
Zijn bepaalde structuren in de sector nu misschien wel voorgoed veranderd? Of is dat een vals vermoeden? “Ik denk dat we absoluut een nieuwe weg hebben ingeslagen die de juiste richting uitgaat”, vindt Margot. “Maar dat wil niet zeggen dat we er al zijn. Er is lang bespaard op zorg en welzijn, en hoewel we erg blij zijn met de nieuwe investeringen, is er nog veel werk aan de winkel. Ik denk wel dat iedereen dankzij deze pandemie geleerd heeft dat een kwalitatieve zorgsector een zegen is voor iedereen en we als samenleving moeten blijven investeren in zorg en welzijn. Dat komt iedereen ten goede.”
“Corona heeft heel wat zaken versneld”, knikt Hendrik. “Het digitale, bijvoorbeeld. Onze sector heeft op dat vlak in recordtempo een grote omwenteling doorgemaakt. Daarbij moeten we er wel over waken dat iedereen kan volgen. Niet elke cliënt heeft de middelen of de kennis om die digitalisering te volgen. Het virus heeft alles eens goed door mekaar geschud en sommige zaken zijn daardoor op een andere plek neergekomen. Het voorbije jaar hebben we meer dan ooit gezien hoe zinvol het kan zijn om expertise te delen en medewerkers over de grenzen van voorzieningen en sectoren heen in te zetten. Daar moeten we ook na deze pandemie op blijven inzetten.” “Ik denk dat we – en dan heb ik het over onze volledige maatschappij – dankzij het virus ook wel geleerd hebben dat we onmogelijk alles onder controle kunnen hebben”, sluit Margot aan. “We investeren ook veel te weinig in preventie en vroegdetectie. In die zin staat de piramide nu op zijn kop, want het hele beleid is erop gestoeld om te voorkomen dat mensen besmet raken. Maar gezond zijn is meer dan enkel lichamelijk, en ook daar hebben we helaas nog enorm veel werk voor de boeg. We grijpen vaak veel te laat in wanneer iemand zich mentaal niet goed voelt.”
“Men maakt elke dag het overzicht van het aantal zieken, besmettingen en ziekenhuisopnames. Dat zijn inderdaad belangrijke parameters, maar dat zegt niets over de toestand van ons welzijn. Dat zegt niets over vereenzaamde ouderen, depressieve jongeren, onzekere kinderbegeleiders (door de onbekende impact in het begin van het virus op kinderen) … In de hele pandemie was er te vaak een medische invalshoek en te weinig een psychosociale invalshoek. Zowel voor gebruikers als zorgverstrekkers”, stelt Hendrik. “Ik denk dat we kunnen besluiten met het feit dat zorg meer omvat dan louter het klassieke zorgen. En het zijn de medewerkers die het grote verschil maken voor patiënten en cliënten.”
“Zorg is mensenwerk. Dat kan je niet laten vervangen door robotten”, besluit Margot.


OVER ZORG
- LISBETH IMBO
“Gaande van stomme tandpijn tot echt iets ernstigs: we hebben allemaal wel eens nood aan goede zorg en die is onvervangbaar. Zeker dit jaar beseft iedereen denk ik hoe belangrijk de ‘goede gezondheid’ die we elkaar wensen is, ook de jongeren die daar anders hun schouders voor ophalen. Ik denk dat we meer dan ooit beseffen hoe hard we leunen op mensen van de zorg en hoop dat dit ook in de verre toekomst nog mag leiden tot meer respect voor deze sector. En dat we dingen kunnen oplossen die al lang op de agenda staan. Kunnen we de grote loonsverschillen in de zorg nog blijven verklaren? De ene specialisatie is toch al even belangrijk als de andere? Van pediatrie over nierdialyse tot geriatrie? Ik denk dat onze politici van de bevolking zeker een mandaat hebben om dat eens grondig te herzien.”
- DAVID CANTENS
Acteur David Cantens, vooral bekend van zijn rollen als Rudy in Marsman, Jonas in Familie en Youri in Luizenmoeder, heeft een groot hart voor de zorg. Dat hart werd tijdens de coronacrisis alleen maar groter. “Soms zit ik in de file in de auto naar de set. Dan denk ik er vaak aan. Dan zie ik het voor me: al die verplegers en verpleegsters die in het hele land hun coronapakken aandoen voor de zoveelste dag op rij. Dan zie ik de huisdokter in pakweg Lovendegem de zoveelste test afnemen en het zoveelste hart onder de riem steken. Dan zie ik de de begeleidster aan de jongen met autisme proberen uitleggen wat corona precies betekent. En heel soms ... zie ik ze allemaal samen. En dan denk ik: wat mogen we fier en dankbaar zijn voor al deze mensen. Dat we dit met z’n allen al zo lang volhouden. Laat ons eerlijk zijn ... het is mentaal en fysiek geen snotvallinkje geweest. Het applaus voor de zorg is ondertussen wat uitgedoofd, maar ik hoop dat het na heel deze crisis weer mag aanzwellen. Oorverdovend over het hele land. Over de hele wereld. Zo’n applaus waar ge kiekenvel van krijgt. Dat hoop ik.”
