FOR A NATURAL SERENITY
3
OVER HOME EOS
4
AKOESTISCHE ISOLATIE VAN GEBOUWEN VOLGENS HOME EOS
6
DE BASISPRINCIPES VAN GEBOUWENAKOESTIEK
15
DE SYSTEMEN VOOR AKOESTISCHE ISOLATIE
53
HET STOP-SOUND GAMMA
61
FAQ
TOTAALOPLOSSINGEN VOOR AKOESTISCHE PROBLEMEN IN GEBOUWEN HOME EOS Acoustic is dé specialist op het vlak van natuurlijke lawaaibestrijding. Ons professioneel en dynamisch team legt zich elke dag weer toe op het ontwikkelen en produceren van innoverende akoestische isolatie gemaakt uit biologisch materiaal. Onze innovatieve producten vormen stuk voor stuk krachtige akoestische barrières met talrijke toepassingen in de bouwsector zowel geschikt voor nieuwbouw als voor renovatie, voor traditionele gebouwen als voor houten constructies. Daarnaast zijn er ook toepassingen in de industrie en de transportsector. De akoestische barrières bestaan uit een membraan van recycleerbare biopolymeren, geproduceerd op basis van hernieuwbaar organisch materiaal. Een unieke natuurlijke oplossing die garant staat voor een rustige woon- of werkomgeving! Verantwoord ondernemerschap is voor HOME EOS geen loos begrip. Daarom wordt onze akoestische isolatie in België geproduceerd volgens het ‘cradle to cradle’-principe. Bovendien houden wij de ecologische voetafdruk van onze producten al van bij hun ontwerp zo klein mogelijk. Want daar wordt iedereen beter van! Onze producten:
In onze drukke samenleving is lawaai alomtegenwoordig. In steden ligt het geluidsniveau vaak hoger dan 60 tot zelfs 80 decibel: denk maar aan vliegtuigen, wegverkeer, de beatmuziek van de buren... En aangezien tegen 2050 maar liefst 75% van de wereldbevolking in steden zal wonen, zal het belang van akoestische isolatie alleen maar toenemen. De permanente blootstelling aan lawaai veroorzaakt stress, fysiologische aandoeningen, slaapstoornissen en zelfs ziekten. Gelukkig zijn we ons steeds meer bewust van de impact van lawaai op ons algemeen welbevinden, en groeit het besef dat we geluidshinder thuis en op het werk zoveel mogelijk moeten beperken. De bouwsector wordt dan ook geconfronteerd met hogere verwachtingen en strengere normen voor geluidsisolatie. Maar kwalitatieve geluidsisolatie realiseren met materialen die steeds lichter, duurzamer, energiezuiniger en beter recycleerbaar moeten zijn, is geen sinecure… Daarom is er het gamma van HOME EOS. Bij ons vindt u totaaloplossingen voor akoestische isolatie, wat de aard van uw project ook is. Wij adviseren u en staan u graag bij in alle fases van het bouwproces: van ontwerp over levering tot de installatie van integrale systemen met geschikte akoestische isolatie en bijhorende accessoires.
- verlagen de ecologische voetafdruk van de sectoren waarin ze worden gebruikt; - verkleinen de afvalberg omdat ze niet alleen duurzaam maar ook recycleerbaar zijn; - zijn niet nadelig voor de gezondheid van plaatsers en gebruikers.
3
AKOESTISCHE
ISOLATIE VAN GEBOUWEN VOLGENS HOME EOS HOME EOS Acoustic is dé specialist op het vlak van natuurlijke lawaaibestrijding. Onze akoestische barrière op biologische basis vormt een hoogwaardige oplossing voor de bouwsector - zowel geschikt voor nieuwbouw als voor renovatie, voor traditionele gebouwen als voor houten constructies. De akoestische barrière heeft een hoge dichtheid, is visco-elastisch en verbetert het “massa-veer-massa”-effect dat bepalend is voor de kwaliteit van de akoestische isolatie. Met de producten uit het HOME EOS-gamma wordt een zwaar elastisch membraan op een oppervlakte aangebracht. Op die manier kan een akoestische demping van meer dan 60 dB worden bereikt. Tegelijkertijd dalen het gewicht en het volume van het gebouw ten opzichte van hetzelfde resultaat met andere materialen. Het membraan werkt ook trillingdempend.
4
Het membraan is gemakkelijk te plaatsen, geeft geen vezels of stof af en werkt brandwerend. Doordat het dun is, kunnen de vloeroppervlakte en de woonruimte optimaal worden benut. Bovendien neemt de plaatsing weinig tijd in beslag en wordt de structuur minder zwaar dan met traditionele akoestische isolatiematerialen. En dat leidt allemaal tot lagere kosten.
Het STOP-SOUND-gamma voor geluidsisolatie omvat drie producten: - STOP-WALL, een dun membraan met een dichtheid van 2,5 of 4 kg/m2, dat verkrijgbaar is op rollen. Voor het isoleren van wanden, deuren, plafonds, gevels en daken. - STOP-FLOOR, dat verkrijgbaar is op rollen of in de vorm van platen versterkt met een onderlaag die contactgeluiden dempt. Voor het isoleren van bodems, betonplaten, welfsels en vloeren. - STOP-PIPE, geluidsisolatiemateriaal dat bestaat uit een membraan en isolatieschuim. Voor verluchtingskokers, leidingen en valpijpen. Daarnaast is er een gamma van toebehoren beschikbaar, waaronder de elastische stroken STOP-BAND en scheidingsstroken. Met het STOP-ECHO-gamma biedt HOME EOS ook innoverende en natuurlijke oplossingen voor geluidscorrectie aan, te gebruiken op plafonds, muren en binnen alle mogelijke ruimtes.
STOP-SOUND, INNOVATIE VOOR DUURZAME GELUIDSISOLATIE De akoestische STOP-SOUND-barrières bestaan uit een membraan van visco-elastische biopolymeren op basis van organische derivaten. Hun hoge densiteit (zware folie) en hoge visco-elasticiteit verbeteren de akoestische prestaties van alle gebouwencomplexen: de aangebrachte massa beperkt de geluidsoverdracht, terwlijk de elasticiteit de energie absorbeert. STOP-SOUND is slechts enkele millimeters dik, maar verbetert het “massa-veer-massa”-effect van alle mogelijke structuren in aanzienlijke mate.
– Elastische akoestische barrière met hoge densiteit (zware folie)
– Geeft geen vluchtige organische stoffen af
– Zeer goede akoestische eigenschappen
– Bevat geen weekmakers
– Efficiënt voor alle frequenties
– Bevat geen oplosmiddelen
– Krachtige geluidsabsorptie
– Natuurlijk brandbestendig
– Demping van trillingen
– Bevat geen brandvertragers
– Mechanische scheiding van het type ‘silent bloc’
– Brandt niet of, smelt niet
– Membraan van biopolymeren op basis van natuurlijke producten
– Gemakkelijk te plaatsen, te versnijden en te verzagen
– Kleine ecologische voetafdruk
– Soepel en aanpasbaar aan alle structuren
– Alternatief voor zware massa’s op basis van bitumen, PVC en EPDM
– Duurzame oplossing van natuurlijk materiaal – Recycleerbaar
– Snelle plaatsing
– Dun – Neemt nauwelijks vloeroppervlakte of woonruimte in
– Biologisch afbreekbaar op het einde van de levenscyclus
– Maakt structuren lichter
– Reukloos
– Made in Belgium
– Geeft geen vezels of stof af
– Voordelig
– Gezond voor plaatsers en gebruikers
5
DE BASISPRINCIPES
VAN GEBOUWENAKOESTIEK
1. GELUID...................................................................................................................................................... 6 2. WANNEER GELUID LAWAAI WORDT.......................................................................................................... 8 3. NORMEN.................................................................................................................................................. 9 4. LAWAAI CORRIGEREN............................................................................................................................ 12
1.
1.1. GELUIDSOVERBRENGING
GELUID
We hebben het over geluid wanneer een trilling van de lucht door het oor wordt opgevangen. Die trilling bereikt het oor in de vorm van een geluidsgolf, namelijk een opeenvolging van druk en onderdruk die zich door de lucht verplaatsten.
Air molecules
Rarefaction
Compression
Die trilling, die zich met ongeveer 340 m/s door de lucht verplaatst, doet dat ook in andere media, maar dan tegen andere snelheden. In een gebouw spreken we van min of meer isolerende materialen wanneer ze de geluidsgolf trager of sneller aan de lucht doorgeven. Rubber bijvoorbeeld, dat bekend staat als een goede isolator, geeft een trilling met slechts 70 m/s door. Dezelfde trilling wordt door glas, beton, of staal doorgegeven met een snelheid van meer dan 3000 m/s. Die materialen zijn dus goede trillinggeleiders maar slechte geluidsisolatoren. Een trilling die door het oor wordt opgevangen, wordt gekenmerkt door twee parameters: de sterkte en de frequentie van de trilling.
Wave length Amplitude
Wave length
6
Akoestische overbrenging in de lucht
GELUIDSSTERKTE
1.2.
De gemeten sterkte is een fysische en objectieve waarde maar het menselijk oor interpreteert die waarde op subjectieve wijze. Volgens de logaritmische berekening betekent een verdubbeling van de druk een toename van 3 dB. Voor het gehoor moet de druk echter10 keer groter moeten zijn voordat het als een verdubbeling van de aanvankelijke druk wordt waargenomen.
De sterkte van de golf wordt aangegeven door zijn trillingsenergie, uitgedrukt in watt (W). In de praktijk wordt ze gemeten in Pascal (Pa), als druk op een bepaald ontvangstoppervlak. Het bereik van de hoorbare druk is zeer groot en gaat van 0,00002 tot 20 Pa. Om het noteren te vereenvoudigen wordt het uitgedrukt op een logaritmische schaal in decibel (dB).
Voor gebouwenakoestiek betekent dit dat een geluid waarvan de sterkte tot de helft kan worden herleid , slechts met 3 dB daalt. Opdat het oor de indruk zou hebben dat het geluid de helft zwakker is, moet men de geluidssterkte delen door 10.
Het niveau (Lp) wordt berekend op basis van de gemeten sterkte (I) ten aanzien van de waarnemingsdrempel (Io), het zwakste geluid dat het oor kan horen: Lp = 10 log ( I / Io)
Volume (dB) 130
110
Gevaarlijk geluid
120
Discotheek - festival
100
90
80
Vermoeiend geluid
Drilboor
Transport-voertuigen
Wegvervoer
70
60
50
40
30
20
Hinderlijk geluid
Bureau
Restaurant
Appartementbibliotheek
Kamer
Bos 10
Licht geluid
Pijndrempel Decibelschaal
1.3.
GELUIDSFREQUENTIE De frequentie stemt overeen met het aantal trillingen per seconde, dat Hertz (Hz) wordt genoemd. Het menselijk oor kan enkel luchttrillingen waarnemen die tussen 20 Hz en 20 000 Hz liggen. In gebouwenakoestiek worden alleen de frequenties van 100 tot 4000 Hz onderzocht. Die worden onderverdeeld in drie categorieën per akoestisch domein: – Lage frequenties: minder dan 200 Hz. - Bijvoorbeeld: traag wegverkeer, vliegtuigen op grote afstand, keukendampkappen, ventilatie .
Het menselijk oor is gevoeliger voor hoge frequenties. Dit betekent dat een hoge frequentie met dezelfde sterkte als een middenfrequentie als sterker zal worden ervaren. Daarom moeten we de metingen wegen, zodat het gemeten niveau van elke frequentie wordt weergegeven in functie van het waargenomen geluid. In gebouwen ontstaan storende frequenties dikwijls als gevolg van trillingen waarvan de golflengte overeenkomt met de afmetingen van de kamer. Die frequenties zijn des te meer aanwezig wanneer lengte, breedte en hoogte van de kamer waarden zijn die een veelvoud van elkaar vormen.
– Middenfrequenties: van 200 tot 2000 Hz. - Bijvoorbeeld: gesprekken, televisietoestellen, radio. – Hoge frequenties: meer dan 2000 Hz. - Bijvoorbeeld: deurbellen, piepende deuren, wekkers of de bel van een microgolfoven.
Geluidsoverbrenging langs de lucht
INFRASONE GELUIDEN
BEREIK DAT DOOR HET MENSELIJK OOR KAN WORDEN GEHOORD
ULTRASONE GELUIDEN
BEREIKEN WAARMEE REKENING GEHOUDEN MOET WORDEN VOOR DE AKOESTIEK VAN HET GEBOUW
NIVEAU (dB)
90 80
1
70
2
60 50 40 30
DOFFE TONEN
20 10 0
20
100
1 Genormaliseerde geluidsproductie 2 Door het oor waargenomen geluid
MIDDEN TONEN 200
SCHERPE TONEN
2.000
5.000
20.000
FREQUENTIE (HZ)
7
2.
WANNEER GELUID LAWAAI WORDT
In tegenstelling tot onze ogen kunnen 2.1. we onze oren niet sluiten of ze in een bepaalde richting draaien. Ze zijn altijd actief en vangen alle geluiden op die zich boven de waarnemingsdrempel en binnen het hoorbare frequentiebereik bevinden. Alle geluid dat we onvrijwillig horen, noemen we lawaai.
BRONNEN VAN LAWAAI IN GEBOUWEN
Dat lawaai overlapt altijd de “nuttige” geluiden. Tijdens een gesprek horen we de omgevingsgeluiden én de stem van onze gesprekspartner. Om te begrijpen wat die zegt, moeten we het nuttige geluid van het lawaai scheiden.
– Geluiden die van binnen de ruimte komen: gesprekken, muziek, televisie, huishoudtoestellen, stappen, stoelen.
In gebouwen zijn er veel bronnen van lawaai. We kunnen ze onderverdelen in drie categorieën: – Geluiden die van buiten de ruimte komen: auto-, trein- of vliegtuigverkeer, spelende kinderen, straattoneel.
– Technische geluiden van installaties en water en luchtstromen: verwarming, verluchting.
Telkens wanneer we naar iets luisteren, moet het overgebrachte geluidsignaal sterk genoeg zijn om de boodschap te kunnen ontcijferen. In een lawaaierige ruimte hebben we dus de neiging het volume van het signaal te versterken om het lawaai te overstijgen. Wanneer we echter stilte verlangen, kunnen we het geluid niet overstijgen. In dat geval moeten we de waarneming ervan uitschakelen door het lawaai aan de bron te smoren of ons ervan af te sluiten.
Lawaai van apparatuur (mechanische ventilatie)
Directe overbrenging door de lucht
Lawaai door intern contactgeluid
Door de wanden overgebracht geluid
Lawaai door extern luchtgeluid
IN TEGENSTELLING TOT ONZE OGEN KUNNEN WE ONZE OREN NIET SLUITEN OF ZE IN EEN BEPAALDE RICHTING ORIËNTEREN!
8
Lawaai door intern luchtgeluid
Lawaai van apparatuur (verwarming)
2.2.
GELUIDSVOORTPLANTING In de akoestiek maken we een onderscheid tussen de voortplanting van luchtgeluid en van contactgeluid. Luchtgeluid is geluid dat je in een ruimte hoort maar dat in een naburige ruimte wordt opgewekt, waarbij het de wanden van de ruimte niet raakt. De bron van het geluid kan een gesprek zijn of een muziekinstrument, een televisietoestel, een verluchtingssysteem enz.
Contactgeluid is geluid dat voortkomt uit een directe trilling van een muur, een plafond of een vloer. Typische oorzaken van contactgeluiden zijn het verschuiven van stoelen, , het sluiten van deuren, gebonk tegen de muren, voetstappen of de trillingen van technische apparatuur. Flankerend geluid in gebouwen is geluid van lucht of contactgeluid dat zich in de vorm van trillingen voortplant door indirecte overdracht via de structuur van het gebouw. Die trillingen kunnen worden omgezet in hoorbaar geluid op plaatsen in het gebouw die zich ver van de bron van het geluid bevinden.
Overdracht van luchtgeluid en van contactgeluid
3.
NORMEN
De norm die in België voor woongebouwen geldt, is de norm NBN S 01-400-1 : 2008.
3.1.1.
In die norm wordt een onderscheid gemaakt tussen twee akoestische comfortniveaus: het Normaal Akoestisch Comfort en het Verhoogd Akoestisch Comfort. Het Normaal Akoestisch Comfort is de minimumdrempel die voor elke nieuwbouw of woningrenovatie in acht genomen moet worden. De vereisten ervan stellen 70% van de bewoners tevreden. Het Verhoogd akoestisch comfort is van toepassing wanneer de bouwheer daar uitdrukkelijk om vraagt. Dat comfortniveau stelt 90 % van de bewoners tevreden. Akoestische waarneming is een subjectief gegeven. Daarom is het onmogelijk te becijferen welk niveau 100 % van de bevolking tevreden zou stellen. Bij renovaties is het toegestaan van de norm af te wijken wanneer de beperkingen van het gebouw beletten de nodige technische oplossingen aan te brengen om aan de vereisten van het Normaal Akoestisch Comfort te voldoen. In dat geval is het aanbevolen dat de ontwerper van het project het schriftelijk meedeelt aan de kandidaat-huurders of kopers.
LUCHTGELUIDSISOLATIE TUSSEN RIJWONINGEN EN APPARTEMENTEN De kwaliteit van de luchtgeluidsisolatie wordt gemeten op basis van de verzwakking van het geluid wanneer het door een wand gaat. In het laboratorium meten we de golfsterkte aan de ene kant (EIncid ) en aan de andere kant van de wand (ETrans ) volgens de formule R (dB) = 10 log (EIncid / ETrans ). Zo wordt een specifieke afzwakkingswaarde voor elke frequentie berekend. Om dit te kunnen uitdrukken door één enkele waarde wordt het gemeten bereik gewogen en de uiteindelijke waarde uitgedrukt in Rw. De isolatiekwaliteit van een materiaal kan echter sterk variëren naargelang de frequentie. Om dat verschil uit te drukken op de technische fiches worden de aanpassingstermen C en Ctr toegevoegd aan de notering Rw (C, Ctr ) Met die termen kan een onderscheid gemaakt worden tussen het isolatievermogen bij hoge en middenfrequenties (Rw + C ) enerzijds en bij lage frequenties (Rw + Ctr ) anderszijds. De waarde Rw (C, Ctr ) is dus een waarde die op basis van laboratoriummetingen bepaald wordt. Bij meting ter plaatse spreken we over de gestandaardiseerde akoestische isolatieindex DnT,w. Die index verschilt van Rw (C, Ctr ) , aangezien hij rekening houdt met het volume van de gemeten ruimte en met de specifieke weerkaatsing erin. Het resultaat verschilt ook naargelang de plaatsing op de werf en door de zijdelingse geluidsoverdrachten. Hoe hoger de waarden Rw (C, Ctr ) en DnT,w, hoe beter de isolatie tegen luchtgeluid.
9
EISEN VOOR DE LUCHTGELUIDSISOLATIE TUSSEN TWEE RUIMTEN Zendruimte buiten de woning
Ontvangstruimte binnen de woning
Normaal akoestisch comfort
Verhoogd akoestisch comfort
Elke ruimte
Elke ruimte behalve een technische ruimte of inkomhal
DnT,w ≥ 54 dB
DnT,w ≥ 58 dB
Elke ruimte in een nieuwgebouwde rijwoning
Elke ruimte in een nieuwgebouwde rijwoning, behalve een technische ruimte
DnT,w ≥ 58 dB
DnT,w ≥ 62 dB
Zendruimte binnen de woning
Ontvangstruimte binnen de woning
Normaal akoestisch comfort
Verhoogd akoestisch comfort
Slaapkamer, keuken, woonkamer en eetkamer
Slaapkamer
DnT,w ≥ 35 dB
DnT,w ≥ 43 dB
De volgende eisen gelden voor een Normaal Akoestisch Comfort in DnT,w :
De volgende eisen gelden voor een Verhoogd Akoestisch Comfort voor de DnT,w :
– De isolatie tegen luchtgeluid van buiten de woning moet minstens 54 dB bedragen;
– De isolatie tegen luchtgeluid van buiten de woning moet minstens 58 dB bedragen;
– Voor een nieuwgebouwd rijhuis ligt de norm voor isolatie hoger, namelijk 58 dB;
– Voor een nieuwgebouwd rijhuis moet de isolatie zelfs 62 dB bedragen;
– De binnenisolatie van de woning naar de slaapkamers moet minstens 35 dB bedragen.
– De binnenisolatie van de woning naar de slaapkamers moet minstens 43 dB bedragen.
Die isolatiewaarden tegen luchtgeluid moeten in acht worden genomen in elke ruimte van de woning, behalve in de inkomhal en de technische ruimten (wasplaats, garage, kelder enz.).
De uitzonderingen zijn dezelfde als voor het Normaal Akoestisch Comfort. We stellen dus vast dat de isolatie van de slaapkamers ten aanzien van het luchtgeluid in de rest van de woning veel groter is bij het Verhoogd Akoestisch Comfort.
De interne isolatie van 35 dB naar de kamers geldt voor elk type van ruimte in de woning, met inbegrip van de slaapkamers onderling.
3.1.2.
CONTACTGELUIDSISOLATIE TUSSEN RIJWONINGEN EN APPARTEMENTEN De isolatie tegen contactgeluiden meten we met een geijkte klopmachine. Die machine produceert een gekalibreerd contactgeluid op de vloer van een ruimte. Door de meting van het niveau in de aangrenzende ruimte, kunnen we de isolatie-index L’nT,w berekenen, waarbij we rekening houden met de specifieke weerkaatsingen in de ontvangstruimte en met de weging van de frequenties.
Index L’nT,w staat voor het resultaat van de meting ter plaatse. De technische materiaalfiches vermelden index ΔLw, die het resultaat is van laboratoriummetingen. Hoe hoger index ΔLw, hoe beter het resultaat ter plaatse. Een goede isolatie zal een zo laag mogelijke L’nT,w index opleveren.
EISEN VOOR DE CONTACTGELUIDSISOLATIE TUSSEN TWEE RUIMTEN
10
Zendruimte buiten de woning
Ontvangstruimte binnen de woning
Normaal akoestisch comfort
Verhoogd akoestisch comfort
Elke ruimte
Elke ruimte behalve een technische ruimte of inkomhal
L’nT,w ≤ 58 dB
L’nT,w ≤ 50 dB
Elke ruimte behalve een slaapkamer
Slaapkamer
L’nT,w ≤ 54 dB
L’nT,w ≤ 50 dB
Zendruimte binnen de woning
Ontvangstruimte binnen de woning
Normaal akoestisch comfort
Verhoogd akoestisch comfort
Slaapkamer, keuken, woonkamer en eetkamer
Slaapkamer
–
L’nT,w ≤ 58 dB
De volgende eisen gelden voor een Normaal Akoestisch Comfort in L’nT,w:
De volgende eisen gelden voor een Verhoogd Akoestisch Comfort in L’nT,w:
– De overdracht van contactgeluiden van buiten de woning moet lager zijn dan 58 dB;
– De overdracht van contactgeluiden van buiten de woning moet lager zijn dan 50 dB;
– De overdracht van buitenshuis naar de kamers moet zelfs lager zijn dan 54 dB.
– De overdracht van buitenshuis naar de kamers moet lager zijn dan 58 dB.
Die waarden voor contactgeluiden moeten worden gerespecteerd voor alle woonruimten, behalve voor de inkomhal en de technische ruimten (wasplaats, garage, kelder enz.).
Dat betekent dat voor het Verhoogd Akoestisch Comfort geen onderscheid gemaakt wordt tussen de verschillende kamers van het gebouw ten aanzien van burenlawaai, behalve voor de inkomhal en de technische ruimten, waaraan geen speciale eisen worden gesteld: in alle leefruimten moet de overdracht van contactgeluiden beperkt zijn tot 50 dB.
In het kader van het Normaal Akoestisch Comfort wordt geen enkele eis gesteld aan de isolatie tegen contactgeluiden binnen een en dezelfde woning.
3.1.3.
Voor het Verhoogd Akoestisch Comfort is het niettemin vereist dat de overdracht van geluid binnen de woning naar de kamers niet hoger ligt dan 58 dB.
BEPERKING VAN HET LAWAAI VAN INSTALLATIES In de onderstaande tabel staan de toelaatbare niveaus vermeld voor omgevingslawaai dat voortkomt van uitrustingen in de ruimten waarin die geluiden worden voortgebracht LAInstal,nT : Ruimte
Sanitaire ruimten, wc
Normaal akoestisch comfort
Verhoogd akoestisch comfort
Mechanische ventilatie
≤ 35 dB
≤ 30 dB
Sanitaire installaties
≤ 65 dB
≤ 60 dB
Uitrusting
Mechanische ventilatie
≤ 35 dB
≤ 30 dB
Dampkap
≤ 60 dB
≤ 40 dB
Woon en eetkamer
Mechanische ventilatie
≤ 30 dB
≤ 27 dB
Slaapkamer
Mechanische ventilatie
≤ 27 dB
≤ 25 dB
Keuken
Technische ruimten met installaties voor minder dan 10 woningen
≤ 75 dB
Technische ruimten met installaties voor meer dan 10 woningen
≤85 dB
In de praktijk wordt dat lawaai meestal voortgebracht buiten de woonruimten. De norm beperkt de overgedragen geluidsniveaus tussen de ruimten waar het lawaai wordt voortgebracht en die waar het wordt gehoord. Meestal wordt het overgedragen langs de leidingen. Een tijdelijke overschrijding van de drempel is bijvoorbeeld toegestaan wanneer een installatie wordt opgestart of wanneer een sanitair toestel leegloopt of wordt gevuld. In de eisen van het Normaal Akoestisch Comfort in LASmax,T is de grens van het externe achtergrondgeluid vastgelegd op:
In de eisen van het Normaal Akoestisch Comfort in LASmax,T is de grens van het externe achtergrondgeluid vastgelegd op: – 27 dB voor de woonkamer en de eetkamer, met een maximale overschrijding van 3 dB; – 25 dB voor de slaapkamers, met een maximale overschrijding van 3 dB. Bij het meten van die niveaus moet er rekening worden gehouden met alle geluidsbronnen naar die ruimte.
– 30 dB voor de woonkamer en de eetkamer, met een maximale overschrijding van 6 dB; – 27 dB voor de slaapkamers, met een maximale overschrijding van 3 dB.
3.1.4.
GEVELISOLATIE Voor Normaal Akoestisch Comfort moet de isolatie tegen luchtgeluid in DAtr hoger liggen dan 26 dB in de woonkamer, de keuken, het bureau en de slaapkamer. Die waarde houdt geen rekening met het achtergrondgeluid in de ruimte. Voor Verhoogd Akoestisch Comfort moet de gevelisolatie worden verhoogd tot 30 dB.
Wanneer een slaapkamer blootgesteld is aan het lawaai van treinen of vliegtuigen, moet de isolatie in DDAtr minstens 34 dB bedragen. Indien de kamer twee buitengevels heeft, stijgt die waarde tot 37 dB. Die speciale vereisten zijn van toepassing ongeacht het gewenste akoestisch comfort.
11
4.
LAWAAI CORRIGEREN
Om geluidshinder te corrigeren, dienen we altijd volgende stappen te doorlopen:
In gebouwenakoestiek onderscheiden we 3 grote correctietypes:
– De geluidsbron identificeren: “Wat veroorzaakt de trilling?”
– De ISOLATIE dient om lucht of contactgeluid te onderdrukken waarvan de bron zich buiten de ruimte bevindt waar we het geluid horen.
– De transmissiewegen identificeren waarlangs het geluid zich voortplant: “Waarlangs wordt de trilling overgedragen?” – Een realistische doelstelling bepalen op basis van die vaststellingen: “Kan het doel worden bereikt?” – Beslissen welke oplossing geïmplementeerd moet worden: “Met welke middelen kunnen we dit resultaat bereiken?”
4.1.
– Door ABSORPTIE kan het geluidsniveau van de omgeving verminderd worden wanneer de geluidsbron zich in de ruimte zelf bevindt. – ONTKOPPELING wordt hoofdzakelijk gebruikt voor het corrigeren van technische geluiden die een trilling overdragen op de structuur van het gebouw zelf.
ISOLATIE 4.1.1.
ISOLATIE DOOR DE MASSA OF ENKELVOUDIGE MUUR Met isolatie door de massa wordt de trillingsenergie zoveel mogelijk verzwakt met behulp van het gewicht van de materialen waar de energie door moet. Hoe zwaarder een muur, hoe hoger de verzwakkingsindex. Wanneer luchtgeluiden moeten worden gecorrigeerd, kan het principe van isolatie door de massa worden gebruikt door een bestaande muur te verdubbelen met behulp van een massieve muur die direct in aanraking komt met die muur. Het resultaat is isolatie door een enkelvoudige wand. invallend geluid
invallend geluid
overgedragen geluid –10 db
overgedragen geluid weerkaatst geluid
weerkaatst geluid
geabsorbeerd geluid
geabsorbeerd geluid
Om een gebrek aan isolatie op eenbestaande muur te corrigeren, worden meestal celbetonblokken en gipsbetonblokken gebruikt. Met dit soort isolatie moet voorzichtig omgegaan worden om twee redenen: – naargelang de specifieke voortplantingssnelheid van de materialen waarvan sprake in hoofdstuk 1.1 levert zwaarder materiaal niet noodzakelijk een betere verzwakkingsindex op. – elk materiaal heeft een kritische frequentie waarbij de isolatie meerdere decibels zwakker wordt. Wanneer die frequentie dicht bij die van het te isoleren geluid ligt, zal het massa-effect zo goed als nul zijn voor het gehoor. In elk geval moet de muur bepleisterd worden om een significant isolatie-effect te verkrijgen. Voor het isoleren van luchtgeluiden tussen verdiepingen is het veel efficiënter en gemakkelijker om een vloer of een plafond met veel massa aan te brengen dan een lichte akoestische vloer. Isolatie door de massa is over het algemeen echter niet doeltreffend om contactgeluiden te beperken.
Principe van luchtgeluidsisolatie: door massieve muren en dubbele muren
4.1.2.
“MASSA-VEER-MASSA”-ISOLATIE OF VOORZETWAND Een “massa-veer-massa” wordt toegepast bij elke voorzetwand waarvan beide harde elementen elkaar niet raken, maar van elkaar gescheiden zijn. Het kan daarbij gaan om een wand op een metalen geraamte of om een voorzetwand tegen een massieve muur. Dubbele wanden kunnen een hoge isolatieindex opleveren en zijn tegelijkertijd veel lichter dan massieve wanden. Dat is te danken aan de veerkracht tussen beide wanden, waardoor de trillingen sterk worden afgezwakt. Net zoals bij massieve wanden daalt de afzwakkingsindex in de buurt van de eigen trillingsfrequenties van de materialen waaruit de dubbele wand bestaat. Het is dus aan te bevelen om materialen te gebruiken waarvan de kritieke frequenties buiten het stemspectrum liggen, of verschillende materialen aan weerszijden van de wand.
12
Dubbele wanden hebben een nadeel dat verband houdt met de stationaire golven die zich vormen in de spouw tussen de twee zijden van de wand.
Die stationaire golven kunnen de overdracht van sommige frequenties versterken en zo het tegengestelde van het beoogde effect veroorzaken. Om stationaire golven te breken, moet dempend materiaal op basis van vezels geplaatst worden. Dit dempend product moet bijna heel de breedte van de spouw beslaan. Opdat ze soepel zou blijven, mag ze niet worden samengeperst. Met een massievere wand en een brede spouw kunnen enkele decibels gewonnen worden. De draagprofielen van beide wanden mogen hoe dan ook niet met elkaar verbonden worden of moeten voldoende soepel zijn om geen trillingen van de ene wand door te geven aan de andere. Ook voor het isoleren van plafonds wordt het isolatiesysteem “massa-veer-massa” gebruikt: – Ofwel door een zwevende plaat op een absorberende laag op de vloer van de bovenliggende verdieping aan te brengen, – Ofwel door het plafond te scheiden van de vloer. Houten vloeren moeten op twee manieren worden gescheiden: langs boven aan de kant van de vloer en langs onder aan de kant van het plafond.
4.2.
ABSORPTIE Geluidsisolatie en absorptie hebben elk een verschillende doelstelling. Terwijl isolatie dient om de overdracht te verzwakken van geluid dat van een andere plaats komt dan de plaats waar het gehoord wordt, is absorptie bedoeld om het geluid te dempen dat in dezelfde ruimte ontstaan is. Om te dempen moeten de weerkaatsingen van dat geluid verzwakt worden. De overdracht van geluid via een structuur en de weerkaatsing van geluid binnen een ruimte zijn onderhevig aan verschillende natuurwetten en vereisen verschillende correctiemiddelen. Voor het isolatie moet men een “massa-veer-massa”-systeem met zware en soepele materialen maken, maar voor het absorberen van weerkaatst geluid moet men dempende soepele en luchtige materialen gebruiken. Dat verschil verklaart waarom sommige thermische isolatiematerialen zeer goed absorberen, maar weinig efficiënt zijn om de overdracht van geluid binnen structuren te dempen: ze hebben onvoldoende massa.
4.2.1.
HET COCKTAILEFFECT In eender welke ruimte worden geluidsgolven een eerste keer direct opgevangen door het oor, vervolgens weerkaatst door de wanden van de ruimte en enkele milliseconden later beriekt ze een tweede keer het oor. Het oor spant zich dan in om beide licht in fase verschoven geluiden te ontcijferen om er het nuttige signaal uit te filteren. In een galmende ruimte duurt de weerkaatsing van de golven op muren en andere wanden tot een seconde en zelfs langer. Het oor vangt dus hetzelfde in fase verschoven signaal tientallen keren op en kan het nuttige signaal niet meer ontcijferen. De gesprekspartners verstaan elkaar niet goed meer en gaan daarom luider spreken, waardoor ze het geluid nog krachtiger maken. De ruimte wordt dan lawaaierig en men kan elkaar nog amper verstaan. In de akoestiek wordt dat verschijnsel het “cocktaileffect” genoemd. De tijd gedurende dewelke eenzelfde weerkaatst signaal hoorbaar is heet de nagalmtijd.
Directe en weerkaatste golven in een weerkaatsende ruimte
Op eender welk oppervlak wordt de energie van de invallende golf (I ) opgedeeld in een geabsorbeerde component (A ), een overgedragen component (T ) en een weerkaatste component (R ): EI = EA + ET + ER
obstakel
overgedragen energie
invallende energie
Pour diminuer le bruit de fond d’un local, il faut appliquer des matériaux présentant une faible réflexion et une bonne absorption de l’energie incidente. Les ondes stationnaires se corrigent en cassant les réflexions sur les surfaces parallèles et par l’installation d’absorbants spécifiques, soit intégrés à la couverture des surfaces, soit en application décorative.
weerkaatste energie
geabsorbeerde energie
Weerkaatsing, absorptie en overdracht op een wand
13
4.2.2.
STATIONAIRE GOLVEN Een andere grote bron van gebrek aan comfort is het gevolg van stationaire golven. Deze vormen zich tussen evenwijdige en weerkaatsende vlakken in ruimten met een regelmatige vorm, zoals een veranda waarvan 3 wanden uit glas bestaan of een ruimte die een volmaakte wiskundige balk vormt. Die stationaire golven versterken sommige frequenties ten aanzien van andere, wat het moeilijk maakt om elkaar te verstaan en wat de indruk wekt dat de ruimte lawaaierig is. Datzelfde verschijnsel doet zich voor in het binnenste van een lichte tussenwand waarvan de zijden evenwijdig zijn. De opeenstapeling van de invallende golf en van de weerkaatste golf kan leiden tot het ontstaan van een sterkere golf.
golf 1
golf 2
resulterende golf
Stationaire golven worden gecorrigeerd door de weerkaatsing op evenwijdige vlakken te breken en door speciale absorberende stoffen aan te brengen, die ofwel worden geïntegreerd in de deklaag van de vlakken ofwel er als versiering worden opgelegd.
4.3.
ONTKOPPELEN HET ONTKOPPELEN VAN TECHNISCHE GELUIDEN In moderne gebouwen zijn er veel toestellen die technische geluiden produceren: ventilatoren, verwarmingsketels, waterafvoer, kranen, liften enz. Die technische geluiden kunnen in drie categorieën worden verdeeld: – Werkingsgeluiden - Die geluiden worden direct via de lucht overgedragen en worden behandeld als luchtgeluiden. Ze moeten worden geïsoleerd of verzwakt, al naargelang ze storend zijn in de ruimte waar ze ontstaan, dan wel in een aangrenzende ruimte. – Trillingen van toestellen - Waterafvoer, ventilatoren en verwarmingsketels komen over het algemeen direct in aanraking met muren, vloeren of plafonds. Zo wordt het geluid van hun werking direct overgedragen aan de oppervlakken van de ruimte en aan de structuur van het gebouw. De overdracht moet worden aangepakt aan de bron, door de toestellen met behulp van schokdempers en soepele steuntjes los te koppelen van het oppervlak waarop ze rusten.
14
- Trillingen van toestellen worden ook overgebracht op de aangesloten leidingen. Ook in dat geval zijn er geluidwerende schokdempers of soepele pakkingen nodig om te voorkomen dat de leidingen het geluid overdragen naar de aangrenzende ruimten. – Wegstromende lucht of vloeistoffen - Het geluid van wegstromende lucht (bijvoorbeeld in verluchtingskokers) en van wegstromende vloeistoffen (afvoerbuizen of radiatoren), wordt het best aan de oorsprong gecorrigeerd: de afmetingen van de buizen moeten zodanig worden gekozen, dat het wegstromen langzaam gebeurt en dat er zo weinig mogelijk rechte hoeken in voorkomen. - Bij ingrepen achteraf kunnen afvoergeluiden ingrijpend worden verzwakt door de buizen in soepel isolatiemateriaal te wikkelen of door ze in te bouwen in technische kokers die worden geïsoleerd volgens het principe van dubbele wanden.
SYSTEMEN VOOR
AKOESTISCHE ISOLATIE De akoestische STOP-SOUND-barrières van HOME EOS hebben hoogwaardige akoestische en technische eigenschappen. Ze bieden oplossingen voor elke structuur die u in de praktijk kunt tegenkomen. Ze helpen om de vereiste normen in acht te nemen op alle niveaus, van de kelder tot de zolder, voor gevels en daken, in traditionele nieuwbouwhuizen, flatgebouwen en huizen met een houten geraamte. Kortom: in alle types van gebouwen. Het te bereiken akoestisch isolatieniveau hangt echter specifiek af van het gekozen bouwcomplex, de gekozen materialen,en de zorg waarmee het geheel werd uitgevoerd. Op de volgende bladzijden stellen wij u het gamma van HOME EOS voor. Dankzij de akoestische STOP-SOUNDbarrière bereikt u met onze producten in alle mogelijke bouwsituaties de gewenste akoestische isolatie.
15
TABEL MET HET GAMMA VAN HOME EOS
VOOR TRADITIONELE HUIZEN EN APPARTEMENTSGEBOUWEN Hieronder vindt u een reeks configuraties die door HOME EOS worden voorgesteld om akoestische prestaties te verkrijgen die wettelijk vereist zijn, zowel voor lucht en contactgeluiden als voor geluiden die door leidingen veroorzaakt worden. De vereiste akoestische niveaus worden hier zowel voor normaal als voor verhoogd akoestisch comfort vermeld.
Soort geluid
Luchtgeluiden
Soort scheiding Gewenst geluidsniveau Verhoogd Akoestisch Comfort
DnT,w ≥ 58 dB
DnT,w ≥ 62 dB
Scheidingsmuren tussen oude woningen of appartementen
DnT,w ≥ 54 dB
DnT,w ≥ 35 dB
In een woning
(van al dan niet nieuwe woningen)
Daken (van al dan niet nieuwe woningen)
16
Scheidingsmuur van bepleisterde blokken aardewerk, beton, kalksteen of celbeton + voorzetwand in absorberend materiaal met licht geraamte + STOP-WALL tussen 2 gipsplaten
CW-1
1
23
Scheidingsmuur van bepleisterde blokken aardewerk, beton, kiezelkalksteen of celbeton + voorzetwand in absorberend materiaal met licht geraamte + STOP-WALL tussen 2 gipsplaten
CW-2
1
23
Scheidingsmuur uit volle baksteen + voorzetwand in absorberend materiaal met licht geraamte + STOP-WALL tussen 2 gipsplaten
CW-3
2
24
Scheidingsmuur uit aardewerkblokken + gipsbekleding met opgelijmde absorberende materialen + STOP-WALL + 1 gipsplaat
CW-4
25
Scheidingsmuur uit volle baksteen + gipsbekleding met opgelijmde absorberende materialen + STOP-WALL + 1 gipsplaat
CW-5
26
Gemetselde baksteen of blokken + voorzetwand in absorberend materiaal met licht geraamte + STOP-WALL tussen 2 gipsplaten
CW-6
3
27
Wand met licht geraamte van 50 mm, met absorberend materiaal + STOP-WALL tussen 2 gipsplaten op elke zijde
CW-7
4
28
Wand met licht geraamte van 75 mm, met absorberend materiaal + STOP-WALL tussen 2 gipsplaten op elke zijde
CW-7L
Wand met dubbel gescheiden geraamte van 50 mm, met absorberend materiaal + STOP-WALL tussen 2 gipsplaten op elke zijde
CW-8
5
29
CW-9
6
30
DnT,w ≥ 58 dB
DnT,w ≥ 43 dB
Scheidingsmuren en wanden van slaapkamers of van bureaus DnT,w ≥ 35 dB
Gevels
Oplossing Nr. Catalogusvan Home Eos pagina Home Eos City
Muren en wanden Scheidingsmuren tussen 2 nieuwe huizen
Tussen twee woningen
Normaal Akoestisch Comfort
Bestaande toestand en voorgestelde oplossing
DnT,w ≥ 43 dB
28
DAtr ≥ LA - 34 + Naar woonkamer, keuken, m dB et DAtr ≥ 26 dB bureau en slaapkamer (m=0 ou 3)
DAtr ≥ LA - 30 + m dB et DAtr ≥ 30 dB (m=0 ou 3)
Gevelbepleistering + minerale wol + bepleisterde blokken van aardewerk, beton, kalksteen of celbeton + voorzetwand van absorberend materiaal met licht geraamte + STOP-WALL tussen 2 gipsplaten
Naar slaapkamer met geluidshinder door trein of vliegtuigverkeer
DAtr ≥ 34 + m dB (m = 0 ou 3)
Siersteen en geïsoleerde spouw + bepleisterde blokken aardewerk, beton, kalksteen of celbeton + lichte voorzetwand met absorberend materiaal + STOP-WALL tussen 2 gipsplaten
CW-10
7
31
Pannen op een traditioneel houten gebinte + thermische isolatie + tegenlatten of metalen profielen + STOP-WALL tussen 2 gipsplaten
CW-11
8
32
Leistenen op een traditioneel houten gebinte + thermische isolatie + tegenlatten of metalen profielen + STOP-WALL tussen 2 gipsplaten
CW-12
Fiche beschikbaar op www. homeeos.eu
Metalen dak op een traditioneel houten gebinte + thermische isolatie + tegenlatten of metalen profielen + STOP-WALL tussen 2 gipsplaten
CW-13
Fiche beschikbaar op www. homeeos.eu
DAtr ≥ 34 + m dB (m = 0 ou 3)
DAtr ≥ LA - 34 + m dB et DAtr ≥ 26 dB (m = 0 ou 3)
DAtr ≥ LA - 30 + m dB et DAtr ≥ 30 dB (m = 0 ou 3)
Soort geluid
Soort scheiding Gewenst geluidsniveau Normaal Akoestisch Comfort
Contactgeluiden
Bestaande toestand en voorgestelde oplossing
Oplossing Nr. Catalogusvan Home Eos pagina Home Eos City
Verhoogd Akoestisch Comfort
Vloeren Alleen vloer Naar eender welke ruimte, behalve een technische L’nT,w ≤ 58 dB ruimte of inkomhal
Naar een slaapkamer
L’nT,w ≤ 54 dB
L’nT,w ≤ 50 dB
Vloer van beton of welfsels met druklaag, dekvloer uit mortel + STOP-FLOOR en bekleding of zwevende parketvloer
CF-1
9
33
Houten vloer op balken, droge dekvloer + STOP-FLOOR en bekleding of zwevende parketvloer
CF-2
10
34
Houten vloer op balken, dekvloer uit mortel + STOP-FLOOR en bekleding of zwevende parketvloer
CF-3
L’nT,w ≤ 50 dB
Rijhuizen + appartementen
35
Met valse plafonds Naar eender welke ruimte, behalve een technische ruimte of inkomhal L’nT,w ≤ 58 dB
L’nT,w ≤ 50 dB
Naar een slaapkamer
In een woning
Naar een slaapkamer, een bureau
–
L’nT,w ≤ 58 dB
Vloer uit beton of welfsels met druklaag, dekvloer uit mortel + STOP-FLOOR en bekleding of zwevende parketvloer + licht metalen geraamte dat rondom is bevestigd + isolerende wol + STOP-WALL tussen 2 gipsplaten
CF-4
11
36
Houten vloer op balken, droge dekvloer + STOP-FLOOR en bekleding of zwevende parketvloer + licht metalen geraamte dat rondom is bevestigd + isolerende wol + STOP-WALL tussen 2 gipsplaten
CF-5
12
37
13
38
Idem als hierboven
Idem als hierboven
In elke combinatie moet er rondom een dempende strook Stop-Band worden aangebracht om te vermijden dat de trillingen zich vanuit de oppervlakten voortplanten naar de draagelementen.
Geluid van leidingen Afvoerleiding (al dan niet nieuwe woning)
Voor woonruimten
Overschrijding ≤ 6 dB
Overschrijding ≤ 3 dB
In een isolerend STOP-PIPE-membraan gewikkelde afvoerleiding + bekisting met gewone gipsplaat
CP-1
Voor slaapkamers
Overschrijding ≤ 3 dB
Overschrijding ≤ 3 dB
In een isolerend STOP-PIPE-membraan gewikkelde afvoerleiding + bekisting met gewone gipsplaat + bekisting + STOP-WALL tussen 2 gipsplaten
CP-2
Fiche beschikbaar op www. homeeos.eu
Voor alle soorten ruimtes
Vermindering van achter-grondgeluid en trillingen
Vermindering van achter-grondgeluid en trillingen
In een isolerend STOP-PIPE-membraan gewikkelde verluchtingsleiding
CP-3
Fiche beschikbaar op www. homeeos.eu
Afvoerleiding (al dan niet nieuwe woning)
Afvoerleiding (al dan niet nieuwe woning)
De gegevens die op de volgende bladzijden per combinate worden vermeld, zijn uitsluitend bedoeld ter informatie. HOME EOS behoudt zich het recht voor die gegevens op eender welk moment te wijzigen. HOME EOS kan niet garanderen dat de informatie volledig is, geen materiële fouten bevat of geen uitvoering beschrijft die in strijd is met de geldende regels van het vak . De opgegeven akoestische prestaties zijn gebaseerd op tests uitgevoerd in een meetlaboratorium met inachtneming van de geldende normen of op voor het vakgebied erkende simulatiemodellen. De opgegeven waarden zijn niet bindend voor Home Eos, dat ter plaatse geen waarborg kan geven aangaande de installatie van de combinaties of de in het gebouw aanwezige constructiefouten. De schema’s in kwestie kunnen niet worden beschouwd als contractueel bindende uitvoeringstekeningen.
17
TABEL MET HET GAMMA VAN HOME EOS
VOOR GEBOUWEN MET EEN HOUTEN GERAAMTE
Gebouwen met een houten geraamte worden steeds populairder, zowel voor privé als beroepsmatig gebruik. Gelet op het speciale karakter van die constructies heeft HOME EOS oplossingen ontwikkeld die geschikt zijn voor de diverse akoestische problemen die zich kunnen voordoen. Ook hier worden de vereiste akoestische niveaus zowel voor normaal als voor verhoogd akoestisch comfort vermeld.
Soort geluid
Luchtgeluiden
Soort scheiding Gewenst geluidsniveau Normaal Akoestisch Comfort
Verhoogd Akoestisch Comfort
DnT,w ≥ 58 dB
DnT,w ≥ 62 dB
Tussen twee woningen Scheidingsmuren tussen oude woningen of appartementen
DnT,w ≥ 54 dB
Scheidingsmuren en wanden van slaapkamers DnT,w ≥ 35 dB of van bureaus
DAtr ≥ LA - 34 + m dB Naar woonkamer, keuken, et DAtr ≥ 26 dB bureau en slaapkamer (m=0 ou 3)
Gevels (van al dan niet nieuwe woningen)
Naar slaapkamer met geluidshinder door trein of vliegtuigverkeer
(van al dan niet nieuwe woningen)
18
Fiche beschikbaar op www. homeeos.eu
Scheidingsmuur bestaande uit onderstaande oplossing
CBW-1
Muur uit CLT-hout + voorzetwand in absorberend wol met licht geraamte + STOP-WALL tussen 2 OSB en gips of leemplaten
CBW-2
Muur uit houten geraamte + voorzetwand in absorberend wol met licht geraamte + STOP-WALL tussen 2 OSB en gips of leemplaten
CBW-3
Wand met enkelvoudig houten geraamte van 70 mm, absorberend wol + STOP-WALL tussen 2 OSB en gips of leemplaten aan elke zijde
CBW-4
Wand met enkelvoudig houten geraamte van 90 mm, met absorberend wol + STOP-WALL tussen 2 OSB en gips of leemplaten aan elke zijde
CBW-4L
42
Wand met gescheiden dubbel houten geraamte van 50 mm, met absorberend wol + STOP-WALL tussen 2 OSB en gips of leemplaten aan elke zijde
CBW-5
43
Gevelbepleistering of bekleding op thermische isolatie + muur van CLT-hout + bekleding op houten geraamte met absorberend wol + STOP-WALL tussen 2 OSB en gips of leemplaten
CBW-6
Gevelbepleistering of bekleding op windverband + muur met houten geraamte + bekleding op hout en met plantaardige wol + STOP-WALL tussen 2 OSB en gips of leemplaten
CBW-7
45
Pannen op een traditioneel houten gebinte + thermische isolatie + tegenlatten of metalen profielen + STOP-WALL tussen 2 gipsplaten
CBW-8
46
Leistenen op een traditioneel houten gebinte + thermische isolatie + tegenlatten of metalen profielen + STOP-WALL tussen 2 gipsplaten
CBW-9
Fiche beschikbaar op www. homeeos.eu
Metalen dak op een traditioneel houten gebinte + thermische isolatie + tegenlatten of metalen profielen + STOP-WALL tussen 2 gipsplaten
CBW-10
Fiche beschikbaar op www. homeeos.eu
14
40
DnT,w ≥ 58 dB
DnT,w ≥ 43 dB
DAtr ≥ LA - 30 + m dB et DAtr ≥ 30 dB (m=0 ou 3)
41
15
16
42
44
DAtr ≥ LA - 34 + m dB
Idem als hierboven
Daken
Oplossing Nr. Catalogusvan Home Eos pagina Home Eos City
Muren en wanden
Scheidingsmuren tussen 2 nieuwe huizen
In een woning
Bestaande toestand en voorgestelde oplossing
DAtr ≥ LA - 34 + m dB et DAtr ≥ 26 dB (m = 0 ou 3)
Idem als hierboven
DAtr ≥ LA - 30 + m dB et DAtr ≥ 30 dB (m = 0 ou 3)
Soort geluid
Soort scheiding Gewenst geluidsniveau Normaal Akoestisch Comfort
Contactgeluiden
Bestaande toestand en voorgestelde oplossing
Oplossing Nr. Catalogusvan Home Eos pagina Home Eos City
Verhoogd Akoestisch Comfort
Vloeren (plaat, welfsel of vloer) Alleen vloer Naar eender welke ruimte, behalve een technische L’nT,w ≤ 58 dB ruimte of inkomhal
L’nT,w ≤ 50 dB
Houten vloer op balken, droge dekvloer + STOP-FLOOR en bekleding of zwevende parketvloer
CBF-1
47
Naar een slaapkamer
L’nT,w ≤ 50 dB
Houten vloer op balken, dekvloer van mortel + STOP-FLOOR en bekleding of zwevende parketvloer
CBF-2
48
L’nT,w ≤ 54 dB
Rijhuizen + appartementen
In een woning
Met valse plafonds Naar eender welke ruimte, behalve een technische L’nT,w ≤ 58 dB ruimte of inkomhal
L’nT,w ≤ 50 dB
Houten vloer op balken, droge dekvloer + STOP-FLOOR en bekleding of zwevende parketvloer + licht metalen geraamte dat rondom is bevestigd + absorberende stof + STOP-WALL tussen 2 gipsplaten
CBF-3
49
Naar een slaapkamer
L’nT,w ≤ 54 dB
L’nT,w ≤ 50 dB
Houten vloer op balken + morteldekvloer + bekleding of zwevende parketvloer + licht metalen geraamte dat rondom is bevestigd + absorberende stof + STOP-WALL tussen 2 gipsplaten
CBF-4
50
Naar een slaapkamer, een bureau
–
L’nT,w ≤ 58 dB
Idem als hierboven
Idem als hierboven
In alle oplossing moet er rondom een dempende strook Stop-Band worden aangebracht om te vermijden dat de trillingen zich vanuit de oppervlakten voortplanten naar de draagelementen.
Geluid van leidingen Afvoerleiding (al dan niet nieuwe woning)
Voor woonruimten
Overschrijding ≤ 6 dB
Overschrijding ≤ 3 dB
In een isolerend STOP-PIPE-membraan gewikkelde afvoerleiding + bekisting met gewone gipsplaat
CBP-1
51
Voor slaapkamers
Overschrijding ≤ 3 dB
Overschrijding ≤ 3 dB
In een isolerend STOP-PIPE-membraan gewikkelde afvoerleiding + bekisting + STOP-WALL tussen 2 gipsplaten
CBP-2
Fiche beschikbaar op www. homeeos.eu
Voor alle soorten ruimtes
Vermindering van achter-grondgeluid en trillingen
Vermindering van achter-grondgeluid en trillingen
In een isolerend STOP-PIPE-membraan gewikkelde verluchtingsleiding
CBP-3
Fiche beschikbaar op www. homeeos.eu
Afvoerleiding (al dan niet nieuwe woning)
Afvoerleiding (al dan niet nieuwe woning)
De gegevens die op de volgende bladzijden per combinate worden vermeld, zijn uitsluitend bedoeld ter informatie. HOME EOS behoudt zich het recht voor die gegevens op eender welk moment te wijzigen. HOME EOS kan niet garanderen dat de informatie volledig is, geen materiële fouten bevat of geen uitvoering beschrijft die in strijd is met de geldende regels van het vak . De opgegeven akoestische prestaties zijn gebaseerd op tests uitgevoerd in een meetlaboratorium met inachtneming van de geldende normen of op voor het vakgebied erkende simulatiemodellen. De opgegeven waarden zijn niet bindend voor Home Eos, dat ter plaatse geen waarborg kan geven aangaande de installatie van de combinaties of de in het gebouw aanwezige constructiefouten. De schema’s in kwestie kunnen niet worden beschouwd als contractueel bindende uitvoeringstekeningen.
19
EEN SNEL OVERZICHT VOOR ALLE OMSTANDIGHEDEN: CITY
“HOME EOS CITY” stelt u een selectie van de meest voorkomende situaties voor. Welke situatie u in de praktijk ook tegenkomt, u vindt in één oogopslag de oplossing die HOME EOS aanbeveelt om aan de akoestische vereisten te voldoen dankzij de krachtige akoestische eigenschappen van de STOP-SOUND-barrières op biologische basis. Van links naar rechts vindt u de meeste oplossingen voor gebouwen met houten geraamte, voor flatgebouwen, handelszaken en traditionele nieuwbouwwoningen.
15
2
1 10
14
5
12 13
16
HUIS MET HOUTEN GERAAMTE
20
7
FLATGEBOUW, HANDELSZAAK
TRADITIONELE HUIZEN, FLATGEBOUWEN EN HANDELSZAKEN:
HUIZEN MET HOUTEN GERAAMTE:
Scheidingsmuren:
Scheidingsmuren:
1
2
Muren van bepleisterde blokken van aardewerk, beton, kiezelkalksteen of celbeton / CW-1 en CW-2
Binnenmuren:
Bakstenen muur / CW-3
15 Enkel
Binnenmuren: 3
Bakstenen muur / CW-6
4
Enkele wand / CW-7 en CW-7L
5
Dubbele wand / CW-8
14 Houten
CBW-2
muur/ CBW-1 en
houten geraamte / CBW-4 en CBW-4L
Gevels:
16 Bepleisterd
/ CBW-6
Gevels:
8
6
Bepleisterd / CW-9
7
Van parementbaksteen / CW-10
Daken: 8
Met pannen / CW-11
Vloeren:
4
9
Met betonplaat / CF-1
10 Met
houten vloer / CF-2
Valse plafonds: 11 Betonnen
9
12 Houten
onderplaat / CF-4
ondervloer / CF-5
Leidingen: 13 Voor
3
11
6
TRADITIONEEL HUIS
woonkamer / CP-1
EEN NUTTIG INSTRUMENT OM ALTIJD BIJ DE HAND TE HEBBEN! Voor meer informatie, zie de voorgaande keuzetabellen.
21
OPLOSSINGEN VOOR DE AKOESTISCHE ISOLATIE VAN TRADITIONELE GEBOUWEN
22
CW-1 I CW-2 AKOESTISCHE ISOLATIE VOOR SCHEIDINGSMUREN DIE UIT BLOKKEN BESTAAN Akoestische voorzetwand met geraamte voor scheidingsmuren die bestaan uit blokken beton, kiezelkalksteen of aardewerk voor nieuwbouw en renovatie. Het isolatiemateriaal bestaat uit een licht geraamte van metalen profielen van 50 mm die op enkele centimeters van de scheidingsmuur worden aangebracht en op elastische stroken worden bevestigd. De spouw wordt gevuld met minerale wol en aan één kant bedekt met een STOP-WALL-membraan dat tussen twee standaard gipsplaten wordt aangebracht.
Rw 71 (dB) Het STOP-WALL-membraan SW-25 of SW-40 geeft de bekleding een zware en veerkrachtige massa en scheidt de wanden van het geraamte. Het “massa-veer-massa”-effect wordt aanzienlijk vergroot en het visco-elastische materiaal doet de trillingen verdwijnen. 1. Scheidingsmuur uit blokken beton, kiezelkalksteen of aardewerk 2. Luchtlaag van 2 cm 3. Metalen geraamte van 50 mm met rondom scheidingsstrook
1 2 3 4 5 6 7
8
4. Minerale wol (panelen van 20 kg/m3 - 50 mm)
9
5. Gipsplaat van 12,5 mm
10
6. STOP-WALL SW-25 of SW-40 - 2 tot 3 mm
11
7. Gipsplaat van 12,5 mm
12
8. Vloerbekleding 9. Dekvloer 10. Onderlaag van STOP-FLOOR 11. Druklaag 12. Welfsels AKOESTISCHE PRESTATIECURVE
PLAATSEN VAN STOP-WALL 100
1. Een elastische randstrook lijmen op de gordingen die in aanraking komen met de muren, de vloer en het plafond.
50 40
4000
2500
1600
Fréquences (Hz) Frequenties
8. De tweede gipsplaat op de wand schroeven volgens de aanbevelingen uit punt 5. : Met isolatie
9. De randen van de platen insmeren met afwerkingspleister. 10. De vrije ruimte rondom de wand dichtkitten met elastische voeg.
630
20
1000
30
7. De STOP-WALL op de wand bevestigen met behulp van nietjes of dubbelzijdig plakband, waarbij de randen op elkaar worden gelegd om het visco-elastische materiaal van de aangrenzende banen met elkaar in aanraking te brengen.
400
6. De plaat op de profielen schroeven.
60
250
5. De eerste gipsplaat aanbrengen op afstand houders van 2 of 3 mm dik. Dezelfde breedt vrijlaten rond de omtrek van de plaat om te vermijden dat de gipsplaten in aanraking komen met de vloer, de muren en het plafond.
70
160
4. De minerale wol tussen de profielen aanbrengen.
80
100
3. De verticale profielen van het geraamte monteren.
Isolatieniveau (dB) Niveau d'isolement RR (dB)
2. De gordingen van het geraamte vastschroeven op 2 cm van de scheidingsmuur.
Rw 71 (dB)
90
Freq. (Hz)
125
250
500
1000 2000 4000
R (dB) 49,7
59,1
71,3
81,1
91,4
98,2
Prestaties vastgesteld op basis van erkende laboratoriummetingen volgens de normen EN ISO 717-1 en 2 of door een berekeningsmethode die verwijst naar gelijkaardige oplossing.
23
CW-3 AKOESTISCHE ISOLATIE VOOR SCHEIDINGSMUREN VAN BAKSTEEN Akoestische bekleding met geraamte voor scheidingsmuren van volle baksteen voor renovatie van oude rijgebouwen. Het isolatiemateriaal bestaat uit een licht geraamte van metalen profielen van 50 mm die op enkele centimeters van de scheidingsmuur worden aangebracht en op elastische stroken worden bevestigd. De spouw wordt gevuld met minerale wol en aan één kant bedekt met een STOP-WALL-membraan dat tussen twee standaard gipsplaten wordt aangebracht.
Rw 73 (dB) Het STOP-WALL-membraan SW-25 of SW-40 geeft de bekleding een zware en veerkrachtige massa en scheidt de wanden van het geraamte.
1
Het “massa-veer-massa”-effect wordt aanzienlijk vergroot en het visco-elastische materiaal doet de trillingen verdwijnen.
3
1. Scheidingsmuur uit volle baksteen 2. Luchtlaag van 2 cm
2
4 5
3. Metalen geraamte van 50 mm met rondom scheidingsstrook
6
4. Minerale wol (panelen van 20 kg/m3 - 50 mm)
7
8 9
5. Gipsplaat van 12,5 mm 6. STOP-WALL SW-25 of SW-40 - 2 tot 3 mm
10
7. Gipsplaat van 12,5 mm
11
8. Vloerbekleding 9. Dekvloer 10. Onderlaag van STOP-FLOOR 11. Betonplaat
AKOESTISCHE PRESTATIECURVE
PLAATSEN VAN STOP-WALL 100
1. Een elastische randstrook lijmen op de gordingen die in aanraking komen met de muren, de vloer en het plafond.
50 40
4000
2500
: Met isolatie
9. De randen van de platen insmeren met afwerkingspleister.
24
1600
Fréquences (Hz) Frequenties
8. De tweede gipsplaat op de wand schroeven volgens de aanbevelingen uit punt 5.
10. De vrije ruimte rondom de wand dichtkitten met elastische voeg.
630
20
1000
30
7. De STOP-WALL op de wand bevestigen met behulp van nietjes of dubbelzijdig plakband, waarbij de randen op elkaar worden gelegd om het visco-elastische materiaal van de aangrenzende banen met elkaar in aanraking te brengen.
400
6. De plaat op de profielen schroeven.
60
250
5. De eerste gipsplaat aanbrengen op afstand houders van 2 of 3 mm dik. Een even dikke vrije ruimte laten op de omtrek van de plaat om te vermijden dat de gipsplaten in aanraking komen met de vloer, de muren en het plafond.
70
160
4. De minerale wol tussen de profielen aanbrengen.
80
100
3. De verticale profielen van het geraamte monteren.
Isolatieniveau (dB) Niveau d'isolement RR (dB)
2. De gordingen van het geraamte vastschroeven op 2 cm van de scheidingsmuur.
Rw 73 (dB)
90
Fréq. (Hz)
125
250
500
1000 2000 4000
R (dB) 47,3
62,1
73,6
86,2
94,1
97,3
Prestaties vastgesteld op basis van erkende laboratoriummetingen volgens de normen EN ISO 717-1 en 2 of door een berekeningsmethode die verwijst naar gelijkaardige complexen.
CW-4 AKOESTISCHE ISOLATIE VOOR SCHEIDINGSMUREN DIE UIT BLOKKEN BESTAAN Akoestische bekleding zonder geraamte voor scheidingsmuren die bestaan uit blokken voor nieuwbouw of renovatie. Het isolatiemateriaal bestaat uit een gemengd paneel van gips en minerale wol, dat direct op de ondergrond wordt gelijmd en aan de buitenzijde wordt bekleed met een STOP-WALL-membraan en een standaard gipsplaten.
Rw 59 (dB) Het STOP-WALL-membraan SW-25 of SW-40 geeft de bekleding een zware en veerkrachtige massa en scheidt de wanden van het geraamte. Het “massa-veer-massa”-effect wordt aanzienlijk vergroot en het visco-elastische materiaal doet de trillingen verdwijnen. 1. Scheidingsmuur uit aardewerkblokken 2. Minerale wol (panelen van 20 kg/m3 - 50 mm) 3. Gipsplaat (10 mm) 4. STOP-WALL SW-25 of SW-40 - 2 tot 3 mm 5. Gipsplaat 12,5 mm 6. Vloerbekleding
1 2 3 4
6
5
7 8
7. Dekvloer
9
8. Onderlaag van STOP-FLOOR
10
9. Druklaag 10. Welfsels
AKOESTISCHE PRESTATIECURVE
PLAATSEN VAN STOP-WALL 100
1. Het paneel van gips en minerale wol direct op de scheidingsmuur lijmen met de door de fabrikant aanbevolen cementlijm.
60 50 40
4000
2500
1600
630
1000
20
400
30
250
5. De vrije ruimte rondom de wand dichtkitten met elastische voeg.
70
160
4. De afgedunde randen van de platen insmeren met afwerkingspleister.
80
100
3. De tweede gipsplaat aanbrengen op afstand houders van 2 of 3 mm dik. Dezelfde breedte vrijlaten rond de omtrek van de plaat om te vermijden dat de gipsplaten in aanraking komen met de vloer, de muren en het plafond.
Isolatieniveau (dB) Niveau d'isolement RR (dB)
2. De STOP-WALL op de wand bevestigen met behulp van nietjes of dubbelzijdig plakband, waarbij de randen op elkaar worden gelegd om het visco-elastische materiaal van de aangrenzende banen met elkaar in aanraking te brengen.
Rw 59 (dB)
90
Fréquences (Hz) Frequenties : Met isolatie Fréq. (Hz)
125
250
500
1000 2000 4000
R (dB) 41,7
52,6
58,6
63,8
68,4
68,4
Prestaties vastgesteld op basis van erkende laboratoriummetingen volgens de normen EN ISO 717-1 en 2 of door een berekeningsmethode die verwijst naar gelijkaardige complexen.
25
CW-5 AKOESTISCHE ISOLATIE VOOR SCHEIDINGSMUREN VAN BAKSTEEN Akoestische bekleding zonder geraamte voor scheidingsmuren van volle baksteen voor renovatie van oude gebouwen. Het isolatiemateriaal bestaat uit een gemengd paneel van gips en minerale wol, dat direct op de ondergrond wordt gelijmd en aan de buitenzijde wordt bekleed met een STOP-WALL-membraan en een standaard gipsplaat.
Rw 69 (dB) Het STOP-WALL-membraan SW-25 of SW-40 geeft de bekleding een zware en veerkrachtige massa en scheidt de wanden van het geraamte. Het “massa-veermassa-veer-massa”-effect wordt aanzienlijk vergroot en het viscoelastische materiaal doet de trillingen verdwijnen.
1
1. Scheidingsmuur van volle baksteen
2
2. Minerale wol (panelen van 20 kg/m3 - 50 mm)
3
3. Gipsplaat (10 mm)
4
6
5
7
4. STOP-WALL SW-25 of SW-40 - 2 tot 3 mm 5. Gipsplaat 12,5 mm
8
6. Vloerbekleding
9
7. Dekvloer 8. Onderlaag van STOP-FLOOR 9. Betonplaat
AKOESTISCHE PRESTATIECURVE
PLAATSEN VAN STOP-WALL 100
1. Het paneel van gips en minerale wol direct op de scheidingsmuur lijmen met de door de fabrikant aanbevolen cementlijm.
60 50 40
4000
2500
1600
630
1000
20
400
30
250
5. De vrije ruimte rondom de wand dichtkitten met elastische voeg.
70
160
4. De afgedunde randen van de platen insmeren met afwerkingspleister.
80
100
3. De tweede gipsplaat aanbrengen op afstand houders van 2 of 3 mm dik. Dezelfde breedte vrijlaten rond de omtrek van de plaat om te vermijden dat de gipsplaten in aanraking komen met de vloer, de muren en het plafond.
Isolatieniveau (dB) Niveau d'isolement RR (dB)
2. De STOP-WALL op de wand bevestigen met behulp van nietjes of dubbelzijdig plakband, waarbij de randen op elkaar worden gelegd om het visco-elastische materiaal van de aangrenzende banen met elkaar in aanraking te brengen.
Rw 69 (dB)
90
Fréquences (Hz) Frequenties : Met isolatie
26
Freq. (Hz)
125
250
500
1000 2000 4000
R (dB) 43,2
59,1
69,3
78,5
89,7
91,4
Prestaties vastgesteld op basis van erkende laboratoriummetingen volgens de normen EN ISO 717-1 en 2 of door een berekeningsmethode die verwijst naar gelijkaardige complexen.
CW-6 AKOESTISCHE ISOLATIE VOOR BINNENMUREN Akoestische bekleding met geraamte voor scheidingsmuren binnenshuis voor nieuwbouw en renovatie. Het isolatiemateriaal bestaat uit een licht geraamte van metalen profielen van 50 mm die op enkele centimeters van de scheidingsmuur worden aangebracht en op elastische stroken worden bevestigd. De spouw wordt gevuld met minerale wol en aan één kant bedekt met een STOP-WALL-membraan dat tussen twee standaard gipsplaten wordt aangebracht.
Rw 56 (dB) Het STOP-WALL-membraan SW-25 of SW-40 geeft de bekleding een zware en veerkrachtige massa en scheidt de wanden van het geraamte.
1
Het “massa-veer-massa”-effect wordt aanzienlijk vergroot en het visco-elastische materiaal doet de trillingen verdwijnen.
2
1. Binnenmuur van aardewerkblokken
4
2. Luchtlaag van 2 cm 3. Metalen geraamte van 50 mm met rondom scheidingsstrook 4. Minerale wol (panelen van 20 kg/m3 - 50 mm)
3
5 6 8
7
9
5. Gipsplaat van 12,5 mm
7. Gipsplaat van 12,5 mm
10 11
8. Vloerbekleding
12
6. STOP-WALL SW-25 of SW-40 - 2 tot 3 mm
9. Dekvloer 10. Onderlaag van STOP-FLOOR 11. Druklaag 12. Welfsels
AKOESTISCHE PRESTATIECURVE
PLAATSEN VAN STOP-WALL 100 90
2. De gordingen van het geraamte vastschroeven op 2 cm van de scheidingsmuur.
80
40
4000
2500
8. De tweede gipsplaat op de wand schroeven volgens de aanbevelingen uit punt 5.
1600
20
630
30
1000
7. De STOP-WALL op de wand bevestigen met behulp van nietjes of van dubbelzijdig klevende band, waarbij de afgedunde randen op elkaar worden gelegd om het viskeus-elastische materiaal van de aangrenzende banen met elkaar in aanraking te brengen.
50
400
6. De plaat op de profielen schroeven.
60
250
5. De eerste gipsplaat aanbrengen op afstand houders van 2 of 3 mm dik. Dezelfde breedte vrijlaten rond de omtrek van de plaat om te vermijden dat de gipsplaten in aanraking komen met de vloer, de muren en het plafond.
70
160
4. De minerale wol tussen de profielen aanbrengen.
Rw 56 (dB)
100
3. De verticale profielen van het geraamte monteren.
Isolatieniveau (dB) Niveau d'isolement RR (dB)
1. Een elastische randstrook lijmen op de gordingen die in aanraking komen met de muren, de vloer en het plafond.
Fréquences (Hz) Frequenties
9. De afgedunde randen van de platen insmeren met afwerkingspleister.
: Met isolatie
10. De vrije ruimte rondom de wand dichtkitten met elastische voeg. Freq. (Hz)
125
250
500
1000 2000 4000
R (dB) 44,3
51,2
56,5
62,1
68,3
76,4
restaties vastgesteld op basis van erkende laboratoriummetingen volgens de normen EN ISO 717-1 en 2 of door een berekeningsmethode die verwijst naar gelijkaardige complexen.
27
CW-7 I CW-7L AKOESTISCHE ISOLATIE VOOR SCHEIDINGSWANDEN BINNENSHUIS Akoestische bekleding met enkelvoudig geraamte voor scheidingswanden binnenshuis voor nieuwbouw en renovatie. Het isolatiemateriaal bestaat uit een licht geraamte van metalen profielen van 50 mm of 75 mm die op elastische stroken worden bevestigd. De spouw wordt gevuld met minerale wol en aan elke kant bedekt met een STOP-WALL-membraan dat tussen twee standaard gipsplaten wordt aangebracht.
Rw 53,5 (dB) - 50 mm Het STOP-WALL-membraan SW-25 of SW-40 geeft de bekleding een zware en veerkrachtige massa en scheidt de wanden van het geraamte. Het “massa-veer-massa”-effect wordt aanzienlijk vergroot en het visco-elastische materiaal doet de trillingen verdwijnen. 1. Gipsplaat van 12,5 mm 2. STOP-WALL SW-25 of SW-40 - 2 tot 3 mm 3. Gipsplaat van 12,5 mm 4. Metalen geraamte van 50 mm of 75 mm met rondom scheidingsstrook 5. Minerale wol (paneel van 20 kg/m3 - 50 mm)
1 2 3 4 5 6 7 9
8
10 11
6. Gipsplaat van 12,5 mm
12
7. STOP-WALL SW-25 of SW-40 - 2 tot 3 mm
13
8. Gipsplaat van 12,5 mm 9. Vloerbekleding 10. Dekvloer 11. Onderlaag van STOP-FLOOR 12. Druklaag 13. Welfsels AKOESTISCHE PRESTATIECURVE
PLAATSEN VAN STOP-WALL 90
1. Een elastische randstrook lijmen op de gordingen die in aanraking komen met de muren, de vloer en het plafond.
40 30
4000
2500
1600
Fréquences (Hz) Frequenties
8. De afgedunde randen van de platen insmeren met afwerkingspleister. : Met isolatie
9. De vrije ruimte rondom de wand dichtkitten met elastische voeg.
28
630
10
7. De tweede gipsplaat op de wand schroeven volgens de aanbevelingen uit punt 5.
1000
20
400
6. De STOP-WALL op de wand bevestigen met behulp van nietjes of dubbelzijdig plakband, waarbij de randen op elkaar worden gelegd om het visco-elastische materiaal van de aangrenzende banen met elkaar in aanraking te brengen.
50
250
5. De plaat op de profielen schroeven.
60
160
4. De eerste gipsplaat aanbrengen op afstand houders van 2 of 3 mm dik. Dezelfde breedte vrijlaten rond de omtrek van de plaat om te vermijden dat de gipsplaten in aanraking komen met de vloer, de muren en het plafond.
70
100
3. De minerale wol tussen de profielen aanbrengen.
Isolatieniveau (dB) Niveau d'isolement RR (dB)
2. De verticale profielen van het geraamte monteren.
Rw 53,5 (dB) - 50 mm
80
Freq. (Hz)
125
250
500
1000 2000 4000
R (dB) 34,3
43,5
48,8
59,7
67,6
66,6
Prestaties vastgesteld op basis van erkende laboratoriummetingen volgens de normen EN ISO 717-1 en 2.
CW-8 AKOESTISCHE ISOLATIE VOOR SCHEIDINGSWANDEN BINNENSHUIS Akoestische bekleding met dubbel geraamte voor scheidingswanden binnenshuis voor nieuwbouw en renovatie. Het isolatiemateriaal bestaat uit twee lichte geraamten van metalen profielen van 50 mm die op elastische stroken worden bevestigd en van elkaar worden gescheiden door een luchtlaag. De spouw van elk geraamte wordt gevuld met minerale wol en bedekt met een STOP-WALL-membraan dat tussen twee standaard gipsplaten wordt aangebracht.
Rw 64,6 (dB) Het STOP-WALL-membraan SW-25 of SW-40 geeft de bekleding een zware en veerkrachtige massa en scheidt de wanden van het geraamte. Het “massa-veer-massa”-effect wordt aanzienlijk vergroot en het visco-elastische materiaal doet de trillingen verdwijnen. 1. Gipsplaat van 12,5 mm 2. STOP-WALL SW-25 of SW-40 - 2 tot 3 mm 3. Gipsplaat van 12,5 mm 4. Metalen geraamte van 50 mm met rondom scheidingsstrook 5. Minerale wol (panelen van 20 kg/m3 - 50 mm) 6. Luchtlaag 7. Metalen geraamte van 50 mm met rondom scheidingsstrook en minerale wol (panelen van 20 kg/m3 - 50 mm)
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
11 12 13 14 15
8. Gipsplaat van 12,5 mm 9. STOP-WALL SW-25 of SW-40 - 2 tot 3 mm 10. Gipsplaat van 12,5 mm 11. Vloerbekleding 12. Dekvloer 13. Onderlaag van STOP-FLOOR 14. Druklaag 15. Welfsels AKOESTISCHE PRESTATIECURVE
PLAATSEN VAN STOP-WALL 90
1. Een elastische randstrook lijmen op de gordingen die in aanraking komen met de muren, de vloer en het plafond.
40 30
4000
2500
1600
Fréquences (Hz) Frequenties
8. Het tweede geraamte monteren volgens de aanbevelingen uit de punten 1 tot 7. : Met isolatie
9. De vrije ruimte rondom de wand dichtkitten met elastische voeg. 10. De vrije ruimte rondom de wand dichtkitten met elastische voeg.
630
10
7. De tweede gipsplaat op de wand schroeven volgens de aanbevelingen uit punt 4.
1000
20
400
6. De STOP-WALL op de wand bevestigen met behulp van nietjes of dubbelzijdig plakband, waarbij de randen op elkaar worden gelegd om het visco-elastische materiaal van de aangrenzende banen met elkaar in aanraking te brengen.
50
250
5. De plaat op de profielen schroeven.
60
160
4. De eerste gipsplaat aanbrengen op afstand houders van 2 of 3 mm dik. Dezelfde breedte vrijlaten rond de omtrek van de plaat om te vermijden dat de gipsplaten in aanraking komen met de vloer, de muren en het plafond.
70
100
3. De minerale wol tussen de profielen aanbrengen.
Isolatieniveau (dB) Niveau d'isolement RR (dB)
2. De verticale profielen van het geraamte monteren.
Rw 64,6 (dB)
80
Freq. (Hz)
125
250
500
1000 2000 4000
R (dB) 44,8
56,1
56,4
76,6
81,7
81,0
Prestaties vastgesteld op basis van erkende laboratoriummetingen volgens de normen EN ISO 717-1 en 2.
29
CW-9 AKOESTISCHE ISOLATIE VOOR BEPLEISTERDE GEVELMUREN Akoestische bekleding met geraamte voor gevelmuren van blokken uit beton, kiezelzandsteen of aardewerk voor nieuwbouw en renovatie. Het isolatiemateriaal bestaat uit een licht geraamte van metalen profielen van 50 mm die op enkele centimeters van de scheidingsmuur worden aangebracht en op elastische stroken worden bevestigd. De spouw wordt gevuld met minerale wol en aan één kant bedekt met een STOP-WALL-membraan dat tussen twee standaard gipsplaten wordt aangebracht.
Rw 79,5 (dB) Het STOP-WALL-membraan SW-25 of SW-40 geeft de bekleding een zware en veerkrachtige massa en scheidt de wanden van het geraamte. Het “massa-veer-massa”-effect wordt aanzienlijk vergroot en het visco-elastische materiaal doet de trillingen verdwijnen.
1 2 3 4
1. Blokken uit beton, kiezelzandsteen of aardewerk
5 6
2. Luchtlaag van 2 cm
7
3. Metalen geraamte van 50 mm met rondom scheidingsstrook
8
4. Minerale wol (panelen van 20 kg/m3 - 50 mm)
9
10 11 12 13
5. Gipsplaat van 12,5 mm
14
6. STOP-WALL SW-25 of SW-40 - 2 tot 3 mm 7. Gipsplaat van 12,5 mm 8. Bepleistering 9. Isolatie 10. Vloerbekleding 11. Dekvloer 12. Onderlaag van STOP-FLOOR 13. Druklaag 14. Welfsels
AKOESTISCHE PRESTATIECURVE
PLAATSEN VAN STOP-WALL 100
1. Een elastische randstrook lijmen op de gordingen die in aanraking komen met de muren, de vloer en het plafond.
50 40
4000
2500
: Met isolatie
9. De afgedunde randen van de platen insmeren met afwerkingspleister.
30
1600
Fréquences (Hz) Frequenties
8. De tweede gipsplaat op de wand schroeven volgens de aanbevelingen uit punt 5.
10. De vrije ruimte rondom de wand dichtkitten met elastische voeg.
630
20
1000
30
7. De STOP-WALL op de wand bevestigen met behulp van nietjes of dubbelzijdig plakband, waarbij de randen op elkaar worden gelegd om het visco-elastische materiaal van de aangrenzende banen met elkaar in aanraking te brengen.
400
6. De plaat op de profielen schroeven.
60
250
5. De eerste gipsplaat aanbrengen op afstand houders van 2 of 3 mm dik. Dezelfde breedte vrijlaten rond de omtrek van de plaat om te vermijden dat de gipsplaten in aanraking komen met de vloer, de muren en het plafond.
70
160
4. De minerale wol tussen de profielen aanbrengen.
80
100
3. De verticale profielen van het geraamte monteren.
Isolatieniveau (dB) Niveau d'isolement RR (dB)
2. De gordingen van het geraamte vastschroeven op 2 cm van de scheidingsmuur.
Rw 79,5 (dB)
90
Fréq. (Hz)
125
250
500
1000 2000 4000
R (dB) 54,3
67,6
79,5
91,6
89,2
93,5
Prestaties vastgesteld op basis van erkende laboratoriummetingen volgens de normen EN ISO 717-1 en 2 of door een berekeningsmethode die verwijst naar gelijkaardige complexen.
CW-10 AKOESTISCHE ISOLATIE VOOR GEVELMUREN VAN BAKSTEEN Akoestische bekleding met geraamte voor gevelmuren van blokken met parement van baksteen voor nieuwbouw en renovatie. Het isolatiemateriaal bestaat uit een licht geraamte van metalen profielen van 50 mm die op enkele centimeters van de scheidingsmuur worden aangebracht en op elastische stroken worden bevestigd. De spouw wordt gevuld met minerale wol en aan de binnenkant bedekt met een STOP-WALL-membraan dat tussen twee standaard gipsplaten wordt aangebracht.
Rw 84,7 (dB) Het STOP-WALL-membraan SW-25 of SW40 geeft de bekleding een zware en veerkrachtige massa en scheidt de wanden van het geraamte. Het “massa-veer-massa”-effect wordt aanzienlijk vergroot en het visco-elastische materiaal doet de trillingen verdwijnen. 1. Blokken van aardewerk 2. Luchtlaag van 2 cm 3. Metalen geraamte van 50 mm met rondom scheidingsstrook 4. Minerale wol (panelen van 20 kg/m3 - 50 mm) 5. Gipsplaat van 12,5 mm 6. STOP-WALL SW-25 of SW-40 - 2 tot 3 mm
1 2 3 4 5 6 7
11
8
12
9
13 14
10
15
7. Gipsplaat van 12,5 mm 8. Parementbaksteen 9. Verluchte spouw 10. Thermische isolatie 11. Vloerbekleding 12. Dekvloer 13. Onderlaag van STOP-FLOOR 14. Druklaag 15. Welfsels AKOESTISCHE PRESTATIECURVE
PLAATSEN VAN STOP-WALL 100
1. Een elastische randstrook lijmen op de gordingen die in aanraking komen met de muren, de vloer en het plafond.
50 40
4000
2500
1600
Fréquences (Hz) Frequenties
8. De tweede gipsplaat op de wand schroeven volgens de aanbevelingen uit punt 5. : Met isolatie
9. De afgedunde randen van de platen insmeren met afwerkingspleister. 10. De vrije ruimte rondom de wand dichtkitten met elastische voeg.
630
20
1000
30
7. De STOP-WALL op de wand bevestigen met behulp van nietjes of dubbelzijdig plakband, waarbij de randen op elkaar worden gelegd om het visco-elastische materiaal van de aangrenzende banen met elkaar in aanraking te brengen.
400
6. De plaat op de profielen schroeven.
60
250
5. De eerste gipsplaat aanbrengen op afstand houders van 2 of 3 mm dik. Dezelfde breedte vrijlaten rond de omtrek van de plaat om te vermijden dat de gipsplaten in aanraking komen met de vloer, de muren en het plafond.
70
160
4. De minerale wol tussen de profielen aanbrengen.
80
100
3. De verticale profielen van het geraamte monteren.
Isolatieniveau (dB) Niveau d'isolement RR (dB)
2. De gordingen van het geraamte vastschroeven op 2 cm van de scheidingsmuur.
Rw 84,7 (dB)
90
Fréq. (Hz)
125
250
500
1000 2000 4000
R (dB) 56,2
68,1
84,7
92,5
92,7
89,1
Prestaties vastgesteld op basis van erkende laboratoriummetingen volgens de normen EN ISO 717-1 en 2 of door een berekeningsmethode die verwijst naar gelijkaardige complexen.
31
CW-11 AKOESTISCHE ISOLATIE VOOR ONDERDAKEN Akoestische bekleding die als onderdak op een traditioneel schuin gebinte van hout wordt geplaatst. Het ISOLATIE dient voor nieuwbouw en renovatie en bestaat uit een STOP-WALL-membraan dat wordt aangebracht tussen twee standaard gipsplaten die worden bevestigd op een houten tegenlatwerk of op “elastische” profielen die op een thermische geïsoleerd gebinte zijn geschroefd.
Rw 49 (dB) Het STOP-WALL-membraan SW-25 of SW-40 geeft de akoestische bekleding een zware en veerkrachtige massa.
1
Het “massa-veer-massa”-effect zorgt voor een doelmatige akoestische isolatie tegen luchtgeluiden die voortkomen van vliegtuig en autoverkeer en tegen het contactgeluid van regendruppels.
2 3 4
1. Dakbedekking van aardewerkpannen
5
2. Latten
6
3. Tegenlatten
7
4. Onderdak 5. Daksparren en minerale wol
8
6. Dampscherm
9
7. Elastische profielen of veerregel
10
8. Luchtlaag
11
9. Gipsplaat van 12,5 mm 10. STOP-WALL SW-25 of SW-40 - 2 tot 3 mm 11. Gipsplaat van 12,5 mm
AKOESTISCHE PRESTATIECURVE
PLAATSEN VAN STOP-WALL 80 70
2. Rondom het latwerk een elastische afdichtingsstrook aanbrengen om zijdelingse overdracht naar de muren te voorkomen.
60
40 30 20
4000
2500
1600
630
1000
0
7. De vrije ruimte rondom de wand dichtkitten met elastische voeg.
400
10
6. De afgedunde randen van de platen insmeren met afwerkingspleister.
250
5. De tweede gipsplaat vastschroeven op de structuur.
50
160
4. De STOP-WALL op de gipsplaten bevestigen met behulp van nietjes of dubbelzijdig plakband, waarbij de randen op elkaar worden gelegd om het visco-elastische materiaal van de aangrenzende banen met elkaar in aanraking te brengen.
Rw 49 (dB)
100
3. De gipsplaten vastschroeven en ervoor zorgen dat de randen ervan in aanraking zijn met de afdichtingstrook.
Isolatieniveau (dB) Niveau d'isolement RR (dB)
1. Latten of veerregels bevestigen onder houten balklagen of daksparren.
Fréquences (Hz) Frequenties : Met isolatie
32
Freq. (Hz)
125
250
500
1000 2000 4000
R (dB) 31,0
39,0
49,3
56,2
62,9
67,2
Prestaties vastgesteld op basis van erkende laboratoriummetingen volgens de normen EN ISO 717-1 en 2 of door een berekeningsmethode die verwijst naar gelijkaardige complexen.
CF-1 AKOESTISCHE ISOLATIE VOOR VLOEREN Akoestische isolerende onderlaag tegen contactgeluiden voor zwevende dekvloeren. De isolerende onderlaag, die voor nieuwbouw of renovatie dient, bestaat uit een soepel STOP-FLOOR FLEX-membraan of uit STOP-FLOOR PLANE-panelen die op de betonplaat of op de druklaag worden aangebracht voordat een vochtige of droge zwevende dekvloer wordt gemaakt en de bekleding wordt geplaatst.
L’nT,w 51 (dB) De STOP-FLOOR FLEX-onderlaag bestaat uit een zwaar, elastische en soepel membraan dat aansluit op de oneffenheden van het oppervlak. Het STOP-FLOOR PLANE-paneel bestaat uit een combinatie van een zwaar en elastische membraan en een laag van ongeweven vezels met hoge dichtheid. Dat tweelagig complex geeft een bijkomend “massa-veer-massa”-effect dat contactgeluiden nog beter absorbeert
1 2 3
1. Bekleding
4
2. Vochtige of droge dekvloer
5
3. STOP-FLOOR FLEX of PLANE 4. Druklaag 5. Welfsels
AKOESTISCHE PRESTATIECURVE
PLAATSEN VAN STOP-FLOOR
20
ΔL’nT,w 25 (dB)
4000
2500
Fréquences (Hz) Frequenties
6. De afwerkingsbekleding aanbrengen. : Zonder isolatie
7. De plinten aan de muren bevestigen op 5 mm van de afwerkingsbekleding. 8. De ruimte tussen de plint en de bekleding dichtkitten met elastische voeg.
1600
10 0
5. Een vochtige of een droge dekvloer plaatsen.
L’nT,w 51 (dB)
30
630
4. De onderlagen aan elkaar bevestigen met STOP-TAPE-kleefband.
40
1000
3. Wanneer er STOP-FLOOR PLANE-panelen worden gebruikt, moeten die met de randen tegen elkaar worden gelegd.
50
400
Een afdichtingsstrook aanbrengen op alle plaatsen waar de dekvloer contactgeluiden kan overdragen aan de structuur van het gebouw of aan de leidingen. De STOP-FLOOR FLEX-banen uitrollen op de ondergrond en de afgedunde randen over elkaar leggen opdat het visco-elastische materiaal van de ene baan in aanraking zou komen met dat van de aangrenzende baan.
250
60
160
2. Rondom de dekvloer een elastische afdichtingsstrook aanbrengen die even hoog is als heel de afgewerkte bekleding.
L’nT,w 76 (dB)
70
100
1. Puinresten en grote oneffenheden verwijderen om te voorkomen dat er zich luchtbellen vormen tussen de onderlaag en de ondergrond.
Niveau (dB) Niveau de van bruitimpactgeluid d'impact LnTLnT (dB)
80
: Met isolatie
Freq. (Hz)
125
250
500
1000 2000 4000
L’nT (dB)
62,2
53,5
49,2
36,9
26,5
20,6
Performances établies sur base de mesures en situation selon les normes EN ISO 717-1 et 2.
33
CF-2 AKOESTISCHE ISOLATIE VOOR VLOEREN Akoestische isolerende onderlaag tegen contactgeluid voor houten vloeren met droge dekvloer. De isolerende onderlaag, die voor nieuwbouw of renovatie dient, bestaat uit STOP-FLOOR PLANE-panelen die worden geplaatst op een houten vloer die op vloerbalken bevestigd is voordat een droge dekvloer wordt gemaakt en afwerkingsbekleding wordt aangebracht.
L’nT,w 55 (dB) De STOP-FLOOR FLEX-onderlaag bestaat uit een zwaar, veerkrachtig en soepel membraan dat aansluit op de oneffenheden van het oppervlak. Het STOP-FLOOR PLANE-paneel bestaat uit een combinatie van een zwaar en elastische membraan en een laag van ongeweven vezels met hoge dichtheid. Dat tweelagig complex geeft een bijkomend “massa-veermassa”-effect dat contactgeluiden nog beter absorbeert.
1 2 3
1. Afwerkingsbekleding of zwevende vloer
4
2. OSB-panelen van 18 mm
5
3. Droge dekvloer 4. Isolatie
6
5. STOP-FLOOR PLANE
7
6. Oude houten vloer of OSB
8
7. Houten draagstructuur (balken, bintlaag enz.)
9
8. Isolatie 9. Gipsplaat van 12,5 mm
AKOESTISCHE PRESTATIECURVE
PLAATSEN VAN STOP-FLOOR 100
20
ΔL’nT,w 35 (dB)
4000
0
2500
10
1600
8. De ruimte tussen de plint en de bekleding dichtkitten met elastische voeg.
L’nT,w 55 (dB)
30
630
7. De plinten aan de muren bevestigen op 5 mm van de afwerkingsbekleding.
40
1000
6. De afwerkingsbekleding aanbrengen.
50
400
5. De OSB-platen van 18 mm aanbrengen.
60
250
4. De droge dekvloer aanbrengen.
L’nT,w 90 (dB)
70
160
3. De panelen aan elkaar bevestigen met behulp van STOP-TAPE-plakband.
80
100
2. De STOP-FLOOR PLANE-panelen met de randen tegen elkaar plaatsen.
90
Niveau (dB) Niveau de van bruitimpactgeluid d'impact LnTLnT (dB)
1. Rondom de dekvloer een elastische afdichtingsstrook aanbrengen met dezelfde hoogte als heel de afwerkingsbekleding.
Fréquences (Hz) Frequenties : Zonder isolatie
34
: Met isolatie
Freq. (Hz)
125
250
500
1000 2000 4000
L’nT (dB)
62,1
59,1
55,2
44,2
33,1
25,6
Prestaties vastgesteld op basis van erkende laboratoriummetingen volgens de normen EN ISO 717-1 en 2.
CF-3 AKOESTISCH ISOLATIE VOOR VLOEREN Akoestische isolerende onderlaag tegen contactgeluid voor houten vloeren met vochtige dekvloer. De isolerende onderlaag, die voor nieuwbouw of renovatie dient, bestaat uit STOP-FLOOR PLANE-panelen die worden geplaatst op een houten vloer die op vloerbalken bevestigd is, voordat een vochtige dekvloer wordt gemaakt en afwerkingsbekleding wordt aangebracht.
L’nT,w 53 (dB) De STOP-FLOOR FLEX-onderlaag bestaat uit een zwaar, veerkrachtig en soepel membraan dat aansluit op de oneffenheden van het oppervlak. Het STOP-FLOOR PLANE-paneel bestaat uit een combinatie van een zwaar en elastische membraan en een laag van ongeweven vezels met hoge dichtheid. Dat tweelagig complex geeft een bijkomend “massa-veermassa”-effect dat contactgeluiden nog beter absorbeert.
1 2 3
1. Afwerkingsbekleding of zwevende vloer
4
2. OSB-panelen van 18 mm
5
3. Morteldekvloer op waterdicht folie
6
4. STOP-FLOOR PLANE 5. Oude houten vloer of OSB
7
6. Houten draagstructuur (balken, bintlaag enz.)
8
7. Isolatie 8. Gipsplaat van 12,5 mm
AKOESTISCHE PRESTATIECURVE
PLAATSEN VAN STOP-FLOOR 100
20
ΔL’nT,w 37 (dB)
4000
0
2500
10
1600
8. De ruimte tussen de plint en de bekleding dichtkitten met elastische voeg.
L’nT,w 53 (dB)
30
630
7. De plinten aan de muren bevestigen op 5 mm van de afwerkingsbekleding.
40
1000
6. De afwerkingsbekleding aanbrengen.
50
400
5. De morteldekvloer storten en daarbij de resterende luchtbellen wegwerken.
60
250
4. De afdichtingsfolie aanbrengen.
L’nT,w 90 (dB)
70
160
3. De panelen aan elkaar bevestigen met behulp van STOP-TAPE- plakband.
80
100
2. De STOP-FLOOR PLANE-panelen met de randen tegen elkaar plaatsen.
90
Niveau (dB) Niveau de van bruitimpactgeluid d'impact LnTLnT (dB)
1. Rondom de dekvloer een elastische afdichtingsstrook aanbrengen met dezelfde hoogte als heel de afwerkingsbekleding.
Fréquences (Hz) Frequenties : Zonder isolatie
: Met isolatie
Freq. (Hz)
125
250
500
1000 2000 4000
L’nT (dB)
62,1
59,1
53,2
43,1
30,2
21,3
Prestaties vastgesteld op basis van echte omstandigheden metingen volgens de normen EN ISO 717-1 en 2.
35
CF-4 AKOESTISCHE ISOLATIE VOOR BETONVLOER EN AKOESTISCH PLAFOND Krachtige akoestisch isolerende onderlaag tegen contact en luchtgeluid voor betonvloeren. Het akoestische ISOLATIE, dat voor nieuwbouw of renovatie dient, bestaat uit een akoestisch isolerende onderlaag die wordt aangebracht tussen de vloerplaat of de welfsels en de zwevende dekvloer, in combinatie met een akoestisch plafond dat op een zelfdragend geraamte is gemonteerd.
L’nT,w 35 (dB) De STOP-FLOOR FLEX-onderlaag bestaat uit een zwaar, veerkrachtig en soepel membraan dat aansluit op de oneffenheden van het oppervlak. Het STOP-FLOOR PLANE-paneel bestaat uit een combinatie van een zwaar en elastische membraan en een laag van ongeweven vezels met hoge dichtheid. Dat tweelagig complex geeft een bijkomend “massa-veermassa”-effect dat contactgeluiden nog beter absorbeert. Het in het akoestische plafond geïntegreerde STOP-WALL-membraan vergroot het “massaveer-massa”-effect, waardoor er uitzonderlijke prestaties worden bereikt.
1 2 3 4 5 6 8 9
7
1. Afwerkingsbekleding 2. Dekvloer
10
3. STOP-FLOOR PLANE
11
4. Druklaag
12
5. Welfsels 6. Bepleistering 7. Spouw (luchtlaag) 8. Absorberend wol (20 kg/m3) 9. Standaard gipsplaat van 12,5 mm 10. Zelfdragend geraamte 11. STOP-WALL 12. Standaard gipsplaat van 12,5 mm
AKOESTISCHE PRESTATIECURVE
PLAATSEN VAN STOP-FLOOR
Fréquences (Hz) Frequenties
10. De STOP-WALL op de gipsplaat nieten. : Zonder isolatie
11. Een gipsplaat van 12,5 mm vastschroeven. 12. De aansluitingen met afgedunde randen bepleisteren.
36
4000
0
9. Een gipsplaat van 12,5 mm vastschroeven.
2500
8. De panelen van minerale wol aanbrengen tussen de profielen.
ΔL’nT,w 41 (dB)
10
1600
7. De profielen van het geraamte plaatsen.
20
630
6. De randprofielen op 10 cm van het plafond bevestigen.
60
1000
5. Een elastische strook plaatsen op de randprofielen van het zelfdragend geraamte, die in aanraking komen met de muren rondom.
40
400
4. De afwerkingsbekleding aanbrengen.
L’nT,w 35 (dB)
50
250
3. De dekvloer storten.
60
160
2. De STOP-FLOOR PLANE-panelen met de randen tegen elkaar plaatsen.
L’nT,w 76 (dB)
70
100
1. Rondom de dekvloer een elastische afdichtingsstrook aanbrengen met dezelfde hoogte als heel de afwerkingsbekleding.
Niveau (dB) Niveau de van bruitimpactgeluid d'impact LnTLnT (dB)
80
: Met isolatie
Freq. (Hz)
125
250
500
1000 2000 4000
L’nT (dB)
47,2
36,1
29,4
26,3
20,4
12,5
Prestaties vastgesteld op basis van echte omstandigheden metingen volgens de normen EN ISO 717-1 en 2.
CF-5 AKOESTISCHE ISOLATIE VOOR HOUTEN VLOER EN AKOESTISCH PLAFOND Krachtige akoestisch isolerende onderlaag tegen contact en luchtgeluid voor houten vloeren. Het akoestisch ISOLATIE, dat voor nieuwbouw of renovatie dient, bestaat uit een akoestisch isolerende onderlaag die wordt aangebracht tussen de houten vloer en de droge dekvloer, in combinatie met een akoestisch plafond dat op een zelfdragend geraamte is gemonteerd.
L’nT,w 45 (dB) Het STOP-FLOOR PLANE-paneel bestaat uit een combinatie van een zwaar en elastische membraan en een laag van ongeweven vezels met hoge dichtheid.
1 2
Dat tweelagig complex geeft een bijkomend “massa-veer-massa”-effect dat contactgeluiden nog beter absorbeert.
3
Het in het akoestische plafond geïntegreerde STOP-WALL-membraan vergroot het “massaveer-massa”-effect, waardoor er uitzonderlijke prestaties worden bereikt.
4 5 6
1. Afwerkingsbekleding of zwevende vloer
7
2. OSB (voor een gespijkerde massieve vloer) of vilt
8
3. Droge dekvloer van 20 mm 4. Thermische Isolatie
9
5. STOP-FLOOR PLANE
10
6. Oude houten vloer of OSB
11
7. Houten draagstructuur (balken, bintlaag enz.)
12
8. Absorberende wol (20 kg/m3) 9. Zelfdragend geraamte 10. Standaard gipsplaat van 12,5 mm 11. STOP-WALL 12. Standaard gipsplaat van 12,5 mm AKOESTISCHE PRESTATIECURVE
PLAATSEN VAN STOP-FLOOR 100
20
: Zonder isolatie
11. De STOP-WALL op de gipsplaat nieten.
13. De aansluitingen met afgedunde randen bepleisteren.
4000
Fréquences (Hz) Frequenties
10. Een gipsplaat van 12,5 mm vastschroeven.
12. Een gipsplaat van 12,5 mm vastschroeven.
2500
0
9. De panelen van absorberende wol aanbrengen tussen de profielen.
ΔL’nT,w 45 (dB)
10
1600
8. De profielen van het geraamte plaatsen.
30
630
7. De randprofielen op 10 cm van de balken van de vloer bevestigen.
40
1000
6. Een veerkrachtige strook plaatsen op de randprofielen van het zelfdragend geraamte, die in aanraking komen met de muren rondom.
L’nT,w 45 (dB)
50
400
5. De afwerkingsbekleding aanbrengen.
60
250
4. Een viltlaag uitrollen of een OSB van 12 mm plaatsen.
L’nT,w 90 (dB)
70
160
3. De droge dekvloer aanbrengen.
80
100
2. De STOP-FLOOR PLANE-panelen met de randen tegen elkaar plaatsen.
90
Niveau (dB) Niveau de van bruitimpactgeluid d'impact LnTLnT (dB)
1. Rondom de bovenste vloer een elastische afdichtingsstrook aanbrengen, die even hoog is als de afgewerkte bekleding.
: Met isolatie
Freq. (Hz)
125
250
500
1000 2000 4000
L’nT (dB)
47,2
36,0
29,0
26,0
20,0
12,0
Prestaties vastgesteld op basis van echte omstandigheden metingen volgens de normen EN ISO 717-1 en 2.
37
CP-1 AKOESTISCHE ISOLATIE VOOR LEIDINGEN EN TECHNISCHE KOKERS Krachtig akoestisch isolatiesysteem tegen stromings en turbulentiegeluiden. Het akoestisch ISOLATIE voor valpijpen voor water, technische zuilen, verluchtings en airconditioningleidingen, dat voor nieuwbouw of renovatie dient, bestaat uit een akoestische isolatiekoker die wordt aangebracht rond de leidingen en een wand die gemonteerd is op een licht geraamte om de technische ruimte te verbergen.
Ra 25 (dB) De akoestische STOP-PIPE-isolatie bestaat uit een zwaar membraan dat bekleed is met waterdicht en brandwerend aluminiumfolie, in combinatie met een laag soepel en elastische schuim.
1
Dat tweelagig complex van 15 mm dik zorgt voor een “massa-veer-massa”-effect dat de stromings en turbulentiegeluiden in de leidingen absorbeert.
2
1. Wand of muur
4
5 6
3
2. Licht geraamte voor de technische ruimte 3. Absorberende stof (minerale wol of andere stof) 4. Gipsplaat of houten platen 5. PVC-leiding of verluchtingsbuis 6. Akoestische STOP-PIPE-koker
AKOESTISCHE PRESTATIECURVE
PLAATSEN VAN STOP-PIPE 80
1. Afsnijden van stroken STOP-PIPE waarvan de breedte gelijk is aan 3,14 x de diameter (mm) van de leiding, plus een overlapping van 50 mm.
20
4000
2500
9. De voegen tussen de gipsplaten bepleisteren.
1600
0
630
10
8. Voor een nog betere isolatie, plaatst men een STOP-WALL-membraan tussen beide gipsplaten.
1000
7. De technische ruimte afsluiten door middel van een of twee gipsplaten van 12,5 mm.
60
400
6. De panelen van minerale wol tussen de profielen van het lichte geraamte plaatsen.
40
250
5. Het lichte geraamte voor de technische ruimte monteren.
50
160
4. De isolatie op haar plaats houden met behulp van spanbeugels of STOP-TAPE plakband.
60
100
3. De randen van de isolatie over elkaar leggen.
Isolatieniveau (dB) Niveau d'isolement RR (dB)
2. De isolatie rond de leiding aanbrengen.
Ra 25 (dB)
70
Fréquences (Hz) Frequenties : Met isolatie
38
Fréq. (Hz)
125
250
500
1000 2000 4000
R (dB) 12,1
16,5
21,2
26,5
30,5
37,4
Prestaties vastgesteld op basis van erkende laboratoriummetingen volgens de normen EN ISO 717-1 en 2 of door een berekeningsmethode die verwijst naar gelijkaardige complexen.
OPLOSSINGEN VOOR AKOESTISCHE ISOLATIE VAN GEBOUWEN MET HOUTEN GERAAMTE
39
CBW-1 I CBW-2 AKOESTISCH ISOLATIE VOOR SCHEIDINGSMUREN VAN MASSIEF HOUT Akoestische bekleding met geraamte voor houten scheidingsmuren van massief hout van het CLT-type voor nieuwbouw en renovatie. Het ISOLATIE bestaat uit een licht houten geraamte dat op enkele centimeters van de scheidingsmuur op elastische stroken wordt bevestigd. De spouw wordt gevuld met wol en aan een zijde bekleed met een STOP-WALL-membraan dat tussen twee OSB of twee standaard gipsplaten wordt aangebracht.
Rw 54,9 (dB) Het STOP-WALL-membraan SW-25 of SW-40 geeft de bekleding een zware en veerkrachtige massa en scheidt de wanden van het geraamte.
1
Het “massa-veer-massa” effect wordt aanzienlijk vergroot en het visco-elastische materiaal doet de trillingen verdwijnen.
3
1. Scheidingsmuur uit massief hout van het CLT-type 2. Luchtlaag van 2 cm 3. Houten geraamte van 50 mm met rondom scheidingsstrook 4. Dampscherm 5. Plantaardige wol (panelen van 40 kg/m3 - 50 mm)
2
4 5 6
9
7
10
8
11 12
6. Gipsplaat van 12,5 mm of OSB-plaat van 18 mm
13 14
7. STOP-WALL SW-25 of SW-40 - 2 tot 3 mm 8. Gipsplaat van 12,5 mm 9. Vloerbekleding 10. Vilt 11. Dekvloer met rondom elastische strook 12. Onderlaag van STOP-FLOOR 13. OSB-paneel 14. Bintlaag AKOESTISCHE PRESTATIECURVE
PLAATSEN VAN STOP-WALL 100
1. Een elastische randstrook lijmen op de houten stijlen die in aanraking komen met muren, vloer en plafond.
50 40
4000
2500
: Met isolatie
9. De randen van de platen insmeren met afwerkingspleister.
40
1600
Fréquences (Hz) Frequenties
8. De tweede gipsplaat op de wand schroeven volgens de aanbevelingen uit punt 5.
10. De vrije ruimte rondom de wand dichtkitten met elastische voeg.
630
20
1000
30
7. De STOP-WALL op de wand bevestigen met behulp van nietjes of dubbelzijdig plakband, waarbij de randen op elkaar worden gelegd om het visco-elastische materiaal van de aangrenzende banen met elkaar in aanraking te brengen
400
6. De plaat vastschroeven op de stijlen.
60
250
5. De eerste OSB of gipsplaat aanbrengen op op afstand houders van 2 of 3 mm dik. Dezelfde breedte vrijlaten rond de omtrek van de plaat om te vermijden dat de gipsplaten in aanraking komen met de vloer, de muren en het plafond.
70
160
4. De panelen van plantaardige wol tussen de stijlen plaatsen.
80
100
3. De houten stijlen van het geraamte monteren.
Isolatieniveau (dB) Niveau d'isolement RR (dB)
2. De stijlen van het houten frame vastschroeven op 2 cm van de scheidingsmuur.
Rw 54,9 (dB)
90
Freq. (Hz)
125
250
500
1000 2000 4000
R (dB) 33,2
40,8
51,2
59,6
66,7
68,3
Prestaties vastgesteld op basis van erkende laboratoriummetingen volgens de normen EN ISO 717-1 en 2 of door een berekeningsmethode die verwijst naar gelijkaardige complexen.
CBW-3 AKOESTISCH ISOLATIE VOOR SCHEIDINGSMUREN MET HOUTEN GERAAMTE Akoestische bekleding met geraamte voor scheidingsmuren met houten geraamte voor nieuwbouw en renovatie. Het ISOLATIE bestaat uit een licht houten geraamte dat op enkele centimeter van de scheidingsmuur op elastische stroken wordt bevestigd. De spouw wordt gevuld met plantaardige wol en aan een zijde bekleed met een STOP-WALL-membraan dat tussen een OSB en gipskarton of tussen twee standaard gipsplaten wordt aangebracht.
Rw 53,8 (dB) Het STOP-WALL-membraan SW-25 of SW-40 geeft de bekleding een zware en veerkrachtige massa en scheidt de wanden van het geraamte. Het “massa-veer-massa” effect wordt aanzienlijk vergroot en het visco-elastische materiaal doet de trillingen verdwijnen. 1. OSB-paneel 2. Houtstructuur 3. Plantaardige wol 4. OSB-paneel 5. Dampscherm
1 2 3 4 5 6 7 8
12 13 14 15 16
9
6. Luchtlaag van 2 cm
10
7. Licht houten stijlen van 50 mm met rondom lopende scheidingsstrook
11
8. Plantaardige wol (panelen van 40 kg/m3 - 45 mm)
17 18
9. Gipsplaat van 12,5 mm of OSB-plaat van 18 mm 10. STOP-WALL SW-25 of SW-40 – 2 tot 3 mm 11. Gipsplaat van 12,5 mm 12. Vloerbekleding 13. Vilt 14. Droge dekvloer 15. Isolatie 16. Onderlaag van STOP-FLOOR
AKOESTISCHE PRESTATIECURVE
17. OSB-paneel 18. Bintlaag
80
PLAATSEN VAN STOP-WALL
4000
2500
1600
630
1000
0
Fréquences (Hz) Frequenties : Met isolatie
7. De tweede gipsplaat op de wand schroeven volgens de aanbevelingen uit punt 5.
9. De vrije ruimte rondom de wand dichtkitten met elastische voeg.
20 10
6. De STOP-WALL op de wand bevestigen met behulp van nietjes of dubbelzijdig plakband, waarbij de randen op elkaar worden gelegd om het visco-elastische materiaal van de aangrenzende banen met elkaar in aanraking te brengen
8. De randen van de platen insmeren met afwerkingspleister.
30
400
5. De eerste OSB of gipsplaat aanbrengen op afstand houders van 2 of 3 mm dik. Dezelfde breedte vrijlaten rond de omtrek van de plaat om te vermijden dat de gipsplaten in aanraking komen met de vloer, de muren en het plafond.
40
250
4. De panelen van plantaardige wol tussen de stijlen plaatsen.
50
160
3. De houten stijlen van het geraamte monteren.
60
100
2. De stijlen van het houten frame vastschroeven op 2 cm van de scheidingsmuur.
Isolatieniveau (dB) Niveau d'isolement RR (dB)
1. Een elastische randstrook lijmen op de houten stijlen die in aanraking komen met muren, vloer en plafond.
Rw 53,8 (dB)
70
Freq. (Hz)
125
250
500
1000 2000 4000
R (dB) 30,2
43,5
48,8
59,7
67,6
66,6
Prestaties vastgesteld op basis van erkende laboratoriummetingen volgens de normen EN ISO 717-1 en 2 of door een berekeningsmethode die verwijst naar gelijkaardige complexen.
41
CBW-4 I CBW-4L AKOESTISCH ISOLATIE VOOR SCHEIDINGSWANDEN BINNENSHUIS Akoestische bekleding met geraamte voor houten scheidingsmuren van massief hout van het CLT-type voor nieuwbouw en renovatie. Het ISOLATIE bestaat uit een licht houten geraamte dat op enkele centimeters van de scheidingsmuur op elastische stroken wordt bevestigd. De spouw wordt gevuld met wol en aan een zijde bekleed met een STOP-WALL-membraan dat tussen twee OSB of twee standaard gipsplaten wordt aangebracht.
Rw 52 (dB) - 70 mm Het STOP-WALL-membraan SW-25 of SW-40 geeft de bekleding een zware en veerkrachtige massa en scheidt de wanden van het geraamte. Het “massa-veer-massa” effect wordt aanzienlijk vergroot en het visco-elastische materiaal doet de trillingen verdwijnen. 1. Gipsplaat van 12,5 mm 2. STOP-WALL SW-25 of SW-40 - 2 tot 3 mm 3. Gipsplaat van 12,5 mm of OSB-plaat van 18 mm 4. Houten frame van 70 of 90 mm met rondom scheidingsstrook
1 2 3 4 5 6 7 9
8
10
5. Plantaardige wol (panelen van 40 kg/m3 - 60 mm)
11
6. Gipsplaat van 12,5 mm of OSB-plaat van 18 mm
12 13
7. STOP-WALL SW-25 of SW-40 - 2 tot 3 mm
14
8. Gipsplaat van 12,5 mm 9. Vloerbekleding 10. Vilt 11. Dekvloer op waterdicht folie 12. Onderlaag van STOP-FLOOR 13. OSB-paneel 14. Bintlaag AKOESTISCHE PRESTATIECURVE
PLAATSEN VAN STOP-WALL 80
1. Een elastische scheidingsstrook lijmen op de houten stijlenen die in aanraking komen met muren, vloer en plafond en ze op de ondergrond vastschroeven.
30 20
4000
2500
: Met isolatie
9. De randen van de platen insmeren met afwerkingspleister.
42
1600
Fréquences (Hz) Frequenties
8. De andere zijde op dezelfde manier behandelen.
10. De vrije ruimte rondom de wand dichtkitten met elastische voeg.
630
0
7. De tweede gipsplaat op de wand schroeven volgens de aanbevelingen uit punt 6.
1000
10
400
6. De STOP-WALL op de plaat bevestigen met behulp van nietjes of dubbelzijdig plakband, waarbij de randen op elkaar worden gelegd om het visco-elastische materiaal van de aangrenzende banen met elkaar in aanraking te brengen.
40
250
5. De plaat vastschroeven op de stijlen.
50
160
4. De eerste OSB of gipsplaat aanbrengen aanbrengen op afstand houders van 2 of 3 mm dik. Dezelfde breedte vrijlaten rond de omtrek van de plaat om te vermijden dat de gipsplaten in aanraking komen met de vloer, de muren en het plafond.
60
100
3. De panelen van plantaardige wol tussen de stijlen plaatsen.
Isolatieniveau (dB) Niveau d'isolement RR (dB)
2. De verticale stijlen van het geraamte monteren.
Rw 52 (dB) - 70 mm
70
Freq. (Hz)
125
250
500
1000 2000 4000
R (dB) 34,3
43,5
48,8
59,7
67,6
66,6
Prestaties vastgesteld op basis van erkende laboratoriummetingen volgens de normen EN ISO 717-1 en 2 of door een berekeningsmethode die verwijst naar gelijkaardige complexen.
CBW-5 AKOESTISCH ISOLATIE VOOR SCHEIDINGSWANDEN BINNENSHUIS Akoestische scheidingswanden binnenshuis met dubbel geraamte voor nieuwbouw en renovatie. Het ISOLATIE bestaat uit twee lichte geraamten van metalen profielen van 50 mm die op elastische stroken worden bevestigd en van elkaar worden gescheiden door een luchtlaag. De spouw van elk geraamte wordt gevuld met plantaardige wol en bedekt met een STOP-WALL-membraan dat tussen twee OSB+gips of standaard gipsplaten wordt aangebracht.
Rw 62 (dB) Het STOP-WALL-membraan SW-25 of SW-40 geeft de bekleding een zware en veerkrachtige massa en scheidt de wanden van het geraamte. Het “massa-veer-massa”-effect wordt aanzienlijk versterkt en het viskeus-elastische materiaal doet de trillingen verdwijnen. 1. Gipsplaat van 12,5 mm 2. STOP-WALL SW-25 of SW-40 - 2 tot 3 mm 3. Gipsplaat van 12,5 mm of OSB-plaat van 18 mm 4. Houten geraamte van 70 of 90 mm met rondom lopende scheidingsstrook
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
6. Luchtlaag
11 12 13 14
7. Plantaardige wol (panelen van 40 kg/m3 - 45 mm)
15 16
5. Plantaardige wol (panelen van 40 kg/m3 - 45 mm)
8. Gipsplaat van 12,5 mm of OSB-plaat van 18 mm 9. STOP-WALL SW-25 of SW-40 - 2 tot 3 mm 10. Gipsplaat van 12,5 mm 11. Vloerbekleding 12. Vilt 13. Dekvloer 14. Onderlaag van STOP-FLOOR 15. OSB-paneel
AKOESTISCHE PRESTATIECURVE
16. Bintlaag 90
Rw 62 (dB)
80
PLAATSEN VAN STOP-WALL
4000
2500
1600
630
Fréquences (Hz) Frequenties : Met isolatie
1. De tweede gipsplaat op de wand schroeven volgens de aanbevelingen uit punt 4.
10. De vrije ruimte rondom de wand dichtkitten met elastische voeg.
1000
0
6. De STOP-WALL op de plaat bevestigen met behulp van nietjes of dubbelzijdig plakband, waarbij de randen op elkaar worden gelegd om het visco-elastische materiaal van de aangrenzende banen met elkaar in aanraking te brengen.
9. De randen van de platen insmeren met afwerkingspleister.
20 10
5. De plaat vastschroeven op de stijlen.
8. De andere zijde op dezelfde manier behandelen.
30
400
4. De eerste OSB of gipsplaat op afstand houders van 2 of 3 mm dik. Dezelfde breedte vrijlaten rond de omtrek van de plaat om te vermijden dat de gipsplaten in aanraking komen met de vloer, de muren en het plafond.
40
250
3. De panelen van plantaardige wol tussen de stijlen plaatsen.
50
160
2. De verticale stijlen van het geraamte monteren.
60
100
1. Een veerkrachtige scheidingsstrook lijmen op de stijlen die in aanraking komen met muren, vloer en plafond en ze op de ondergrond vastschroeven.
Isolatieniveau (dB) Niveau d'isolement RR (dB)
70
Freq. (Hz)
125
250
500
1000 2000 4000
R (dB) 44,8
56,1
56,4
76,6
81,7
81,0
Prestaties vastgesteld op basis van erkende laboratoriummetingen volgens de normen EN ISO 717-1 en 2 of door een berekeningsmethode die verwijst naar gelijkaardige complexen.
43
CBW-6 AKOESTISCH ISOLATIE VOOR GEVELMUREN UIT MASSIEF HOUT Akoestische bekleding met geraamte voor gevelmuren uit massief hout van het CLT-type voor nieuwbouw en renovatie. Het ISOLATIE bestaat uit een licht houten geraamte van 50 mm dat op enkele centimeters van de buitenmuur op elastische stroken wordt bevestigd. De spouw wordt gevuld met plantaardige wol en aan een zijde bekleed met een STOP-WALL-membraan dat tussen twee OSB+gips of standaard gipsplaten wordt aangebracht.
Rw 59 (dB) Het STOP-WALL-membraan SW-25 of SW-40 geeft de bekleding een zware en veerkrachtige massa en scheidt de wanden van het geraamte. Het “massa-veer-massa”-effect wordt aanzienlijk versterkt en het visco-elastische materiaal doet de trillingen verdwijnen. 1. Gepleisterd parement 2. XPS of PU isolatie 3. CLT-structuur 4. Dampscherm 5. Luchtlaag van 2 cm 6. Houten geraamte van 50 mm met rondom scheidingsstrook
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
11 12 13 14 15
7. Plantaardige wol (panelen van 40 kg/m3 - 45 mm)
16 17
8. Gipsplaat van 12,5 mm of OSB-plaat van 18 mm 9. STOP-WALL SW-25 of SW-40 - 2 tot 3 mm 10. Gipsplaat van 12,5 mm 11. Vloerbekleding 12. Vilt 13. Droge dekvloer 14. Isolatie 15. Onderlaag van STOP-FLOOR AKOESTISCHE PRESTATIECURVE
PLAATSEN VAN STOP-WALL
90
Rw 59 (dB)
80
4000
2500
0
1600
7. De STOP-WALL op de plaat bevestigen met behulp van nietjes of dubbelzijdig plakband, waarbij de randen op elkaar worden gelegd om het visco-elastische materiaal van de aangrenzende banen met elkaar in aanraking te brengen.
Fréquences (Hz) Frequenties
8. De tweede gipsplaat op de wand schroeven volgens de aanbevelingen uit punt 5.
: Met isolatie
9. De randen van de platen insmeren met afwerkingspleister.
44
20 10
6. De plaat vastschroeven op de stijlen.
10. De vrije ruimte rondom de wand dichtkitten met elastische voeg.
30
630
5. De eerste gipsplaat of OSB aanbrengen op afstand houders van 2 of 3 mm dik. Dezelfde breedte vrijlaten rond de omtrek van de plaat om te vermijden dat de gipsplaten in aanraking komen met de vloer, de muren en het plafond.
40
1000
4. De panelen van plantaardige wol tussen de stijlen plaatsen.
50
400
3. De verticale stijlen van het geraamte monteren.
60
100
2. De stijlen van het geraamte vastschroeven op 2 cm van de scheidingsmuur.
70
Isolatieniveau (dB) Niveau d'isolement RR (dB)
1. Een elastische scheidingsstrook kleven op de stijlen die in aanraking komen met muren, vloer en plafond.
250
17. Bintlaag
160
16. OSB-paneel
Fréq. (Hz)
125
250
500
1000 2000 4000
R (dB) 34,2
44,5
58,6
68,7
76,8
69,5
Prestaties vastgesteld op basis van erkende laboratoriummetingen volgens de normen EN ISO 717-1 en 2 of door een berekeningsmethode die verwijst naar gelijkaardige complexen.
CBW-7 AKOESTISCH ISOLATIE VOOR GEVELMUREN MET HOUTEN GERAAMTE Akoestische bekleding met geraamte voor gevelmuren met houten geraamte voor nieuwbouw en renovatie. Het ISOLATIE bestaat uit een licht houten geraamte van 50 mm dat op enkele centimeters van de scheidingsmuur op elastische stroken wordt bevestigd. De spouw wordt gevuld met plantaardige wol en aan een zijde bekleed met een STOP-WALL-membraan dat tussen twee OSB+gips of standaard gipsplaten wordt aangebracht.
Rw 63 (dB) Het STOP-WALL-membraan SW-25 of SW-40 geeft de bekleding een zware en veerkrachtige massa en scheidt de wanden van het geraamte. Het “massa-veer-massa”-effect wordt aanzienlijk versterkt en het visco-elastische materiaal doet de trillingen verdwijnen. 1. Gepleisterd parement of gevelbekleding en windverband 2. Houten geraamte 3. Plantaardige wol 4. OSB-paneel en dampscherm 5. Luchtlaag van 2 cm
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
11 12 13
6. Houten geraamte van 50 mm met rondom scheidingsstrook
14
7. Plantaardige wol (panelen van 40 kg/m3 - 45 mm)
15
8. Gipsplaat van 12,5 mm of OSB-plaat van 18 mm
16
9. STOP-WALL SW-25 of SW-40 - 2 tot 3 mm 10. Gipsplaat van 12,5 mm 11. Vloerbekleding 12. Vilt 13. Dekvloer 14. Akoestische onderlaag van STOP-FLOOR 15. OSB-paneel 16. Bintlaag
AKOESTISCHE PRESTATIECURVE
90
PLAATSEN VAN STOP-WALL
Rw 63 (dB)
80
30 20
4000
2500
1600
7. De STOP-WALL op de plaat bevestigen met behulp van nietjes of dubbelzijdig plakband, waarbij de randen op elkaar worden gelegd om het visco-elastische materiaal van de aangrenzende banen met elkaar in aanraking te brengen.
630
0
6. De plaat vastschroeven op de stijlen.
1000
10
400
5. De eerste gipsplaat of OSB aanbrengen op afstand houders van 2 of 3 mm dik. Dezelfde breedte vrijlaten rond de omtrek van de plaat om te vermijden dat de gipsplaten in aanraking komen met de vloer, de muren en het plafond.
40
250
4. De panelen van plantaardige wol tussen de stijlen plaatsen.
50
160
3. De verticale stijlen van het geraamte monteren.
60
100
2. De stijlen van het geraamte vastschroeven op 2 cm van de scheidingsmuur.
Isolatieniveau (dB) Niveau d'isolement RR (dB)
70
1. Een veerkrachtige scheidingsstrook kleven op de stijlen die in aanraking komen met muren, vloer en plafond.
Fréquences (Hz) Frequenties : Met isolatie
8. De tweede gipsplaat op de wand schroeven volgens de aanbevelingen uit punt 5. 9. De randen van de platen insmeren met afwerkingspleister.
Fréq. (Hz)
125
250
500
1000 2000 4000
10. De vrije ruimte rondom de wand dichtkitten met elastische voeg.
R (dB) 38,2
48,5
62,6
72,7
79,8
71,3
Prestaties vastgesteld op basis van erkende laboratoriummetingen volgens de normen EN ISO 717-1 en 2 of door een berekeningsmethode die verwijst naar gelijkaardige complexen.
45
CBW-8 AKOESTISCH ISOLATIE VOOR ONDERDAKEN Akoestische bekleding die als onderdak wordt geplaatst op een traditioneel schuin gebinte van hout. Het ISOLATIE dient voor nieuwbouw en renovatie. Het bestaat uit een STOP-WALL-membraan dat wordt aangebracht tussen twee standaard gipsplaten die worden bevestigd op een houten tegenlatwerk of op “elastische” profielen die op een thermisch geïsoleerd gebinte zijn geschroefd.
Rw 49 (dB) Het STOP-WALL-membraan SW-25 of SW-40 geeft de akoestische bekleding een zware en veerkrachtige massa.
1
Het “massa-veer-massa”-effect zorgt voor een doelmatige akoestische isolatie tegen luchtgeluiden die voortkomen van vliegtuig en autoverkeer en tegen het contactgeluid van regendruppels.
2 3 4
1. Dakbedekking van aardewerkpannen
5
2. Latten
6
3. Tegenlatten 4. Onderdak
7
5. Daksparren en minerale wol
8
6. Dampscherm
9
7. “Veerkrachtige” latten of profielen
10
8. Luchtlaag 9. Gipsplaat van 12,5 mm
11
10. STOP-WALL SW-25 of SW-40 - 2 tot 3 mm 11. Gipsplaat van 12,5 mm
AKOESTISCHE PRESTATIECURVE
PLAATSEN VAN STOP-WALL 80 70
2. Rondom het latwerk een elastische afdichtingsstrook aanbrengen om zijdelingse overdracht naar de muren te voorkomen.
60
40 30 20
4000
2500
1600
630
1000
0
7. De vrije ruimte rondom de wand dichtkitten met elastische voeg.
400
10
6. De afgedunde randen van de platen insmeren met afwerkingspleister.
250
5. De tweede gipsplaat vastschroeven op de structuur.
50
160
4. De STOP-WALL op de gipsplaten bevestigen met behulp van nietjes of dubbelzijdig plakband, waarbij de randen op elkaar worden gelegd om het visco-elastische materiaal van de aangrenzende banen met elkaar in aanraking te brengen.
Rw 49 (dB)
100
3. De gipsplaten vastschroeven en ervoor zorgen dat de randen ervan in aanraking zijn met de afdichtingstrook.
Isolatieniveau (dB) Niveau d'isolement RR (dB)
1. Latten of veerregels bevestigen onder houten balklagen of daksparren.
Fréquences (Hz) Frequenties : Met isolatie
46
Freq. (Hz)
125
250
500
1000 2000 4000
R (dB) 31,0
39,0
49,3
56,2
62,9
67,2
Prestaties vastgesteld op basis van erkende laboratoriummetingen volgens de normen EN ISO 717-1 en 2 of door een berekeningsmethode die verwijst naar gelijkaardige complexen.
CBF-1 AKOESTISCH ISOLATIE VOOR HOUTEN VLOEREN Akoestische isolerende onderlaag tegen contactgeluid voor houten vloeren met droge dekvloer. De isolerende onderlaag, die voor nieuwbouw of renovatie dient, bestaat uit STOP-FLOOR PLANE-panelen die worden geplaatst op een houten vloer die op vloerbalken bevestigd is voordat een droge dekvloer wordt gemaakt en afwerkingsbekleding wordt aangebracht.
L’nT,w 55 (dB) De STOP-FLOOR FLEX-onderlaag bestaat uit een zwaar, veerkrachtig en soepel membraan dat aansluit op de oneffenheden van het oppervlak. Het STOP-FLOOR PLANE-paneel bestaat uit een combinatie van een zwaar en elastische membraan en een laag van ongeweven vezels met hoge dichtheid. Dat tweelagig complex geeft een bijkomend “massa-veer-massa”-effect dat contactgeluiden nog beter absorbeert.
1 2 3
1. Afwerkingsbekleding of zwevende vloer
4
2. OSB-panelen van 18 mm
5
3. Droge dekvloer 4. Isolatie
6
5. STOP-FLOOR PLANE
7
6. Oude houten vloer of OSB
8
7. Houten draagstructuur (balken, bintlaag enz.)
9
8. Isolatie 9. Gipsplaat van 12,5 mm
AKOESTISCHE PRESTATIECURVE
PLAATSEN VAN STOP-FLOOR 100
20
ΔL’nT,w 35 (dB)
4000
0
2500
10
1600
8. De ruimte tussen de plint en de bekleding dichtkitten met elastische voeg.
L’nT,w 55 (dB)
30
630
7. De plinten aan de muren bevestigen op 5 mm van de afwerkingsbekleding.
40
1000
6. De afwerkingsbekleding aanbrengen.
50
400
5. De OSB-platen van 18 mm aanbrengen.
60
250
4. De droge dekvloer aanbrengen.
L’nT,w 90 (dB)
70
160
3. De panelen aan elkaar bevestigen met behulp van STOP-TAPE-plakband.
80
100
2. De STOP-FLOOR PLANE-panelen met de randen tegen elkaar plaatsen.
90
Niveau (dB) Niveau de van bruitimpactgeluid d'impact LnTLnT (dB)
1. Rondom de dekvloer een elastische afdichtingsstrook aanbrengen met dezelfde hoogte als heel de afwerkingsbekleding.
Fréquences (Hz) Frequenties : Zonder isolatie
: Met isolatie
Freq. (Hz)
125
250
500
1000 2000 4000
L’nT (dB)
62,1
59,1
55,2
44,2
33,1
25,6
Prestaties vastgesteld op basis van erkende laboratoriummetingen volgens de normen EN ISO 717-1 en 2.
47
CBF-2 AKOESTISCH ISOLATIE VOOR HOUTEN VLOEREN Akoestische isolerende onderlaag tegen contactgeluid voor houten vloeren met vochtige dekvloer. De isolerende onderlaag, die voor nieuwbouw of renovatie dient, bestaat uit STOP-FLOOR PLANE-panelen die worden geplaatst op een houten vloer die op vloerbalken bevestigd is, voordat een vochtige dekvloer wordt gemaakt en afwerkingsbekleding wordt aangebracht.
L’nT,w 53 (dB) Het STOP-FLOOR PLANE-paneel bestaat uit een combinatie van een zwaar en elastische membraan en een laag van ongeweven vezels met hoge dichtheid. Dat tweelagig complex geeft een bijkomend “massa-veer-massa”-effect dat contactgeluiden nog beter absorbeert.
1
1. Afwerkingsbekleding of zwevende vloer
2
2. OSB-panelen van 18 mm
3
3. Morteldekvloer op waterdicht folie
4
4. STOP-FLOOR PLANE
5
5. Oude houten vloer of OSB 6. Houten draagstructuur (balken, bintlaag enz.)
6
7. Isolatie
7
8. Gipsplaat van 12,5 mm
8
AKOESTISCHE PRESTATIECURVE
PLAATSEN VAN STOP-FLOOR 100
20
ΔL’nT,w 37 (dB)
4000
0
2500
10
1600
8. De ruimte tussen de plint en de bekleding dichtkitten met elastische voeg.
L’nT,w 53 (dB)
30
630
7. De plinten aan de muren bevestigen op 5 mm van de afwerkingsbekleding.
40
1000
6. De afwerkingsbekleding aanbrengen.
50
400
5. De morteldekvloer storten en daarbij de resterende luchtbellen wegwerken.
60
250
4. De waterdicht film aanbrengen.
L’nT,w 90 (dB)
70
160
3. De panelen aan elkaar bevestigen met behulp van STOP-TAPE- plakband.
80
100
2. De STOP-FLOOR PLANE-panelen met de randen tegen elkaar plaatsen.
90
Niveau (dB) Niveau de van bruitimpactgeluid d'impact LnTLnT (dB)
1. Rondom de dekvloer een elastische afdichtingsstrook aanbrengen met dezelfde hoogte als heel de afwerkingsbekleding.
Fréquences (Hz) Frequenties : Zonder isolatie
48
: Met isolatie
Freq. (Hz)
125
250
500
1000 2000 4000
L’nT (dB)
62,1
59,1
53,2
43,1
30,2
21,3
Prestaties vastgesteld op basis van erkende laboratoriummetingen volgens de normen EN ISO 717-1 en 2 of door een berekeningsmethode die verwijst naar gelijkaardige complexen.
CBF-3 AKOESTISCH ISOLATIE VOOR HOUTEN VLOER EN AKOESTISCH PLAFOND Krachtige akoestisch isolerende onderlaag tegen contact en luchtgeluid voor houten vloeren. Het akoestisch ISOLATIE, dat voor nieuwbouw of renovatie dient, bestaat uit een akoestisch isolerende onderlaag die wordt aangebracht tussen de houten vloer en de droge dekvloer, in combinatie met een akoestisch plafond dat op een zelfdragend geraamte is gemonteerd.
L’nT,w 45 (dB) Het STOP-FLOOR PLANE-paneel bestaat uit een combinatie van een zwaar en elastische membraan en een laag van ongeweven vezels met hoge dichtheid.
1 2
Dat tweelagig complex geeft een bijkomend “massa-veer-massa”-effect dat contactgeluiden nog beter absorbeert.
3
Het in het akoestische plafond geïntegreerde STOP-WALL-membraan vergroot het “massaveer-massa”-effect, waardoor er uitzonderlijke prestaties worden bereikt.
4 5 6
1. Afwerkingsbekleding of zwevende vloer
7
2. OSB (voor een gespijkerde massieve vloer) of vilt
8
3. Droge dekvloer van 20 mm 4. Thermische Isolatie
9
5. STOP-FLOOR PLANE
10
6. Oude houten vloer of OSB
11
7. Houten draagstructuur (balken, bintlaag enz.)
12
8. Absorberende wol (20 kg/m3) 9. Zelfdragend geraamte 10. Standaard gipsplaat van 12,5 mm 11. STOP-WALL 12. Standaard gipsplaat van 12,5 mm AKOESTISCHE PRESTATIECURVE
PLAATSEN VAN STOP-FLOOR 100
20
: Zonder isolatie
11. De STOP-WALL op de gipsplaat nieten.
13. De aansluitingen met afgedunde randen bepleisteren.
4000
Fréquences (Hz) Frequenties
10. Een gipsplaat van 12,5 mm vastschroeven.
12. Een gipsplaat van 12,5 mm vastschroeven.
2500
0
9. De panelen van absorberende wol aanbrengen tussen de profielen.
ΔL’nT,w 45 (dB)
10
1600
8. De profielen van het geraamte plaatsen.
30
630
7. De randprofielen op 10 cm van de balken van de vloer bevestigen.
40
1000
6. Een veerkrachtige strook plaatsen op de randprofielen van het zelfdragend geraamte, die in aanraking komen met de muren rondom.
L’nT,w 45 (dB)
50
400
5. De afwerkingsbekleding aanbrengen.
60
250
4. Een viltlaag uitrollen of een OSB van 12 mm plaatsen.
L’nT,w 90 (dB)
70
160
3. De droge dekvloer aanbrengen.
80
100
2. De STOP-FLOOR PLANE-panelen met de randen tegen elkaar plaatsen.
90
Niveau (dB) Niveau de van bruitimpactgeluid d'impact LnTLnT (dB)
1. Rondom de bovenste vloer een elastische afdichtingsstrook aanbrengen, die even hoog is als de afgewerkte bekleding.
: Met isolatie
Freq. (Hz)
125
250
500
1000 2000 4000
L’nT (dB)
47,2
36,0
29,0
26,0
20,0
12,0
Prestaties vastgesteld op basis van erkende laboratoriummetingen volgens de normen EN ISO 717-1 en 2.
49
CBF-4 AKOESTISCH ISOLATIE VOOR HOUTEN VLOER EN AKOESTISCH PLAFOND Krachtige akoestisch isolerende onderlaag tegen contact en luchtgeluid voor houten vloeren. Het akoestisch ISOLATIE, dat voor nieuwbouw of renovatie dient, bestaat uit een akoestisch isolerende onderlaag die tussen de houten vloer en de morteldekvloer wordt aangebracht, in combinatie met een akoestisch plafond dat op een zelfdragend geraamte is gemonteerd.
L’nT,w 45 (dB) Het STOP-FLOOR PLANE-paneel bestaat uit een combinatie van een zwaar en elastische membraan en een laag van ongeweven vezels met hoge dichtheid.
1
Dat tweelagig complex geeft een bijkomend “massa-veer-massa”-effect dat contactgeluiden nog beter absorbeert.
2
Het in het akoestische plafond geïntegreerde STOP-WALL-membraan vergroot het “massaveer-massa”-effect, waardoor er uitzonderlijke prestaties worden bereikt.
4
3
5 6
1. Afwerkingsbekleding of zwevende vloer 2. OSB (voor een gespijkerde massieve vloer) of vilt
7
3. Morteldekvloer
8
4. STOP-FLOOR PLANE
9
5. Oude houten vloer of OSB
10
6. Houten draagstructuur (balken, bintlaag enz.)
11
7. Absorberende wol (20 kg/m3) 8. Zelfdragend geraamte 9. Standaard gipsplaat van 12,5 mm 10. STOP-WALL 10. Standaard gipsplaat van 12,5 mm AKOESTISCHE PRESTATIECURVE
PLAATSEN VAN STOP-FLOOR 100
4000
Fréquences (Hz) Frequenties
11. De STOP-WALL op de gipsplaat nieten.
: Zonder isolatie
12. Een gipsplaat van 12,5 mm vastschroeven.
50
2500
10. Een gipsplaat van 12,5 mm vastschroeven.
ΔL’nT,w 45 (dB)
10 0
9. De panelen van absorberende wol aanbrengen tussen de profielen.
13. De aansluitingen met afgedunde randen bepleisteren
20
1600
8. De profielen van het geraamte plaatsen.
30
630
7. De randprofielen op 10 cm van de balken van de vloer bevestigen.
40
1000
6. Een veerkrachtige strook plaatsen op de randprofielen van het zelfdragend geraamte, die in aanraking komen met de muren rondom.
L’nT,w 45 (dB)
50
400
5. De afwerkingsbekleding aanbrengen.
60
250
4. Een vilt laag uitrollen of een OSB van 12 mm plaatsen.
L’nT,w 90 (dB)
70
160
3. De morteldekvloer aanbrengen.
80
100
2. De STOP-FLOOR PLANE-panelen met de randen tegen elkaar plaatsen.
90
Niveau (dB) Niveau de van bruitimpactgeluid d'impact LnTLnT (dB)
1. Rondom de bovenste vloer een elastische afdichtingsstrook aanbrengen, die even hoog is als de afgewerkte bekleding.
: Met isolatie
Freq. (Hz)
125
250
500
1000 2000 4000
L’nT (dB)
47,2
36,0
29,0
26,0
20,0
12,0
Prestaties vastgesteld op basis van erkende laboratoriummetingen volgens de normen EN ISO 717-1 en 2.
CBP-1 AKOESTISCHE ISOLATIE VOOR LEIDINGEN EN TECHNISCHE KOKERS Krachtig akoestisch isolatiesysteem tegen stromings en turbulentiegeluiden. Het akoestisch ISOLATIE voor valpijpen voor water, technische zuilen, verluchtings en airconditioningleidingen, dat voor nieuwbouw of renovatie dient, bestaat uit een akoestische isolatiekoker die wordt aangebracht rond de leidingen en een wand die gemonteerd is op een licht geraamte om de technische ruimte te verbergen.
Ra 25 (dB) De akoestische STOP-PIPE-isolatie bestaat uit een zwaar membraan dat bekleed is met waterdicht en brandwerend aluminiumfolie, in combinatie met een laag soepel en elastische schuim. Dat tweelagig complex van 15 mm dik zorgt voor een “massa-veer-massa”-effect dat de stromings en turbulentiegeluiden in de leidingen absorbeert. 1. Wand of muur 2. Licht geraamte voor de technische ruimte
1 5
2
6
3 4
3. Absorberende stof (minerale wol of andere stof) 4. Gipsplaat of houten platen 5. PVC-leiding of verluchtingsbuis 6. Akoestische STOP-PIPE-koker
AKOESTISCHE PRESTATIECURVE
PLAATSEN VAN STOP-PIPE 80
1. Afsnijden van stroken STOP-PIPE waarvan de breedte gelijk is aan 3,14 x de diameter (mm) van de leiding, plus een overlapping van 50 mm.
20
4000
2500
9. De voegen tussen de gipsplaten bepleisteren.
1600
0
630
10
8. Voor een nog betere isolatie, plaatst men een STOP-WALL-membraan tussen beide gipsplaten.
1000
7. De technische ruimte afsluiten door middel van een of twee gipsplaten van 12,5 mm.
60
400
6. De panelen van minerale wol tussen de profielen van het lichte geraamte plaatsen.
40
250
5. Het lichte geraamte voor de technische ruimte monteren.
50
160
4. De isolatie op haar plaats houden met behulp van spanbeugels of STOP-TAPE plakband.
60
100
3. De randen van de isolatie over elkaar leggen.
Isolatieniveau (dB) Niveau d'isolement RR (dB)
2. De isolatie rond de leiding aanbrengen.
Ra 25 (dB)
70
Fréquences (Hz) Frequenties : Met isolatie Freq. (Hz)
125
250
500
1000 2000 4000
R (dB) 12,1
16,5
21,2
26,5
30,5
37,4
Prestaties vastgesteld op basis van erkende laboratoriummetingen volgens de normen EN ISO 717-1 en 2 of door een berekeningsmethode die verwijst naar gelijkaardige complexen.
51
52
HET STOP-SOUND-
De akoestische STOP-SOUND-barrière die door HOME EOS werd ontwikkeld is een zwaar en krachtig membraan op biologische basis. Met zijn visco-elastische structuur en zijn hoge densiteit versterkt het membraan het “massa-veer-massa”-effect van gebouwstructuren. Zonder dat “massa-veer-massa”-effect kunnen de verschillende geluidsfrequenties niet doeltreffend worden bestreden. Met de akoestische STOP-SOUND-barrière worden veel betere geluiddempingsniveaus bereikt en worden tegelijk de massa en het volume van de gebouwstructuren verminderd. Het membraan zorgt ook voor een sterke demping van trillingen. De akoestische STOP-SOUND-barrière is gemaakt van natuurlijke materialen, bevat geen bitumen of petroleumderivaten en geeft geen vluchtige organische stoffen af. De unieke samenstelling garandeert een natuurlijke een uitzonderlijke brandweerstand, zonder toevoeging van brandvertragers.
GAMMA Het STOP-SOUND-gamma voor akoestische isolatie bestaat uit drie producten: –S TOP-WALL, voor het isoleren van wanden, deuren, plafonds,
gevels en daken. –S TOP-FLOOR, dat contactgeluiden absorbeert, voor het isoleren
van vloeren, betonplaten, welfsels en houten vloeren. –S TOP-PIPE, voor het isoleren van verluchtingskokers, leidingen
en valpijpen. En een gamma van toebehoren, dat meer bepaald elastische STOP-BAND-stroken en scheidingsstroken omvat.
53
STOP-WALL ISOLATIE TEGEN LUCHTGELUID
De akoestische STOP-WALL-barrières bestaan uit een STOP-SOUNDmembraan van visco-elastische biopolymeren met hoge densiteit (elastische zware folie). Ze verbeteren de akoestische prestaties van alle gebouwstructure door de geluidsoverdracht te verminderen en de trillingsenergie weg te nemen.
TOEPASSINGEN
VOORDELEN
- Bekleden van muren - Enkelvoudige of dubbele scheidingswanden - Voorzetwanden met licht geraamte
- Hoge akoestische verzwakkingsindex (Rw) van luchtgeluid
- Valse plafonds
- Doeltreffend tegen lage frequenties
- Traditionele en metalen onderdaken
- Soepel en aanpasbaar aan onregelmatige vormen
- Akoestische deuren - Technische zuilen en ruimten
- Polyvalent voor veel structuren
- Gevels en gevelbekledingen
- Gemakkelijk te plaatsen en te versnijden
STOP-WALL NA:
- Dun
akoestisch isolatiemembraan zonder kleefband Referentie
Densiteit (kg/mÂł)
Dikte (mm)
Verpakking
Hoeveelheid per pallet
SW-25-NA
2,5
2
Rollen van 540 x 130 cm (7 m2)
20 rollen (140 m2)
SW-40 NA
4
3
Rollen van 540 x 130 cm (7 m2)
20 rollen (140 m2)
De rollen horizontaal opslaan op een beschutte droge plaats, beschermd tegen extreme temperatuurschommelingen en direct zonlicht. Op die manier kunnen de rollen maximum een jaar bewaard worden.
PLAATSING Het membraan op de gewenste lengte plus 4 centimeter snijden, om aan het uiteinde van de isolatie een overlapping van ongeveer 2 cm te kunnen maken. Het niet-klevende membraan op het te isoleren oppervlak vastlijmen met behulp van dubbelzijdig kleefband. De zijkanten van de aangrenzende banen ongeveer 5 cm doen overlappen.
TOEBEHOREN STOP-TAPE: Een rol enkel of dubbelzijdige kleefband voor het bevestigen van membranen en het afdichten van materiaal.
54
- Bestand tegen vlammen, koude en warmte
STOP-FLOOR FLEX ISOLATIE TEGEN CONTACTGELUID
De akoestische STOP-FLOOR FLEX-barrières bestaan uit een STOP-SOUNDmembraan van visco-elastische biopolymeren met hoge densiteit (elastische zware folie). Ze dienen als dunne, soepele en elastische akoestische onderlaag voor vloerplaten en vloeren, waarvan ze de akoestische prestaties verbeteren door de overdracht van contactgeluid te verminderen en de trillingsenergie weg te nemen.
TOEPASSINGEN
VOORDELEN
- Isolerende onderlaag voor zwevende vloeren - Isolatie tegen contactgeluid voor traditionele vloeren (betegeling, keramische tegels) - Akoestische isolatie van zwevende halfmassieve parketvloeren
- Grote demping van contactgeluid - Efficiënt tegen luchtgeluid
- Onderlaag voor zwevende droge dekvloeren
- Soepel en aanpasbaar aan onregelmatigheden
STOP-FLOOR FLEX 25-ND-NA:
- Polyvalent voor veel configuraties
akoestisch isolatiemembraan zonder kleefzijde Referentie
Densiteit (kg/m³)
Dikte (mm)
Verpakking
Hoeveelheid per pallet
SF-F25-ND-NA
2,5
2
Rollen van 540 x 130 cm (7 m2)
20 rollen (140 m2)
- Gemakkelijk te plaatsen en te versnijden - Dun - Bestand tegen vlammen, koude en warmte
De rollen horizontaal opslaan op een beschutte droge plaats, beschermd tegen extreme temperatuurschommelingen en direct zonlicht. Op die manier kunnen de rollen maximum een jaar bewaard worden.
PLAATSING De STOP-FLOOR-rollen uitrollen op de vloer. Het membraan uitsnijden op maat van de te isoleren vloeren of houten vloeren. De zijkanten van de aangrenzende banen ongeveer 5 cm doen overlappen. De panelen aan elkaar bevestigen met behulp van STOP-TAPE-kleefband om ze op hun plaats te houden en te zorgen voor een goede geluiddichtheid. Vóór men de zwevende elementen plaatst, dient men rondom een scheidingsstrook te kleven, die even hoog is als de gekozen vloerbekleding. Tegels en keramische tegels worden op een OSB of een gipsvezelplaat gelijmd, ofwel op een op de isolatie gelegde dekvloer.
TOEBEHOREN STOP-TAPE: Een rol enkel of dubbelzijdig klevende band voor het bevestigen van membranen en het afdichten van complexen.
55
STOP-FLOOR PLANE ISOLATIE TEGEN CONTACTGELUID
De akoestische STOP-FLOOR PLANE-barrières bestaan uit een STOPSOUND-membraan van visco-elastische biopolymeren van hoge densiteit (elastische zware folie) en uit een laag gerecycleerde vezels met hoge densiteit die de absorptie van contactgeluiden versterken. Ze dienen als dunne, soepele en elastische akoestische onderlaag voor vloerplaten en vloeren en verbeteren de akoestische eigenschappen van die platen en vloeren door de overdracht van contactgeluid te verminderen en de trillingsenergie weg te nemen.
TOEPASSINGEN
VOORDELEN
- Isolerende onderlaag voor zwevende vloeren - Isolatie tegen contactgeluid voor traditionele vloerplaten en houten vloeren - Akoestische isolatie voor zwevende halfmassieve parketvloeren
- Grote demping van contactgeluid op tegelvloeren, parket en houten vloeren
- Onderlaag voor zwevende droge dekvloeren
- Bestand tegen samendrukken - Polyvalent voor veel structuren
STOP-FLOOR PLANE-HD-NA:
- Gemakkelijk te plaatsen en te versnijden
akoestische isolatiepanelen zonder kleefband Referentie
Densiteit (kg/mÂł)
Dikte (mm)
Verpakking
Hoeveelheid per pallet
SF-P60-HD-NA
6,0
8
Panelen van 120 x 60 cm (0,72 m2)
70 panelen (50,4 m2)
De rollen horizontaal opslaan op een beschutte droge plaats, beschermd tegen extreme temperatuurschommelingen en direct zonlicht. Op die manier kunnen de rollen maximum een jaar bewaard worden.
PLAATSING De STOP-FLOOR-panelen met de randen tegen elkaar op de vloer leggen. De panelen aan elkaar bevestigen met behulp van STOP-TAPE-kleefband om ze op hun plaats te houden en te zorgen voor een goede geluiddichtheid. Voordat de zwevende elementen worden geplaatst, moet rondom een scheidingsstrook worden gekleefd die even hoog is als de gekozen vloerbekleding. Tegels en keramische tegels worden op een OSB of een gipsvezelplaat gelijmd, ofwel op een op de isolatie gelegde dekvloer.
TOEBEHOREN STOP-TAPE: Een rol enkel of dubbelzijdige kleefband voor het bevestigen van membranen en het afdichten van complexen.
56
- Dun - Bestand tegen vlammen, koude en warmte - Ook doelmatig tegen luchtgeluid
STOP-PIPE ISOLATIE TEGEN STROMINGSGELUID
De akoestische STOP-PIPE-barrières bestaan uit een STOP-SOUND-membraan van visco-elastische biopolymeren met hoge densiteit (elastische zware folie), een laag elastisch schuim met open cellen en een vel aluminium. Dit meerlagige materiaal absorbeert doeltreffend stromingsgeluid en oefent een “massa-veer-massa”-effect uit op leidingen en starre buizen. Deze soepele en sterke akoestische barrières kunnen gemakkelijk rond leidingen worden aangebracht met behulp van spanbeugels of kleefband. Het vel aluminium vormt een ondergrond waar kleefband zeer goed op hecht.
VOORDELEN TOEPASSINGEN - Isolatie van valpijpen voor water, dakgoten en afvoerkolommen
- Grote demping van laminair stromingsgeluid en van turbulentiegeluid
- Akoestische isolatie van verluchtings en airconditioningbuizen
- Polyvalent voor veel structuren
- Akoestische isolatie voor leidingen en waterbuizen
- Soepel en trekvast
STOP-PIPE NA:
- Past zich goed aan oneffenheden aan
akoestisch isolatiemembraan zonder kleefband Referentie
Densiteit (kg/m³)
Dikte (mm)
Verpakking
Hoeveelheid per pallet
SP-54-NA
5,4
17
Rollen van 125 x 250 cm (3,13 m2)
3 rollen (9,4 m2)
- Gemakkelijk te plaatsen en te versnijden - Bestand tegen vlammen, koude en warmte
De rollen horizontaal opslaan op een beschutte droge plaats, beschermd tegen extreme temperatuurschommelingen en direct zonlicht. Op die manier kunnen de rollen maximum een jaar bewaard worden.
PLAATSING De STOP-PIPE-stroken versnijden op een breedte die gelijk is aan 4 keer de diameter van de te isoleren leidingen. STOP-PIPE rond de leiding aanbrengen en de randen doen overlappen. De isolatie bevestigen met behulp van spanbeugels of van STOP-TAPE-kleefband.
TOEBEHOREN STOP-TAPE: Een rol enkel of dubbelzijdige kleefband voor het bevestigen van membranen en het afdichten van materiaal.
57
STOP-BAND SCHEIDINGS EN AFDICHTINGSSTROKEN
De starre elementen van een structuur moeten worden ontkoppeld om een goede akoestische werking te verkrijgen. De elastische STOP-BAND-scheidingsstroken bestaan uit een STOP-SOUNDmembraan van visco-elastische biopolymeren met hoge densiteit (elastische zware folie). Ze verzekeren een perifere afdichting en een doeltreffende scheiding tussen het ISOLATIE en de ondergrond. Deze soepele en sterke stroken kunnen gemakkelijk worden aangebracht op de profielen rond wanden en op balken om een vloer af te ontkoppelen.
TOEPASSINGEN
VOORDELEN
- Perifere akoestische isolatie van bekledingen - Ontkoppeling van lichte wanden - Ontkoppeling van oppervlakken die in aanraking komen met vloer en muurbalken - Perifere ontkoppeling van dekvloeren en vloeren - Demping van trillingen die worden overgedragen door metalen gevelbekledingen en daken
- Zorgt voor een doeltreffende ontkoppeling van starre elementen - Polyvalent voor veel structuren
STOP-BAND :
zelfklevende en elastische scheidingsband voor profielen en vloer en muurbalken Referentie
Densiteit (kg/m³)
Dikte (mm)
Verpakking
Hoeveelheid per pallet
SB-40-55
4,0
3
Rollen van 520 x 5 cm
10 rollen
SB-40-57
4,0
3
Rollen van 520 x 7 cm
10 rollen
STOP-BAND FLOOR :
zelfklevende perifere scheidingsstrook voor vloerplaten en vloeren Referentie
Densiteit (kg/m³)
Dikte (mm)
Verpakking
Hoeveelheid per pallet
SB-40-15
4,0
3
Rollen van 520 x 15 cm
10 rollen
De rollen horizontaal opslaan op een beschutte droge plaats, beschermd tegen extreme temperatuurschommelingen en direct zonlicht. Op die manier kunnen de rollen maximum een jaar bewaard worden.
PLAATSING - De STOP-BAND-stroken op de buitenkant van de metalen profielen of de balken lijmen, en ze daarna aan de ondergrond bevestigen. De beschermende anti-kleeffolie geleidelijk verwijderen naarmate de scheidingsstrook op het profiel wordt gedrukt. Op dezelfde manier te werk gaan op vloer of muurbalken en daarna de vloerelementen aanbrengen. - De STOP-BAND FLOOR-stroken op de muren rond de zwevende vloerplaten en vloeren lijmen op dezelfde hoogte als de zwevende structuur. Het resterende deel bevestigen door terug te keren naar het horizontale oppervlak, waarbij de strook in de hoeken wordt gedrukt.
58
- Verhindert dat trillingen overgedragen worden
- Soepel en trekvast - Past zich goed aan oneffenheden aan - Gemakkelijk te plaatsen en te versnijden - Bestand tegen vlammen, koude en warmte
STOP-TAPE ROL MET ZELFKLEVENDE BAND
Om een goede akoestische isolatie te verkrijgen zijn een goede plaatsing, bevestiging en afdichting van het ISOLATIE essentieel. De STOP-TAPE-rollen vormen dan ook een onmisbare aanvulling voor het plaatsen van uw akoestisch ISOLATIE. Hiermee kunt u membranen op hun ondergrond bevestigen en isolatiematerialen met elkaar verbinden, zowel voor de akoestische isolatie van muren als voor die van vloeren en leidingen. Deze banden bestaan in twee versies, enkel en dubbelzijdig klevend, en passen zich aan alle omstandigheden aan.
VOORDELEN TOEPASSINGEN - Zeer gemakkelijke plaatsing van isolatiemateriaal
- Bevestigen van STOP-WALL-membranen en van de overlappingen ervan - Onderling verbinden van STOP-FLOOR-platen
- Zorgt voor een goede afdichting van het ISOLATIE
- Sluiten van de isolatie-elementen bij het plaatsen van STOP-PIPE - Afdichten van de materialen
- Voegt de elementen samen - Soepel en scheurvast
STOP-TAPE :
rol met zelfklevende band om membranen te bevestigen en isolatiematerialen af te dichten Referentie
Beschrijving
Breedte (mm)
Verpakking
ST-OS
Simple face
50
Rollen van 50 m
ST-DS
Double face
50
Rollen van 50 m
- Past zich goed aan oneffenheden aan - Gemakkelijk te snijden - Stevige uitvoering
De rollen horizontaal opslaan op een beschutte droge plaats, beschermd tegen extreme temperatuurschommelingen en direct zonlicht. Op die manier kunnen de rollen maximum een jaar bewaard worden.
59
60
FAQ Wat is het verschil tussen akoestische isolatie en akoestische correctie?
Akoestische isolatie is bedoeld om de overdracht van geluid van de ene ruimte naar de andere binnen gebouwen te verminderen. Akoestische correctie streeft ernaa de weerkaatsing van geluid dat in de ruimte zelf ontstaat, te verminderen. In beide gevallen worden materialen met specifieke eigenschappen gebruikt om de doelstelling te bereiken. Een goede akoestische isolatie wordt bekomen met behulp van zwaar en elastisch materiaal dat zorgt voor een goede “massa-veer-massa”-effect. Akoestische correctie wordt verkregen met behulp van absorberende, soepele en luchtige materialen.
Met welke indicatoren worden de eigenschappen van akoestische isolatie bepaald? In de geldende normen worden verschillende indexen bepaald, naargelang het soort geluid. Voor luchtgeluid, bijvoorbeeld, wordt met de akoestische dempingsindex (Rw) aangegeven hoe een structuur zich gedraagt in gestandaardiseerde omstandigheden. Deze index is gebaseerd op waardes gemeten in een laboratorium. Voor metingen ter plaatse gebruiken we de gestandaardiseerde index DnT,w voor akoestische isolatie. Het verschil met de Rw (C, Ctr ) is dat in deze index rekening wordt gehouden met het volume van de ruimte waarin de meting gebeurt en met de specifieke weerkaatsingen erin. Het resultaat kan ook verschillen naargelang de installatie op de werf en de zijdelingse overdracht in de structuur van het gebouw. Voor contactgeluid wordt met de index Ln,w het niveau aangegeven van de gewogen druk van het genormaliseerde contactgeluid die in de proefkamer van een laboratorium voor akoestische metingen wordt waargenomen. Op dezelfde manier wordt met de index L’nT,w het niveau aangegeven van de gewogen druk van het contactgeluid dat in reële omstandigheden wordt waargenomen in een kamer.
Wat is het verschil tussen luchtgeluid en contactgeluid?
Luchtgeluid is geluid dat zich door de lucht verplaatst en zich door de elementen van een gebouw verspreidt. Het is geluid dat je in een ruimte kunt horen, maar dat in een aangrenzende ruimte of buiten het gebouw is ontstaan. Het geluid kan worden veroorzaakt door pratende mensen, een muziekinstrument, een televisietoestel, een verluchtinginstallatie enz. Contact of impactgeluid is geluid dat door direct contact met een structuur wordt veroorzaakt. Door het contact ontstaat een trilling die zich door muren, plafonds of vloeren heen verspreidt. Contactgeluid ontstaat bijvoorbeeld als stoelen worden verschoven, deuren worden dichtgegooid, er op de muur wordt geklopt of als technische apparatuur trilt. Elk van deze geluidsbronnen wordt op een specifieke wijze gedempt.
Bestaat er een akoestische norm voor woningen?
Sinds 2008 bestaat een nieuwe nationale norm: NBN-S01-400-1. Die is van toepassing op alle nieuwe of gerenoveerde woningen waarvoor een stedenbouwkundige vergunning werd aangevraagd na de datum van de inwerkingtreding van de norm op 29 april 2008. In de norm worden meerdere akoestische indicatoren en hun overeenkomstige meetprocessen beschreven.
Hoe worden de hoorbare trillingen in de woning verminderd? Luchtgeluid, contactgeluid en het geluid van technische apparatuur kunnen trillingen veroorzaken die zich over een aanzienlijke afstand in de structuur van het gebouw kunnen verspreiden. Met behulp van visco-elastische scheidingsstroken kunnen de structuren van elkaar worden gescheiden. In het materiaal wordt de energie van de trilling geabsorbeerd en wordt vermeden dat het geluid overgedragen wordt.
De norm NBN-S01-400-1 omvat alle aspecten van akoestische isolatie, zoals isolatie van luchtgeluid, contactgeluid, luchtgeluid van gevels (en daken) en het geluidsniveau van technische installaties.
Kunnen verschillende lagen ISOLATIE op elkaar worden gestapeld?
Bestaat er een brandklasse voor geluidsisolatie?
De brandbestendigheid geeft aan wat de gevolgen van brand zouden zijn voor de constructie in kwestie. Wanneer er brand ontstaat, moeten de bouwelementen ondanks de brand blijven doen waarvoor ze gemaakt zijn, minstens gedurende de tijd die nodig is voor de evacuatie van het gebouw en het ingrijpen van de hulpdiensten. Alle bouwmaterialen kunnen volgens een precieze methode worden ingedeeld in specifieke klassen naar materiaalgedrag bij brand. Sinds 1/12/2016 is enkel de Europese klassenindeling naar materiaalgedrag bij brand van kracht. Die bestaat uit zeven hoofdklassen (A1, A2, B, C, D, E en F).
Onbrandbaar materiaal behoort tot klasse A, terwijl de meest brandbare materialen onder de F klasse vallen. Twee onderklassen bepalen het niveau van de vorming van rook, druppels en vuurdeeltjes. De beste materialen mogen in geval van brand niet bijdragen tot de verspreiding van het vuur.
Elk akoestisch isolatietype heeft een eigen specificatieprofiel dat verschilt volgens de frequenties van het geluid. De meeste materialen hebben een kritieke trillingsfrequentie, dit is een frequentie waarop de goede werking plots daalt. Door verschillende materialen op elkaar te stapelen kan de kritieke frequentie van ISOLATIE gecompenseerd worden aan de hand van het isolerend vermogen van een ander materiaal bij diezelfde frequentie. Op die manier kan een zeer goed resultaat over heel het hele frequentiebereik worden gerealiseerd. In sommige gevallen wordt het op elkaar stapelen van verschillende lagen zelfs aanbevolen voor de bestrijding van speciale soorten geluidshinder. Door het opeenstapelen van gekruiste lagen wordt ook het risico op het ontstaan van akoestische bruggen verminderd.
61
NOTA’S
.............................................................................................................................................. .............................................................................................................................................. .............................................................................................................................................. .............................................................................................................................................. .............................................................................................................................................. .............................................................................................................................................. .............................................................................................................................................. .............................................................................................................................................. .............................................................................................................................................. .............................................................................................................................................. .............................................................................................................................................. .............................................................................................................................................. .............................................................................................................................................. .............................................................................................................................................. .............................................................................................................................................. .............................................................................................................................................. .............................................................................................................................................. .............................................................................................................................................. .............................................................................................................................................. .............................................................................................................................................. .............................................................................................................................................. .............................................................................................................................................. .............................................................................................................................................. .............................................................................................................................................. .............................................................................................................................................. .............................................................................................................................................. .............................................................................................................................................. .............................................................................................................................................. .............................................................................................................................................. ..............................................................................................................................................
62
..............................................................................................................................................
Alle vermeldingen in onderhavige catalogus kunnen zonder voorafgaand bericht worden gewijzigd. Ze vormen dan ook geen verbintenis van onze kant en worden voor ons pas bindend na uitdrukkelijke bevestiging.
HE-CATB-32-18-NL1 Verantw. uitg.: Pierre de Kettenis 6040 Jumet BelgiĂŤ
FOR A NATURAL SERENITY
HOME EOS sa/nv rue de Bordeaux, 50 B-6040 Jumet T + 32 (0) 71 37 63 80 info@home-eos. eu
www.home-eos.eu