Lucas-Acta 3

Page 1

De lezer van Lucas-Acta deel 3 Jezus’ Passie hoeft niet vertrouwd te zijn met de Bijbel. Er is zelfs speciaal rekening gehouden met lezers, die in het geheel niet bekend zijn met ‘kerk en geloof ’, of daar kritische kanttekeningen bij hebben. Het enige wat dit grondige werkboek vraagt is een open hart.

Jos de Heer heeft sinds 1982 als hervormd predikant gewerkt in diverse kerken. Momenteel is hij predikant (pkn) in Ouderkerk aan de Amstel. www.uitgeverijmeinema.nl ISBN 978 90 211 4208 1 NUR 703

omslag-ontwerp-JdH3.indd 1

deel 3

In het eerste deel van Lucas-Acta, De oorsprongen van het geloof, is Lucas 1-4 besproken als ‘bijbels abc’. Vanaf Lucas 5, deel twee, Het verhaal van Jezus, wordt het geheim verteld van Gods aanwezigheid en van zijn bevrijdende en helende werking. In dit derde deel, dat Lucas 14-24 uitlegt, wordt dit verhaal vervolgd en komt de passie van Jezus in het volle licht te staan, een stimulans om je eigen passie te vinden.

lucas ™ acta

Lucas heeft het gepassioneerde leven van Jezus historisch betrouwbaar beschreven. Deze zuivere en tijdloze inspiratiebron is zeker niet alleen bedoeld voor gelovigen. Ook in de tijd waarin het tweedelige geschiedwerk (het evangelie naar Lucas en de Handelingen) werd geschreven, rond 70 AD, was het al een publicatie voor het ‘forum van de wereld’. Lucas’ wereldboek is nog steeds uitermate geschikt voor allen die met zingeving, humaniteit en gerechtigheid bezig zijn, of voor mensen die uit historisch-culturele interesse één van de bronnen van de christelijke beschaving willen bestuderen.

jos de heer

Eeuwenoude levensbeschouwelijke en religieuze tradities hebben voor velen hun élan verloren. Het leven raast voort en lijkt oneindig complex. Hoe vinden we de weg in dit leven, dat zo kostbaar en de moeite waard is? In welke richting zoeken we houvast? Waar ligt voor ons de bron van leven en waar de eenvoud? Het verhaal van Jezus is – ook na 2000 jaar – meer dan ooit relevant om deze vragen betekenisvol te beantwoorden.

ac ta lucas lu ca s acta ac ta lucas acta lu ca s acta ac ta lu l ca s acta ac ta lucas lu ca s acta cas ac ta lucas lu ca s act ac lu ca s acta ac ta lucas lu ca s acta lucas ac ta lucas lu ca s ac ta lucas lu ca s acta ac ta lucas acta lu ca s acta ac ta lu l ca s acta ac ta lucas lu ca s acta ac ta lucas cas lu ca s act ac lu ca s acta ac ta lucas lu ca s acta lucas ac ta lucas lu ca s ac ta lucas lu ca s acta ac ta lucas acta lu ca s acta ac ta lu ca s acta ac ta lucas lu ca s acta ac ta lucas cas lu ca s act ac t lu ca s acta ac ta lucas lu ca s acta lucas ac ta lucas lu ca s ac ta lucas lu ca s acta ac ta lucas acta lu ca s acta ac ta lu ca ta lucas ™ acta lu cass ac acta lucas ca s ac ta lu ca sjezus’ ac tapassie acta lucas acta lucas acta lu ca s ac ta lu ca jos s deac heer ta lu ca cass ac acta lucas acta lucas actt ta lu ca s ac meinema lu ca s ac ta lu ca s ac lucas acta lucas acta lucas ta lu ca s ac ta lu ca s ac ta lu acta lucas acta lucas acta ca s ac ta lu ca ta lu ca s ac cass ac acta lucas acta lucas act ta lu ca s ac t lu ca s ac ta lu ca s ac lucas acta lucas acta lucas ta lu ca s ac ta lu ca s ac ta lu acta lucas acta lucas acta ca s ac ta lu ca ta lu ca s ac cass ac acta lucas acta lucas act ta lu ca s ac t lu ca s ac ta lu ca s ac lucas acta lucas acta lucas ta lu ca s ac ta lu ca s ac ta lu acta lucas acta lucas acta lu ca s ac ta lu ca ta lu ca s ac cass ac acta lucas acta lucas act ta lu ca s ac t lu ca s ac ta lu ca s ac lucas acta lucas acta lucas ta lu ca s ac ta lu ca s ac ta lu acta lucas acta lucas acta lu ca s ac ta lu 28-07-2008 11:08:25



lucas ™ acta deel 3

jezus’ passie Jos de Heer

het evangelie volgens lucas en de handelingen

uitgeverij meinema zoetermeer


Voor meer informatie over de auteur en andere teksten van zijn hand kunt u terecht op de website www.josdeheer.nl www.uitgeverijmeinema.nl Ontwerp en typografie omslag en binnenwerk: Peterpaul Kloosterman (www.2pk.nl) ISBN 978 90 211 4208 1 NUR 703 Š 2008 Uitgeverij Meinema, Zoetermeer Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieÍn, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.


Woord vooraf 30 De tweede etappe (1): nodiging tot het feest en beletselen voor discipelschap Lucas 14,1-35

7 9

31 De tweede etappe (2): twee blokken over discipelschap Lucas 15,1-17,10

33

32 De derde etappe (1): zal het geloof op aarde gevonden worden? Lucas 17, 11-18,30

77

33 De derde etappe (2): Jezus nadert Jeruzalem en gaat de tempel binnen Lucas 18,31-19,48

107

34 Een dag van Jezus’ onderwijs in de tempel van Jeruzalem Lucas 19,47-21,38

163

35 Pasen en passie komen nabij Lucas 22,1-65

213

36 Jezus’ proces in vier scènes Lucas 22,66-23,25

263

37 Jezus gekruisigd en begraven Lucas 23,26-23,56

291

38 Jezus verschijnt als de levende aan zijn volgelingen Lucas 23,54-24,53

329

Register op deel I, II en III

369

Bibliografie

373



Woord vooraf Met dit derde deel is de eerste helft van mijn Lucas-Acta project voltooid. Na jaren als ‘vriend van Lucas’ - voor mij het mooiste wat een recensent over de eerste twee delen schreef! – met zijn evangelie opgetrokken te hebben, maak ik even een tussenstop om de balans op te maken. Waar ging het mij om? Altijd gefascineerd door de persoon van Jezus van Nazareth vraag ik mezelf nu weer af na de jarenlange reis: wie is Hij? Ik voel mij verlegen met de vraag. Natuurlijk kan ik de titels noemen die Lucas noemt: zoon van God, Messias. Voor mij hebben ze diepe betekenis, maar ik realiseer me dat deze woorden geen algemene geldigheid hebben. Bij mijn eigen kinderen constateer ik slechts gefronste wenkbrauwen en zeker niet het enthousiasme dat ik ervan verwacht. Kun je een persoon wel typeren met enkele woorden? Verhalen over zijn leven doen een persoon meer recht. Goed, dus geen simpel antwoord. Maar wel voel ik dat mijn hart begint te kloppen en te branden, net zoals bij die twee uit Emmaüs uit het slot van het evangelie naar Lucas: Was ons hart niet brandende in ons toen Hij tot ons sprak onderweg, toen Hij ons de Schriften opende? Daarom is de titel die ik voor dit deel gekozen heb, Jezus’ Passie, mij uit het brandende hart gegrepen. Jezus is voor mij het summum van menszijn. Als ik onderweg met Lucas de verhalen over Hem hoor, wil ik léven. Jezus heeft laten zien hoe liefdevol en barmhartig God is, mild en vol vergeving voor alle mensen. Dat is eigenlijk mijn antwoord op de vraag ‘wie is Jezus?’

7


Jezus heeft geen religie of kerk gesticht met regels van wat hoort en wat niet hoort, van wie er wel of niet bijhoren. Hij heeft een universele beweging op gang gebracht van reisgenoten die samen deze weg van het leven willen bewandelen. Hoe zich dat na Jezus ontwikkeld heeft, vertelt Lucas in het tweede deel van zijn geschiedwerk, Acta (Handelingen van de apostelen).

What we call the beginning is often the end and to make an end is to make a beginning. The end is where we start from. We shall not cease from exploration and the end of all our exploring will be to arrive where we started and know the place for the first time. T.S. Elliot, Four Quartets

Jos de Heer

8


30 De tweede etappe (1): nodiging tot het feest en beletselen voor discipelschap Lucas 14,1-35 Maar Ik moet heden en morgen en op de volgende (dag) optrekken…(13,33) Jezus’ passie Uit deze vastberaden woorden, waarmee ‘Het verhaal van Jezus’ (LucasActa deel 2) besloot, straalt Jezus’ passie. Ondanks weerstand en verzet wil Hij in Jeruzalem zijn missie tot voltooiing brengen. Het hele Joodse land heeft Hij bezaaid met Gods woorden en daden die een rijke oogst opleverden van bevrijding en heling. Nu trekt Hij op naar de heilige stad. Heilig vuur brandt in zijn hart en doorgloeit zijn woorden en daden. Maar niet iedereen is hiervan gediend en het zou een logische stap zijn het heilige vuur op aarde te ontsteken om zo alle tegenstand weg te branden. De geschiedenis vertelt tragische en bloederige verhalen over religieuze fanatici die hun eigen zaak met die van God of de goden verwarden of zelfs gelijkstelden en met geweld hun idealen doordrukten. Het doel heiligde immers de middelen. Zo niet voor deze Messias, die Gods heiligheid verstaat als opdracht ieder mens in heiligheid te respecteren. Jezus verkondigt niet het koninkrijk van Israël, maar van God. Het goddelijk moeten dat Hem aanvuurt en drijft, betekent voor Hem zelf eerst een moeten lijden. Zijn passie brengt Hem passie, een weg van lijden en overgave, geweldloos en zijn vijanden liefdevol vergevend tot zijn laatste ademstoot (voor dit woordspel met ‘passie’ zie hoofdstuk 35). De tweede etappe: Jezus trekt voort en gaat op naar Jeruzalem De vorige pericoop (13,31-35), die in hoofdstuk 29 van het tweede deel ‘Het verhaal van Jezus’ besproken is, vermeldde uitspraken van Jezus over de sombere lotgevallen van Jeruzalem en vormde de afsluiting van de eerste etappe (9,51-13,35) van zijn reis naar Jeruzalem (ª2,244-248). In die laatste tragische pericoop werd de balans opgemaakt en stond de ‘voltooiing van Jezus’ missie’ centraal (ª2,360). Naarmate de reis vordert,

30 | de tweede etappe (1)

9


wordt de betekenis van Jezus’ missie steeds duidelijker en de reacties uitgesprokener. De tweede etappe van de reis loopt van 14,1-17,10. Eerst nog een korte terugblik. Jezus Messias, een weg van lijden tot heerlijkheid Petrus’ belijdenis dat Jezus de Christus Gods is (9,20), vormt de climax van het verhaal tot dan toe. In de proloog werd Jezus vanuit de hemel als Christus voorgesteld, nu volgt op aarde de juiste menselijke respons op zijn optreden1. Voor het eerst wordt Jezus door een mens voluit herkend in zijn missie van God. Hij wordt (h)erkend als de beloofde koning in de lijn van David, ofwel als instrument van Gods bevrijding, dus als Messias. Dit vormt een keerpunt in het verhaal. Direct nadat Petrus en de andere leerlingen dit hebben ingezien, onthult Jezus tot verbazing en onbegrip van zijn leerlingen, dat Hij veel moet lijden en verworpen en gedood en opgewekt worden2. Dit wordt uitdrukkelijk herhaald in het reisverslag en later aangeduid als zijnde de weg van de Schriften3. Vanaf dit moment gaat Lucas toewerken naar de volgende grote openbaring aangaande de Christus, dat Hij namelijk dit moest lijden om in te gaan in zijn heerlijkheid (24,26). Om vervolgens aan te tonen dat deze weg de weg van de Schriften was, dus volgens plan en bedoeling van God (24,27.44.46). Lucas verbindt daartoe het koninklijk Messiaanse aspect met de visies op Jezus als profeet (van wie het ‘normaal’ is dat Hij verzet en lijden ondervindt) en dienaar van JHWH uit de profetieën van Jesaja (ª1,201). Aan het eind van het reisverslag kom ik hier uitvoerig op terug (zie hoofdstuk 33). Ook het afsluitende gedeelte van Lucas’ eerste deel blikt hierop terug (24,13-53). De lijdende Messias is voor Lucas een centraal thema in zijn presentatie van Jezus. Lucas 9 blijkt een cruciaal hoofdstuk te zijn, waarnaar vooral in 22-24 teruggegrepen zal worden. Wanneer een Messiaanse figuur door het volk niet wordt erkend en ontvangen en zelfs buiten de levensgemeenschap wordt gestoten, betekent dat zijn dood. Dat is niet te rijmen met het beeld van kracht en overwinning dat men van een Davidische Messiaanse figuur heeft. 1. In de geboorteverhalen werd Jezus’ Davidische afkomst en roeping vanuit de hemel onthuld als belofte van God. Zie 1,32-33.68-75; 2,4.11.26.29-32. 2. In 9,22 en werd herhaald in 9,44 waarop de reactie van onbegrip van de leerlingen volgde. Dezelfde reactie hierop in 18,31-34. 3. Dat gebeurt uitdrukkelijk in 18,31-34 (zie daar verder over de functie van deze teksten binnen het reisverhaal) en 24,25-27; 44-47. Verder in 9,44; 13,33-34.

10

lucas ™ acta | deel 3


Exodus en ‘opneming’ Een ‘preview’ van deze weg en van wat er in Jeruzalem gaat gebeuren ontvangt de lezer allereerst in het verhaal dat volgt op de belijdenis van Petrus: Jezus’ verheerlijking op de berg (9,28-36). Jezus zal in Jeruzalem een nieuwe exodos, ‘exodus’, tot stand brengen (9,31). Dat is zijn doel met en voor Jeruzalem. Wanneer Lucas Jezus als leider van de ‘nieuwe’ exodus schildert, doet hij dat niet zozeer in termen en beelden van de eerste exodus uit de slavernij van Egypte, maar op geactualiseerde wijze ‘via Jesaja’ en de tweede exodus. Jesaja 40-55 profeteert eeuwen na deze eerste exodus aan de ballingen in Babylon over een ‘nieuwe’ exodus naar Jeruzalem, die de eerste op grootse wijze zal overtreffen4. Want in Jeruzalem troont God als koning en daar zal Gods glorie geopenbaard worden5. Jeruzalem is het centrum waar Gods heil gerealiseerd zal worden. Lucas tekent Jezus hierin vooral als Davidische Messias die de rol van dienaar van JHWH vervult. Jezus besluit naar Jeruzalem te gaan om daar – ook al zal Hij verworpen worden en zelfs een wrede dood sterven - de schriftuurlijk toegekende rol van de Messias te vervullen. Hij gaat in het vertrouwen dat mensen zijn missie niet kunnen stoppen en Gods bevrijdende werk zal zich doorzetten. Zelfs door de dood heen. In 9,51 werd Jezus’ besluit op formele wijze ingeleid met het formuleren van de doelstelling door middel van de geladen term opneming (ª2,250). ‘Exodus’ en ‘opneming’ zijn de beide sleutelbegrippen om Jezus’ missie in Jeruzalem aan te duiden. Daarin zit besloten dat van Godswege zijn nieuwe ‘exodus’ in Jeruzalem door lijden en dood zal leiden tot hemelse troonsbestijging (bekend onder de benaming van de ‘hemelvaart’ van Jezus). In feite is dus pas met Jezus’ troonsbestijging het doel van zijn trektocht naar Jeruzalem bereikt. Het koningschap van God, het oprichten van de troon van David, blijft zo het doel. Dood en lijden kunnen bij God nooit het doel zijn, maar alleen doorgangsstadium op weg naar de uiteindelijke realisering van wat God wil: leven in heerlijkheid. Zo is geheel Jezus’ leven een onderweg zijn naar dit doel. Tegen alle verwachtingen in zal Jezus Gods koningschap vestigen via de weg van lijden en

4. Jesaja 43,18-19; 42,9; 48,3.6-7. Het heil zal niet slechts voor eigen volk zijn, maar voor ‘alle vlees’, 40,5. 5. Jesaja 52,7-10; 40,5.

30 | de tweede etappe (1)

11


dood heen. Over het bereiken van Gods doel spreekt het begin van deel II, Acta, in dezelfde termen van opgenomen worden6. Omdat Gods heerschappij onbegrensd is, stelt Jezus het open voor alle mensen, in het bijzonder voor ‘zondaren’, zieken, armen en outcasts. Eerst moet het volk Israël het evangelie van het koninkrijk horen, pas later in Acta volgt de tweede fase. Uittocht, weg van bevrijding Om deze weg ‘door lijden tot heerlijkheid’ uit te leggen vanuit de Schriften (en dus vanuit Gods bedoeling en wil), heeft Lucas de literaire constructie van het reisverhaal naar Jeruzalem ontworpen als de weg van heil. Ieder verhaal is een geïnterpreteerd en geselecteerd verslag van gebeurtenissen. In de antieke wereld noemde men deze selectie en interpretatie van de werkelijkheid ‘mimesis’ (Grieks) of ‘imitatio’ (Latijn). Deze representatie werd als een kunst met vele technieken en stijlmiddelen beoefend en Lucas geeft er in alle opzichten blijk van hierin geschoold te zijn geweest. In het slotverhaal van de Emmaüsgangers hierover meer. Lucas heeft alle andere berichten over Jezus’ reizen naar en bezoeken van Jeruzalem genegeerd (behalve dan dat in zijn jeugd) om het volle accent te kunnen leggen op die ene laatste reis die leidde tot Jezus’ kruisiging en de uiteindelijke verwoesting van Jeruzalem. Daarom is dit grote middenstuk ook wel het ‘Jeruzalem-Document’ genoemd. Het beeld van de weg is daarin ook voluit symbolisch, omdat Jezus vanaf het begin zijn levensweg als de weg van het heil van God aanwijst en dit hele gedeelte vol onderwijs en training zit voor de leerlingen, die geroepen zijn Hem te na te volgen (9,23-27). Zijn volgelingen die ‘horen en doen’ zijn degenen die het eeuwig leven beërven (10,25), en degenen die op weg zijn naar de bevrijding (13,23). De weg van heil een weg van loslaten en strijden om in te gaan Deze weg is een paradoxale weg van afstand doen om te ontvangen en van loslaten om verbonden te worden. Vlak vóór het reisverhaal heeft Jezus het scherp geformuleerd als een kompas voor onderweg:

6. In Acta 1,2.11.22 wordt drie keer het werkwoord analambanein, opnemen, gebruikt om het doel van Jezus’ weg aan te geven.

12

lucas ™ acta | deel 3


Indien iemand achter mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme zijn kruis dagelijks op, en volge mij. Want wie zijn ziel (leven) wil helen, zal hem te gronde richten; maar wie zijn ziel (leven) te gronde zal richten omwille van mij, die zal hem helen (9,23-24). Onderweg wordt deze algemene levensregel in concrete levenssituaties uitgewerkt. Wat nu volgt, gaat over het loslaten van familie en religieuze tradities en systemen. Clan loyaliteiten en erecodes mogen niet de eerste plaats innemen van de mensen van ‘de weg’. Daarom is de grondregel van het koningschap Gods op de levensweg geformuleerd, precies in het midden van het reisverhaal: Strijdt om in te gaan door de enge poort (13,24). Wie alles losgelaten heeft, kan zich inzetten voor deze geweldloze strijd en de weg van omkeer en overgave gaan. Volgelingen Dus moeten wij op beide wangen geslagen willen worden. Lachend huilen, graag veel dapper lijden, zalig arm, in tegenspoed gelukkig. Hongerend naar gerechtigheid, de hele wereld ons bed en onze tafel, beterweters, ethische doordravers, maar daarom nog niet wijs, geduldig, lief voor onze kinderen. En altijd onderweg, maar zonder brood en geld. Achter jou aan ons kruis gedragen, onze zinnen ingetogen, tong besneden, om jouwentwil. De vossen hebben holen, vogels nesten, wij geen plek, geen graf voor onze vaders. Maar wel namen in de hemel opgeschreven, voet vertredend schorpioen en slang, niets zal ons derenwat een leven (Huub Oosterhuis, Nieuw Bijbels Liedboek) 30 | de tweede etappe (1)

13


1. Tafelgesprekken Lucas 14,1-24 1 º En het geschiedde, toen Hij op sabbat in het huis van een zeker iemand van de oversten van de Farizeeën kwam om brood te eten, en zij Hem observeerden, 2 º dat: zie, een zeker mens, waterzuchtig, vóór Hem stond. 3 º En Jezus antwoordde en zei tot wetgeleerden en de Farizeeën, zeggende: Is het geoorloofd op de sabbat te genezen of niet? 4 º Maar zij zwegen. En hem bij de hand nemend genas Hij hem en bevrijdde hem. 5 º En tot hen zei Hij: Wie van jullie, wiens zoon of rund in een put valt, zal hem er niet onmiddellijk uittrekken op de dag van de sabbat? 6 º En zij waren niet in staat daar iets tegenin ten antwoord te geven. 7 º En Hij sprak tot de genodigden een gelijkenis, omdat Hij in de gaten had hoe zij de eerste plaatsen uitkozen, zeggende tot hen: 8 º Wanneer je door iemand ter bruiloft genodigd wordt, ga dan niet op de eerste plaats aanliggen, opdat er niet een met meer aanzien dan jij door hem genodigd is, 9 º en wanneer hij, die jou en hem genodigd heeft, komt, jou zal zeggen: ‘Maak plaats voor hem’. En dan zul je beginnen met schaamte de laatste plaats in te nemen. 10 º Maar wanneer je genodigd wordt, ga, optrekkend, aanliggen op de laatste plaats, opdat, wanneer, hij die jou genodigd heeft, komt, jou zal zeggen: ‘Vriend, kom hogerop’. Dan zal het jou tot eer zijn voor het oog van allen die met jou aanliggen. 11 º Want ieder die zichzelf verhoogt, zal vernederd worden, en wie zichzelf vernedert, zal verhoogd worden. 12 º En Hij sprak ook tot degene die hem genodigd had: Wanneer je een middag- of avondmaal aanricht, roep dan niet je vrienden, noch je broers, noch je verwanten, noch je rijke

14

lucas ™ acta | deel 3


buren, opdat ook zij niet soms jou terug nodigen en er jou terugbetaling geschiede. 13 º Maar wanneer jij een gastmaal aanricht, nodig armen, verminkten, verlamden, blinden. 14 º En zalig zul je zijn, omdat zij het jou niet kunnen terugbetalen. Want het zal je terugbetaald worden in de opstanding van de rechtvaardigen. 15 º En toen iemand van degenen die aanlagen dat hoorde, zei hij tot Hem: Zalig wie brood eet in het koninkrijk van God. 16 º Maar Hij zei tot hem: Een zeker mens richtte een grote maaltijd aan en nodigde velen uit 17 º en zond zijn dienaar op het uur van de maaltijd om de genodigden te zeggen: ‘Komt, want het is al gereed’. 18 º En zij begonnen zich allen eenparig te verontschuldigen. De eerste zei tot Hem: ‘Ik heb een akker gekocht en ik moet die noodzakelijk gaan bezien. Ik vraag je, houd mij voor verontschuldigd’. 19 º En een ander zei: ‘Ik heb vijf span runderen gekocht en ik trek op om die te keuren. Ik vraag je, houd mij voor verontschuldigd’. 20 º En een ander zei: ‘Ik heb een vrouw getrouwd en daarom kan ik niet komen’. 21 º En de dienaar kwam terug en berichtte deze dingen aan zijn heer. Toen werd de heer des huizes toornig en zei tot zijn dienaar: ‘Ga snel uit naar de straten en stegen van de stad en breng de armen en verminkten en blinden en verlamden hier binnen’. 22 º En de dienaar zei: ‘Heer, wat je opgedragen hebt, is geschied, en nog is er plaats!’ 23 º En de heer zei tot de dienaar: ‘Ga uit naar de wegen en omheiningen en dwing hen binnen te komen, opdat mijn huis gevuld wordt, 24 º want ik zeg jullie: niemand van die mannen die genodigd zijn zal van mijn maaltijd proeven’. Parallel Passages: 15-24: Matteüs 22,1-10 / Thomas 64 Tempel en huis Jezus heeft de suggestie van de Farizeeën om naar het buitenland te vluchten afgewezen en opnieuw uitdrukkelijk Jeruzalem als zijn reisdoel 30 | de tweede etappe (1)

15


aangewezen (13,31-33). Er klinken sombere woorden over verleden en toekomst van de stad Gods. Jullie huis wordt jullie overgelaten (13,35). Hebben ze zich het tempelhuis zo eigen gemaakt dat het niet meer het huis van de Vader is, het huis van gebed (zie 19,46)? Deze episode eindigt met een gelijkenis waarin de urgente oproep klinkt: mijn huis vol moet zijn (14,23). Het verhaal van Lucas-Acta begon in de tempel (ª1,72) en deel I eindigt daar ook. En hoe zou het anders kunnen? De tempel is de plaats waar God aanwezig is voor zijn volk. Deel II begint uiteraard dan ook weer in Jeruzalem, maar eindigt niet in de tempel, maar in de huurwoning van Paulus in Rome. Lucas bouwt zijn verhaal over Jezus en de Jezus-beweging op rondom de twee polen van tempel en huis. Het is spannend om dit goed te volgen. Na de profetische woorden tegen het huis van Israël en Jeruzalem, gaat Jezus in op de uitnodiging van een prominente Farizeeër om bij hem in zijn huis het middagmaal te gebruiken7. Geheel 14,1-24 speelt zich daar af. Hier betreft het dus een privé gebeuren. Als het om het tempelhuis gaat, gaat het om de publieke sfeer. Dat onderscheid is heel wezenlijk, zoals verderop in het verhaal zal blijken. Als Jezus in Jeruzalem aankomt, stevent Hij direct af op het tempelhuis. Vanuit het drama dat zich daar ontvouwt, krijgt deze episode in het huis van een Farizeeër extra lading. Derde en laatste maaltijd met de Farizeeën8 Hier vindt de derde en laatste maaltijd plaats die Jezus met Farizeeën houdt, en wel als climax daarvan bij een van hun oversten. Rondom deze setting van de maaltijd vinden tafelgesprekken plaats die in vier episoden aan elkaar zijn geweven (14,1-6; 7-11; 12-14 en 15-24). Allereerst spreekt Jezus zijn tafelgenoten als collectief aan op hun gedrag door middel van een gelijkenis (14,7-11), pas daarna in de directe rede de gastheer (14,1214). Een opmerkelijke zaak. Beide stukken hebben dezelfde literaire opbouw9. Als opmaat van de vierde eenheid volgt er een positieve reactie van een van de genodigden (14,15), waarop Jezus weer uitvoerig reageert (14,16-24). 7. Josephus beschrijft in Uit mijn leven 54; 279 dat deze maaltijd op het zesde uur (12 uur ‘s middags) na de gebedsdienst gehouden werd. Jezus is voor de derde keer te gast bij een Farizeeër, zie 7,36-50 en 11,37-54. 8. Door Tannehill, Narrative Unity I, p. 170-171, als ‘type scene’ gekenschetst: een ‘basic situation’ met dezelfde karakteristieken die enkele keren terugkomt binnen het verhaal en daardoor extra nadruk krijgt. De vorige maaltijdverhalen in 7,36-50 en 11,37-54. 9. Jezus spreekt. Een zin met ‘wanneer’ en ‘niet’. Dan ‘maar wanneer’ en een conclusie met ‘want’.

16

lucas ™ acta | deel 3


Roepen en nodigen De verrassende verschijning van de waterzuchtige man vormt het uitgangspunt van wat er verder gebeurt aan tafel (14,1-6). In feite gaat het om de verschillende reacties op de verschijning van deze outcast in dit sublieme gezelschap10. Die reacties worden weergegeven door het sleutelwoord roepen. Alle vier zijn verbonden door dit sleutelwoord. Steeds waar hier vormen van nodigen gebruikt worden, zou je ook met roepen kunnen vertalen. Dit werkwoord speelt in het gehele stuk een centrale rol11. Zo wordt hier de urgente oproep uit de vorige episode uitgewerkt: strijdt om in te gaan (13,24). Het gaat ten diepste om het trouw blijven aan en inzetten voor de roeping en bestemming van een mens. Dit geeft extra accent aan het gebeuren. De roep die uitgaat van het koningschap Gods blijkt een andere dan het onderwijs van de leidende kringen van wetgeleerden en Farizeeën. Zal het een tafel van vermenigvuldigen of delen worden? De waterzuchtige man, 14,1-6 In één lange zin wordt de setting van het volgende gebeuren geschetst12. Was het in 13,11 het opzienbarende gebeuren van een verkromde vrouw, nu draait het om een waterzuchtige man. Met zie wordt weer het spannende moment aangeduid. Je houdt je adem in. Twee dubbelzinnigheden onderstrepen het conflictueuze karakter van dit verhaal. Er vindt een genezing plaats, maar het accent ligt op datgene wat die genezing aan reacties teweeg brengt bij Jezus’ tegenstanders. Dat wordt benadrukt doordat Lucas vertelt dat Jezus antwoordde op de loutere verschijning van de man (14,2). Er was nog geen vraag met woorden gesteld. Louter en alleen het verschijnen van deze mens op dat moment temidden van dat gezelschap impliceert een vraag. Zo is het leven een vraag en wij zijn het antwoord. Dat is je roeping volgen. Ook hier weer 10. Ook deze literaire eenheid vertoont een chiastisch patroon, C.H. Talbert, Reading Luke, p. 196: A onder de schijn van godsdienstigheid onbekommerd over anderen (een mens) (1-6) B zichzelf zoeken als gast (7-11) B’ zichzelf zoeken als gastheer (12-14) A’ onder de schijn van godsdienstigheid onbekommerd over anderen (God) (15-24). 11. ª1,112. Kalein komt voor in 14,7.8 (twee keer).12.13.16.17,24. 12. Grammaticaal vergelijkbaar met die van 5,17-18: en het geschiedde.... dat: zie... Ook lijkt het verhaal veel op dat van 13,10-17: sabbat, wat passend is daarop, oversten, bevrijden. Dit is na 6,6-11 en 13,10-17 de derde en laatste genezing op sabbat. Tussen deze drie verhalen zitten opvallende overeenkomsten (het ‘observeren’ van Jezus; Jezus’ vraag of het goed is op sabbat te handelen; genezing van een zieke; een overste die Jezus opponeert).

30 | de tweede etappe (1)

17


doorziet Jezus zijn gastheer als profeet die weet wat er in mensen leeft. Ook wordt in de laatste zin gesproken over antwoord geven (14,6). Deze beide werkwoorden laten het contrast zien tussen de reactie van Jezus en de Farizeeën op de verschijning van de waterzuchtige man. Collectieve kritiek Op een sabbat, na de synagogale gebedsdienst, was Jezus weer te gast om het gebruikelijke middagmaal te gebruiken. De gastheer was een overste, een topman van de Farizeeën, hoog op de ladder van status en eer. Hoewel het verhaal zich in de privé-sfeer afspeelt, treden de Farizeeën hier wel als collectief op. Steeds is sprake van ‘zij’. Zij hebben zich beraden (vgl. 11,53-54) en zij trekken gezamenlijk op om Jezus weer te observeren13 zoals inmiddels gebruikelijk was geworden. Observeren wordt ook hier dubbelzinnig en ironisch gebruikt (ª2,66). Zij die er hun eer in stelden de religieuze instituties, waaronder met name de sabbat, nauwkeurig in acht te nemen (te ‘observeren’), richten hun oog nu niet meer op het bevrijdende karakter van deze dag, maar houden Jezus in de gaten. Ze controleren de regels en zijn de monitoren van Jezus’ wetsobservantie. Onstilbaar verlangen Zeker overste staat tegenover zeker mens, waterzuchtig. Alleen deze beschrijving en typering al wijst op de pijnlijke ongelijkheid die er tussen mensen is. De een wordt aangeduid met een titel die zijn aanzien en status weergeeft, de ander met het tragische lot dat hem getroffen heeft. Dit vraagt om een antwoord, dat kan zo maar niet tezamen bestaan vanuit het perspectief van het koningschap Gods. Deze waterzuchtige mens, die zeker niet op de gastenlijst stond (vgl. 7,37), stond opeens vóór Jezus. Het is tekenend voor de kracht die er van Jezus uit ging, dat mensen in nood alle grenzen en drempels overgaan om bij Hem in de buurt te komen. Zíj weten Hem te vinden. En direct is ook zonneklaar dat conflict niet kan uitblijven. Deze ongenode gast had een ziekte die veelal beschouwd werd als straf op ontucht. Met water opgeblazen delen van de huid vormden de uiterlijke verschijnselen van deze ziekte die een mens opgeblazen en dik maken. Deze zieke vormde een bedreiging voor de rituele reinheid van de Farizeeën en de eer van dit geprivilegieerde gezelschap dat als de sociale elite 13. De grammaticale constructie van de ‘conjugatio periphrastica’ drukt een gewoonte of gebruikelijke handeling uit. Zie ook 20,20. Voor observatie van de wet door de dikaios, rechtvaardige, zie Wijsheid 2,10.12.17-20; Psalm 37,12.

18

lucas ™ acta | deel 3


bijeen was. Zijn toestand was uiterst paradoxaal. Hij had een onlesbare dorst, maar het water dat hij dronk verergerde zijn toestand alleen maar. ‘Niets is zo droog als een waterzuchtig mens’, was een bekende zegswijze. Deze ziekte gold als een bekende Hellenistische metafoor voor onstilbare hebzucht en consumentenverlangen. De door consumptief gedrag te dikke mens is in onze tijd heel herkenbaar. Mensen die vanuit een verslaving tot steeds meer consumeren worden aanzet, blijven uiteindelijk onbevredigd en onverzadigd achter. ‘Zoals waterzuchtigen, hoewel ze vol water zijn, steeds verlangen iets te drinken, zo verlangen geldzuchtigen, hoewel steenrijk, steeds naar meer geld: beide tot hun schade. Want hun beider verlangen groeit des te meer ze zich het begeerde toeeigenen’, luidde een bekende spreuk14. De hint naar de Farizeeën is hier duidelijk aanwezig15. Na de genezing van de waterzuchtige komen zij aan de beurt om bevrijd te worden van hun onstilbare verlangen. Mag iemand genezen worden? Wetend dat zijn handelen onder de loep genomen wordt, stelt Jezus met de eenvoudige vraag of het geoorloofd is op sabbat te genezen16 zijn tegenstanders in het volle licht van hun duisternis. Hoe absurd en pijnlijk is de vraag! Deze vraag is helemaal vanuit hun perspectief gesteld en onthult daarom hun intenties. Ze zijn niet uit op de door God gegeven genezing en bevrijding van mensen, maar op het handhaven van eigengemaakte regels en het volgen van de juiste religieuze procedures. Vanuit hun eigen standpunt dachten ze in hun recht te staan. Omdat deze ziekte niet levensbedreigend was (zoals in 6,6v. en 13,10v.), was de genezing strikt genomen ‘werk’ en dus verboden op sabbat. Zo’n standpunt kun je alleen innemen vanuit een distantie tot mensen en het leven zelf. Jezus redeneert vanuit een heel ander standpunt. Steeds is Hij erop uit mensen te bevrijden en genezen. En bij uitstek is de dag van de sabbat een dag van bevrijding. De Farizeeën kunnen gelukkig niets tegen zijn vraag inbrengen. Hun onuitgesproken afkeuring en afwijzing wordt tot zwijgen17 gebracht. De tweede dubbelzinnigheid. Je zou zwijgen ook kunnen vertalen met: zij rustten / hielden zich rustig. Als antwoord op Jezus’ vraag 14. Diogenes van Sinope, Florilegium III, 10.45. 15. 11,37-44; 16,14. 16. Zie ook 6,2.9. 17. Hèsuchadzein, rust houden (van de sabbat, zoals in 23,56), zwijgen, zich rustig houden (Acta 11,18; 21,14). In 20,26 wordt het synonieme sigaein, zwijgen, gebruikt (zoals in 9,36; 18,34; Acta 12,17; 15,12.13), dat evenwel nooit voorkomt in de betekenis van ‘de sabbatsrust houden’.

30 | de tweede etappe (1)

19


naar wat op de sabbat volgens hen mag, hielden ze de verplichte sabbatsrust! Helemaal correct. Iemands sabbatsopvattingen bekritiseren, is wel wat anders dan iemand genezen. Dat doet Jezus wanneer Hij de onreine als zijn naaste (10,25-37) bij de hand vat, de rituele verontreiniging negeert en deze geteisterde mens bevrijdt18. Barmhartigheid of de regels handhaven Om de Farizeeërs met hun eigen argumenten te overtuigen en een tweede kans te geven, voegt Hij er een pijnlijke retorische vraag aan toe, waarin een hypothetisch geval genoemd wordt van een kind of rund dat in een put valt19. Het handelen in eigenbelang is hierin wel duidelijk. In de praktijk werd een dergelijke spontane redding toegestaan op de sabbat. Jezus zegt daarmee dat barmhartig handelen belangrijker is dan bezig zijn met de exacte formulering van de regels en de normen. Daar hebben ze nog steeds niet van terug en ze houden de deur dicht. Zij laten zich niet aanspreken door wat er gebeurd is, we lezen niets over hun vreugde over de genezing van de waterzuchtige. Zij staan als rechters boven het leven en blijven buiten spel. Ze gaan het niet aan met zichzelf. Hun dikdoenerij ervaren zij niet als ziekte die genezing behoeft. Daarom lokt Jezus hen door middel van een gelijkenis die op hun gedrag betrekking heeft uit hun tent. Want hun antwoorden waren steeds religieus correct. Maar juist dat correcte wordt door Jezus als zo pijnlijk onthuld. De roep van een mens in nood wordt niet geregistreerd. Zo lopen zij hun roeping mis. De gelijkenis van de nodiging ter bruiloft, 14,7-11 Je krijgt de indruk dat de hooggeëerde tafelgenoten Jezus’ status als gezaghebbend leraar erkennen. De omkeer vindt plaats. Waar zij eerst Jezus in de gaten hielden, en zich dus boven Hem stelden, heeft Hij hen in de gaten20 en ontmaskert hun vanzelfsprekende maar volstrekt onge18. Apoluein betekent bevrijden, verlossen, wegsturen. Omdat het parallelle verhaal dit werkwoord ook gebruikt (13,12) in de betekenis van verlossen, vertaal ik het hier ook zo. De meeste vertalingen kiezen voor ‘wegsturen’. 19. Enkele handschriften lezen in plaats van ‘zoon’, huios, ‘ezel’, onos, woorden die in het Grieks dus erg op elkaar lijken. In een andere context heeft Matteüs 12,11 dit woord overgeleverd als vraag van de Farizeeën. Bovendien voegt Jezus eraan toe: ‘Hoeveel gaat niet een mens een schaap te boven? Daarom is het geoorloofd op de sabbat goed te doen’. Daarop volgt een ongekend felle reactie van de kant van de Farizeeën. 20. Epechein betekent in de eerste plaats: vasthouden, ‘in seiner Gewalt halten’, en van daaruit in het oog houden, zo ook in Acta 3,5; en verblijven, Acta 19,22. Zo vormt 14,7 dus een groot contrast met 14,1.

20

lucas ™ acta | deel 3


paste gedrag om zich op de voorgrond en ereplaats21 te stellen. Wie is hier opgeblazen en wie doet hier dik? Jezus durft de vastgestelde rangorde en etiquette ter discussie te stellen. Daarmee stelt Hij de machtsvraag. De gebruikelijke weg van het zoeken en veilig stellen van je eigen eer is gevaarlijk, want altijd tref je wel een concurrent aan en loop je een kans op om te schande gezet te worden. Dat is het ergste wat een mens van hoge status kon overkomen (vgl. 13,28-30). De gelijkenis van het bruiloftsbanket heeft een dubbele bodem, omdat dat als beeld gezien werd van het uiteindelijke feest van de Messias en het volk dat door God was genodigd (Jesaja 25,6, vergelijk Lucas 13,29-30). Het is God die de laatste eer verschaft. Zelf eer claimen, leidt tot schande. Laat liever anderen jou eer toekennen. Dubbele omkeer Want ieder die zichzelf verhoogt, zal vernederd worden, en wie zichzelf vernedert, zal verhoogd worden22. Het is de dubbele omkeer23 van het koningschap Gods, waardoor degenen die zelf nederig handelen door God verhoogd worden. De omkeer wordt door God teweeggebracht (passivum divinum). Het komen van het koningschap Gods betekent een omkeer van de huidige lotgevallen en verhoudingen in de wereld. De uiteindelijke omkeer van alles is een toekomstig gebeuren. Maar omdat het koninkrijk Gods nu al aangeboden wordt aan mensen op de wijze van een oproep tot omkeer, kan die toekomst zich in het hier en nu realiseren. Van de mens die hiermee geconfronteerd wordt, vraagt het een keuze tot omkeer in het nu, die bepalend zal zijn voor de toekomst. Een keuze die toewijding en overgave inhoudt. Dat is de spanning tussen het ‘reeds’ van het gekomen zijn van het Godsrijk (zie 14,17) en het ‘nog niet’ van het voorlopige ervan. Jezus als verkondiger van het Godsrijk roept daarom zijn volk op het nú te ontvangen. Nú is de nieuwe toekomst begonnen (4,21). De aanvaarding daarvan betekent leven naar de nieuwe waarden en beginselen ervan. 21. Prootoklisias, vgl. 11,43 en 20,46 (en ook verwijst het naar de prootoi uit 13,30). 22. Zo staat het ook in Spreuken 25,6-7 en ook zijn er vergelijkbare uitspraken van rabbi’s bekend. Vgl. ook Psalm 75,5; Ezechiël 21,31. Dit antithetische aforisme heeft zijn wortels in de Wijsheidstraditie. 23. John O. York, The Last Shall Be First, Sheffield 1991, spreekt over ‘bi-polar reversal’: een uitspraak bestaande uit twee delen, waarvan het eerste de gedachte presenteert en de tweede deze ontkent als tegenstellingen waarvan de beide polen omgekeerd worden. Zo ontstaat er een spanning die het conflict verhevigt.

30 | de tweede etappe (1)

21


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.