Bijbels ABC, deel 2

Page 1

Bijbels ABC voor jongeren van 14 tot 16 jaar, deel 2

dr. M. van Campen

Zesde, hierziene druk

Zoetermeer


www.uitgeverijboekencentrum.nl www.reflector.nu

Meer informatie over Reflector en nieuwe werkvormen vindt u op www.reflector.nu Zesde, herziene druk 2008 Ontwerp omslag: Mirella Dijkerman, Den Haag Vormgeving: Anton Sinke, Nieuwerkerk a/d IJssel Illustraties: Roel Ottow, Apeldoorn ISBN 978 90 239 3002 0 NUR 746 © 1999 Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 20 juni 1974 St.b. 351, zoals gewijzigd bij Besluit van 23 augustus 1985, St.b. 471 artikel 17 Auteurswet, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 882, 1180 AW Amstelveen). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden..


Inhoud 1.

Machten

Elisa

6

2.

Navolging

Kaleb

12

3.

Oordeel

Felix

18

4.

Priester

Aäron

24

5.

Rechtvaardig

de tollenaar

29

6.

Schuilen

David

35

7.

Tijd

Maria en Martha

41

8.

Uitverkoren

de discipelen

47

9.

Verbond

Abraham

52

10.

Vriendschap

Jonathan

58

11.

Wederkomst

de tien meisjes

63

12.

IJdelheid

Prediker

68

13.

Zonde

KaĂŻn

74


Machten ELISA

LES

1

Verkenning ‘Engelverschijning op de snelweg.’ Deze kop stond ooit op de voorpagina van een krant. Het ging over een automobilist, die een lifter meenam. De jonge man sprak met de bestuurder over de Heere Jezus en over de wederkomst. Na een half uur was hij ineens verdwenen, zonder dat de auto ergens gestopt was. Opgewonden had de automobilist de krant gebeld en zijn verhaal doorgegeven. Wat zou jij zeggen? Onzin/best mogelijk, want

Alternatieve intro Het geloof in goede en kwade machten is iets van vroeger. Daarmee moet je bij mensen van onze tijd niet meer aankomen. Wat je niet zien kunt met je ogen, dat bestaat ook niet. a. Wat vind je van deze uitspraak? b. Wat merk jij zelf van goede of kwade

machten om je heen?

Bijbelstudie: 2 Koningen 6:8-18 Statenvertaling (1977) 8 En de koning van Syrië voerde krijg tegen Israël, en beraadslaagde met zijn knechten, zeggende: Mijn legering zal zijn in die en die plaats. 9 Maar de man Gods zond heen tot de koning van Israël, zeggende: Wacht u, dat gij door die plaats niet trekt, want de Syriërs zijn daarheen afgekomen. 10 Daarom zond de koning van Israël heen aan die plaats, waarvan hem de man Gods gezegd en hem gewaarschuwd had, en wachtte zich aldaar, niet eenmaal, noch tweemaal.

6

Nieuwe Bijbelvertaling 8 De koning van Aram voerde oorlog tegen Israël. Telkens als hij in overleg met zijn bevelhebbers besloot om bij een bepaalde plaats zijn kamp op te slaan, 9 liet de godsman Elisa de koning van Israël waarschuwen dat hij uit die buurt moest wegblijven omdat de Arameeërs daar een aanval beraamden. 10 De koning van Israël liet dan de inwoners van de plaats die de godsman had genoemd waarschuwen en zorgde ervoor zelf uit de buurt te blijven. Dat ging zo keer op keer, 11 tot grote ergernis van de


koning van Aram. Hij riep zijn bevelhebbers bij zich en vroeg hun:‘Zeg me: wie van onze mensen heult met de koning van Israël?’ 12 Een van de bevelhebbers antwoordde:‘Niemand, mijn heer en koning, maar de profeet Elisa in Israël weet de koning van Israël zelfs te vertellen wat u in uw slaapkamer zegt.’ 13 Hierop zei de koning:‘Zoek voor mij uit waar hij is, dan zal ik hem gevangen laten nemen.’ Toen hem werd verteld dat Elisa in Dotan was, 14 stuurde hij een groot leger met strijdwagens en paarden op de stad af. De Arameeërs kwamen ’s nachts bij Dotan aan en omsingelden de stad. 15 Toen de bediende van Elisa de volgende morgen opstond en naar buiten kwam, zag hij dat de stad omsingeld was door een leger met strijdwagens en paarden.‘Wat moeten we beginnen, heer?’ riep hij uit. 16 Zijn meester antwoordde:‘Wees niet bang, wij zijn met meer dan zij.’ 17 En hij bad:‘HEER, open zijn ogen en laat het hem zien.’ De HEER opende Elisa’s knecht de ogen, en toen zag hij dat de heuvels vol stonden met paarden en wagens van vuur, die Elisa omringden. 18 Toen de Arameeërs op Elisa afkwamen, smeekte hij de HEER hen te verblinden. De HEER verblindde hen, zoals Elisa had gevraagd.

1 LES

11 Toen werd het hart van de koning van Syrië onstuimig over deze handelwijze; en hij riep zijn knechten, en zeide tot hen: Zult gij mij dan niet te kennen geven, wie van de onzen voor de koning van Israël is? 12 En een van zijn knechten zeide: Neen, mijn heer koning! Maar Elisa, de profeet, die in Israël is, geeft de koning van Israël te kennen de woorden, die gij in uw binnenste slaapkamer spreekt. 13 En hij zeide: Gaat heen, en ziet, waar hij is, dat ik zend en hem laat halen. En hem werd te kennen gegeven, zeggende: Zie, hij is te Dothan. 14 Toen zond hij daarheen paarden, en wagenen, en een zwaar leger, die des nachts kwamen, en de stad omsingelden. 15 En de dienaar van de man Gods stond zeer vroeg op, en ging uit; en ziet, een leger omringde de stad met paarden en wagens. Toen zeide zijn jongen tot hem: Ach, mijn heer, hoe zullen wij doen. 16 En hij zeide: Vrees niet; want die bij ons zijn, zijn meer, dan die bij hen zijn. 17 En Elisa bad, en zeide: HEERE, open toch zijn ogen, dat hij zie! En de HEERE opende de ogen van de jongen, dat hij zag; en ziet, de berg was vol vurige paarden en wagens rondom Elisa. 18 Toen zij nu tot hem afkwamen, bad Elisa tot de HEERE, en zeide: Sla toch dit volk met verblindheden. En Hij sloeg hen met verblindheden, naar het woord van Elisa.

1 Wat is er in dit bijbelgedeelte aan de

hand (vs. 8)? 2 Waarom is de koning van Syrië zo

boos (vs. 11)? 3 Wat vind je van de reactie van Elisa’s

jongen (vs. 15)? 4 Begrijp je wat Elisa in vers 16 wil zeg-

gen tegen zijn knecht? 5 Waarom zou Elisa bidden dat God de

ogen van zijn jongen opende (vs. 17)?

7


6 Wat heb je voor jezelf van dit gedeel-

1

te geleerd?

LES

Alternatieve bijbelbespreking Lees om de beurt hardop een vers en geef in eigen woorden weer wat je gelezen hebt. De andere catechisanten mogen vragen stellen of opmerkingen maken.

Informatie 1 ‘De grote beslissingen vallen in de lucht.’ Dat zei ooit Mosje Dajan, de bekende

minister van Defensie van Israël. Dajan dacht daarbij aan de belangrijke rol die de luchtmacht speelt in tijden van oorlog. Hij had gelijk. In bijna alle oorlogen met de Arabische buurlanden had Israël de overwinning te danken aan de overmacht van de vliegtuigen. Omgekeerd had Israël ook één keer bijna verloren doordat de luchtmacht werd uitgeschakeld. Dat gebeurde in de oorlog van 1974. Mosje Dajan had niets te veel gezegd: De grote beslissingen vallen in de lucht. 2 De uitspraak van Dajan geldt ook van het geloofsleven. Er is een geweldige strijd

aan de gang in deze wereld. Een geestelijke strijd. Een gevecht op leven en dood waarbij christenen met huid en haar betrokken zijn. Geen strijd van man tegen man, maar een gevecht tegen de machten, tegen de geestelijke boosheden in de lucht (Ef. 6:12). De macht van de duisternis en de macht van het licht botsen voortdurend op elkaar. Omdat deze strijd onzichtbaar is, hebben veel mensen er niet eens erg in. 3 Er zijn goede en boze machten, hemelse en helse machten aan het werk. In de brief

aan Efeze wordt gesproken over ‘machten in de hemel’ (3:10). Daar worden de engelen mee bedoeld. In de Bijbel worden de engelen niet minder dan 270 keer genoemd. God heeft een leger van engelen tot zijn beschikking. Denk maar aan de uitdrukking ‘hemels heirleger’ - ‘hemelse legermacht’ - die we tegenkomen (Luk. 2:13). Engelen zijn Gods heilssoldaten. Ze worden uitgezonden om de gelovigen op aarde te helpen en te beschermen. Daar zijn veel voorbeelden van te geven. Denk alleen maar aan Paulus toen hij tijdens noodweer op zee was. Hij werd door een engel bijgestaan en bewaard (Hand. 27:23). In Middelburg is een brugje, dat wel het engelenbrugje of Smytegeltbrugje wordt genoemd. Dominee Bernhardus Smytegelt was van 1695-1739 predikant in Middelburg. Bij de meeste gemeenteleden was hij erg geliefd. Maar omdat hij wel eens scherpe dingen zei, hadden sommige mensen een hekel aan hem. Vooral het feit dat hij waarschuwde tegen misbruik van alcohol viel verkeerd. Een paar mannen beraamden in de herberg een gemeen plan. Op een late avond werd er bij de pastorie aangeklopt. Iemand vroeg of de predikant naar een stervende zieke wilde komen. Bij het brugje over de gracht zag de dominee twee mannen in het donker staan. Bij het betreffende huis aangekomen bleek er helemaal niemand ziek te zijn. Wie had de predikant uit zijn bed

8


LES

1

geklopt? Jaren later, toen een van die twee mannen tot bekering was gekomen, kreeg dominee Smytegelt te horen wat er gebeurd was. Die mannen waren van plan geweest om de lastige dominee in het water te gooien, zodat hij zou verdrinken. Maar toen het erop aankwam, durfden ze hem niets te doen. Waarom niet? Omdat lichtende gestalten hem omringden en beschermden. Daar schrokken die mannen zo van dat ze op de vlucht sloegen. 4 In Psalm 91 lezen we een geweldige belofte voor alle gelovigen: ‘Hij zal zijn engelen

van u bevelen, dat zij u bewaren in al uw wegen. Zij zullen u op de handen dragen, opdat gij uw voet aan geen steen stoot.’ Daar mogen we om bidden. Zoals Maarten Luther deed. Elke morgen en avond bad deze hervormer: ‘Heere, laat uw heilige engelen met mij zijn, opdat de boze vijand over mij geen macht zal hebben.’ Een enorme engelenwacht waakt over Gods kinderen. Dat geeft rust, dat biedt veiligheid. 5 Er zijn echter ook kwade machten aan het werk. Machten die in dienst staan van de

vorst van de duisternis. Gevallen engelen, knechten van satan. Ze hebben maar één

9


LES

1

doel voor ogen: de gemeente van Christus verwoesten. Machten, geestelijke boosheden in de lucht. Wie denkt vandaag niet meteen aan wat er op radio en tv wordt uitgezonden? Hoeveel programma’s zijn er niet die de spot drijven met de geboden van God? Dat zijn letterlijk machten in de lucht. Maar we kunnen aan veel meer dingen denken: occultisme, wereldgelijkvormigheid, materialisme, sportverdwazing, gokverslaving… 6 Gelukkig mogen we weten dat Christus die duistere machten overwonnen heeft.

Door zijn lijden en opstanding heeft Hij hen de beslissende slag toegebracht. Intussen zijn ze er nog wel. Ze maken het ons soms behoorlijk lastig. De laatste stuiptrekkingen van een gewond roofdier kunnen nog knap gevaarlijk zijn. In eigen kracht redden wij het niet tegen deze satanische tegenstanders. We kunnen daarom nooit zonder gebed. Het gebed verbindt ons, kleine, zwakke mensen met de machtige God in de hemel. Als we leven in de gemeenschap met Christus, mogen we zien wat Elisa zag en vertrouwen dat ‘die bij ons zijn, meer zijn dan die bij hen zijn’. In Hem zijn we meer dan overwinnaars (Rom. 8:37; Fil. 4:13).

Verwerking 1 a. Wat ervaar jij van de geestelijke

strijd die in deze wereld gaande is? b. Kun je een aantal ‘machten’ aanwijzen die in onze tijd bezig zijn om de gemeente en de gelovigen aan te vallen? 2 a. Merk jij wel eens dat jongeren

a

b

a

in jouw omgeving zich inlaten met duistere machten? b b. Hoe sta jij daar zelf tegenover?

3 Een Duitse professor heeft eens

gezegd: ‘De atoombom dreigt het lichaam van jongeren in onze dagen te vernietigen, maar de televisie hun ziel.’Vind jij dat ook? 4 Wat wordt in Hebreeën 1:13,14 over

de engelen gezegd en wat heeft ons dat te zeggen?

10


5 Wat is volgens Paulus de enige

6 Sommige mensen geloven dat ieder

kind van God een speciale beschermengel heeft. Wat vind jij daarvan (vgl. Hand. 12:15)?

1 LES

manier om staande te kunnen blijven in de strijd tegen de duistere machten? Lees en bespreek met elkaar Efeze 6:10-18.

7 Bid jij wel eens of Gods engelen je

willen behoeden? Waarom wel of niet?

Leesrooster 1 Genesis 19:14-17: Op welke manier

wordt Lot hier door engelen geholpen? 2 Daniël 3:20-28: Wat is het geheim

waardoor Daniëls vrienden de vurige oven overleefd hebben? 3 Mattheüs 28:16-20: Welke bemoedi-

ging geeft de Heere Jezus hier aan zijn discipelen mee? 4 Handelingen 12:3-11: Hoe is Petrus

bevrijd uit de gevangenis? 5 Kolossenzen 2:13-15: Wat schrijft

Paulus in vers 15 over de duistere machten? 6 1 Petrus 5:5-9: Waarmee vergelijkt

Petrus hier de duivel en waartoe roept hij ons op? 7 Openbaring 20:7-10: Hoe loopt het

met de duivel af?

11


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.