Discipel voor het leven voor jongeren van 18 jaar en ouder
dr. M. van Campen
Vierde, herziene druk
Zoetermeer
www.uitgeverijboekencentrum.nl www.reflector.nu
Vierde, herziene druk 2007 Ontwerp omslag: Mirella Dijkerman, Den Haag Vormgeving: Anton Sinke, Nieuwerkerk a/d IJssel Illustraties: Roel Ottow, Diemen ISBN 978 90 239 3008 2 NUR 746 © 2007 Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 20 juni 1974 St.b. 351, zoals gewijzigd bij Besluit van 23 augustus 1985, St.b. 471 artikel 17 Auteurswet, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 882, 1180 AW Amstelveen). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden.
1.
Discipel of meeloper? Over echt en surrogaat in het volgen van Jezus
6
2.
Vluchten of schuilen? Over geloven in crisistijd
12
3.
Permanent leren Over de omgang met de Bijbel
18
4.
Stilstand is achteruitgang Over de geestelijke groei
23
5.
Is twijfel zonde? Over zekerheid en aanvechting in het geloof
28
6.
Leven om te loven Over lofprijzing en aanbidding
34
7.
Waarom? Over het raadsel van het lijden
39
8.
Vreemdeling of wereldvreemd? Over de positie van een christen in de maatschappij
45
9.
Een gouden Gids Over Gods leiding in je leven
50
10.
De dood is het einde niet Over leven aan de overzijde
56
11.
Wees waakzaam Over de christelijke toekomstverwachting
62
12.
Zonder IsraĂŤl niet volgroeid Over de plaats van IsraĂŤl in het heilsplan van God
68
INHOUD
Inhoud
5
LES
1
Discipel of meeloper? OVER ECHT EN SURROGAAT IN HET VOLGEN VAN JEZUS VERKENNING Kies uit onderstaande stellingen er één waar je het mee eens bent en één waar je het niet mee eens bent. Leg elkaar je keuze uit en praat er over door. * In kerk zitten meer meelopers dan echte discipelen. * Meelopers kunnen beter de kerk verlaten, dan houd je tenminste een levende gemeente over. * Wie de echte discipelen of meelopers zijn, kunnen wij niet uitmaken.
BIJBELSTUDIE: 2 Timotheüs 4:6-10 Herziene Statenvertaling 6 Ik immers word reeds als een plengoffer uitgegoten en het tijdstip van mijn heengaan is aanstaande. 7 Ik heb de goede strijd gestreden. Ik heb de loop beëindigd. Ik heb het geloof behouden. 8 Verder is voor mij weggelegd de lauwerkrans van de rechtvaardigheid, die de Heere, de rechtvaardige Rechter, aan mij op die dag geven zal. En niet alleen aan mij, maar ook aan allen die Zijn verschijning hebben liefgehad. 9 Haast u om spoedig naar mij toe te komen. 10 Want Demas heeft mij in de steek gelaten, omdat hij de tegenwoordige wereld heeft liefgekregen. Hij is naar Thessalonica vertrokken, Krescens naar Galatië, Titus naar Dalmatië. 1 Wie is in dit gedeelte de echte
discipel en wie de meeloper (wegloper)? 2 Wat weten we van de echte discipel
vanuit dit gedeelte (zie ook de ‘closeups’ van zijn leven in Hand. 9:1-6; 1 Kor. 15:8-10)?
6
Nieuwe Bijbelvertaling 6 Mijn bloed wordt al als een offer uitgegoten, het moment waarop ik heenga nadert. 7 Maar ik heb de goede strijd gestreden, de wedloop volbracht, het geloof behouden. 8 Nu wacht mij de krans van de gerechtigheid die de Heer, de rechtvaardige rechter, aan mij zal geven op de grote dag; en niet alleen aan mij, maar aan allen die naar zijn komst hebben uitgezien. 9 Kom snel naar me toe, 10 want Demas heeft me verlaten; hij heeft deze wereld lief gekregen en is naar Tessalonica vertrokken. Crescens is naar Galatië gegaan, Titus naar Dalmatië.
3 Wat is het typerende van de meeloper
4 Wat spreekt je in dit gedeelte aan en
wat vind je moeilijk?
1 LES
in dit gedeelte (zie ook de ‘close-ups’ van zijn leven in Kol. 4:14; Filémon:24)?
INFORMATIE 1 Dit seizoen gaan we het op catechisatie hebben over discipelschap. Het woord ‘disci-
pel’ is een prachtige benaming voor het christen-zijn. In de evangeliën komt deze term zo’n 240 keer voor. Hij wordt niet alleen gebruikt voor de kring van de twaalf discipelen, die later apostelen zouden worden. Ook in de Handelingen wordt deze uitdrukking nog regelmatig gebruikt. Pas later, als het Evangelie Antiochië bereikt heeft, gaan mensen van buiten de gemeente de volgelingen van Jezus christenen noemen (Hand. 11:26). Voor die tijd wordt steeds gesproken over discipelen. Jezus Zelf noemde zijn volgelingen het liefst ook zo. 2 Discipelschap heeft verschillende kanten. In de komende maanden zullen we dat wel
merken. De eerste en centrale vraag is: Ben ik zélf een discipel van Hem? Of hoor ik bij de meelopers in de kerk? Kun je het zeker weten? En hoe kom je er achter dat het echt is en geen surrogaat? Voor veel christenen is dat helemaal geen vraag. Ze gaan er zonder meer van uit dat het wel goed zit met hun discipelschap. Ze gaan trouw naar de kerk, ze hebben belijdenis gedaan en komen hun financiële verplichtingen na. Wat zou je verder moeilijk doen? Anderen durven absoluut niet van zichzelf te zeggen, dat ze een echte discipel zijn. Ze hebben moeite met dat woord van Jezus die tegen zijn volgelingen zei: Jullie hebben Mij niet uitverkoren, Ik heb jullie uitverkoren (Joh. 15:16). Nu, dan moet je toch eerst weten of je uitverkoren bent, voordat je jezelf een discipel mag noemen? Sommigen wachten daarom al jaren op een teken of op een bijzondere ervaring. Pas dan durven ze te geloven dat Jezus ook hen roept om Hem te volgen. 3 De Bijbel wijst ons een andere weg. Aan de ene kant worden we gewaarschuwd
voor een oppervlakkig volgen. Zonder een persoonlijke band aan Christus kan er van echt discipelschap geen sprake zijn. Meelopers kennen zo’n intieme relatie met Hem niet. Jezus volgen kan niet zonder oprechte bekering. De gelijkenis van de verloren zoon laat ons zien wat dat inhoudt: tot inkeer komen en teruggaan naar de Vader: Ik heb gezondigd! (Luk. 15:21). Maar nergens lezen we dat we maar moeten afwachten tot er iets bijzonders in ons leven gebeurt. Dat maakt diezelfde gelijkenis ons ook duidelijk. Er is een Vader die op de uitkijk staat en wacht of zijn weggelopen kind er al aankomt. Zo wil Jezus ons twee dingen leren: Discipel worden gaat niet zonder schuldbelijdenis en verootmoediging. Maar ook: Wie zo tot Hem komt, hoeft niet bang te zijn te worden afgewezen. Er is blijdschap in de hemel over iedere zondaar die zich bekeert (Luk. 15:10).
7
4 Eén ding is wel zeker: Discipelschap heeft gevolgen. Wie denkt dat er niets opzij
LES
1
hoeft in zijn of haar leven vergist zich geweldig. De Heere Jezus is daar heel radicaal in. Als iemand een toren wil bouwen, maakt hij eerst een berekening of hij alles wel kan betalen. Zo is het ook met discipelschap. Voor je eraan begint, moet je je goed rekenschap geven van wat het je gaat kosten (Luk. 14:28). Als je meent er gemakkelijk van af te komen, kun je er beter niet aan beginnen. Geloven is helemaal niet de successtory zoals soms beweerd wordt. Discipelschap betekent afzien. Jezus zegt het Zelf: Indien iemand tot Mij komt en niet haat zijn vader en moeder en vrouw en kinderen en broeders en zusters, ja, ook zelfs zijn eigen leven, die kan Mijn discipel niet zijn (Luk. 14:26). Wat betekent dat? Dat we een hekel moeten krijgen aan onze ouders en familieleden? Natuurlijk niet. Maar wel dat we hen op de tweede plaats moeten zetten. Dat betekent het woordje ‘haten’ hier. Omdat de Heere Jezus de Eerste in ons leven wordt, moet al het andere op het tweede plan komen. Andere mensen, andere machten, andere dingen mogen ons niet in de weg staan om Hem te volgen. Dat vraagt zelfverloochening. Discipelschap haalt een streep door onze eigen ambities en idealen. We moeten sterven aan onszelf. Maar daar zit wel een geweldige belofte aan vast. Wie zo zijn leven zal verliezen, omwille van het volgen van Jezus, zal het behouden (Matth. 16:25). Voor nu en voor eeuwig!!! 5 Discipel worden is één, discipel
blijven is twee. Geen van beide hebben we aan onszelf te danken. Achter Jezus aankomen is pure genade. Hij is het immers die ons roept (Matth. 4:1822). Het initiatief komt bij Hem vandaan. Van onszelf zouden we ons nooit bij Hem hebben aangemeld. Bij Hem blijven is een al even grote genade. In alles zijn we op Hem aangewezen, op zijn ontferming en kracht. In het Evangelie van Johannes geeft Jezus Zelf aan hoe een echte discipel eruit ziet. Hij noemt drie eigenschappen waaraan je ware volgelingen kunt herkennen. Bij ieder van die kenmerken staan we even stil.
8
1 LES
a In zijn Woord blijven In Johannes 8:31 horen we Jezus zeggen:‘Indien gij in Mijn Woord blijft, zo zijt gij waarlijk Mijn discipelen.’ Het gaat om de volharding. Christus roept ons door zijn Woord achter Zich aan. Maar dan komt het er vervolgens op aan dat we in zijn Woord blijven en de weg gaan die Hij ons wijst. Meelopers doen wel mee in de kerk, maar in de praktijk gaan ze hun eigen gang. Op zondag horen ze Jezus’ Woord, maar op maandag en dinsdag vullen ze hun leven in zoals ze zelf graag willen. Discipelzijn wil zeggen: dagelijks leven bij het Woord van Christus en zijn geboden ter harte nemen. b Onderlinge liefde Jezus houdt ons in Johannes 13:35 voor:‘Hieraan zullen zij allen bekennen, dat gij Mijn discipelen zijt, zo gij liefde hebt onder elkander.’ Meelopers komen alleen voor zichzelf naar de kerk. De andere gemeenteleden laten ze eenvoudig weg links liggen. Deelnemen aan een bijbelkring? Een bezoekje brengen aan een zieke broeder of zuster? Nee, daar heb ik geen tijd voor. En eerlijk gezegd heb ik er ook geen zin in. Echte volgelingen van Jezus zien naar elkaar om en leven met elkaar mee. En reken maar dat zoiets opvalt in onze keiharde, egoïstische maatschappij. Daaraan kunnen buitenstaanders merken dat we bij de Heere Jezus mogen horen. Daar gaat warmte en aantrekkingskracht vanuit. c Vrucht dragen In Johannes 15:8 lezen we:‘Hierin is Mijn Vader verheerlijkt, dat gij veel vrucht draagt; en gij zult Mijn discispelen zijn.’ Vrucht dragen is het derde kenmerk van discipelschap. Dat kunnen we niet van onszelf. In eigen kracht zijn we nergens. Vruchten groeien vanzelf, die kun je niet maken. Een tekening kun je vervaardigen met behulp van een potlood en een stuk papier. Maar wie is in staat om een appel of kiwi te maken? Om vruchtbaar voor God te leven, is nodig dat we hecht verbonden zijn aan Jezus zoals ranken aan de Wijnstok. Meelopers zijn dode ranken. Hun christen-zijn is onvruchtbaar en daardoor waardeloos. Ware discipelen zijn levende ranken, die de levenssappen aan de wijnstok onttrekken en daardoor veel vruchten kunnen dragen. Welke vruchten? Liefde, zachtmoedigheid, vrede, blijdschap, matigheid (Gal. 5:22). Dat zijn de vruchten van de Geest, die groeien in de gemeenschap met Christus. Echte discipelen zijn herkenbaar. Ze vallen op door hun levensstijl, terwijl meelopers het liefst anoniem blijven. Zoals die man die 25 jaar bij een bedrijf gewerkt had. Er werd hem een feestelijke receptie aangeboden, waarop de directeur en de bedrijfsleider lovende toespraken hielden. Omdat de jubilaris ’s zondags altijd naar de kerk ging, kreeg ook zijn predikant gelegenheid om iets te zeggen. De volgende dag zat de trouwe werknemer weer achter zijn bureau, net als anders. Maar op een gegeven moment komt één van zijn collega’s bij hem binnenlopen en zegt: ‘Het was een prachtige receptie gisteren, Jan, maar dat jij een christen bent, heb ik nooit geweten’.
9
VERWERKING
LES
1
1 Zoek in de Bijbel enkele voorbeelden op van ‘meelopers’. Bespreek per groepje een bijbelgedeelte en vraag je af wat het
leven van de betreffende ‘meeloper’ ons vandaag heeft te zeggen.Leg daarna aan de hele groep uit wat je besproken hebt. • 2 Kronieken 24:1,2 en 17-20
• 3 Johannes 9,10
• 2 Koningen 5:20-27
• Johannes 6:22-27, 66
2 Demas liet Jezus in de steek.Vandaag zijn er ook veel jongeren die er de brui aan geven.
a Maakt het jou nooit bang dat jij zelf misschien ook nog eens zult afhaken? b Waar komt de aanvechting om het maar op te geven vandaan en hoe ga je daar mee om? c Wat zou jij tegen een vriend willen zeggen, die op het punt staat zijn eigen weg te gaan?
a
b
c
3 Lees met elkaar Mattheüs 13:24-30; 36-43
a Wat zegt deze gelijkenis over echt en surrogaat in het volgen van Jezus?
a
b Waarom wil de Heere Jezus niet dat we meelopers de kerk uitsturen?
b
4 Er zijn heel wat redenen te bedenken om geen discipel van Jezus te willen worden. Hieronder staan er enkele onder
elkaar. Bespreek deze redenen - eventueel per groepje - en probeer een tegenantwoord te bedenken. Argument om geen discipel te worden Jezus was een goed mens, maar niet meer dan dat. Ik heb geen behoefte aan godsdienst.
10
Tegenantwoord
Je hoeft niet perse Jezus te volgen, als je maar leeft als een goed mens. Als je ziet wat mensen elkaar in de naam van Jezus aandoen in deze wereld, hoeft het voor mij niet meer.
1 LES
Waarom zou het christendom de enig ware godsdienst zijn?
5 Bedenk met elkaar vijf redenen om de
Heere Jezus juist wel te volgen.
11