Een huis voor de ziel Plano
15-02-2010
11:07
Pagina 1
Steeds meer mensen buiten de kerken beseffen dat het nodig is zich te bezinnen op onze christelijke traditie als een kostbare bron van zorgzaam samenleven. De geloofsgemeenschap zĂŠlf dient steeds opnieuw de weg naar binnen te gaan om vanuit het geheim van het geloof te leven. Voor de toekomst van kerk en samenleving is het daarom nodig dat er ruimten zijn waar wordt bewaard, doorgelicht en toegeĂŤigend wat in de Bijbel wordt verteld en geschilderd. Tegelijkertijd ontdekken kerken hoe vernieuwing en nieuwe creativiteit alleen mogelijk zijn wanneer ze zich radicaal openen voor buitenstaanders. Een huis voor de ziel gaat daarom ook in op de betekenis van verbindingen van kerken met niet-kerkelijke instellingen, verenigingen, organisaties. Henk de Roest is als hoogleraar praktische theologie verbonden aan de Protestantse Theologische Universiteit, vestiging Leiden. Hij is auteur van En de wind steekt op! Kleine ecclesiologie van de hoop, waarvan in 2008 de derde druk verscheen.
ISBN 978 90-211-4212-8
www.uitgeverijmeinema.nl NUR 707
Henk de Roest Een huis voor de ziel
Een huis voor de ziel
Een huis voor de ziel Gedachten over de kerk voor binnen en buiten
9233_Huis voor de ziel 5.0
15-02-2010
08:54
Pagina 2
Voor de Protestantse Gemeente Ransdorp-Holysloot en voor de inwoners van Ransdorp en Holysloot en de buitengebieden
9233_Huis voor de ziel 5.0
15-02-2010
08:54
Pagina 3
Een huis voor de ziel Gedachten over de kerk voor binnen en buiten
Henk de Roest
Uitgeverij Meinema, Zoetermeer
9233_Huis voor de ziel 5.0
15-02-2010
08:54
Pagina 4
www.uitgeverijmeinema.nl Ontwerp omslag: Mulder van Meurs, Amsterdam Illustratie omslag: Witte Kerk Holysloot, foto: Sabine Joosten (www.sabinejoosten.nl) ISBN 978 90 211 4212 8 NUR 707 Š 2010 Uitgeverij Meinema, Zoetermeer Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieÍn, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
9233_Huis voor de ziel 5.0
15-02-2010
08:54
Pagina 5
Inhoud
Inleiding Hoofdstuk 1 Een huis…
7 39
Passende metaforiek?
Hoofdstuk 2 … voor de ziel
66
Het vermogen om geraakt te worden
Hoofdstuk 3 Van wie is dit huis voor de ziel?
107
Van Jezus zijn
Hoofdstuk 4 De vorm van het huis
150
Een netwerk van kerkplekken
Hoofdstuk 5 Het huis in…
196
Bewegen in het gebied van Gods geheim
Hoofdstuk 6 Niet (meer) thuis
251
Negatieve ervaringen, kritiek, betekenisloosheid
5
9233_Huis voor de ziel 5.0
15-02-2010
08:54
Hoofdstuk 7 Waar staat het huis?
Pagina 6
279
Creatief met de buren
Hoofdstuk 8 Het huis uit Aangewezen op gastvrijheid van ‘buiten’
6
312
9233_Huis voor de ziel 5.0
15-02-2010
08:54
Pagina 7
Inleiding
‘Seele des Menschen. Wie gleichst du dem Wasser!’ Het is een waterval bij Lauterbrunnen in Zwitserland die Johann Wolfgang von Goethe in 1780 inspireert tot zijn beroemde gedicht over de kringloop, die nodig is om de ziel van de mens te vernieuwen.1 Schubert zet het later op muziek.2 Zoals het water van de hemel komt, naar de aarde stroomt en vanuit de hemel door de wind wordt vernieuwd, zo is het ook met de ziel. Goethe zoekt, met de andere romantici, naar taal voor datgene wat mensen ten diepste roert en in beweging brengt en komt daartoe met de categorieën van de rationaliteit niet uit. Er blijft in de mens iets over, ook als we alles van de mens, de optelsom van zijn bestaan, hebben verklaard.3 Deze rest, dit resistente overblijfsel, duiden de romantici als ‘ziel’ en ze schrijven er in lyrische bewoordingen over in een taal die resoneert bij de lezer. Het gedicht en het lied, de melodie en de schildering, ze worden ontdekt in hun vermogen om over en tot de ziel te spreken. De verbeelding geeft uiting aan de ziel, maar het is ook omgekeerd: verbeeldingen raken de ziel. De romantici worden hiermee geen dwepers, die alleen oog hebben voor het gevoelsleven. Ze hebben door er ook over te redeneren een dimensie onder woorden gebracht waarover de strikte ratio slechts kan zwijgen.
Omslagfoto De foto op de voorzijde van dit boek toont geen waterval, maar een oer-Hollands stroompje: de sloot. De foto is genomen bij het dorp Holysloot, in Waterland, luttele kilometers 7
9233_Huis voor de ziel 5.0
15-02-2010
08:54
Pagina 8
ten noorden van Amsterdam. Het is een betekenisvolle plek met een frapperende naam. Holle Y-sloot, lage watersloot, zou de oorspronkelijke betekenis zijn. Het ‘holy’ roept bij wie ervan hoort echter ook altijd verwondering op. Het is een aparte plek, die fietsers en wandelaars in verrukking brengt. Zo dicht bij de grote stad. In dit landschap komt de stedeling tot zichzelf. Tom van Deel wist ervan: WEIDE4 Gefietst naar Holysloot, om in de wei het kussentje te zien vol bloemen, dat Joke geborduurd heeft. Wilden eindelijk wel eens weten waar we de hele winter op hadden gezeten. Het klopte aardig, alleen nooit zoveel verschillende bijeen. Dat is nu juist de kunst ervan. Terug naar de foto. We zien hoe het witte kerkje in de waterstroom wordt weerspiegeld. Godshuis en ziel, ze horen al eeuwen bij elkaar. Op allerlei kerkplekken zijn zij met elkaar in verbinding gebracht. In dorpskerkjes en kathedralen, in tenten en zalen, in levensbegeleiding en samenkomsten in gemeenten en parochies, maar ook in de ontmoetingen en vieringen van het justitie- en straatpastoraat, gebeurt het tot op vandaag in de momenten waar mensen elkaar echt, met eerbiedige aandacht, zien of beluisteren. ‘Kun je God verbinden met wat je hebt meegemaakt?’ of: ‘Kan het zijn dat ik in je verhaal dat bijbelverhaal of dat lied hoor meeklinken?’, ‘Kun jij je herkennen in die psalm?’ zijn vragen die voorbij aan feiten en gevoelens de innerlijke ruimte kunnen verdiepen. ‘Kunnen we dit lied met heel onze ziel proberen te zingen?’, ‘Willen we onszelf leegmaken voor God, zodat de Geest van God in ons kan komen?’ zijn vragen die mensen helpen hun innerlijke ruimte in te gaan en zich te openen. De ziel kan in beweging worden gebracht door de tegenwoordigheid van Gods Geest 8
9233_Huis voor de ziel 5.0
15-02-2010
08:54
Pagina 9
die de stemming van mensen verandert, hen opent en aanspreekt. Het water kan tot stilstand zijn gekomen, maar de stroom kan in gang worden gezet door de woorden en handelingen van een ander. Van Jezus is gezegd dat niemand zo sprak en deed als Hij.5 Waar mensen vastzaten of waar hun weg was doodgelopen, begon het voor het eerst – of opnieuw – in hen te leven. De stroom kan nog altijd worden waargenomen, in de bovenstroom van wat zich aan de oppervlakte van de woorden en handelingen van mensen toont en in de onderstroom die gaandeweg daaruit in beeld kan komen.6
De ziel… en de kerk In dit boek beschouwen we aandacht voor de ziel van mensen als een doel in zichzelf. Ofschoon de lezer zich mogelijk af en toe niet aan de indruk zal kunnen onttrekken dat het mij heimelijk om kerkopbouw en zelfs om een kleine apologie voor de kerk gaat, wil ik spiritualiteit niet instrumentaliseren en in dienst stellen van kerkgroei. Wanneer ik dat laatste nadrukkelijk probeer na te laten, relativeer ik de kerk als instituut: reeds in een kleine en zelfs in een slechts hooguit tijdelijk bestaande groep kunnen mensen zich geraakt en aangesproken weten. Het tweegesprek waarin heilige grond wordt betreden kan reeds gezien worden als een vorm van kerk-zijn, van kerk-in-wording. Een groepsgesprek of tweegesprek kan het persoonlijk leven transformeren. In de zielzorg vormt zich een ruimte. Er kan een nieuw vertrouwen ontstaan, hoop worden aangeboord, liefde opnieuw of voor het eerst ontdekt, geloof gewekt. Afhankelijk van de situatie heeft de zielzorg een beschermende, ondersteunende, oriënterende, uitdagende, op herstel gerichte of helende betekenis.7 Het gaat om de hele mens, zoals deze in de Schrift ‘ziel’ wordt genoemd. Gebeurtenissen en levenservaringen worden in verband gebracht met God. Kerkplekken krijgen hierin inhoud en vorm. Kerk ontstaat, kerk gebeurt. 9
9233_Huis voor de ziel 5.0
15-02-2010
08:54
Pagina 10
Een huis voor de ziel In 2002 schreef Paul Oskamp een artikel over de kerk binnen de muren van gevangenissen en huizen van bewaring. Bij de geestelijke verzorging in de bajes vinden nogal wat gedetineerden, zo stelt hij, een ‘huis voor de ziel’.8 Er is een ruimte waar ze de Bijbel (leren) lezen, bidden, kerkdiensten bezoeken, geraakt worden en er met anderen over praten. ‘Er wordt achter de muren heel wat afgebeden. In afzondering worstelen mensen daar vaak met God, met hun lot en hun delict. Zo ervaren zij soms kerk en ondervinden ze, hoe dat je leven kan veranderen’, aldus Oskamp. Hij betreurt het vervolgens, dat ex-gedetineerden moeilijk een plek vinden in een geloofsgemeenschap buiten de muren. ‘Wij belijden de vergeving van zonden’, schrijft Oskamp, maar we ‘schrikken ons te pletter, wanneer zomaar een echte zondaar onder de vromen terechtkomt’. Dit boek verkent de vraag hoe de kerk op verschillende plekken en momenten, variërend van een gemeente of parochie in een woonwijk of dorp tot een los-vaste gemeenschap rondom het straatpastoraat voor mensen die op straat leven, van ‘bajeskerk’ tot een gemeenschap rond de geestelijke verzorging in een ziekenhuis of zorginstelling, van een geloofsgemeenschap die samenkomt in een monumentaal kerkgebouw tot een mini-gemeente in een huiskamer, een huis voor de ziel kan zijn. Niet alleen voor (ex-)gedetineerden, maar ook voor mannen, vrouwen en kinderen met een beperking, voor mensen die psychische problemen hebben, voor de tallozen in onze samenleving die alledaagse zorgen hebben, over gezondheid, geld of goed, voor mensen die geconfronteerd worden met verlies en voor mensen die gevangen zitten in een conflict en voor mensen die zich met hen verbonden voelen. We proberen tevens te laten zien dat de kerk een huis voor de ziel kan zijn in dagen van geluk: rond geboorte, liefde en alles wat mensen dankbaar stemt. 10
9233_Huis voor de ziel 5.0
15-02-2010
08:54
Pagina 11
Naar binnen gericht In vergelijking met mijn boek En de wind steekt op! Kleine ecclesiologie van de hoop, dat sterk gericht was op missionaire communicatie, dynamiek en beweging naar buiten, is de blik in dit boek meer naar binnen gericht. Het laat zich lezen als een addendum, een aanvulling: wat nog gezegd moest worden.9 De metaforiek van het huis geeft het al aan. Dat heeft een reden. In de lezingen die ik vanaf 2006 tot nu toe in gemeenten, parochies, werkgemeenschappen van predikanten en classicale vergaderingen heb gehouden, bracht ik telkens de zeven signalen naar voren die opvallen in empirisch onderzoek naar bloeiende geloofsgemeenschappen. Ik noemde hierbij achtereenvolgens: – een bloeiende kerkplek heeft een heldere identiteit en een aansprekende visie, – men is er bewust op uit om partnerschappen te creëren in het dorp, de buurt of de wijk, – men kent een hoge prioriteit toe aan het scheppen van gelegenheden om geloofservaringen en waarden samen te delen, – er is een bewuste intentie om een verbinding te leggen tussen geloof en het dagelijkse leven, – bloeiende kerkplekken worden geleid door een team, – men staat open voor begeleiding (critical friends) en – men durft te leren van andere geloofsgemeenschappen.10 In de respons kregen de eerste vier punten in de vragen en opmerkingen van de aanwezigen de meeste aandacht. Met het eerste (visieontwikkeling) was men op de meeste kerkplekken wel bezig en ik werd gewezen op de websites van geloofsgemeenschappen waar de visie kort en duidelijk was geformuleerd. Hier was de vraag echter vooral hoe je de visie communiceert en implementeert. Er leek enige berusting te zijn bij de constatering dat doelbepalingen, visieomschrij11
9233_Huis voor de ziel 5.0
15-02-2010
08:54
Pagina 12
vingen en de daarop berustende beleidsplannen in een la belanden, ofschoon men wel verwachtingen had van de vernieuwde websites en de inzet op meer en betere publiciteit. Er moest, zo meende men, meer reclame worden gemaakt voor de kerk. ‘We moeten meer van ons laten horen…’ Dat leek (en lijkt nog steeds) het parool. In mijn antwoorden merkte ik dat ik daar niet zo veel van verwacht. De identiteitsthematiek heeft een diepere verankering nodig. Het tweede bleek voor veel kerkmensen nieuw: er wordt in de kristallisatiepunten in het netwerk ‘kerk’ nog maar weinig onderzocht met welke niet-kerkelijke instellingen, verenigingen en groepen kan worden samengewerkt. Hoe een kerkplek, bijvoorbeeld een vrouw-en-geloofgroep, een pastoraatgroep, een kunst-enkerkgroep of, ruimer, een lokale geloofsgemeenschap, samen met anderen voor het dorp, de buurt of de wijk betekenisvol kan zijn, is nog een betrekkelijk onbekend terrein. In het gesprek erover toonde men zich verrast en nieuwsgierig. Het derde en vierde punt (het delen van geloof en waarden en de verbinding tussen geloof en het dagelijks leven) leidden echter tot de sterkste emotionele reacties. Deze punten sloten aan bij een verlangen en zij verwoordden tegelijkertijd een ervaren tekort. Juist hier kwam de ambivalentie ten aanzien van de kerk naar voren. Het kwam tot uiting in de vragen die werden gesteld. Is mijn kerk wel een troostgemeenschap? Vinden we in onze parochie levenshulp, wijsheid, oriëntatie voor het leven van alledag? Kent men mij in mijn geloofsgemeenschap en weet ik mij gewaardeerd? Is er ruimte voor het uitwisselen van geloofservaringen? Bij veel kerkmensen blijkt, buiten de intimiteit van pastorale gesprekken, schroom te bestaan om over de eigen ervaringen te spreken. Anderzijds is er een verlangen om anderen hierover te horen vertellen. Het sterkte mij in de overtuiging dat de gezamenlijke weg naar binnen nodig is om de weg naar buiten te kunnen gaan. Voor alles heeft God met zielen van doen en het is nodig om de ‘eerste liefde’ (1 Johannes 4, 19) van waaruit de kerk leeft, te erva12
9233_Huis voor de ziel 5.0
15-02-2010
08:54
Pagina 13
ren, te communiceren en, om er in verschillende contexten en situaties, in woord en daad uiting aan te geven. Ik zie echter nog een motief om naar binnen te keren. Kerkmensen kunnen alleen geven en doorgeven wat zij zelf ontvangen hebben. Op welke momenten weten mensen zich in hun ziel geraakt door het evangelie? Hoe vernemen kerkmensen God? Waar raakt Christus mensen aan in hun leven? Kan de taal van de ziel zo gevoed worden dat we dichter komen bij zijn weg? Zou de kerk niet een plek kunnen zijn om de ziel te bewaren, als een ‘vermogen om door de ander geraakt te kunnen worden’? Voor de kerk is essentieel, dat ervaringen van geluk en dankbaarheid, van verdriet en troost, worden gedeeld en, inderdaad, dat zielen door het evangelie worden gewonnen. God ‘dingt om de hand van de mens’ (Miskotte). Daarbij zie ik om mij heen, bij jonge en oude kerkmensen, bij theologiestudenten, gemeenteleden en parochianen, dat de sterkste spiritualiteit opkomt in een meditatieve, lyrisch-zingende, luisterende, poëtische, schilderende en telkens opnieuw ontdekkende omgang met de geschriften van Tenach en Evangelie, Oude en Nieuwe Testament en in het samen vieren van de maaltijd van de liefde. Meditatief, dat wil zeggen met ruimte voor stilte, gebed, rust en bezinning. Zingend en musicerend, omdat er muziek is die de snaren van de ziel weet te beroeren. Telkens opnieuw ontdekkend, aangezien geen bijbelgedeelte op voorhand vanzelf spreekt en er altijd een surplus aan betekenis, aan geheim, bewaard blijft. Samen brood brekend, omdat het gaat om de hele mens. Gebed, zang, gesprek, schriftlezing en maaltijd zijn bekende kerkelijke kristallisatiepunten: dans, kerktheater, poëzie, musical, cantates, toneel, festival, beeldende kunst, een kunst-kerk-kampeerweek, leesgroep, stamtafelgesprek, stilte, sms-dienst, viering van het buurtpastoraat, ontmoeting in het straatpastoraat, inloophuis, vie13
9233_Huis voor de ziel 5.0
15-02-2010
08:54
Pagina 14
ring in het zorgcentrum en de groep die samen een kloosterweekend of pelgrimage beleeft, zijn vaak al plekken van verbinding en kunnen het meer en meer worden. Als mensen op een kerkplek een eerlijk en oprecht zoeken naar God bespeuren, zullen ze zich door de verschillende vormen waarin geloofscommunicatie plaatsvindt kunnen laten aanspreken. Kerken kunnen doen aan soulfilling ministry. Ook voor de samenleving is het echter essentieel dat de ziel van mensen bewaard blijft en steeds weer gaat stromen. Het gaat er om dat mensen zich kunnen laten raken. Decennia geleden waarschuwde Max Weber voor een maatschappij met Fachmenschen ohne Geist, mensen die wel ‘competent’ zijn, over de juiste vaardigheden beschikken, de middelen en de techniek hebben, maar niet meer weten waar ze het voor doen, waar ze voor werken. Mensen die geen idealen meer koesteren, zich niet meer laten raken door mens en natuur, door mensen, dieren, planten, alle ‘levende zielen’. Hij sprak ook over Genußmenschen ohne Herz, enkel levend voor het shoppen, voor de fun of het geld. Waar mensen geluk verwarren met genot, niet uit zijn op vrede met zichzelf en de ander en daarmee hun Geist, hun Herz kwijt zijn, hebben ze hun ziel verloren.
Naar binnen keren en de theologie Het is, vrees ik, een verleiding voor de theologie om op te gaan in het reflecterende: ook de kerkelijke theologie kan zich ten doel stellen om reflectieve pastores op te leiden. Zonder het belang van kennis, vaardigheden en een juiste houding te willen onderschatten, zie ik echter steeds sterker de noodzaak van een spirituele verankering van het waarnemen, luisteren, denken, spreken en handelen van de pastor. De academische theologie heeft de emoties, de verbeelding en het hart of de ziel nogal eens verwaarloosd.11 Studenten, predikanten, ker14
9233_Huis voor de ziel 5.0
15-02-2010
08:54
Pagina 15
kelijk werkers en pastores verlangen er echter naar. Ze ontdekken dat spiritualiteit en reflectie niet zonder elkaar kunnen. En ik denk dat hiervoor ook in de opleiding nog een wereld te winnen is. Theologie houdt persoonlijke kennis van God in. Theologie is primair relationeel. Spiritualiteit is niet een apart vak, maar dient integraal verweven te zijn met systematische en praktische theologie, zodat de latere beroepspraktijk erdoor wordt gestempeld. Voor het pastoraal handelen (geestelijke begeleiding of ‘zielzorg’), het voorgaan in kerkdiensten en vieringen, het leiding geven aan groepen, het ontdekken van mogelijkheden voor samenwerking in een dorp, buurt of stad is het nodig dat we een pastor geregeld biddend aantreffen.12 Gebed en zang vormen, volgens Karl Barth, de wortel van de praxis van een geloofsgemeenschap13 en dienen met de theologiebeoefening te zijn verbonden. Barth stond er overigens om bekend dat hij zijn colleges met een gebed of een lied begon. Het geeft aan hoe hij aankeek tegen het verband tussen aanbidding en theologie, persoonlijk geraakt-zijn en reflectie.14 Hij staat daarin niet alleen. Alle grote theologen voor de 18e eeuw waren erop gericht om een verbinding met spiritualiteit tot stand te brengen. McGrath wijst erop hoezeer de invloed van de Verlichting in met name de brede middenstroom van het protestantisme deze stroom heeft verarmd. De rooms-katholieke en oosters-orthodoxe kerk hebben de relatie tussen spiritualiteit en theologie, de ziel en de reflectie, veel sterker vastgehouden en kunnen nu hun protestantse zusters en broeders hierin opnieuw ‘opvoeden’. Het is ook voor theologen essentieel dat zij zelf ondervinden hoezeer de ontmoeting met God verheldering en richting geeft. In de woorden van Calvijn: God kennen is door God veranderd worden en in de aanduidingen van Kierkegaard: de waarheid kennen is door de waarheid gekend worden. Er dreigt bovendien nog een ander gevaar, aldus McGrath. Geformuleerd in mijn eigen woorden: wanneer de kerk een steeds grotere nadruk legt op organisatie en management 15
9233_Huis voor de ziel 5.0
15-02-2010
08:54
Pagina 16
(een business culture) legt ze een druk op de theologie om haar innerlijke kern te veronachtzamen. Het is natuurlijk niet nieuw wat we hier beweren. Aan de ontwikkeling van de spiritualiteit van kerkmensen, zowel van de theoloog als van de niet-theoloog, dient voluit prioriteit te worden gegeven, stelde Ernst Troeltsch reeds aan het begin van de 20e eeuw. De vroomheid (‘Frömmigkeit’) is het specifiek religieuze domein.15 Opnieuw, het gaat om de receptieve grondhouding: het vermogen om geraakt of aangesproken te worden.
De eerste liefde Ik denk hier in de lijn van Berkhof die pleit voor een bruggenbouwende kerk. Deze kerk ziet in haar eerste relatie zowel de inspiratiebron als de inhoud alsook de maatstaf voor haar toewending tot de wereld.16 Op deze eerste relatie of ‘eerste liefde’ dient zij zich in haar vieringen en getuigenissen te concentreren. De kerk, in welke gestalte dan ook, dankt aan de verbinding met Jezus haar bestaan. Het gaat om het luisteren naar de stem die onze aandacht vraagt.17 De eerste liefde zegt: ‘Je wordt bemind, je bent aanvaard, je bent geborgen. Wees welkom.’ We hebben al een thuis. Met ‘de weg naar binnen’ wordt dus geen terugtrekkende beweging bedoeld, noch een zich onttrekken aan verantwoordelijkheden voor de samenleving, maar een binnengaan in een ruimte waar in verschillende vormen van communicatie zowel voor de ziel wordt gezorgd als mens en wereld in een nieuw licht verschijnen. Vanuit deze eerste relatie slaat de kerk bruggen naar de wereld en door daar voluit present te zijn, kunnen er nieuwe ontdekkingen worden gedaan in de eerste relatie.
Het alledaagse leven In gesprekken met rooms-katholieke en protestantse kerkmensen merkte ik de laatste jaren ook hoezeer mensen die 16
9233_Huis voor de ziel 5.0
15-02-2010
08:54
Pagina 17
zich bij een kerkplek betrokken weten ernaar verlangen dat het in mis, kerkdienst, preek, lied, gebed, pastoraal gesprek en groepsgesprek gaat over hun alledaagse vragen en vreugden. Kerken lijken nogal eens een boodschap te verkondigen die over de hoofden en de harten heen gaat, terwijl ze de vragen waar mensen mee bezig zijn over het hoofd zien. Er zou meer geluisterd mogen worden naar wat mensen bezighoudt, wat hen pijn doet en wat hen verheugt. In een verkenning van een wijkgemeente in Apeldoorn onder al haar leden bleek, dat mensen van de kerk verlangen dat zij steun geeft bij persoonlijke nood, nieuw perspectief geeft op levensvragen en rust en sfeer biedt in samenkomsten.18 Een groot onderzoek in Duitsland laat zien dat mensen verwachten dat de kerk ruimte geeft aan de communicatie over bestaansvragen, over datgene wat men in het leven van alledag niet in de hand heeft, over de waarde en de waardigheid van een mens, over ziekte en eenzaamheid en niet in de laatste plaats, over wat er na de dood gebeurt.19 Bovendien verwacht men dat de kerk zich bezighoudt met mensen in nood. De kerk moet relevant zijn voor het leven.
Toekomst voor de kerken De tegenwerping kan nu zijn: een naar binnen gerichte kerk heeft geen toekomst. Ik meen echter dat alleen een kerk die de beweging naar binnen maakt een beweging naar buiten kan maken. Er is een gezamenlijke, innerlijke concentratie nodig. Concentratie betekent hier letterlijk ‘samen zijn rond het centrum’. Er ontstaat verbinding met God en elkaar in een gemeenschappelijk onderhouden van de relatie. Een beweging naar buiten geeft alleen nieuw leven aan kerk en samenleving wanneer er een ‘zich verdiepende toeleiding’ plaatsvindt naar binnen. Vlak na de oorlog schreef Miskotte: ‘De buitenkerkelijken moeten toch eenmaal beginnen – ik zeg niet tot de goede keuze te komen – maar moeten beginnen 17
9233_Huis voor de ziel 5.0
15-02-2010
08:54
Pagina 18
met te zien waar het nu eigenlijk om gaat, niet om moraal, niet om religie, maar om een heel andere en onvergelijkelijke bestaanswijze.’ In het verlengde hiervan spreekt hij over het ‘innerlijk vertrek’ en stelt: ‘Laat de kerk opnieuw de ééne, stille ruimte zijn, met een verscholen ‘openbare eredienst’ (…). Er is maar één ruimte, waar de mens komt, zonder bijgedachten of belangen, enkel om in dezelfde ruimte met anderen samen te verwijlen, en deze ruimte is het Godshuis.’20 Wanneer mensen in die ruimte worden binnengeleid en in de geheimen van genade en ontferming, vergeving en opstanding, ziel en God worden ingewijd, kunnen ze als ingewijden naar buiten gaan. Bij deze inwijding hoort ook het verwerven van kennis en inzicht en het ontdekken van de schatten van de traditie. Kennis biedt ankerpunten. Voor de oorlog nam Miskotte tot zijn schrik waar, dat velen binnen de kerken een eigen theologie of een ‘privaatgeloof’ construeren, samengesteld uit restanten van de belijdenis, met brokstukken vrijzinnigheid, vermengd met andere wijsheden ‘opgedaan bij bijvoorbeeld een lezing over China of door omgang met een Indische vriend’.21 Hij vreest dat deze ‘resten van christelijke beschaving’ niet opgewassen zullen zijn tegen het in zijn dagen opkomende heidendom. Miskotte verlangt naar ‘kernen’ van gemeenten, levend vanuit een vernieuwing door de Schrift, lerend ‘gelijk Israël in de verstrooiing’ in het leerhuis, alwaar wordt verworven, bewaard, doorgelicht en toegeëigend wat in de Bijbel wordt verteld en geschilderd:22 ‘Gemeenten kunnen niet tot leven gebracht worden, wanneer het leerhuis ontbreekt.’23
Verbindingen met anderen Ik ga uit van een benadering van veranderingen in de kerk, die niet uitgaat van het van tevoren vastleggen van doelen en methoden, die helder omlijnd zijn of waarop de kerk zich zou moeten richten. De vraag is veel meer wat betekenisvol is op 18
9233_Huis voor de ziel 5.0
15-02-2010
08:54
Pagina 19
een bepaald moment dan dat het gaat om een in de toekomst te realiseren ideaal. Fascinerend vind ik het, dat waar eerst geen verbindingen genererende kerkplek was, deze juist door het leggen van verbindingen kan ontstaan. Scenario’s en trends zijn door ontwikkelingen door te trekken wel te formuleren, maar de praktijk blijft verrassend. Het is zoals Wislawa Szymborska dicht, ‘elk begin is tenslotte niet meer dan een vervolg, en het boek der gebeurtenissen ligt altijd open in het midden’.24 Soms gebeurt het zomaar, dat iemand iets ziet, iemand met aandacht waarneemt, getroffen wordt door een sociaal probleem, de verbeelding een kans geeft, een initiatief neemt, een telefoontje pleegt, een email verzendt… In kerkplekken kan, juist wanneer men de oren te luisteren legt in de buurt of de wijk, door deelname aan een wijkplatform of buurtcontact, iets gaan gisten. Er ontstaat een ontvlambare verbinding tussen het appèl van de Schrift en het appèl van de ander of van anderen. Met kerken in de omgeving wordt contact gezocht. Een lokale oecumene komt tot bloei. Maar ook wordt contact opgenomen met wijkinstanties, kunstenaarscollectieven of scholen. Partnerschappen ontstaan, bondgenootschappen, en zo ontstaan over kerkmuren heen nieuwe verbindingen. Niet solide, hun duurzaamheid is niet gegarandeerd, maar pril, kwetsbaar, open, tentatief, experimenteel, intens of minder intens, groeiend in het aantal mensen dat meedoet en weer krimpend, uitdijend en indikkend, stollend en vloeibaar. De toekomst van de kerk vormt zich in deze kerkplekken, in ontmoetingen van mensen die zich op een sterke of zwakke manier met de Schrift en elkaar verbonden weten, waarbij de intensiteit van de verbinding sterk kan variëren. In alle verbindingen vormt Jezus de ‘onherleidbare inspiratie’ van de kerk. Misschien moeten we, spelend met de metaforiek uit het gedicht Het uur U van Martinus Nijhof, zeggen dat de straat waar deze vreemdeling is voorbijgegaan, waar hij de hoek om is gegaan – daarbij een spoor van verwarring achterlatend – 19
9233_Huis voor de ziel 5.0
15-02-2010
08:54
Pagina 20
zowel de geboortegrond als de vernieuwingsgrond van een kerk kan zijn. Volwassenen gaan over zichzelf nadenken en schaduwlopend gaan de kinderen Hem achterna. Wie de ogen opengaan voor het dorp, het platteland, de stad en wie met de ogen van de liefde leert kijken naar de omgeving, die gaat zien welke betekenis de kerk zou kunnen hebben en omgekeerd, hoe de omgeving een hulpbron kan worden voor de kerk. De vraag ‘Wat kunnen wij voor elkaar betekenen?’ wordt dan het uitgangspunt. Juist wanneer men ingaat op de vragen van de wijk en luistert naar de verlangens van buurtbewoners, kunnen betekenisvolle kerkplekken ontstaan. Kerkmensen die zich door God geliefd weten, kunnen liefdevol kijken, luisteren, bijstaan, aandacht schenken. De toekomst van een kerkplek vormt zich in ontmoetingen.
Ecclesiogenese Misschien gebeurt in het klein, wat wereldwijd gezien en door de eeuwen heen altijd met kerken is gebeurd: kerken zijn beweeglijk, nooit vast en zeker. Zij komen op en verdwijnen weer. Ook als zij er eeuwen zijn.25 Zij bloeien in deze of gene streek, en dan is er weer verval. Zij groeien, nemen meer en meer ruimte in en anderen komen haar voortdurend tegen. Maar zij krimpen ook weer. Anderen nemen haar nog slechts af en toe waar. Kijk, zeggen zij, de kerk is er ook nog. Of zij zeggen: wat is dat eigenlijk, een kerk? Behulpzaam is de beschrijving van Robert Warren van de kerk. Hij onderscheidt drie dimensies: viering, gemeenschap en missionair-diaconale activiteiten. In deze drie komt een christelijke spiritualiteit tot uiting.26 Misschien moeten we echter zeggen, dat ecclesiogenese (het ontstaan van een kerkplek) in elk van deze drie ingangen mogelijk is. Voor de praktisch-ecclesiologische bezinning in dit boek betekent het dat ik oog wil hebben voor gradaties van institutionalisering. Institutionalisering kan optreden rond liturgische praktijken, rond missionair-diacona20
9233_Huis voor de ziel 5.0
15-02-2010
08:54
Pagina 21
le praktijken en rond de dimensie van verbinding en gemeenschap. De aanduiding ‘ingangen’ geeft aan dat mensen binnentreden, een zone ingaan, een grens met buiten ervaren. Er wordt tijd voor gereserveerd om even apart te zitten. In theologische termen: de Geest van God, waarvan ook Jezus was vervuld, construeert tijdelijke ‘behuizingen’, ‘betekenisvolle plekken’ waar mensen zich een tijd thuis kunnen voelen, waar zij ervaren er bij te horen en waar zij Gods presentie kunnen ervaren. Nog steeds kunnen we op allerlei plekken en momenten in onze samenleving waarnemen hoe mensen tijd inruimen om hun zintuigen open te stellen voor de Schriften, hoe ze hun dagelijkse leven onderbreken, pauzeren, in hun innerlijk ruimte proberen te maken, op willen letten, laten doordringen, laten bezinken. Het vindt plaats in vieringen en kleine groepen, maar ook thuis. Het spreken over gradaties van institutionalisering of kerkplekken onthult echter ook dat kerkplekken niet op zichzelf bestaan, maar verbonden zijn met andere kerkplekken. Er is een corporatieve eenheid, met grote verschillen in vormen en soorten verbindingen.27 De kerk zie ik als een dynamisch, beweeglijk netwerk van allerlei ‘huizen voor de ziel’.
Niet (meer) thuis in de kerk ‘De kerk’ is niet als zodanig een huis voor de ziel; dat zou te pretentieus zijn. De kerk wordt door veel ‘mensen van buiten’ in het geheel niet ervaren als ruimte waar je in je ziel wordt aangesproken. Ze zoeken en vinden, naar eigen zeggen, hun heil of levensoriëntatie elders. De kerk heeft voor hen geen enkele betekenis. Anderen hebben uiterst pijnlijke ervaringen met de kerk, of preciezer gezegd, met kerkmensen opgedaan. Je kunt in de kerk ‘schade lijden aan je ziel’. Er vinden binnen kerken schendingen plaats, verwachtingen worden beschaamd en mensen worden soms ernstig teleurgesteld. Bovendien hebben veel mensen een negatief beeld 21