Hauerwas-Een robuuste kerk_Hauerwas 4 12-01-10 19:56 Pagina 1
Stanley Hauerwas (1940) doceert theologische ethiek aan Duke University in Durham (North Carolina). Deze bundel kwam tot stand onder redactie van Esther Jonker, Herman Paul en Bart Wallet.
STANLEY HAUERWAS EEN ROBUUSTE KERK
De spraakmakendste theoloog in het Engelse taalgebied? Dat is Stanley Hauerwas. Zijn eigenzinnige essays, zijn tintelende proza, zijn radicale ideeën – ze roepen evenveel bewondering als kritiek op. Niet iedereen zit te wachten op Hauerwas’ boodschap dat de kerk in het Westen haar oor te veel heeft laten hangen naar staat en samenleving. Ook is niet iedereen enthousiast over zijn remedie: opnieuw doordenken, in gesprek met de klassieken, wat de navolging van Christus betekent voor carrière, relaties, ziekte, diaconaat of politiek. Maar wie op zoek is naar een authentieke en aanstekelijke christelijke levensstijl, kan bij Hauerwas veel inspiratie opdoen. Ook wie zich afvraagt hoe de kerk er na het ‘christendom’ kan uitzien, vindt bij Hauerwas heel wat suggesties. Dit boek biedt de eerste Nederlandstalige selectie uit Hauerwas’ oeuvre.
STANLEY HAUERWAS EEN ROBUUSTE KERK DE CHRISTELIJKE GEMEENTE IN EEN POSTCHRISTELIJKE SAMENLEVING
www.uitgeverijboekencentrum.nl
NUR 700 ISBN 978 90 239 2419 7
9 789023 924197
BO EK E NCE NT RUM
opmk-Robuustekerk
11-01-2010
10:22
Pagina 2
opmk-Robuustekerk
11-01-2010
10:22
Pagina 3
Stanley Hauerwas
Een robuuste kerk De christelijke gemeente in een postchristelijke samenleving
Onder redactie van Esther Jonker, Herman Paul en Bart Wallet
Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer
opmk-Robuustekerk
11-01-2010
10:22
Pagina 4
www.uitgeverijboekencentrum.nl
Ontwerp omslag: Studio Anton Sinke Foto auteur omslag: Chris Hildreth Vertaling:Ariaan Baan, Hanna Blom-Yoo, Daniël Drost,Arie de Fijter,Wolter Huttinga, Louis Runhaar,Thijs Tromp en Jeroen van der Zeeuw ISBN 978 90 239 2419 7 NUR 700 © 2010 Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
opmk-Robuustekerk
11-01-2010
10:22
Pagina 5
Inhoud Inleiding: de kerk als morele gemeenschap Herman Paul en Bart Wallet
7
1. Christendom: het is geen religie, het is een avontuur
19
2. De uitleg van de Schrift: waarom discipelschap vereist is
34
3. Hoe ‘christelijke ethiek’ tot stand kwam
47
4. Karakter, verhaal en groei in het christelijke leven
59
5. De kerk als Gods nieuwe taal
88
6. De dienende gemeenschap: christelijke sociale ethiek
105
7. Jezus en de sociale belichaming van het koninkrijk van vrede 126 8. Christelijke kritiek op christelijk Amerika
153
9. Vredestichten: de deugd van de kerk
171
10. 11 september 2001: een pacifistisch antwoord
181
11. De fundamentele hoop in de Aankondiging van de Heer: waarom zowel getrouwde als ongetrouwde christenen ouders zijn
191
12. Abortus uit theologisch perspectief
203
13. Waarom homo’s (als groep) beter zijn dan christenen (als groep)
223
14. Waarom de ‘sektarische verleiding’ een verkeerde voorstelling van zaken is: een antwoord aan James Gustafson 226 Verantwoording
245
Noten
246
5
opmk-Robuustekerk
11-01-2010
10:22
Pagina 6
opmk-Robuustekerk
11-01-2010
10:22
Pagina 7
Inleiding: de kerk als morele gemeenschap Herman Paul en Bart Wallet
‘Op een avond’, vertelt Stanley Hauerwas,‘was ik in New York City te gast bij een neoconservatieve politieke bijeenkomst.’ Neoconservatieven zijn mensen die denken dat Amerika een christelijk land is. Ze menen dat Amerika geroepen is om christelijke waarden te beschermen – daarom zijn ze tegen abortus en tegen euthanasie – en dat het deze waarden wereldwijd moet exporteren. Op die avond in New York sprak een rooms-katholieke priester uit Ierland.Tot ontzetting van zijn publiek verklaarde deze man dat hij liever in Zimbabwe zou willen wonen dan in de Verenigde Staten. Hoezo?, vroeg iedereen zich af.Wie zou niet in the world’s lead society willen wonen? Waarop de Ierse spreker, Enda McDonagh, verklaarde dat hij al bij the world’s lead society hoorde, namelijk, bij de kerk van Jezus Christus – een kerk die aidspatiënten in haar midden verwelkomt, een kerk die samenkomt in de krottenwijken van Rio de Janeiro, ja, een kerk die alle ‘gedaante’ en ‘heerlijkheid’ mist. En juist deze kerk is, christelijk gesproken, the world’s lead society. Of Stanley Hauerwas die avond van zijn stoel is opgesprongen en luidruchtig zijn instemming met McDonagh heeft betuigd, vertelt het verhaal niet. Wel verklaarde Hauerwas na afloop dat zijn ‘werk’ – de talloze boeken, artikelen en lezingen die hij op zijn naam heeft staan – niets meer is dan een serie voetnoten bij het getuigenis van mensen als McDonagh.1 Om meerdere redenen is deze anekdote kenmerkend voor de theoloog wiens werk wij hier in vertaling presenteren.Allereerst omdat het verhaal zich afspeelt in Amerika. Hauerwas is tot in zijn botten een Amerikaan.Wie hem voor het eerst hoort praten – expressief, joviaal, met een kenmerkende Texaanse knauw – waant zich aan de stamtafel van een café in Dallas. Ook zijn schrijfstijl roept allerlei clichés over Amerika op: dat het ‘snel’,‘leuk’ en ‘oppervlakkig’ zou zijn. (Maar wie dat na twee hoofdstukken nog steeds denkt, moet opnieuw beginnen met lezen!) Bovendien spreekt Hauerwas voortdurend over actuele kwesties in de Amerikaanse kerken, is hij in debat met Amerikaanse
7
opmk-Robuustekerk
8
11-01-2010
10:22
Pagina 8
theologen die in Nederland vaak nauwelijks bekend zijn en strijdt hij, in vrijwel al zijn opstellen, tegen een typisch ‘Amerikaanse’ gedachte: het idee dat de VS en de kerk van Jezus Christus dezelfde waarden vertegenwoordigen. Het verhaal van Enda McDonagh tussen de neoconversatieven in New York zegt óók iets over Hauerwas, omdat hij zo geïnteresseerd is in mensen die de waarheid durven spreken. Het is Hauerwas te doen om faithfulness, om een kerk die in haar doen en laten trouw is aan wat zij belijdt te geloven. Het is hem te doen om christenen die buiten de muren van hun kerkgebouw, op een politieke bijeenkomst, in een kantoortuin, in de schoolbanken of zomaar, leunend over de heg in een praatje met de buurvrouw, de ‘valse verhalen’ van een seculiere cultuur weten door te prikken. Om christenen die zich op maandag herinneren dat ze ’s zondags naar de kerk zijn geweest en daar iets hebben gehoord, iets hebben gevierd, iets hebben gezongen, dat zichtbaar zou moeten worden in hun gedrag op maandag. Hauerwas weet wel hoe lastig het is om weerstand te bieden aan de machten van carrière, geld of gewoonte. Maar juist daarom hoopt hij zo vurig dat de kerk haar leden toerust voor een waarlijk christelijk leven. Hauerwas’ ogen zullen geglommen hebben, op die avond in New York, toen McDonagh sprak over the world’s lead society. Natuurlijk bedoelden de aanwezige neoconservatieven met deze uitdrukking iets anders dan de Ierse priester. McDonagh gaf er een draai aan. Jullie denken dat je bij de vooraanstaanden hoort als je vrij bent om te zeggen wat je wilt, of als uit je eigen huis in je eigen auto kunt stappen. Maar de kerk gelooft dat de laatsten de eersten zullen worden. In de wereld gaat het misschien om voorspoed en succes, maar Gods koninkrijk is van een andere orde. Daarin tellen geloof en navolging van Christus. Dit blootleggen van foutieve vooronderstellingen, deze weigering om in dezelfde seculiere termen te spreken als mensen buiten de kerk, kenmerkt ook het werk van Hauerwas.Vraag Hauerwas, in zijn studeerkamer aan Duke Divinity School, of hij ergens vóór of tegen is, en de kans is groot dat hij antwoordt:‘Hé, dat is een verkeerd dilemma, je hebt de vraag niet goed gesteld!’ Een vierde en laatste reden waarom het verhaal van hierboven zo kenmerkend is, heeft te maken met Hauerwas’ visie op theologie. Hauerwas noemt zijn werk een commentaar op het getuigenis van mensen als McDonagh, omdat hij vindt dat theologen geroepen zijn de praktijk van het christelijk geloof te verhelderen. Deze praktijk is zichtbaar op zondag, in het zingen van de gemeente en in de preek van de voorganger, maar ook doordeweeks, als gemeenteleden op hun
opmk-Robuustekerk
11-01-2010
10:22
Pagina 9
werk of in de supermarkt getuige zijn van Christus. Of als zij, zoals McDonagh, aidspatiënten in Zimbabwe opzoeken.Theologen hebben niet de taak om christenen voor te schrijven wat ze moeten zeggen, zingen, doen of laten. Hun taak is slechts de kerk te wijzen op inconsistenties en afwijkingen van wat de kerk zelf zegt te belijden (bijvoorbeeld in de apostolische geloofsbelijdenis).Voor Hauerwas staat theologie dus in dienst van de kerk: haar taak is uit te leggen waarom, bijvoorbeeld, het getuigenis van McDonagh beter past bij wat de kerk gelooft dan het programma van de Amerikaanse neoconservatieven.
1.Wie is Hauerwas? Wie is deze Hauerwas en waarom is het, wat ons betreft, de moeite waard zijn essays in Nederlandse vertaling te lezen? Het is verleidelijk om, in de taal van de moderne universiteit, te zeggen: ‘Prof. dr. S. Hauerwas is hoogleraar theologische ethiek aan Duke Divinity School in Durham, in de Amerikaanse staat North Carolina. Hij studeerde aan Yale University, doceerde aan Notre Dame University en is (co-) auteur van talloze boeken, waaronder Character and the Christian Life (1975), The Peaceable Kingdom (1983) en With the Grain of the Universe (2001).’ Hier stuiten we echter op een karakteristiek probleem.Want hoewel deze opsomming van universiteiten en boektitels onmisbaar is voor een goed beeld van Hauerwas, zou de man zo niet omschreven willen worden. Dit lijkt immers op een academisch cv, op een opsomming waarvan geldt: hoe prestigieuzer de universiteiten en hoe talrijker de boektitels, des te meer heeft deze man te zeggen. Hauerwas zal tegenwerpen: ik wil niet samenvallen met mijn curriculum vitae, ik wil geen carrière maken, ik geloof niet in de survival of the fittest – ik wil slechts een discipel zijn van Jezus Christus. Maar, vervolgt Hauerwas, zulk discipelschap voltrekt zich niet in een vacuüm. Veel van zijn werk gaat over gemeenschappen, over praktijken, over voorbeelden die christenen vormen tot getuigen van hun Heer. Ook Hauerwas is, tot op zekere hoogte, een product van zulke gemeenschappen en voorbeeldfiguren. Dat is in de eerste plaats de kerkelijke gemeente waartoe Hauerwas’ ouders behoorden: de methodistische kerk van Pleasant Grove,Texas. Daar werd Hauerwas niet lang na zijn geboorte op 24 juli 1940 ten doop gehouden en raakte hij vertrouwd met Bijbelse verhalen en christelijke rituelen. Het was een evangelicale gemeente, zonder veel intellectuele bezinning, maar met een sterk accent op bekering en levensheiliging. Deze traditionele methodistische boodschap werd
9
opmk-Robuustekerk
10
11-01-2010
10:22
Pagina 10
gecommuniceerd binnen een nogal piëtistisch kader: er viel veel nadruk op de individuele gelovige, van wie verwacht werd dat hij of zij een persoonlijke geloofservaring opdeed. Van zijn ouders leerde Hauerwas in zijn jonge jaren ook de waarde van een eenvoudig leven en het belang van ambachtelijkheid (zijn vader was metselaar). Maar met hun piëtisme liep hij vast. Later zou hij het piëtisme betitelen als de grootste bedreiging voor de Amerikaanse kerken, omdat het uitgaat van een sterk individualisme, dat de gelovige losweekt uit kerk en traditie. Toch trok het methodisme blijvende sporen in Hauerwas’ denken. Dat was niet in de laatste plaats te danken aan John Score, met wie Hauerwas in contact kwam toen hij studeerde aan de Universiteit van Georgetown, Texas. Score was betrokken bij een vernieuwingsbeweging in het methodisme die wilde teruggaan naar John Wesley, onder andere omdat ze diens krachtige katholieke wortels had ontdekt. Deze inbedding van het methodisme in de brede katholieke traditie sprak Hauerwas dermate aan, dat hij besloot naar Yale Divinity School te gaan om theologie te studeren. Het methodistische streven naar een heilige en vrome levenswandel zou Hauerwas overigens nooit verlaten: het kleurde zijn interesse in christelijke ethiek en zijn accenten in de Bijbeluitleg. Op Yale leerde Hauerwas dat er voor deze ethiek en Bijbeluitleg een betere context mogelijk was dan die van het (Amerikaanse) piëtisme. Hij kwam in aanraking met de postliberals: een verzamelnaam voor theologen als Hans W. Frei en George A. Lindbeck, die diep ongelukkig waren met de spanning tussen liberals en evangelicals in de Amerikaanse kerken. Naar hun overtuiging hadden progressieve liberalen en conservatieve evangelicalen, ondanks hun heftige afkeer van elkaar, een aantal gemeenschappelijke ideeën over Bijbel en theologie ontwikkeld. Eén daarvan kwamen we hierboven al tegen, in Hauerwas’ piëtismekritiek: het idee dat het in het christelijk geloof ten diepste draait om individuele ervaring. Ook de preoccupatie van zowel liberalen als evangelicalen met de historische wetenschap – een ‘historischkritische methode’ waarmee allerlei onwelgevallige Bijbelgedeelten konden worden weggeredeneerd, tegenover ‘Bijbelgetrouw’ historisch onderzoek dat de ‘historische betrouwbaarheid’ van de Bijbelschrijvers moest aantonen – ervoeren Frei en Lindbeck als een knieval voor de moderne tijd. Puttend uit bronnen van vóór de Verlichting, probeerden Frei en Lindbeck, elk op hun eigen manier, de verlichte uitgangspunten van liberale én evangelicale theologie ter discussie te stellen. Ze betoogden dat het christelijk geloof, zoals dat door de eeuwen heen
opmk-Robuustekerk
11-01-2010
10:22
Pagina 11
beleden is, veel beter gevat wordt in het begrip ‘verhaal’ (narrative). Christelijke opvattingen, praktijken en gewoonten ontlenen hun betekenis aan het ‘Bijbelse verhaal’ van schepping, zonde, verlossing en voleinding. Zonder de dramatische context van dit verhaal – de ‘heilsgeschiedenis’, zoals sommigen het noemen – verschrompelt het christelijk geloof tot louter beweringen of ervaringen.2 Zeker, wie leeft vanuit het Bijbelse verhaal, zal de wereld op een bepaalde manier ervaren. En wie de geschiedenis ziet als Gods gang met mensen door de tijd, zal allerlei gelegenheid hebben tot het oplossen van historische puzzels. Maar de waarheid van Gods Woord mag niet afhankelijk worden gemaakt van ervaring of wetenschap: het is eerst en vooral een verhaal, waaraan mensen worden uitgenodigd deel te nemen. Het christelijk geloof is, met name voor Lindbeck, niet een verzameling uitspraken over God, of een pakhuis van geloofservaringen: het is een verhaal dat zich ontvouwt van Genesis tot Openbaring en waarin wij, hedendaagse gelovigen, onze plaats hebben te vinden. Dankzij Yale waren de woorden narrative en story, vooral in de jaren zeventig en tachtig, niet weg te slaan uit Hauerwas’ essays. Maar al spoedig besefte Hauerwas, wellicht méér dan Frei of Lindbeck, dat leven ín het Bijbelse verhaal – of moeten we zeggen: vanuit de Bijbelse verhalen, in het meervoud? – heel wat minder eenvoudig is dan praten óver de grand narratives van de Bijbel. Jezelf begrijpen als personage in Gods verhaal, je voegen naar de verhalen uit Gods Woord, een christelijk leven leiden in navolging van de verhalen waarin de evangelisten ons de persoon van Jezus Christus tekenen, vergt oefening, training en instructie. Je kunt het niet in je eentje, ontdekte Hauerwas, anders trap je opnieuw in de valkuil van het piëtisme. Een christen heeft de gemeenschap van de kerk nodig. Alleen in de kerk leert hij of zij te groeien in het Bijbelse verhaal.Alleen de kerk reikt modellen en voorbeelden aan van zulke groei in christelijke levensheiliging. Deze voorbeelden kunnen de ‘heiligen ons voorgegaan’ zijn, maar ook die man een paar banken verderop in de kerk, of die vrouw die achter de schermen zo’n waarlijk christelijk leven leidt. Deze inzichten deed Hauerwas met name op in de eerste jaren van zijn professorale loopbaan, aan de rooms-katholieke Notre Dame University in Indiana. Daar ontdekte hij Alisdair MacIntyre, de filosoof die met zijn beroemde After Virtue (1981) niet alleen over narratives sprak, maar ook over virtues – de deugden, die in de ethiek van Aristoteles en Thomas van Aquino zo’n grote rol hadden gespeeld. Dit sloot goed aan bij wat Hauerwas al in Character and the Christian Life (1975) had betoogd: dat christelijke levensheiliging een kwestie is van
11
opmk-Robuustekerk
12
11-01-2010
10:22
Pagina 12
karakterontwikkeling, van het aanleren van christelijke deugden als geloof, hoop en liefde. In de loop der jaren hebben MacIntyre en Hauerwas, elk op hun eigen manier, veel invloed uitgeoefend op het terrein van deze ‘deugdethiek’.Vooral Hauerwas heeft, met name in de jaren tachtig, dikwijls beklemtoond dat het Bijbelse verhaal, de christelijke deugden en een kerkelijke gemeenschap waar mensen elkaar bijstaan in het praktiseren van deugden naar Bijbels model onlosmakelijk bijeenhoren. Op Notre Dame ontmoette Hauerwas echter ook een mennonitische theoloog: John Howard Yoder. Deze oefende al spoedig zoveel invloed op hem uit, dat Hauerwas later weleens grapte dat hij sindsdien vooral actief is geweest als schrijver van inleidende stukjes bij nieuwe uitgaven van Yoders publicaties. Via Yoder maakte Hauerwas kennis met het anabaptisme (de doopsgezinde traditie) en raakte hij ervan overtuigd dat geweldloosheid – vanouds het handelsmerk van de anabaptisten – tot de kern van de christelijke boodschap behoort. Jezus predikte niet alleen het toekeren van de andere wang, maar leefde dat zelf ook uit, tot aan het kruis toe. Pacifisme is geen modieuze gril voor linkse progressievelingen, maar behoort sinds de vroege kerk tot het hart van de christelijke ethiek. Ook na 9/11 bleef Hauerwas, ondanks veel tegenstand, deze visie uitdragen. Naast pacifisme leerde Hauerwas van Yoder de kerk als alternatieve politieke en morele gemeenschap serieus te nemen. De kerk hééft geen politieke strategie, maar ís een vorm van politiek door de manier waarop ze het Bijbelse verhaal in haar gemeenschap belichaamt. Een kerk die trouw is aan de Bijbelse boodschap fungeert als spiegel voor een seculiere samenleving. In een samenleving waarin etnische groepen tegen elkaar worden opgezet, bestaat een kerk die zwart en blank verenigt. In een wereld waarin het recht van de sterkste lijkt te heersen, is de kerk een gemeenschap die naar zwakkeren omziet en hen een volwaardige plaats geeft. In Hauerwas’ werk komen zodoende het methodistische accent op ethiek, de postliberale ontdekking van ‘het Bijbelse verhaal’, de katholieke deugdethiek en een anabaptistische nadruk op de kerk als countercultural community bij elkaar. De kerk is voor Hauerwas een plaats waar het Bijbelse verhaal geleefd wordt en waar mensen, bezield door Gods Geest, elkaar voorgaan in het uitleven van dat verhaal. De kerk is de plek waar karakters worden gevormd, waar christelijke deugden worden aangeleerd en waar tegen de zonde wordt gestreden. De ecclesiologie (kerkleer) is daarom het hart van Hauerwas’ theologie. Deze kerk heeft op haar beurt echter alles te maken met hoe christenen in de samenleving staan: hoe ze het evangelie uitleven op straat, op school of
opmk-Robuustekerk
11-01-2010
10:22
Pagina 13
in de werkplaats. De gemeenschap van de kerk helpt christenen, vaak dwars tegen de heersende modes in, een waarlijk christelijk leven te leiden in navolging van hun Heiland.
2.Welke Hauerwas? De selectie van artikelen in deze bundel cirkelt rond dit centrale idee van de kerk als krachtige, inspirerende, ondersteunde, morele gemeenschap.‘Een robuuste kerk’ noemen we dat in de titel van deze bundel: een kerk die niet alleen maar stukjes uit de Bijbel navertelt of brokjes christelijke dogmatiek opdist, maar een gemeenschap wil zijn die het evangelie uitleeft, die haar leden toerust om Gods Woord in hun alledaagse leven uit te dragen. Deze kerk is duidelijk te lokaliseren: het is de plaatselijke gemeente, die in oecumene leeft met andere kerken wereldwijd en congeniaal is met de christelijke traditie voor haar. Binnen deze gemeenschap leren christenen hun eigen leven en het Bijbelse verhaal met elkaar te verbinden. Omdat Hauerwas het belang van de kerkelijke gemeenschap vooral in de jaren tachtig en negentig heeft beklemtoond, dateren de meeste artikelen in deze bundel uit de laatste twee decennia van de twintigste eeuw. Sindsdien heeft Hauerwas allerlei andere thema’s aangeroerd. Hij heeft, bijvoorbeeld, zijn pacifisme nader uitgewerkt, maar ook veel geschreven over gehandicapten en over ‘zorggemeenschappen’ zoals L’Arche in Frankrijk. Hoewel deze studies vaak teruggrijpen op zijn eerdere werk, en de begrippen ‘verhaal’, ‘gemeenschap’ en ‘deugden’ voortdurend gebruiken, heeft Hauerwas zich de laatste jaren ook wel eens kritisch uitgelaten over de ‘narratieve theologie’ die hij, bedoeld of onbedoeld, in het zadel heeft geholpen. Als, bijvoorbeeld, ‘verhaal’ een bril wordt waardoor we heel de Bijbel gaan lezen, ontstaat al snel het probleem dat Hauerwas eerder bij het piëtisme van zijn jeugd constateerde: dat theologische ideeën of concepten de Bijbeluitleg gaan beheersen.3 Daarnaast heeft Hauerwas’ deugdethiek, geheel onbedoeld, ook allerlei misverstanden opgeroepen. Reformatorische christenen hebben, geheel ten onrechte, zijn passie voor een christelijke levensstijl wel eens verward met ‘werkheiligheid’. Maar de hemel willen verdienen door braaf te leven, dat is een individualistische ketterij waar Hauerwas niets van wil weten. Zoals de kerk belijdt dat het leven vernieuwd wordt waar Gods Geest in mensen werkt, zo hoopt Hauerwas slechts dat christelijke gemeenschappen werkplaatsen van de Geest mogen zijn.
13
opmk-Robuustekerk
11-01-2010
10:22
Pagina 14
3.Waarom Hauerwas?
14
De selectie van teksten rond de kerk als ‘robuuste gemeenschap’ hangt samen met het doel van deze bundel. Misschien moeten we zeggen: de missie, omdat aan ieder vertaalproject van deze omvang een zekere missiedrang voorafgaat.‘Deze auteur moet gelezen worden!’ Ook onze bundel is door zo’n gedachte gemotiveerd. Het zou goed zijn, denken wij, als Nederlandse christenen met Stanley Hauerwas zouden kennismaken. De verrijkende ervaring die het lezen van Hauerwas’ werk voor ons is geweest, gunnen we anderen. Mensen bijvoorbeeld, die net als wij in een volop seculiere omgeving een christelijk leven willen leiden, maar daarin helaas zo gemakkelijk struikelen. Mensen die zo gemakkelijk vergeten wat een leven in navolging van Christus inhoudt, omdat de seculiere verhalen op school, aan de universiteit, in het kantoor of onder de collega’s met wie je na het werk een biertje drinkt zo sterk zijn. Mensen die, buiten de beschutting van christelijke instituties, willen leven vanuit het nieuwe begin dat God in hun hart heeft geplant, maar beseffen dat ze dat alleen niet kunnen. Mensen die daarvoor een gemeenschap van medechristenen nodig hebben, een gemeenschap die hen helpt de geesten te onderscheiden, een gemeente die hen het christelijke leven vóórleeft. In onze Nederlandse context, denken wij, is een herontdekking van de kerk als morele gemeenschap vooral van belang na het einde van de verzuiling.Tot in de jaren 1960 bood zowel de protestantse (gereformeerde) als de rooms-katholieke zuil veel gelovigen een context waarin ze konden groeien in een christelijke levensstijl. De zuil was in veel gevallen een hecht, hoewel ook hiërarchisch, stelsel van organisaties die bezinning stimuleerden en gelijkgestemden organiseerden. Inmiddels leven we echter onmiskenbaar in een postverzuilde samenleving.Veel levensbeschouwelijke grenzen zijn vervaagd en tal van organisaties zijn verdwenen of, zoals dat heet, ‘van kleur verschoten’. Sommigen ervaren dat als een bevrijding; anderen staan er wat verloren bij. Natuurlijk is dit niet het hele verhaal. In evangelische, vrijgemaaktgereformeerde en reformatorische kringen bestaat nog altijd een indrukwekkend aantal organisaties dat haar leden uitdaagt na te denken over christen-zijn, bijvoorbeeld als student of op het werk. Op studentenverenigingen, in netwerken van afgestudeerden en, niet te vergeten, in een groot aantal tijdschriften wordt gesproken over wat geloof in de praktijk betekent. Zulke bezinning heeft wel wat weg van wat Hauerwas voor ogen staat, ook als ze misschien meer ‘reflectie’ dan ‘praktisch voorbeeld’ is.
opmk-Robuustekerk
11-01-2010
10:22
Pagina 15
Toch moet gezegd worden dat het ‘verenigingsmodel’ van de verzuiling in veel gevallen zijn doel niet meer bereikt. Terwijl enerzijds verzuilde organisaties onder druk van de seculiere tijdgeest hun christelijke identiteit laten verschieten, zijn er anderzijds dito organisaties die zichzelf zo ‘sterk’ en ‘onmisbaar’ maken, dat ze het zicht op de kerk gemakkelijk belemmeren. Christelijke organisaties gaan dan als ‘parakerken’ functioneren. Ze verkondigen een ‘oecumene van het hart’ buiten de kerken om of nemen taken (zoals het catechetisch onderwijs) van de kerken over, omdat ze het ‘beter’ of ‘professioneler’ zouden kunnen. Daarbij komt dat allerlei jonge christenen, gewend aan een seculiere (stedelijke) woon- en werkomgeving, niet meer participeren in dit soort organisaties. Juist voor christenen in zo’n postverzuilde samenleving als Nederland in de vroege 21e eeuw is Hauerwas wat ons betreft een interessante gesprekspartner.Wie leert deze christenen nog wat de navolging van Christus inhoudt op maandag, dinsdag en woensdag? Waar vinden ze voorbeelden van christenen die hebben nagedacht over wat het christelijk geloof concreet betekent voor carrière, gezinsvorming, geldbesteding of consumptiegedrag? Terwijl Hauerwas in de Verenigde Staten nog keer op keer ten strijde moet trekken tegen het publieke misbruik van het christelijk geloof, bijvoorbeeld door de overheid, lijkt in Nederland geloof een privézaak voor individuen te zijn geworden. Dit maakt de kerken als morele gemeenschappen, als broedplaatsen van christelijke levensstijl, van bijzonder belang – hoewel deels om andere redenen dan in de Verenigde Staten. Terwijl Hauerwas de kerkelijke gemeenschap vooral een alternatief noemt voor de ‘seculiere verhalen’ van de Amerikaanse staat en het Amerikaanse onderwijssysteem (zie bijvoorbeeld zijn essay ‘Christelijke kritiek op christelijk Amerika’, verderop in dit boek), heeft de kerk in Nederland een minder duidelijk aanwijsbare rivaal. Misschien is de grootste rivaal wel het bijna onzichtbare type ideeën en gewoonten dat in onze samenleving als ‘normaal’ geldt – de ongeschreven wetten dus, op school of op de werkvloer, waarvan iedere christen in een seculiere omgeving de verleiding ondergaat. Het zal in de Nederlandse kerken dus belangrijk zijn om christenen die in hun doordeweekse leven blootstaan aan allerlei niet-christelijke invloeden te vormen in hun denken, doen en laten. Het zal gaan om kerken die hun catechetische rol hoogst serieus nemen. Om kerken die inzetten op de vorming van hun leden – oudgedienden én nieuwkomers – en deze taak niet uitbesteden aan organisaties van het type dat steeds minder leden trekt. Bovendien: is het toevallig dat de Bijbel wel belof-
15
opmk-Robuustekerk
16
11-01-2010
10:22
Pagina 16
ten voor de kerk, maar niet voor zuilen en verenigingen kent? Concreet is deze bundel dus een pleidooi voor een ‘robuuste’ kerk in een goeddeels seculiere samenleving. Zo’n robuuste kerk stelt, inderdaad, hoge eisen aan de kwaliteit van de verkondiging. Telkens opnieuw zullen de Bijbelse verhalen, met al hun implicaties, ontvouwd moeten worden en geconfronteerd met de verhalen die in onze samenleving de ronde doen. Het betekent ook een verlangen naar kerken als open, missionaire gemeenschappen, waarin mensen worden gestimuleerd om, met de hulp van Gods Geest, ‘leesbare brieven van Christus’ te worden. Deze kerken zullen niet proberen de samenleving door een ‘cultuurprotestantisme’ of ‘cultuurkatholicisme’ nog wat normen en waarden bij te brengen, maar in het midden van een seculiere samenleving proberen zélf de navolging van Christus uit te leven. Zoals Hauerwas stelt: de kerk hééft geen boodschap, maar ís de boodschap. Het is hopelijk onnodig te zeggen dat Hauerwas voor dit alles, wat ons betreft, slechts één inspiratiebron onder vele is. Bij zijn theologie vallen kritische vragen te stellen (die overtuigender zijn naarmate ze blijk geven van zorgvuldiger studie van Hauerwas’ werk).4 Maar zijn stem is er één die het waard is beluisterd te worden. We presenteren Hauerwas niet als een theologische held, laat staan als een wonderbaarlijke probleemoplosser, maar als een interessante – dat wil zeggen: tot nadenken stemmende – gesprekspartner in de bezinning op wat gemeente-zijn in onze culturele context zou kunnen betekenen. Het zou dus een komisch of zelfs wat tragisch misverstand zijn als de vertalers of wij, redacteuren van deze bundel, als Hauerwas-adepten zouden worden afgeschilderd. Het gaat ons er niet om één of andere theoloog te promoten, maar om bronnen open te leggen, resources ter beschikking te stellen, waarmee gemeenteleden hun voordeel kunnen doen. Deze vertaling is, hoewel niet in de eerste plaats, toch in tweede instantie ook aan theologen geadresseerd. Om redenen die elders nog eens opgehelderd moeten worden, heeft de Amerikaanse theologie sinds Reinhold Niebuhr en, meer in het bijzonder, de narratieve theologie zoals die zich in velerlei vormen heeft ontwikkeld onder invloed van Frei en Lindbeck in Nederland en Vlaanderen maar weinig voet aan de grond gekregen. Dat is jammer, niet alleen omdat Freis en Lindbecks pogingen de vastgeroeste tegenstellingen tussen evangelicals en liberals te overstijgen ook in dit deel van de wereld navolging zouden verdienen, maar ook omdat het ons kan helpen de kloof tussen ‘academische theologie’ en het verlangen van doorsnee kerkleden naar groei in hun geloofsleven te overbruggen.
opmk-Robuustekerk
11-01-2010
10:22
Pagina 17
Toegegeven: wij zijn niet de eersten die in het Nederlands over Hauerwas schrijven. Uiteraard hebben Amerikaanse karikaturen over zijn pacifisme en vermeende ‘wereldmijding’ ook in Nederlandse en Vlaamse publicaties wel een plekje gevonden. Sommige aspecten van zijn theologie zijn echter serieus verwerkt, bijvoorbeeld door Hans Reinders, wiens reflecties op ziekte en handicap een sterke affiniteit met Hauerwas vertonen.5 Bovendien wordt hij soms als ‘contrastfolie’ gebruikt, bijvoorbeeld om de politieke theologie van Oliver O’Donovan te laten uitkomen.6 Ook in handboeken en overzichtsartikelen wordt zijn naam wel eens genoemd.7 Maar een serieuze poging tot gesprek over wat wij, vanuit onze context en vraagstelling, de belangrijkste dimensie van Hauerwas’ theologie vinden – zijn robuuste kerk – heeft nog nauwelijks plaatsgevonden.8 Tot zo’n gesprek wil deze bundel daarom uitnodigen. En ook hierbij geldt: niemand hoeft met Hauerwas in te stemmen, als de zaken die hij aan de orde stelt, maar serieus worden genomen.
4.Vertaling De aanleiding tot dit boek was een interview dat wij Hauerwas op 3 april 2007 afnamen in zijn werkkamer aan Duke Divinity School. Diezelfde middag spraken wij Richard B. Hays, nieuwtestamenticus aan Duke, die een indrukwekkend boek over Bijbelse hermeneutiek op zijn naam heeft staan (The Moral Vision of the New Testament). Deze vraaggesprekken werden deel één en twee van een serie interviews in het tijdschrift Wapenveld.9 Ons doel met deze reeks is een aantal interessante theologen uit het Engelse taalgebied voor het voetlicht te brengen. Inmiddels is in deze serie ook Tim Keller aan het woord gekomen en anderen staan op de nominatie. Het interview met Hauerwas riep nogal wat reacties op. Sommige waren kritisch van toon en reproduceerden het oude cliché van zijn vermeende ‘wereldmijding’. Andere, veelal afkomstig van mensen die actief zijn in (missionair) gemeentewerk, waren nieuwsgierig of riepen om méér. Nu wij dit boek het licht laten zien, hopen we vooral die tweede groep van dienst te zijn. Het is de lakmoesproef voor elke theologie, zegt Hauerwas, of en hoe zij een verschil maakt in het leven van christenen. Zo komt ook deze bundel tot haar recht, niet als zij op een boekenplank bij de ‘H’ van Hauerwas staat, maar als zij mensen inspireert tot een leven uit het evangelie. We zijn Stanley Hauerwas en allerlei rechthebbenden (Duke University Press en andere Amerikaanse uitgeverijen, genoemd in de
17
opmk-Robuustekerk
11-01-2010
10:22
Pagina 18
verantwoording) erkentelijk voor hun toestemming deze bundel te publiceren. We zijn blij dat Arjen van Trigt, uitgever van Boekencentrum, het project vrijwel direct zag zitten.Veel dank komt toe aan onze vertalers: Ariaan Baan, Hanna Blom-Yoo, Dani毛l Drost, Arie de Fijter,Wolter Huttinga, Louis Runhaar,Thijs Tromp en Jeroen van der Zeeuw. Hun enthousiasme voor inspirerende theologie is aanstekelijk en belooft veel voor de toekomst. Esther Jonker bewees met haar nauwkeurige correctie van de vertalingen 贸贸k een hart voor leesbaar Nederlands te hebben. Haar bijdrage aan het boek werd gaandeweg zo substantieel, dat wij besloten deze bundel onder drie毛rlei vlag te laten verschijnen.
18