Geboren voor geluk

ANDRÉ F. TRO OST Geboren voor geluk

ISBN 90-239-9080-3

9 789023 990802

Geboren voor geluk

ANDRÉ F. TRO OST Woorden bij geboorte en nieuw leven MOZAÏEK

Troost Geboren voor geluk

13-02-2003

15:45

Pagina 2

Troost Geboren voor geluk

13-02-2003

15:45

Pagina 4

ANDRÉ F. TROOST

Geboren voor geluk andere geschenkboekjes van André F. Troost:

Woorden bij geboorte en nieuw leven

Al ga ik door het donker Woorden over ziekte en pijn Ik laat je niet alleen Woorden over afscheid en rouw Handen vol zegen Woorden over liefde en geluk

Mozaïek, Zoetermeer

Troost Geboren voor geluk

13-02-2003

15:45

Pagina 6

W E L KO M , W E L KO M I N O N S M I D D E N

Welkom, welkom in ons midden, welkom, nieuwgeboren kind, hier mag jij met ons aanbidden God die mensen zoekt en vindt.

Welkom, welkom in ons midden, welkom, nieuwgeboren kind, hier mag jij het licht aanbidden dat de duisternis verblindt.

Welkom, welkom in ons midden, welkom, nieuwgeboren kind, hier mag jij de zon aanbidden die de wereld overwint.

Welkom, welkom in ons midden, welkom, nieuwgeboren kind, hier mag jij de Naam aanbidden die met jouw naam zich verbindt.

Welkom, welkom in ons midden, welkom, nieuwgeboren kind, hier mag jij de Heer aanbidden die voltooit wat jij begint.

7

Troost Geboren voor geluk

13-02-2003

Pagina 8

KIND VAN GOD GEGEVEN

D I T K I N D , Z O PA S G E B O R E N

Kind van God gegeven, kind bij God vandaan, in zijn hand geschreven staat jouw nieuwe naam.

Dit kind, zopas geboren: waarom, waarvoor, waartoe?

Wat zal het zien en horen geen mens weet wat en hoe.

Draag het, Heer, elke keer weer verder, valt het neer, breng het weer, o herder, Gij weet wel waarnaar toe.

Kind van God ontvangen, lachend, kind zo klein, huilend van verlangen bij ons thuis te zijn.

Kind door God geroepen, kind, jij hoort erbij: Ik heb jou geroepen, kind, jij bent van Mij! Kind van God gegeven, kind bij God vandaan, in zijn hand geschreven staat jouw nieuwe naam.

8

15:45

Een kind, een mensenleven: waarom, waarvoor, waartoe?

Soms lang, soms kort, soms even, soms uitgeput en moe.

Draag het, Heer, elke keer weer verder, valt het neer, breng het weer, o herder, Gij weet wel waarnaar toe.

Dit kind, zopas geboren: waarom, waarvoor, waartoe?

Al raakt dit lam verloren, zie: het behoort U toe!

Als het klaagt, naar U vraagt, o herder, o dan draagt Gij het zelf graag verder, en GĂ­j weet waarnaar toe!

9