Israël, volk, land en staat

Page 1

Israel, land, volk, staat

19-05-2005

14:38

Pagina 1

www.boekencentrum.nl

CIS

NUR 716

Centrum voor Israëlstudies

ISBN 90-23917-93-6

9 789023 917939

Israël, volk, land en staat

Aan deze bundel werken mee: prof. dr. J. Hoek, dr. H.C. van de Meulen en prof. dr. M.J. Paul. De uitgave staat onder redactie van drs. M. van Campen en prof. dr. G.C. den Hertog.

M. van Campen en G.C. den Hertog (red.)

De werkgroep Theologische Bezinning van het Centrum voor Israëlstudies (CIS) heeft zich intensief beziggehouden met de vragen die het ontstaan en voortbestaan van de staat Israël stelt aan de christelijke theologie. Als uitgangspunt van bezinning diende het geruchtmakende geschrift ‘Israël, volk, land en staat’ dat in 1970 door de synode van de Nederlandse Hervormde Kerk als kanselreiking werd uitgegeven en dat naast bijval ook veel kritiek heeft opgeleverd. De bundel die nu verschijnt onder dezelfde titel biedt allereerst een overzicht van de achtergronden en ontstaansgeschiedenis van die handreiking. Vervolgens wordt ingezoomd op de bijbelstheologische fundering van de visie die daarin is neergelegd; afzonderlijke aandacht is er voor het geschiedenisconcept, dat met name het gedachtegoed van dr. H. Berkhof ademt. Ook wordt het traject in kaart gebracht dat op de verschijning van de handreiking volgde, en ten slotte gaat de studie in op de ethische implicaties van de stichting van de staat. De bundel sluit af met een eigen positiebepaling van het Centrum voor Israëlstudies.

Israël volk, Terugblik en land en perspectief staat drs. M. van Campen en dr. G.C. den Hertog (red.)


Dit boek verschijnt in de publicatiereeks van het Centrum voor Israëlstudies (CIS), gelieerd aan de Christelijke Hogeschool Ede. De reeks wil de bezinning in orthodox-protestantse kring rond Israël stimuleren. Israël, volk, land en staat verschijnt als eerste deel in deze reeks.


Onder redactie van drs. M. van Campen en dr. G.C. den Hertog

IsraĂŤl, volk, land en staat Terugblik en perspectief

Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer


www.boekencentrum.nl

Ontwerp en illustratie omslag: Studio Anton Sinke, Nieuwerkerk a/d IJssel ISBN 90 239 1793 6 NUR 716 Š 2005 Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieÍn, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.


Inhoud

1. Ten geleide – Hernieuwde bezinning op een oude Handreiking M. van Campen

7

2. De wordingsgeschiedenis van de Handreiking H.C. van der Meulen

15

3. Israël, volk, land en staat. Handreiking voor een theologische bezinning (1970)

53

4. De werking van de Handreiking. Over haar ‘Wirkungsgeschichte’ H.C. van der Meulen

79

5. Enige bijbels-theologische aandachtspunten bij de Handreiking M.J. Paul

124

6. Zien we heil in de geschiedenis? Het theologisch probleem van de geschiedenis in de Handreiking J. Hoek

145

7. Jeruzalem: stad tussen volk en land. Enkele ethische overwegingen bij de Handreiking na ruim dertig jaar G.C. den Hertog

198

8. Tussen Scylla en Charibdis. Een positiebepaling M. van Campen

225

5



1. Ten geleide – Hernieuwde bezinning op een oude handreiking M. van Campen 1. Het Centrum voor Israëlstudies Dit boek is de eerste – en naar wij hopen niet de laatste – publicatie van het Centrum voor Israëlstudies te Ede. Vermoedelijk roept dit instituut, in de wandelgangen afgekort als CIS, niet bij iedereen onmiddellijk herkenning op. Daarom in dit Ten geleide eerst enige toelichting ten aanzien van de ontstaansgeschiedenis en doelstelling. Het CIS is gelieerd aan de Christelijke Hogeschool Ede en heeft daar ook zijn domicilie. Het Centrum is een gezamenlijk christelijk-gereformeerd en hervormd initiatief en werd geboren in maart 2002 uit het verlangen de bezinning rond Israël in orthodox-protestantse kring opnieuw ter hand te nemen. Er was een verrassende herkenning wat betreft de verlegenheid en de impasse, waarin de bestudering van de vragen inzake het heilshandelen van God met het joodse volk verkeerde. Het vlammetje dat gedurende enkele decennia brandde, leek te zijn uitgedoofd. Eeuwenlang heeft Israël min of meer buiten de mainstream van de gereformeerde theologiebeoefening gelegen. De diepgewortelde substitutiegedachte bracht met zich mee dat men Israël als natie in de Schrift niet of nauwelijks tegenkwam en dat de beloften aan het joodse volk bijna automatisch werden getransponeerd ten gunste van de kerk. De opmerkelijke aandacht voor het joodse volk en voor de blijvende geldigheid van de landbelofte binnen het puritanisme, de Nadere Reformatie en het Reveil vormde de uitzondering die de regel van de vervangingstheologie slechts bevestigde. Sedert 1974 kreeg de belangstelling voor Israël 7


binnen de gereformeerde gezindte een krachtige impuls door de activiteiten en publicaties van het Bezinningscomité Israël. Vele gemeenteleden bezochten studiebijeenkomsten; predikanten en theologiestudenten namen deel aan seminars in Israël, terwijl jarenlang uitzendingen werden verzorgd in het programma Zicht op Israël. De teksten van deze radiolezingen werden uitgegeven in vijf verzamelbundels. Zonder twijfel heeft deze bezinning ertoe bijgedragen, dat Israël meer aandacht kreeg in prediking, catechese, geloofsbeleving en voorbede. 2. Ontmoeting als doelstelling Het Centrum voor Israëlstudies heeft voor haar doelstelling het kernwoord ontmoeting gekozen. Het stimuleren en organiseren van bezinning en activiteiten op het terrein van de joods-christelijke ontmoeting hebben de hoogste prioriteit. De aard van deze ontmoeting wordt gekarakteriseerd door de kernwoorden luisteren, dienen, getuigen. Een van de speerpunten van het CIS is het instandhouden van een ontmoetingsplek in Jeruzalem, inclusief het permanente verblijf van een consulent aldaar. In december 2003 vertrok drs. C.J. Rodenburg met zijn gezin naar Israël om zijn bijdrage aan de doelstellingen van het CIS te gaan leveren. Intussen heeft hij naast taalstudie een bescheiden netwerk kunnen opbouwen en neemt hij deel aan symposia en fora, waar het joodschristelijke gesprek gestalte krijgt. In de komende tijd zal hij voorgaan in diensten in Jeruzalem, een studieopdracht uitvoeren en studiereizen voor theologen vanuit Nederland mede voorbereiden en begeleiden. Voor de realisering van haar doelstellingen heeft het CIS tevens enkele werkgroepen in het leven geroepen, waarvan de leden beschikken over de nodige kennis en ervaring ten aanzien van de ontmoeting met Israël. De werkgroep Vorming en Toerusting belegt symposia en biedt cursussen Kerk en Israël, Jodendom en Hebreeuws aan. Daarnaast spant de werkgroep zich in om de betrokkenheid bij het joodse volk binnen de christelijke gemeente te bevorderen. De werkgroep Messiasbelijdende joden 8


bezint zich op ontwikkelingen binnen de messiaanse beweging en probeert contacten te leggen tussen gemeenten in Israël en Nederland. De contacten met de Israëlconsulent worden onderhouden door de werkgroep Jeruzalempost. Tevens bezinnen de leden zich op de vraag hoe het werk van de consulent vruchtbaar kan worden gemaakt voor de kerken en gemeenten in Nederland. De werkgroep Publicaties draagt zorg voor de redactie van de geschriften die door het CIS worden uitgegeven. De werkgroep Theologische Bezinning richt zich op bestudering van deelonderwerpen die de joods-christelijke ontmoeting raken. De vruchten van deze studie worden vastgelegd in een door het CIS opgestarte reeks, waarvan dit boek de eersteling vormt. 3. De keuze van het thema De actualiteit en de relevantie van het onderwerp dat in deze bundel centraal staat, behoeven geen nadere toelichting. Sedert de verrassende terugkeer van de joden naar Eretz Jisraeel na een kleine 2000 jaar diaspora en de niet minder opzienbarende stichting van de staat Israël in 1948 onder de besliste en bezielende leiding van Ben Goerion is het joodse volk geen week meer afwezig geweest in de wereldpers. De heftigheid van de tweede Intifada, die in de zomer van het jaar 2000 losbarstte na het mislukken van de vredesbesprekingen in het Amerikaanse Camp David en de provocerende wandeling van de joodse Likoed-politicus Ariël Sharon over de Tempelberg, hebben de ontwikkelingen in het MiddenOosten in een stroomversnelling gebracht. De spiraal van bloedig geweld in de confrontatie tussen joden en Palestijnen heeft zorgwekkende vormen aangenomen. Onmiskenbaar is de wereldopinie gaandeweg verschoven ten gunste van Yasser Arafat en de zijnen. De schokkende beelden van wat zich in steden en dorpen van het heilige land afspeelt, missen hun uitwerking niet. De bouw van The Fence, de omstreden afscheiding tussen Israëlisch en Palestijns grondgebied wordt de joden niet in dank afgenomen. Op het moment dat deze inleiding wordt geschreven, is het rumoer rond 9


de moord op sjeik Yassin nauwelijks verstomd en houdt iedereen de adem in, in afwachting van de aangekondigde vernietigende tegenreactie van Palestijnse zijde. Nog dezelfde avond van de dag waarop de aanslag op de fundamentalistische moslimleider plaatsvond, haastten vele regeringsleiders zich hun scherpe afkeuring over deze lafhartige joodse actie uit te spreken, de Europese Unie en de Nederlandse overheid incluis. Alleen aan Amerikaanse zijde bleef het stil. Hoe men over een dergelijke liquidatie mag denken, uit de mond van belangrijke politici zou men toch op zijn minst enige nuancering verwachten. Dat de door drie raketten getroffen sjeik niet alleen een halfblinde gehandicapte man in een rolstoel was, maar ook een fanatieke tegenstander van de staat Israël die vele aanslagen en nog meer joodse slachtoffers op zijn naam had staan, bleef in de officiële reacties vrijwel buiten beeld. De affaire was symptomatisch voor de onmiskenbare verlegging van de sympathie. Het joodse volk wordt niet langer gezien als slachtoffer van de Holocaust, maar als dader die op brute wijze het Palestijnse volk vernedert en wegdrukt in erbarmelijke leefomstandigheden. Veelzeggend is in dit verband de enquête die onder de ingezetenen van de Europese Unie werd gehouden. Een van de vragen was welk land momenteel de grootste bedreiging voor de wereldvrede vormt. Zestig procent van de Europeanen wees daarbij naar Israël, terwijl de Nederlanders zelfs een score van zeventig procent haalden. Bij zo’n uitslag is men geneigd de ogen uit te wrijven. Niet Iran of Noord-Korea, maar een ministaatje aan de Middellandse Zee wordt gezien als de dominante risicofactor voor de rust onder de volken. In lijn met deze ontwikkeling is de grote toename van antisemitische uitingen, niet alleen in de Arabische wereld, maar ook op ons continent. We herinneren ons de aanslagen op synagogen in Duitsland en Frankrijk. Ons eigen land vormt in dit opzicht geen uitzondering. Volgens het gebruikelijke jaaroverzicht van het Centrum voor Informatie en Documentatie Israël (CIDI) was er in 2003 een toename van niet minder dan dertig procent. Men kan daarbij denken aan het bekladden van joodse graven met haken10


kruisen, het scanderen van antisemitische leuzen in voetbalstadions, de bedreiging van joodse geestelijke leiders en het najouwen van joodse kinderen die de moed hebben door middel van hun keppeltjes herkenbaar te blijven. Vele van deze anti-joodse gedragingen komen op naam van islamitische groeperingen en hebben als achtergrond het zich solidair weten met de Palestijnse zaak. Het aloude antisemitisme heeft in onze tijd als voornaamste voedingsbron het antizionisme. Steeds luider klinkt het protest tegen de joodse presentie op wat genoemd wordt het heilige islamitische schiereiland. In de westerse wereld echoot dit islamitische verzet na in de vorm van afnemende solidariteit met de joodse staat en toenemend mededogen met het Palestijnse volk. De hierboven getekende trend heeft voor kerkdeuren geen halt gehouden. Ook onder Nederlandse christenen is sprake van een koersverlegging, op z’n minst van een grote mate van verwarring. De bijna vanzelfsprekende emotionele verbondenheid met Israël, die na de huiveringwekkende berichten over de Sjoa was gegroeid en zelfs in officiële kerkelijke documenten was vastgelegd, is in de afgelopen decennia stevig onder druk komen te staan. De bijna collectieve vreugde van christelijk Nederland toen de joden in 1967 het gebied rond de Klaagmuur veroverden, is in 2004 amper meer voorstelbaar. Men is er lang niet meer zo zeker van dat het Gods hand was die Israël terugbracht naar het land van de vaderen en dat de Eeuwige Zelf ervoor gezorgd heeft dat de vrome joden weer konden bidden op deze voor hen zo heilige plaats. Bij velen heeft de twijfel over een dergelijke duiding van de geschiedenis in het licht van de profetische beloften toegeslagen. Nog weer anderen zijn tot de conclusie gekomen dat wij als kerken in de jaren na de Tweede Wereldoorlog een kapitale vergissing hebben gemaakt. De expliciete betuiging van solidariteit, niet alleen met het joodse volk maar ook met de staat Israël, berust naar hun mening op een historische en theologische vergissing. Kan de Israëltheologie zoals die zijn weerslag heeft gevonden in diverse kerkelijke documenten de toets van de Schrift wel doorstaan? Zijn er niet te snel exegetische en hermeneutische knopen doorgehakt, die 11


achteraf toch minder houdbaar blijken te zijn? Kan men na kruis en opstanding het bijbelse begrip ‘volk van God’ nog wel duiden als een etnische grootheid? Of gaat het allereerst en allermeest om een religieuze duiding van deze notie, zodat het volk van God gezocht moet worden onder degenen die zich tot Jezus Messias gewend hebben, zowel joden als heidenen? Zijn er in het Nieuwe Testament wel aanknopingspunten te vinden voor een blijvende geldigheid van de landbelofte? Was het met name niet een brug te ver toen de kerken niet alleen het volk en het land betrokken bij het doorgaande heilshandelen van God in deze wereld, maar daarbij ook de staat Israël min of meer theologisch legitimeerden? De meest knellende vraag die veel theologen en gemeenteleden zich thans stellen, is of we met deze positiekeuze onszelf geen blinddoek voor hebben laten binden, waardoor we lange tijd geen oog hadden voor het (historische) recht van de Palestijnen op een autonome entiteit en voor het lijden dat hen van joodse zijde wordt aangedaan. Is het niet de hoogste tijd dat we het roer omgooien en recht zetten wat in de afgelopen halve eeuw is scheefgegroeid? Tegenover deze kritische geluiden vernemen we in onze tijd ook stemmen die het tegenovergestelde bepleiten. In plaats van de sedert 1948 door veel kerken ingezette koers ten aanzien van Israël af te zwakken, bepleiten deze christenen juist een nog ondubbelzinniger solidariteit. De gedachte aan een eigen staat voor de Palestijnen wordt niet alleen uit veiligheidsoverwegingen onverantwoord geacht, maar wordt tevens opgevat als verzet tegen Gods heilsplan, dat voorziet in een exclusief bewonen van heel Israël door de joden. De Westbank beschouwt men niet als ‘bezet gebied’ en het stichten van nederzettingen op Palestijns territorium wordt niet gezien als onrechtmatig, aangezien Judea en Samaria behoren tot het hartland van Israël, gebied dat God voor eens en voor altijd heeft toegezegd aan Abraham en zijn nageslacht. Meer dan ooit zijn we wat betreft de visie op Israël terechtgekomen in een doolhof. De meningen staan diametraal tegenover elkaar. Menig gemeentelid is het spoor inmiddels bijster geraakt 12


en – wat nog zorgelijker is – veel christenen zijn ermee opgehouden zich te verdiepen in de problematiek rond Israël. Reden voor het CIS de vragen betreffende de theologische betekenis van de staat Israël – het brandpunt van alle vragen rond Israël – opnieuw te doordenken. 4. De opzet van het boek De werkgroep Theologische Bezinning die tekent voor deze studie, bestond uit de volgende personen: drs. C. Blenk, drs. C.J. van den Boogert, drs. M. van Campen (voorzitter), prof. dr. G.C. den Hertog, prof. dr. J. Hoek, prof. dr. M.J. Paul en dr. H.C. van der Meulen. De studiecommissie heeft haar uitgangspunt gekozen in het geruchtmakende geschrift Israël, volk, land en staat dat in 1970 door de synode van de Nederlandse Hervormde Kerk werd uitgegeven en dat naast bijval ook zoveel kritiek heeft opgeleverd. In het eerste hoofdstuk wordt een overzicht geboden van de achtergronden en ontstaansgeschiedenis van deze Handreiking. Omdat velen niet (meer) beschikken over de tekst van de Handreiking is deze integraal opgenomen. Het volgende hoofdstuk brengt het traject in kaart dat op de verschijning van de Handreiking volgde. Uit de beschrijving van de werkingsgeschiedenis van dit geschrift blijkt hoezeer door velen gaandeweg afstand is genomen van het standpunt dat in 1970 werd betrokken. Vervolgens wordt ingezoomd op de bijbels-theologische fundering van de visie die in de nota is neergelegd. Afzonderlijke aandacht is er voor het geschiedenisconcept dat in dit geschrift wordt gehanteerd en dat met name het gedachtegoed van dr. H. Berkhof ademt. Dertig jaar na de Handreiking komt de vraag naar de ethische implicaties van de problematiek des te sterker op ons af. In een aparte bijdrage wordt op deze kwestie nader ingegaan. Het laatste hoofdstuk extrapoleert de leerlijnen die de bestudering van het thema heeft opgeleverd en tracht de eigen positie van het Centrum voor Israëlstudies te markeren. De diverse bijdragen zijn besproken binnen de werkgroep Theologische Bezinning. In de levendige discussies domineerde 13


– naast enige diversiteit op onderdelen – een hoge mate van herkenning. Komend vanuit verschillende kerkelijke achtergronden, konden we elkaar zonder moeite vinden in de hoofdzaken van het thema dat ons intensief heeft beziggehouden. Vanuit Jeruzalem heeft de Israëlconsulent van het CIS meegelezen over onze schouders. We zijn hem erkentelijk voor de betrokkenheid en de waardevolle suggesties die hij aanreikte. Het CIS pretendeert met deze publicatie op geen enkele wijze het laatste woord in deze complexe materie te spreken. Wel wil de bundel een steentje bijdragen aan de voortgaande bezinning en daarmee ook aan de intensivering en verdieping van de joodschristelijke ontmoeting.

14


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.