10164_Geloven op jaar 5.0
31-01-2011
15:04
Pagina 1
Geloven op jaarbasis
10164_Geloven op jaar 5.0
31-01-2011
15:04
Pagina 2
10164_Geloven op jaar 5.0
31-01-2011
15:04
Pagina 3
Geloven op jaarbasis Een ongewoon dagboek
Dr. Anne van der Meiden
Uitgeverij Meinema, Zoetermeer
10164_Geloven op jaar 5.0
31-01-2011
15:04
Pagina 4
www.uitgeverijmeinema.nl Ontwerp omslag: Marion Rosendahl Illustratie omslag: Arthur Chaplin, Bouquet de roses sur un entablement, aquarel (1934) ISBN 978 90 211 4291 3 NUR 700; 713 Š 2011 Uitgeverij Meinema, Zoetermeer Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieÍn, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
10164_Geloven op jaar 5.0
31-01-2011
15:04
Pagina 5
Inhoud Toelichting en verantwoording
7
Thema’s per maand Januari Loslating en gezagscrisis Februari Geloven waar je woont Maart De eerlijkheid gebiedt‌ April De communicatie van veranderingen, godsbestaan en godsbeelden Mei Jezus van Nazareth Juni Wat moeten we eigenlijk met de kerk? Juli Voorzienigheid, wereldregering, koninkrijk Gods en eeuwig leven Augustus Geloven en bidden September Geest, geestesgaven, boze geesten en goede geesten Oktober Zonde, schuld, vergeving en straf November Normen en waarden December Losse einden
265 296 328 359
Lijst van genoemde bronnen
392
12 44 74 106 137 169 200 232
10164_Geloven op jaar 5.0
31-01-2011
15:04
Pagina 6
10164_Geloven op jaar 5.0
31-01-2011
15:04
Pagina 7
Toelichting en verantwoording
D
it is geen gewoon dagboek. Het is een goedbedoeld fuikboek: in 366 korte stukjes wordt u binnengeleid in een bonte wereld van veranderende opvattingen en keuzes op een breed religieus gebied. Vluchten kan niet meer. U wordt in een soort ruimzinnig net gevangen en u krijgt geen aanwijzing mee hoe u terug moet zwemmen. Een scherpe schaar, traditioneel geslepen, kan u wellicht bevrijden. Als u dat tenminste wilt, na zo veel dagen confrontatie met roerige vragen en gewaagde vergezichten. En dat allemaal voor mijn rekening en verantwoording. Het kan best zijn dat u niet verder dan een week komt en dan afhaakt. Leve de vrijheid! Schrijf een boek, was de vraag, over moderne ruimzinnigheid in toekomstig perspectief. Geen afgeronde dogmatiek, maar 366 gedachten met open einden. Laat het aan de lezers over ze aan elkaar te knopen. Wat zijn de hoofdlijnen van het boek? Ik heb ze in twee woorden geprobeerd te vangen: opschoning en herwaardering van ons religieus erfgoed. Wat anders geformuleerd: Waar zullen we afscheid van nemen als we over ons geloof praten? Wat deugt en helpt niet meer, doet niet meer ter zake, wat kunnen we gemakkelijk missen, soms als kiespijn? Hoe tijdelijk zijn onze religieuze bolwerken en kerken eigenlijk? Hoe herwaarderen we oude en ontwerpen we nieuwe religieuze houvasten en perspectieven? Er schuilt in het boek een soort toets, om erachter te komen hoe ver je al afgedwaald bent van je oude roots en het geloof van je jeugd. Misschien is het boek voor sommigen een vademecum, dat betekent ‘ga met mij’. Met meer keuzemogelijkheden, want je wilt niet alles wat dierbaar was verliezen, niet veel weggooien, wel veel parkeren. En ten slotte ligt er de brandende vraag: waar gaat dat allemaal naar toe? Is er iets zinnigs te zeggen over de toekomst van geloof, religie en kerk? Dat was de vraag, maar ik weet niet of het complete antwoord in dit boek zal staan. Dat ligt ook een beetje aan uzelf. We moeten elkaar behoeden voor overdreven pessimisme en onredelijke opruimzucht en zeker ook voor vluchtige nieuwlichterij. Het ergste wat ons overkomen kan, is starre onbuigzaamheid en verziekte vroomheid. In de zomer van 2010 bericht mijn krant dat een predikant weigert een kind te dopen van ouders die een televisie in huis hebben. Een andere dominee stelt voor te bidden dat het
10164_Geloven op jaar 5.0
31-01-2011
15:04
Pagina 8
elftal van Oranje snel verliest, om een einde te maken aan de opeenstapeling van zonden door de oranjegekte. Dag in, dag uit googelen we door het religieuze mijnenveld, op hoop van zegen. Over een paar maanden, in de lente, weet u het antwoord misschien al. Ik zal de zomer gebruiken voor stille overdenking op lichte avonden, zonder werkrumoer. Het zal ook herfst zijn in het boek. Er worden bomen geschud. Bladen zullen vallen, maar hier en daar dalen er wellicht een paar vruchten af. Waarom dit boek? Gewoon, omdat ik merk dat er bij tijdgenoten die een heel andere wereld hebben gezien (en er in geloofd hebben) zekerheden en veilige beelden verdwijnen. Er trekt een spoor van grote en kleine loslatingen door menig geloofsleven. De twijfel groeit of we met ons religieuze en kerkelijke leven nog wel eerlijk en zinvol bezig zijn. De vraag bespringt je of we vroeger niet erg veel misten, lieten liggen of juist geloofsrijker waren dan nu. Of zijn we juist nu aan het verloederen en verarmen? Wat hebben ze ons aan marsroutes voorgehouden die nergens op uitliepen. Theologische constructies aangepraat, stelligheden aangereikt voor de prijzenkast. De ramen en deuren dichtgeplakt voor wat door anderen en elders van harte beleefd en geloofd werd. De crisis van de dertiger jaren was voor mijn tijdgenoten erg, maar achteraf gezien vind ik de crisis door de letterlijk godsonmogelijke stelligheden en betweterij van gevestigde kerken nog erger. Ik denk dat ik een jaar of twaalf was, toen ik de eerste loslating ervoer. Er volgden er meer, omdat wijze ouders mij naar een neutraal lyceum stuurden waar voor mij andere ramen en deuren opengingen. Ik merkte dat de wereld groter was dan het priesterkoor, zoals de oud-misdienaar DaniĂŤl Lohues zingt. In mijn geval was het jeugdtwijfel, werd gezegd. Gaat wel over, misschien. Ooit weer terug naar het vertrouwde, de veiligheid? Ik ontmoet nu tijd- en lotgenoten die uit heel andere achtergronden komen en die dezelfde vragen stellen. Het was toch vredig, warm, zeker en veilig bij die oude gereformeerden, die oude vrijzinnigen, die oude katholieken, die oude doopsgezinden. Ook de onzekerheden hadden de gelaatstrekken van zekerheid, ook bij vrijzinnigen was er een soort dogmatiek en een scherpslijperij. Bij de zogenaamde irenische theologen vochten ze elkaar ook de tent uit. Van echte tolerantie, namelijk elkaar dragen in plaats van verdragen, is weinig sprake geweest. Het bleek een bijna onbegaanbare weg naar werke-
10164_Geloven op jaar 5.0
31-01-2011
15:04
Pagina 9
lijke tolerantie: dat is elkaar versterken. Hoe duidelijk waren de antwoorden en de afbakeningen. Hoe zwak was de communicatie met andere gelovigen. En nu: stille en rumoerige loslating alom, demonstratieve kerkverlating, schaamteloos who cares-gedrag, reli-gesprokkel op zondag met de auto, vluchtige spiritualiteitsbusiness in cursusverband, afstandelijk intellectueel warm buffet met ijs na. Na de klap die de christelijke partijen in juni 2010 bij de verkiezingen kregen, kwam de discussie op gang: Hoe kan dat toch? Waar zijn de christenen van het CDA gebleven? Zien ze geen heil en nut meer in een christelijke politiek? Zijn ze ook in dat opzicht totaal verwereldlijkt? Een bizarre bijzonderheid: op de morgen van die verkiezingen interviewt Trouw een heel jonge pastoor uit Tilburg, Harm Schilder, de man die enkele jaren geleden een oorlog ontketende over zijn klokkenluid-regime. Streng in de leer en de volgzaamheid. Goed rooms. De oude regels en gewoonten moeten weer terugkomen. De PVV is zo gek nog niet. Weg met de minaretten. Wie het weet, mag het zeggen. Ik zei het al, je hebt er minstens een jaar voor nodig om er een beetje zicht op te krijgen. Haak niet af in de zomer, wandel stevig door naar Oudjaar, dat is de Grote Verzoendag van de zoekende mens. Of niet natuurlijk. Voor wie? Voor wie denkt u eigenlijk dat u schrijft? Wie zijn uw lezers? Een van de moeilijkste vragen die een uitgever aan een auteur stellen kan. Zeker als er nog geen letter op papier staat. Maar er is natuurlijk wel een beeld te schetsen van de vermoedelijke geïnteresseerden. Wat mij betreft, zijn dat de mensen die een flink stuk christelijke opvoeding meekregen, de kerk al vroeg kenden, vertrouwd waren en vaak nog zijn met kerkelijke termen en met enige kennis van de enorme geestelijke snoepwinkel en haar aanbod in ons land. Sommigen van hen zijn (nog) meelevend en betalen nog (deels) mee aan Kerkbalans, anderen haakten af, nog weer anderen laten het een beetje sloffen en staan op een afstand te kijken wat het wordt. En dan is er de grote groep die zoekende is, helemaal niet zo bits en gefrustreerd terugdenkt aan de kerk en het geloof van hun jeugd, nieuwe dingen wil horen en ontmoeten. Vooral ook bevestiging zoekt voor wat men ‘eigenlijk’ allang dacht en voelde, maar niet kon verwoorden. Er zal ook een beetje nostalgie in meespelen. Om het nog eens degelijk en ouderwets te zeggen: er zijn er altijd nog die
10164_Geloven op jaar 5.0
31-01-2011
15:04
Pagina 10
graag bij de naoogst van Efraïm willen horen, die zich graag achter de maaiers van Boaz scharen en die nog graag verhalen willen horen die van betere dingen spreken dan het bloed van Abel. Nou ja, die ook dan. En verder allen die het zo maar niet willen opgeven; niet de grote vooraanzittingen zoeken, maar tevreden zijn met een hutje in de komkommerhof. Misschien is de uitgever er wel tevreden mee. Allemaal nieuw? Het concept van dit boek is niet nieuw. Velen voor mij hebben in de loop van de jaren dergelijke herzieningen, verschuivingen en veranderingen beschreven. In ongeveer alle Nederlandse geloofsgemeenschappen. Ik behoef alleen maar de namen van Kuitert, Wiersinga, Den Heijer en Schillebeeckx te noemen, en dan doe ik vele andere auteurs tekort. Het ligt ook voor de hand dat ik soms dicht in de buurt kom van de bundel Een beetje geloven (1999), waarin prominente vrijzinnigen een poging hebben gedaan de stand van zaken in hun geloofsgebied te beschrijven. Maar ook een boek als God, tegenwoordig van Ton Koevoets (1996) preludeerde al op de verschijnselen die nu zichtbaar worden. Nog net op de valreep maakte ik kennis met de zogenaamde Doornse Catechismus (2010), waarin dertien auteurs uit de groep Op Goed Gerucht getracht hebben de geloofsvragen in de Heidelberger Catechismus (1563) voor onze tijd te herijken. Met dit boek schaar ik mij in de rij van mensen die zich zorgen maken en nieuwe wegen zoeken. De aanpak Een strak dagelijks rantsoen van 366 religieuze gerechten kan ik u niet beloven. Er schieten van allerlei actualiteiten en ontwikkelingen door de dagen heen en maandelijks een dagje freewheelen is zeker niet uitgesloten. Afdwalen ook niet. Nog eens op een onderwerp terugkomen langs een andere weg: het zit er dik in. Teruggrijpen op eerdere publicaties van mijn hand kan niet vermeden worden. Aan meer dan een dag gebruiken voor een thema zal niet te ontkomen zijn. Ten slotte: ik wil proberen tussendoor een uitzicht te bieden op enkele nieuwe thema’s van theologie en religie, maar dat laat zich in een inleiding nog niet beschrijven. Ik beloof zo weinig mogelijk boeken en artikelen als dekschilden te gebruiken. En vul vooral de kantlijnen met uw eigen ervaringen. In 366 dagen kun je niet de hele bonte was van geloven aan de lijn hangen.
10164_Geloven op jaar 5.0
31-01-2011
15:04
Pagina 11
Vertrekpunt Meteen aan het begin van de tocht langs 366 dagen wil ik de lezer laten kennismaken met het door mij gekozen vertrekpunt. Dat lijkt me eerlijk. Bij het ouder worden merkte ik dat ik eigenlijk altijd alles bekeken heb door de bril van de overdracht. Dat woord ‘overdracht’ is altijd een belangrijk thema in mijn leven geweest. Op 2 januari leg ik het u verder uit. Anne van der Meiden
10164_Geloven op jaar 5.0
31-01-2011
15:04
Pagina 12
Januari Loslating en gezagscrisis
10164_Geloven op jaar 5.0
31-01-2011
15:04
Pagina 13
1 januari
D
oodmoe van het terugkijken. Gisteren je zegeningen tellen, vandaag je kansen. Om met een psalmwoord te spreken: ‘Het geween gaat des avonds ter ruste, des morgens ontwaakt het gejubel.’ Je kunt ook gewoon zeggen: het begint allemaal weer van voren af aan. In de kerkdiensten op nieuwjaarsmorgen hing er vroeger bij ons altijd een wat lamlendige sfeer in de kerk. Een vermoeide dominee die ouderlingen en diakenen moest bevestigen, de laatste actie in de zogenaamde tiendaagse veldtocht en dan een weekje op vakantie. Na Driekoningen komt het jaarcircus weer op gang met reeksen verplichte nummers en vergaderingen. Januari is eigenlijk de aftrapdag van het kerkelijk leven. De trein komt in beweging, aan de locaties van de stations en het spoorboekje lijkt niets veranderd. De mantra’s voor de kerkdiensten liggen gereed op de plank, de liturgische piketpalen zijn al lang geleden geslagen. Al vroeg in de studie groeide mijn argwaan tegen dat jaarritme, de dienstboeken, de preekroosters en de liturgische wetten. Tegen de gedachte dat alles maar beter bij hetzelfde kon blijven. Dat was loslating nummer 1. Alles verandert toch? Ik besefte al jong dat ik niet eens op kon staan met hetzelfde lijf dat gisteravond ging liggen. Mijn denken veranderde ook. In de derde klas op school is het verhaal van Jezus die door het korenveld kuiert anders geworden vergeleken met hoe het klonk in de eerste klas. Onze nieuwe buurman met een baard als een apostel heeft er ook een plaats in gekregen. In de vierde klas wil ik graag dat de barmhartige Samaritaan dezelfde route volgt als Jezus door het koren. Anders gezegd: waarom blijven die verhalen niet permanent open voor diverse invullingen? Ik heb dus een afkeer van al die kerkelijke routeplanners. Wie heeft er bepaald dat het zo hoort terwijl je het zelf als gelovig mens heel anders hoort. Maar je wordt niet gehoord. Wie heeft besloten dat we elk jaar opnieuw een heel jaar het leven van Jezus herdenken? Dat is het gebinte van het kerkelijk leven, zeggen de deskundigen. Met welk gezag eigenlijk? Wie beaamt dat nog? We maken er geen kerkelijk gekrakeel over. We haken gewoon af en doen wat onze hand vindt om te doen.
10164_Geloven op jaar 5.0
31-01-2011
15:04
Pagina 14
2 januari
W
ie theologie gaat studeren, moet goed weten dat hij of zij voor een reeks keuzes komt te staan. En geen kinderachtige, maar fundamentele. De grote moeilijkheid is om een vertrekpunt voor je denken te vinden. Wat is er nu in al die eeuwen kerkgeschiedenis beslissend en aansturend geweest? Wat is het meest fundamentele wat je kunt zeggen over God, mens, kerk en wereld? Je zoekt een centraal begrip dat voor jou allesverklarend is, een begrip dat ik beleef als een sleutel die de schatkamers van alle religies opent: voor mij is dat het begrip ‘overdracht’. Je mag ook zeggen: communicatie. Wat betekent die keuze? Alle geloven ontstaan door en leven van de overdracht. Van het goddelijke naar het menselijke. Van de ene mens naar de andere mens. Van de mens naar zichzelf. Van de ene generatie naar de andere. Geen geloof dat niet getransporteerd is door geïnspireerde mensen. Nooit en nergens is er een christelijke gemeente, een moskee of een synagoge gevonden, waar geen mens ooit de boodschap (over)gebracht heeft. Niet zo vanzelfsprekend als u misschien denkt. Geen enkel geloof spreekt vanzelf. Kreten als God plant zijn kerk, Jezus roept de kerk samen, zijn communicatief gezien inhoudsloos. Geïnspireerde mensen doen het. Voor de overdracht heb je woorden, gedachten en vertalers nodig. Ik geloof dat er een goddelijke kracht is die zich wil voortplanten in en door de mens. Communicatie is het meest fundamentele menselijke feit, maar ook het meest fundamentele goddelijke feit (Roger Mehl). Een God die niets van zich laat horen, haalt het letterlijk niet. Alleen wanneer de geraakte mens over hem gaat spreken, bereikt God mensen. Ik geloof van harte dat de Geest vrij is om te waaien waarheen hij wil, maar hij moet wel menselijke apparatuur ter beschikking hebben om ergens te landen. De gelovende mens bevestigt het werk van de Geest door de overdracht. De start van alles is de openbaringsdrang van het goddelijke op menselijke maat. God beschikte het woord en daarmee begon het allemaal. En de mens hoorde het en droeg het over. God schiep het eerste woord, de mens schiep de voortgang. En daar zit de kern van mijn verwondering: hoe is dat woord, die boodschap van de twaalf A’s naar miljoenen B’s gekomen?
10164_Geloven op jaar 5.0
31-01-2011
15:04
Pagina 15
3 januari
I
k hoop dat u nog niet allemaal overboord gesprongen bent en nog een eindje mee wilt varen. Kijk je kritisch naar de overdracht van geloof, dan stuit je op een heleboel vragen. Vanuit je verwondering beland je in die andere kernvraag: is de mens die ontvangt wel in staat om te horen, laat staan verantwoord verder te brengen? Is hij een onbevangen hoorder en een betrouwbaar doorgever? Wat gebeurt er allemaal onderweg met verhalen en beelden? Met welke selectiemechanismen gaat een mens de binnenkomende informatie te lijf? In ons geval: wat betekent dat concreet voor de overdracht van de christelijke boodschap? In mijn tijd waren er maar weinig theologen die zich met die tocht van de boodschap bezighielden. A. von Harnack (zijn standaardwerk verscheen in 1915) was er een van. Hij was gefascineerd door de vraag hoe die boodschap van die eerste twaalf stapje voor stapje verder kwam in de wereld. Onder welke condities gebeurde dat? Waarom namen de mensen die het hoorden de boodschap over? Welke instrumenten waren voor de brengers de meest geschikte en welke technieken en tactieken gebruikten ze? Welke blokkades moesten ze passeren? En vooral: welke aanpassingen moesten ze maken om voor totaal vreemde oren de boodschap hoorbaar en verstaanbaar te maken? Dat is niets anders dan propaganda. Jammer genoeg is dat woord door de politieke propaganda in een laat stadium van de geschiedenis van het woord bezoedeld en terechtgekomen in de categorie bedrog, verleiding en eenzijdige beïnvloeding. Het betekende oorspronkelijk zoiets als stekken, enten, uitbreiden, vermenigvuldigen. De oude Romeinen gebruikten het voor de uitbreiding van hun gezin, voor de vergroting van land en bezit, voor de verspreiding van ideeën. Het christelijk geloof is als alle geloven door propaganda groot geworden. Miljoenen bevlogen mensen hebben in alle tijden getracht tussen de oren van miljarden mensen stekjes van hun geloof te planten. Ze hebben zich ternauwernood gerealiseerd dat zo’n stekje in een andere bodem dan die van hen werd geplaatst, zelfstandig en eigenzinnig opgroeide, de boodschap naar zich toe vertaalde en dus langzaam maar zeker afweek van de eerste boodschap. ‘Zo groeide het woord’, zegt de schrijver van de Handelingen van de apostelen.