Ieder zijn engel

Page 1

Ieder zijn engel plano:Vergeet het beste niet om plano

19-01-2010

15:27

mij er in dit boek vooral om, hoe de engelen ons op die weg inspireren om verder te gaan, op te breken, op te staan, vol te houden. Daarbij ga ik uit van de gedachte dat ieder mens een engel heeft. Maar ik zie ervan af die engel precies te beschrijven. Al het spreken over engelen vraagt om de ruimte van de fantasie en de creativiteit. Het vraagt om de ruimte van het vertrouwen, die gekenmerkt wordt door de ervaring van genezende nabijheid. Zowel de mensen als God kunnen zo’n ruimte van vertrouwen scheppen.’ Anselm Grün verstaat de kunst om de symbolische taal van de bijbel verstaanbaar te maken voor velen. In dit boek weet hij overtuigend neer te zetten welke functie de engel kan hebben voor mensen van onze tijd.

Dr. Anselm Grün (1945) is monnik van de benedictijnerabdij Münsterschwarzach (Duitsland). Hij is tevens geestelijk leider van een retraitehuis voor priesters en kloosterlingen. Hij publiceerde

a n s e l m g r ü n Ieder zijn engel

‘Wij zijn altijd op weg om meer en meer onszelf te worden. Het gaat

Pagina 1

anselm grün

IedC zMn engel

talrijke boeken, die in vele talen zijn uitgegeven. Bij uitgeverij

het beste niet en Klein handboek bij grote vragen.

ISBN 978-90-211-4264-7

www.uitgeverijmeinema.nl

NUR 707

meinema - pelckmans

Meinema verschenen van zijn hand onder meer Vrienden, Vergeet

m e i n e m a | pe lc k m a n s


9229_Ieder zijn engel 2e dr

12-01-2010

16:18

Pagina 2


9229_Ieder zijn engel 2e dr

12-01-2010

16:18

Pagina 3

Anselm Gr端n

Ieder zijn engel vertaald door Ton van der Stap

Derde druk

Uitgeverij Meinema, Zoetermeer Uitgeverij Pelckmans, Kapellen


9229_Ieder zijn engel 2e dr

12-01-2010

16:18

Pagina 4

Meer informatie over dit boek en over andere uitgaven van uitgeverij Meinema vindt u op www.uitgeverijmeinema.nl Ontwerp omslag: Toni Mulder, Amsterdam ISBN 978 90 211 4264 7 (Nederland) ISBN 978 90 289 5844 9 (België) D/2010/0055/95 NUR 708 Derde druk 2010 Oorspronkelijke uitgave: Anselm Grün, Jeder Mensch hat einen Engel, © Verlag Freiburg im Breisgau 1999 © 2004 Uitgeverij Meinema, Zoetermeer Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 20 juni 1974 St.b. 351, zoals gewijzigd bij Besluit van 23 augustus 1985, St.b. 471 artikel 17 Auteurswet, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 882, 1180 AW Amstelveen). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden.


9229_Ieder zijn engel 2e dr

12-01-2010

16:18

Pagina 5

Inhoud

Inleiding Op een aangepaste manier over engelen spreken Benadering vanuit de theologie Benaderingen vanuit de psychologie 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24.

De De De De De De De De De De De De De De De De De De De De De De De De

beschermengel engel die het roepen van het kind hoort engel die de hemel opent engel die het offer verhindert engel die zegent engel die de weg verspert engel die ons roept engel die raad geeft engel die geneest – Rafaël engel die het vuur tempert engel die uit de leeuwenkuil bevrijdt engel die aanraakt en opwekt engel die ons op al onze wegen behoedt engel die voor ons strijdt – Michaël engel die een kind belooft – Gabriël engel die de vreugde verkondigt engel die in de droom verschijnt engel die in dienst staat van het leven engel die zich met mij verheugt engel die de angst wegneemt engel die de boeien losmaakt engel die de verrijzenis veroorzaakt engel die het leven verklaart engel die ons naar de hemel draagt – Lazarus

7 11 11 14 19 25 32 35 40 43 47 51 55 60 64 68 73 76 80 84 88 92 95 98 102 105 110 113


9229_Ieder zijn engel 2e dr

12-01-2010

16:18

Pagina 6

Ter afsluiting

116

Literatuur

119


9229_Ieder zijn engel 2e dr

12-01-2010

16:18

Pagina 7

Inleiding

Veel godsdiensten kennen het geloof in een persoonlijke beschermengel. De vroege kerk al gelooft, met de joodse traditie, dat God aan ieder mens een engel meegeeft die hem op al zijn wegen begeleidt, van zijn geboorte tot zijn dood en over de dood heen naar het paradijs. Een paar jaar geleden is dit geloof nog door de academische theologie belachelijk gemaakt. Het zou een kinderlijke voorstelling zijn, die niets met de christelijke openbaring te maken heeft. Des te meer verbaast het dat uit een enquête van het blad ‘Focus’ blijkt dat zeer veel Duitsers in een persoonlijke beschermengel geloven. Met het geloof in een engel hebben de mensen het tegenwoordig blijkbaar gemakkelijker dan met het geloof in God of Jezus Christus. In de wereld van het esoterische is het modern om te spreken over engelen die we kunnen zien, die ieder mens terzijde staan en aan de mens belangrijke zaken mededelen om hem te helpen de weg in het leven te vinden. Verschijningen van engelen wekken de belangstelling van talrijke lezers. Ik heb echter de indruk dat het esoterisme wat al te veel waarde hecht aan buitengewone dingen. Maar in ieder geval wekt het met zijn boeken, congressen en seminars over engelen in een geseculariseerde wereld de nieuwsgierigheid van de mensen voor datgene, wat de banaliteit van het alledaagse leven te boven gaat. Met de engelen treedt het mysterieuze hun vaak zo oppervlakkige leven binnen. Als ik in dit boek beweer dat ieder mens een engel heeft, dan zou ik willen uitgaan van de bijbelse traditie. Ik houd mij aan de bijbelse verhalen over engelen die de mens te hulp komen en hem de weg wijzen. Ik heb vierentwintig verhalen uitgezocht, die in prachtige beelden beschrijven hoe een engel een 7


9229_Ieder zijn engel 2e dr

12-01-2010

16:18

Pagina 8

mens in een uitzichtloze situatie tegemoet treedt, hoe engelen hem behoeden en beschermen en hoe ze hem de ogen openen voor de weg die hem ten leven voert. Uit die engelenverhalen blijkt dat de engelen de mensen nooit in de steek laten, dat ze hen begeleiden op al hun wegen en hen geborgenheid schenken juist daar, waar zij met hun angst alleen zijn. Ook schrijf ik vanuit een therapeutische belangstelling over de engel die ieder van ons heeft. In veel gesprekken heb ik van mensen gehoord dat de voorstelling van de engel die bij hen is, hen geholpen heeft om hun weg te vinden in het leven. Juist in hun kindertijd was het beeld van een persoonlijke beschermengel hen tot steun. Velen hebben als kind met hun beschermengel geleefd. De engel die hen begeleidde, was voor hen even echt als de pop waarmee ze speelden of de teddybeer die ze meenamen naar bed. Mensen vertellen mij hun levensverhaal vaak uitsluitend met als uitgangspunt de beschadigingen die ze hebben opgelopen. Het is zeker belangrijk om de krenkingen onder ogen te zien die ons in onze kindertijd, of ook later nog, ziek hebben gemaakt. Maar ik maak ook veel mensen mee die alleen nog maar met hun trauma’s bezig zijn. Er worden steeds nieuwe methoden aangeprezen om met die kwetsuren uit de vroege kindertijd te leren omgaan. Het komt mij haast voor als een soort verslaafdheid om steeds nieuwe wonden te ontdekken. En dan heb ik veel aan het denkbeeld dat die persoon in zijn kindertijd niet alleen maar aan mensen die hem krenkten was overgeleverd, maar dat hem ook een engel terzijde stond, die hem beschermde en hem naar de plekken bracht waar hij op adem kon komen, waar hij genezing mocht vinden. In plaats van steeds maar weer in de ‘wonde van het niet-bemind-zijn’ (Peter Schellenbaum) te wroeten, zou het vaak beter voor ons zijn om te zoeken naar de sporen van engelen in ons leven. Onder sporen van engelen versta ik de heilzame en genezende sporen die in elk leven te vinden zijn. Die ontdek ik als ik me afvraag wanneer ik me als kind goed voelde, wanneer ik mijzelf kon vergeten, wanneer ik helemaal in mijn spel opging. Wat waren mijn lievelingsplekken? Wat heb ik daar gedaan? Wat 8


9229_Ieder zijn engel 2e dr

12-01-2010

16:18

Pagina 9

speelde ik het liefst? Waar was ik helemaal in mijn element? Als ik die sporen naga, zal ik inzien dat ik niet aan zieke en ziekmakende ouders was uitgeleverd, maar dat ik als kind al door een engel werd begeleid. De engel maakte het mogelijk dat ik ondanks kwetsuren en veel ongelukkige ervaringen toch het hoofd boven water hield, dat ik gezond ben gebleven en mijn eigen weg in het leven heb gevonden. Voor ouders kan de gedachte dat ieder kind een engel heeft, bevrijdend zijn. Veel ouders maken zich vaak genoeg zorgen of ze hun kinderen wel goed opvoeden, of negatieve invloeden van buitenaf hun kinderen niet op het verkeerde pad brengen, of het verdriet dat ze hun kinderen onbewust aandoen hen niet voor altijd beschadigt. Dergelijke zorgen en angsten zijn volkomen begrijpelijk. Ik maak ouders mee, die door psychologische boeken totaal uit hun evenwicht zijn geraakt. Ze willen zo graag alles goed doen en houden zich pijnlijk precies aan de gegeven adviezen. Maar hun eigen gevoel vertrouwen ze niet meer. Daardoor wordt de omgang met hun kinderen alleen nog maar ingewikkelder. Het kan gebeuren dat ze hun kinderen nog zieker maken dan die ouders die hun natuurlijke instinct volgen doen, juist omdat ze hun kinderen niet willen kwetsen. De idee dat ieder kind zijn eigen engel heeft, bevrijdt de ouders van hun overdreven bezorgdheid. Ondanks alle beperkingen van de ouders en ondanks alle pedagogische tekortkomingen kan het kind gezond opgroeien, omdat een engel hem begeleidt en over hem waakt. Dit boek richt zich echter niet alleen tot ouders, maar ook tot allen die hun eigen kindertijd onder ogen willen zien, misschien wel bezig zijn om die in een therapie of geestelijke begeleiding te verwerken, en op verdringingen en wonden stoten die hen belemmeren te leven. Soms zijn die mensen wanhopig. Ze hebben al zo vaak over hun kindertijd nagedacht en daar met anderen over gesproken. Ze hebben misschien wel geprobeerd om alles te verwerken wat zich daarin aan belastends voordeed. Maar het weten alleen helpt hen niet verder. Weten waar en wanneer en hoe ze werden gekwetst, geneest hun wonden niet. Integendeel. Sommigen willen steeds meer over de 9


9229_Ieder zijn engel 2e dr

12-01-2010

16:18

Pagina 10

trauma’s uit hun levensgeschiedenis weten, ze wroeten in hun wonden en halen de littekens weer open. Voor die mensen is het van belang om ook de sporen van engelen in hun leven na te gaan. Ze waren in hun kindertijd niet alleen maar uitgeleverd aan een vader die alcoholist was of aan een depressieve moeder. Ze werden niet alleen maar bepaald door negatieve boodschappen als ‘je deugt niet’; ‘je bent me tot last’; ‘het zou beter zijn als je er helemaal niet was’. Aan hun zijde stond ook een engel, die hun een andere ruimte om te leven liet vinden, een ruimte waarin ze vrij waren van de negatieve invloed van hun omgeving en waar zij iets als heil en heelheid voelden. Zich bezighouden met dit spoor van een engel kan even heilzaam zijn als het verwerken van trauma’s. Als we in contact komen met het spoor van onze engel, zijn we ook weer in staat om de engel te ontdekken die nu aan onze zijde gaat en die ons nu net zo naar het leven wil voeren als toen. Hoe engelen hun hand beschermend boven het kind en boven ieder mens houden en wat ze met ons doen, dat zou ik aan de hand van bijbelse verhalen over verschijningen van en ontmoetingen met engelen willen beschrijven. En dan gaat het mij niet om een exegetische uitleg van de betreffende bijbelplaatsen, maar om een in beelden duidende benadering van onze eigen belevingswereld. Want over engelen kan alleen in beelden, op een aangepaste manier worden gesproken. De bijbel heeft ons dat voorgedaan. Als we afgaan op de bijbelse voorstellingen zullen we meer over onze helpende engelen ervaren dan door theologische beschouwing. Toch zou ik minstens beknopt willen ingaan op de theologische en psychologische voorwaarden voor een aangepast spreken over engelen, om mij ook te distantiëren van sommige overdreven voorstellingen van de engelen zoals die tegenwoordig worden gepropageerd.

10


9229_Ieder zijn engel 2e dr

12-01-2010

16:18

Pagina 11

Op een aangepaste manier over engelen spreken In de wereld van het esoterische wordt er tegenwoordig veel over engelen gesproken. Blijkbaar hunkeren sommigen ernaar de bovennatuurlijke wereld te zien en te ervaren. In de engelenvoorstellingen van het esoterisme zijn beelden van heidense goden en godinnen binnengeslopen, en ze worden bepaald door de ervaringen van gevoelige, scherpziende mensen. Engelen worden gezien als behorend tot de astrale wereld en hun natuur bestaat uit fijne materie. Al in de vroege kerk oefenden dergelijke concrete voorstellingen van engelen een grote fascinatie uit. De schrijver van de Brief aan de Kolossenzen waarschuwt de vroege christenen dan ook: ‘Niemand mag u verachten, die zich in schijnbare nederigheid beroept op de verering die hij aan de engelen bewijst, die praalt met visioenen en zich zonder reden in de geest van de wereld belangrijk maakt’ (Kol. 2:18). Blijkbaar deden de ketters, voor wie de Brief aan de Kolossenzen waarschuwt, aan engelenverering en voelden ze zich verheven boven de christenen die zich alleen aan Jezus Christus hielden. Een dergelijk superioriteitsgevoel spreekt tegenwoordig uit veel esoterische geschriften. Ze willen meer weten dan een mens kan weten. Daarom moeten we op zo’n manier over de engelen spreken als in overeenstemming is met de christelijke traditie.

Benadering vanuit de theologie Engelen zijn in ieder geval in de theologie van de laatste dertig jaar veronachtzaamd. De theologie zegt dat de bijbel het bestaan van engelen veronderstelt, maar niet in de eigenlijke zin openbaart. Engelen behoorden gewoon tot de voorstellingswereld van de toenmalige tijd, en in die voorstellingswereld spreekt de bijbel ook over God en over wat hij aan de mens verricht. Maar eigenlijk hadden de engelen geen betekenis. De christelijke theologie kan zich heel goed redden zonder over en11


9229_Ieder zijn engel 2e dr

12-01-2010

16:18

Pagina 12

gelen te spreken. Tegenover deze kritische houding zien we in de geschiedenis van de theologie en de christelijke dogmatiek, dat de kerkelijke overlevering over engelen als schepselen van God spreekt. Ze zijn dus door God precies zo geschapen als de mens en staan in zijn dienst. En als de engelen schepselen zijn, ‘dan moeten zij met het heel normale menselijke kenvermogen kunnen worden gekend’.1 Ze zijn geestelijk-persoonlijke machten. Vanuit de kerkelijke leer gezien, zijn de engelen dus meer dan alleen maar een beeld voor de genezende en liefhebbende nabijheid van God. Engelen zijn machten. Ze hebben een kracht in zich. En ze hebben een taak voor de mensen. Als geestelijkpersoonlijke schepselen zijn ze van het begin af aan op de menselijke geest en de persoon van de mens betrokken en werken ze in op zijn geest en persoonlijkheid. Het gaat dus minder om de engelen als aparte wezens dan om de engelen in hun relatie tot de mensen. Volgens Augustinus is ‘engel’ een aanduiding voor een taak, niet voor een wezen. De engel is een bode van God, met wiens hulp God aan de mens een boodschap zendt of hem begeleidt en iets in hem bewerkt. De engel kan als een mens tot ons komen, in een droom of in onze ziel. De plek waar engelen kunnen worden ervaren is het hart van een mens. De bijbel en de kerkvaders zijn ervan overtuigd dat de mens telkens weer engelen kan zien en ervaren. Die ervaringen worden in beelden beschreven. Iedere poging om dieper tot het wezen en het werken van de engelen door te dringen, alle menselijke nieuwsgierigheid die zich van de engelen meester wil maken, wordt door de kerk terecht afgewezen. Als we de kerkelijke leer serieus nemen, dan mogen we met goed recht over engelen spreken in wie God ons zijn nabijheid toont, door wie God zelf aan ons werkt. God bedient zich in de engelen van geschapen energieën. Dat kunnen psychische energieën zijn, helpende krachten in onze ziel; dat kunnen de gebeden van andere mensen zijn, maar ook de liefdevolle deelneming van gestorvenen die we hebben bemind. Vorgrimler vraagt terecht: ‘Zouden zulke psychisch-energetische krachten 12


9229_Ieder zijn engel 2e dr

12-01-2010

16:18

Pagina 13

zonder betekenis zijn? Het kan niet verkeerd zijn om op Gods bescherming door zulke beschermende krachten te vertrouwen.’2 Als de engelen geschapen geestelijke wezens zijn, dan kunnen ze door de eigen psychische vermogens, door andere mensen en in dromen tot ons komen, ons leven verhelderen en genezend en helpend op ons inwerken. In de engel wordt voor ons daarmee Gods nabijheid concreet. Gods liefhebbende nabijheid omgeeft mij in de engel in een geschapen werkelijkheid. Ze wordt voor mij ervaarbaar, concreet. Ik hoef niet alleen maar in Gods nabijheid te geloven, zij laat zich ook ervaren, bijvoorbeeld in een gedachte die in mij opflitst. Het is vanuit de christelijke traditie legitiem om te zeggen dat een engel mij die gedachte heeft ingegeven. De bijbel spreekt telkens weer over engelen in verband met dromen. In de droom spreekt een engel tot mij en maakt hij Gods boodschap voor mij concreet. Een vrouw vertelde me dat zij nooit kon geloven dat God haar liefhad. Als ze in een preek hoorde of in een boek las dat ze Gods beminde dochter was, ging dat altijd aan haar voorbij. Maar toen droomde ze dat een stem tot haar sprak: ‘Jij bent mijn beminde dochter. In jou heb ik mijn welbehagen.’ In de droom werd het woord van God een innerlijke werkelijkheid. Ze hoefde er niet meer alleen maar in te geloven. Ze had de werkelijkheid van het goddelijk woord ervaren. Een engel had haar die boodschap gebracht, en wel zo dat ze die rechtstreeks kon ervaren. Als engelen een geschapen werkelijkheid zijn, dan kunnen zij ook naar ons toe komen in geestelijke wezens die ons omgeven, of die de gestalte van een mens aannemen. Een mens kan voor ons een engel worden. De mens is niet naar zijn wezen engel. Maar op een bepaald ogenblik wordt hij dat voor mij. In hem ervaar ik Gods helpende en liefhebbende nabijheid. Een geschapen werkelijkheid is ook het innerlijke licht dat soms in ons opflitst, of een innerlijk beeld dat in ons opkomt. En een geschapen werkelijkheid is ook het beeld van de engel die mij begeleidt, het beeld van een lichtend geestelijk wezen. We kunnen vaak niet onderscheiden of zulke beelden droombeelden 13


9229_Ieder zijn engel 2e dr

12-01-2010

16:18

Pagina 14

zijn of visioenen, of dat de engelen werkelijk met onze gewone ogen kunnen worden gezien. Daar gaat het ook niet om. Of ze nu droombeelden, visioenen of zichtbare geestelijke wezens zijn, het gaat altijd om ervaringen waarin de mens iets overkomt wat hij ziet als engel, als bode van God. In de engel wordt de genezende en beschermende nabijheid van God een ervaarbare werkelijkheid. We hoeven niet in engelen te geloven. Engelen zijn geen object van ons geloof. Geloven kunnen we alleen maar in God. Maar in de engelen kan het geloof in Gods liefde zich concretiseren en verdichten. Engelen kunnen worden ervaren. Ze verbinden onze wereld met de wereld van God. Door middel van de engelen reikt God tot in onze alledaagse werkelijkheid. En daarom is het zinvol om over hen te spreken. Want God is altijd ook de geheel andere, onbegrijpelijke, onnoembare: hij is het absolute mysterie, dat we niet kunnen bevatten. In de engelen laat hij ons op menselijke wijze zijn nabijheid zien. Daarom mogen we over de engelen spreken. Maar dat moeten we altijd doen in samenhang met God, en niet – zoals in de esoterische milieus – uit loutere belangstelling voor buitengewone dingen. Engelen zijn boden van God. Ze verwijzen naar God. Ze openen onze ogen voor het geheim van God. Ze brengen de verbinding tot stand tussen hemel en aarde, tussen God en mens. Ze stijgen langs Jakobs ladder naar de hemel omhoog en dalen weer af, om Gods boodschap in onze harten te verankeren.

Benaderingen vanuit de psychologie De evangelische pastoraalpsycholoog Ellen Stubbe heeft zich in haar boek Die Wirklichkeit der Engel in Literatur, Kunst und Religion aangesloten bij de beschouwingen van de Engelse kinderanalyticus Donald W. Winnicott, om tot een aan onze tijd aangepaste manier van spreken over engelen te komen. Winnicott spreekt van ‘overgangsobjecten en overgangsverschijnse14


9229_Ieder zijn engel 2e dr

12-01-2010

16:18

Pagina 15

len’. Hij onderscheidt bij het kind een buitenwereld en een binnenwereld: de buitenwereld wordt bepaald door de ouders, de dingen waaraan het zich stoot en waarvoor het zich interesseert. De binnenwereld zijn de eigen fantasieën. Winnicott gaat er nu van uit dat er nog een ‘derde dimensie’ bestaat. Die is een ‘tussengebied van de beleving, waaraan zowel de innerlijke werkelijkheid als het leven daarbuiten bijdragen. Het is een gebied waarvan het bestaan niet in twijfel wordt getrokken’3, een rustplaats waar het kind kan uitrusten en die hem helpt de innerlijke wereld en de buitenwereld met elkaar te verbinden. Een speelgoedbeest, een pop of een ander voorwerp dient voor het kind als een overgangsobject dat hem helpt om de angst voor de nacht of voor onbekende gevoelens te overwinnen. Dat overgangsobject stelt het kind in staat om in geborgenheid en veiligheid te geloven, ook als de moeder afwezig is: vaak genoeg is het een vervangingsmiddel voor de afwezige moeder. Winnicott meent dat het de blijvende opgave van de mens is om de innerlijke en uiterlijke werkelijkheid met elkaar in verbinding te brengen. Het tussengebied van de beleving is daarbij vanaf de kindertijd een hulp: voor het kind het spel waarin het zijn fantasie en illusies uitdrukt. De volwassenen vinden dat tussengebied in de kunst en de godsdienst. Dit is de plek waar Ellen Stubbe het aangepaste spreken over engelen situeert. De voorstelling van engelen helpt het kind en later de volwassene om de eenheid van het eigen ik te bewaren. Voor volwassenen, maar ook voor kinderen bestaat de dreiging, dat het eigen ik versplinterd raakt. Als kinderen tot hun engel bidden, voelen zij onbewust dat de engel het breekbare ik samenhoudt, dan beleven zij zich als een harmonische en waardevolle eenheid. Engelen treden volgens Ellen Stubbe op in situaties, waarin een mens wordt bedreigd met verval, van binnenuit en van buitenaf. De activiteit van engelen is ‘altijd gericht op integratie en heelheid’.4 De psychologische functie van de engelen bestaat ‘enerzijds in het verlenen van hulp bij het opbouwen van een ik, anderzijds in het behoeden van een bestaand ik’.5 Maar engelen scheppen niet alleen het ik, ze 15


9229_Ieder zijn engel 2e dr

12-01-2010

16:18

Pagina 16

brengen ons ook in relatie met God. Want het kind spreekt liever over engelen dan over God. En ook voor volwassenen kan het gemakkelijker zijn om over engelen te spreken dan over God, die zo vaak ver weg lijkt en zo abstract dat hij niet kan worden ervaren. Zoals de engelen tot de innerlijke en de uiterlijke werkelijkheid behoren, zo behoren zij ook tot het tussengebied dat de aardse en hemelse wereld, de concrete alledaagsheid en het gebied van het goddelijke met elkaar verbindt. Door de voorstelling van engelen die ons bijstaan, wordt Gods genezende en liefdevolle nabijheid voor ons concreet. Engelen verwijzen van het begin af aan naar een ervaringsgebied. Ik hoef niet in engelen te geloven: engelen worden ervaren. En ze blijven altijd in hun ambivalente wereld tussen beeld-zijn en werkelijkheid. Mensen die ons helpen, noemen we engelen. En we hebben een vermoeden dat er in ons innerlijk een engel woont die onze ogen opent voor de eigenlijke werkelijkheid, die ons bedreigde ik voor desintegratie behoedt, die ons op onze weg begeleidt en ons over de drempel van de dood naar het eeuwige licht voert. Een andere psychologische benadering die ons zou kunnen helpen om op aangepaste wijze over de engelen te spreken, biedt wellicht de psychologie van C.G. Jung. Engelen treden bij kinderen vaak op als surrogaatvoorstellingen voor de afwezige ouders. Het beeld van de engel helpt het kind om zich desondanks geborgen te voelen. Jung denkt dat kinderen niet alleen de concrete moeder en de bestaande vader beleven, maar dat zij ook de archetypische beelden van moeder en vader in zich dragen. Die archetypische beelden zorgen ervoor dat het kind ondanks negatieve ervaringen met de ouders toch iets van houvast en geborgenheid kan beleven. Ze geven het kind een vermoeden van een liefhebbende en zorgende moeder en worden door kinderen het liefst in de voorstelling van engelen geconcretiseerd. Jung schrijft niet over het bestaan van engelen, maar alleen over hun psychische werkelijkheid. ‘Want als engelen Ă­ets zijn, dan zijn ze gepersonifieerde bemiddelaars van onbewuste inhouden, die aan het woord willen komen.’6 Engelen schen16


9229_Ieder zijn engel 2e dr

12-01-2010

16:18

Pagina 17

ken het kind de ervaring van een geborgenheid die dieper gaat dan wat de ouders kunnen bieden. Ze schenken hem de ervaring dat een andere macht zijn beschermende hand over hem uitstrekt. Dat stelt hem gerust in zijn diep gewortelde angsten. Sprookjes brengen het kind in contact met de levensbron van het onbewuste; de voorstelling van engelen doet dat precies zo. Jung kent aan de engelen een belangrijke invloed op het bewustzijn toe. Als de mens de boodschap van de engel niet in zijn bewustzijn opneemt, vloeit de energie van het onbewuste ‘weg naar het gebied van de affectiviteit respectievelijk de sfeer van de driften. Daaruit ontstaan gevoelsuitbarstingen, geïrriteerdheid, humeurigheid en seksuele opwinding, waardoor het bewustzijn gewoonlijk grondig gedesoriënteerd raakt’.7 Voor Jung vormt de engel ‘een tegenpositie tegenover het subjectieve ik’. Hij vertegenwoordigt ‘een stuk van de objectieve psyche’.8 De mens is niet alleen maar een ik, maar in hem bevindt zich een wereld waar het onbewuste leeft en op hem inwerkt. Uit dit onbewuste kunnen destructieve krachten voortkomen die de mensen zelfs tot gruweldaden kunnen brengen, zoals dat in het Derde Rijk gebeurde. Maar uit het onbewuste treden ook de engelen tevoorschijn, die ons een vermoeden geven van ‘schoonheid, goedheid, wijsheid en genade’.9 De ervaringen van de diepten en hoogten van de menselijke natuur geven ons volgens Jung het recht om van engelen te spreken. Engelen zijn volgens Jung ‘leidende spirituele krachten van de ziel’, ‘archetypische symbolen met een spirituele energie, die op het ik en het bewustzijn van de mens een angstaanjagende of genezende invloed kunnen hebben’.10 Tegen de achtergrond van deze theologische en psychologische overwegingen met betrekking tot een aangepaste manier van spreken over engelen, zou ik nu enkele voorstellingen van engelen, zoals de bijbel ons die geeft, nader willen beschouwen. En dan gaat het mij niet zozeer om het wezen van de engelen, maar om hun taak. We zijn altijd op weg om meer en meer onszelf te worden. Ik ben er vooral in geïnteresseerd hoe de engelen ons op die weg inspireren om verder te gaan, op te bre17


9229_Ieder zijn engel 2e dr

12-01-2010

16:18

Pagina 18

ken, op te staan, vol te houden. Daarbij ga ik uit van de gedachte dat ieder mens een engel heeft. Maar ik zal geen pogingen doen om die engel meer precies te omschrijven. Al het spreken over engelen vraagt om de ruimte van de fantasie en de creativiteit. Het vraagt om de ruimte van het vertrouwen, die gekenmerkt wordt door de ervaring van genezende nabijheid. Zowel mensen als God kunnen zo’n ruimte van vertrouwen bieden. In die ruimte van een oorspronkelijk vertrouwen, dat tot in de dimensie van de hemel reikt, kunnen we op een aangepaste manier over engelen spreken. En daarvoor is de taal van de beelden nodig. Alleen beelden kunnen vertolken wat engelen zijn en hoe in de engel en door de engel ons leven meer heel en stralend wordt.

Noten 1. Vorgrimler, 31. 2. Vorgrimler, 105. 3. Stubbe, 61. 4. Stubbe, 276. 5. Ibid., 263. 6. Bd 13, 91. 7. Bd 13, 91. 8. Bd 11, 660. 9. Bd 11, 660. 10. Hark, 117.

18


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.