Tegelijk met deze bundel is verschenen een cd onder dezelfde titel met een selectie van liederen uit deze uitgave (isbn 978 90 239 6726 2).
Sytze de Vries (1945) is theoloog, dichter en tekstschrijver. Jarenlang was hij predikant en werkte hij bij de radio. Hij beheert nu ‘De Vertaalslag’, werkplaats voor het Woord in toon, taal en teken. Hij legt zich toe op het schrijven en het geven van lezingen, cursussen en adviezen.
Sytze de Vries nJij, mijn ademo
De aloude Psalmen roepen meermalen op om het nieuwe lied te zingen. Want de reputatie van Gods grote daden verbleekt tot een echo, wanneer niet iedere generatie opnieuw zijn eigen ervaring daarmee verwoord. ‘Nieuw vuur oprakelen in oude woorden’ is dan ook wat Sytze de Vries alweer dertig jaar lang niet laten kon. Met taal die ontvonkt aan de taal van de Schrift, maar die zoekt te aarden in wie en wat wij zijn. In de beeldtaal, die de poëzie eigen is. Naast de onberijmde teksten zijn in deze bundel ruim 200 liedteksten verzameld, op bekende of nieuwe melodieën, meestal van de hand van de musici met wie hij in deze jaren samenwerkte.
Sytze de Vries
nJij, mijn ademo Verzamelde liederen
isbn 978 90 239 6725 5 | nur 709
www.boekencentrum.nl www.sytzedevries.com
De Vries Jij, mijn adem nw.indd 1
9 789023 967255
boekencentrum
02-11-09 12:08
Sytze de Vries
Jij, mijn adem Verzamelde liederen
Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer
omslagontwerp: Geert de Koning muzieknotatie en vormgeving: COMPOPRINT, Ermelo
Bij deze bundel is de gelijknamige CD verschenen: CD bij Jij, mijn adem (ISBN 978 90 239 6726 2) www.uitgeverijboekencentrum.nl: voor deze uitgave en CD bij deze bundel www.sytzedevries.com: voor begeleidings- en koorzettingen bij deze bundel www.uitgeverijmeinema.nl: voor andere uitgaven Sytze de Vries
ISBN 978 90 239 6725 5 NUR 709 Š 2009 Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij electronisch, mechanisch, door fotokopieÍn, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voorwoord Het is niet zonder bedoeling, dat dit liedboek qua formaat past bij de drie delen Bij Gelegenheid en de gedichtenbundel Witgewassen woorden. Alle vijf banden verzamelen immers de teksten, berijmd en onberijmd, zoals ik die in bijna dertig jaar heb geschreven. Als predikant in Purmerend (1980-1986) en de Oude Kerk van Amsterdam (1988-2005), als medewerker aan radio- en televisieprogramma’s van de NCRV (1982-1995) en sinds 2005 als voltijds-schrijver in de Werkplaats De VERTAALSLAG. Vrijwel alle teksten ontstonden in de eigen wekelijkse praktijk of op verzoek van anderen. Dat geldt ook voor de liederen in deze bundel, waarvan een gedeelte al beschikbaar was via de delen van Zingend Geloven, de eigen eerste liedbundel Tegen het donker en de aanvullende liedbundel Tussentijds. Dit boek is zoiets als een verzamelbundel, al zijn de bronnen nog niet opgedroogd en liggen nieuwe verzoeken om teksten te wachten. Nogal wat liederen hebben nieuwe melodieÍn. De meest voorkomende namen van de musici, die de teksten toonzetten, zijn overduidelijk die van Willem Vogel, Toon Hagen en Christiaan Winter. Zij droegen bij aan de vruchtbare Amsterdamse jaren. De noodzaak om te blijven zingen, zelfs tegen de klippen op en tegen het donker, was al die jaren de grote drijfveer om telkens weer naar woorden te zoeken om hetzelfde anders en nieuw te zeggen. Daarom opent dit boek met vier liedteksten, die het zingen zelf tot thema hebben. Wie meer over mijn drijfveren wil weten, kan ik verwijzen naar de inleidende hoofdstukken van het boek Vieren en Brevieren, dat eveneens in deze periode verschijnt. Ik schreef het samen met Christiane Berkvens. Parallel aan deze bundel wordt ook een gelijknamige CD aangeboden. Deze is opgenomen met musici en koren, waarmee ik heb gewerkt en bevat een doorsnede uit deze bundel Jij, mijn adem. Sytze de Vries Schalkwijk (Utrecht) 5
Liederen
1 Jij, mijn adem
«« « Œ « «« 2 Œ ««˙« ««ˆ« ««ˆ« «« «ˆ« ====================== &2 l ˆ« ˆ«« ˆ« l ˆ« = Melodie: Toon Hagen
1. Jij,
mijn
a - dem
wan - neer ik
zing,
««ˆ« œ»»» ˙»» œ» œ» œ»» ˙»» ˙»» » ====================== & = » » » l »» l »» hoog - ge - stemd van
jouw lief - de drink.
«« ««ˆ« « œ»» œ»»» œ»»» l Œ ««˙« ˆ« l «ˆ« = » ====================== & Œ l œ»»» Dan
maakt jouw geest mij
vo - gel - vrij
«« « « « ˆ« «ˆ« «ˆ« l ««ˆ« «ˆ« ««ˆ« ««ˆ« l w ====================== & =” en zing ik
mij van zor - gen
2. Jij, mijn adem wanneer ik bid, sprakeloos uit het donker treed. Dan spelt jouw geest mij woord voor woord, en weet ik mij door jou gehoord. 3. Jij, de adem van al wat leeft, zuchtend naar de verlossing streeft. Zo wacht de schepping op de dag dat zij bevrijd herleven mag. 4. Jij, mijn adem ook in de nacht, onwetend wat mij morgen wacht. Vul wat ik hoop en wat ik vrees dan met de dromen van jouw geest. 8
vrij.
5. Jij, mijn adem wanneer ik sterf, ademloos door het duister zwerf. Dankbaar voor wat jouw geest vermag, geef ik mij aan zijn vleugelslag.
Voor de lange adem
9
2 Zo lang wij ademhalen
«« «« « « ««ˆ« bb 4 ˆ« ˆ« l œ»»» . «j ˆ« «ˆ« ««ˆ« l ««ˆ« ====================== & 4 =
Melodie: Llangloffan (Wales)
1. Zo - lang wij
a - dem - ha
-
len
«« «« œ»» œ»» œ»» bb ˆ« l œ»»» » ====================== & = » » l ˙« . schept Gij in
ons
de
kracht
b « «« ««ˆ« ««ˆ« . Jœ»» œ»»» ««ˆ« l ˆ«« ˆ« » ====================== &b = l œ»»» om
zin - gend
te
ver - ta
-
len
«« « ««ˆ« œ»»» œ bb ˆ« #ˆ««« l »»» l ˙«« . ====================== & = waar - toe wij zijn
ge - dacht:
««ˆ« ««ˆ« œ» œ»»» œ»» œ»» bb » l ˙»»» ====================== & = » l »» el - kaar zijn
wij
ge - ge - ven
tot
kleur
sa - men - klank.
De
lof - zang om
b «« «« «« œ»» œ»»» ˆ« l #ˆ««« ˆ« » ====================== &b = l ˙« . en
««ˆ« ««ˆ« ««ˆ« œ . Jœ»»» œ»»» bb «« l ««ˆ« ====================== & = l »»» ˆ« het
le - ven
««ˆ« « ««ˆ« « œ»» bb #ˆ«« l «˙« . » l œ»»» ====================== & =” geeft stem aan
on - ze
2. Al is mijn stem gebroken, mijn adem zonder kracht, het lied op and’re lippen draagt mij dan door de nacht. Door ademnood bevangen of in verdriet verstild: het lied van uw verlangen heeft mij aan ’t licht getild.
10
dank.
3. Het donker kan verbleken door psalmen in de nacht. De muren kunnen vallen: zing dan uit alle macht! God, laat het nooit ontbreken aan hemelhoog gezang, waarvan de wijs ons tekent dit lieve leven lang. 4. Ons lied wordt steeds gedragen door vleugels van de hoop. Het stijgt de angst te boven om leven dat verloopt. Het zingt van vergezichten, het ademt van uw Geest. In ons gezang mag lichten het komend bruiloftsfeest.
Voor de lange adem
11
3 Ons lied put uit de bronnen
««˙« «« ˙»»» œ»»» « ˙ ˙»» bb ====================== & b ˆ« l «˙« = l »»» »
Melodie: Toon Hagen
1. Ons
lied
put uit
de
bron - nen
œ»» ˙»» « ˙»» ˙» ˙»» ˙»» œ»» bb » » » » » ====================== & b = » l »» l ˙«« waar - uit
het le - vend
wa - ter springt!
«« b ˙»» œ»» ˙»» «« ˆ« l ««˙« » » » l ˙»»» ˙« ====================== &bb = De
dorst
is
Gij
laaft wie U
o - ver - won - nen;
« « « « Ó ««˙« bb «_««˙ l _«««˙ _«««ˆ «˙« ˙«« l ˙«« l «˙« ====================== & b =” de
lof - zang
2. Heeft David niet bezongen de beker van uw overvloed? Nu bloeit in onze monden een nieuw gezang om uw tegoed. 3. Want zingen is: vertrouwen dat Gij in onze liefde woont, een eigen huis wilt bouwen van het gezang waarop Gij troont. 4. Gezegend om te zingen zijn wij, als stem en tegenstem. Ons lied geeft aardse dingen de kleuren van Jeruzalem. 5. Ons lied weet van de hemel waar Gij onze gebeden leest. En zingend wordt ons eigen het ademhalen van de Geest. 6. Want zingen is: nooit zwijgen, al wordt ons lied ook godgeklaagd. Zing, als de nachten dreigen, een psalm die naar de morgen vraagt!
12
zingt!
7. Ons lied leeft van de dromen, uw Geest is ons een nieuw geluid. Wij wachten wat moet komen en zingen onze tijd vooruit. 8. Maar zingen is ook: zuchten met heel de schepping in haar nood. Wie zwijgt, verzuimt te vechten tegen de tranen en de dood. 9. Want zingen is: U loven met vuur en heilig ongeduld. Jeruzalem van boven: het keervers dat de aarde vult. 10. Wie zingt kan met U leven, en met U sterven mettertijd. Want Christus heeft met psalmen voorgoed de weg voor ons bereid.
Voor de lange adem
13
4 Ik zing omdat ik zingen moet
«« « ## 6 «« «« « ˆ« «˙« ====================== & 4 ««ˆ« ««˙« ˆ« l «˙« ˆ« l ««˙« = Hannover, 1646
1. Ik
zing
om - dat
ik
zin - gen
moet!
## ««˙« ««ˆ« ˙» ˙»» œ»» ˙» œ»» ««ˆ« »» » ====================== & = » l »» l » Een lied
zit
blij - vend mij
in
en vindt
er
op
een nieu - we
voor
het
’t bloed
## œ» ««ˆ« «« ˙»» œ»» ˙» ˙»»» œ»»» »» » » ====================== & = l »» l ˙« wijs
## «« «« «« « ««˙« «« ˆ« ˆ« l ««˙« ˆ« «˙« ˆ« l W ====================== & =” weer woor - den
pa - ra - dijs.
2. Ik zing mij naar wat eens zal zijn. Ik zing tegen de nacht, de pijn een visioen, een oude droom: ik zit onder een vijgenboom 3. en allen die mijn vrienden zijn genieten met mij van de wijn. Mijn kind speelt zalig met een slang, is voor de duivel niet meer bang. 4. De hitte van de dag geblust, een vrede die de aarde kust: er is een einde aan de strijd, de wereld ademt zaligheid 5. en overal is rust rondom, weldadig als de avondzon. Het licht brandt en verspreidt zijn gloed. Dit is Gods schepping, gaaf en goed!
14
Voor de lange adem
5 De vreugde voert ons naar dit huis Intochtslied
« «« #c ««ˆ« «« « ˆ« ««ˆ« l ««ˆ« ««ˆ œ»»» ««ˆ« l «ˆ« ====================== & ˆ« = Melodie: Willem Vogel
1. De
vreug - de voert ons naar dit
huis
# « «« ««ˆ« ««ˆ« ˙» Œ ««ˆ« l ˆ«« ˆ« ====================== & = l »» waar ’t Woord aan ons
ge - schiedt.
# «« «« œ»» ««ˆ« œ»»» œ»»» l œ»»» œ»»» l ««ˆ« ˆ« ˆ« » ====================== & = God
roept zijn Naam o - ver
ons
uit
# ««ˆ« «««ˆ «« « «« «««ˆ ««ˆ« Œ « ˆ« l «˙« « ====================== & =” ˆ« l ˆ« en
wekt
in
ons
het
lied.
2. Dit huis van hout en steen, dat lang de stormen heeft doorstaan, waar nog de wolk gebeden hangt van wie zijn voorgegaan, 3. dit huis, dat alle sporen draagt van wie maar mensen zijn, de pijler die het alles schraagt, wilt Gij die voor ons zijn? 4. Zal dit een huis, een plaats zijn waar de hemel open gaat, waar Gij ons met uw eng’len troost, waar Gij U vinden laat? 5. Onthul ons dan uw aangezicht, uw Naam, die mét ons gaat en heilig ons hier met uw licht, uw voorbedachte raad. 6. Vervul ons met een nieuwe verstaan van ’t Woord, waarin Gij spreekt en reik ons zelf als leeftocht aan het Brood, dat Gij ons breekt.
De gemeente bijeen
15
5
«« #c « ««ˆ« ˆ««« œ»» ««ˆ« « ˆ« « l ˆ«« ««ˆ« ««ˆ« ====================== & = » ˆ« l 7. Dit
huis
slijt mét ons
aan
de tijd,
# «« «« ««ˆ« ««ˆ« Œ « ˆ ˆ« l ˙»»» « « ====================== & = ˆ« l maar blij - ven
zal
de
kracht
# «« ««ˆ« ««ˆ« «« œ»» »»»œ œ»»» œ » » œ » » ˆ« » » l l ˆ« ====================== & = » die
wie hier schui - len
ver - der leidt
# «« Œ « « «« «« «« « «« ====================== & =” ˆ« l «ˆ« ««ˆ ˆ« ˆ« ˆ« ˆ«« l ˙« tot
16
al - les
is
vol - bracht.