De maaltijd
OECUMENISCH MAANDBLAD Jaargang 76 / Nummer 2 Februari 2010 € 2,75
In dit nummer…
Spinazie?
De maaltijd. Dagelijkse prik.
In mijn tuin staat een grote tafel, waar zeker twaalf
Maar als je met elkaar aan
mensen aan kunnen zitten. Daar geuren op zomer-
tafel gaat en samen eet,
avonden minestronesoep, lasagna en gevulde
kan dat wonderen doen.
paprika’s. Daar fonkelen water en wijn. Daar lacht
De Maaltijd vieren.
tot slot een grote schaal met tiramisu ons toe.
Een traditie van nemen,
Ik ben gelukkig als ik samen met vrienden eet.
danken, gedenken, proeven,
De tafel is mijn favoriete meubelstuk.
delen.
Spinazie? Of juist niet? > pagina 2 Eetgewoonten > pagina 4 Brood en bonen Over vasten > pagina 5 Apostelbrokken en zoute tranen Lexicon van rituele maaltijden > pagina 6 Een plaats aan de tafel Klein buffet van spreuken en gedichten > pagina 8 De Maaltijd vieren Hoe is het ooit begonnen met avondmaal en eucharistie? > pagina 10 ‘Er gebeurt iets dat boven de mensen uitstijgt’ > pagina 14
Kees Posthumus is verteller en eindredacteur van Woord & Dienst.
Aan tafel deel je de maaltijd en het leven. Daarom is het zo goed om geregeld met vrienden te eten, zoveel mooier dan een telefoontje of een mailtje. De tafel is de plaats bij uitstek om met elkaar in gesprek te raken. Niet voor niets komen managers rond de tafel bijeen voor een spirituele maaltijd, om te luisteren naar teksten uit Prediker en er daarna over van gedachten te wisselen. Christenen en moslims treffen elkaar aan tafel, liefst rond spijzen uit verre landen. Kerken organiseren buurtmaaltijden, koken eten voor dak- en thuislozen, vieren hun eigen feesten met drank en spijs. In 2009, het Calvijnjaar, at een gemeente in Soest ‘op zijn Calvijns’ (raclette met roggebrood). Zelfs op hoog niveau wordt samen gegeten: aan de tafel tijdens staatsdiners worden zaken gedaan. Zo werd bijvoorbeeld de nieuwe Europese president gekozen.
Een tweede huiskamer Eten in het inloophuis > pagina 17 De eetgroep – een vrouwenzaak? > pagina 18 In gesprek over Open Deur Op de website www.open-deur.nl vindt u een leidraad met gespreksvragen, tips voor boeken en activiteiten, en liturgische suggesties bij het thema van dit nummer. ‘In gesprek’, de leidraad met gespreksvragen, wordt gemaakt door medewerk(st)ers missionair werk van de Protestantse Kerk en is ook te bestellen bij mw. Jos Postma, tel. 030-8801468, e-mail: j.postma@pkn.nl
2
www.open-deur.nl
Wonder
Waarom doet samen rond de tafel zitten en eten wonderen? Het eerste dat bijdraagt aan het wonder van de tafel is dat iemand voor je gekookt heeft: een menu bedacht, inkopen gedaan, gesneden en gewassen, gekookt, opgediend. In al die handelingen zitten aandacht en liefde, die tot dankbaarheid stemmen. Een maaltijd koken voor een ander is een daad van liefde. Ten tweede: aan tafel zit je goed. Iedereen is gelijkwaardig. De tafel kan daarom het beste rond zijn. Het Laatste Avondmaal wordt meestal afgebeeld als een lange tafel waar iedereen achter zit. Volgens mij klopt dat niet. Ik denk dat ze elkaar goed konden zien en geen evangelietekst die mij hierin tegenspreekt. Rond de tafel kun je de tafelgenoten in de ogen kijken. En als dat even niet uitkomt, kijk je gewoon op je bord. Ten derde: het gesprek tijdens de maaltijd is niet
Of juist niet?
dwingend. De hoofdzaak is wat er op je bord ligt; het gesprek dat je voert, is bijzaak. Op een gespreksavond of vergadering moet je iets met elkaar bespreken en heb je agendapunten af te werken. Dat ontbreekt als je samen eet. Daardoor ontstaat de vrijheid en de ruimte om met elkaar van gedachten te wisselen. Het is ook niet erg wanneer er stiltes vallen. Luister dan naar het getik van mes en vork op de borden. Als ik met Iraanse vrienden en vriendinnen eet, kan het gesprek eindeloos gaan over het eten zelf. Moet je dat gerecht nu wel of niet met spinazie klaarmaken? Mijn moeder doet het altijd mét! Ten vierde: net als de liturgie is ook het verloop van een maaltijd geregeld. Voorgerecht, hoofdgerecht, dessert, koffie toe. Die orde schept duidelijkheid, in die structuur ontstaat vrijheid om dichter bij elkaar te komen. Wat de maaltijd, ten slotte, passend besluit is de afwas. Een vaatwasmachine ruim je alleen in en uit, afwassen doe je samen. En ook daar ontstaat vaak een gesprek. Of, wanneer de dochters en zonen van mijn tante Alie afwassen: gezang!
laten in de komende veertig dagen, om je voor te bereiden op het feest van de Opstanding? Na de maaltijd fietsen wij naar een naburige parochie om daar een askruisje te halen. De maaltijd en het kruisje geven aan dat de vastentijd is begonnen. In onze gemeente hebben we jarenlang eetgroepen gehad, groepen van tien tot vijftien mensen, jong en oud, die elke maand met elkaar aten. Het eten was doorgaans heerlijk, maar het ging vooral om de ontmoeting. Aanvankelijk lag er een nogal pragmatisch argument onder de start van de eetgroepen: eten moet je toch. Later gingen wij steeds meer de waarde van samen eten inzien. Er kwamen vriendschappen uit voort die duurzaam bleken. Delen
Aswoensdag
Voor mij raakt elke maaltijd direct aan de maaltijd van de Heer. Aan tafel deel je wat er is en er is altijd genoeg voor allen. Daarom is elke maaltijd ook een oefening in een nieuwe economie en een appèl om te blijven werken aan een wereld waarin er voedsel genoeg is voor allen. Wereldeconomie is een groot abstract begrip en gerechtigheid lijkt ver weg. Aan tafel laten wij zien dat het kan: het beschikbare voedsel in vrede delen.
Al jaren openen wij in onze gemeente de vastentijd met een maaltijd op Aswoensdag. Op het menu staat steevast een voedzame, vegetarische linzensoep met goed brood. Tijdens de maaltijd praten wij met elkaar over de tijd die voor ons ligt. Wat ga jij doen, wat ga jij
Tot slot een tip: zet altijd genoeg brood op tafel. Stelt iemand minder prijs op jouw kookkunsten dan jij voor mogelijk acht, dan kan hij of zij altijd veel brood eten en zo toch voldaan naar huis gaan. ✹
Open Deur | februari 2010
3
Eetgewoonten Een vrijgezellenontbijt in bed met geroosterde boterhammen en een kop koffie; een ‘gezinslunch’ aan de keukentafel met twee volop kletsende kleine meiden; warm eten met z’n vieren aan tafel, op een vaste plek, in het zorgcentrum. Drie mensen vertellen wat, waar en met wie ze eten.
Vrijgezellendiner Niet alleen de tijdstippen van mijn maaltijden variëren. Ook de plaatsen waar ik eet. Dat geldt alleen niet voor mijn ontbijt. Want als de wekker afgaat, spring ik steevast uit bed en beweeg me naar de keuken. Om eerst koffie aan te zetten en daarna twee boterhammen in de broodrooster te doen. Als de boterhammen hun beleg hebben gekregen en de koffie is ingeschonken, slenter ik terug naar bed om er daar van te genieten. Mijn bed is eigenlijk een soort eiland; daar bestaat de dagelijkse werkelijkheid even niet. Op het ontbijt kan ik een flink tijdje vooruit. Pas als mijn maag aankondigt dat er nieuwe energie nodig is, ga ik op zoek naar voedsel. Gelukkig kent onze samenleving veel mogelijkheden om aan eten te komen; dus veel tijd om mijn honger te stillen heb ik vaak niet nodig. Het avondeten is een ander verhaal. Naast het alleen klaarmaken van de maaltijd, is ook het alleen opeten ervan niet echt gezellig. Hoewel ik nooit vergeet om even dankbaar stil te staan bij datgene wat ik heb gekregen en me te realiseren hoeveel mensen eten tekortkomen. De gedachte aan anderen, waar ook ter wereld, voelt als een verbinding. Bovendien steek ik altijd kaarsen aan. Door dat licht lijken sommige mensen heel dichtbij te zijn. Maar meestal ontspring ik de dans van het vrijgezellendiner door mensen uit te nodigen of uitgenodigd te worden. Het maakt me dan niet uit waar ik ben. Samen eten betekent voor mij: rond de tafel van het leven verenigd zijn. Esther Disveld
4
www.open-deur.nl
‘Pienekaas’ en appelstroop Een werkdag begint ’s ochtends rond 7:30 uur met het ontbijten met onze twee meiden van 2 en 4 jaar, vlak voordat ik ze naar school breng. Bij het aanrecht smeer ik boterhammen, terwijl de meiden zittend op het aanrecht toekijken. Julia eet graag ‘pienekaas’ en Louise kiest vaak appelstroop. Nadat de bekers melk leeggedronken zijn begint onze ‘drukke’ dag pas echt, maar ondertussen kletsen we over wat we allemaal gaan doen of zouden kunnen doen… 12:30 uur Als we ’s middags thuis zijn lunchen we aan de keukentafel. Ieder zijn en haar eigen bord en bestek, boterhammen, melk en beleg op tafel. Eerst bidden we voor het ‘eten en drinken’ en daarna: smeren maar. En reken maar dat er gekletst wordt over van alles en
nog wat. Welke juf er vandaag was, waarom er vanmiddag wel of geen school is, waar mama of papa nu is en wat we straks gaan doen, dat soort zaken. Als we klaar zijn, danken we voor het eten en drinken. 18:00 uur ’s Avonds eten we ‘warm’, ook weer aan de keukentafel. Stamppot boerenkool met worst wordt zeer gewaardeerd, maar rijst met kip tandoori gaat ook helemaal op. Lekker glaasje aanmaaklimonade erbij en smullen maar, maar pas nadat we gebeden hebben voor het ‘eten, drinken en het toetje’. We praten elkaar bij over de dag, met wie er is gespeeld, wat we hebben gedaan... Onherroepelijk stelt Louise ook de vraag: ‘Wat gaan we morgen doen?’
Samen eten is vooral bij elkaar zijn, elkaar bijpraten, lachen en plezier hebben. Belangrijke momenten op de dag! Willem Jan de Rooij
Kom bij ons zitten! Zuster Margreet Franssen (78) woont in een aanleunwoning bij een groot zorgcentrum, waar ze vrijwilligerswerk doet. Ze bezoekt mensen en werkt ook mee aan de kerkdiensten. Graag gebruikt ze de warme maaltijd in het restaurant van het centrum. ‘Je spreekt elkaar op een ongedwongen manier. Als je bij iemand op visite gaat, dan móét je een gesprek voeren, daar ga je dan zo officieel voor zitten. Onder het eten gaat het altijd vanzelf. Iedereen zit bij ons op een vaste plek aan een tafeltje van vier. Als mensen voor de eerste keer komen, vragen ze aan de horecadames: ‘Waar kan ik gaan zitten?’ Deze wijzen dan een plaats aan. Gelijkgestemden vinden elkaar. Soms vinden mensen dat ze niet zo gezellig zitten. Dan vragen ze om een andere plaats. Er zijn ook mensen die alleen eten. ‘Kom bij ons zitten’, zeg ik wel eens. Maar dat willen ze dan niet. Hoe is het mogelijk! Het eten is echt heel goed, iedere dag een keuzemenu. ‘We boffen toch maar dat we hier zo’n goede keuken hebben’, zeggen we dan tegen elkaar. Omdat ik meewerk aan de kerkdiensten,
beginnen mijn tafelgenoten vaak met mij over het geloof te praten. ‘Wat vind jij daar nou van?’ hoor je dan. Verder gaat het over de activiteiten in huis. ‘Zie ik je vanavond bij de muziek?’ ‘Ga jij nog bridgen of rummicubben?’ De familie is ook altijd een dankbaar onderwerp van gesprek. ‘Hoe is het met je dochter? Is je kleinzoon geslaagd voor zijn examen?’
Ik kan er niet tegen als mensen het almaar over anderen hebben, en vaak op zo’n negatieve manier. Het hoeft er maar één te zijn die de stemming bepaalt. Ik probeer dan een ander onderwerp aan te snijden. In de loop van de jaren valt er ook wel eens een tafelgenoot weg, door ziekte of overlijden. Dat is niet altijd makkelijk, ineens zo’n lege plek aan tafel.’ Lidwien Meijer
Open Deur | februari 2010
5
Brood en bonen In de christelijke betekenis is vasten niet alleen een kwestie van minder eten of bepaald voedsel laten staan, geen vlees eten bijvoorbeeld. Het is altijd verbonden met bezinning en gebed. Die combinatie schept ruimte voor een vernieuwde, actieve betrokkenheid op anderen en de wereld.
Al in de heilige joodse boeken, het Oude Testament in de christelijke bijbel, wordt over vasten gesproken. De profeet Jesaja omschrijft welke manier van vasten God graag ziet: ‘misdadige ketenen losmaken, verdrukten bevrijden, je brood delen met de hongerige, je bekommeren om je medemens’. In de loop van de eeuwen zijn er verschillende redenen ontstaan om als christen te vasten: om met jezelf in het reine te komen, uit solidariteit, of als een manier om tot zelfverlichting en zo dichter bij God te komen. Je kunt spreken van een drieslag: ruimte in je hoofd, hart en je lichaam scheppen; ruimte scheppen voor een hernieuwde relatie met God en de ander; en ruimte voor de relatie tot jezelf en tot de aarde. In alle christelijke kerken is de Veertigdagentijd voor Pasen de belangrijkste vastentijd.
6
voorkeur boven gekookte groenten. De vastenregels zijn door de roomskatholieke kerk inmiddels beperkt. Er bestaat alleen nog een voorschrift om op de eerste dag van de vastentijd voor Pasen, de Aswoensdag, je te onthouden van vlees. Niet alleen op Goede Vrijdag, de dag die herinnert aan de kruisiging van Jezus, maar op elke vrijdag, is er een plicht om je te matigen in eten en drinken, en roken en andere genoegens te beperken. Voor oosters-orthodoxe christenen is vasten nog steeds een belangrijk fundament om goed te doen. Deze kerken kennen vier vastenperiodes per jaar. Vasten betekent vaak een gezond gebruik van rauwkost en groenten, in combinatie met vleesonthouding en een beperking van zuivelproducten. Vanuit de protestantse traditie zijn er geen voorschriften voor het vasten, maar meer en meer ontdekken protestanten dat vasten een goede vorm is om samen of alleen je geloof een nieuwe dimensie te geven. Vasten is in deze tijd: eten in solidariteit met de armen en de kwetsbare aarde. Dat betekent matig eten met seizoens-
producten uit de eigen omgeving, eventueel aangevuld met gedroogde vruchten. Klassiek zijn recepten met bonen en erwten. Bonen worden ook wel trappistenvlees genoemd omdat de monniken van deze orde vegetarisch zijn. Vlees is een zware belasting voor de aarde en haar bewoners. Er is gemiddeld 10 kilo plantaardig voedsel (ook graan en soja) nodig om tot 1 kilo vlees te komen. Geen vlees eten betekent ook: solidair zijn met allen die geen vlees kunnen betalen en solidair met de dieren die vaak onder erbarmelijke omstandigheden grootgebracht worden om de vleesprijs zo laag mogelijk te houden. ✹ Tini Brugge is coördinator van het project ‘Samen aan tafel’ van de projectgroep Kerk en Milieu van de Raad van Kerken in Nederland. Dit project biedt onder meer milieuvriendelijke recepten aan voor (kerkelijke) eetgroepen op de adem van het (liturgisch) jaar. Zie www.kerkenmilieu.nl.
Woestijnsoep met dadels De mens leeft niet van brood alleen, maar van ieder woord dat klinkt uit de mond van God (Matteüs 4,4). Dat was het antwoord van Jezus toen hij veertig dagen en veertig nachten had gevast in de woestijn
Fruit de ui, bleekselderij en wortels
en door de duivel beproefd werd om ste-
5 minuten in de olijfolie tot ze glazig zijn.
nen in brood te veranderen. Daarna trok
Meng de bloem met de kruiden, voeg dit
Rauwkost
hij de wereld in om recht te doen.
toe aan het groentemengsel en bak een
Jezus leert ons dat de Geest die leven schenkt, boven de wet gaat. De kerk die uit de beweging van Jezus is voortgekomen, heeft jaarlijkse vastenperiodes en vastendagen ingesteld en daaraan gekoppeld wat je wel of niet mocht eten. Monniken maakten hun vastenpraktijk vaak strenger. Water, brood en zout waren hun basis-vastenspijzen. Zij vulden dat aan met peulvruchten, groenten, kruiden en gedroogde vruchten, waaronder dadels en vijgen als die beschikbaar waren. Rauwkost had hun
Een dadelpalm is een beeld van een
paar tellen mee. Voeg de koude bouillon
rechtvaardige: hij groeit recht omhoog en
toe en breng het geheel aan de kook. Laat
schenkt zoete vruchten die tevens voedsel
10 minuten sudderen op een laag vuur.
in de winter zijn.
Voeg de dadels en het citroensap toe en
www.open-deur.nl
laat het nogmaals 10 minuten sudderen. Nodig voor maaltijdsoep voor 4 personen:
Pureer de soep, verhit tot het kookpunt en
1 1/2 l bouillon • 150 g ontpitte dadels, in
serveer met een eetlepel yoghurt per kom.
kleine stukjes • 2 winterwortels in kleine stukjes • 1 ui, fijn gesnipperd • 2 stengels bleekselderij, in stukjes • 1 eetlepel olijfolie • 1 theelepel komijn • 1 theelepel paprikapoeder • 2 eetlepels bloem • 1 eetlepel citroensap • 4 eetlepels yoghurt
Recept van Gert Vos uit: Hemelse Spijzen, een jaarkrans van recepten en hun diepere betekenis. Ten Have/Lannoo, 2004. Zie voor meer recepten: de website www.kloostertuinen.nl en het boek Koken met Passie, 40 smakelijke recepten voor de vastentijd, Han Wilmink. Kok, 2008.
Apostelbrokken en zoute tranen
Een klein lexicon van religieuze rituele maaltijden. Iftar (islam)
is de maaltijd die door moslims direct na zonsondergang tijdens de vastenmaand ramadan wordt genuttigd. Het begin van de iftar (het breken van het vasten) gebeurt volgens de overlevering door het eten van dadels en het drinken van melk. Meestal bezoeken familie en kennissen elkaar en wordt er samen gegeten. De maaltijden duren soms uren, omdat men voorzichtig moet eten op een lege maag. Voor het begin van de vastenmaand is er vaak ook een gezamenlijke maaltijd (sahoor). Oryoki (zenboeddhisme)
is een meditatieve manier van eten die oorspronkelijk uit Japan komt. Oryoki betekent ‘enkel genoeg’ en dit verwijst naar de efficiënte en accurate handelingen waarmee de maaltijd wordt geserveerd. De kommen en werktuigen (een lepel, eetstokjes) worden op een bepaalde manier opgediend. De houten oryoki-kommen die tegenwoordig worden gebruikt, zijn ontwikkeld in de kloostergemeenschap van Hui Neng. De kommen hebben ook betekenis. Zo symboliseert de grootste kom het hoofd van Boeddha en zijn wijsheid. Een oryoki-maaltijd helpt volgens zenleraren om dankbaarheid in te oefenen en te komen tot zelfinzicht. Puja (hindoeïsme)
is een religieus ritueel waarbij offergaven aan God worden opgedragen.
God wordt symbolisch gevraagd om te komen en plaats te nemen (thuis of in de tempel). Daarna worden de basiselementen van het leven (zoals water) aangeboden als blijk van dank en om gezegend te kunnen worden. Een onderdeel hiervan is het offeren van zoete spijzen (voedsel dat niet pittig is en geen vlees bevat). Na de puja wordt het voedsel onder de gasten verdeeld. Seider (jodendom)
Seideravond is de eerste avond van het joodse paasfeest. Centraal staat daarbij de seiderschotel, waarop zes symbolische gerechten liggen die verwijzen naar de zware tijd die de joden hadden in Egypte, maar ook naar een nieuw begin. Ernaast staat een bakje met zout water, symbool voor zeewater en tranen. De maaltijd op seideravond wordt ingewijd met het drinken van wijn en het wassen van de handen. Seider betekent orde, de maaltijd bestaat uit vijftien rituele momenten. Tijdens de maaltijd wordt het verhaal van de uittocht uit Egypte verteld, waarbij opmerkelijk genoeg de naam van Mozes niet wordt genoemd (het was immers God die het volk leidde, niet Mozes). Slamatan (islam in Indonesië)
is een gemeenschappelijke maaltijd met een religieus karakter die bij verschillende gelegenheden wordt genoten. Een slamatan heeft als doel
om onderlinge harmonie (ruhun) te verstevigen, maar ook om iets af te smeken van de geesten of om ze gunstig te stemmen. Het eten wordt zorgvuldig bereid en in gevlochten bakjes (rigen) gedaan, opdat de geur kan opstijgen naar de geesten. Na de slamatan wordt aan de huiswaarts kerende gasten het eten meegegeven in een bésék, een vierkant mandje van gevlochten bamboe of van plastic. Witte Donderdag (christendom)
is de dag in de Goede Week waarop het laatste avondmaal van Jezus wordt herdacht. Rond dit maal zijn verschillende tradities ontstaan. Zo organiseerde men in vroeger tijden een maaltijd voor twaalf oude en arme mannen waarbij verse boter werd geserveerd. Het consumeren van boter mocht niet in de vastentijd, maar het was mogelijk hier dispensatie voor te krijgen (een boterbriefje). De armen kregen verder ook te eten door de verdeling van koeken of stukken brood (apostelbrokken). Tegenwoordig wordt er met name in Duitsland nog apostelsoep gegeten (een soep met veel verschillende kruiden erin), bedoeld om het lichaam te reinigen en zuiver Pasen te kunnen vieren. ✹ Esther Disveld is theologe, werkt in het katholiek jongerenwerk en is redactielid van Open Deur.
Open Deur | februari 2010
7
Een plaats aan de tafel Een klein buffet van spreuken en gedichten. Als voorgerecht of bij het toetje.
Menu Onder het aperitief hadden wij elkander lief. Bij het sneetje champignons was het heel goed tussen ons. ’t Was geen najaar. Het was mei bij de paling in gelei. Vogels zongen van ’t plafond en we spraken van Yvon
Toen ik eten gaf aan de armen noemden ze mij een heilige. Toen ik vroeg waarom de armen niets te eten hadden, noemden ze mij een communist.
met haar idiote nukken en we scheurden haar in stukken en we veegden haar opzij. Dat was dat en het was mei. Later, bij de omelet kregen we het over Jet
Dom Helder Camara
en natuurlijk over centen... ’t Was gedaan met onze lente. Bij de tong à la meunière werd het openlijk misère.
Honger naar liefde
En ten slotte bij de gember was ’t weer helemaal november.
Tijdens de tweede wereldoorlog bleef de Amerikaanse kookboekenschrijfster
En het kostte ons waarachtig
Mary Francis Fischer gewoon haar werk doen, want, zo schreef ze: ‘Er is een
vierenvijftig gulden tachtig.
gemeenschap van meer dan onze lichamen wanneer brood wordt gebroken en wijn wordt gedronken.’ Dat was haar antwoord op de vraag waarom ze
Annie M.G. Schmidt Uit: Tot hier toe. Gedichten en liedjes voor toneel, radio en televisie. Querido,1986.
niet over de oorlog schreef. ‘Wanneer ik over honger schrijf, schrijf ik in werkelijkheid over liefde en de honger naar liefde, ik schrijf over warmte en de liefde voor warmte en de honger naar warmte, en ik schrijf over de warmte en rijkdom en de prachtige werkelijkheid van honger die gestild is. Het is allemaal één.’ Fischer laat zien dat er een verband is tussen de vervulling van de basisbehoefte aan voedsel, en de mogelijkheid tot compassie, tolerantie en menselijke waardigheid. Maaike de Haardt in Open Deur juli/augustus 2006
8
www.open-deur.nl
Een plaats aan de tafel Voor ieder van ons een plaats aan de tafel, voor ieder van ons schoon water en brood, een veilige plek, een plaats om te schuilen, een plaats in Gods licht als tafelgenoot. Refrein Vol vreugde ziet God naar mensen die recht doen: zij scheppen geluk! Vol vreugde ziet God naar mensen die recht doen: zij scheppen recht en geluk! Voor ieder van ons een plaats aan de tafel, voor iedere vrouw, voor iedere man. Niet minder of meer, de een of de ander: het delen van macht is deel van ons plan.
Hij at en dronk met iedereen Jezus liet zich vaak uitnodigen voor een maaltijd. Hij at en dronk met iedereen, ook met degenen die veracht werden en als zondaar werden gezien. ‘Jezus hoefde zijn spiritualiteit niet te bewijzen door een radicale ascese. Hij was vrij in zijn keuze wat Hij at en wat Hij
Voor jong en voor oud een plaats aan de tafel, want iedere stem geeft klank aan het koor. Een hand zoekt een hand, de jongste de oudste; ze vinden elkaar en niemand gaat voor. Voor ieder van ons een plaats aan de tafel, beschadigd of gaaf, rechtvaardig of slecht, en ondanks de pijn: een plaats van vergeving, genadig begin van goddelijk recht.
liet staan. Hij heeft het vasten niet afgekeurd. Alleen moest je met je vasten niet te koop lopen bij anderen. Jezus was onafhankelijk in zijn keuze om feest te vieren met mensen die niet voldeden aan de normen van de toenmalige orthodoxie. Ook daarin manifesteert zich voor mij het geheim van God in Jezus. Omdat Hij van God kwam, kon
Voor ieder van ons een plaats aan de tafel, van eerbied vervuld, van angsten bevrijd, een plaats om te zijn, een plaats om te worden getuige van hem, een levend bewijs.
Hij zonder angstgevoelens omgaan met mensen die als zondaars werden veracht. (…) Ik vind dat het gedrag van Jezus volkomen vrij is van angst. Hij was niet bang om afhankelijk te worden van eten en drinken en Hij was ook niet bang voor de mensen met wie Hij omging.
Shirley Erena Murray (Ned. vertaling: René van Loenen) Uit: Opstaan! Meer liederen uit Iona, Glasgow & de rest van de wereld. Gooi en Sticht, Kampen, 2008.
Anselm Grün Uit: Beelden van Jezus. Lannoo/Ten Have, Tielt, 2002.
Babette’s feast Tot welke wonderen een maaltijd kan leiden, laat de film Babette’s Feast zien. In een klein Deens dorp wonen twee dochters van een strenge pastor. Na de dood van hun vader zetten zij zijn godsdienstige werk voort. Ze nemen Babette, een vluchtelinge uit Frankrijk, in dienst als huishoudster. In de gemeente ontstaan spanningen. Dan wint Babette de loterij en besluit voor de gemeenteleden een uitgebreid Frans diner te bereiden. Babette’s Feast is te huur en te koop op dvd. Regie: Gabriel Axel, 1987.
Open Deur | februari 2010
9
De Maaltijd vieren Gemeenteleden of parochianen die met elkaar aan tafel gaan. Hoe is dat ooit begonnen? Wij kennen tegenwoordig het avondmaal of de eucharistie als een symbolische maaltijd tijdens de kerkdienst. Maar zo symbolisch en plechtig zal het toch niet begonnen zijn? Hoe dan wel?
Maarten den Dulk is emeritus-hoogleraar Praktische Theologie.
Verrassend vaak gaat het in de evangelieverhalen uit de bijbel over ‘eten en drinken’. Soms is er te weinig, zoals in de woestijn of tijdens lange tochten op het meer, soms is er te veel, zoals op het verjaardagsfeest van koning Herodes. Wie zulke dingen vertelt, moet zelf aan den lijve hebben gevoeld wat het is om gebrek aan voedsel te hebben terwijl anderen in overvloed leven. De eerste christenen die zulke verhalen overleverden, gingen dan ook bewust om met eten en drinken. Ze baden om het dagelijks brood omdat hun leven ervan afhing en ze wisten dat God zou belonen wie hun onderweg een beker koud water gaf. Als ze samen aan tafel gingen, hadden ze het daarover. Wie met wie?
Het is irritant dat we zo weinig weten over die eerste bijeenkomsten in christelijke gemeentes. Als je probeert het je voor te stellen, dringen zich verschillende beelden op: Gemeenteleden nodigden elkaar wekelijks in kleine groepen thuis aan tafel. Ze vierden jaarlijks het paasmaal. En ze verlangden hun hele leven naar een wereld waar voedsel genoeg was voor iedereen. Hoe ging dat toe? Een kleine groep gemeenteleden komt wekelijks bijeen voor gebed, bijbellezing en uitleg. Om beurten nodigen ze elkaar thuis uit om ’s avonds na de dienst de maaltijd te gebruiken. Dat is gewoonte in die dagen. Een groep mensen die samen iets hebben – een zaak, een hobby of een culturele taak – eten regelmatig samen. Zo onderhouden ze de band met elkaar. De ene keer is het bij iemand die het breed heeft en dus ruim woont, de andere keer is het wat krapper bemeten. Een christelijke gemeente zit vreemd in elkaar. Het zijn mensen uit verschillende sectoren en lagen van de samenleving. Dat wordt ingewikkeld als de maal-
10
www.open-deur.nl
tijd begint. Wie tafelt hier samen met wie? Mannen samen met vrouwen? En hoe gaan ze dan gekleed? Joden samen met mensen die geen idee hebben van joodse tafelmanieren? Mag de slaaf naast meneer zitten? Wachten we tot iedereen er is? Wat komt er op tafel, wie bedient, wie wast wiens vuile voeten, wie heeft de leiding, wie voeren de gesprekken, wie let erop dat ieder genoeg krijgt? Tafelmanieren
Over elk onderwerp afzonderlijk kun je een stevige discussie voeren, over allemaal tegelijk wordt het ruzie. Het is duidelijk: er moeten nieuwe tafel-
Terwijl ze aten, nam hij een brood, sprak het zegengebed uit, brak het brood, deelde het uit en zei: ‘Neem hiervan, dit is mijn lichaam.’ En hij nam een beker, sprak het dankgebed uit en gaf hun de beker, en allen dronken eruit. Hij zei tegen hen: ‘Dit is mijn bloed, het bloed van het verbond, dat voor velen vergoten wordt. Ik verzeker jullie: ik zal niet meer van de vrucht van de wijnstok drinken tot de dag komt dat ik er opnieuw van zal drinken in het koninkrijk van God.’ Marcus 14, 22-25
Brood en vis (verwijzend naar het wonder van de vermenigvuldiging van brood en vissen, in Johannes 6,1-15) waren voor de eerste christenen symbool van de Maaltijd. De vis is ook symbool voor Jezus Christus. Afbeelding uit de catacombe van St. Callixtus, 3e eeuw.
De Maaltijd Waarschijnlijk al in de tweede eeuw wordt de wekelijkse maaltijd in christelijke gemeenschappen vervangen door een rituele maaltijd tijdens de kerkdienst waar wijn en brood gedeeld worden, met een collecte voor de armen. In de loop van de tijd wordt het ritueel steeds uitgebreider. Tijdens en na de reformatie wordt het ritueel in de protestantse kerken versoberd. Daar wordt ook maar een paar keer per jaar het Avondmaal gevierd. Men wordt dan ook geacht een gewetensonderzoek te doen voordat men aan het Avondmaal deelneemt. In de katholieke en protestantse kerk is de ‘Maaltijd van de Heer’
manieren worden uitgevonden om dit zootje ongeregeld bij elkaar te houden. Welnu, daar heeft de gemeente haar verhalen voor! In de evangelieverhalen wordt verteld hoe Jezus regelmatig tafelde bij mensen thuis. Zeker, bij rijken waar de wijn rijkelijk vloeide, maar ook in woningen waar gebrek, ziekte en dood om de hoek loerden. En altijd gebeurde er iets onverwachts. Waar Jezus verscheen, daar deed hij iets vreemds, iets dat stoorde, iets dat daardoor juist te denken gaf. In die scènes aan tafel moeten de eerste christenen veel herkend hebben. Ze bewaarden die verhalen, ›
(eucharistie of het Avondmaal) een sacrament: een teken waarin God aanwezig is, de afstand tussen God en mensen wordt even opgeheven. ‘Eucharistie’ betekent dankzegging. In het vieren van de Maaltijd danken christenen God; ze bevestigen het verbond dat God met de mensen is aangegaan; en gedenken wat Jezus gedaan heeft (zijn daden tijdens zijn leven; zijn lijden, dood en opstanding). Ook de heilige Geest wordt aangeroepen. ‘Zo is de eucharistie een teken van wat de wereld gaat worden: een offergave en lofzang aan de Schepper, een wereldwijde gemeenschap in het lichaam van Christus, een koninkrijk van gerechtigheid, liefde en vrede in de heilige Geest.’ (Uit het Lima-rapport van de Wereldraad van Kerken.)
Open Deur | februari 2010
11
omdat ze er wat van konden leren met het oog op de omgang met elkaar. Wat er ook allemaal gebeurt aan tafel, ze beginnen met het ronddelen van brood en ze eindigen met een gezamenlijke beker wijn. Ze zeggen dat ze zo delen in de gemeenschap met Jezus. Zo worden ze – hoe verdeeld ze onderling ook zijn – één body. In hun taal: één messiaans lichaam, lichaam van Christus. Zo wordt een ruimte geschapen, waar hun sociale verschillen en hun zakelijke geschillen, hun grieven en hun onvervulde verlangen aan het licht kunnen komen en kunnen genezen. Hun bijeenkomsten zijn er vol van. Als hier geen verzoening mogelijk is, dan kan het nergens en blijft de gemeenschap ziek. Paasmaal
Eenmaal per jaar wordt de paasmaaltijd thuis gevierd. Dat hebben ze van de joodse gemeenteleden afgeke-
Zegt bij de dankzegging als volgt dank: ‘Wij danken U, onze Vader, voor de heilige wijnstok van David, uw knecht, die Gij ons hebt doen kennen door Jezus, uw knecht. Aan U de heerlijkheid, in eeuwigheid! (…) Wij danken U, onze Vader, voor het leven en de kennis, die Gij ons hebt doen kennen door Jezus, uw knecht. Aan U de heerlijkheid, in eeuwigheid! Zoals dit gebroken brood verstrooid is geweest over de
ken. Met Pasen vieren die joodse families met alle huisgenoten, ouderen en kinderen en gasten, de bevrijding uit de wereld van dwang en sociale uitbuiting. Ze lezen de verhalen van Exodus, over de uittocht uit het land Egypte waar zij als vreemdeling wonen en waar ze onder vernederende arbeidsvoorwaarden dreigen om te komen. Ze leven zich in het verhaal in. Ze voelen zich vreemdeling en hunkeren naar een nieuw Jeruzalem, waar ze eindelijk vrij zullen zijn. Mogen mensen die geen joden zijn zomaar meedoen aan dit intieme feest? De gemeenteleden gaan ervan uit dat ze allen zijn uitgenodigd in naam van Jezus. Jezus is hun gastheer en hij geeft ook niet-joden het volste recht om aan dit joodse feest deel te nemen. Jezus is de gastheer van hun paasmaal. Als ze aan hem denken, dan denken ze aan de laatste keer dat hij Pasen vierde in Jeruzalem. Dat paasfeest liep uit op het gewelddadige einde van zijn leven. En dat niet alleen: hij had hun verteld over zijn angstige visioen dat Jeruzalem en de tempel zouden worden verwoest in een grote oorlog. Ze herinneren zich dat hij er toen helemaal voor hen was. Hij gaf hij zich aan hen, zoals hij brood en wijn met hen deelde. Hij verzekerde hen dat dit het einde niet is, maar dat Gods rijk dichtbij is. Dat paasfeest in Jeruzalem is daardoor voorgoed verbonden met de komst van Gods rijk, met de droom van het nieuwe Jeruzalem, met de opstanding van mensen die dood en verslagen zijn.
bergen en, samengebracht, één is geworden, laat zo uw gemeente samengebracht worden van de einden der aarde
Genoeg voor iedereen
in uw koninkrijk. Want van U is de heerlijkheid en de
Hun hele leven lang zijn die gemeenteleden zich ervan bewust, dat overal op aarde mensen honger hebben en dat deze mensen van honger omkomen, tenzij er een wonder gebeurt. Er is wereldwijd voedseltekort, terwijl sommigen voedsel te over hebben. Ze kunnen dat niet uit hun hoofd zetten. Wat doet Jezus daaraan?
kracht, door Jezus Christus, in eeuwigheid! Didachè, 9:1-4, begin 2e eeuw. Christelijk geschrift uit Syrië of Egypte, met o.a. voorschriften voor doop en avondmaal.
12
www.open-deur.nl
indienst Ds. Wouter Johan van Sintmaartensdijk werkt als geestelijk verzorger in de krijgsmacht, gestationeerd op Kandahar Air Field in Afghanistan. In Nederland hebben we voor elke maaltijd volop keuze: wat wel en wat niet. Wij militairen op uitzending in Afghanistan bevinden ons in een land waar die vanzelfsprekendheid ver te zoeken is. Hier vechten mensen elke dag weer om te overleven. Wat een luxe dan, dat wij als militairen elke dag weer naar onze eetzalen kunnen lopen, waar het voedsel wordt gekookt en opgediend, en waar keuze te over is. Maaltijd staat ook voor gemeenschap.
Joodse seiderschotel, zie pagina 7.
Ze zien hoe Jezus voor hen uitgaat en naar deze mensen toegaat. Ze zien hoe hij bij hen is in hun wereld, die wel een woestijn lijkt. Ze zien hoe hij het beetje voedsel telt dat ze hebben. Een paar broden en een paar vissen. Veel te weinig voor zovelen. Dan zien ze hoe hij de hemel bidt om een wonder. Hij begint het brood te breken. En even gebeurt het dat Gods Rijk neerdaalt op aarde en dat zij die honger hebben, worden gevoed. Dat visioen blijft hen hun leven lang bij. Dat zien ze als ze samen aan tafel gaan. Ze zijn op weg naar een nieuwe wereld waar ieder recht heeft op voedsel, op een plaats onder de zon, op vrede.
Wat is mooier dan een feestelijk Tijdens de laatste maaltijd met zijn
gedekte tafel, een groot gezelschap en
vrienden reikt Jezus hen brood en
heerlijk bereide spijzen? Een droom-
wijn toe met de woorden ‘Dit is mijn
beeld dat we ook in de bijbel tegenko-
lichaam’ en ‘Dit is mijn bloed van
men als beeld voor de hemel. Hier op
het Verbond’. In de loop der eeuwen
Kandahar Air Field proberen we één
is men het woordje ‘is’ in toene-
keer per maand die sfeer op te roepen.
mende mate helaas gaan verstaan
Dan organiseren we een brunch. In een
als een = teken. Bijna oneerbiedig
huiskamersfeer zijn de tafels gedekt,
gezegd: je mocht niet op de hostie (
het eten staat in een buffet uitgestald
= Jezus) bijten en als er een druppel
en lekker toebereid voor ons klaar en
wijn viel, morste je bloed. (…)
aan kleine tafels eten we met ruim 150
Maar zo heeft Jezus Zijn aanwezig-
man in twee ploegen met elkaar als
heid in het brood en de wijn niet
Nederlanders. Dan komen er andere
bedoeld. Hij heeft ook waarschijnlijk
gesprekken aan tafel, dan laten men-
gezegd ‘dit, mijn Lichaam’ en ‘dit,
sen meer van zichzelf zien, dan deel je
mijn Bloed’. Oftewel: dit brood dat
met elkaar wat je beleeft, wat je mooi
De weg van Jezus
ben ik. Als je dit brood eet, moet
vindt en moeilijk, wat je energie geeft
Hebben de eerste gemeenteleden op deze wijze de tafel met elkaar gedeeld? Met hun onderlinge vriendschappen en ruzies die wekelijks terugkeren? Met hun pogingen om jaarlijks Pasen te vieren als een groots bevrijdingsfeest terwijl overal oorlog woedt? En met hun visioen van een nieuwe wereld terwijl steeds opnieuw mensen in erbarmelijke omstandigheden worden geboren en sterven? Blijkbaar hebben ze die tafelgemeenschap beleefd als een moment waarop ze met Jezus één werden. Zijn geschiedenis werd hun geschiedenis. Ze groeiden samen met zijn levensweg en deelden de ervaring in het dal van de schaduw van de dood en beleefden de kracht van zijn opstanding. Ze werden met hem meegenomen op de weg naar de nieuwe wereld van God en de mensen. Door steeds weer samen te tafelen, werd hun verwachting gevoed. ✹
je worden zoals ik ben, dan moet
en gaande houdt, zo ver van huis en
je doen wat ik je heb voorgedaan.
van wie jou vertrouwd is.
Als je dit brood eet, dan eet je mij,
Zulke maaltijden kun je overal orga-
dan word je mij, dan ga je doen
niseren: in de straat, de wijk. Laat
wat ik heb voorgedaan. Drink ook
elkaar proeven hoe goed het leven kan
deze wijn, ik ben het zelf, ik ben een
zijn, zoals in de avondmaalsliturgie
bevrijder, die verzoening en verge-
klinkt: ‘Proef hoe vriendelijk de Heer
ving brengt. Wanneer je deze wijn
is.’ Samen eten sticht gemeenschap:
drinkt, word je net zo’n bevrijder als
als je met elkaar eet, houd je op tegen
ik ben. Dan word je een ander mens.
elkaar te vechten. Dan besef je dat je
Dan verander je van gedaante. Of
leeft onder dezelfde hemel, dat de zon
om de evangelist Johannes te cite-
over ons allemaal opgaat.
ren (hoofdstuk 6,35): ‘Jezus sprak tot hen: Ik ben het brood des levens: wie tot Mij komt zal geen honger meer hebben en wie in Mij gelooft, zal nooit meer dorst krijgen.’ Ko Schuurmans Uit: Samen Kerk, juni 2003 Open Deur | februari 2010
13
‘Er gebeurt iets wat bove Vier gelovigen vertellen hoe in hun kerk het avondmaal of de eucharistie wordt gevierd. Hoe beleven ze dit? En wat betekent het voor hen?
Gebeuren in saamhorigheid
Joanne Seldenrath is theologe en werkt als (bureau) redacteur en tekstschrijver.
Samen bidden ‘In de Rooms-Katholieke Kerk is veel voorgegeven, maar liturgie wordt pas echt liturgie in de gemeenschap. Zoals bij bladmuziek: de noten staan op papier maar worden pas muziek als mensen het uitvoeren, hier en nu. De eucharistie wordt elke week gevierd en heeft twee hoogtepunten: het lezen uit de Heilige Schrift en het verzamelen rond het teken van het brood. We maken er zeker op zondag een feest van: zingend, kaarsen aanstekend. Na de evangelielezing en korte preek wordt het altaar klaargemaakt met de gaven van brood en wijn die mensen zelf aandragen. Als het altaar klaar is, bidden we het eucharistisch gebed. De priester vraagt dat dit brood, deze wijn… Ergens daarin hoop je dat het aangestoken is door God en aanstekelijk wordt. We geven God ons brood en krijgen dat terug, verrijkt met hoop van de heilige Geest. Bij het uitreiken van de communie vraagt de priester assistenten mee, misdienaars of anderen uit de gemeenschap. Meestal lopen mensen naar voren, soms staan we in een kring om het altaar en maakt de priester een ronde. We vieren eucharistie omdat Jezus het ons heeft voorgedaan. Eucharistie wordt wederkerig als je samen kunt bidden. Dat overkomt mij soms ook als ik een kerk in loop, dan krijg ik deel aan het grotere geheel dat het lichaam van Christus is.’ Marian Geurtsen werkt, na theologiestudie in Heerlen en Utrecht, in het bisdom Rotterdam. Ze heeft ‘gezworven’ via oecumenische, protestantse en basisgemeente terug naar de katholieke kerk.
14
www.open-deur.nl
‘Eén keer per jaar vieren wij het delen van brood en wijn. Bij de ene gemeenschap gebeurt dat op de startzondag, bij de andere rond oogsttijd. In Hattem staan de mensen in een kring. In Assen maakt het gebouw dat onmogelijk en gaan we rond met een broodmandje. Vanwege het advies van de Protestantse Kerk om niet uit dezelfde beker te drinken, hebben we laatst druiven gedeeld. De predikant reikt het brood aan hen die het ronddelen. We proberen het elkaar letterlijk door te geven. We noemen het bewust geen avondmaal. “Het verzoenend bloed van Christus” zegt de gemiddelde vrijzinnige helemaal niets; “dit is mijn bloed, dit is mijn lichaam” roept nare gevoelens op. Wij geloven in eigen verantwoordelijkheid. Wat we zeggen, hangt af van het thema van de dienst. Waarom dan toch brood en wijn? De maaltijd als een intiem gebeuren komt al voor in het Oude Testament en brengt een verbindingsstreepje aan met de traditie, met de gemeenschap van mensen die ernaar streeft om een goede plek te maken van deze wereld, en met wat niet in woorden te vangen is. Het woord God gebruiken we niet veel; we vieren dat we er niet alleen voor staan, dat we elkaar dragen en verdragen. De toewijding waarmee het moment beleefd wordt, ontroert me bovenmate. In dat gebeuren gebeurt iets wat boven de mensen uitstijgt.’ Foekje Dijk deed belijdenis in een kerk van de Gereformeerde Bond. Op latere leeftijd ging ze theologie studeren. Ze is predikante voor de Vereniging van Vrijzinnige Protestanten in Assen en bij de Vrijzinnige Geloofsgemeenschap NPB in Hattem.
en de mensen uitstijgt’ Volgen en delen ‘Onze gemeente viert het avondmaal lopend. We zijn te groot om daadwerkelijk aan tafel te zitten en elkaar het brood door te geven. We hebben het nog geprobeerd in een grote kring maar ook daar zijn we te groot voor. Ik heb wel eens voorgesteld om het elke maand te vieren, maar het is zes keer per jaar gebleven. Eerst deden alleen ouderlingen dienst bij de avondmaalstafel. Dat hoort niet, vond ik, dat moeten diakenen zijn. Nu staan de ouderling van dienst en zes diakenen met de dominee achter de tafel. De dominee spreekt de inzettingswoorden uit en deelt het brood met de ouderling en de diakenen. Daarna nemen zij de bekers en gaan voor de tafel staan, de dominee in het midden met het brood, de diakenen links en rechts met wijn en druivensap. De ouderling van dienst nodigt de mensen in de banken uit om naar voren te komen. De grote beker wordt je aangereikt. Als je wilt (bijvoorbeeld vanwege de Mexicaanse griep) kun je naar de kleine bekertjes lopen, dan worden die je aangereikt. Zo wordt niemand buitengesloten. Als afsluiting reiken de dienstdoende ambtsdragers elkaar de grote beker. Een bijzonder moment is wanneer de instellingswoorden klinken: “Toen nam hij het brood, sprak het zegengebed uit, brak het, deelde het uit...” Dat deed Jezus tweeduizend jaar geleden en wij doen het nog steeds. Er zijn ons zovelen voorgegaan en we blijven volgen. Daarom ben ik diaken geworden, om te delen met mensen. En niet alleen het avondmaal.’ Koos Bos was van huis uit kerkelijk maar op afstand. Zoekend is zijn gezin via een vriendin teruggekomen in de (protestantse) kerk. Koos Bos is diaken, lector en lid van de taakgroep liturgie in de PKN-gemeente in wording Hoogezand-Sappemeer.
Pelgrimage ‘Wij komen twee keer per maand bij elkaar in de kapel van het ziekenhuis, met 20 tot 25 mensen. Op hoogtijdagen zijn we met meer. ’s Zomers is er een huiskamerviering – in de tuin. De eerste keer, de tweede zondag van de maand, is “het breken van het Woord”. Aan de hand van een thema en teksten worden ideeën uitgewisseld. Ik vind het altijd geweldig om deel te nemen aan het gesprek en woorden te zoeken die uitdrukken wat mij bezighoudt. Soms zegt een ander iets waarin ik mezelf herken. Dat voelt warm, dat bevestigt en helpt me verder. De vierde zondag delen we brood en wijn. Er is geen officiële voorganger. De voorbereidingsgroep is wisselend van samenstelling. Zij zoekt teksten en liederen en maakt een toespraak naar aanleiding van het gesprek. Wij gaan naar voren om brood en wijn in ontvangst te nemen. Soms hebben we ouwels. Vaak is het gewoon brood. Onze traditie zelf vorm geven voelt als een pelgrimage en is ons zeer dierbaar.’ Jos van Soest is opgegroeid in een liberaal katholiek gezin. Na Vaticanum II kwam ze in aanraking met de Acht Meibeweging en was 9 jaar bestuurslid. Ze stond mee aan de wieg van de basisgroep Heel de Kerk Heel de Wereld in Venray.
Open Deur | februari 2010
15
Tafelgebed Hier zijn wij Heer met onze vuile handen met onze kleine harten met ons verlangen naar wat waar is, echt en zinvol.
Dankgebed na de Maaltijd
Lied na de Maaltijd
maar soms ook geraakt
Lieve God,
Hier proefden wij wat ooit zal zijn:
door een woord, een gebaar
zo te eten en te delen
eens alles nieuw gemaakt!
van een mens, die ons herinnert aan u,
smaakt naar meer!
Al even is de dag van nu
uw liefde en ontferming,
Wij proefden het leven
door morgen aangeraakt.
mensen in het spoor van Jezus,
dat Gij hebt geschapen,
die in de nacht van de overlevering
dat Jezus levend hield.
Soms mismoedig en machteloos, oppervlakkig en cynisch,
het brood nam,
Als alle leed geleden is, geen mens meer honger lijdt,
het zegende,
Maar hoe lang
geen tranen meer, niets dan de zee
het brak
houden wij deze smaak vast?
van uw gerechtigheid.
en het aan zijn leerlingen gaf
Als wij moe zijn,
met de woorden:
teleurgesteld of verdrietig,
Dat uur, dat Gij uw hemel zelf
Dit is mijn lichaam voor u,
geef ons dan opnieuw
aan onze aarde huwt:
doet dit tot mijn gedachtenis.
hier aan deze Tafel
dan woont Gij midden onder ons,
het licht van de morgen.
dan maakt Gij alles nieuw!
Na het avondmaal,
Geef ons leven dan
toen Hij de beker had genomen
de smaak van uw Zoon.
Reisvaardig voor dat nieuw begin,
en gedankt
Amen.
reikhalzend naar dat uur
zei Hij:
dat liefde aller harten wint,
Deze beker is het nieuwe verbond
gaan wij op weg van hier.
in mijn bloed, doet dit zo dikwijls als gij die drinkt
Geleid ons met uw Morgenster,
tot mijn gedachtenis.
genodigd zijn ook wij. Al is de feestzaal nog zo ver,
Laat ons dan eten en drinken,
muziek klinkt heel dichtbij!
want zo gezegd en gedaan verkondigen wij de dood van onze Heer
Sytze de Vries
totdat hij komt! Jan de Jongh Uit: Liturgie maken. Meinema, Zoetermeer, 1990.
16
www.open-deur.nl
Uit: Bij gelegenheid (II). Woorden voor gedenkwaardige dagen. Meinema, Zoetermeer, 2005.
Het inloophuis als tweede huiskamer ‘Je eet toch zeker mee?’ is de eerste vraag die mij gastvrij gesteld wordt. Dan heb ik net gevraagd of we een afspraak kunnen maken. Een afspraak met de vrijwilligers van het Lindenhuis, die twee keer in de week koken voor een groep van zo’n vijftien bezoekers.
Het Lindenhuis is een inloophuis voor alle bewoners van de wijk Zeist-Noord en de buurt eromheen die behoefte hebben aan een praatje, gezelligheid, een persoonlijk gesprek of een spelletje willen doen. Het Lindenhuis is opgezet door de stichting Kerk en Samenleving, een samenwerking tussen de Protestantse Kerk, de Rooms-Katholieke Kerk en de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt. Ook de woningbouwcoöperaties betalen mee aan de exploitatie. Ab Hubers is de betaalde coördinator, verder wordt alles door de twintig vrijwilligers geregeld: Nederlandse taalles, naailes, bijbelkring, creatief bezig zijn, een spontane inloop en de maaltijden. Zo’n vijftig bezoekers maken wekelijks gebruik van het aanbod. ‘We bieden de maaltijden omdat eten meer is dan je maag vullen. Al kunnen sommige bezoekers echt niet koken. Ontmoeting, gezelligheid, tafelgesprekken, je verhaal kwijt kunnen, dat zijn de redenen waarom mensen deel willen nemen aan de gezamenlijke maaltijden. Het gaat ons om het samen eten, de sociale kant van samen eten, de gemeenschapszin’, vertelt Ab. Gezellig en lekker
Otto Hagen is een vaste bezoeker vanaf het begin van het Lindenhuis, zeventien jaar geleden. ‘Ik krijg hier hulp bij praktische dingen, en ik ben blij dat dit er is. Het is gezellig; het eten is altijd lekker. Het Lindenhuis is echt m’n tweede
huiskamer. We helpen ook mee, zoals met tafeldekken en afruimen. Vroeger ook met de afwas, maar gelukkig is er nu een afwasmachine! Het menu is altijd een verrassing. Dat bepaalt de kok. Meestal hebben we leuke gesprekken, en ik blijf dan ook tot de koffie op is en het Lindenhuis sluit, rond 19.30 uur.’ Het leek steeds te weinig
Deze dag is Cisca Cornelissen de kok. Ze kookt om de twee weken, en heeft er plezier in om voor een relatief klein bedrag een gezonde en lekkere maaltijd te koken. Een deel van de voorbereidingen doet ze thuis, zoals de gehaktballen draaien die vandaag op het menu staan. Met het schillen van de aardappelen krijgt ze hulp van de al aanwezige gasten en vrijwilligers. Verder komen er sperziebonen, worteltjes en appelmoes op tafel, en daarna ijs. Een paar mensen uit de buurt krijgen het eten thuisbezorgd. Ab en Cisca eten gezellig mee. Waarom geeft Cisca haar energie en tijd aan deze maaltijden? ‘Ik kwam hier al om Nederlandse taalles te geven. Ook veel van de activiteiten van de bewonerscommissie waar ik deel van uitmaak, vinden plaats in het Lindenhuis. Voor het koken werd ik gevraagd. Ik zie het als iets wat je voor je medemensen kan doen, en iets waar ik veel plezier aan beleef. Je raakt betrokken bij de mensen en het wordt gewaardeerd. De eerste keer was het wennen aan de hoeveelheden, het leek
me steeds te weinig. Nu ben ik er aardig ingegroeid. Samen eten is belangrijk. Het geeft een huiselijkheid die mensen soms thuis niet hebben. Een maaltijd delen is een stukje leven delen.’ ✹ Marijke Wieringa is tekstschrijver.
Niemand heeft u ooit gezien Niemand heeft u ooit gezien. Liefde is uw naam. Brood des levens heet die knecht die uw kind genoemd wordt, Jezus, kind uit Nazaret. Liefde, zegt gij, is te doen. Werk in ons, dat wij U doen. Licht ons op, dat wij U zien. Dat wij leven wat geleefd moet. Dat wij doen wat moet gedaan: recht voor ieder mensenkind. Brood voor ieder kind van mensen. Vrede, en een nieuwe wereld. En de dood zal niet meer zijn. Moge het delen van dit brood en deze beker ons sterken in de hoop dat een nieuwe wereld komen zal waar brood en recht en liefde is genoeg voor allen. Huub Oosterhuis Uit: Verzameld liedboek. Kok, Kampen, 2004
Open Deur | februari 2010
17
De eetgroep – een vrouwenzaak? Een eetgroep kan een ideale manier zijn om contacten te onderhouden. Eens in de zoveel tijd samen eten en je blijft op de hoogte van ieders wel en wee. Ada van Deijk maakt deel uit van drie eetgroepen. Opvallend: daarin eten bijna alleen vrouwen mee. Al zo’n 25 jaar komen we bij elkaar, een eetgroepje van vier vrouwen. In het midden van de jaren tachtig volgden we aan de Universiteit van Amsterdam het bijvak Boek- en Bibliotheekwetenschap. Twee woonden in Leiden, twee in Utrecht. Toen het bijvak afgelopen was, vonden we het jammer dat we elkaar niet meer zouden zien. We besloten een eetafspraak bij iemand thuis te maken. Klaarblijkelijk waren we niet snel uitgegeten en uitgepraat, want we komen nog altijd samen. Nu ik er nog eens goed over nadenk is het een wonderlijk fenomeen, zo’n eetgroepje. Daar komt bij dat het niet mijn enige eetgroep is: ik zit in nog twee andere groepen die ook uit mijn studietijd dateren. Daar gaat het om jaargenoten. De frequentie van samenkomen verschilt wel: de ene groep komt eens per twee maanden bij elkaar, de andere maar eenmaal per jaar. De bijvakgroep
18
www.open-deur.nl
waarmee dit stukje begon, komt eens per meer om activiteiten, samen dingen doen’, meende een disgenote die dit drie maanden samen. waarnam bij haar man. ‘Als zijn vrienden komen, gaan ze altijd iets doen. Gewoon praktisch Maar voor ons volstaat eten en praten, ‘Waarom hebben we eigenlijk indertijd voor deze vorm gekozen?’ vroeg ik. meer is niet nodig.’ ‘Gewoon, om praktische redenen’, verklaarde eentje. ‘In een café zitten was te De mannen haakten af duur, we studeerden immers nog’, stelde Oorspronkelijk waren we in dit eeteen ander. En de derde voegde eraan toe: groepje met z’n zessen. De twee die ‘Vanwege de lange afstanden was het afhaakten waren mannen. Toeval? We het handigste om bij elkaar te eten.’ ‘En moesten lachen toen het ter sprake het eten dan? Heeft dat nog een speciale kwam: de ene man – nogal carrièrebetekenis in jullie ogen?’ hield ik aan. gericht – stopte omdat hij onze bijeenkomsten niet als een bruikbaar netwerk beschouwde; kennelijk ook Een goede maaltijd brengt een reden om aan een eetgroep deel te nemen. Kort daarop kreeg de enig goede mensen samen. overgebleven man een relatie met een Hindoestaanse. Zij had er moeite mee Socrates dat hij met vier vrouwen at en keurde het af. Jammer genoeg stopte ook hij er toen mee, om haar niet voor het ‘Nee hoor, helemaal niet, het eten is hoofd te stoten. irrelevant, voor mij heeft het tenminste Wij hebben het echter volgehouden, geen bepaalde betekenis.’ Ai, dat viel dus tegen, deze analyse. Maar al die jaren. Onze band is gegroeid door wat we meemaakten: relaties, wellicht is het waar, het nuttige wordt trouwen, scheiden, kinderen, broze efficiënt met het aangename verenigd. ouders en ga zo maar door – het zijn vaak onze tafelonderwerpen. De mannen haakten af Net als ons werk. Dat we nog aan Wat opvalt, is dat vrijwel al mijn eeteten toekomen mag welhaast een groepjes uit vrouwen bestaan. Toen dit wonder heten. ✹ in het eetclubje van het Amsterdamse bijvak aangestipt werd, werd geopperd dat het komt omdat vrouwen aan praten Ada van Deijk is kunsthistorica. genoeg hebben. ‘Bij mannen gaat het
In deze rubriek vindt u vragen van lezeressen en lezers, en nieuws over activiteiten rond Open Deur. Brieven kunt u sturen naar DEURpost, Postbus 29, 2700 AA Zoetermeer. Wie behoefte heeft aan een persoonlijk gesprek kan zich wenden tot het IKONpastoraat, (035) 621 55 55 of pastoraat@ikon.nl.
Wijze woorden in rapiarium
Ik doe graag mee aan de verloting van het boek ‘Eigenhandig’ van Aart Mak en Anne van der Meiden, over het ‘rapiarium’, aansluitend bij het novembernummer over Wijze woorden. Doe zelf al jaren aan een rapiarium. Zomaar een wijs woord dat ik bewaard heb: ‘Als je pas het manna wilt eten wanneer je zeker weet dat je in het beloofde land komt, arriveer je er nooit.’
en levensovertuigingen geen inspiratie te vinden is of alleen ‘valse’ inspiratie. Open Deur ziet het begrip oecumene breed: het gaat om het doorbreken van grenzen tussen kerken én het werken aan een bewoonbare aarde voor al wat leeft. Daarom willen we ook bijdragen aan het vreedzaam samenleven van en dialoog tussen mensen met verschillende godsdiensten en uit verschillende culturen. En daarom besteden we ook aandacht aan andere dan de christelijke tradities, vanuit een houding van openheid en respect, zonder verschillen te willen verdoezelen. Als het om boeddhisme en Boeddha gaat, zouden we niet willen beweren dat het daarin draait om het ‘achter godheden aanlopen die niets kunnen’. Het boeddhisme ziet zichzelf niet als een godsdienst, Boeddha is geen god. Er zijn vele verschillen tussen boeddhisme en christendom, er zijn ook overeenkomsten. Een sterk punt van het christendom is, volgens de zen-boeddhist Masao Abe, dat het christendom altijd teruggaat op een God als Liefde. Meer hierover vindt u in het januarinummer van 2009 van Open Deur.
Het bos in met Buddha
Op bezoek in het ziekenhuis las ik het novembernummer van uw maandblad. Ik begrijp echt niet waarom u christenen die diepe levensvragen hebben met Buddha het bos instuurt – zoals in het verhaal van Hein Stufkens over ‘het vlot loslaten’. Het Evangelie (60 bijbelboeken dik) heeft voldoende inspiratie en directe bewoordingen van God om met autoriteit mensen te bemoedigen, dunkt me. Waarom elementen gebruiken waarvan God zegt: die zijn uit hout en steen gesneden en spreken niet en kunnen niets? Meerdere keren per jaar reis ik door Azië en snap ook niet waarom mensen achter godheden aanlopen die niks kunnen. Als je dagelijks je bijbel leest dan weet je wel beter: het is God die in relatie met je gaat. Daar kunt u mensen mee opbeuren. De bijbel biedt zeker voldoende inspiratie, net als de (veelvormige) christelijke traditie. Maar dat wil niet zeggen dat in andere bronnen en andere godsdienstige tradities
Lezersbijdragen: Het klooster
Thema van het zomernummer van Open Deur is het klooster: als plek van gebed, stilte en bezinning; als eigen leefvorm; als plek met een eigen spiritualiteit en traditie – een wereld op zich. Traditiegetrouw maken we in het zomernummer ruimte voor bijdragen van lezers. Hebt u een bijzondere ervaring beleefd in een klooster? Een bijzondere ontmoeting gehad met een zuster, broeder, frater, pater? Schrijf erover (in maximaal 250 woorden) aan Open Deur, Postbus 29, 2700 AA Zoetermeer of mail naar opendeur@boekencentrum.nl. Liefst voor 15 april. Foto’s (in een resolutie van 300 dpi) zijn ook welkom.
Verantwoording Foto’s: p. 1 De Emmaüsgangers. Uit Missie- en Zendingskalender 1988. Uitgever en besteladres van deze kalenders: CMC en NZR, Postbus 8092, 3503 RB Utrecht, tel. 030-8801760. Prijs 6,50 euro; p. 3 Nationale Beeldbank/Erik Honig; p.4 en 13 www.photos.com; p. 5 boven Victor Stok; onder Nationale beeldbank/Bert Dikker; p. 6 Tini Brugge; p. 7 Iftar. Mulder/Nationale Beeldbank; p. 8 Nelly Tangenbergh-Planken; p. 9 boven Nationale Beeldbank/JobGroot; onder: Victor Stok; p. 10 Het Laatste Avondmaal. Tivadar Kossuth; p 12 istockphoto.com; p. 14 en 15: Foto’s uit privébezit geïnterviewden; p. 16 Uit Missie- en Zendingskalender 1991. Zie ook p. 1; p.17 Marijke Wieringa; p. 18 Nationale Beeldbank/Hofmeester.
Colofon 76e jaargang, nummer 2. Open Deur is een oecumenisch maandblad over vragen van geloven en leven, voor mensen binnen en buiten de kerken. www.open-deur.nl Redactie: Renata Barnard / Victor Bulthuis / Esther Disveld / Aart Mak / Lidwien Meijer / Jan Willem de Vos / Paul van der Waal / Marjan Woudstra Eindredactie: Esther van der Panne Redactiesecretariaat: Geeske van Strien-Joustra Redactieadres: Redactie Open Deur, Postbus 29, 2700 AA Zoetermeer. Telefoon: (079) 363 31 75 E-mail: opendeur@boekencentrum.nl BasisLayout: In Ontwerp, Bureau voor vormgeving - Assen Layout: Oblong, Jet Frenken, Echten (Fr.) Druk: BDU, Barneveld. ISSN 0 165 229 x Copyright: Overname van artikelen uitsluitend na toestemming van de redactie. Wij doen ons best om de rechthebbenden van kaderteksten en illustraties op te sporen, maar dit is niet altijd mogelijk. Is de bronvermelding fout of afwezig, bel of schrijf dan de redactie. Uitgever en administratieadres: Boekencentrum Uitgevers, Postbus 29, 2700 AA Zoetermeer. Tel. (079) 362 86 28 E-mail: abonnementen@boekencentrum.nl Abonnementen: Postabonnement Nederland, bij betaling per acceptgiro: € 29,00 per jaar; buitenland € 45,00 per jaar. IBAN: NL45ABNA0430009577; BIC: ABNANL 2 A. Betaling na ontvangst van acceptgirokaart of per machtiging. Een postabonnement kan elk gewenst moment ingaan en wordt automatisch verlengd, tenzij twee maanden voor het einde van de abonnementsperiode schriftelijk wordt opgezegd. Collectieve abonnementen (vanaf 10 exemplaren): prijzen op aanvraag. Wilt u een los nummer (€ 3,50 inclusief verzending) bestellen? - internet : www.open-deur.nl - telefoon : 079 – 3 628 628 (8.30-12.30 uur) - e-mail : abonnementen@boekencentrum.nl Uw adreswijziging zien we graag schriftelijk tegemoet, met vermelding van én het oude én het nieuwe adres. Open Deur wordt ook uitgegeven in grootletter en ingesproken op daisy cd-rom. Informatie en opgave: CBB, Postbus 131, 3850 AC Ermelo, tel. (0341) 56 54 99.
Ja, Open Deur bevalt me! Ik abonneer me voor ¤ 29,00 per jaar en ontvang maandelijks Open Deur. Ik ontvang de eerste vier nummers gratis! Naam:
Adres:
Postcode:
Woonplaats:
Telefoon: Zenden aan Open Deur, Antwoordnummer 10291, 2700 VB Zoetermeer, of bel: (079) 362 86 28 of E-mail naar: abonnementen@boekencentrum.nl.
Linzensoep Bij Genesis 25, 29-34
Beeld: Willeke Brouwer Tekst: Bette Westera, kinderboekenschrijver.
20
www.open-deur.nl
Ezau
Ezau
de oudste
komt thuis
op de voet
geef mij wat
gevolgd door zijn broer
van dat rode daar,
Jakob
Jakob
Jakob
Jij
de jongste
mijn eerstgeboorterecht
kookt voor Ezau
ik jouw soep?
op hoop van zegen
mijn zegen heb je
linzensoep
amen