Paulus van Tarsus

Page 1

Paulus van Tarsus (pms)

10-01-2006

09:17

Pagina 1

ET T

ET

of deze stelling houdbaar is in het licht van het moderne bijbels-historisch onderzoek. Is er inderdaad voldoende grond om te stellen dat ‘Jezus geen christen was’?

Hij geeft daarbij niet alleen een helder overzicht van de huidige stand van zaken in het onderzoek van Paulus, maar trekt ook nieuwe lijnen. Zijn conclusie, na een

grondige studie van alle gegevens, is dat Paulus niet als de stichter van het christendom gezien kan worden. Hoewel de auteur op een wetenschappelijk niveau theologie bedrijft, heeft hij kans gezien in dit boek het onderwerp voor iedere theologisch geïnteresseerde helder te maken.

verbonden geweest aan Oxford, Cambridge en de McGill universiteit. Van zijn hand verschijnen regelmatig wetenschappelijke publicaties over Paulus en zijn brieven.

NUGI 632

www.boekencentrum.nl

9 7 8 9 0 23 9 18 6 7 7

O M

W

R I G H T

ET

Pa u l u s va n Ta rs u s

E en ke nn ismak ing met zijn theologie

THEOLOGIE

ISBN 902391867-3

T

EVANGELICALE

Tom Wright is deken van Lichfield in de Anglicaanse Kerk. Hij is als hoogleraar Nieuwe Testament

Paulus van Tarsus

In dit boek zet Tom Wright, een autoriteit op het gebied

van Paulusstudies, de argumenten nog eens op een rijtje.

R I G H T

stichter was van het christendom. Het is echter de vraag

W

op dat niet Jezus van Nazaret, maar Paulus van Tarsus de

O M

In de vele Jezus- en Paulusstudies die in de afgelopen

jaren zijn verschenen, duikt van tijd tot tijd de gedachte


Evangelicale Theologie De reeks ‘Evangelicale Theologie’ wil een platform bieden voor kennismaking met en bezinning op de evangelicale theologie, zoals die met name in de Angelsaksische wereld bedreven wordt. In deze reeks verschijnen toegankelijk-wetenschappelijke boeken over theologische thema’s, zowel vertaald als van Nederlandse bodem. De redactie van de reeks bestaat uit drs. H.A. Bakker, dr. H. Lalleman-de Winkel en dr. A.W. Zwiep. Reeds verschenen: Paul Barnett, Historische zoektocht naar Jezus


Tom Wright

Paulus van Tarsus Een kennismaking met zijn theologie

Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer


Ontwerp omslag: Mirella Dijkerman, Den Haag Illustratie omslag: De apostel Paulus, Corn. Willemsz. Bron: Museum Catharijneconvent, Utrecht © tekst 1997 Tom Wright De oorspronkelijke uitgave werd gepubliceerd in het Engels onder de titel What St Paul Really Said door Lion Publishing in Oxford, Groot-Brittannië © 1997 Lion Publishing Vertaling: M. Rotman, Soest ISBN 90 239 1867 3 NUGI 632 © 1998 Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.


Inhoud

Voorwoord

7

1. Hoofdbrekens over Paulus

11

2. Saulus de vervolger, Paulus de bekeerling

25

3. Heraut van de Koning

39

4. Paulus en Jezus

64

5. Goed nieuws voor de heidenen

78

6. Goed nieuws voor IsraĂŤl

97

7. Rechtvaardiging en de gemeente

115

8. De door God vernieuwde mensheid

137

9. Het evangelie van Paulus toen en nu

153

10. Paulus, Jezus en het ontstaan van het christendom

169

Geannoteerde bibliografie

188



Voorwoord

De persoon van Paulus roept vandaag de dag al net zoveel reactie op als in zijn eigen tijd. Werd hij toen gestenigd, vandaag worden woorden op hem afgevuurd. Sommigen vinden Paulus nog steeds een lastig en gevaarlijk figuur. Anderen zien hem als de grootste leraar van het christendom na de Heer zelf. Deze verschillende denkbeelden komen we zowel in wetenschappelijke literatuur tegen als in het meer algemene denken. De klassieke anglicaanse benadering van Paulus is koel en afstandelijk. Niet te enthousiast – dat is te protestant. Niet te veroordelend – dat is te katholiek. Zijn woorden moeten niet al te letterlijk genomen worden – dat is te conservatief. Maar hem helemaal terzijde schuiven, dat zou weer veel te liberaal zijn. Meestal nemen we genoegen met een paar favoriete tekstgedeelten (zoals 1 Kor. 13, dat ongeveer zo populair is als 1 Kor. 11 impopulair is) of een paar favoriete thema’s (zoals het ‘in Christus zijn’, dat zo algemeen verwoord kan worden dat het elke theologie ondersteunt). Mogelijk hebben we zelfs nog een favoriete brief. Dat zal dan waarschijnlijk Filippenzen zijn, omdat het kort, bondig en opgewekt is, anders dan bijvoorbeeld 2 Korintiërs, dat gezien wordt als lang, saai en somber – een goede voorbereiding op de Vastentijd, wanneer het in de Anglicaanse Kerk gelezen wordt. Bovendien gaan twee hoofdstukken over geld – veel te gênant. Al meer dan twintig jaar houd ik me bezig met de studie over Paulus en ik ben deze benadering volkomen onbevredigend gaan vinden. Ik heb een dissertatie over de brief aan de Romeinen geschreven, een commentaar op de brieven aan de Kolossenzen en aan Filemon en een monografie over Paulus’ visie op Christus en de wet – om nog maar te zwijgen van de diverse artikelen over verschillende tekstgedeelten en thema’s in Paulus’ brieven. Toch heb ik nog steeds het gevoel dat ik slechts halverwege op de berg ben, dat er nog altijd meer te ontdekken is, dat er meer mooie uitzichten zijn om van te genieten. Vaak (niet altijd) wanneer ik lees wat anderen over Paulus zeggen, heb ik meer het gevoel naar beneden in de mist te kijken dan omhoog naar de bergtop. Telkens besef ik dat ik zelf nog altijd een behoorlijk stuk verder moet klimmen.


8

PAULUS VAN TARSUS

Dit boek heeft dan ook iets weg van een voorlopige tussenbalans. Mijn lijviger boekwerk, waarin ik voor Paulus hoop te doen wat ik geprobeerd heb voor Jezus te doen in Jesus and the Victory of God (SPCK en Fortress, 1996), is nog in voorbereiding. Maar ik heb in de afgelopen jaren op verschillende plaatsen lezingen gehouden over bepaalde aspecten van Paulus’ denken en veel van mijn toehoorders hebben mij aangemoedigd mijn gedachten op papier te zetten voor een breder publiek. Ik wil mijn dank uitspreken voor de uitnodigingen de Selwyn Lectures te geven in Lichfield Cathedral, de Gheens Lectures op het Southern Baptist Theological Seminary in Louisville, Kentucky en de Prideaux Lectures op de universiteit van Exeter. Verder heb ik gastcolleges gegeven op Asbury Seminary, Kentucky en op het Canadian Theological Seminary in Regina, Saskatchewan. Bij al deze gelegenheden ben ik bijzonder gastvrij ontvangen en vond ik een enthousiast gehoor, met scherpzinnige en veeleisende vragen. Ik wil zowel mijn gastheren als mijn toehoorders dan ook hartelijk bedanken. Bij het samenvoegen van de verschillende lezingen tot één geheel heb ik me maar al te goed gerealiseerd dat grote delen van Paulus’ gedachtengoed nog steeds onaangeroerd zijn. Ik zie dit boek dan ook helemaal niet als een complete of ‘uitgebalanceerde’ studie over Paulus. Ik wil slechts een aantal sleutels tot zijn boodschap belichten, met de implicaties ervan waarvan sommige doorgaans onopgemerkt blijven, om zo te ontdekken wat Paulus nu eigenlijk wilde zeggen. Enkele belangrijke opmerkingen vooraf. Er wordt eindeloos gediscussieerd over de vraag in hoeverre de Paulus van de brieven al dan niet overeenkomt met de Paulus die we in het boek Handelingen tegenkomen. Ik zal me hier niet in deze discussie mengen, hoewel het zou kunnen blijken dat mijn overzicht van wat Paulus op een aantal cruciale punten in zijn brieven zei er enigszins toe bijdraagt. Verder is er veel onenigheid over de vraag of al de brieven die aan Paulus worden toegeschreven ook werkelijk van zijn hand zijn. Het meeste van wat ik in dit boek zeg betreft tekstgedeelten uit de onbetwiste brieven, met name uit Romeinen, de twee brieven aan de Korintiërs, Galaten en Filippenzen. Daarnaast beschouw ik Kolossenzen als zeker van Paulus, en Efeziërs als waarschijnlijk van hem en niet van een imitator. Echter, niets in mijn betoog staat of valt met dit standpunt. Op enkele belangrijke plaatsen na heb ik niet aangegeven waar ik voortbouw op, of de strijd aanbind met collega’s in het Paulusonderzoek. De gedetailleerde onderbouwing van mijn betoog kan in de regel gevonden worden in mijn andere publicaties. Deze en andere


VOORWOORD

9

werken die nuttig kunnen zijn voor verdere studie, zijn opgenomen in de bibliografie. Collega-wetenschappers zullen beseffen dat ik met dit boek geen wetenschappelijke monografie heb willen schrijven; niet-wetenschappelijk geschoolde lezers zullen mij hopelijk niet kwalijk nemen dat ik zo nu en dan uitweid naar zijpaden en ingewikkelde kwesties die volgens mij onvermijdelijk zijn, al is misschien niet iedereen daarvan overtuigd. Toen het werk aan dit boek zo goed als klaar was, verscheen er een (mij in een proefstadium als manuscript toegezonden) nieuw boek van de Engelse journalist, romanschrijver en biograaf A.N. Wilson. Hij blaast de oude stelling nieuw leven in, dat Paulus de feitelijke stichter van het christendom is en dat hij zich ten onrechte op Jezus beroept en een theologie heeft opgesteld waarin een ‘Christus’-figuur centraal is komen te staan die in werkelijkheid niets te maken heeft met de Jezus van de geschiedenis. Omdat deze theorie geregeld in een of andere vorm de kop opsteekt en omdat hetgeen ik in dit boek wil zeggen de basis vormt voor de reactie op deze theorie, heb ik aan het eind van mijn boek een hoofdstuk toegevoegd dat dit hele onderwerp behandelt en Wilsons boek in het bijzonder. Er zijn natuurlijk al talloze boeken die uitgebreid op dit onderwerp ingaan. Het is dan ook niet mijn bedoeling eerder gevoerde discussies te herhalen. De Bisschop van Lichfield, zijne hoogwaardige excellentie Keith Sutton, heeft mij destijds uitgenodigd de Selwyn Lectures te houden, waarbij sommige gedachten die in dit boek naar voren komen voor het eerst openbaar zijn gemaakt. Door zijn steun en vriendschap heb ik sinds onze verhuizing naar Lichfield mijn onderzoek en schrijfwerk kunnen voortzetten, ondanks de eisen die deze drukke gemeente aan een voorganger stelt. Zijn eigen voorbeeld van christelijk zendingswerk en van het vreugdevol dragen van het lijden dat daaruit voortkomt, zijn voor velen een tastbaar voorbeeld van de realiteit waarmee Paulus leefde en waarover hij schreef. Dit boek is aan hem opgedragen als een bescheiden blijk van de liefde en dankbaarheid die mijn gezin en ik jegens hem ervaren. Tom Wright Lichfield ‘Feest van de bekering van St. Paulus’, 1997



1. Hoofdbrekens over Paulus

We lezen in Handelingen der Apostelen dat Paulus zijn bekeerlingen waarschuwde dat de weg naar het Koninkrijk van God door veel verdrukking heen zou gaan. Mocht iemand nog aan zijn woorden twijfelen dan liet zijn eigen leven duidelijk zien wat hij hiermee bedoelde. Hij werd bedreigd, aangevallen, verkeerd begrepen, had schipbreuk geleden, werd bekritiseerd, bespot, gekleineerd, belachelijk gemaakt, gestenigd, geslagen, mishandeld, beledigd... Tot overmaat van ramp heeft de kerk zijn brieven uiteindelijk canoniek verklaard, zodat latere lezers hem ervan konden beschuldigen op macht uit te zijn. (Door hem als een heilige te beschouwen had de kerk tegelijkertijd een excuus om hem óf niet te begrijpen, óf niet na te volgen.) Soms vraag ik me af wat Paulus zou zeggen over de manier waarop hij in de twintigste eeuw behandeld is. Misschien wel: ‘Plus ça change, plus c’est la même chose’ [hoe meer ’t verandert, hoe meer ’t bij het oude blijft], – ervan uitgaande dat het Frans inmiddels zou zijn toegevoegd aan de indrukwekkende lijst van talen die hij beheerste. In de twintigste eeuw wordt er niet veel anders met hem omgesprongen dan in zijn eigen tijd. Niemand die over het christendom wil nadenken kan hem negeren. Maar je kunt hem wel misbruiken, verkeerd begrijpen, hem je eigen denkbeelden opleggen, hem benaderen met verkeerde vragen en je afvragen waarom hij geen duidelijk antwoord geeft, en schaamteloos zijn woorden gebruiken om ideeën te onderbouwen waarmee hij nooit zou instemmen. Wanneer mensen luidkeels verkondigen dat ze volgelingen van Paulus zijn, dat de apostel hun grote voorbeeld is, dan zie je maar al te vaak dat zij één aspect van zijn denken zo uitvergroten, dat andere aspecten, die voor hem even belangrijk waren, onderbelicht blijven of zelfs ronduit ontkend worden. Net als bij het oproer in Efeze lijkt het er vaak op dat aan beide kanten hoog van de toren wordt geblazen door mensen die eigenlijk niet goed weten waar ze het over hebben. Mensen die bang zijn om God of Jezus te zeggen hoe boos ze op Hem (of Hen) zijn, reageren die boosheid maar wat graag af op iemand als Paulus, tegenover wie zij die reserve niet ervaren. Aan de andere kant durven mensen die zich angstvallig vastklampen aan een bepaalde theologie of godsdienstige


12

PAULUS VAN TARSUS

opvatting vaak niet te zeggen dat dit Gods diepste gedachten verwoordt. Door echter Paulus als bondgenoot op te voeren hebben zij het geruststellende idee dat ze in goed gezelschap zijn. Waarschijnlijk zou Paulus zich door vriend en vijand in verlegenheid gebracht voelen; hoewel hij er inmiddels waarschijnlijk wel aan gewend zou zijn. Het zou naïef van me zijn me in te beelden dat ik zelf al deze voetangels en klemmen kan vermijden. Het achteraf volgen van de gedachtegang van een groot schrijver is een lastige en heikele onderneming. Vaak komen we niet verder dan een globale benadering, maar de maatstaf voor het welslagen moet altijd liggen in de vraag: verheldert het passages van Paulus die eerder onoplosbaar waren? Krijgen zijn brieven hierdoor een nieuwe samenhang, zowel in hun specifieke context als onderling? Geeft het een groot, samenvattend beeld van wat Paulus bezighield, zonder de details geweld aan te doen? Vergroot het feitelijk het belang van deze details? Wanneer we kijken naar de manier waarop Paulus in de twintigste eeuw behandeld is, zien we keer op keer dat het antwoord op al deze vragen ‘nee’ luidt. Winst op het ene vlak gaat vaak gepaard met verlies op het andere. Mijn bescheiden hoop is dat dit niet zal gelden, of althans niet in dezelfde mate, voor wat ik te zeggen heb. Schrijven over Paulus is deelnemen aan een discussie die al geruime tijd aan de gang is. Er zijn boeken vol geschreven over de geschiedenis van het wetenschappelijk onderzoek naar Paulus en we kunnen hier dan ook niet meer doen dan een blik werpen op de belangrijkste personen. Maar dat is ook wel het minste dat moet gebeuren. Dit zijn immers de mensen die bepaald hebben hoe wij Paulus tegenwoordig benaderen, welke vragen we hem stellen en, tot op zekere hoogte, welke antwoorden we kunnen verwachten. a. Paulus in de twintigste eeuw Schweitzer Evenals bij de studie naar Jezus gaat het Paulusonderzoek in deze eeuw1 terug op het monumentale werk van Albert Schweitzer. Hoewel zijn studie over de theologie van Paulus2 vele jaren vertraagd is door zijn concentratie op medisch zendingswerk, is zijn eerdere boek 1. Een meer uitgebreide beschrijving van al het onderstaande wordt gegeven in Stephen Neill en N.T. Wright, The Interpretation of the New Testament, 18611986, 1988, 403-30. 2. Albert Schweitzer, Die Mystik des Apostels Paulus, 1930.


HOOFDBREKENS OVER PAULUS

13

over Paulus en zijn uitleggers nog steeds de moeite van het lezen waard als we een indruk willen krijgen van wat er aan de hand was, ook al is dat vanuit een erg uitgesproken en nogal afwijkend standpunt.3 Hij analyseert het werk van een groot aantal schrijvers door hen twee eenvoudige vragen te stellen, die het wetenschappelijk onderzoek sindsdien hebben beheerst en die een belangrijke rol zullen spelen in dit boek. Allereerst, is Paulus in diepste wezen een Joods of een Grieks denker? Ten tweede, wat is de kern van Paulus’ theologie? Is dat – om de twee mogelijkheden te noemen die voor Schweitzer in aanmerking kwamen – ‘rechtvaardiging door geloof’ of het ‘in Christus zijn’? Deze twee vragen grijpen in elkaar: volgens Schweitzer was het ‘in Christus zijn’ een voluit joods leerstuk, terwijl de ‘rechtvaardiging door geloof’ juist zware kritiek op het jodendom impliceerde. Schweitzer twijfelde er niet aan wat het juiste antwoord was. Hij veegde de vloer aan met degenen die maar heidense, hellenistische denkbeelden bleven aandragen als de beste manier om Paulus te begrijpen. Paulus is door en door joods, zei hij, ook al baande hij, juist door zijn werk als joods apostel voor de heidenen, de weg voor de latere hellenisering van het christendom. Schweitzer zag de rechtvaardiging door het geloof en alles wat daarmee samenhing dan ook niet als het hart van Paulus’ boodschap (het komt tenslotte maar in twee brieven voor en in een enkel tekstgedeelte van een derde). Hij zag het eerder als een polemische stellingname die te maken had met het specifieke punt van het toelaten van onbesneden heidenen in de gemeente. Volgens Schweitzer lag de kern van Paulus’ denken juist in wat hij noemde de ‘Christus-mystiek’. Hiermee bedoelde hij het onderwijs van Paulus over het ‘in Christus zijn’ en hij vatte dit op tegen de achtergrond van het apocalyptische jodendom. De God van Israël had in de persoon van Jezus de Messias op dramatische, apocalyptische wijze in het wereldgebeuren ingegrepen. Het ware volk van God was op de een of andere manier nauw verbonden met deze Messias, deze Christus. Zij waren ingelijfd ‘in Hem’. Met dit als uitgangspunt hakte Schweitzer veel knopen door over hoe verschillende sleutelpassages in de brieven van Paulus gelezen moeten worden. Het meest bekend is waarschijnlijk de uitwerking van zijn visie op hoe men de brief aan de Romeinen, algemeen beschouwd als Paulus’ meesterwerk, leest. Iemand die ‘rechtvaardiging door ge3. Albert Schweitzer, Geschichte der Paulinischen Forschung von der Reformation bis auf die Gegenwart, 1911.


14

PAULUS VAN TARSUS

loof’ ziet als het middelpunt van de theologie van Paulus, zal Romeinen 1-4 benadrukken als de kern van de brief. Maar iemand die, met Schweitzer, het ‘in Christus zijn’ ziet als het centrale punt in Paulus’ denken, zal juist het accent leggen op Romeinen 5-8. (Je kunt je natuurlijk afvragen waarom het specifieke betoog van Romeinen, of welke andere brief dan ook, per se de hoofdlijn van de theologie van Paulus zou moeten weergeven. Hoe dan ook, Romeinen heeft, al dan niet terecht, deze rol vaak toebedeeld gekregen en Schweitzer is slechts een van de vele schrijvers die daarin meegaan.) Een derde vraag die voortvloeide uit Schweitzers studie over Paulus was die naar de toepassing. Wat is de betekenis van Paulus voor vandaag? Voor Schweitzer waren er denk ik twee betekenissen, positief en negatief. Ten eerste: als het meer gaat om het ‘in Christus zijn’ dan om de discussies over rechtvaardiging waarin telkens wel weer nieuwe argumenten en visies op tafel komen, dan is men vrij om het leven met Christus een nieuwe en andere inhoud te geven. Mede hieruit putte Schweitzer de motivatie voor zijn unieke en bijzondere levenswerk. Ten tweede hoefde men zich dan niet zo druk te maken over datgene waar de officiële kerk mee bezig was, omdat die nog steeds vastzat aan Paulus als de dogmatische theoloog. Zo ging Schweitzer zijn eigen weg door de eerste helft van deze eeuw, als een eenzame, geleerde reus temidden van horden luidruchtige en oppervlakkige theologische dwergen. Schweitzer heeft ons, kort gezegd, de vier vragen nagelaten die altijd gesteld worden over Paulus. 1. Waar moeten we Paulus plaatsen in de godsdiensthistorie van de eerste eeuw? 2. Hoe moeten we zijn theologie verstaan, wat is het beginpunt en wat is de kern ervan? 3. Hoe lezen we de afzonderlijke brieven, zodat we eruit halen wat Paulus ermee bedoeld heeft? (De wetenschappelijke term hiervoor is ‘exegese’, in tegenstelling tot ‘eisegese’, waarbij men er een betekenis inlegt die Paulus niet op het oog had.) 4. Wat levert het als resultaat op voor ons eigen leven en werk vandaag? Geschiedenis, theologie, exegese en toepassing. Iedere schrijver over Paulus houdt zich impliciet of expliciet met deze vier vragen bezig. Schweitzer is onder meer zo belangrijk omdat hij ze zo duidelijk voor ogen had. Hoewel zijn eigen oplossingen op hun merites beoordeeld moeten worden, opende hij zo perspectieven voor verder onderzoek.


HOOFDBREKENS OVER PAULUS

15

Bultmann De volgende grote twintigste-eeuwse Pauluskenner bij wie we moeten stilstaan is Rudolf Bultmann. In zijn Theologie des Neuen Testaments4 is Paulus een van de twee peilers waar zijn gehele bouwwerk op steunt (de andere is Johannes). Paulus beschrijft, volgens Bultmann, de staat waarin de mens verkeert en de manier waarop hij daaruit kan ontsnappen. Bultmann spreekt de taal van Paulus en Luther met betrekking tot de grote vijanden van de mensheid (zonde, wet en dood) en de grote oplossingen (genade, geloof, gerechtigheid, leven). In zijn beschrijving bouwt hij veel en nadrukkelijk voort op de eigentijdse filosofie en op historisch onderzoek. Hij ontwikkelde een vorm van het Duitse existentialisme, dat bekend was geworden door Martin Heidegger. Het blijft de vraag of de theologie van Bultmann, zijn beeld van Paulus inbegrepen, uiteindelijk een christelijk existentialisme is of een existentialistisch christendom. Bultmanns antwoorden op de vragen van geschiedenis, theologie, exegese en toepassing zijn ongeveer als volgt. Paulus hoort thuis in een hellenistische context – hij was tenslotte de apostel voor de heidenen. Hij verliet dan ook al snel zijn vroegere, joodse gedachtengoed om zijn boodschap uit te drukken in de taal en denkbeelden van de Griekse wereld. Zo stond hij tegenover het jodendom, waarin zijn volksgenoten door de wet te omarmen de mogelijkheid afwezen van het ware bestaan dat hun in Christus, het einde van de wet, geboden werd. Het onbetwiste middelpunt van de theologie van Paulus was voor Bultmann dan ook zijn beschrijving van de staat van de mens en van de beslissing (‘geloof’) waardoor men daaraan kan ontkomen. Volgens Bultmann hield Paulus vast aan de joodse opvatting dat de wereld spoedig voorbij zou gaan. Maar dit zou voor hem een reden geweest zijn om de joodse historische hoop los te laten en zijn boodschap te vertalen in de tijdloze opvattingen van het Griekse denken. Bultmann zag (evenals Schweitzer, maar om heel andere redenen) de hoofdstukken 5-8 als de kern van de brief aan de Romeinen, en dan vooral de hoofdstukken 7 en 8. Daar werd de staat van wat Bultmann noemde ‘de mens onder de wet’ aanschouwelijk gemaakt. De betekenis van Paulus voor vandaag was volgens Bultmann om christenen te versterken in hun geloof, terwijl de wereld om hen heen, ook de wereld van het christendom, langzaam maar zeker afbrokkelt. We moeten daarbij niet uit het oog verliezen dat Bultmann, evenals Barth 4. Rudolf Bultmann, Theologie des Neuen Testaments, 1948-1953.


16

PAULUS VAN TARSUS

en anderen, zijn theologische volwassenheid bereikte in de tijd dat de Nazipartij in opmars was. De prijs voor Bultmanns briljante betoog is erg hoog. Sommige delen van Paulus’ onderwijs pasten gewoonweg niet in zijn visie. Die degradeerde hij dan ook eenvoudig: hij stelde dat het hier ging óf om ‘glossen’ (woorden of zinnen die door latere schrijvers aan Paulus’ tekst zijn toegevoegd), óf om resten van Paulus’ joodse achtergrond, die Paulus zelf nog niet goed had doordacht in het licht van zijn uitgekristalliseerde theologie (overigens vind ik de bewering dat wij Paulus’ gedachten beter zouden kunnen doorgronden dan Paulus zelf uiterst dubieus, maar daarover later meer). Davies Gedurende meer dan de helft van deze eeuw was Bultmann erg populair in de nieuwtestamentische wetenschap. Zijn werk zorgde ervoor dat Schweitzers pleidooi om Paulus te lezen in zijn joodse context maar al te vaak aan dovemansoren gezegd werd. De gedachte dat Paulus zijn ideeën, thema’s en theologie had ontleend aan het hellenisme en niet aan het jodendom bleef in het werk van heel wat schrijvers overeind, gesterkt als ze waren door een verkeerd beeld van het jodendom zelf, zoals hieronder zal blijken. Maar kort na de Tweede Wereldoorlog keerde het tij door toedoen van het werk van een jongeman, afkomstig uit Wales, die het grootste deel van zijn leven in de Verenigde Staten zou doorbrengen. W.D. Davies bestudeerde de joodse rabbi’s op een manier die toentertijd door nog maar weinig nieuwtestamentici werd gedaan. Toen hij hen vergeleek met Paulus, ontdekte hij dat het ene na het andere gegeven dat Bultmann en anderen aan Paulus’ Griekse achtergrond hadden toegeschreven, minstens even duidelijk in het jodendom aanwezig was. Davies betoogde in zijn belangrijkste werk, Paul and Rabbinic Judaism,5 dat Paulus ten diepste een joodse rabbi was, die geloofde in Jezus van Nazaret als de joodse Messias. Davies zette een lijn uit waarop veel naoorlogse wetenschappers reageerden, hetzij om deze verder uit te werken, hetzij als tegenreactie. Anders dan Schweitzer, zag hij Paulus niet als een apocalyptische Jood die verwachtte dat de wereld elk moment tot een einde kon komen. Maar toch is zijn werk een terugkeer in Schweitzers richting. Davies verwerpt iedere poging om het gedachtengoed van Paulus uit het hellenisme af te leiden, en plant hem stevig terug in de bodem van 5. W.D. Davies, Paul and Rabbinic Judaism, 1980 (derde druk; eerste druk 1948).


HOOFDBREKENS OVER PAULUS

17

het jodendom. Het is belangrijk om op te merken dat Davies, net als Schweitzer, in zijn theologie en exegese geen ruimte geeft voor kritiek van Paulus op het jodendom. De Paulus van Davies benadrukt juist dat met Jezus de door de Joden lang verwachte ‘toekomende eeuw’ was aangebroken. Daardoor was een nieuw volk van God ontstaan, met een nieuwe thora (wet), namelijk ‘de wet van Christus’ (Gal. 6:2). Davies’ werk markeert een nieuwe benadering van het jodendom in de naoorlogse wetenschap. Tot dan toe werd het jodendom door de meeste uitleggers van Paulus beschouwd als hét grote voorbeeld van de verkeerde soort van godsdienst. Het stond voor menselijke zelfverwerkelijking, wetticisme, vooroordeel en trots. Paulus moest zijn ideeën wel uit het hellenisme hebben afgeleid, zo dacht men, want de joodse denkbeelden waren onherroepelijk besmet. Zelfs het gebruik ervan deed al af aan het geloof. Maar Davies was een andere mening toegedaan. Hij stelde zichzelf daarmee in de lijn van Karl Barth en de zogeheten ‘bijbelse-theologie’ beweging en uiteraard van de naoorlogse reactie tegen het antisemitisme dat ten grondslag lag aan de Holocaust. Het jodendom was opeens ‘in’; joodse ideeën werden beschouwd als goed, hellenistische werden bestempeld als ‘heidens’ en dus (impliciet) slecht. De vragen van geschiedenis, theologie, exegese en toepassing kwamen dan ook stuk voor stuk in een totaal ander licht te staan als gevolg van Davies’ werk. De meeste wetenschappers zijn hem niet tot het einde toe gevolgd in zijn pogingen het ene Paulinische punt na het andere af te leiden uit rabbijnse bronnen (vele daarvan moeten tenslotte een paar eeuwen na Paulus gedateerd worden, zoals hij overigens wel wist). Maar hij heeft op zijn minst aangetoond dat Paulus niet losgemaakt kan worden uit zijn joodse omgeving zonder hem ernstig geweld aan te doen. Käsemann De vierde wetenschapper naar wie we kort moeten kijken, is Ernst Käsemann, hoogleraar te Tübingen in de zestiger en zeventiger jaren. In een groot aantal publicaties, met als hoogtepunt zijn meesterlijke commentaar op Romeinen, geeft hij een nieuwe visie op de theologie van Paulus.6 Käsemann probeerde de sterke punten van zowel Schweitzer als Bultmann vast te houden. Enerzijds was hij met Schweitzer eens dat Paulus tegen de achtergrond van het apocalyp6. Ernst Käsemann, Exegetische Versuche und Besinnungen, 1960; Paulinische Perspektiven, 1969; An die Römer, 1973.


18

PAULUS VAN TARSUS

tische jodendom gezien moet worden. Maar hij stemde ook met Bultmann en andere Lutheranen in dat de kern van Paulus’ denken gezocht moet worden in zijn rechtvaardigingsleer, die de genadeslag geeft aan alle menselijk wetticisme en godsdienstige trots. Op die manier kon Käsemann veel meer recht doen aan de details van Paulus’ brieven dan Bultmann. Hij kon veel brokstukken van Paulus bijeenrapen die Bultmann links had laten liggen en ze ergens op hun oorspronkelijke plaats terugzetten. Hij benadrukte vooral dat Paulus zich in de eerste plaats bezighield met de overwinning van de ware God over de machten van het kwaad en de opstandige wereld. God had in Christus de grote strijd tegen het kwaad gewonnen en zorgde er nu voor dat deze overwinning door de prediking van het evangelie gestalte kreeg. Menselijke hoogmoed (vooral godsdienstige hoogmoed) wil deze overwinning liever zelf behalen dan nederig de overwinning van God aanvaarden. Maar de rechtvaardiging van de goddelozen (Rom. 4:5) zet iedereen weer op zijn plaats. Bij Käsemann vinden we voor het eerst een gedachte die naar mijn mening heel belangrijk is voor ons begrip van Paulus: dat Paulus, vanuit zijn joodse context, kritiek leverde op het jodendom. Tot nu toe leken nieuwtestamentici te veronderstellen dat een joods denker weinig of geen kritiek kon hebben op het jodendom – en dat, omgekeerd, kritiek op het jodendom altijd ergens anders vandaan moest komen, van buiten het jodendom. Käsemann lijkt in te zien – wat in feite al overduidelijk is in de oudtestamentische profeten, om nog maar te zwijgen van Johannes de Doper en Jezus – dat kritiek van binnenuit altijd al een centraal gegeven binnen het jodendom is geweest. Zijn apocalyptisch ingestelde Paulus verkondigde dan ook aan de wereld dat de gekruisigde Jezus de rechtmatige Here is, die alle menselijke trots en rebellie ter verantwoording zal roepen, ook joodse trots en rebellie (die zich vooral uitte in de houding ten opzichte van de wet). Voor Käsemann lag de toepassing van deze opvatting deels in een sterker gefundeerde politieke theologie dan de meeste van zijn voorgangers hadden. Käsemann had behoord tot de Duitse Belijdende Kerk onder het Derde Rijk, en was zelfs gevangengezet voor zijn anti-nazistische activiteiten. Het beeld van zoveel Duitse kleinburgerlijke religie, die gedwee Hitler volgde en godsdienstige taal gebruikte om dit te onderbouwen, bracht hem in opstand. Zijn levenswerk kan dan ook voor een deel gezien worden als een verwoede poging om zijn sociaal-politiek protest te onderbouwen met een serieuze en gedetailleerde exegese van Paulus. Als ik de werken van één exegeet van Paulus zou moeten kiezen om


HOOFDBREKENS OVER PAULUS

19

mee te nemen naar een onbewoond eiland, dan koos ik die van Käsemann. De kracht, de gedrevenheid, de exegetische eerlijkheid en grondigheid en de drang naar waarheid en vrijheid zijn geweldig om te lezen, en doen me Paulus keer op keer met andere ogen zien. Dat ik aanzienlijk met hem van mening verschil, mag deze grote bewondering en dankbaarheid niet verhullen. Maar degene die de huidige Paulinische wetenschap meer heeft beïnvloed dan alle anderen samen, is Ed P. Sanders, een oud-collega van mij in Oxford, tegenwoordig hoogleraar aan de Duke University in Durham, North Carolina.7 Sanders De grootte van Sanders’ prestatie blijkt uit het gegeven dat Paulusonderzoekers over de hele wereld het tegenwoordig hebben over ‘de revolutie van Sanders’ alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Ook zij die zijn theorieën verwerpen, kunnen niet ontkennen dat er inderdaad een grote ommekeer is gekomen in de wetenschap. Het is zelfs zo dat veel boeken die geschreven zijn vóór Sanders, of vanuit een pre-Sanders standpunt, nu verouderd zijn en in feite saai overkomen – wat geen enkele studie over Paulus zou mogen zijn! Hoewel ikzelf op sommige punten sterk met Sanders van mening verschil en op andere punten nog wel veel verder zou willen gaan dan hij, moet gezegd worden dat hij uittorent boven het laatste kwart van deze eeuw, zoals Schweitzer en Bultmann dat deden boven de eerste helft. De titel van Sanders’ belangrijkste werk over Paulus luidt Paul and Palestinian Judaism. Hij wilde daarmee bewust de herinnering aan Davies oproepen; Davies was een van Sanders’ docenten en Sanders zag zichzelf als degene die zijn visie verder uitbouwde. Maar daarin bewandelde hij wel nieuwe wegen. In plaats van Paulus te lezen tegen een rabbijnse achtergrond, schetste hij een veel breder beeld van het jodendom in het Palestina van Paulus’ dagen. Hij hield daarbij rekening met de Dode-Zeerollen (die natuurlijk nog niet beschikbaar waren toen Davies begon te schrijven), de apocriefen en pseudepigrafen, de wijsheidsliteratuur, enzovoorts. Zijn belangrijkste stelling, waaraan hij al het andere ondergeschikt maakte, kan vrij eenvoudig uiteengezet worden. Het jodendom van Paulus’ dagen was niet een religie van wettische gerechtigheid door werken, hoewel dit vaak verondersteld werd. Als we het ons toch zo voorstellen en Paulus’ prediking daarop betrekken, doen we zowel het jodendom als Paulus 7. E.P. Sanders, Paul and Palestinian Judaism: A Comparison of Patterns of Religion, 1977; Paul, the Law, and the Jewish People, 1983; Paul, 1991.


20

PAULUS VAN TARSUS

zelf ernstig geweld aan. De meeste protestantse exegeten hadden tot dan toe het jodendom van Paulus’ dagen opgevat als een vorm van het oude, ketterse Pelagianisme, waarbij mensen zichzelf in moreel opzicht uit het moeras omhoog moesten trekken om zo rechtvaardiging, gerechtigheid en redding te ontvangen. Nee, zei Sanders, het houden van de wet heeft in het jodendom altijd een functie gehad binnen een verbondsrelatie.8 God nam het initiatief toen Hij een verbond sloot met Israël. Gods genade gaat dus vooraf aan alles dat mensen (ook Joden) doen als reactie daarop. De Jood houdt de wet uit dankbaarheid, als een gepast antwoord op genade – dus, anders gezegd, niet om het verbondsvolk binnen te komen, maar om erin te blijven. In het verbondsvolk ‘zijn’ was in de eerste plaats Gods gave. Deze opvatting werd door Sanders prachtig aangeduid als ‘verbondsnomisme’ (van het Griekse nomos, wet). Het houden van de joodse wet was de menselijke reactie op Gods verbondsinitiatief. Sanders zaagde op die manier de poten onder de stoel van de algemene opvatting over Paulus vandaan, vooral in de hoofdstroom van het protestantisme. Het jodendom, zo beweerde hij, was en is een volledig legitieme en gepaste vorm van godsdienst. Volgens Sanders was Paulus’ enige echte kritiek op het jodendom dat het ‘geen christendom’ was. Paulus, die zijn heil had gevonden in het christelijk geloof, moest wel concluderen dat het jodendom niet toereikend was. De kern van Paulus’ gedachtengoed (hier staat Sanders pal naast Schweitzer) was niet rechtvaardiging, evenmin als zijn kritiek op Israël. De kern was wat Sanders ‘participatie’ noemt, zijn woord voor de Paulinische gedachte van het ‘in Christus zijn’. Ironisch genoeg heeft Sanders zijn hervorming nooit echt doorgevoerd in een grondige herziening van Paulus’ eigen denken. Hij stelt zichzelf tevreden met een nogal onsystematische benadering van verschillende Paulinische thema’s. Ook biedt hij niet veel vers-voorvers-exegese, wat tenslotte de echte toets is van hoe een bepaalde opvatting in de praktijk uitwerkt. Maar zijn praktische boodschap is overduidelijk: christenen moeten Joden met veel meer respect bekijken dan in het verleden, en hen vooral niet betichten van een vorm van godsdienst waaraan zij part noch deel hebben. Paulinische christenen en de nakomelingen van Joden uit het Palestina van de eerste eeuw moeten elkaar niet verketteren, zoals ze al zo vaak gedaan hebben. 8. Zie hoofdstuk 2 van dit boek, ‘Saulus’ overtuiging en verwachting’, voor een verdere uitleg van het verbond.


HOOFDBREKENS OVER PAULUS

21

Het is onthullend de reacties te zien op de omwenteling die door Sanders is ingezet. Sommigen wilden overhaast van de partij zijn – gretig wellicht om zijn relativerende conclusies te omarmen, ongeacht zijn exegetische onderbouwing, zijn historische reconstructie, of zijn (mager) theologisch ontwerp. Anderen, vooral in behoudende kringen, reageerden afwijzend en deden hun uiterste best de oude visie op het jodendom als een vorm van proto-Pelagianisme nieuw leven in te blazen. Zij hielden vast aan de oude opvatting over Paulus, dat hij rechtvaardiging door geloof als heilsweg predikte en menselijke zelfverwerkelijking (‘werken van de wet’) afkeurde. In Duitsland beschouwen veel Paulusonderzoekers Sanders eenvoudigweg als een gevaarlijke lastpost die niet weet waar hij het over heeft. Toch domineert hij het veld. En zolang zijn kerngedachte niet overtuigend weerlegd is, gebiedt de eerlijkheid rekening met hem te houden. Ik geloof niet dat een dergelijke weerlegging kan of zal geboden worden; belangrijke aanpassingen zijn nodig, maar ik beschouw zijn belangrijkste punt als bewezen. b. De vragen van vandaag In het Paulusonderzoek klinken vandaag de dag vele geluiden. Het zal wel nooit anders geweest zijn; pas achteraf worden hoofdstromingen en belangrijke veranderingen van inzichten duidelijk. De meningen over Paulus lopen tegenwoordig sterk uiteen, zoals dat waarschijnlijk altijd al het geval was. Alle vier de hoofdvragen worden bestudeerd. Aan elk van deze vragen moet een enkel woord gewijd worden. Geschiedenis Vrijwel alle wetenschappers zien Paulus tegenwoordig als een joods denker, hoewel omstreden is met welke groepering binnen het jodendom hij het meest verwant is en hoeveel van zijn joodse denken in het licht van het evangelie hergeformuleerd is. (We weten nu uiteraard heel wat meer over het jodendom in de eerste eeuw dan zelfs nog maar een generatie geleden het geval was.) Maar ook zijn andere zaken naar boven gekomen, die belangrijk zijn om Paulus historisch te kunnen plaatsen. Sociologie en de studie van oude schrijftechnieken (‘retoriek’) proberen hem op verschillende plaatsen te lokaliseren binnen de cultuur van zijn tijd. Er zijn nog steeds schrijvers die Paulus zien als een doorgewinterde hellenist (anders dan eerder in deze eeuw het geval was, wordt dit meestal gebruikt om hem in diskrediet te brengen), maar zij vinden niet veel instemming.


22

PAULUS VAN TARSUS

Theologie Er is geen overeenstemming over de kern van de theologie van Paulus. De meeste Duitse schrijvers over Paulus en sommigen in conservatieve Noord-Amerikaanse kringen houden nog steeds vast aan rechtvaardiging en het kruis als de kern van zijn denken, maar dit wordt alom betwist. Overigens houdt de vraag hoe we kunnen vaststellen wat de kern van iemands denken is, of zelfs of deze vraag wel zinvol is, veel wetenschappers in de laatste decennia bezig. Het tegenwoordig populaire genre van ‘vertelling’ of ‘verhaal’ wordt gebruikt om een ingang te vinden in de theologie van Paulus, hoewel er nog geen overeenstemming is over hoe dit genre gebruikt moet worden, of wat dit voor consequenties heeft. De scheiding tussen theologie en bijbelwetenschap, vooral in veel Noord-Amerikaanse instellingen – waar het grootste deel van de huidige bijbelwetenschap plaatsvindt – zorgt ervoor dat Paulus vaak bestudeerd wordt door mensen die geen filosofische of theologische scholing hebben gehad en ook het nut daarvan niet inzien. Veel nieuwtestamentici proberen met gedetailleerde exegese te ontsnappen aan het dogmatisme, dat zij zien als zwaar op de hand en achterhaald. Iedere poging om een omvattende theologie van Paulus te verwoorden is in hun ogen een poging om weer een systeem te construeren waarvan ze zichzelf net bevrijd hebben. Net als in sommige andere wetenschappelijke disciplines wordt hier de historische wetenschap gebruikt om af te rekenen met iemands eigen verleden – kennelijk een aantrekkelijke, hoewel doorgaans ineffectieve, vorm van therapie. Exegese Het meer gedetailleerd bestuderen van Paulus’ brieven gaat gestaag door. Steeds meer primaire bronnen worden geraadpleegd, zowel uit de joodse als uit de heidense wereld, om parallellen te vinden voor Paulus’ ideeën en taalgebruik. Tegelijkertijd is er een stortvloed ontstaan aan secundaire literatuur van zeer uiteenlopende kwaliteit, zodat een commentaarschrijver die grondig te werk wil gaan zich voor de enorme taak gesteld ziet zich door bergen vaktijdschriften heen te worstelen, om zo recht te kunnen doen aan wat hij daar vindt. Recente commentaren hebben dan ook meer weg van pakhuizen vol wetenschappelijke details dan van belangrijke theologische stellingnames. Dit hoeft op zich niet verkeerd te zijn, zolang we ons maar realiseren dat deze de weg moeten banen voor verdere theologische uiteenzettingen in de toekomst, voortbouwend op (hopelijk) het beste uit de


HOOFDBREKENS OVER PAULUS

23

enorme massa detailstudies die nu zo overvloedig, maar ook zo overweldigend, voorhanden is. Toepassing De vraag naar Paulus’ betekenis voor vandaag blijft even actueel als ooit. Sommigen dansen nog steeds naar de pijpen van de reductionisten, door te zeggen dat we Paulus in zijn historische context moeten plaatsen en dat hij daar ook maar moet blijven. Dat is op zichzelf al een interpretatievoorstel, namelijk om Paulus buiten beschouwing te laten in het samenstellen van ons wereldbeeld en onze theologie. Anderen blijven hem gebruiken om ‘die goede oude evangelieprediking’ te rechtvaardigen, waarin menselijke zonde en hoogmoed het grote probleem zijn en het kruis van Christus het grote antwoord is. Weer anderen worstelen, zonder Paulus’ boodschap op dit punt te ontkennen, om recht te doen aan het bredere beeld en de grotere vragen die onherroepelijk aan het hele onderwijs van Paulus verbonden lijken te zijn. Dit is in feite de groep waarin ik mezelf zou plaatsen, zoals uit dit boek blijkt. Deze houding biedt alle mogelijkheden om in te gaan op de specifieke vragen van de jaren negentig en daarna, waarbij de relevantie duidelijk wordt van aspecten van Paulus die voorheen onduidelijk waren. Wanneer we bijvoorbeeld de confrontatie aangaan met het bedenkelijke neo-paganisme van de Westerse wereld, met het voortwoekerende materialisme aan de ene kant en de ‘new age’-filosofieën aan de andere, is het zinvol om erbij stil te staan (zoals we in een volgend hoofdstuk zullen doen) dat Paulus zich vooral richtte tot de heidenen in zijn omgeving en niet tot de Joden. Daarvan uitgaande zou hij ook wel eens iets te zeggen kunnen hebben tot de ‘heidenen’ van deze tijd. Maar meer hierover later. Als we onze wetenschappelijke lenzen scherpstellen om Paulus zelf in beeld te krijgen, ontwaren we op de achtergrond een grotere vraag waarvan hij een belangrijk onderdeel vormt. Welke rol heeft Paulus gespeeld in het ontstaan van het christendom? Vertolkte hij inderdaad Jezus? Of was hij een radicale vernieuwer die een nieuwe religie uitvond, volkomen los van wat Jezus bedoeld had, waarin de ‘Jezus’figuur toevallig een centrale rol speelde? Dit is de gedachte van enkele hedendaagse schrijvers over Paulus, vooral van sommigen met een joodse achtergrond. Hyam Maccoby, een bekend joodse wetenschapper en apologeet, betoogt in een aantal boeken dat Jezus, die (volgens hem) door de evangelisten vakkundig vermomd is, in feite een Farizeeër was. Hij was een goede en getrouwe Jood, die er niet aan zou denken op enig punt met het jodendom te


24

PAULUS VAN TARSUS

breken, laat staan een nieuwe godsdienst te willen stichten. Maar Paulus zou nooit een Farizeeër zijn geweest (ook al geeft hij dit zelf uitdrukkelijk aan). Hij bevond zich altijd al in de marge van het jodendom en was een door en door hellenistisch denker die Jezus heeft ‘geherinterpreteerd’ in een Grieks, misschien zelfs gnostisch denkkader. Hij slaagde er slechts in een ‘Jezus’ voort te brengen die het product was van zijn eigen, merkwaardige godsdienstfilosofische voorstelling, een figuur die volkomen losstaat van Jezus zelf en die thuishoort in de wereld van de Griekse religie; een cultus-god. Volgens Maccoby heeft Paulus zo de weg gebaand voor het latere westerse antisemitisme. A.N. Wilson, een schrijver en journalist die enkele jaren geleden in het openbaar het christendom heeft afgezworen en vervolgens een boek over Jezus schreef, deels om zijn persoonlijke keuze te onderbouwen, heeft onlangs een boek over Paulus gepubliceerd dat grotendeels in dezelfde categorie thuishoort. Hij was zich kennelijk niet bewust van Schweitzers waarschuwingen tegen degenen die hellenistische denkbeelden aandragen om Paulus uit te leggen, terwijl zonneklare joodse denkbeelden meer voor de hand liggen. Daarom beschrijft hij Paulus nogal vanuit de hoogte als een zeer groot denker – die echter niet begreep waar het bij Jezus om draaide. Paulus is in werkelijkheid de ‘stichter van het christendom’, die op een nogal warrige maar enthousiaste manier in hellenistische denkbeelden vertolkte wat hij dacht dat Jezus’ bedoeling was. Naar aanleiding van deze twee voorbeelden, en van vele andere die erop lijken, zullen we in de loop van dit boek zien dat dergelijke theorieën blijven hangen in de mistige, onderste regionen van de discussie, terwijl zich ver daarbovenuit, helder en schitterend, de bergtoppen en de gletschers, de rotswanden en de richels bevinden die de ware hoogvlakte vormen van Paulus’ denken. Paulus is in de twintigste eeuw net zo gebruikt en misbruikt als in de eerste. Zijn wij, op de drempel naar de volgende eeuw, in staat om beter naar hem te luisteren? Kunnen we ons op de een of andere manier bekeren van de wijze waarop we hem mishandeld hebben en zijn eigen benadering wat meer respecteren? Dit boek is een poging om juist dát te bereiken: om een stap terug te doen van de manieren waarop we Paulus tot nu tot gelezen hebben, en een beetje meer te ontdekken welke richtlijnen hij zelf geeft over hoe we hem moeten lezen. Het is een poging om Paulus te zien vanuit zijn eigen oogpunt, om helder te krijgen wat hij werkelijk zei.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.