Van hunebed tot Bonifatius

Page 1

Van hunebed en Bonifatius_Van Hunebed en Bonifatius-omslag 25-03-10 20:27 Pagina 1

Gert van Klinken

www.uitgeverijmeinema.nl

NUR 683; 684 ISBN 978 90 211 4244 9

9 789021 142449

Van hunebed tot Bonifatius

Gert van Klinken gaat in dit boek op diverse locaties binnen en net buiten ons land op zoek naar de eerste sporen van religie. Van de graven bij Swifterbant en de hunebedden bij Borger via de correspondentie van de Bataven tot het kerkje van Loppersum. Van het stenen tijdperk tot aan de Middeleeuwen. Wanneer zijn bepaalde rituelen ontstaan? En zijn er verschillen en overeenkomsten tussen de rituelen toen en nu? Ga mee op een zoektocht naar de voorstellingswereld van ons voorgeslacht!

Gert van Klinken

250.000 jaar geleden leefden er in het huidige Limburg mensen die aantoonbaar beschikten over een denkende geest en op professionele wijze hun gebruiksvoorwerpen vervaardigden. Maar iedere voor ons herkenbare vorm van ritueel of religie lijkt bij hen te ontbreken. Wanneer en hoe hebben die opgang gemaakt?

Van hunebed tot Bonifatius Vroege sporen van religie in Nederland


10049_Hunebed Boni 5.0

07-04-2010

10:36

Pagina 2


10049_Hunebed Boni 5.0

07-04-2010

10:36

Pagina 3

van hunebed tot bonifatius Vroege sporen van religie in Nederland

Gert van Klinken

Uitgeverij Meinema, Zoetermeer


10049_Hunebed Boni 5.0

07-04-2010

10:36

Pagina 4

www.uitgeverijmeinema.nl Ontwerp omslag: Studio Anton Sinke ISBN 978 90 211 4244 9 NUR 683; 684 Š 2010 Uitgeverij Meinema, Zoetermeer Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieÍn, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.


10049_Hunebed Boni 5.0

07-04-2010

10:36

Pagina 5

inhoud

Inleiding Enkele algemene gegevens 1. Vroege sporen 2. Jagers in de laatste ijstijd en daarna 3. De landbouwers van het Neolithicum 4. Van enkelgrafculturen naar de bronstijd 5. IJzertijd 6. Romeinse tijd 7. Constantijn 8. Middeleeuwen Epiloog: Loppersum Aanbevolen literatuur Verklaring van enkele gebruikte termen Register

7 13 19 31 55 81 111 139 187 197 249 253 267 271


10049_Hunebed Boni 5.0

07-04-2010

10:36

Pagina 6


10049_Hunebed Boni 5.0

07-04-2010

10:36

Pagina 7

inleiding

Ongeveer 250.000 jaar geleden verbleef in Zuid-Limburg, in wat nu de omgeving van Maastricht is, een groep jagers. Ze waren in staat om complexe stenen gereedschappen te maken. Maar er bestaan geen herkenbare aanwijzingen dat zij hun doden begroeven, geen indicaties voor ceremonieel of voor beeldende kunst. Het roept de vraag op wanneer die voor het eerst opgang gemaakt hebben. In het Nederland van nu worden rituelen uitgevoerd bij uitvaarten en ook bij menig feest. Godsdienstige mensen praktiseren het gebed en brengen offers, al dan niet in symbolische vorm. Hoe lang komen dergelijke vormen van gedrag hier al voor? Wie belangstelling koestert voor dit verre verleden kan zich vandaag op verschillende manieren verdiepen in de sporen ervan. Men kan digitale informatie raadplegen of een museum bezoeken – maar ook aandachtig het landschap bekijken. De lezer wordt al gauw een wandelaar. De speurtocht naar het begin van ritueel en religie is daarom zo boeiend omdat het onderwerp gevarieerd en de discussie open is. Vooral de archeologie heeft recentelijk nieuwe inzichten aangedragen, maar er zijn ook andere invalshoeken denkbaar. Wie belangstelling koestert voor het begin van religie in Nederland krijgt, ook als museumbezoeker, onderzoeksresultaten aangereikt en modellen voor een mogelijke verklaring – en wordt aangespoord om zélf te kijken en zélf tot een standpunt te komen. De vroege geschiedenis is des te interessanter geworden 7


10049_Hunebed Boni 5.0

07-04-2010

10:36

Pagina 8

door de drastisch veranderde opvatting van de lengte daarvan. Niet eens zo lang geleden werd de prehistorie beschouwd als kort en overzichtelijk. Wie in Nederland een oude joodse begraafplaats bezoekt merkt dat de tijd op de zerken berekend wordt ‘vanaf het begin van de schepping’. Vergelijkt men de joodse jaartallen met de moderne notatie, dan blijkt dat dit begin werd aangenomen in het jaar 3761 vóór de hedendaagse tijdrekening. Dat verschilt niet zoveel met de christelijke opvatting van de Ierse bisschop James Ussher (1581-1656), die berekende dat de wereld geschapen was in het jaar 4004 voor Christus. Om precies te zijn: op 22 oktober, om zes uur ’s ochtends. Inmiddels zijn we gewend geraakt aan andere tijdseenheden. Ons onderwijs gaat uit van een oud heelal, van een planeet waarop het leven ontstond vanaf 3,5 miljard jaar geleden, en van een mensheid die zich vanaf ongeveer 4,5 miljoen jaar geleden begon te ontwikkelen uit de primaten. Deze veranderde visie op de geschiedenis gaat niet alleen de wetenschappers aan. Vrijwel iedereen groeit ermee op, in de jaren van de middelbare school of al eerder. Kinderen herkennen plaatjes van dinosaurussen. Toch bestaat deze kijk op de oorsprong van het leven nog maar betrekkelijk kort. In de vroege negentiende eeuw was de tijdrekening van de joodse zerken en van bisschop Ussher representatief voor de opvatting van de meeste Europeanen. Nieuwe vondsten hebben dit tijdsperspectief sindsdien danig uitgerekt, met gevolgen voor de manier waarop we onze herkomst beschouwen. Dit boekje komt voort uit belangstelling voor het beginstadium van religie in Nederland. Het Latijnse werkwoord religare of religere is een aanduiding voor het verbinden van twee aspecten van de werkelijkheid. Er wordt in de religie een connectie gelegd tussen het leven zoals zich dat direct aan ons voordoet (‘het profane’) en een als hoger en ouder, veelal tijdloos opgevatte sfeer (‘het heilige’). Dit heilige kan zowel onpersoonlijk worden opgevat als persoonlijk. Er kan sprake zijn 8


10049_Hunebed Boni 5.0

07-04-2010

10:36

Pagina 9

van een niet nader benoembare ‘macht’, van goden (meervoud) maar ook van God (enkelvoud). In alle drie gevallen is er bij de mens sprake van een gevoel van afhankelijkheid, en van de behoefte om het eigen leven op de juiste manier tot die macht in verhouding te brengen. Religie staat vanaf de Verlichting onder de verdenking van een afhankelijkheid die het vrije individu beter achter zich zou kunnen laten. ‘Godsdienst is een manier om te communiceren met krachten die je niet beheerst’, aldus Judith Schuyf. ‘Mensen krijgen in hun dagelijks leven vaak te maken met problemen waarvoor ze geen goede oplossing kunnen bedenken, omdat ze de verschijnselen die ze om zich heen zien, niet goed kunnen verklaren. Daarom roepen ze de hulp in van allerlei machten en krachten buiten het gewone leven.’1 Dat klinkt niet erg zelfbewust. Even goed is het mogelijk om diezelfde religie op te vatten als een creatief proces, dat het nodige vertelt over de menselijke geest. De huidige stand van kennis maakt het mogelijk om in eigen land te speuren naar aanwijzingen daarvoor. De informatie is niet beperkt tot boeken en internet. De vroege religiegeschiedenis van Nederland heeft zijn weerslag gekregen in tal van plaatsen in het landschap. Deze plaatsen nodigen uit tot bezoek en reflectie. Waar vinden we de eerste sporen van religie in Nederland en hoe kunnen die worden verklaard? Er zijn inmiddels voldoende gegevens voorhanden om daarover enkele beredeneerde vermoedens te formuleren. Dat gebeurt op verschillende manieren. Sommigen duiden de functie van een hunebed liefst met een maximum aan wetenschappelijke distantie. Anderen zullen juist geneigd zijn om een verband te leggen met eigen ervaringen rond sterfelijkheid, uitvaart en ritueel. Joris van Eijnatten en Fred van Lieburg wijzen in hun Nederlandse religiegeschiedenis (2005) op de mogelijke valkuilen van zo’n identificatie: het gevaar dreigt dat een hedendaags referentiekader verward wordt met dat van het 9


10049_Hunebed Boni 5.0

07-04-2010

10:36

Pagina 10

voorgeslacht.2 Gelukkig bieden de beschikbare literatuur, de collecties in de musea en het landschap hulpmiddelen om een visie te formuleren die niet enkel op fantasie berust. Dit boekje nodigt de lezer uit voor een mentale wandeling door de vroege religiegeschiedenis van Nederland, van prehistorie tot vroeg christendom. Die geschiedenis is in de fysieke omgeving ingebed. Religie stond niet los van het dagelijks leven, maar was daarmee verweven. Wanneer verklaringen worden aangedragen, is geprobeerd om die zo te presenteren dat de lezer het voor en tegen ervan zelf kan afwegen – liefst ook tijdens een bezoek aan de beschreven plaatsen in het landschap. De beschreven plekken liggen vooral in Nederland. Voor een goed begrip bleek het wenselijk om tevens enkele uitstapjes te maken naar de buurlanden. Naast het observatorium van Goseck en het schip van Dover betreft dit vooral plaatsen die verband houden met de Romeinse tijd. Het verhaal van de Bataven wordt aanschouwelijk in het Engelse Chesterholm (Vindolanda); de dood van Publius Quinctilius Varus vond plaats in het Teutoburger Woud (bij het huidige Osnabrück) en de multireligieuze samenleving kreeg gestalte in Colonia Ulpia Traiana (het Duitse Xanten aan de Rijn). Ik heb geen specialistische studie willen schrijven, maar een inleidende gids. Eindnoten zijn beperkt gehouden. Achterin is een uitvoerig en beredeneerd overzicht opgenomen van de geraadpleegde literatuur. Hartelijke dank komt toe aan allen die de totstandkoming van deze uitgave hebben mogelijk gemaakt. Kees Korenhof, Lia van Strien en Lydeke van Beek van uitgeverij Meinema waren ook nu stimulerende begeleiders. Arend Smilde verzorgde de correctie. Marry de Boer, Margo Jonker en Johan van Klinken waren bereid het manuscript te lezen en van commentaar te voorzien. Bovendien leverden zij uit hun eigen collectie een deel van de foto’s. Francisca Schippers en Daphne van Bergen maakten de routebeschrijving van een 10


10049_Hunebed Boni 5.0

07-04-2010

10:36

Pagina 11

wandeling naar de grafheuvels en het Romeinse marskamp bij Ermelo. De lezer wordt een stimulerende verkenningstocht toegewenst, langs de vroegste sporen van religie in Nederland.

Noten 1. 2.

Judith Schuyf, Heidens Nederland, 11. Joris van Eijnatten en Fred van Lieburg, Nederlandse religiegeschiedenis, 14.

11


10049_Hunebed Boni 5.0

07-04-2010

10:36

Pagina 12


10049_Hunebed Boni 5.0

07-04-2010

10:36

Pagina 13

enkele algemene gegevens

Het bodemarchief Sinds de Romeinen is religie verbonden geraakt met geschreven woorden. Deze vernieuwing is tamelijk recent. Veruit het grootste deel van de periode waarin mensen in Nederland religieus ritueel hebben uitgevoerd is schriftloos geweest. Men leefde letterlijk in de prehistorie. V贸贸r de Romeinse tijd zijn we aangewezen op het zogeheten bodemarchief: de informatie die is opgeslagen in de grond, die het vakgebied vormt van de archeologie. Er bestaat geen rechtstreekse toegang tot de taal van de mensen in de prehistorie, tot hun woorden en gedachten. Archeologen als David Fontijn en Karsten Wentink menen dat het mogelijk is om door middel van het bodemarchief bepaalde patronen te achterhalen in menselijk gedrag v贸贸r de introductie van het schrift. Patronen zijn veelal een zaak van herhaling: handelingen die keer op keer werden uitgevoerd op een bepaalde plaats en op een bepaalde manier. Ze geven ons inzicht in de regels en de taboes van een gemeenschap van lang geleden. Deze rituele praktijken kunnen zich soms vreemd aan ons voordoen. Volgens een vast stramien herhaald gedrag was voor mensen in het verleden, binnen hun referentiekader, daarentegen wel degelijk betekenisvol. Fontijn meent dat de fysieke omgeving bijdraagt aan de interpretatie van dergelijke patronen. Het bodemarchief maakt deel uit van het landschap. 13


10049_Hunebed Boni 5.0

07-04-2010

10:36

Pagina 14

Datering van vondsten De bekendste techniek om de ouderdom vast te stellen van organische voorwerpen van minder dan 70.000 à 40.000 jaar oud, is de 14C-methode. Elk levend wezen op aarde absorbeert de radioactieve koolstofisotoop 14C vanuit de atmosfeer. Zodra het sterft, wordt het gehalte radiokoolstof niet langer aangevuld. De radioactiviteit vervalt, en wel in een constant tempo. Door het gehalte 14C in dood materiaal te meten en dit te vergelijken met het gehalte in de atmosfeer wordt het mogelijk om de ouderdom van het onderzochte organisme te bepalen. De afnemende sterkte van de straling is een maat voor de datering. De meetbare 14C-activiteit vermindert in een bekend tempo, met een halveringstijd van 5730 jaar. Hierdoor is organisch materiaal te dateren, hetzij door de overgebleven radioactiviteit te meten, hetzij door de 14C-atomen te tellen met behulp van een versneller. Zo kan een ouderdom van 20.000 tot maximaal 60.000 jaar geleden bepaald worden. Deze techniek wordt tot op de huidige dag verfijnd, en is vooral voor de oudere fasen van de menselijke geschiedenis van belang. Een andere methode is dendrochronologie, datering aan de hand van de volgorde van jaarringen van bomen, die in dikte van jaar tot jaar variëren. Binnen een regio vertonen deze ringen een identiek patroon. Die patronen overlappen elkaar voor bomen van aaneensluitende perioden. Dendrochronologie werkt vaak bijzonder goed voor de middeleeuwse dateringen, maar is minder in gebruik voor vroegere periodes. Voor de datering van de oudste vondsten wordt gebruik gemaakt van thermoluminescentie, een techniek die op grond van de atoomstructuur van kristallijn gesteente kan vaststellen hoe lang geleden die aan verhitting in een vuur blootgesteld is geweest. De kalium-argondatering is een andere mogelijkheid. Het kaliumisotoop 40K kent een halveringstijd van maar liefst 1,3 miljard jaar. Kalium komt van nature voor in vrijwel alle gesteentes. De methode is dan ook geschikt voor ouderdoms14


10049_Hunebed Boni 5.0

07-04-2010

10:36

Pagina 15

bepalingen van aardlagen van honderdduizenden jaren geleden.

Indeling van de voornaamste tijdperken van prehistorie en vroeg-historische tijd De prehistorie wordt ingedeeld aan de hand van veranderingen in de materiĂŤle cultuur. De belangrijkste onderscheiding is die van steentijd, bronstijd en ijzertijd. Van deze drie tijdperken heeft de steentijd veruit het langst geduurd: in ons land van de eerste hier aangetroffen mensen (ca. 250.000 jaar geleden) tot het begin van de bronstijd rond 2100 voor Christus. Daarop volgt dan vanaf 700 v.C. de ijzertijd. Bij afwezigheid van geschreven bronnen is een van de belangrijkste hulpmiddelen bij het bepalen van dergelijke dateringen de bovengenoemde 14C-methode, waarmee organisch materiaal als hout en bot kan worden geanalyseerd. Kort voor het begin van de moderne jaartelling, met de komst van de Romeinen, gaat prehistorie over in historie. De introductie van het schrift biedt dan nieuwe mogelijkheden voor het vastleggen van een exacte chronologie. Het begin van de Middeleeuwen wordt over het algemeen gedateerd rond het jaar 400 na Christus. De belangrijkste tijdperken en gebeurtenissen zijn hieronder gerangschikt. Veel van de dateringen staan bij benadering vast. De oudste tijdbepalingen worden gegeven in 14C-jaren, de jongere in kalenderjaren voor of na Christus. Oudere fasen, gemeten in 14C-jaren: Vroege mensachtigen in Afrika (australopithecinae) 4.000.000 jaar geleden Eerste werktuigen, begin Paleolithicum (oude steentijd) 2.400.000 jaar geleden

15


10049_Hunebed Boni 5.0

07-04-2010

10:36

Pagina 16

Homo erectus, trek uit Afrika vanaf 1.500.000 jaar geleden Mensen in Zuid-Engeland, Duitsland 500.000 jaar geleden Jachtkamp bij Belvédère (Maastricht) 250.000 jaar geleden Saale-ijstijd 200.000-130.000 jaar geleden Aankomst moderne mens (homo sapiens) in Europa 40.000 jaar geleden Uitsterven van de neanderthalers 35.000 jaar geleden Grotschilderingen Dordogne 35.000 jaar geleden Einde van de laatste (Weichsel-)ijstijd 13.000 jaar geleden Rendierjagers in Oldeholtwolde, Friesland 12.100 jaar geleden Begin van de landbouw in het Midden-Oosten 10.000 jaar geleden

Jongere fasen, gemeten in jaren voor of na Christus: Mesolithicum (midden-steentijd), vanaf 9000 v.C. Begin vorming Noordzee Boot van Pesse ‘Trijntje’ van Hardinxveld-Giessendam Landbouw in Zuid-Limburg (Bandkeramiek) ‘Mannetje van Willemstad’

9000-7000 v.C. 8000 v.C. 5500 v.C. 5300 v.C. 5300 v.C.

Neolithicum (late steentijd), vanaf 5300 v.C. Swifterbantcultuur in Flevoland Kreisgrabenanlage Goseck Rössencultuur in Zuid-Limburg Vuursteenmijnbouw Rijckholt Vlaardingencultuur, Ypenburg Trechterbekercultuur, bouw hunebedden Enkelgrafculturen Introductie Klokbekers Vernieling steengraf Heveskesklooster

vanaf 4900 v.C. 4900 v.C. 4600 v.C. 3900 v.C. 3800 v.C. vanaf 3400 v.C. 2900 v.C. 2400 v.C. 2200 v.C.

Bronstijd, importen uit Engeland, vanaf 2100 v.C. Bronsbewerking in Nederland

16

1800 v.C.


10049_Hunebed Boni 5.0

07-04-2010

10:36

Pagina 17

De ‘hoofdman van Drouwen’ Massagraf Wassenaar Schip van Dover ‘Tempeltje’ van Barger-Oosterveld Zonnewagen van Trundholm, Denemarken Urnenvelden

1800 v.C. 1700 v.C. 1550 v.C. 1475 v.C. 1400 v.C. vanaf 1000 v.C.

IJzertijd, vanaf 700 v.C. De ‘vorst van Oss’ Bewoning op de kwelders van Friesland en Groningen Masker van Middelstum Cultusplaats van Lomm

625 v.C. vanaf 600 v.C. vanaf 450 v.C. ca. 400 v.C.

Romeinse tijd, vanaf 54 v.C. Aanleg legerplaats bij Nijmegen Varusslag in het Teutoburger Woud Bataafse opstand Het ‘meisje van Yde’ Correspondentie Sulpicia Lepidina, Vindolanda Marskamp op de heide bij Ermelo Laatste mijlpaal Wateringse Veld Constantijn erkent het christendom De Peelhelm Triniteitsleer verplicht voor alle burgers

16 v.C. 9 n.C. 69 n.C. 100 n.C. 105 n.C. 170 n.C. 250 n.C. 313 n.C. 320 n.C. 381 n.C.

Middeleeuwen, vanaf 400 n.C. Willibrord landt bij Katwijk aan Zee Bonifatius vermoord bij Dokkum

690 n.C. 754 n.C.

17


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.