3 minute read

Landbouwkundige werkzaamheden in een notendop

Aanaarden is het ophogen van de grond aan beide kanten van de plantrij. Dit wordt hoofdzakelijk gedaan bij het gewas aardappelen. Door het aanaarden wordt de aardappelplant gestimuleerd om meer ondergrondse stengels (en dus meer aardappelen) te vormen. Het extra laagje aarde beschermt de aardappelen bovendien tegen nachtvorst en zorgt ervoor dat de reeds gevormde knollen niet blootgesteld worden aan het zonlicht, waardoor ze groen kunnen kleuren. De opgehoogde grond warmt tevens sneller op en voert de regen beter af. Dit komt de oogst ten goede, want aardappelen houden niet van natte voeten.

Bemesten is het verspreiden van mest over de grond om de bodem en gewassen van nieuwe voedingsstoffen te voorzien. Er kan worden bemest met dierlijke mest (ruige stalmest, drijfmest, gier, bloedmeel, beendermeel), compost of kunstmest.

Advertisement

Eggen is een bewerking om de grond zaaiklaar te maken. In Brabant wordt dit ook wel cultivateren genoemd, omdat deze bewerking met een cultivator kan worden gedaan

Gewasbescherming is het toepassen van bestrijdingsmiddelen om de gewassen te beschermen tegen insecten, schimmels of onkruid.

Maaien van gras op weilanden. De eerste maaibeurt in het (voor-) jaar, wordt de eerste snede genoemd.

Ploegen is een bewerking op het land, waarbij de grond wordt gekeerd. Meestal wordt dit gedaan voordat het gewas wordt gezaaid, gepoot of geplant. Op de klei wordt vaak vlak voor de winter geploegd in de hoop dat de grond uiteen valt met de vorst.

Poten van aardappelen in de grond.

Rollen/slepen is het met een weidesleep gelijk maken van oneffenheden in de grond. Deze oneffenheden kunnen ontstaan door bijvoorbeeld molshopen of mestflatten.

Zaaien van gewassen zoals gras, mais, graan, bieten, groenten etc.

Tijdens het toepassen van gewasbescherming werden 422 legsels beschermd. Het uitkomstpercentage van de 395 legsels waarvan de uitkomst bekend is, lag op 85,8%. Van de 56 legsels die niet uitkwamen, gingen er 34 verloren door predatie, werden er 10 verlaten en gingen er 4 verloren door de landbouwkundige werkzaamheid. Bij 8 legsels was de verliesoorzaak onbekend.

Tijdens het zaaien of poten zijn 289 legsels beschermd. Van 287 legsels is de uitkomst bekend: 202 kwamen uit en 85 kwamen niet uit. Dit zorgt voor een uitkomstpercentage van 70,4%. Van de legsels die niet uitkwamen, gingen er 52 verloren door predatie, werden 16 legsels verlaten, kwamen 13 legsels niet uit door werkzaamheden en 2 door overige redenen. Van de overige 2 is de verliesoorzaak onbekend.

Een nieuw geregistreerde beschermingsactiviteit in 2019 is last minute beheer. Dit betekent in Brabant dat het legsel met behulp van een van de maatwerkregelingen is beschermd door werkzaamheden uit te stellen. De beschermingshandeling last minute beheer is 201 keer uitgevoerd. Bij 19 legsels kon niet worden vastgesteld wat ervan terecht is gekomen. Van de 182 legsels waarvan de uitkomst wel bekend was, was het uitkomstpercentage 90,1%. Meer informatie over het last minute beheer leest u in het hoofdstuk ‘Maatwerk buiten de kerngebieden’.

Onder de noemer Overige activiteiten zijn 147 legsels beschermd. Van deze legsels is 92,5% uitgekomen. Tien legsels kwamen niet uit: 4 door predatie, 4 door een onbekende oorzaak en 2 legsels werden verlaten. In 2019 zijn 110 legsels beschermd door een elektrisch (vossen-) raster. Van 103 van deze legsels is de uitkomst bekend. Van deze legsels kwamen er 93 uit. Het uitkomstpercentage komt hiermee uit op 90%. Van de tien legsels die niet uitkwamen werden 8 legsels gepredeerd en 2 verlaten. Meer informatie over bescherming via elektrische vossenrasters leest u in het hoofdstuk ‘Maatwerk buiten de kerngebieden’.

Tijdens het maaien werden 81 legsels beschermd. Van de 78 legsels waarvan de uitkomst bekend is, werden er 8 gepredeerd en ging 1 legsel verloren tijdens het maaien. Het uitkomstpercentage komt daarmee uit op 88,5%.

Tijdens het rollen/slepen werden 34 legsels beschermd. Van de 33 legsels waarvan de uitkomst bekend is, kwamen 29 legsels uit. Dit maakt een uitkomstpercentage van 87,9%. Van de legsels die niet uitkwamen werd er 1 verlaten en is van 3 legsels de verliesoorzaak onbekend.

Bij het aanaarden werden 30 legsels beschermd. Van de 29 legsels waarvan de uitkomst bekend is, kwam 86,2% uit. Van de 4 legsels die niet uitkwamen, gingen 2 legsels verloren bij het aanaarden en werden 2 legsels verlaten.

Verder werd bij 13 legsels de beschermingshandeling beweiding aangegeven. Normaal gesproken vindt beweiding plaats op gras. Van de 13 legsels, lagen er 8 echter niet op gras, maar op mais en bieten ... Hoogstwaarschijnlijk is in de Boerenlandvogelmonitor ‘beweiding’ aangeklikt, terwijl ‘bewerkingen’ werd bedoeld.

This article is from: