2016 www.wienerberger.nl
#23
MAGAZINE OVER KERAMISCH BOUWEN
02 | VOORWOORD | COLOFON
Aart Jan van der Meijden Commercieel Directeur Wienerberger B.V.
KERAMISCHE MATERIALEN GEVEN ONS LEVEN VORM
In deze Vision laten we wederom zien dat keramische materialen van alle tijden zijn en in vele verschijningsvormen – zowel speels, traditioneel als modern – vorm kunnen geven aan de omgeving. Uiteenlopende projecten tonen hoe divers bakstenen en keramische dakpannen zijn en bovendien in elke architectuurstijl toepasbaar. Deze materialen lenen zich bij uitstek om zich te laten mengen met de bestaande omgeving. Keramische materialen bieden architecten de vrijheid om zich te uiten, hun stijl te verwezenlijken en hun visie uit te voeren. Bijvoorbeeld door het toepassen van kleine panmodellen op een heel speels pannendak, waardoor een pannenkoekenhuis een nostalgisch Hans en Grietje bouwwerk wordt. Of door een strakke vormgeving en verfijnd metselwerk, waarmee een uitermate moderne bioscoop gerealiseerd wordt. Die veelzijdigheid maakt het voor mij zo mooi en interessant om bezig te zijn met keramische bouwmaterialen.
04
Dit jaar vieren we 100 jaar Amsterdamse School. Deze stroming is heel belangrijk geweest in de baksteenarchitectuur in Nederland. De Amsterdamse School was de bakermat van de vooroorlogse stijl van woningbouw die nog altijd de voorkeur geniet van de Nederlandse woonconsument. Juist de rijkheid aan detailleringen die gemaakt worden door de toepassing van keramische materialen zorgt ervoor dat wij als Nederlanders ons daarin herkennen. Bakstenen en keramische dakpannen geven ons leven vorm en beïnvloeden onze omgeving. Na 100 jaar toont de Amsterdamse School ons duidelijk hoe duurzaam keramische materialen zijn. Wienerberger biedt een breed assortiment waarmee een verscheidenheid aan gevelen dakenarchitectuur gerealiseerd kan worden. Ik zou u willen oproepen om ons uit te dagen met inspirerende ontwerpen waarin de veelzijdigheid van de keramische schil wordt benadrukt. Om te komen tot een verbijzondering van het gebruik van onze producten, een grote diversiteit aan metselwerk en metselverbanden en verrassende dakconstructies. Zodat we net als aan het begin van de Amsterdamse School kunnen werken aan hoogstaande architectuur met keramische materialen en gezamenlijk het Nederlandse landschap kunnen verrijken. Wij zijn er als partner om samen met u ideeën om te zetten in een duurzame werkelijkheid.
10
COLOFON Vision, 23e uitgave Redactie Tanja Bongers, Marc Kuijpers, Rob Mulder, Martin Schröder, Jolanda Stam, Marleen Boschman (BouwStijl Media) Fotografie Geraldine Bruneel (pag 26 en 27), Hubaer Kusters (pag 22 t/m 25, 28 t/m 33) Ruud Peijnenburg (overige) Vormgeving SpringDesign Oplage 4.500 Idee? Heeft u suggesties over projecten die aandacht verdienen in deze uitgave? Laat het ons dan weten via info.nl@wienerberger.com. Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming van Wienerberger worden gekopieerd of gedupliceerd. www.wienerberger.nl vision.wienerberger.nl
22
INHOUD | 03
06
04 06 10 14 18 22 26 28
14
26
28
100 JAAR AMSTERDAMSE SCHOOL Parels met keramiek in de hoofdrol
STADHUISKWARTIER, DEVENTER Juiste baksteen, juiste maat, juiste locatie
WINKELCENTRUM, AMSTERDAM Wijkwinkelcentrum omringd door Amsterdamse School
CENTRUMPLEIN, KAATSHEUVEL Diversiteit in bruisend dorpshart
BIOSCOOP, ARNHEM Megabioscoop voegt zich naar de schaal van de stad
NIEUWBOUWWIJK, MIDDENBEEMSTER Plan De Keyser krijgt dorpse architectuur
MILIEUPARK, PARIJS Samenspel van glazen stenen en wit geglazuurde bakstenen
PANNENKOEKENHUIS, ZEEWOLDE Een sprookje van een pannenkoekenhuis
04 | 100 JAAR AMSTERDAMSE SCHOOL
100 JAAR AMSTERDAMSE SCHOOL
TALLOZE PARELS MET KERAMIEK IN DE HOOFDROL Een eeuw geleden werd het Scheepvaarthuis aan de Prins Hendrikkade in Amsterdam opgeleverd. Het toenmalige kantoorgebouw, dat inmiddels is getransformeerd naar een luxe hotel, wordt algemeen gezien als het eerste gebouw dat geheel in de stijl van de Amsterdamse School is ontworpen. In de jaren daarna volgden talloze werken in dezelfde stijl, waarin bakstenen en keramische dakpannen een rol van betekenis spelen. Tegenwoordig wordt nog met enige regelmaat gerefereerd aan de beeldende en fantasievolle architectuurstijl. Dit jaar vieren we 100 jaar Amsterdamse School.
De Amsterdamse School is geen beweging, maar eerder een samenloop van omstandigheden te noemen. Begin 20e eeuw ontstond in de hoofdstad een cultureel klimaat waarbinnen een aantal architecten een gemeenschappelijke stijl ontwikkelden, als reactie op het rationele werk van architect Hendrik Petrus Berlage. De stijl van de Amsterdamse School is verwant aan het expressionisme. De nadruk in het ontwerp lag niet langer op de functionaliteit van het gebouw, maar op de uiterlijke verschijningsvorm. ARBEIDERSWONINGEN IN AMSTERDAM Architect Jan Gratama introduceerde de naam ‘Amsterdamse School’ en speelde met zijn positie in schoonheidscommissies van de gemeente een centrale rol in de uiting van de stijl in Amsterdam. In het kader van de Woningwet werden in de periode van 1910 tot 1923 hele wijken in deze stijl gebouwd. De straatgevels van de nieuwe arbeiderswoningen vervulden niet langer een dragende functie en boden daardoor nagenoeg onbeperkte architectonische mogelijkheden. In de bloeiperiode hebben architecten als Piet Kramer, Guillaume la Croix, Hendrik Wijdeveld en vooral Michel de Klerk hun kans gegrepen en een stempel gezet op de ontwikkeling van de Amsterdamse School in de stad. PLASTISCHE GEVELS De ontwerpen in de traditie van de Amsterdamse School worden gekenmerkt door plastische gevels waarin entrees en ramen worden geaccentueerd met uitbundige elementen en zorgvuldige, veelal gebeeldhouwde details. De toepassing van baksteen is kenmerkend voor de Amsterdamse Schoolstijl. Bakstenen in verschillende vormen, texturen en kleuren worden gecombineerd en verwerkt in afwisselende metselwerkverbanden, die zowel decoratief als ambachtelijk hoogwaardig zijn te noemen. Andere in het oog springende herkenningstekens zijn de golvende vormen in de gevel en de toepassing van torenachtige elementen op hoeken van gebouwen. Ook is er in de Amsterdamse School bijzondere aandacht voor keramische dakpannen door deze verticaal als gevelbekleding toe te passen.
Scheepvaarthuis anno 2016 Het Scheepvaarthuis uit 1916 wordt ook wel gezien als het startpunt van de Amsterdamse School. Waar bakstenen muren voor die tijd een dragende functie hadden, werd de draagconstructie van het Scheepvaarthuis gevormd door een betonskelet. Het feit dat de gevel niet langer een constructiefunctie had, bood de architect de vrijheid om baksteen in te zetten als decoratie. Vandaag de dag imponeert het Scheepvaarthuis van architect Joan Melchior van der Meij (in samenwerking met de architecten Michel de Klerk en Piet Kramer) nog steeds. Baksteen in afwisselende metselverbanden wordt gecombineerd met diverse materialen, kleuren en vormen. Het expressieve gebouw kenmerkt zich door beeldhouwwerk en uitbundige details en decoraties in zowel gevel als dak.
www.hollandfoto.net / Shutterstock.com
100 JAAR AMSTERDAMSE SCHOOL | 05
Woningbouwproject Het Schip (Michel de Klerk, 1921)
AMSTERDAMSE SCHOOL REIKT VERDER De bekendste voorbeelden van de Amsterdamse Schoolstijl in de hoofdstad zijn de woning-bouwprojecten Het Schip (Michel de Klerk, 1921) aan de Zaanstraat, De Dageraad (Michel dee Klerk en Piet Kramer, 1923) aan de Pieter Lodewijk Takstraat en het woningbouwcomplex aann het Coöperatiehof (en Piet Kramer, 1928). Momenteel vindt de renovatie van Het Schip plaats,, met toepassing van diverse Wienerberger bakstenen. In Amsterdam zijn ook minder bekendee pareltjes van de Amsterdamse School te vinden aan de Amstelkade, Holendrechtstraat,, Borssenburgstraat en het Mosplein.
Aan het Mosplein in Amsterdam is recent het nieuwe wijkwinkelcentrum Mosveld gereali-seerd, met daarin 53 woningen. De locatie wordt aan twee kanten omringd door tuindorpjess die in de stijl van de Amsterdamse School gebouwd zijn. “De typische kenmerken van dezee bouwstijl hebben wij getracht speels terug te brengen in de architectuur van Mosveld”, verteltt projectarchitect Koen Smulders van SeARCH. Onderdeel van het plan was de renovatie vann een klein gebouw dat in 1923 is opgetrokken in de stijl van de Amsterdamse School, naarr een ontwerp van architect G.J. Rutgers. Op pagina 10 t/m 13 van deze Vision licht Smulderss het project verder toe. Hoewel de architectuurstijl haar naam ontleent aan de hoofdstad, heeft de Amsterdamsee School in heel Nederland zijn sporen achtergelaten. In Bergen werd villapark Meerwijk inn de Amsterdamse Schoolstijl gebouwd, met ontwerpen van onder meer Guillaume la Croixx en Piet Kramer. De Incassobank aan de Nobelstraat en De Inktpot, waarin het hoofdkantoorr van ProRail is gevestigd, vlakbij station Utrecht Centraal, zijn kenmerkende voorbeelden vann de architectuurstijl in Utrecht. Zelfs in Maastricht (Hoofdpostkantoor aan de Statenstraat) enn Groningen zijn projecten in de stijl van de Amsterdamse School opgetekend. DE AMSTERDAMSE SCHOOL IN GRONINGEN In Groningen was de stijl van de Amsterdamse School in een iets latere periode in de 20ee eeuw op haar hoogtepunt. De vormgeving is sterker beïnvloed door abstracte, kubistischee vormen dan door de ronde, organische vormen die in Amsterdam veel te vinden zijn.. Opvallend in Groningen is ook dat de kozijnen en boeiboorden bont geschilderd werden. Eenn mooi voorbeeld hiervan zijn de 96 woningen aan de Petrus Hendrikszstraat. Deze wordenn momenteel gerenoveerd met Wienerberger Koramic dakpannen.
ENTREES EN RAMEN WORDEN GEACCENTUEERD MET UITBUNDIGE ELEMENTEN EN ZORGVULDIGE, VEELAL GEBEELDHOUWDE DETAILS
Verbijzonderingen in hedendaagse architectuur Wanneer kan een bouwwerk onder de Amsterdamse Schoolstijl geschaard worden? Hoewel Neutelings Riedijk Architecten zich niet direct heeft laten inspireren door de Amsterdamse School, zit er volgens projectarchitect Eric Thijssen in het nieuwe Stadhuiskwartier in Deventer wel een parallel met de bouwstijl: “In ons ontwerp zitten een aantal verbijzonderingen, in de vorm van de bakstenen en de detailleringen rondom de ramen. Met baksteen kun je heel mooi, heel goed en heel precies accenten maken op de plaatsen en posities waar dat gewenst is. We proberen het materiaal aan te wenden op een manier die passend is bij het materiaal zelf.” Meer over dit project is te lezen op pagina 6 t/m 9 van deze Vision.
06 | STADHUISKWARTIER, DEVENTER
DE JUISTE BAKSTEEN IN DE JUISTE MAAT OP DE JUISTE LOCATIE
STADHUISKWARTIER, DEVENTER | 07
Het monumentale stadhuis van Deventer uit 1694 was niet groot genoeg om alle medewerkers van de gemeente te huisvesten. Daarom werkten zij verspreid over verschillende locaties in de stad. Met de ontwikkeling van het Stadhuiskwartier, dat een nieuw stadskantoor met het oude stadhuis verenigt, is hier een einde aan gekomen. De gemeente schreef een meervoudige opdracht uit en liet de keuze vallen op het ontwerp van Neutelings Riedijk Architecten. Vanwege de combinatie tussen efficiëntie, uitstraling en de ruimtelijke oplossing in de complexe binnenstedelijke situatie. Het was in het ontwerp belangrijk om rekening te houden met de historische omgeving. “De bestaande stedenbouwkundige structuur van Deventer bestaat uit binnenpleinen, grote straten en kleine steegjes en doorgangen richting de IJssel. Ons ontwerp sluit hier heel erg op aan”, vertelt Eric Thijssen van Neutelings Riedijk Architecten. MEER DAN EEN STADSKANTOOR “In plaats van alleen een gebouw, hebben we in het Stadhuiskwartier geprobeerd meerdere openbare ruimtes te creëren”, vervolgt Thijssen. “Zo is er een atrium, een redelijk besloten binnenhof en een passage door de gebouwen heen. We hebben ook ruimte
gemaakt voor bestuur en ambtenaren. Zij werken nu naast elkaar en zijn door een route op de eerste etage letterlijk met elkaar verbonden. Daarnaast hebben we openbare ruimtes gecreëerd waar burgers elkaar kunnen ontmoeten en is er een commerciële ruimte, die in de toekomst misschien als café uitgebaat kan worden. Het nieuwe stadskantoor sluit tevens mooi aan op de bebouwing in de directe omgeving. Alle panden eromheen zijn ook symmetrisch en hebben ornamenten, dezelfde verhoudingen en aansluitende daklijnen.” EIGEN IDENTITEIT Met het ontwerp wilde het architectenbureau iets geven aan Deventer dat er nog niet is. “Een gebouw dat herkenbaar is, zodat mensen zich ermee kunnen identificeren.
MET BAKSTEEN KUN JE HEEL MOOI, HEEL GOED EN HEEL PRECIES ACCENTEN MAKEN OP DE PLAATSEN EN POSITIES WAAR DAT GEWENST IS
à
08 | STADHUISKWARTIER, DEVENTER
We hebben dan ook gebruik gemaakt van vertrouwde materialen als beton, gebakken steen en hout. Maar we wilden het gebouw ook een eigen identiteit geven, door iets te maken wat je eigenlijk nog niet kent. Zo is ook de voorkant ontstaan”, legt Thijssen uit. De gevel van het stadskantoor is opgebouwd uit een raster van eikenhouten kaders van verschillende afmetingen. In samenwerking met kunstenares Loes ten Anscher zijn deze ingevuld met 2.264 unieke aluminium vingerafdrukken van Deventenaren. ZO VEEL MOGELIJK DAGLICHT Het gebouw voldoet aan de hoogste prestatieniveaus van duurzaamheid en kreeg de kwalificatie BREEAM ‘Excellent’. Het is hiermee één van de meest duurzame overheidsgebouwen van Nederland. Het project is tevens genomineerd voor de Living Daylights Award 2016. Thijssen: “We hebben in het hele gebouw geprobeerd om zo weinig mogelijk kunstlicht te gebruiken, maar juist met natuurlijk licht te werken. Door veel ramen, daklichten en hoge plafonds toe te passen, hebben we letterlijk heel veel licht naar binnen gebracht. Dat scheelt natuurlijk ook in het energie- en elektriciteitsverbruik. De aluminium lamellen in het kunstwerk op de gevel zorgen ervoor dat direct zonlicht gefilterd wordt. Hierdoor is een unieke en tegelijk functionele gevel ontstaan. Ook het atrium is met een daglichtdoorlatend dak uitgevoerd.”
PRODUCTINNOVATIE Speciaal voor het Stadshuiskwartier heeft Wienerberger een forse Zeisterbont baksteen ontwikkeld met een afmeting van 255x120x75 mm (lxbxh). Thijssen legt uit hoe Neutelings Riedijk Architecten tot dit verzoek gekomen is: “Per project kijken wij naar wat het beste passend is. Om dat te kunnen bepalen, maken wij modellen, maquettes, schetsen en perspectieven. Zo zijn we ook in dit project te werk gegaan. Uiteindelijk zijn we gekomen tot een grotere baksteen dan eigenlijk gebruikelijk is. We zijn toen in gesprek gegaan met Wienerberger om te kijken hoe we die baksteen konden laten produceren. Dat is gelukt. We hebben uitvoerig overleg gehad over aspecten als de maatvastheid, de kleur, de grootte, het gewicht en de hanteerbaarheid van deze forse baksteen”, vertelt Thijssen. Ondanks de speciale afmeting, werden de bakstenen geproduceerd volgens de Europese productnorm NEN-EN 771-1.
Vanwege de grootte zou de steen arbotechnisch gezien niet toegepast mogen worden. “Daar heeft Wienerberger een oplossing voor gevonden: er is een hap uitgenomen. Ook voor de kleurstelling hadden we speciale wensen. We kozen voor een kleurenpalet dat enerzijds past in het straatbeeld van Deventer en anderzijds ook voldoende eigen identiteit heeft”, vervolgt Thijssen. De vlamoven van de Wienerberger steenfabriek in Bemmel kon deze bijzondere kleur, kleurstelling en kleurnuancering realiseren en op verzoek van de architect zonder sintering.
Wienerberger ontwikkelde speciaal voor dit project een forse Zeisterbont.
WE WILDEN HET GEBOUW EEN EIGEN IDENTITEIT GEVEN, DOOR IETS TE MAKEN WAT JE EIGENLIJK NOG NIET KENT
PASSEND IN DE CONTEXT Hoewel Neutelings Riedijk Architecten zich niet direct heeft laten inspireren door de Amsterdamse School, zit er volgens Thijssen in het Stadhuiskwartier wel een parallel met de bouwstijl: “In ons ontwerp zitten natuurlijk een aantal verbijzonderingen, in de vorm van de bakstenen en de detailleringen rondom de ramen. Met baksteen kun je heel mooi, heel goed en heel precies accenten maken op de plaatsen en posities waar dat gewenst is. Dat doen we natuurlijk met klassieke middelen zoals kaders, omlijstingen en verbanden. We proberen
STADHUISKWARTIER, DEVENTER | 09
DOOR DE TOEPASSING VAN DE ALUMINIUM LAMELLEN IN HET KUNSTWERK OP DE GEVEL IS EEN UNIEKE EN TEGELIJK FUNCTIONELE GEVEL ONTSTAAN
het materiaal dus wel aan te wenden op een manier die passend is bij het materiaal zelf.” Thijssen krijgt positieve reacties op het werk. “Mensen vinden het heel erg passen in die context. Laatst kwam er ook een architect kijken die geïnteresseerd is om de baksteen op een andere locatie toe te passen. Wij zijn zelf ook heel blij met de uitstraling die we hiermee bereikt hebben. Wij denken dat we hier de juiste baksteen in de juiste maat op de juiste locatie hebben geplaatst.”
Stadhuiskwartier, Deventer Opdrachtgever
Gemeente Deventer, Deventer
Architect
Neutelings Riedijk Architecten, Rotterdam
Aannemer
BAM Woningbouw Noordoost, Zwolle
Gevelbakstenen
Zeisterbont s vormbak kloostermop – Wienerberger Bemmel
Oplevering
2016
10 | WINKELCENTRUM, AMSTERDAM
NIEUW WIJKWINKELCENTRUM OMRINGD DOOR AMSTERDAMSE SCHOOL In Volewijck, het oude deel van Amsterdam Noord, is recent wijkwinkelcentrum Mosveld gerealiseerd met daarin 53 woningen. Het project bestaat uit de nieuwbouw van twee complexen met woningen en commerciële ruimten en de renovatie van een klein gebouw met een publieke functie. De locatie, tot 1964 de thuisbasis van voetbalvereniging A.V.V. De Volewijckers, wordt omringd door ontwerpen in de stijl van de Amsterdamse School. “De typische kenmerken van deze bouwstijl hebben wij getracht speels terug te brengen in de architectuur van Mosveld”, vertelt projectarchitect Koen Smulders van SeARCH.
Het oorspronkelijke plan waarmee SeARCH in 2007 samen met vastgoedontwikkelaar Multi de prijsvraag van de gemeente Amsterdam won, was qua omvang veel groter. “In dat plan bestond de nieuwbouw nog uit tien lagen en drie lagen parkeren onder de grond”, legt Smulders uit. “Vanwege de crisis is het project toen op de lange baan geschoven. In 2012 kregen we de vraag om een nieuw plan te maken met minder woningen, verdeeld over maximaal drie lagen bovenop het wijkwinkelcentrum. T+T, het in-house ontwerpteam van Multi, had daarvoor de eerste studies gemaakt.”
WIJ HEBBEN GETRACHT EEN AANTAL TYPISCHE KENMERKEN VAN DEZE BOUWSTIJL SPEELS TERUG TE BRENGEN IN DE ARCHITECTUUR VAN MOSVELD
DE VOEG LIGT IETSJE TERUGGELEGEN IN HET METSELWERK,
WINKELCENTRUM, AMSTERDAM | 11
KNIPOOG NAAR INDUSTRIEEL VERLEDEN Het ontwerp van de nieuwbouw is uiteindelijk opgedeeld in een lange en een wat kortere strook lage woningbouw, met daaronder het wijkwinkelcentrum. Tussen de twee nieuwbouwdelen is een pleintje ontstaan, waarvandaan je onder de naastgelegen drukke weg door kan lopen. Smulders: “We wilden het nieuwe wijkwinkelcentrum prominent maken in zijn locatie. Daarom hebben we ervoor gekozen om op de hoeken van de nieuwbouwdelen twee knikkende torens te maken, als knipoog naar het industriële verleden van Amsterdam Noord. In die torens hebben we lampen aangebracht die in de avond als het ware het pleintje aanlichten. Vanuit de drukke weg zie je de twee knikkende torens, die het beeld van de nieuwbouw en de wijk daarachter mooi inkaderen.” KENMERKEN VAN DE AMSTERDAMSE SCHOOL Mosveld wordt aan twee kanten omringd door tuindorpjes die in de stijl van de Amsterdamse School gebouwd zijn. “Het is niet zo dat we de kenmerken van de Amsterdamse School letterlijk hebben overgenomen in ons ontwerp. We hebben de complexen wel volledig opgetrokken uit baksteen, dat in die tijd ook alleen maar gebruikt werd. Hoogteaccenten zoals wij met de twee torens hebben gedaan, zie je ook veel terug in de architectuur van de Amsterdamse School. Verder hebben we gewerkt met tuinmuurtjes die de verschillende tuintjes van de woningen en het parkeerdek omzomen. Tot slot is een poort in de lange strook opgenomen die een doorsteek vormt. Dit zie je in de omliggende tuindorpjes ook veel”, aldus Smulders.
ACHTEROVERHELLEND METSELWERK SeARCH had al een duidelijk beeld van de kleur baksteen die gebruikt moest worden. Smulders: “We waren op zoek naar een roodachtige, paarsachtige tint. We zijn drie keer bij Wienerberger langs geweest en hebben toen een selectie van bakstenen als proef meegenomen naar de locatie. Zo konden we de baksteen in de omgeving zien. We hebben ervoor gekozen om de voeg ietsje terug te leggen in het metselwerk, waardoor er een reliëf ontstaat. Daardoor gingen de gevel en de baksteen wat meer spreken. Wienerberger heeft geadviseerd hoe diep we de terugliggende voeg het beste konden maken.”
Om de torens te laten knikken, moest er ook op een bijzondere manier gemetseld worden, namelijk achteroverhellend, vertelt Smulders: “We hebben samen met de aannemer en Wienerberger gekeken hoe we dit het beste konden doen. Het betekende dat er maar vijf rijen per dag gemetseld konden worden, daarna moest het metselwerk eerst drogen. Als dat niet op die manier was gedaan, was het uit gaan bollen en ging het metselwerk te veel hangen. De aannemer heeft er iets langer over gedaan, maar het is op deze manier wel gelukt.” HERSTELD NAAR DE OORSPRONG Onderdeel van het plan was de renovatie van een klein gebouw dat in 1923 is opgetrokken in de stijl van de Amsterdamse School, naar een ontwerp van architect G.J. Rutgers. “Gezien de slechte staat van het gebouw hadden we het makkelijk kunnen slopen. Toch heeft iedereen zich ervoor ingezet om het te renoveren, het is ook zo’n karakteristiek gebouw”, licht Smulders toe. “We hebben het bestaande zo min mogelijk aangetast en wat gerenoveerd moest worden zoveel mogelijk hersteld naar de oorsprong, met een gelijkende baksteen. Dat hebben wij in nauw overleg met de aannemer gedaan. Wij hebben onze uitgangspunten overgedragen en hem de vrijheid gegeven om met voorstellen te komen.” à
WAARDOOR DE GEVEL EN DE BAKSTEEN WAT MEER GINGEN SPREKEN
12 | WINKELCENTRUM, AMSTERDAM
OM DE TORENS TE LATEN KNIKKEN, MOEST ER ACHTEROVERHELLEND GEMETSELD WORDEN Het pand dat op de begane grond tegen het te renoveren gebouw aan stond, is in het verleden al weggehaald. Het ‘gat’ dat in de gevel ontstond is opgevuld met een grote open pui met transparant gelakte kozijnen, vertelt Smulders: “De functie van dit gebouw was nog niet bekend, maar de vraag was wel om een transparante gevel te ontwerpen. Daarin hebben we uitdrukkelijk niet de stijl van de Amsterdamse School van het bestaande gebouw doorgetrokken. Het sluit perfect op elkaar aan. Het is contrasterend, maar wel op een sympathieke manier.” KARAKTERISTIEKE TORENS Met de bouw en renovatie van Mosveld heeft Volewijck een impuls gekregen. “De kwaliteit van de leefomgeving moest worden geüpgrade en dat is gebeurd. Al met al hebben we een heel mooi en ingetogen ontwerp kunnen realiseren. We hebben gedurende het hele traject nauw samengewerkt met de aannemer en Multi, om zoveel mogelijk van ons ontwerp haalbaar te maken. Met name aan de knikkende torens is in de uitvoering veel aandacht besteed. Deze zijn zo karakteristiek, dat iedereen er wel iets van vindt. De functie dat het iets aankondigt dat voor iedereen is, werkt dus wel”, sluit Smulders af. SYMPATHIEK CONTRAST De kenmerken van het oude gebouw in de Amsterdamse Schoolstijl zijn zoveel mogelijk behouden. Dat geeft volgens Smulders het gebouw juist die kwaliteit: “De bestaande gevels zijn schoongemaakt en er zijn nieuwe kozijnen ingezet. De beschadigde delen van het metselwerk zijn hersteld met specifieke rood geglazuurde handvormstenen in vechtformaat. Op de eerste verdieping staken twee halfronde erkers uit de gevel. Deze waren in hele slechte staat. De typische erkers zijn helemaal afgebroken en opnieuw opgebouwd. Daar is veel zorg en tijd aan besteed.”
Linksonder het gerenoveerde gebouw in de stijl van de Amsterdamse School.
Winkelcentrum Mosveld, Amsterdam Opdrachtgever
Multi Vastgoed, Amsterdam
Architect
SeARCH, Amsterdam
Aannemer
Bouwbedrijf M.J. De Nijs, Warmenhuizen
Gevelbakstenen
Elise vormbak waalformaat – Wienerberger Erlecom Rood geglazuurde gevelbaksteen handvorm vechtformaat –
Wienerberger Panningen Oplevering
2016
WINKELCENTRUM, AMSTERDAM | 13
14 | CENTRUMPLEIN, KAATSHEUVEL
GROTE DIVERSITEIT IN BRUISEND DORPSHART De sloop van het oude gemeentehuis liet jarenlang een gat achter aan het centrumplein van Kaatsheuvel. De plannen voor een ‘bruisend dorpshart’ met woningen, een nieuw stadhuis en een multifunctioneel centrum op deze locatie kwamen door de crisis niet van de grond. In 2012 is het project nieuw leven ingeblazen, mede door inmenging van Woningbouwvereniging Casade. In de Noordwand waren al koopwoningen gepland. Daar werden sociale huurwoningen in de Westwand aan toegevoegd. Beide woonblokken hebben met hun gezellige dorpse architectuur een plek verworven in het hart van Kaatsheuvel. Aan de oostzijde maakt het multifunctionele gemeenschapshuis ‘Het Klavier’ deel uit van het nieuw ingerichte centrumplein. De gemeentewinkel heeft hierin ook een plaats gevonden, daar het gemeentehuis in het centrumplan is komen te vervallen. “Het was onze taak om de Noordwand eruit te laten zien alsof deze er altijd al stond, als tegenhanger van de moderne architectuur van het multifunctionele centrum”, vertelt architect Michal Bernaciak van Marquart Architecten over zijn deel van het project. DORPSE UITSTRALING VOOR DE NOORDWAND
Het appartementencomplex aan de noordkant van het plein heeft dan ook een dorpse uitstraling. Onder de 24 koopwoningen bevindt zich een verhoogde plint met winkels en horeca. De voorgevel lijkt te bestaan uit allemaal losse huisjes. “Bij de doorstart van het plan lagen er voor de Noordwand al vrij harde contouren wat betreft de functies en de bouwblokken”, legt Bernaciak uit. “De rooilijn volgt letterlijk de lijnen van het bestemmingsplan. Sommige delen van het complex komen iets naar voren en andere liggen meer naar achteren. Het is geen massief blok, maar het lijken kleinschalige pandjes die min of meer willekeurig langs het plein staan.”
ZO VEEL MOGELIJK VARIATIE
“De totale gevel is vrij lang”, gaat Bernaciak verder. “Deze hebben we verdeeld in losse ‘geveltjes’. Voor elk deel is een nieuw ontwerp gemaakt, met verschillende kleuren baksteen en variërende kozijnen. Het metselwerk op de gevel loopt vaak door tot de goot, of zelfs daarboven. Maar soms stoppen de bakstenen al een verdieping eerder en wordt het metselwerk aangevuld met betonnen kolommen, waardoor de gevel lager lijkt. Voor het zicht verspringt de gevel dus ook in de hoogte. Zo is steeds gezocht naar zo veel mogelijk variatie.” Vier verschillende kleuren baksteen geven de Noordwand een sprankelend uiterlijk. “Als je het over dorpse architectuur hebt, kom je al snel bij baksteen uit. Daarnaast is het onderhoudsvriendelijk en duurzaam”, aldus Bernaciak. Het blok is grotendeels opgetrokken uit bakstenen in twee roodtinten. Een accentgedeelte in het midden heeft afwijkende kleuren: grijs en gebroken wit. Op het dak liggen overal zwarte keramische dakpannen. “De dakkapellen hebben ook overal dezelfde detaillering. Dat brengt rust en samenhang in het gebouw, ondanks de wisselende geveltjes.”
IN EEN DORP ALS KAATSHEUVEL MOET JE GEEN GROOTSTEDELIJK APPARTEMENTENCOMPLEX
CENTRUMPLEIN, KAATSHEUVEL | 15
Aanzicht vanaf het centrumplein, met links de Westwand en in het midden van de foto de Noordwand.
VERSCHILLENDE IDENTITEITEN BINNEN ÉÉN GEHEEL
Ook aan de westzijde van het plein is gezocht naar diversiteit. “In een dorp als Kaatsheuvel moet je geen grootstedelijk appartementencomplex neerzetten, maar dit opdelen in verschillende identiteiten die toch één geheel vormen”, vertelt projectarchitect Yvonne Segers van BiermanHenket architecten. Het complex bestaat uit 58 sociale huurwoningen en een half verdiepte parkeergarage. Segers: “Wij wilden ieder apparte-
ment een eigen plekje geven. Het blok heeft een gemeenschappelijke binnentuin met toegang tot een groot deel van de woningen. Aan de pleinzijde zijn er entrees met trapjes langs de verhoogde begane grond. De hoogte van de bouwblokken is daarnaast zo dat elk appartement een maximale daglichttoetreding heeft. Grenzend aan het plein is het gebouw vier lagen hoog, aan de achterzijde twee lagen.”
Het Klavier (ontwerp Quadrant Architecten) is onderdeel van het nieuw ingerichte centrumplein.
NEERZETTEN, MAAR DIT OPDELEN IN VERSCHILLENDE IDENTITEITEN DIE TOCH ÉÉN GEHEEL VORMEN
à
16 | CENTRUMPLEIN, KAATSHEUVEL
CENTRUMPLEIN, KAATSHEUVEL | 17
Verschillende kleuren baksteen geven de Noordwand een sprankelend uiterlijk.
In de hele Westwand is gebruik gemaakt van fraai metselwerk in bijzondere verbanden. “Deze verfijning geeft het gebouw een eigen identiteit”, aldus Segers. “De gevel is niet plat, maar heeft een gelaagdheid en dieptewerking. De terugspringende kozijnen creëren diepte, maar ook het metselwerk ligt in het hele blok soms iets verdiept. Daarnaast is er een verbijzondering per bouwblok. Zo hangen de buitentrappenhuizen niet los aan het gebouw, maar is er open metselwerk voor gezet in Braziliaans verband. Zo blijft het onderdeel van het volume en creëer je bovendien een accent.” KUNSTWERK MET OUDE AMBACHTEN
Boven de hoofdentree is zelfs een kunstwerk in de gevel verwerkt. “Om het centraal gelegen woningblok te laten aarden in het dorp hebben we hier een stukje geschiedenis van Kaatsheuvel in geïntegreerd”, legt Segers uit. “In Kaatsheuvel is van oudsher de schoenenindustrie gevestigd. Hieraan zijn veel oude ambachten verbonden die nu grotendeels verdwenen zijn. Deze oude beroepen hebben in schrift een plekje gekregen in een bakstenen kunstwerk boven de entree. Het belangrijkste beroep, leerlooier, is ook in het staal van de balustrades verwerkt. De woorden komen zo op een abstracte en subtiele manier in het hele gebouw terug.” DIVERSITEIT MET SAMENHANG
Baksteenspecialist Aberson en Wienerberger hebben geadviseerd over de bijzondere verwerking van de bakstenen. Segers: “De bakstenen moesten sterk genoeg zijn voor staand metselwerk aan de plint en het Braziliaans verband. Bij dit open baksteenverband zie je bovendien delen van de steen die normaal onzichtbaar blijven. Er zijn proefpanelen gemaakt en er is gekeken naar de mogelijkheid om stenen te draaien om tot het beste resultaat te komen.” De selectie van de kleuren is gebaseerd op nuances. “We zochten diversiteit, maar ook samenhang. Daarom is gekozen voor twee verschillende bakstenen met dezelfde fabricagemethode. Beide kleuren baksteen zijn afwisselend rood en grijs gevoegd. Dat geeft net een andere uitstraling, maar het totale kleurenpalet vormt een mooi geheel.”
WE ZOCHTEN DIVERSITEIT, MAAR OOK SAMENHANG DIVERSITEIT MAAKT HET VERSCHIL
Ondanks de valse start van het project is het bruisend dorpshart toch werkelijkheid geworden. “De grote diversiteit maakt het verschil”, aldus Segers. “Woningbouwvereniging Casade is hier gelukkig heel ver in meegegaan. Diversiteit is kostbaar, want je hebt telkens met andere details te maken. Dat geldt ook voor de balustrades en het kunstwerk in ons deel van het project. Het is niet strikt noodzakelijk, maar wel belangrijk om het complex echt af te maken.” Bernaciak vult aan: “Ik vind het bijzonder dat Casade dit project heeft overgenomen met behoud van de kwaliteitseisen van voor de crisis. Ze hebben ons de ruimte gegeven om een echt mooi gebouw neer te zetten. Ook de bewoners zijn erg blij met het gebouw én met de plek.”
Centrumplein, Kaatsheuvel Opdrachtgever
Woningbouwvereniging Casade, Waalwijk
Architect Noordwand
Marquart Architecten, Raamsdonkveer
Architect Westwand
BiermanHenket architecten, Vught
Aannemer
Heijmans Woningbouw Zuid B.V., Rosmalen
Gevelbakstenen
Agora Titaangrijs en Agora Zilvergrijs handvorm waalformaat – Wienerberger Beerse Wit en Wijnrood handvorm waalformaat – Wienerberger Thorn Helmbloem, Passiebloem en Kogelbloem wasserstrich waalformaat – Wienerberger Haaften
Oplevering
2015
De oude beroepen uit de schoenenindustrie van Kaatsheuvel komen op een abstracte en subtiele manier in het hele gebouw terug.
18 | BIOSCOOP, ARNHEM
BIOSCOOP, ARNHEM |19
MEGABIOSCOOP VOEGT ZICH NAAR DE SCHAAL VAN DE STAD In Arnhem is een nieuwe megabioscoop verrezen tussen het historisch centrum van de stad en het fonkelnieuwe Centraal Station. Met in totaal negen zalen, verdeeld over drie verdiepingen, is het de hoogste bioscoop van Nederland. “De schaalgrootte van het project was de grootste uitdaging”, vertelt architect Stefan Prins van Powerhouse Company. “Maar door de ronde vormen en het kleurverloop van de bakstenen gevel past het gebouw goed in de omringende stad.” De Pathé bioscoop is onderdeel van het nieuwe stationsgebied van Arnhem, naar een masterplan van UN studio uit 1996. Vanwege de in het oog springende locatie van de bioscoop hebben de ontwikkelaar en de gemeente besloten een architect aan te trekken specifiek voor het gevelontwerp. Powerhouse Company is gevraagd voor de pitch en heeft deze uiteindelijk ook gewonnen. Volgens Prins komt dat door de focus van zijn bureau op de uitwerking en aandacht voor de locatie van een gebouw: “We steken veel energie in de detaillering: een randvoorwaarde voor hoogwaardige architectuur. Daarnaast letten we erg op hoe een gebouw in zijn omgeving past.” OMVANG ALS GROOTSTE UITDAGING “De bioscoop is een fors gebouw, zeker op die plek”, legt Prins uit. “We hebben gezocht naar manieren om met die schaal om te gaan, zodat het bouwwerk zich goed voegt naar de stad. Door de ronde vormen oogt het gebouw zachter. Aluminium banden breken het volume en geven het een bepaalde lichtheid. Een verloop in de structuur en kleur van het bakstenen metselwerk, van ruw en donker aan de onderkant tot verfijnd en licht aan de top, doet het gebouw slanker lijken dan het daadwerkelijk is.”
ER IS GEZOCHT NAAR MANIEREN OM MET DE SCHAAL OM TE GAAN, ZODAT HET GEBOUW ZICH GOED VOEGT NAAR DE STAD
SCHAKEL TUSSEN STATION EN CENTRUM De bakstenen gevel geeft het gebouw volgens Prins bovendien een vriendelijke uitstraling: “Het masterplan schreef aanvankelijk een hele aluminium gevel voor, maar dat maakt de uitstraling erg hard. Met een ‘zacht’ bakstenen gebouw wilden we aansluiten bij de sfeer van de binnenstad.” De ronde vormen en aluminium stroken passen juist weer bij de moderne stijl van het nieuwe stationsgebied. Zo vormt de bioscoop letterlijk en figuurlijk een schakel tussen beide delen van de stad. Prins: “Vanuit het Centraal Station is er een nieuwe route gecreëerd naar het centrum, langs de plint van het bioscoopgebouw. Op de begane grond bevinden zich restaurants, winkels en de entree van de bioscoop. Deze publieke functies zijn de kralen aan de ketting richting de binnenstad.” KLEUREN VAN DE BINNENSTAD “Het kleurverloop op de gevel, van donkerrood naar lichtbruin, refereert aan de baksteentinten in het historisch centrum”, gaat Prins verder. Aan de selectie van de juiste kleuren bakstenen is dan ook een studie én een intensieve zoektocht voorafgegaan. Wienerberger heeft hierbij geadviseerd om te kiezen voor bakstenen uit één fabriek. Elk fabricaat heeft namelijk zijn eigen textuur. Daarnaast blijft uit één fabriek het verschil in maatvoering tussen de verschillende bakstenen veelal beperkt. Voor een evenwichtig verloop is het belangrijk dat alleen de kleur van de bakstenen verandert, maar de structuur gelijk blijft. Vervolgens zijn er verschillende mixen samengesteld met een perfecte kleurovergang. “Op een gegeven moment gingen we wekelijks naar de showroom of de fabriek van Wienerberger om series à stenen te bekijken”, aldus Prins. “Hiervan maakten we mock-ups, een soort testpanelen, om precies tot de juiste kleurschakeringen te komen.”
20 | BIOSCOOP, ARNHEM
BIOSCOOP, ARNHEM | 21 RIJKE BAKSTEENDETAILLERING De verschillende mixen van bakstenen zijn vanuit de fabriek kant en klaar op pallets aangeleverd. Zo kon het kleurverloop op de bouwplaats in één keer probleemloos worden opgebouwd. De verwerking van de bakstenen was door de ronde hoeken, speciale details en aluminium stroken in het metselwerk een uitdaging op zich. “We hebben met een rijke baksteendetaillering een bijzondere gevel gemaakt”, aldus Prins. “De bakstenen zijn bijvoorbeeld op een unieke manier gecombineerd met aluminium. Soms lopen de aluminium banden helemaal rondom het gebouw, maar soms gaan ze ook over in glas of baksteen. Voor een mooie overgang tussen de materialen heeft het aluminium een verlopend perforatiepatroon.” NAADLOZE OVERGANGEN In overleg met de architect en de aannemer zocht Wienerberger naar methoden om de details zo mooi mogelijk uit te werken. Het volsteens metselwerk gaat achter het aluminium profiel bijvoorbeeld onzichtbaar over in platen met baksteenstrips. In het aluminium is een profiel gemaakt naar het verband van het metselwerk. Zo valt het precies over elkaar en lopen de bakstenen en het aluminium naadloos in elkaar over. Ook de gevel en de plint zijn op een dergelijke manier met elkaar verbonden. Op de onderste verdieping is het metselwerk van de gevel doorgetrokken in het plafond van de begane grond. De baksteenstrips die hier gebruikt zijn volgen aan de buitenrand het verband van de gevel, wat de suggestie wekt van volsteens metselwerk. Aan de binnenkant volgen de baksteenstrips de rondingen van het gebouw en accentueren zo de vriendelijke vorm. UITZICHT EN INTERACTIE Naast de randvoorwaarden vanuit de omringende stad had de architect ook met het interieur van de bioscoop te maken. “De ‘bioscoopmachine’, de efficiënte inrichting van het gebouw, is uitgedacht door een ander bureau”, vertelt Prins. “Maar er zijn natuurlijk altijd raakvlakken. Zo is er een aantal vensters gemaakt op de route van de foyer naar de bioscoopzalen. Hoe hoger je komt, hoe mooier de uitzichten over de stad. Tegelijkertijd zie je ’s avonds door de ramen de beweging van mensen die naar de bioscoop gaan. De functie en indeling van het gebouw komt zo op de gevel tot uiting. Er ontstaat als het ware interactie tussen de bioscoop en de omringende stad.”
De inspanningen om het gebouw op zijn locatie in te passen, hebben hun vruchten afgeworpen: “Het is een goede locatie voor een bioscoop en de uitvoering is goed gelukt. Natuurlijk zijn er altijd voor- en tegenstanders, zeker van zo’n groot bouwwerk, maar we horen vooral positieve reacties. Hopelijk is het ook een aanjager om dit gebied verder te ontwikkelen en de verbinding naar de stad nog verder te verbeteren. De uitwerking is in elk geval geslaagd. De gebruikte technieken en elementen zorgen ervoor dat het forse volume op zijn plek past, zodat de bioscoop voldoende opvalt maar vooral ook onderdeel wordt van de stad.”
Pathé bioscoop, Arnhem Opdrachtgever
Pathé Nederland
Architect
Powerhouse Company, Rotterdam
Annemer
Wessels, Rijssen
Gevelbakstenen
Citrien, Jade en Rutiel handstrich waalformaat, Akelei handvorm waalformaat Lotus Gereduceerd wasserstrich waalformaat – Wienerberger Erlecom
Oplevering
2015
HET KLEURVERLOOP OP DE GEVEL, VAN DONKERROOD NAAR LICHTBRUIN, REFEREERT AAN DE BAKSTEENTINTEN IN HET HISTORISCH CENTRUM
22 | NIEUWBOUWWIJK, MIDDENBEEMSTER
NIEUWBOUWWIJK, MIDDENBEEMSTER | 23
NIEUWBOUWWIJK MET DORPSE ARCHITECTUUR Met het plan De Keyser krijgt Middenbeemster er een nieuwe woonwijk bij. Geen massale nieuwbouw, maar intiem, gevarieerd en dorps. De 42 grondgebonden woningen van fase 1 hebben een herkenbare architectuur, volledig passend bij het karakter van de Beemster. Aan de volgende fasen wordt nog gewerkt. Zo groeit het dorp stukje bij beetje, met een afwisselende mix van woningtypen. Een mooie nieuwbouwwijk, binnen het gestelde budget. Zo eenduidig was de prijsvraag waar Just Architects voor gevraagd is, vertelt projectarchitect Maarten Groeneveld: “Er lag een Stedenbouwkundig Programma van Eisen voor de hoeveelheid en soorten woningen in het project. Binnen deze contouren waren er weinig randvoorwaarden,
de invulling was aan ons. Het had in feite dus ook nog een hele moderne wijk kunnen worden, maar we wisten dat het plan politiek gevoelig lag. We hebben ons dus bewust laten inspireren door de bestaande dorpse architectuur van Middenbeemster. Hiermee hebben we de tender uiteindelijk gewonnen.” à
DE VELE SOORTEN GEVELS EN DAKEN GEVEN DE BUURT HET KLEINSCHALIGE GEVOEL VAN EEN OUD DORPJE MET ALLEMAAL VERSCHILLENDE HUISJES
24 | NIEUWBOUWWIJK, MIDDENBEEMSTER
KLEINSCHALIGE HUISJES Het ontwerp van fase 1 van het plan De Keyser zal Beemsterlingen dan ook bekend voorkomen. “We zijn begonnen met het verzamelen van beelden van het dorp Middenbeemster. Daar zie je heel veel kleinschalige huisjes met verschillende kapvormen en diverse kleuren metselwerk. Met name een lage goot, al op de eerste bouwlaag, komt veel voor. De nieuwbouw moest naadloos op deze stijl aansluiten.” ZORGVULDIGE DETAILLERING In de uitwerking heeft dat geleid tot een zorgvuldige detaillering met veel aandacht voor dakranden, opvallende daklijsten en geverfd hout. Groeneveld: “In de Beemster wordt in erkers en kopgevels veel geschilderd hout toegepast. Daar is in de nieuwbouw dus ook mee gewerkt. Zelfs traditionele geornamenteerde dakkapellen komen terug, zoals je ze vaak ziet
op oude boerderijen. Het is dus bijna één op één een vertaling van de bestaande architectuur, maar natuurlijk wel met moderne materialen en details.” ONDERHOUDSARM KERAMISCH MATERIAAL De klassiek ogende nieuwbouwhuizen hebben keramische dakpannen en gemetselde bakstenen gevels. “Deze materialen komen veel voor in de traditionele bouw van de streek”, legt Groeneveld uit. “Maar er zit ook een praktische kant aan. Opdrachtgevers zien graag baksteenarchitectuur. Dat willen de kopers het liefst, omdat het onderhoudsarm is.” Het metselwerk heeft veelal natuurlijke kleuren, overeenkomstig met de bakstenen in de omgeving. Groeneveld: “In de streek zie je ook veel wit gestucte voorgevels. In plaats daarvan hebben we hier witte baksteen toegepast. Dat is veel duurzamer. Stucwerk moet je onderhouden en schilderen, terwijl baksteen altijd goed blijft.”
NIEUWBOUWWIJK, MIDDENBEEMSTER | 25
VERSCHILLENDE DAKVORMEN “In het plan zijn veel verschillende dakvormen door elkaar gebruikt”, aldus Groeneveld. “Mansardekappen zie je het meest. Deze geknikte dakvorm is karakteristiek voor de streek. Daarnaast zijn er zadeldaken, al dan niet geknot en in verschillende afmetingen, en zelfs platte daken in het project toegepast. Zo ontstaat er veel variatie en is elke individuele woning duidelijk herkenbaar. De vele soorten gevels en daken geven de buurt het kleinschalige gevoel van een oud dorpje met allemaal verschillende huisjes.” MANSARDEKAP MET KNIKPANNEN Bij de kenmerkende mansardekap is het onderste deel van het dak steiler dan het bovenste deel, waardoor het dakvlak geknikt is. Voor het dekken van een dak met deze vorm worden speciale knikpannen gebruikt. Dit maakte de materiaalkeuze ingewikkelder dan verwacht. Aannemer Maurice van der Lee van KBK Bouwgroep vertelt: “Voor de selectie van materialen vragen we altijd verschillende prijzen en monsters op. Daaruit bleek dat de knikpannen van
Wienerberger uit één stuk zijn, in tegenstelling tot de verlijmde pannen van andere leveranciers. De pannen zijn groter, waardoor er minder nodig zijn en ook de verwerking is makkelijker.” Architect Groeneveld voegt daar aan toe: “Knikpannen uit één stuk zijn natuurlijk altijd mooier en degelijker dan een verlijmde variant.” MEER RUST RICHTING DE WEILANDEN De keuze om de eerste fase van het plan De Keyser heel nauw aan te laten sluiten bij de bestaande architectuur heeft volgens Groeneveld goed uitgepakt: “Het spreekt de mensen erg aan. Ik was laatst in de wijk, omdat de bouw van de tweede fase startte. De bewoners die ik sprak waren zeer positief, ze vinden het schitterend. Dat is natuurlijk leuk om te horen. De kleinschalige opzet en verscheidenheid in de buurt zijn dan ook goed gelukt. De volgende fasen worden een minder letterlijke kopie van de oude woningen in Middenbeemster. De bebouwing komt steeds verder van het dorpshart af te liggen, meer richting de weilanden, dus het mag wel wat moderner. Dat is ook wel leuk, want dat geeft nog meer afwisseling.”
Nieuwbouwwijk De Keyser, Middenbeemster Opdrachtgever
BPD, Hoevelaken
Architect
Just Architects, Amstelveen
Aannemer
KBK Bouw, Volendam
Gevelbakstenen
Tardante handvorm waalformaat – Wienerberger Thorn Jade en Rutiel handstrich waalformaat – Wienerberger Erlecom
Dakpannen
Alegra 10 Vulkaanzwart edel-engobe en Alegra 10 Rood engobe –
Oplevering
2015
Wienerberger Tegelen
IN MIDDENBEEMSTER ZIE JE VEEL KLEINSCHALIGE HUISJES MET VERSCHILLENDE KAPVORMEN EN DIVERSE KLEUREN METSELWERK. DE NIEUWBOUW MOEST HIER NAADLOOS OP AANSLUITEN
26 | MILIEUPARK, PARIJS
ELEGANT ONTWERP MET WIT GEGLAZUURDE BAKSTENEN Onder de Boulevard Périphérique, de ringweg rond Parijs, is het afvalinzamel- en recyclepunt CVAE Porte de Pantin gerealiseerd. Het milieupark is gelegen aan één van de belangrijkste knooppunten voor auto’s aan de buitenrand van Parijs. Op een steenworp afstand ligt het levendige Parc de Villette, met daarin de nieuwe en iconische concertzaal Philharmonie. Rondom het milieupark moest een vrij lange omheining komen, zonder dat het de indruk zou wekken een hermetisch afgesloten barricade te zijn. Aan de ene kant moest deze de locatie beveiliging bieden, aan de andere kant was de esthetiek van het ontwerp zeer belangrijk. De bouw van CVAE Porte de Pantin is onderdeel van de herontwikkeling van de verwaarloosde buitenwijken van Parijs. In 2013 schreef het stadsbestuur van Parijs een competitie uit voor het ontwerp van een omheining rondom het milieupark. DATA Architects won in hetzelfde jaar de prijsvraag. “Met het ontwerp van Porte de Pantin wilden we de nieuwsgierigheid prikkelen. Daarbij wilden we op deze belangrijke kruising tussen het centrum van Parijs en het voorstedelijk gebied iets unieks creëren”, vertelt Laure Veyre de Soras van DATA Architects. GEGLAZUURDE KOPPEN EN STREKKEN Eén van de vereisten aan het ontwerp was dat de omheining 3,4 meter hoog moest zijn. Veyre de Soras: “We werden gevraagd om geen volledig transparante muur te maken. Het is aan het publiek om te raden welke industriële bedrijvigheid zich afspeelt op het achtergelegen terrein. Daarom hebben we gewerkt aan een ontwerp waarin glazen stenen en witte bakstenen gecombineerd worden. We kozen ervoor om wit geglazuurde bakstenen te gebruiken. Bij sommige stenen zijn de koppen geglazuurd, bij andere de strekken.” SAMENSPEL VAN LICHT EN SCHADUW Het materiaal dat is gebruikt en de manier waarop het is geassembleerd zouden zoveel mogelijk moeten beschermen tegen graffiti en posters. “Daarom hebben we besloten om de kopse kant van de bakstenen op bepaalde delen van de gevels te laten uitsteken. De uitstekende koppen zijn ook drie centimeter rondom wit geglazuurd. Door het plaatsen van een reeks lampjes op de bovenste delen van de muur wordt het ontwerp aangelicht. Het esthetisch resultaat is zeer grafisch: het is een samenspel van licht en schaduw, gecreëerd met natuurlijke en kunstmatige verlichting”, aldus Veyre de Soras.
VERFIJNDE UITSTRALING Dankzij de keuze voor het bijzondere materiaal heeft CVAE Porte de Pantin een zeer elegante en verfijnde uitstraling. Volgens Veyre de Soras is DATA Architects dan ook erg blij met het eindresultaat: “Het is onverwacht, maar toch zeer trouw aan onze studiemodellen. Hiermee hebben we echt een object met meerwaarde voor het verkeersknooppunt kunnen creëren. De reacties van voorbijgangers zijn erg positief, zij zijn vaak geïntrigeerd door het witte ontwerp. De muur heeft ook al verschillende keren gediend als decor voor een fotoshoot.”
Milieupark Porte de Pantin, Parijs Opdrachtgever
Ville de Paris, DPE - DPA
Architect
DATA Architects, Parijs
Gevelbakstenen
Wit geglazuurde gevelbakstenen strengpers 240x115x54 mm – Wienerberger Panningen
Oplevering
2016
MET HET ONTWERP VAN PORTE DE PANTIN WILDEN WE DE NIEUWSGIERIGHEID PRIKKELEN
MILIEUPARK, PARIJS | 27
HET ESTHETISCH RESULTAAT IS ZEER GRAFISCH: HET IS EEN SAMENSPEL VAN LICHT EN SCHADUW
28 | PANNENKOEKENHUIS, ZEEWOLDE
EEN SPROOKJE VAN EEN PANNENKOEKENHUIS Er was eens een pannenkoekenhuis... In de zomer van 2015 kwam het sprookje voor themarestaurant Hans en Grietje in Zeewolde bijna ten einde door een allesverwoestende brand. De eigenaren waren echter vastbesloten om het pand razendsnel te herbouwen. Begin 2016 opende het restaurant al weer haar deuren. Ondanks de korte doorlooptijd zijn er geen concessies gedaan aan het ambitieniveau of de afwerking van het project. De nieuwbouw is mooier, groter en sprookjesachtiger dan het oude restaurant ooit is geweest. “Het oude pannenkoekenhuis was vrijwel helemaal door de eigenaren, Hans en Griet, zelf ontworpen. In de loop der jaren hebben zij het stukje bij beetje uitgebreid en verbeterd”, vertelt projectarchitect Johan van Ee van EEvolv3D, Architectuur & Visualisaties. De nieuwbouw moest echter in één keer goed en snel worden aangepakt. “De dag na de brand had ik Hans al aan de telefoon. Het liefst wilde hij dezelfde dag nog een ontwerp. Dat was natuurlijk niet haalbaar, maar uiteindelijk lag er binnen een week op hoofdlijnen een nieuw plan.”
RUIMTE VOOR EIGEN INVULLING Vanaf het begin zat Van Ee met de opdrachtgevers en de aannemer aan tafel om spijkers met koppen te slaan: “Zo konden we het hele project binnen tien maanden ontwerpen én bouwen. Uniek, als je bedenkt dat alleen het ontwerp vaak al een jaar kost. Dit had wel gevolgen voor de manier van werken. Er is een hoofdconcept gemaakt met veel ruimte voor eigen invulling, zelfs nog tijdens de uitvoering. Gezien de tijd kon dat niet anders, maar het had in dit geval zeker ook meerwaarde. Zo konden de
PANNENKOEKENHUIS, ZEEWOLDE | 29
opdrachtgevers er weer helemaal hun eigen restaurant van maken, net als het oude pand dat ze destijds zelf bouwden.” 3D ALS VISUEEL HULPMIDDEL De plattegrond van de nieuwbouw is gebaseerd op het bestaande pand, maar dan groter en goeddeels voorzien van kelder. “Hans en Griet hebben de randvoorwaarden opgesteld en zochten aansprekende beelden bij hun ideeën. Aan de hand hiervan zijn we gaan tekenen. Dat doen wij altijd gelijk in 3D: een goed visueel hulpmiddel als je niet dagelijks met ontwerpen en bouwen bezig bent. Je kunt er meteen op reageren. Zo zijn we stap voor stap tot het totale ontwerp gekomen”, licht Van Ee toe. “Het sprookjesthema is van meet af aan meegenomen in de plannen. Speelelementen zijn echt in het gebouw verwerkt. Zo is er voor de kinderen een glijbaan vanuit de toren helemaal tot
in de kelder, een ballenbak en speelhuisjes en zijn er kruip-door-sluip-door-routes door het hele pand. De sprookjesachtige uitstraling ontstaat door de primaire bouwvorm met gebogen daken, golvende wanden en een dakconstructie met prachtige houten spanten.” à
HET IS EEN HEEL RIJK PLAN IN DE MATERIALISERING. IN ELK HOEKJE GEBEURT IETS WAAR JE EEN VERHAAL BIJ KUNT VERZINNEN
30 | PANNENKOEKENHUIS, ZEEWOLDE
HISTORISCHE REFERENTIES “Het ontwerp heeft veel historische referenties, zonder dat het letterlijk een bepaalde stijl nabootst”, gaat Van Ee verder. “Juist de combinatie van elementen maakt het uniek. In het interieur zijn veel vintage-elementen gebruikt, zoals een kerkorgel en oude balken. Aan de buitenkant is gekozen voor bakstenen metselwerk en keramische dakpannen in allerlei tinten en patronen. Het is een heel rijk plan in de materialisering. In elk hoekje gebeurt iets waar je een verhaal bij kunt verzinnen. Een verwijzing naar het sprookje van Hans en Grietje, zonder dit heel letterlijk te nemen. Dat laat ruimte voor de eigen fantasie. Op het dak zijn bijvoorbeeld Koramic dakpannen gebruikt in verschillende kleuren. Dat is een vertaling van het snoepgoeddak. Maar ook op oude huizen zie je vaak gemêleerde daken, dus het past goed bij de historische sfeer van het plan.”
DE KORAMIC DAKPANNEN IN VERSCHILLENDE KLEUREN ZIJN EEN VERTALING VAN HET SNOEPGOEDDAK
PANNENKOEKENHUIS, ZEEWOLDE | 31
DE VORMGEGEVEN NATUURPRODUCTEN HEBBEN EEN MOOIE VERSCHEIDENHEID IN STRUCTUUR EN KLEUR. ELKE INDIVIDUELE BAKSTEEN OF DAKPAN IS ANDERS
WATERDICHTE SCHIL Vanwege de specifieke dakvorm liggen de dakpannen over een waterdicht onderdak, legt Van Ee uit: “Daardoor waren we heel vrij in de plaatsing van de dakpannen. Vooral op de lastige plekken is dit puur een esthetische afwerking. Dat geldt overigens voor meerdere elementen aan zowel de binnen- als buitenkant. Vanwege de snelheid is er eerst een wind- en waterdichte schil gemaakt van staalbouw. Die is vervolgens bekleed. Dat gaf ons de vrijheid om speciale vormen toe te passen.” ‘SCHOTS EN SCHEEF’ METSELWERK Het metselwerk op de gevel is een vrije mix van verschillende vormen en kleuren baksteen met her en der zelfgemaakte betonnen elementen. Bij de verwerking mochten de metselaars zelfs geen metseldraad gebruiken. Van Ee: “De gebruikelijke rechte lijnen zijn zo veel mogelijk vermeden. Het metselwerk is heel ruw, eigenlijk schots en scheef. Dit gaat lijnrecht in tegen het systeem, dat gericht is op zo recht mogelijk bouwen. Hier wilden we juist elke vorm van herhaling voorkomen. Daar moet je continu op gespitst zijn. De bouwers verdienen dan ook een pluim voor het geleverde vakwerk.” NATUURLIJKE MATERIALEN Het pannenkoekenhuis staat in een bosrijke omgeving, waar een aantal themawandelingen zijn uitgezet. “In het plan zijn veel natuurlijke materialen verwerkt die passen in het landschap, zoals keramiek, hout en riet. Natuurproducten hebben een mooie verscheidenheid in structuur en kleur. Elke individuele baksteen of dakpan is anders. Bovendien verouderen ze mooi.
Ik vind het altijd fraai als een pand natuurlijk veroudert en in de loop der tijd steeds meer opgaat in zijn omgeving.” Het ‘heksenhuisje’ is nu al niet meer weg te denken uit de bossen van Zeewolde. Ondanks de tijdsdruk zijn de hoge ambities dan ook absoluut waargemaakt. “Alleen door de goodwill, samenwerking en inzet van alle betrokkenen is dat gelukt”, aldus Van Ee. “Maar het is de forse investering zeker waard geweest. Uiteindelijk komen mensen juist voor de sfeer. Er worden tegenwoordig veel berichten en foto’s gedeeld op social media. De bijzondere uitstraling van het restaurant levert dus veel extra publiciteit en uiteindelijk klandizie op.”
Pannenkoekenhuis, Zeewolde Opdrachtgever
Eigenaar pannenkoekenhuis
Architect
EEvolv3D, Harderwijk
Aannemer
Aannemersbedrijf v.d. Heijkant, Biddinghuizen
Dakdekker
Dakdekkersbedrijf Lageweg, Kuinre
Dakpannen
TDN 44 diverse kleuren – Wienerberger Pottelberg
Gevelbakstenen
Verschillende formaten, vormen en kleuren; egaal, genuanceerd en bont – Wienerberger
Oplevering
2016
MAGAZINE OVER KERAMISCH BOUWEN
#23
2016 www.wienerberger.nl
Wienerberger B.V. Hogeweg 95 5301 LK Zaltbommel T 088 - 118 51 11 F 088 - 118 50 05 info.nl@wienerberger.com www.wienerberger.nl