Inspiratiedocument Water Sensitive Rotterdam

Page 1

Water Sensitive Rotterdam INSPIRATIEDOCUMENT


Tenzij anders vermeld is alles in dit werk gelicenceerd onder een Creative Commons Naamsvermelding-GeenAfgeleideWerken 4.0-licentie. Wanneer je gebruik wilt maken van dit werk, hanteer dan de volgende methode van naamsvermelding: Gemeente Rotterdam, LinksRechts Service Design, Water Sensitive Rotterdam - Inspiratiedocument (2015), CC BY-ND 4.0 gelicenseerd. De volledige licentie-tekst is te lezen op: http://creativecommons.org/licenses/by-nd/4.0/deed.nl.


Water Sensitive Rotterdam INSPIRATIEDOCUMENT


Samenvatting Met het Water Sensitive Rotterdam (WSR) programma wil de gemeente Rotterdam de komende jaren een aantal maatregelen initiëren in de stad en in de regio. Deze sluiten aan bij al gerealiseerde projecten, zoals het waterplein op en onder het Benthemplein. Ondanks het succes en de internationale aandacht voor deze projecten, leeft bij de gemeente het besef dat het niet mogelijk en wenselijk is om de hele regio met dit soort kostbare oplossingen aan te passen aan de nieuwe omstandigheden. De aanpak van het probleem zal breder gedragen moeten worden dan door een projectteam en de overheidsorganisaties die bij het project betrokken zijn. Om op grotere schaal te reageren en anticiperen op de klimaatextremen, zal er door een brede laag in de samenleving het besef van urgentie moeten komen en ook door meer mensen, organisaties en bedrijven in de samenleving gewerkt moeten worden aan oplossingen. Dit kan worden bereikt met een mix van maatregelen op verschillende niveaus: 1. Veel kleine toepasbare projecten door burgers en bedrijven met als motto ‘vele kleintjes maken een grote’ 2. Een paar eyecatchers, goed voor het imago van de stad Rotterdam 3. Effectieve grootschalige projecten op de achtergrond, intensieve samenwerking met wetenschap, kosten/baten analyses Het WSR vraagstuk is een typisch voorbeeld van een ‘wicked problem’. Je zult nooit met zekerheid kunnen constateren dat de stad water sensitive is, dat de klus geklaard is. Meet daarom niet of het einddoel is behaald, maar meet de vorderingen. Belangrijke aandachtspunten en oplossingsrichtingen voor Water Sensitive Rotterdam zijn: Vertrouwen Tussen alle partijen, intern en extern, zal onderling vertrouwen en begrip moeten ontstaan. Co-creatie Door de vraagstukken samen aan te pakken ontstaan er oplossingen die in de praktijk beter werken. Bewustwording Gedragsverandering kan niet zonder bewustwording van de uitdagingen. Maak WSR daarom zichtbaar. Rituelen De borging van WSR vraagt om een actieve community, online en offline, met een eigen plek en rituelen om de beweging te versterken. Push-Pull Maak de organisaties klaar voor een mix van top-down en bottum-up initiatieven. Waarden Kijk bij kosten en baten niet alleen naar geld, maar naar economische, sociale en ecologische waarden. Meekoppelen Integreer ‘water’ met nieuwe én bestaande maatregelen, ook buiten het domein van waterbeheer. Doen! Start zo snel mogelijk en kies voor een aanpak waarbij regelmatig wordt geëvalueerd en bijgestuurd.

4


Inhoud Inleiding 6 De uitdaging 8 Maatschappij in beweging 8 Stakeholders 8 Stakeholder-management 10 Aandacht 10 Urgentie 12 Borging 13 Recept voor WSR 16 Sleutels 19 Oplossingsrichting 19 Vertrouwen 20 Co-creatie 22 Bewustwording 24 Rituelen 26 Push - Pull 28 Waarden 30 Meekoppelen 32 Doen! 34 Toolbox 36 Lezen 37 Kijken 39 Ontmoeten 39 CreĂŤren 39 Noten 40 Met dank aan 41

5


Inleiding Dit document is geschreven in opdracht van de Gemeente Rotterdam, afdeling waterbeheer, ten behoeve van het programma Water Sensitive Rotterdam. Dit programma geeft richting aan het gemeentelijk beleid om de gevolgen van de klimaatverandering beheersbaar te maken. De veranderingen in het klimaat leiden steeds vaker tot extremen, zowel in perioden van neerslag als droogte, welke gevolgen hebben voor onder andere het leefklimaat en de veiligheid van de bevolking. Het is niet een typisch Rotterdams probleem dat aangepakt moet worden. Het is zelfs niet beperkt tot Nederland. Ook in andere, voornamelijk stedelijke gebieden wordt gewerkt aan het klimaatbestendig maken van de leefomgeving. Dit gebeurt wereldwijd en zelfs in gebieden die hoog boven het zeeniveau liggen. Andere omstandigheden vragen wel om andere oplossingen, maar het probleem van de weersextremen is een globaal probleem. Met het Water Sensitive Rotterdam (WSR) programma zijn de plannen uitgevouwd om de komende jaren een aantal maatregelen te initiĂŤren in de stad en in de regio. Deze sluiten aan bij al gerealiseerde projecten, zoals het waterplein op en onder het Benthemplein. Ondanks het succes en de internationale aandacht voor deze projecten, leeft bij de gemeente het besef dat het niet mogelijk en wenselijk is om de hele regio met dit soort kostbare oplossingen aan te passen aan de nieuwe omstandigheden. De aanpak van het probleem zal breder gedragen moeten worden dan door een projectteam en de overheidsorganisaties die bij het project betrokken zijn. Om op grotere schaal te reageren en anticiperen op de klimaatextremen, zal er door een brede laag in de samenleving het besef van urgentie moeten komen en ook door meer mensen, organisaties en bedrijven in de samenleving gewerkt moeten worden aan oplossingen. Dagelijks worden we geconfronteerd met mensen en organisaties die de boodschap overbrengen dat het de hoogste tijd is om de een of andere ramp af te wenden. Het zal dus niet meevallen om de aandacht vast te houden. Daarnaast vraagt een brede inzet met maatregelen om een mentaliteitsverandering bij zowel de overheidsdiensten als bij burgers, bedrijven en organisaties. Wie heeft zich tot nu toe druk gemaakt over waterbeheer? Daar heb je de waterschappen, gemeente, provincie en landelijke overheid voor, die met belastinggeld alles veilig en droog houden. De mentaliteitsverandering zal een lang proces zijn. Misschien belangrijker dan de duur van dit proces, is dat er ook anders gedacht moet gaan worden. Deze tijd van disruptieve innovaties laat zien dat de burger zich meestal wel aanpast. Bij bedrijven is een schifting gaande tussen zij die wel en niet in staat zijn zich aan te passen aan de nieuwe, vaak technische innovaties. Hoe zit het met de Gemeente Rotterdam? Is de organisatie al klaar voor een andere manier van denken? Wie is er bij de lokale overheid flexibel genoeg, kan de ‘oude’ manier van denken loslaten? Uitdagingen genoeg met het WSR programma en de zoektocht naar een brede basis voor de realisatie van de doelstellingen.

6


7


De uitdaging Maatschappij in beweging Naast de klimaatverandering is er in dit tijdsgewricht ook in de samenleving van alles gaande. De zieners spreken over een ‘paradigm shift’ of over een ‘verandering van tijdperken’. De digitalisering heeft voor een revolutie gezorgd en de verhoudingen tussen wat we voorheen 1e, 2e en 3e wereld noemden zijn drastisch veranderd. Er is een nieuw tijdperk van grote volksverhuizingen aangebroken, we bereiden ons voor op een maatschappij zonder aardolie, we gaan allemaal 100 jaar worden en de overheid heeft steeds meer moeite om de verzorgingsstaat te bekostigen. Dit is slechts een greep uit wat er om ons heen in beweging is. De overheid heeft zelf aangegeven dat we naar een participatiesamenleving gaan. De gedachte is dat als de burgers en de ondernemers hun verantwoordelijkheid nemen om met z’n allen de schouders eronder te zetten, wij als maatschappij een grote stap verder kunnen komen. Water Sensitive Rotterdam richt zich op de toekomst en zal, om succesvol te zijn, aansluiting moeten vinden bij de ontwikkelingen. Als oude maatschappelijke en organisatorische principes worden verlaten, heeft het geen zin om WSR vanuit de oude manier van denken op te zetten. De veranderende rol van de overheid en de relatie met burgers en ondernemers is daarom het startpunt voor het WSR programma. Het zal een beweging moeten worden die wordt gedragen door de overheid, samen met burgers en ondernemers. Iedereen draagt vanuit de eigen mogelijkheden een steentje bij. Stakeholders Om de situatie in kaart te brengen, hebben wij gesproken met het kernteam van Water Sensitive Rotterdam, medewerkers van stadsbeheer, ingenieursbureau en stadsontwikkeling, bewoners van Charlois (burgerinitiatief ), ondernemers (hofbogen) en bewoners van Bergpolder, een voetbalsuppoost/steward (ADO) en een wijkprocesmanager (gemeente Schiedam). Ter sprake kwamen onderwerpen als burgerinitiatieven, klimaatadaptieve oplossingen, contact met de gemeente, succesfactoren en risico’s van het WSR programma, wat er allemaal nodig is om lokale initiatieven te ondersteunen en later weer levensvatbaar los te laten, drijfveren om je vrijwillig in te zetten voor de samenleving, etc. De gesprekken waren open en hebben veel inzichten opgeleverd. De diversiteit aan ervaringen, opvattingen en belangen was met zo’n tien gesprekken al te groot om nog te kunnen samenvatten. En dan hebben die andere 600.000 direct en indirect betrokkenen nog geen kans gehad om hun ideeën en ervaringen met ons te delen. Toch blijkt dat er een aantal aandachtspunten in verschillende gesprekken terugkomen.

8


9


Stakeholder-management Het thema dat in de gesprekken in veel gedaanten langskwam is die van de relatie tussen de gemeente en de stakeholders, zoals burgers, bedrijven en organisaties. Het is een actueel thema, dat leeft bij grote groepen mensen. Relatie overheid - burgers Er is een verschuiving gaande in de relatie tussen overheid en burgers. De rol van de overheid wordt meer ondersteunend dan directief en van de burger wordt een actievere rol verwacht. Op dit moment bewegen beide partijen nog langs elkaar in plaats van met elkaar. Er zijn bijvoorbeeld al veel burgerinitiatieven die in meer of mindere mate bijdragen aan het realiseren van de WSR doelstellingen. De kans is echter groot dat de initiatiefnemers nog nooit van WSR hebben gehoord. En omgekeerd kennen de betrokken afdelingen bij de gemeente de initiatieven niet of onvoldoende. De mensen die wij hebben gesproken constateren allemaal dat de lokale initiatieven de gemeente onvoldoende bereiken. Daarnaast is door een geinterviewde de vrees geuit of de gemeente de grote stroom burgerinitiatieven/ideeĂŤn wel kan faciliteren. Relatie overheid - bedrijven en organisaties Iedereen die wij hebben gesproken realiseert zich dat de WSR doelstellingen en dan met name de grootschalige lange-termijn maatregelen, niet door de gemeente alleen behaald kunnen worden. Want anno 2015 is er onvoldoende geld bij de gemeente om de WSR projecten helemaal zelf te bekostigen. Het vinden van externe geldstromen zal ook niet eenvoudig zijn, want de resultaten van dit soort lange-termijn maatregelen zijn niet direct meetbaar. Externe investeerders verwachten een wetenschappelijke onderbouwing of harde cijfers over de opbrengsten. Aandacht Om tot een succesvol resultaat te komen zal er een klimaat moeten worden gecreĂŤerd waarin de gemeente met diverse partijen en met externe investeerders vruchtbaar kan samenwerken. De nieuwe relatie tussen overheid, burgers en bedrijven zal er een moeten worden waarin men in de uitvoering meer als gelijkwaardige partners optreedt. Als van burgers, bedrijven en organisaties wordt verwacht dat zij meer initiatieven nemen, een deel van de maatschappelijke taken zelf gaan uitvoeren, dan vindt er een verschuiving plaats op het gebied van verantwoordelijkheden, eigenaarschap, kennis en ervaring. In dit spel veranderen de spelregels en is er minder plaats voor een directieve overheid. De partners zullen allemaal een andere rol krijgen en zullen met elkaar op zoek moeten gaan naar de behoeften, wensen en kansen. Ook zal met ieders nieuwe rol en inbreng moeten worden bepaald wat er wel en niet te realiseren is. Een manier om gezamenlijk een probleem aan te pakken is die 10


van de package deal. De gemeente biedt aan om een deel van een probleem aan te pakken en vraagt bedrijven of organisaties in de buurt wat zij in deze deal zelf kunnen bijdragen en welke waarde dat voor hen oplevert. Hoe gevoelig de verhoudingen kunnen liggen werd duidelijk uit het verhaal van een burger in de nieuwbouwwijk Ypenburg, waar voor de kinderen in de wijk nog niet veel was geregeld. In de wijk hadden een aantal ouders, waaronder de geïnterviewde, het initiatief genomen om een buurthuis te openen voor de jeugd, zodat zij zich niet gingen vervelen en dit tot narigheid zou leiden. Deze wijk lag in de gemeente Rijswijk. De gemeente stelde een budget beschikbaar en de initiatiefnemers kregen hiervoor zelf de verantwoordelijkheid. Vanuit het buurthuis was er regelmatig kort overleg met burgemeester en wethouders om de lopende zaken af te stemmen. Nadat de wijk door de gemeente Den Haag was ‘geannexeerd’ veranderde er veel voor het buurthuis. Het werd door de gemeente ingedeeld bij een afdeling voor welzijnsverenigingen, met als gevolg dat er ‘betaalde krachten gingen vertellen wat jij als vrijwilliger moest doen, terwijl het al jaren goed ging’. Waarschijnlijk stopte de gemeente Den Haag er meer geld in, maar ‘omdat het niet meer eigen was, verloren de vrijwilligers hun motivatie en liep het af’. Uit dit praktijkvoorbeeld blijkt dat het zoeken naar een juist evenwicht belangrijker is voor succes dan ‘zomaar’ meer geld in het project investeren. Niet vreemd, omdat de drijfveer om het initiatief te starten nooit een financiële drijfveer is geweest. Een van de geïnterviewden gaf ook aan dat de gemeente open moet staan voor initiatieven, maar het zelf niet moet gaan uitvoeren. Burgers moeten zelf op zoek naar draagvlak voor de initiatieven. De gemeente kan dan, als blijkt dat het echt nodig is, besluiten een initiatief te faciliteren. Ook moet er bij de gemeente altijd ruimte zijn voor aandacht, meedenken en waardering geven. Dit is vaak belangrijker dan geld.

11


Urgentie De urgentie van het programma is een lastige kwestie. Hoe maak je duidelijk dat een probleem dat in de ‘verre toekomst’ kan optreden, nu een hoge prioriteit moet krijgen. We kunnen dit probleem opdelen in twee stappen. 1) het besef dat het probleem urgent is 2) daadwerkelijk overgaan tot actie Wij hadden verwacht dat ze beide lastig zouden zijn. Al snel bleek dat de mensen die wij hebben gesproken zonder veel aarzeling beseffen dat het probleem urgent is. Terwijl in politieke en wetenschappelijke kring een manifest van Al Gore of een rapport van de VN klimaatcommissie steevast worden gevolgd door besluitvorming-vertragende welles-nietes discussies, blijkt er op lokaal niveau een breed besef van urgentie te zijn. Wellicht dat de media-aandacht voor de klimaatverandering de laatste jaren hierin een rol speelt. Misschien hebben we in Nederland ook het voordeel dat we gewend zijn aan een grillige relatie met het water, dat ons veel brengt, maar ook een sluipmoordenaar kan zijn.

12


Als we naar het tweede punt gaan, overgaan tot actie, hebben we in Nederland een cultuur opgebouwd waarbij alles voor de burgers wordt geregeld. Dat maakt het heel lastig om ze in beweging te krijgen. Het besef dat het probleem urgent is, kan voor de burger heel goed samengaan met een afwachtende houding. Vanuit deze traditie is een urgent probleem gewoon een extra actiepunt voor de overheid. Hier ligt dus het werkelijke probleem. Niet het besef dat er iets moet gebeuren, maar het ontbreken van het besef dat je hier allemaal iets aan kunt doen, moet doen en vervolgens ook echt gaat doen. Er wordt verschillend gedacht over de manier waarop dit moet worden aangepakt. Er is gezegd dat de burger moet worden voorgelicht, betere informatie moet krijgen over wat er moet gebeuren. Hoe dit ‘Postbus 51’ denken ook tot een andere relatie tussen overheid en samenleving gaat leiden is ons niet duidelijk geworden. Anderen zien een voorbeeld in huidige buurtinitiatieven, zoals de binnentuinen die een nieuw elan in sommige buurten brengen. Hoe het WSR programma moet worden meegekoppeld, is nog niet helder. Borging Intern Er is een sterke wens onder geïnterviewden dat WSR gedragen wordt door de eigen overheids-organisatie en niet door ingehuurde externe organisaties. Het doel moet niet alleen bereikt worden vanuit voorbeeldprojecten, maar vooral vanuit het DNA van de eigen organisatie. De uitkomst moet een leerproces zijn in de eigen organisatie en niet een geïsoleerd plan van één of meerdere externe bureaus. Bijzonder is het verschil in karakter en cultuur binnen de verschillende diensten. Collega’s van de ene dienst willen graag zelfstandigheid, verantwoording en ruimte voor eigen initiatieven, terwijl collega’s bij een andere dienst juist gebaat zijn met duidelijkheid en vooraf vastgestelde regels. In een van de gesprekken is ons verteld dat het voor de borging van het WSR programma nodig is om de doelen helderder te krijgen, wetenschappelijk te onderbouwen en meetbaar te maken. Als je na verloop van tijd de behaalde successen niet hard kunt maken, krijgen beter onderbouwde plannen een hogere prioriteit bij de verdeling van de middelen. Een ander aandachtspunt voor het slagen van WSR is dat als je iets nieuws doet, je meteen alle partijen hierbij betrekt, “anders gaan ze met de hakken in het zand en wordt je tegengewerkt”. Een ander punt voor het slagen van WSR is dat het omarmd wordt door alle diensten en dat WSR niet gezien wordt als concurrent van werkzaamheden binnen een dienst, getuige de opmerking “vier het feestje daar waar het gemaakt is, niet bij WSR”. 13


14


Extern Door de geïnterviewden is aangegeven dat WSR van een gemeenteplan naar iets van de stad moet transformeren. Opvallend is dat alle geïnterviewden van de gemeente Rotterdam niet of nauwelijks in contact komen met de burger. Een geïnterviewde zei: “communicatie met de burger gebeurt te weinig, we gaan alleen naar buiten voor het uitvoeren van projecten”. Voor de belangen en wensen van bewoners is er wel contact met tussenpersonen en vertegenwoordigers zoals in gesprekken met gebiedsbeheerders en corporaties. Er is aangegeven dat er meer van buiten naar binnen, dus vanuit de burger naar de organisatie, moet worden gewerkt. De externe borging hangt nauw samen met de interne borging. Een veranderingsproces vasthouden doe je niet alleen. Interne en externe borging als twee losse vraagstukken zien kan handig zijn voor de aanpak, maar in feite gaat het over hetzelfde. Een aantal uitdagingen zijn bij de start al helder. Het is lastig mensen te laten investeren als de beloning, de effecten van de maatregelen, pas over jaren zichtbaar zijn. Misschien worden ze zelfs nooit zichtbaar. Een ramp die wordt voorkomen, of gewoon een kelder die droog blijft, is geen zichtbaar resultaat. Een andere uitdaging is het idee loslaten dat de overheid voor alles zorgt. Dat zijn opstartproblemen. Voor de borging is ook op langere termijn een verandering nodig. WSR niet als een project zien, maar als een beweging, kan hierbij helpen.

15


RECEPT VOOR WSR

Ingrediënten 1. Veel kleine toepasbare projecten door burgers en bedrijven met als motto ‘vele kleintjes maken een grote’ 2. Een paar eyecatchers, goed voor het imago van de stad Rotterdam 3. Effectieve grootschalige projecten op de achtergrond, intensieve samenwerking met wetenschap, kosten/baten analyses Bindmiddel Een actieve WSR community bestaande uit een mix van enthousiaste bewoners, professionals, overheid, visionairs en creatievelingen. De burger denkt klein en is actief in kleine projecten. Zij kunnen geïnspireerd worden door het zien en uitgelegd krijgen van grote projecten. De overheid, visionairs, strategen en planologen denken groot, in grote prestigieuze projecten en kunnen geïnspireerd worden als ze de kleinschalige projecten zien. Bereidingstijd Een beetje geduld...

16


Ingrediënt 1

Ingrediënt 2

Ingrediënt 3

17


18


Sleutels Oplossingsrichting De hiervoor geschetste situatie laat zien dat er sprake is van een complex vraagstuk, dat zich aandient in een maatschappij die volop in beweging is. De extremen als gevolg van de klimaatverandering zijn voor de komende decennia waarschijnlijk eenvoudiger te voorspellen dan de rol van de overheid in de samenleving. Dit inspiratiedocument bevat daarom ook geen kant en klare oplossing voor de problemen waar WSR in Rotterdam voor staat. Zo eenvoudig is het niet. De wens om de WSR doelen strak en helder te omschrijven, de resultaten meetbaar te maken en dit het liefst wetenschappelijk te onderbouwen is logisch, maar ook onmogelijk te realiseren. Het WSR vraagstuk is een typisch voorbeeld van een ‘wicked problem’. Je zult nooit met zekerheid kunnen constateren dat de stad water sensitive is, dat de klus geklaard is. De grote hoeveelheid stakeholders, belangen en onzekerheden zullen tijdens het traject van invloed zijn op de doelen. Deze zullen regelmatig moeten worden bijgesteld aan de gewijzigde omstandigheden. Wel is het mogelijk om met de missie een richting aan te geven en voor alle stappen in die richting een helder en meetbaar doel te omschrijven. De reis bestaat uit een grote hoeveelheid kleine stappen, die je stuk voor stuk dichter bij het doel brengen. Door de stappen niet te ver vooruit te plannen, ben je ook beter in staat te reageren op onzekerheden die op je pad komen. Meet niet of het einddoel is behaald, maar meet de vorderingen. Omdat de reis uit een verzameling stappen in de richting van het einddoel bestaat, hebben wij een aantal sleutels beschreven die toegang geven tot paden in de goede richting. Om het doel te bereiken kun je je niet beperken tot één project, één plan of één aanpak. Het af te leggen pad zal nog gevonden moeten worden door eerst te divergeren. Door in te zetten op meer kleine projecten, meekoppeling uit te proberen en samenwerkingsverbanden te starten, zal ook duidelijk worden welke trajecten meer of minder succesvol zijn. Welke succesfactoren hiervoor bepalend zijn is vooraf ook niet altijd te bepalen. Bij een andere rol voor de overheid, een andere relatie met burgers en bedrijven, hoort ook een andere kijk op succesfactoren. Meet je ‘output’ of ‘outcome’? Geen typisch Rotterdams vraagstuk, maar een lastig proces waarmee op grote schaal wordt geworsteld. Als blijkt welke deelprojecten voldoende vruchten afwerpen, krijg je een fase van convergeren en krijgen de meest waardevolle maatregelen een vervolg. Binnen de projecten zal er ook constant geëvalueerd moeten worden en worden bijgestuurd. Als je bijvoorbeeld pas na drie jaar aanmodderen tot de conclusie komt dat iets niet tot het gewenste resultaat leidt, verspil je tijd en geld.

19


vertrouwen Vertrouwen - Extern De relatie tussen de overheid, burgers, maatschapelijke organisaties en ondernemers zal gelijkwaardiger moeten worden. Als je bijvoorbeeld met elkaar in een projectteam zit, zul je elkaar moeten vertrouwen. Hierbij gaat het niet alleen om het vertrouwen in de ander. Je zult zelf ook te vertrouwen moeten zijn. Helaas is de overheid een beest met veel gezichten. De overheid zorgt voor veiligheid en sociale zekerheid. Maar de overheid is ook de club die de burger ‘zinloos flitst’ en mensen op hun uitkering kort omdat ze op hun kleinkinderen hebben gepast. Vertrouwen is daarom niet vanzelfsprekend, maar zal moeten groeien. Geef mensen aandacht, denk mee en wees duidelijk over wat er wel en niet kan. Vertrouwen - Intern Ook binnen de organisatie is vertrouwen een belangrijk thema. Bepaalde diensten in de gemeentelijke organisatie hebben het idee dat ze al jaren werken aan WSR-achtige projecten. Sinds het WSR programma kan daar het gevoel ontstaan dat WSR met de eer gaat strijken van deze inspanningen. Water Sensitive Rotterdam zou de projecten moeten omarmen die collega’s al uitgevoerd hebben en onder de WSR-vlag zouden kunnen vallen. WSR moet laten zien wat iedereen al heeft gedaan en dit serieus nemen. Het is raadzaam interne collega’s bewuster te betrekken en ze opdrachten en verantwoordelijkheid te geven. Voor de interne borging moeten de mensen in de eigen organisatie het programma gaan dragen. Door ze erkenning, vertrouwen en verantwoordelijkheid te geven gáán ze het ook dragen. Er zou een goede infrastructuur gecreëerd moeten worden waar medewerkers binnen de organisaties kunnen aangeven wat ze voor WSR willen of kunnen betekenen, welke ideeën of initiatieven ze hebben of welke ze al uitgevoerd hebben. Empathie Een beweging waarin de burger moet participeren kan alleen succesvol worden als het de burger aanspreekt. De weg van strategie en gemeentelijk beleid naar betrokkenheid van de burger kan lang zijn. Hoe zorg je ervoor dat mensen daadwerkelijk worden bereikt, worden

20


geraakt en een actieve rol in de realisatie gaan krijgen? Hoe win je hun vertrouwen? Dat kan alleen door ze te leren kennen, je in te leven in de situatie waarin zij leven of werken en zo een verbinding te realiseren tussen hun wensen en behoeften en de uitvoering van het beleid. Hiervoor is meer nodig dan een verzameling statistieken, demografische gegevens of een enquête om de wensen te onderzoeken. Hoeveel laat je bijvoorbeeld zelf zien bij het invullen van een enquête? Door je echt in te leven in de situatie van de burger, de wijkbewoner of de lokale winkelier, worden ook de latente behoeften zichtbaar en ga je begrijpen waarom iets wel of niet werkt. Dit is een aanbeveling voor iedereen in de organisatie. Het is niet voldoende als ‘de gemeente’ gaat snappen wat er leeft bij de mensen. Ook de strategen, de beleidsmakers zullen dit zelf moeten ervaren. Empathie is niet iets dat aan een medewerker of een andere afdeling kan worden uitbesteed en in een rapport terugkomt. Nodig de burger niet alleen uit voor een gesprek, maar ga de burger opzoeken. Ervaar de context, de frustraties, de successen en het falen in de echte omgeving. Beleef de realiteit. Dit biedt ook de mogelijkheid om zelf te ontdekken waar de kansen liggen voor verbetering, voor effectieve informatie en communicatie en voor aanpassingen in het beleid en de uitvoering. Ga naar buiten; het is altijd anders dan je dacht. Altijd. 21


co-creatie Wederzijds begrip Samen concepten creëren en het samen ontwerpen van oplossingen is meer dan het creëren van draagvlak of een inspraakronde voor een al op hoofdlijnen uitgestippeld traject. Als je oprecht op zoek bent naar de beste oplossing en resultaten die beter werken, heeft echte co-creatie veel te bieden. Om te beginnen kan het bijdragen aan wederzijds begrip. Los van de inhoudelijke kwaliteit van wat je samen creëert, kan samenwerking de tegenstellingen tussen de partijen uit de wereld helpen. Voorwaarde hierbij is wel dat je allemaal openstaat voor elkaar, wilt leren van elkaar en eerlijk bent over de mogelijkheden die er zijn. Als je samen iets creëert en je hoort achteraf dat de plannen helaas niet meer meer kunnen worden aangepast, blijft er van de relatie waarschijnlijk weinig over.

1)

22


Zichtbaar maken van wensen en behoeften Voor de kwaliteit van het eindresultaat biedt co-creatie nog een ander voordeel. Als je op zoek bent naar de wensen en behoeften van iemand, geeft samen creëren extra inzichten. In een interview krijg je alleen informatie over wat iemand denkt. Als je het gedrag van iemand gaat observeren, levert dat meer informatie op over wat iemand doet. Dat hoeft niet altijd te zijn wat in een interview is verteld. Als je samen aan de slag gaat, iets nieuws gaat creëren, worden zelfs de wensen en behoeften zichtbaar. Het is maar de vraag of deze in de observatie van het huidige gedrag al zichtbaar waren. Door samen te creëren worden de onuitgesproken wensen en behoeften expliciet gemaakt, die anders onzichtbaar onder de oppervlakte kunnen blijven. Wat je dan ziet, komt dichter bij het gedrag dat iemand in de praktijk laat zien.

23


bewustwording Proces Voordat mensen bereid zijn om te veranderen, zal er een proces van bewustwording in gang gezet moeten worden. We zien dat regelmatig gebeuren. Soms heel heftig, zoals bij zwarte piet, en soms beschaafder, zoals bij een verandering van eetpatronen. Wij bevelen hierbij twee stromingen aan. Voor de lange termijn is het aan te raden de huidige jeugd nu al te helpen om anders te gaan denken. Voor bewustwording bij de huidige generaties volwassenen, is het raadzaam om de beweging een gezicht te geven. Jong geleerd is oud gedaan Op basisscholen zouden WSR projecten gestart kunnen worden met als doel verbinding met het onderwerp, bewustwording en (in de toekomst) gedragsverandering. Voordeel van deze aanpak op scholen is dat niet alleen de kinderen op de hoogte gebracht worden van WSR, maar vaak ook hun directe familie. Als de kinderen volwassen zijn, zijn zij door het schoolproject vertrouwd met het onderwerp en veranderen mogelijk daardoor makkelijker hun gedrag. Een voorbeeld van een geslaagd project, maar dan in een ander domein, is bijvoorbeeld het Lekker Fit! project dat uitgevoerd is op Rotterdamse scholen. Het Lekker Fit! project bestaat uit een lespakket voor basisschoolleerlingen met als doel een gedragsverandering te bewerkstelligen op het gebied van een gezonde leefstijl, met gezondere voeding en meer bewegen. Een voor WSR heel bruikbaar project voor basisscholen zou De Poepfabriek kunnen zijn, een project van het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. In dit project maken basisschoolleerlingen kennis met waterzuivering en waterschappen, zij gaan vervolgens zelf aan de slag om nieuwe manieren te bedenken voor waterzuivering. Goeroe Denk je aan Nederland in transitie, dan denk je aan Jan Rotmans. Denk je aan gezond eten voor kinderen, dan denk je aan Jamie Oliver. Denk je aan het huis van de toekomst, dan denk je aan Chriet Titulaer. Een boodschap wordt anders als je het een gezicht geeft. De wereld van de

24


banken houdt er een andere moraal op na. Daar zijn wij ons heel bewust van sinds de crisis in 2008. Toch nemen we pas de moeite hier iets over te lezen sinds Joris Luyendijk het gezicht van de verontwaardiging is geworden. Waarom zou je de WSR boodschap alleen brengen met feiten? De boodschap heeft iemand nodig die de verpersoonlijking van het verhaal wordt. Een gezicht is niet alleen handig vanuit een marketing-oogpunt. Het is meer dan een George Clooney met een kopje koffie. Het is ook een aanjager en iemand die kan worden uitgenodigd door de media voor een interview of een discussie-programma. Wij pleiten daarom voor een WSR goeroe, die in staat is de beweging een gezicht te geven. De noodzakelijke bewustwording kan hiermee beter in gang worden gezet dan met alleen een anoniem pleidooi voor actief burgerschap met water sensitive componenten. 25


rituelen Community Het Water Sensitive Rotterdam programma heeft de ambitie om een beweging te worden. Een project heeft een doorlooptijd. Een beweging wordt gestart zonder einddatum. Als het klimaat blijvend verandert, zullen we daar ook blijvend op een andere manier mee om moeten gaan. De kerkgeschiedenis heeft ons geleerd dat een gedachtengoed overbrengen en in stand houden, niet zonder community kan. Dit is geen pleidooi voor een nieuwe religie. Wel willen wij wijzen op de kracht van communities. Online - Offline Het internet is een essentieel bindmiddel voor het organiseren van burgerkracht en buurtkracht. Een website, WhatsApp-groep en een Facebook Group zijn in staat mensen met elkaar te verbinden, onafhankelijk van tijd en plaats. Een community waarin de ideeen voor bijvoorbeeld klimaatadaptieve vraagstukken en oplossingen worden uitgewisseld zal zeker een online component moeten hebben. Toch zien wij ook een belangrijke rol voor offline communicatie in de community. Zelfs de online-geeks van het MIT kunnen niet zonder face-to-face contact. Een community starten is niet hetzelfde als een community in stand houden. Wat is er nodig om echt levensvatbaar te worden? Regelmatig contact en informatie-uitwisseling tussen de leden van de community zijn hierbij essentieel. In de eerste fase van community-ontwikkeling heb je nog relatief weinig betrokkenen en structuur. In de tweede fase zijn er meer leden, ontstaat structuur en worden de eerste resultaten zichtbaar. In de derde fase is er een groep mensen die het project dragen, zijn afspraken helder en levert de community resultaten op. The Citizen’s Handbook zegt over Keeping People: “Regular contact is vital. Face to face is best”. Volgens de maker van het handboek worden veel mensen actief in de gemeenschap om er iets van te leren. “Providing training, or weaving training into acting, is one of the best ways to get and keep people.”

26


Een plek Het clubhuis, de kerk, de moskee en zelfs het cafĂŠ. Het zijn allemaal plaatsen waar mensen bij elkaar komen om elkaar te ontmoeten, ideeĂŤn uit te wisselen, erbij te horen. Een groep heeft een eigen plek nodig. Het geeft samenhang, identiteit, het gevoel dat daar iets is ontstaan. Een community in Rotterdam die bijdraagt aan het in stand houden van de energie voor een mentaliteitsverandering, heeft ook een eigen plek nodig. Een mentaliteitsverandering is geen dingetje. Het is een langdurig proces dat wordt gestart door enkele enthousiastelingen en steeds breder gedragen moet worden. Betrokkenheid moet groeien. De plek kan gebruikt worden om met elkaar ideeen uit te wisselen, van elkaar te leren en de deelnemers een ander gevoel te geven. Het gevoel van beleving, bevlogenheid, met elkaar iets voor de maatschappij te doen en samen een geheel te vormen. Ook kan de plek gebruikt worden om mensen uit te nodigen, deelgenoot te maken van de beweging. Rituelen Een community is gebaat bij et inbouwen van rituelen, zowel online als offline. Bijeenkomsten winnen aan kracht door ze met een vaste regelmaat te organiseren. Soms een lezing organiseren is minder krachtig dan bijvoorbeeld elke eerste dinsdag van de maand een lezing organiseren. Ook kan er via verschillende kanalen, via verschillende media, op vaste momenten worden gecommuniceerd. Wat de beste vorm is voor een community die in Rotterdam het WSR gedachtengoed verder uit kan bouwen is niet vooraf te bepalen. Wat wel zeker is, is dat een krachtige community zichzelf versterkt. Als de beweging meer betekenis krijgt, trekt deze betere sprekers en mensen aan, krijg je meer media aandacht, wordt de community verder versterkt, etc.

27


push - pull Push vs. Pull De relatie tussen de overheid en de burger is altijd een combinatie geweest van push en pull. Er is het top-down beleid, waarbij de sturende overheid bepaalt wat er gebeurt. Ook zijn er altijd bottom-up initiatieven geweest die al dan niet door de overheid worden gefaciliteerd of gereguleerd. De verhoudingen zullen veranderen, maar de mix zal altijd blijven bestaan. De transitie van een centrale verantwoordelijkheid naar een gedeelde, gedistribueerde verantwoordelijkheid met participerende burgers is in volle gang. Zelfs het eigenaarschap en de verantwoordelijkheid voor het resultaat in de buurten houden, eventueel met een minimaal participerende overheid, is een reëel toekomstbeeld. Ben je als organisatie klaar voor deze transitie? Half om half Het gevaar bij de overgang naar een pull-beleid is dat je als overheidsorganisatie bewust of onbewust blijft vasthouden aan het push-model. Een voorbeeld: “Mensen, let op, het klimaat verandert en om de veiligheid in de toekomst te kunnen garanderen, willen wij dat u ….” . De rol van de gemeente is dan halfslachtig. Enerzijds blijft de gemeente bepalen wat er moet gebeuren, maar de uitvoering wordt bij de burger neergelegd. Je moet als overheid leren om die rol los te laten. Als de overheid aan de burger vraagt: ‘Wat zou jij zelf willen doen om de veiligheid te vergroten?”, dan ontstaat er een heel andere situatie en een meer evenwichtige verhouding tussen gemeente en burger. De rol van de gemeente wordt, naast het activeren van dit proces, vooral faciliterend. Hierbij kunnen initiatieven van burgers worden gekeurd, ondersteund met kennis of geld, gekoppeld aan bestaande initiatieven, etc. Ook kan ondersteuning bestaan uit het aanpassen van procedures, het minder complex maken van aanvraagtrajecten voor vergunningen, het meedenken in oplossingen. Het is tevens nodig dat de overheid als professionele partner van deze initiatieven transparant gaat optreden. Waarom kan er wel of niet worden ondersteund? Waar liggen de risico’s? Hoe zit het met juridische aansprakelijkheid? Welke taken en verantwoordelijkheden blijven bij de gemeente? Ook zullen er initiatieven in de buurt ontstaan, waarbij de buurt de verantwoording

28


helemaal op zich neemt en de overheid geen enkele rol speelt. De overheid zal dan in staat moeten zijn om de huidige manier van werken echt los te laten. Waar beginnen? De kans is groot dat de burger in deze transitie al verder is en zich flexibeler opstelt dan de overheid. De gemeente zal daarom moeten beginnen met zichzelf klaar maken voor de nieuwe rol. De eerste stap in dit proces is bepalen wat er wel en niet mag veranderen. Overheid en waterschappen hebben bijvoorbeeld vanuit de wetgeving een verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het grondwater. Als het grondwater vervuild is, ga je dan aan burgers en ondernemers vragen hoe ze dit willen oplossen? Het is soms beter om een deel van de verantwoordelijkeden centraal te houden en zoiets gewoon ‘ouderwets’ aan te pakken. Andere taken, zoals het opvangen van overtollig regenwater, kunnen veel eenvoudiger worden gedeeld of losgelaten. Bepaal daarom eerst samen wat er wel en niet meegaat in de gedistribueerde verantwoordelijkheid en maak dit transparant naar de samenleving en de organisaties. Als het in de eigen organisatie al niet helder is, raakt iedereen de weg kwijt. Daarna kan er voorzichtig worden gestart voor de onderdelen die gaan veranderen. Leeszaal Rotterdam-West Een geslaagd voorbeeld van zelf-organisatie is Leeszaal Rotterdam-West. Na de sluiting van veel wijk-bibliotheken is deze leeszaal gestart door enkele buurtbewoners. Het werd geen bibliotheek, maar een combinatie van diverse activiteiten rond de thema’s taal, literatuur, verbeelding en participatie. Een bijzonder aspect hierin is dat men het heel bewust zonder financiële ondersteuning van de gemeente Rotterdam heeft opgezet. Dit proces is door de initiatiefnemers beschreven in het inspirerende boek ‘De uitvinding van de leeszaal’. 29


waarden Kosten en baten Er is een noodzaak tot het nemen van klimaatadaptieve maatregelen. Hiervoor kan een investeringsbudget worden gereserveerd en kunnen projecten worden gerealiseerd. Een van de problemen bij dit soort projecten is het meetbaar maken van de baten. Als het niet mogelijk is om te berekenen wat een project oplevert, zou je kunnen berekenen wat de kosten zouden zijn als je het project niet had uitgevoerd. Een preventief project dat minder kost dan de kosten bij bijvoorbeeld een ramp, worden hiermee een goede investering. Dit is de traditionele manier van denken en handelen. Output of outcome Een andere manier van denken en handelen en een nieuwe dynamiek in de samenleving, vragen ook om een andere manier van resultaten meten. Het levert een nieuw ‘business model’ op. Monitor je bijvoorbeeld primair op output, de concrete prestaties die geleverd worden om het einddoel te bereiken, of op outcome, het maatschappelijk effect van het beleid? Zeker als je meer actoren krijgt en een gedeeld eigenaarschap, is de vraag wie welke waarde creëert. Bij meervoudige waarde-creatie kun je het onderscheid maken tussen economische, sociale en ecologische waarden. In de praktijk zal het uitdraaien om een package-deal met een mix aan waarden als uitkomst.

30


Transacties In de waarde-creatie vergelijking, beschreven door Jan Jonker2), schetst hij een model waarin alle waarde-transacties tussen de partijen in kaart worden gebracht. Hierover kunnen door de partijen afspraken worden gemaakt. Je bent dan in staat de traditionele focus op economische output los te laten, zonder in een situatie van vrijblijvendheid terecht te komen. Voor partijen als burgers of buurtorganisaties levert dit ook grote voordelen op. Zij kunnen tijd, organisatiekracht en andere talenten inbrengen, maar zijn vaak minder in staat tot financiĂŤle investeringen. Als de opbrengst van hun investeringen een volwaardig onderdeel van de package deal wordt, ontstaat er ook een beter evenwicht tussen de partijen. 31


meekoppelen Meekoppelen Er gebeurt van alles in de wereld. Een deel van wat er gebeurt heeft invloed op het beheer van water, ook al komt het niet uit de koker van het waterbeheer. Meekoppeling en het resultaat zichtbaar maken biedt grote kansen voor Water Sensitive Rotterdam, met name voor de borging van de beweging. Labeling Als alle projecten en initiatieven van een bepaalde omvang in de gemeente worden gesegmenteerd en gelabeld op een aantal aandachtsgebieden of speerpunten, wordt duidelijk uit welke componenten een project is opgebouwd. Denk bij deze speerpunten aan vergroening,, sociale cohesie, WSR en veiligheid. Je kunt dan per project inzichtelijk maken welke componenten er in welke mate in zitten. Zo zie je direct welk aandachtsgebied het zwaarst is vertegenwoordigd en door welke afdeling of dienst het project getrokken gaat worden. Ook wordt dan zichtbaar met welke andere diensten samengewerkt of overlegd dient te worden om tot een goed resultaat te komen. De burger met een initiatief maakt dit ook kenbaar bij de gemeente en vraagt een label aan. De gemeente kijkt hiervoor naar de zwaarte van de verschillende aandachtsgebieden. Het label maakt voor de burgers zichtbaar wat het de samenleving oplevert en voor de gemeente wordt transparanter wat er onder de burgers gebeurt. Nu heeft de gemeente vaak geen overzicht van wat er in de wijken gebeurt. Met dit keurmerk hoeft de gemeente niet zelf een zoektocht te starten om de wijkinitiatieven in kaart te brengen, maar worden de burgers gestimuleerd om zelf de gemeente te benaderen.

32


Een label levert voor WSR de volgende voordelen op: Het is een instrument om integraal te gaan ontwerpen en zichtbaar te maken wie binnen de organisatie in welke mate verantwoordelijk en betrokken zijn. Het is voor zowel de gemeente als voor de buurtinitiatieven een instrument in het keuzeproces bij ondersteuning of facilitering van projecten. Het is een instrument voor de meetbaarheid van de resultaten in het WSR domein, zowel kwalitaitief (score) als kwantitatief (aantal projecten). Het stimuleert de burger of ondernemer om bij elk initiatief na te denken over de gevolgen voor het waterbeheer Omdat ‘water’ in elk project beoordeeld wordt, biedt het de mogelijkheid voor WSR om van een afdelings-project door te groeien naar iets van de stad.

33


doen! Borging Het belangrijkste vraagstuk voor dit inspiratiedocument is de borging, zowel extern als intern. Hoe houd je de aandacht voor Water Sensitive Rotterdam vast? WSR is pas geslaagd als het een beweging is geworden. Wij hebben veel vertrouwen in het zelforganiserend vermogen van de samenleving. Uiteindelijk is de overheid zelf ook het resultaat van dit zelforganiserend vermogen van burgers. Met de juiste aandacht en argumenten zullen mensen de doelstellingen voor een water sensitive Rotterdam wel meenemen in hun initiatieven. De externe borging zal niet vanzelf gaan, maar de flexibiliteit van burgers, ondernemers en maatschappelijke organisaties bieden hoop voor de toekomst. De interne borging is een grotere uitdaging. Het denken en handelen van de medewerkers zit opgesloten in de organisatiestructuur. Het lijkt ons daarom niet zinvol om de interne borging als een uitdaging binnen de huidige organisatiestructuur te zien. Het biedt meer perspectief om juist het loskomen van de oude structuren, die van de sturende overheid, als de belangrijkste uitdaging te zien. Door medewerkers actief in te zetten in andere samenwerkingsverbanden, samen met burgers, ondernemers en organisaties, kan er gewerkt worden aan klimaatadaptieve oplossingen. Hiermee maak je ook organisatorisch ruimte voor verandering, ook op lange termijn. Als dit eenmaal loopt, kan de interne borging samengaan met de externe borging. Uiteindelijk zal er geen verschil meer zijn tussen de interne en externe borging, omdat je met elkaar de stappen naar de toekomst zet. Vanuit het huidige perspectief kan dit lastig zijn. Door dit perspectief los te laten en de manier van organiseren adaptief te laten zijn aan wat er nodig is om resultaten te boeken, ontstaan er andere drijfveren om verder te komen. Meekoppelen Door de wateradaptieve of water sensitive stad niet los te zien van andere verbeteringen in de stad, werk je toe naar een manier van denken waarin een onlosmakelijke mix van verbeter-criteria als leidraad kan worden gebruikt. Deze criteria kunnen voor alle projecten en initiatie-

34


ven worden ingezet, t.b.v. beoordeling, evaluatie en bijsturing. Het is een beweging die nog in de startblokken staat en waarschijnlijk met vallen en opstaan tot volwassenheid zal komen. De enige manier om te ontdekken hoe dit verloopt, is door te beginnen. Doen! In dit document hebben wij een aantal sleutels, oplossingsrichtingen, op een rij gezet. Ook is er een grote verzameling tools beschikbaar die kan worden ingezet om de processen een bepaalde structuur te geven. Omdat dit proces op veel plaatsen in de maatschappij in ontwikkeling is, adviseren wij iedereen die hierbij actief betrokken is in een open sfeer met elkaar ervaringen uit te wisselen, van elkaar te leren en zowel de plussen als de minnen met elkaar te delen. Dat houdt niet op bij de gemeentegrens of de grenzen van het waterschap. Een actieve community, zowel online als offline, houdt de beweging levend. Kortom: Doen!

35


Toolbox

36


Lezen

Steden in transitie

Harvard Business Review

Sociale Vraagstukken

De uitvinding van de leeszaal

Steden in Transitie biedt een online overzicht van de initiatieven van stadsmakers in Nederland. Daarnaast verschijnt er het papieren magazine Nieuw Amsterdam / Nieuw Nederland.

HBR kijkt met een management-bril op naar wat er wel en niet werkt. In september 2015 verscheen er een thema-nummer over Design Thinking.

Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken is de uitlaatklep voor beleidmakers en academici op het gebied van maatschappelijke veranderingen en burgerkracht.

Dit boek beschrijft het proces dat heeft geleid tot het succes van Leeszaal Rotterdam West, waarbij de initiatiefnemers onafhankelijk van de overheid wilden werken.

www.hbr.org

socialevraagstukken.nl

leeszaalrotterdamwest.nl

stedenintransitie.nl

37


Lezen

Nieuwe Business Modellen

Rooilijn

Werken aan de wakkere stad

Change by Design

Jan Jonker beschrijft nieuwe business modellen, die als uitkomst hebben dat er tegelijkertijd economische, sociale en ecologische waarde(n) ontstaan.

Deze publicatie voor wetenschap en beleid in de ruimtelijke ordening van de UvA, heeft een nummer gewijd aan de Rotterdamse aanpak van stedelijke complexiteit.

De gemeentesecretaris van Schiedam geeft in dit boek zijn visie op bestuurlijke veranderingen en de transitie naar vitale gemeenschapskracht.

Tim Brown, CEO van IDEO, beschrijft de waarde van design thinking en innovatie voor bedrijven en organisaties.

nieuwebusinessmodellen.nl

www.rooilijn.nl

werkenaandewakkerestad.nl

38

designthinking.ideo.com


Kijken

Ontmoeten

CreĂŤren

De kracht van water

De Zwijger

De buren

Service Design Tools

Een VPRO Tegenlicht uitzending uit 2014 met een toekomstvisie op watermanagement. In de documentaire wordt een aantal voorbeelden in binnen- en buitenland vertoond.

Ontmoet professionals, beleidsmakers, creatieve geesten, bevlogen buurtbewoners en anderen op plaatsen waar zij bij elkaar komen om aan de samenleving te bouwen.

tegenlicht.vpro.nl

Ze gaan naar plekken zoals Pakhuis De Zwijger om hun ervaringen te delen.

Ontmoet niet alleen professionals en bevlogen buurtbewoners. Ga zeker ook in gesprek met andere burgers. De buren bijvoorbeeld. Iedereen heeft een verhaal. Hun ervaringen, frustraties of beperkingen wijzen beter de weg naar werkende oplossingen, dan veel beleidsdocumenten.

Sinds de opkomst van Service Design en Social Design, zijn er veel tools ontwikkeld voor het ontwerp-proces. Een overzicht van deze tools kan o.a. worden gevonden op de website Service Design Tools.

dezwijger.nl

39

servicedesigntools.org


Noten 1 2

(p. 22) Sanders E.B., Stappers, P.J. - Convivial Toolbox, BIS Publishers 2012, ISBN 9789063692841 (p. 31) Jonker J. - Nieuwe Business Modellen, Academic Service 2014, ISBN 9789462200869

Afbeeldingen Illustraties p. 16, 25 - Margo Lommers Foto’s p. 7, 9, 14, 18, 21, 23, 27, 29, 35 - Wijnand Renden Foto’s p. 1, 5 17 - free stock photos Logo Rotterdam p. 44 - © Gemeente Rotterdam Logo LinksRechts Service Design p. 44 - © LinksRechts Service Design

40


Met dank aan John Jacobs AndrĂŠ Rodenburg Peter van Veelen Johan Verlinde Michel Uiterwijk Bobby Scheepe Roy Abdoelkarim Bert de Doelder Leo Uijthoven Bart Groenendijk

Gemeente Rotterdam Inter Delta Nederland Gemeente Rotterdam Gemeente Rotterdam Miesman Design Gemeente Schiedam Gemeente Schiedam Gemeente Rotterdam @fcdnhg Stichting Gebouw Drie

41




Gemeente Rotterdam Stadsbeheer Wilhelminakade 179 3072 AP Rotterdam

LinksRechts Service Design Torenallee 28-18 5617 BD Eindhoven

www.rotterdam.nl

www.linksrechts.eu


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.