NetWerk in beeld
2
Vrouwenraad
4 Zet in Turkije
x
Leefbaarheid@brabant
8
10 Zicht op maatschappelijke ontwikkeling December 2013
12 Etten-Leur Wmo-proof
6
Lord of the Rings ziet dat het goed is
foto’s johan wouters
Yuri van Gelder in Bergen op Zoom.
Zaterdag 9 november vond in sportcentrum De Boulevard in Bergen op Zoom de eerste Dag van Toegankelijk Sporten plaats. De organisatie was in handen van Zet, Sportservice Noord-Brabant en Loes Franken van de gemeente Bergen op Zoom in het kader van Sportplan 2016 van de provincie. Acht verenigingen uit de gemeente toonden hun aanbod aan de bezoekers.
Heel vaak worden deze demonstratiedagen slechts bezocht door wat familieleden of vrienden. Dit keer lag dat anders. De reden dat veel mensen deze zaterdag de gang naar de sporthal maakten was om te genieten van Yuri van Gelder aan de ringen. Onder het toeziend oog van veel camera’s toonde hij zijn kunsten. Toch was dit niet zijn belangrijkste bijdrage, de Waalwijker was vooral gekomen om samen met de aanwezige kinderen ‘lekker met de ringen te spelen’. ‘Dit doe ik eigenlijk het liefste van alles. Gewoon tussen de mensen staan en met mijn sport bezig zijn. Het is enorm belangrijk dat ook kinderen met een handicap kennis maken met sport en die gaan beoefenen’, zei hij tijdens het handtekeningen uitdelen. Ook topsporter Nadine Broersen was van de partij. De Dongense meerkampster gaf samen met Spado een geslaagde sprintclinic. Op het eind moest
ze zelf nog vol aan de bak om een talentvol lid van deze atletiekvereniging voor te blijven. Gedeputeerde Brigite van Haaften zag samen met sportwethouder Arjan van der Weegen dat het goed was. In hun speeches wezen ze op het belang van de toegankelijkheid van sport en van aangepast sporten in het bijzonder. Heel tevreden toonden ze zich ook over het unieke G-sportoverleg in de gemeente. De wethouder: ‘Dat hoor ik van iedereen. Onze verenigingen die een aanbod aangepast sporten hebben, zijn bij elkaar gaan zitten en werken zo samen aan de promotie van de Bergse sport. Geweldig!’
Hockeyclub Tempo, Voetbalvereniging MOC’17, Jeu de Boulesclub Petangeske, (S)cool on Wheels en de Bredase Roeivereniging, zij allen hielden de bezoekers sportief bezig. Agmaja Kolman, topsporter in de roeiboot op de Paralympics, ontpopte zich als een geweldige ambassadeur voor deze dag. Door de inzet van sociale media was de opkomst groot. Omroep Brabant heeft opnames gemaakt voor het programma Onder Ons (te vinden via www.omroepbrabant.nl). Cabaretgroep De Gemeentereiniging had een dagvullend programma in elkaar gezet en zorgde met een specifiek ‘toegankelijkheidslied’ er voor dat het thema van deze dag onder de aandacht bleef. Meer informatie bij Wouter Schelvis, wschelvis@wijzijnzet.nl
Toegankelijkheidslied De deelnemers aan dit overleg waren ondertussen allemaal op de sportvloer bezig. Spado met atletiek, Genie met dans, tennisvereniging Halsteren,
GaZet december 2013 | 1
Informatiebijeenkomst Zorgcoöperatie De Duinen
Zo’n 40 mensen bezochten deze avond over inclusie in de praktijk. Na twee inleidingen bogen zij zich over de vragen: Wat zou er op mijn boerderij kunnen? En wat biedt de coöperatie mij? Aan het eind van de avond vulden velen een intekenlijst in.
foto jan van balkom
Werken op een boerderij is heilzaam. Nog niet zo lang geleden was het normaal dat er op vrijwel elke boerderij iemand meehielp die arbeidsgehandicapt was. Dat was en is eigenlijk een goede formule volgens Zorgcoöperatie De Duinen. Zet ondersteunt daarbij met haar expertise op het terrein van maatschappelijke initiatieven, zoals coöperaties. Op 12 september zijn de leden van het overlegplatform Duinboeren rondom de Loonse en Drunense Duinen geïnformeerd om hen enthousiast te maken.
Landbouw en zorg Projectleider Anton van Balkom introduceerde de coöperatie. De Duinen biedt arbeid aan mensen die nauwelijks kans maken op de arbeidsmarkt. Het gaat voornamelijk om mensen met een verstandelijke beperking of psychiatrische stoornis. Het werk wordt verricht in een omgeving met de volgende kenmerken: ambachtelijk, kleinschalig, respectvol, maatwerk en een natuurlijke omgeving. Het motto is (weer) meedoen. Het is een antwoord op de maatschappelijke ontwikkeling van ontzorging en de ombuiging van de AWBZ en de Wmo. Landbouw en zorg is volgens hem een prima combinatie. Het gaat er om dat iedereen iets kan. Wat kunnen mensen wél? Het is een herstel van een traditie van landbouw, veel ervaring met zorg en aandacht voor kwetsbare mensen. Samen met de Universiteit van Tilburg is een competentiescreening opgesteld. Kwaliteitseisen en een gedragscode zijn opgesteld, gemeenten met goede voorbeelden zijn bezocht. Per boerderij is er plaats voor maximaal drie ‘hulpboeren’. De coöperatie kent geen overbodige bureaucratie en hanteert een passende prijs. Het gaat om echte inclusie en niet om bezigheidstherapie, benadrukt de projectleider. Ook de hulpboeren kunnen lid worden van de coöperatie. De oprichters zijn er van overtuigd, dat de samenleving er beter van wordt door het benutten van de talenten van mensen, die moeite hebben met het functioneren in het reguliere bedrijfsleven.
hield Dirk Klein Brabel een enthousiast betoog. Volgens hem kun je op je klompen aanvoelen dat de combinatie landbouw en zorg goed werkt! Hij nam de aanwezigen mee terug in de tijd van de filosofen in het oude Griekenland. Zij wisten al dat de vier elementen aarde, water, lucht en vuur zijn te vertalen in veiligheid, ritme, bevestiging en zingeving. Mensen kenmerken en onderscheiden zich van dieren door zelfbewustzijn. En die vertaling sluit naadloos aan bij boerderijsituatie. Ook uit de literatuur blijkt dat voor gemeenschapszin kleinschaligheid en ambachtelijkheid belangrijk zijn. Een bijdrage leveren aan de bedrijfsvoering met een diversiteit aan activiteiten draagt bij aan het gevoel van eigenwaarde en zelfvertrouwen. Door zinvol werk krijgen mensen meer zingeving in hun leven. De boeren moeten door een individuele benadering de eigenaardigheden van de hulpboeren accepteren. Zodoende gaat een extra handje op de boerderij samen met participatie en ontplooiing: van cliënt naar burger. Meer informatie bij Miek van Dongen, mdongen@wijzijnzet.nl
Colofon GaZet is een uitgave van Zet Tekst Joost Andrik, Frank Kemper, Wouter Schelvis, Dorinda Berkman Vormgeving Harrie Remie
Zet, Postbus 271, 5000 AG Tilburg Telefoon 013 54 41 440
Zinvol en zingeving Over de helende werking van het buitenleven
NetWerk in beeld
info@wijzijnzet.nl, wijzijnzet.nl
Er is nog een lange weg te gaan naar gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Door de crisis en conservatieve politiek heeft de emancipatie zelfs weer wat stappen teruggezet. De Provinciale Vrouwenraad Noord-Brabant (PVR) is een koepel van vrouwenorganisaties, opgericht in 1975, het jaar van de vrouw. Ze wil deelname van vrouwen aan alle facetten van de samenleving stimuleren. De PVR ziet nog veel uitdagingen en zoekt naar nieuwe wegen om emancipatie terug op de politieke agenda te krijgen.
Emancipatie tegen de stroom in Zet werkt aan een sterke Brabantse sociale infrastructuur en verzorgt voor een groot aantal provinciale netwerken, inhoudelijke expertise, projectontwikkeling, training en praktische adviezen.
In de beginjaren van de PVR stond emancipatie volop in de belangstelling. Vrijwel elke gemeente had een emancipatienota en een emancipatieambtenaar, plaatselijke vrouwenraden speelden een actieve rol en vrouwengroepen organiseerden tal van activiteiten. Tegenwoordig hebben we wel eens het gevoel dat we er alleen voor staan. De heersende mening binnen de politiek is dat de emancipatie voltooid is. Hoewel er inderdaad grote stappen zijn gezet in het emancipatieproces zijn diverse streefcijfers voor vrouwenparticipatie nog steeds niet gehaald. Er is momenteel zelfs sprake van een teruggang. Vrouwen en armoede Dit jaar heeft de PVR een verkennend onderzoek uitgevoerd onder alle Brabantse gemeenten over armoede onder vrouwen. We waren benieuwd wat de situatie en de kansen waren van vrouwelijke minima en hoopten goede voorbeelden op het spoor te komen om vrouwen te ondersteunen en aan het werk te
2 | GaZet december 2013
helpen. Helaas vielen de uitkomsten tegen. Gemeenten beschikken over weinig sekse-specifieke cijfers en vinden het niet belangrijk om binnen het armoedebeleid onderscheid te maken tussen mannen en vrouwen. De gemeenten geven aan dat ze uitgaan van een algemeen beleid en dat ze gericht zijn op individuele maatwerkondersteuning. Hoewel dit beleid helpt om de armoede onder individuen dragelijker te maken neemt de armoede niet af. Integendeel, de armoede in Brabant neemt gestaag toe. Het gaat inmiddels om 10% van de bevolking. Zo’n 25 jaar geleden lag dat percentage nog op 4%. Onder de minima neemt het aantal vrouwen disproportioneel toe en zij maken nu zo’n driekwart van het totaal uit. Dit wordt wel de feminisering van de armoede genoemd. Oproep aan de politiek De PVR heeft met een aantal andere organisaties een oproep gedaan aan alle lokale politieke partijen om in hun verkiezingsprogramma voor de komende gemeenteraadsverkiezingen in maart
2014 aandacht te besteden aan het voorkomen van armoede en sociale uitsluiting onder vrouwen. In de oproep wordt gevraagd om structurele oplossingen voor de oorzaken waarom armoede vrouwen harder treft. Emancipatie Agenda van Brabant Als PVR hebben we bij de provincie ook een nota ingediend met de titel ‘Emancipatie Agenda van Brabant’. We proberen daarin duidelijk te maken, dat er juist in deze tijd van bezuinigingen behoefte is aan een visie voor de langere termijn. De PVR wil aandacht voor economische zelfstandigheid voor vrouwen, gelijke beloning voor gelijk werk, gelijke verdeling in arbeid en zorgtaken en gelijke verdeling in topfuncties. Om deze thema’s weer op de politieke agenda te krijgen moeten we grote inspanningen leveren. Hiervoor zijn nieuwe bondgenoten nodig.
Ria Demmers van Disseldorp Voorzitter PVR
Zet maakt sociale vernieuwing waar Vanaf 2010 is Zet in transitie geweest om als gevolg van bezuinigingen de organisatie af te slanken en kosten te reduceren. Eind 2012 is ervoor gekozen om een nieuwe organisatie te bouwen (Zet 2.0). Dit is mede ingegeven door tal van maatschappelijke ontwikkelingen, zoals de transities van het rijk naar gemeentes, de inzet op de participatiesamenleving en de sociale inclusie die belangrijk is en blijft.
Het waarom Zet zet zich actief in om de samenleving leefbaarder, sterker en duurzaam welvarender te maken. Dit doen wij wij vanuit de visie dat iedereen in de samenleving kan participeren. Een actieve en gezonde samenleving kan niet bestaan zonder betrokkenheid en verbinding met burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties, zoals onderwijs en overheid. Zet is ervan overtuigd dat een actieve inzet op de integrale koppeling tussen het sociale domein én andere sectoren voor alle betrokkenen meerwaarde oplevert. Het wat Zet 2.0 vertrekt vanuit de ambitie om zich te ontwikkelen tot een maatschappelijke organisatie van sociale ondernemers, die kansen en mogelijkheden zien om op deze en andere maatschappelijke vraagstukken in te spelen en andere (financiële) bronnen daartoe weet te vinden en aan te wenden. Dat doen we niet alleen, maar samen met andere partijen in de keten. Het organiseren van gezamenlijkheid vanuit het sociale domein, op de vraagstukken die er spelen, vormt voor Zet als ketenre-
Aan de ene kant van het spectrum gaat het bij sociale innovatie over de manier van werken binnen organisaties: anders organiseren van werkprocessen, slimmer werken en innovatieve werkplekken. Sociale innovatie wordt dan met name ingezet om de productiviteit van een organisatie te verhogen. Aan de andere kant van het spectrum gaat het vooral om nieuwe manieren van samenwerken tussen organisaties, samenwerking binnen tijdelijke verbanden en samenwerking waarbij de burgers meer betrokken worden. In deze laatste definitie past ook de samenwerking binnen de triple-helix-plus (samenwerking tussen overheid, onderwijs, ondernemingen plus de burgers). Sociale innovatie in deze bredere context gaat met name over het realiseren van een maatschappelijke meerwaarde. De oorspronkelijk Engelse term ‘social innovation’ zou zich in dit licht dan ook beter laten vertalen als maatschappelijke innovatie. De reden dat de term sociale innovatie steeds vaker opduikt is dat de maatschappelijke uitdagin-
gisseur en kennismakelaar een forse uitdaging. We vervullen een rol tussen de partijen bestuur, onderwijs en bedrijven. Omdat we onafhankelijk zijn en met kennis en kunde vanuit het sociale domein meerwaarde weten te creëren, juist ook in relatie tot andere sectoren. Een inclusieve samenleving vraagt om een integrale aanpak. Op de snijvlakken tussen deze instanties verbindt Zet en levert meerwaarde met kennis en kunde over en vanuit het sociale domein. Vanuit de thema’s participatie & actief burgerschap, vitale samenleving en leefbaarheid wordt het producten- en dienstenpakket van Zet verder ingevuld en geconcretiseerd.
Effectieve verandering = kwaliteit x acceptatie
Sociale innovatie
Sociale innovatie, een term die steeds vaker opduikt. Over wat daar nu precies onder wordt verstaan, lopen de meningen uiteen. gen waar we voor staan op het terrein van onder andere zorg, maatschappelijke betrokkenheid en werkgelegenheid, vragen om nieuwe manieren van oplossen. De rol van de burger als eindgebruiker komt hierbij steeds meer centraal te staan.
Bij de zorg speelt bijvoorbeeld dat er door de toenemende vraag naar zorg en de bijbehorende kostenstijging, er steeds meer druk komt te liggen op het zo lang mogelijk thuis blijven wonen. Om dat mogelijk te maken zijn er onder andere allerlei
e-health oplossingen bedacht. Maar die moeten dan wel daadwerkelijk geaccepteerd en gebruikt worden door de eindgebruikers. Dat gebeurt nu nog te weinig. Vanuit onze positie met relaties naar veel verschillende maatschappelijke doelgroepen kan Zet die verbindende schakel vormen tussen enerzijds de ontwikkelaars van nieuwe zorgtechnologieën en anderzijds de eindgebruikers van die technieken (bijvoorbeeld ouderen en mantelzorgers). En zo kan de innovatie daadwerkelijk gestalte krijgen. Immers effectieve verandering = kwaliteit x acceptatie. Het verhogen van de acceptatie, daar ligt onze kracht.
Meer informatie bij Lieky van Beek, lbeek@wijzijnzet.nl
Maatschappelijk ondernemer als profiel Op 24 september nam Zet afscheid van Nathalie Brocken. De afgelopen twee jaar was zij bestuurder ad interim en zowel de nieuwe directeur Ginette Veensma als Willem Ligtvoet namens de Raad van Toezicht bedankte haar daarvoor. Beiden waren het er over eens: ze is gepassioneerd in haar werk, heeft uitgesproken standpunten, een scherpe tong en het hart op de goede plek. Met al haar dynamiek heeft zij Zet door woelige tijden geleid. Als maatschappelijk ondernemer hield zij het vuur van Zet brandend. De mede-
werkers zijn het bedrijfskapitaal, zij bevorderde de onderlinge saamhorigheid. Als dank voor haar inzet ontving zij een symbolische Zetsteen. Zulke stenen gebruikt men in dijken, golfbrekers en andere waterbouwkundige werken. Zij vormen een harde laag die de constructie beschermt tegen erosie door golven. Samen onderzoekend veranderen Nathalie is sinds enige tijd actief bezig met verandermanagement. Zij volgde daarvoor onder meer een cursus van Daniëlle Zandee, hoogleraar duurzame organisatieontwikkeling op Nyenrode Business Universiteit. De aanwezigen kregen van de hoogleraar een inleiding duurzame ontwikkeling vanuit veranderkundig perspectief. Zij pleit voor veranderen, niet zozeer planmatig maar vooral sámen! Zoek en onderzoek in dialoog. Daarom stelt zij, is taal zo belangrijk. Taal creëert realiteit.
Een waarderende dialoog draagt bij aan een duurzame waardecreatie. De samenleving staat op een kantelpunt met een bijbehorende transitie-dynamiek: bijvoorbeeld burgerkracht versus betuttelende overheid, kennismaatschappij versus populisme, delen versus individualisme. Sociale innovatie betekent dan: hoe kunnen we de gewenste transitie faciliteren? We moeten daarbij waarderend kijken en patronen doorbreken. Intern veranderen voor extern veranderen, van klein naar groot. Daniëlle Zandee gaf tot slot nog enkele overwegingen mee voor Zet. Er moet ruimte zijn voor vernieuwing in het werk. Creëer regelvrije zones en werk bewust met taal. Speel in op positieve rebellie en faciliteer leerzame wrijving, zowel intern als extern.
GaZet december 2013 | 3
ZetPen: Kees Nauta en Wies Arts van het PON, kennis in uitvoering
Social design meets leefbaarheid Social design en versterking van de leefbaarheid op het platteland zijn twee krachten, die in Brabant sterk aanwezig zijn. Maar ze staan volledig los van elkaar. De vraag is of er meerwaarde zit in het bij elkaar brengen van die twee werelden, die op het eerste gezicht zo van elkaar verschillen. In het kader van de Integrale Dorps- en OntwikkelingsPlannen (iDOP’s) gaf de provincie Noord-Brabant het PON opdracht twee pilots te zoeken waarin ruimte was om te experimenteren met social design. Uiteindelijk bleken de dorpsraden van Eeneind (gemeente Nuenen) en Biest-Houtakker (gemeente Hilvarenbeek) daartoe bereid; zonder dat ze vooraf precies wisten wat hen te wachten stond. In overleg met deze dorpsraden zijn toen social designers gezocht. In Eeneind gingen de kunstenaars Monique Zijp en Miranda Poels samen aan de slag met de startvraag: hoe kan de sociale cohesie in het dorp worden versterkt? In Biest-Houtakker speelde een ander vraagstuk: hoe kun je de jongeren en ouderen met elkaar verbinden én de jongeren behouden voor het dorp? Een klus voor het designersduo van Lady Penelope (www.ladypenelope.nl). Frisse blik Social design kenmerkt zich niet door een strak omschreven methodiek, het is eerder een visie op
het proces en de aanpak van (maatschappelijke) vernieuwing op basis van bepaalde principes. Een frisse blik, je niet laten leiden door geëigende vragen en antwoorden zijn belangrijk. Het viel op dat de designers in beide kernen op zoek gingen met de beantwoording van de vraag: waar is het dorp trots op, wat maakt het bijzonder? De designers kozen voor originele manieren om de meningen en opvattingen van mensen te peilen - zonder traditionele enquêtes. Ze zochten mensen op: langs het voetbalveld; tijdens een jaarlijks evenement dat veel mensen trekt; juist ook van buiten het dorp. Ze vroegen naar hun wensen, en wat ze al doen of zouden willen doen binnen het dorp. Ze prikkelden bewoners tot creatief denken en het benoemen van de eigen dromen.
vooral verder te kijken dan de gebaande paden. En dat blijkt gelukt te zijn. In Eenheid kwam een duurzame samenwerking tussen dorp en het daar gevestigde tuincentrum tot stand, het dorpskrantje maakte plaats voor een frisse website met een nieuw aansprekend beeldmerk. Het experiment in Biest-Houtakker leverde een waaier op aan concrete ideeën om het dorp ook aantrekkelijk(er) te maken voor jongeren. Maar belangrijker is misschien nog het proces dat op gang is gebracht. Of, zoals een van leden van dorpsraden het zelf verwoordde: ‘Voor mij schuilt de meerwaarde van social design in het proces dat op gang wordt gebracht. Je wordt geholpen buiten bestaande kaders te denken. Eigenlijk wordt je ongewenst in een proces gebracht dat leidt tot nieuwe ideeën.’ De experimenten in Eeneind en Biest-Houtakker smaken naar meer. In het kader van het provinciaal programma Leefbaarheid@Brabant is het aanbevelenswaardig te zoeken naar ruimere toepassingen voor social design.
Waaier aan ideeën Vooraf was de inschatting dat een social design-benadering dorpsraden kan helpen om gewenste innovatie handen en voeten te geven, bestaande samenwerking te versterken, maar
Turkije kan Zet goed gebruiken In de derde week van oktober was een delegatie van Zet te gast in Ankara. In de Turkse hoofdstad is met zes organisaties gesproken over leefbaarheid en toegankelijkheid. Het ministerie van Toerisme had Zet uitgenodigd, omdat men in Turkije op dit moment druk bezig is met enerzijds de aanstaande verkiezingen en anderzijds met een snel naderende wetgeving.
Voor de aanstaande verkiezingen was een gesprek gearrangeerd met de AK-Parti, de grootste politieke beweging in Turkije. Zij waren onder de indruk van de wijze waarop Zet politieke partijen helpt met het in hun programma’s opnemen van adviezen op leefbaarheid. Jan Geurts en Wouter Schelvis, de adviseurs van Zet, met ondersteuning van Canan Yenice speelden ook in op de wet die vanaf 2017 in werking treedt. In deze wet is opgetekend dat Turkije beter ‘toegankelijk’ moet zijn dan nu. De strekking van het verhaal van Zet was dat papier geduldig is, maar dat juist de slag om richtlijnen om te zetten in positieve acties nu noodzakelijk is. Voor deze manier van werken was met name op het ministerie van Sociale Zaken een luisterend oor. Ook specifieke Zet-producten als Gastvrij Vervoer en OmZetXL maakten indruk. Het vervoersbedrijf EGO, verantwoordelijk voor het vervoer in de 5.4 miljoen inwoners tellende hoofdstad, is concreet aan het kijken naar opties om Zet in te vliegen om hun chauffeurs te helpen met de rol als gastheer voor reizigers met een beperking. De verkenningsreis leverde naast veel aanknopingspunten ook veel leermomenten op. Turkije is een sterk groeiende economie, heeft nieuwe sociale wetgeving, maar nog niet de instrumenten om dit samen te brengen. Een hele bijzondere ontwikkeling is het masterplan waarmee men werkt aan de mobiliteit in Ankara. In de komende jaren zal het metronetwerk drie keer zo groot worden. Voor het voor- en natransport wordt gedacht aan de oer-Hollandse fiets. Zo waren er legio aangrijpingspunten om, net als op het thema Zorgtoerisme, het niet bij deze eerste verkenning te laten. Uiteraard is er ook gesproken over de situatie in Nederland. Er is een mooi ‘werklijntje’ ontstaan tussen Tilburg en Turkije.
Meer informatie bij Wouter Schelvis, wschelvis@wijzijnzet.nl
Jan Geurts en Wouter Schelvis voor het gebouw van de vervoersmaatschappij en bij het symbool van de stad: de Ankara-kat
4 | GaZet december 2013
Conferentie Stop Ouderenmishandeling
Je ziet het pas als je het gelooft Ouderenmishandeling bestaat! Sluit je ogen er niet voor. Onder dat motto organiseerden de vijf Brabantse Steunpunten Huiselijk Geweld in samenwerking met Zet een conferentie naar aanleiding van vijf jaar Aanpak Ouderenmishandeling in Noord-Brabant. Op 19 september kwamen ruim 200 congresgangers in Goirle samen voor verdere bewustwording op interactieve wijze en discussie over de laatste ontwikkelingen. Centraal stond de dvd ‘Je ziet het pas als je het gelooft’ met scenes uit de praktijk.
De toon maakt de muziek Jeanette Kamps werkt bij het Expertisecentrum Familiezorg in Tilburg. Zij verzorgde een workshop over het bespreekbaar maken van signalen ouderenmishandeling. Ouderenmishandeling en ontspoorde zorg kennen een Stappenplan van signaleren tot beslissen. Stap drie is het bespreken van signalen. Dat is vaak lastig, ook voor professionals. Het draait allemaal om communicatie. Welke taal en houding gebruik je? Het gaat volgens haar om de goede toon en vraag. Daarvoor introduceerde zij de zorgdriehoek van zorgvrager, familiezorger en professional. Die drie partijen verschillen, denk bijvoorbeeld aan achtergrond, relaties, kwaliteiten en motieven. De kunst is nu de samenwerking tussen die drie op gelijkwaardige basis in te vullen. Jeanette Kamps pleit voor open en eerlijk zijn, duidelijkheid, respect voor elkaars normen en waarden én het eigenbelang opzij zetten. Vragen stellen en luisteren zijn belangrijk. De belangrijkste zin van een zorgverlener is: ‘Hallo, vertel eens’. Het is de tegenhanger in de huidige tijd van drukte, stress en ‘tassen vol aanbod’. Je moet je afvragen wat de ander voor jou kan betekenen. Wat kun je van die ander krijgen? En hoe belangrijk ben je voor elkaar? Benoem dat en denk niet meteen in oplossingen. Het gaat uiteindelijk om aandacht voor elkaar, om ontmoeten en contact. Gezamenlijke aanpak John Salet werkt bij de politie Brabant-Noord en is daar portefeuillehouder huiselijk geweld. Hij is nauw betrokken bij de projectgroep financiële uitbuiting in ’s-Hertogenbosch.
Meer informatie bij Mieke Mes, mmes@wijzijnzet.nl
‘Als politieman kom je in aanraking met alle vormen van huiselijk geweld en zodoende zijn er goede contacten met het Steunpunt Huiselijk Geweld. Wij nemen natuurlijk wel een bijzondere positie in. Wij hebben het geweldsmonopolie, zoals dat heet. De politie heeft de bevoegdheid om indien nodig in te grijpen, ook tegen de wil van mensen in. Het instellen van een strafrechtelijk onderzoek behoort bijvoorbeeld tot onze mogelijkheden. Daarnaast hebben wij als taak om hulp en ondersteuning te bieden. Wij staan dicht bij de mensen, denk aan de wijkagent. Zo kan de politie misstanden ook tijdig signaleren. Sinds de invoering van de meldcode is er ook bij ons meer specifieke aandacht voor ouderenmishandeling. Tegenwoordig werken we daarin onder meer samen met notarissen en banken. Dat vind ik toch wel verrassend. Een aantal jaren geleden had ik niet gedacht dat wij op het onderwerp financiële uitbuiting logische samenwerkingspartners zouden zijn. Ook op het congres kwam ik ze weer tegen. Uiteindelijk ligt daar de oplossing. Een goede samenwerking en uitwisseling met de gemeente als regisseur.’ Samenwerking voor preventie Eén van de workshops op de conferentie ging onder begeleiding van notaris Sjef Oomen over een vernieuwende aanpak van financiële uitbuiting. ‘Financiële uitbuiting komt veel voor, vaak in combinatie met fysieke dwang. Denk bijvoorbeeld aan het onder dwang opmaken van een testament. Het gaat bijna altijd om een afhankelijkheidsrelatie en dat maakt het complex en ingrijpend. Sinds de invoering van de meldcode zie ik dat het aantal meldingen toeneemt. Als je over financiële uitbuiting vertelt herkennen de meeste mensen het wel, maar toch blijkt het nog een vrij onbekende vorm van ouderenmishandeling te zijn. Als notarissen zijn wij al lang op de hoogte. Wij komen het immers tegen in onze praktijk. Wij hebben een maatschappelijke functie en daarbij hoort onder meer rechtsbescherming. Dat is precies wat kwetsbare ouderen nodig hebben. De notaris heeft instrumenten in handen, denk aan volmachten of het opleggen van beperkingen. Sinds kort is er een nieuwe aanpak. Vroeger handelde iedereen vanuit zijn eigen discipline. Men is er nu nog steeds op zijn eigen terrein mee bezig, maar bij bepaalde signalen trekken we samen op, onder meer met woningcorporaties, banken, gemeenten en politie. Daarnaast worden notarissen geschoold in het herkennen van financiële uitbuiting. Preventie krijgt zo de aandacht die het verdient. En dat komt de financiële bescherming van ouderen alleen maar ten goede!’
Campagne van de Rijksoverheid tegen ouderenmishandeling.
GaZet december 2013 | 5
Zet en de Britten
Er is een sterke onderstroom van burgers, die zelf de verantwoordelijkheid nemen voor de aanpak van maatschappelijke vraagstukken. Dat lijkt een welkome ontwikkeling in een tijd van grote bezuinigingen. De troonrede steekt dan ook de loftrompet voor de ‘participatiemaatschappij’. De Britse regering Cameron ging twee jaar geleden al van start met het ‘Big Society’- beleid, dat er ook voor moest zorgen, dat de macht verschoof van de politiek naar de burger. De Britten kenden reeds de Localism Act, die de lokale gemeenschap onder andere het recht geeft om voorzieningen over te nemen als ze meer realiseren voor hetzelfde geld (Right to Challenge). Valt er voor Nederland al iets te leren van Britse voorbeelden? Zet nam deel aan een studiereis ‘Lokale Kracht’ naar Londen. Een verslag.
Big Society - het idee en de praktijk Maar eerst nog even naar Philip Blond, de geestelijk vader van the Big Society. Hij hield dit voorjaar een rede in Nederland. Hij stelt daarbij vast dat de sociale ongelijkheid in de afgelopen decennia niet kleiner is geworden en bekritiseert zowel de verzorgingsstaat als het neoliberale marktmodel. De staat compenseert gebrek op basis van gelijke rechten; op grootschalige, gestandaardiseerde en centralistische wijze. Je krijgt waar je recht op hebt, niet wat je nodig hebt. Het is geen goed instrument om gezondheid en geluk te verspreiden. Daarvoor is de afstand te groot. Het neoliberale model plaatst individuen in een permanente competitie, die weinig winnaars kent en vele verliezers. De ervaring steeds weer een verliezer te zijn ondermijnt de veerkracht, het zelfvertrouwen en doorzettingsvermogen die je nodig hebt om sociaal te stijgen. En zo houden het individualisme van de winnaars en het collectivisme van de verliezers elkaar in een houdgreep: ‘each produces the other’. Blond bepleit daarentegen hybride organisaties die veel ruimte laten aan de lokale gemeenschap. Geef burgers de middelen, ook financieel, om samen problemen aan te pakken, vanuit eigen belang en betrokkenheid. Neem desnoods het risico dat het geld over de balk wordt gesmeten. Controle slaat het initiatief dood en kost ook veel geld. In de huidige werkwijze gaan grote bedragen naar voorzieningen die de problemen ook niet oplossen. Betaal die op basis voor behaalde resultaten in plaats van voor hun inspanningen. Over de wijze waarop de regering Cameron met zijn gedachtegoed omspringt is Blond uiterst kritisch: ‘De simpele gedachte dat de staat zich alleen maar hoeft terug te trekken en er dan vanzelf een bloeiend palet van burgerinitiatieven ontstaat is een illusie. Het leidt tot een primitief laissez faire-kapitalisme, waarin iedereen elkaars rivaal is en de zwakkeren aan hun lot worden overgelaten.’
6 | GaZet december 2013
Duurzame veranderingen in White City Phoenix High school investeert in de buurt De Londens wijk White City telt 10.000 inwoners, waarvan de helft onder de 20. Meer dan 60 nationaliteiten telt de wijk. Midden in de wijk ligt Phoenix High school, zestien jaar geleden uitgeroepen tot de slechtste school van het land, met krantenkoppen over drugoverlast en seksueel geweld. Tegenwoordig is het een van de drie best presterende scholen. Een voorbeeld van duurzame verandering. Jongeren brengen 15% van hun tijd door op school, hoe kun je dan het verschil voor ze maken? Directeur Garry McMillan geeft het antwoord: richt je op de mensen die de jongeren zelf weer beïnvloeden: ouders, de buurt. De duizend leerlingen komen allemaal uit een straal van één mijl rond het gebouw. Zeven medewerkers kregen daarom ‘community work’ in hun takenpakket. Ze organiseren een Holiday Program, dat iedere vakantie zo’n 120 jongeren gratis
activiteiten voorschotelt als sport, handvaardigheid, lezingen en cursussen. En het jaarlijkse Big Deal festival, waar buren voor elkaar optreden en gezamenlijk gekookt wordt. De school promoot gezonde voeding met een eigen tuinderij waar vrijwilligers samen met de leerlingen groenten en fruit telen. Er zijn ouderschapscursussen en lessen Engels als tweede taal. Het buitenschoolse programma kost veel geld. Phoenix werkt met een groot aantal sponsors, waaronder grote bedrijven in de buurt als Coca Cola en L’Oréal. De omslag is het werk van de vorige directeur. Maar na zijn vertrek zette Phoenix Highschool de werkwijze voort. De filosofie is ingebed in de cultuur van de school en het aanstellingsbeleid bij nieuwe medewerkers.
Lane, waar begin jaren ’80 de beruchte Brixton riots plaatsvonden. Lambeth wil herstructureren, met de buurt zelf als opdrachtgever. Het proces wordt geleid door Brixton Green, een soort coöperatie met 40 plaatselijke organisaties en 1.000 burgers als aandeelhouder (voor £ 1). Het gebied moet een aantrekkelijke wijk worden met voorzieningen als een TV-studio, een theater en een tweetalige peuterspeelzaal. En toch met betaalbare huren. Geen onbelangrijke opmerking: gentrification dreigt. Chiquere winkels openen filialen in de buurt, de grondprijzen stijgen en de huizen worden duurder. Het is de schaduwzijde van de wedergeboorte van Brixton.
White City Neighbourhood Forum Phoenix High School werkt nauw samen met de bewonersorganisatie. Drijvende kracht is Harry Audley. Hij gelooft heilig in maatwerk: ‘De overheid heeft voor ieder probleem dezelfde oplossing, One Size Fits All. Ze investeren miljoenen zonder aantoonbaar effect.’ Auldey kijkt liever naar individuele talenten: ‘Neem een 16-jarige fietsendief. Die laat anderen op bestelling onderdelen van fietsen stelen, hij zet ze zelf in elkaar en verkoopt ze. Een probleemgeval, maar eigenlijk iemand met grote ondernemerskwaliteiten. Of de vrouw die niet werkt vanwege haar dementerende moeder. Kan ze dan niet wat bijverdienen door ook voor de buurvrouw te zorgen? We zoeken naar kansen.’ De bewonersorganisatie maakte van het zieltogende gemeenschapshuis een sociale onderneming met een scala aan gratis gezondheidsactiviteiten. Van massage en fitness tot aan psychologisch advies. Enthousiaste deelnemers worden gevraagd als vrijwilliger, ze krijgen training en hulp bij het zoeken naar betaald werk. Er zijn meer dan 70 deelprojecten in de wijk, met een omzet van tonnen. Waar komt dat geld vandaan? Niet van de Big Society. En met ‘the right to challenge’ heeft Audley slechte ervaringen. ‘The right to be embarrassed’, noemt hij de regeling. ‘We zoeken andere geldschieters, de nationale loterij bijvoorbeeld. En de traditionele National Health Service. We tonen wel aan dat we veel doen met weinig geld, daar steken we veel tijd in.’ De bewonersorganisatie bemoeit zich ook met de inrichting van de wijk. Er loopt een vervallen asfaltweg tussen het kinderopvangcentrum en de speeltuin. Herstel kost kapitalen en de weg wordt niet gebruikt. De bewoners stellen nu voor, om de weg op te breken zodat er een groene zone ontstaat. Meer leefbaarheid voor minder geld. Zo’n ondernemende bewonersorganisatie verwacht je niet in een achterstandswijk. Wie zitten daarin, en hoe komen de besluiten tot stand? En dan blijkt dat alle 5.000 huishoudens automatisch lid zijn. De ideeën komen van een kleine groep mensen als Auldley. Dat roept wel vragen op over draagvlak en duurzaamheid.
Keyring: mogelijkheden voor bewoners met beperkingen De extramuralisering van de zorg is ook in Groot-Brittannië al jaren een feit. Mensen met verstandelijke beperking wonen nu zelfstandig in de woonwijk. Maar dat vraagt vaardigheden die niet iedereen zomaar in huis heeft. Daarom werd in 1990 Keyring bedacht: een kring van deelnemers die elkaar helpen bij praktische vragen en samen activiteiten ondernemen. Iedere kring krijgt zo’n anderhalve dag per week ondersteuning van een vrijwilliger, die stimuleert dat de deelnemers participeren in de wijk. Dat zijn mensen met tijd, vaak studenten, kunstenaars of ZZP-ers. Opvallend: geen mensen uit de zorg. Als tegenprestatie krijgen ze kosteloos huisvesting. Die vrijwilligers kunnen zelf weer terugvallen op een professional, de community support worker. De organisatie heeft in totaal zo’n 80 tot 90 betaalde krachten. Die worden betaald uit een PGB, of – meestal - uit bijdragen van de plaatselijk overheid. Inmiddels zijn er in 50 gemeenten zo’n 100 kringen met meer dan 900 deelnemers. Tracy Hammonds vertelt hoe het werkt: eerst wordt gekeken of de buurt geschikt is voor Keyring, en welke bewoners er baat bij zouden kunnen hebben. In een wijk met alleen tweeverdieners die de hele dag van huis zijn of juist een verloederde achterstandswijk heeft het concept geen kans van slagen. En de deelnemers moeten een minimumniveau aan sociale vaardigheden hebben. Keyring wordt ook met succes ingezet bij andere doelgroepen, bijvoorbeeld bij verslaafden in een resocialisatietraject of bij mensen met psychosociale problemen.
De wederopstanding van Brixton The Borough en de burgers Lambeth noemt zichzelf de eerste coöperatieve gemeenteraad van het land. Een nieuw type ambtenaren staat klaar om initiatieven van burgers mogelijk te maken. Met opmerkelijke resultaten, bijvoorbeeld in de achterstandswijk Brixton. Daar bedachten bewoners een eigen munteenheid. Betaal je met het Brixton Pound, dan geven winkels aantrekkelijke kortingen. De gemeente betaalt een deel van het salaris van ambtenaren uit in de Brixton Pound. De prachtige biljetten (onder andere met de beeltenis van David Bowie) worden geaccepteerd door lokale middenstanders, maar niet door de bank. Het geld circuleert daardoor in de lokale economie en genereert groei.
De prijs van het succes: Sunlight community Centre
Een andere groep ageerde tegen de plannen om de vervallen Brixton Village Market te slopen en er een shopping mall neer te zetten. In plaats daarvan kwamen er in de kleine straatjes levensmiddelenwinkeltjes en eettentjes uit alle windstreken. Waar je met het Brixton Pound kunt betalen. Om de hoek ligt de verpauperde Coldharbour
In Gillingham (Kent) lag 30 jaar geleden de Chatham marinebasis. Toen die werd gesloten betekende dat ook het einde voor de plaatselijke Sunlight wasserij. Gillingham kende een hoge werkloosheid, veel armoede, huiselijk geweld en andere problemen. En weinig
voorzieningen. Dat leidde tot het initiatief om het gebouw uit 1905 te verbouwen tot een gemeenschapscentrum. Het Sunlight Community Centre is niet erg groot, maar er is veel te doen. In het eetcafé kun je terecht voor een kop koffie en een krantje, maar ook voor het ontbijt of ‘s avonds een pizza. Sunlight biedt rechtshulp, loopbaanadvies en hulp bij het stoppen met roken. En oefenruimte voor plaatselijke bandjes, er is een opnamestudio en een lokale radiozender. Activiteiten van Chinese ouderen en Afrikaanse en Caribische verenigingen vinden er onderdak. Het is een veilige, neutrale plek voor het wekelijkse spreekuur voor slachtoffers van huiselijk geweld. De baptistenkerk huurt er ruimte. Die houden zich bezig met evangelisatie, maar ook met schuldhulpverlening. Op het braakliggend stuk land achter het centrum teelt een groep groente en fruit. Het centrum neemt zelf initiatief, zoals onlangs bij de vorming van een ondersteuningsgroep voor ouderen met dementie. Maar altijd met het perspectief dat de groepen zelf verantwoordelijk worden voor hun activiteiten. Ze kunnen ruimte huren voor een sociaal tarief. Vaste huurders, zoals de peuterspeelzaal en de huisartsenpraktijk betalen een commercieel tarief. Zo helpen ze bij de exploitatie van het centrum en zorgen ze ervoor dat grote groepen buurtbewoners het centrum gemakkelijk weten te vinden. Dat alles met een grote inzet van vrijwilligers en een sterke betrokkenheid van de buurt. Eigenlijk zoals je je een ideaal multifunctioneel buurtcentrum voorstelt. Toch ging het bijna ten onder aan zijn succes. Een van de grondleggers richtte een bewonersonderneming op. Sunlight had een goede pers en geld vinden was geen probleem. Totdat de gemeente bezuinigde en het financiële fundament wegviel. Gevolg: een faillissement, veel onzekerheid en een beschadigde relatie met de buurt. In een afgeslankte vorm zoekt Sunlight nu een nieuwe toekomst, door opnieuw te kijken hoe het centrum waarde kan creëren voor de buurt.
Lessons learned Welke lessen zijn er te leren uit Lokale Kracht in Engeland? Hoe kwamen successen tot stand? Wat kunnen we ermee in Nederland? Welke rol spelen professionals, de gemeente of het Big Society-beleid van David Cameron? De vergelijking met Nederland is lastig. Het maatschappelijk middenveld speelde bijvoorbeeld in Groot Brittanië nooit de rol die het in Nederland deed. De periode van privatiseringen onder Thatcher was ook een bloeitijd van nieuwe initiatieven, die economisch de wind meekregen in de jaren ’90. Nederland wil de participatiemaatschappij juist stimuleren met tegenwind. De Nederlandse stadsgeograaf Joost Beunderman onderzocht Britse burgerinitiatieven. Hij concludeert dat Groot-Brittannië tien jaar voor ligt op Nederland. Maar dat betekent niet dat ons voorland al bekend is. Burgerinitiatieven ontwikkelen zich altijd grillig en onvoorspelbaar. Hij vraagt zich af welke de voorwaarden zijn voor duurzaamheid. Misschien is er geld nodig om op te schalen, misschien moet je dat juist niet doen. Het voorbeeld van Sunlight Community Centre laat zien dat een toestroom van geld een project ook kwetsbaar maakt. Phoenix High School toont aan dat duurzaamheid gebaat is een bewuste inbedding in de cultuur van de organisatie. Beunderman waarschuwt voor de knuffelneigingen van politici en professionals (‘maak het ze niet te gemakkelijk’). De initiatiefnemers moeten wel de eigenaar blijven. Nog een opvallende bevinding bij Beunderman: de helft had bij de start ondersteuning van professionals binnen de gevestigde instellingen, en die was onontbeerlijk. Vaak buitenbeentjes binnen de organisatie, mensen met een oog voor mogelijkheden buiten de gangbare paden. Intrapeneurs noemt hij ze. Daar ligt een belangrijke mogelijkheid om burgerinitiatief aan te moedigen: zoek de intrapeneurs, en biedt ze een netwerk om ervaringen uit te wisselen. The Big Society tenslotte. Voor veel mensen die we spraken is het Big Society-programma niet meer dan een voorwendsel om te bezuinigen, waarmee geslaagde projecten het alleen maar moeilijker krijgen. Een lichtend voorbeeld voor de Nederlandse participatiemaatschappij lijkt het niet te bieden. Frank Kemper
GaZet december 2013 | 7
Dementievriendelijk Brabant in 2020 Noord-Brabant wil alle Brabantse mensen met dementie en hun mantelzorgers in hun eigen woon- en leefomgeving een dementievriendelijke samenleving en een dementie-vriendelijke leefomgeving bieden. Zo’n samenleving en leefomgeving dragen bij aan het zich thuis kunnen blijven voelen, kunnen blijven participeren en het kunnen ontvangen van voldoende goede ondersteuning ‘thuis’, in de eigen wijk of kern. De Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie (PGraad) heeft zich als een kennisnetwerk vanaf 1994 met veel verschillende aspecten van dementie beziggehouden. Haar kracht was én is de samenstelling van dit netwerk: experts uit de wereld van de Brabantse dementiezorg, zoals vertegenwoordigers van Alzheimerafdelingen, ouderenbonden, zorg- en welzijnsorganisaties, wetenschap- en kennisinstellingen, overheden en financiers. Zet-adviseurs voeren de activiteiten en projecten van het programma van de PGraad uit. De tijd dringt De toename van het aantal mensen met dementie gaat snel. Daarom vindt de PGraad het noodzakelijk om nu extra inzet te plegen door in de komende vier jaar het proces van dementievriendelijk maken van gemeenten/gemeenschappen zo breed mogelijk in Brabant op gang te brengen. In feite gaat het dan om het dementievriendelijk maken van alle kernen, buurten en wijken waar mensen met dementie wonen. De PGraad zet gedurende de komende vier jaar samen met lokale, regionale, provinciale en interregionale partners in op het stimuleren en
ondersteunen van de beweging dementievriendelijke gemeente/gemeenschap in alle Brabantse gemeenten. Een van de grote vraagstukken waar Brabant komende decennia mee te maken krijgt, is de toename van het aantal mensen met dementie. Deze populatie neemt van 35.000 mensen in 2012 toe naar ruim 60.000 in 2030. Dit is een van de wrange gevolgen van de goede gezondheidszorg in ons land. Die maakt dat we steeds ouder worden, maar uiteindelijk in die laatste levensfase door fysieke en/of psychische krakkemikkigheid getroffen worden. Brabant is, door zijn groot aantal babyboomers, een van de koplopers op het gebied van vergrijzing in Nederland. Intussen is het bestaande zorgsysteem drastisch aan het transformeren: AWBZ schuift voor een deel naar de Wmo, veel plaatsen in intramurale zorgvoorzieningen verdwijnen en de gemeenten worden in het kader van de Wmo verantwoordelijk voor en financier van zorgvoorzieningen, waar ze in het verleden niets mee te maken mochten hebben. Ook wel ‘transitie’ genaamd. Zij staan
Realiseer een succesvol en toekomstbestendig buurthuis, gemeenschapshuis, cultureel centrum, oftewel een MFA. Discussieer 20 februari 2014 mee met andere MFA besturen en gemeenten. Laat u inspireren over exploitatiekansen, de gevolgen van de transities en hoe u de bezoekersaantallen vergroot. Experts uit het veld nemen u een middag mee in de zoektocht naar een toekomstbestendige MFA. Meld u aan via www.wijzijnzet.nl/MFA #MFA2020 wordt mede mogelijk gemaakt door: provincie Noord-Brabant, Gemeente Steenbergen, dorpsraad Kruisland, MFA Kruisland, ‘t Heft en Zet.
8 | GaZet december 2013
voor volstrekt nieuwe taken, zowel op het gebied van de jeugdzorg, de gehandicaptenzorg, evenals de verpleging en verzorging. Burgers moeten zelf weer meer verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen gezondheid en de mouwen opstropen om zoveel mogelijk zichzelf en elkaar hierbij te helpen. Zorg en ondersteuning, waar die nodig is, moet dicht bij de burgers geleverd worden. Er moet meer samenhang komen in de verkokerde domeinen van wonen, welzijn en zorg. Dat kan op lokaal niveau het beste worden geregeld: hierin heeft de gemeente een belangrijke regietaak. Mensen met dementie worden geconfronteerd met veel vooroordelen en clichés die een
spontane communicatie in de weg staan. Het contact met de lokale gemeenschap brokkelt af. De doelstelling van de dementievriendelijke gemeenschap is het creëren van mogelijkheden, zodat mensen met dementie zo lang mogelijk als volwaardige burgers aan de samenleving kunnen blijven deelnemen. Dit vraagt om een rustige en openstaande omgeving die de mens met dementie erkent en aanvaardt. Meer informatie bij Hilde Stoop, hstoop@wijzijnzet.nl Zie ook www.pgraad.com
Wijkgericht werken en dementie Welke meerwaarde heeft integrale zorg en ondersteuning in de buurt voor mensen met dementie en hun mantelzorgers? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat er in de toekomst nog voldoende zorg en ondersteuning is voor mensen met dementie en hun mantelzorgers? Kan integrale wijk- en buurtzorg hieraan een bijdrage leveren? In deze publicatie worden vier initiatieven nader uitgewerkt: Ouderenverpleegkundigen in het Land van Cuijk en Noord Limburg, De Wijkzuster in West Brabant, Zorgcoöperatie ‘Tot uw dienst’ in
Laarbeek en VenloDroom in Venlo Oost. Hieruit blijkt dat een efficiëntere manier van samenwerken tussen de verschillende domeinen, goed casemanagement, korte lijnen en het bewust maken en betrekken van de buurt, kunnen leiden tot kostenbesparing met behoud van kwaliteit. Auteurs: Anja van der Schoot en Ingrid Dam. Uitgever: Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Brabantse Raad voor Informele Zorg (2013). Prijs: € 10,00 Te bestellen bij Zet: info@wijzijnzet.nl
Cultureel centrum in Nistelrode
Duurzaam en toegankelijk Het centrum van Nistelrode is een kenmerkend gebouw rijker, het Cultureel Centrum Nesterlé. Onlangs werd het markante gebouw geopend voor de inwoners van het dorp. Wethouder Donkers van Bernheze is trots op het eindresultaat! Net als projectleider Willibrord de Veer, die als spin in het web tussen architect, adviseurs en aannemer fungeerde. Het uitgangspunt was een bereikbaar, toegankelijk en bruikbaar gebouw voor iedereen. Dankzij het bouwkundig advies van Zet heeft het gebouw inmiddels het Internationale Toegankelijkheidssymbool (ITS) behaald. Toegankelijk vastgoed is waardeverhogend, maar het was voor de gemeente Bernheze nog belangrijker
om vast te houden aan de gemeentelijke Agenda 22–doelstellingen. Dit zijn de door de Verenigde Naties opgestelde 22 standaardregels voor gelijke kansen voor mensen met een beperking, ook wel bekend als Sociale Inclusie. Naast toegankelijkheidseisen waren kostenbesparingen en duurzaamheid belangrijk aandachtspunten. Daarom
heeft de gemeente Bernheze niet alleen gekeken naar het gebruik van materialen, maar ook naar de bruikbaarheid van het al bestaande materiaal. Het centrum heeft naast toegankelijke pluspunten en innovatieve snufjes haar historische en karakteristieke waarde behouden. Het vormt een goede uitgangspositie om van dit toegankelijk cultureel
centrum een kloppend dorpshart voor de inwoners en verenigingen van Nistelrode te maken. Meer informatie bij Jan Geurts, jgeurts@wijzijnzet.nl
Samen aan de tekentafel Elf Brabantse netwerken maken gebruik van de ondersteuning door Zet. Deze zetten zich allemaal in voor de verbetering van de leefbaarheid en de versterking van de positie van hun achterban. Een aantal netwerken is zorggerelateerd, zoals de PGraad (dementie), BRIZ (mantelzorgers) en Trialoog (familieorganisaties in de geestelijke gezondheidszorg). BUS richt zich op sociale uitsluiting, ’t Heft vertegenwoordigt gemeenschapshuizen.
Bij verschillende netwerken is er sprake van een overlap qua achterban en/of onderwerp. De netwerken zijn door de provincie uitgenodigd om gezamenlijk projecten te ontwikkelen, zodat de krachten gebundeld worden. In de afgelopen maanden is er door alle netwerken hard gewerkt aan samenwerkingsprojecten. Deze projecten gaan vanaf 2014 van start. Al inventariserend kwamen ’t Heft, BRIZ en BUS erop uit dat er kansen liggen om gezamenlijk op te trekken. Lokale samenwerking Zij constateren de volgende ontwikkeling: door de terugtrekkende overheid neemt het belang van lokale samenwerking tussen formele en informele partijen toe. Sociale cohesie en leefbaarheid zijn kernbegrippen. De druk op bewoners om het zelf te organiseren neemt toe. Niet altijd zijn burgers in staat (vanwege kennis, kunde of ervaring) om dit te doen. Ondersteuning is dus gewenst. BRIZ vertegenwoordigt hierin de mantelzorgers, die door de veranderingen in de zorg steeds meer onder druk komen te staan. BUS komt op voor de
belangen van uitkeringsgerechtigden en mensen die leven op of onder het bestaansminimum. ’t Heft vertegenwoordigt de gemeenschapshuizen, die steeds meer een vind- en broedplaats moeten worden voor leefbaarheid. De drie netwerken zijn om tafel gaan zitten en hebben hun gezamenlijke doel geformuleerd: door het bundelen van de krachten een impuls geven aan de leefbaarheid. Het gaat daarbij om maatwerk en lokale samenwerking tussen formele en informele partijen. Al aftastend en puzzelend zijn de drie netwerken uitgekomen op het projectplan Gebundelde Kracht. Gebundelde Kracht Hierbij worden buurten en dorpen ondersteund en versterkt in de samenwerking tussen formele en informele partijen. Dit gebeurt door een kwartiermaker in het dorp of buurt de lokale situatie in beeld te laten brengen. Waar liggen de vraagstukken? Welke partijen zijn erbij betrokken? Maar ook: waar liggen de kansen om de positie van het informele circuit te versterken? Vervolgens wordt
vanuit het project een ondersteuningsaanbod gedaan. Dit zal altijd voor een beperkte periode zijn, waarbij de kwartiermaker adviseert, meedenkt en partijen aan elkaar verbindt. Te denken valt aan een gemeenschapshuis in een buurt, waar veel vrijwilligers actief zijn die ook mantelzorgtaken hebben. De vrijwillige inzet staat onder druk omdat de zorg voor een oudere of zieke in de eigen omgeving steeds meer aandacht vraagt. Met het wegvallen van bijvoorbeeld de dagopvang neemt de druk op de thuissituatie toe. Daarnaast is er in de buurt sprake van toenemende werkloosheid, ten gevolge van de crisis. Buurtbewoners komen thuis te zitten en benutten hun talenten niet meer. Het project biedt tijdelijke ondersteuning aan in de vorm van een kwartiermaker, die na het inventariseren van de situatie tot een aanpak komt. Bijvoorbeeld door het bestuur van het gemeenschapshuis te begeleiden bij het wijzigen van het vrijwilligersbeleid. Of door met mantelzorgers in gesprek te gaan en te inventariseren welke vorm van ondersteuning er gewenst is, zodat de balans terugkomt. En door met wijk-
bewoners, die vanwege werkloosheid thuis zitten, te kijken of en hoe zij zich kunnen inzetten voor de wijk. Het project richt zich daarnaast ook op de formele partijen in zorg, welzijn en wonen. Zij kunnen immers een bijdrage leveren aan lokale samenwerkingsvormen. ’t Heft is kartrekker van dit project, BUS en BRIZ zijn partners. Gedurende de pilots zal actief de samenwerking met andere partijen aangegaan worden. Zowel lokaal als provinciaal.
Meer informatie bij Marjolein Duif, mduif@wijzijnzet.nl
GaZet december 2013 | 9
Zoeken naar toekomstige zorg Enkele bewoners van de gemeente Leende vroegen zich af of de zorg in de toekomst wel voldoende gewaarborgd is. Er is al veel geregeld nu, maar er staan ook veel veranderingen voor de deur. Zo komen er veel taken richting gemeente, is er sprake van bezuinigingen en mensen moeten meer gaan mantelzorgen. Zou een coöperatie iets kunnen zijn en welk gat zou die dan op kunnen vullen? Initiatiefnemer Geert Hut ging op onderzoek uit. ‘Hoe ziet het er straks uit als je acute hulp of een schouder nodig hebt? Het is denk ik belangrijk dat er verzorgende netwerken rondom jezelf zijn waar je op terug kunt vallen. Bijvoorbeeld een telefoonketen van zes tot tien mensen in je eigen straat, met af en toe ook eens koffie drinken. Er is daarbij één contactpersoon, die professioneel ondersteund wordt. We zijn begonnen met een bijeenkomst met de zorginstellingen, gezamenlijk hebben we gekeken naar toekomstige knelpunten. Vervolgens gaan we binnenkort met de inwoners praten om te achterhalen wat voor problemen zij denken te signaleren. Afhankelijk van alle reacties besluiten we of we door zullen gaan. We hebben ondersteuning van Zet gekregen via Leefbaarheid@Brabant. Zet begeleidt het proces en de bijeenkomsten en kan ons helpen bij het omschrijven van de doelstellingen.’
Zet als procesbegeleider
Leren en samenwerken Zorghoeve Kakelbont in Dinteloord biedt dagbesteding voor volwassenen en kinderen. In die zin zijn zij een gangbare zorgboerderij. Wat hen bijzonder maakt is dat zij ook als leervoorziening functioneren. Zij bedienen jongeren met gedragsstoornissen. Daarvoor sloten zij een samenwerkingsovereenkomst met een school. Op Kakelbont vinden de jongeren, die gedragsproblemen hebben ritme. Dit komt bovenop de begeleiding die zij vanuit de dagbesteding krijgen. Ingrid Havermans is leidinggevende op Zorghoeve Kakelbont. ‘Wij begeleiden hen hier bij het ontwikkelen van hun sociaal-emotionele vaardigheden. Ze leren hier samenwerken, dat maakt ze sterker in de samenleving. De jongeren helpen mee in het productiebedrijf, waardoor je er meteen een stage aan kunt koppelen. De contacten met de school zijn waardevol. De combinatie én Kakelbont én school is prima voor het behalen van een diploma. Onze Zorghoeve bestaat nu uit fruitteelt en pluimvee. Dat past natuurlijk niet bij iedereen. Daarom vragen we bij Leefbaarheid@Brabant geld aan voor uitbreiding en de bijbehorende begeleiding. We denken aan dagopvang voor ouderen en een horecafunctie. Dat maakt het voor veel meer mensen aantrekkelijk om bij ons te komen leren en werken vanuit diverse invalshoeken. Die differentiatie in opleiding en niveau zorgt voor meer onderling begrip. Zet ondersteunde ons bij de projectaanvraag.’
Zet Hielp ons bij de aanvraag
Werken naar vermogen Zorgboerderij De Laarhoeve in Diessen verzorgt dagbesteding voor mensen met een beperking. De voornaamste activiteiten zijn het verwerken van groente en fruit en het onderhoud van het terrein, waaronder een bloemenpluktuin. Hun eigen winkel staat vol met streekproducten. De Laarhoeve wilde meer naamsbekendheid en signaleerde daarnaast veel onrust door alle veranderingen in de zorg. Voor het organiseren van een symposium op 7 november werd een aanvraag ingediend bij Leefbaarheid@Brabant. Mede-eigenaar Judy Kerkhofs kijkt tevreden terug. ‘In Den Haag wordt steeds meer gepraat over het benutten van talenten en dat mensen moeten participeren. Nou, wij doen dat hier al lang. Onze cliënten kunnen best werken, als ze maar de juiste begeleiding krijgen. We wilden tijdens een symposium laten zien hoe wij dat doen, en wat de kansen en de mogelijkheden zijn. Een rondleiding over ons terrein stond ook op het programma. Zo’n 60 mensen waren aanwezig, uit allerlei disciplines: speciaal onderwijs, zorg, gemeenten en ook het bedrijfsleven. We wilden een discussie voeren over dat participeren. Daarbij hebben we samengewerkt met Zet, ZLTO en het Huis van de Brabantse Kempen. Zet heeft zich intensief met de vorm en de inhoud beziggehouden. We gaan nog kijken naar een vervolg, want dat komt er zeker!’
Zet gaf inhoud en vorm
Digitaal matchen In Cranendonck is een groep vrijwilligers actief als projectenorganisatie op sociaal-maatschappelijk vlak. Ze maken daarbij zoveel mogelijk gebruik van ICT. Eén van de gerealiseerde projecten is een Virtueel Plein, waar burgers alle gewenste informatie over hun kern kunnen vinden en delen. Nu wil men, op wijkniveau, vraag en aanbod digitaal gaan koppelen voor tijdelijke hulp aan elkaar op een professionele manier. Mede-initiatiefnemer Wim van der Linden licht toe. ‘Die koppeling van behoefte en aanbod via vrijwilligers noemen wij “De Helpende Hand”. Het wijkteam organiseert de hulp bij klusjes, bevordert de participatie en draagt bij aan de vermindering van de vereenzaming. In eerste instantie zijn we op zoek naar geschikte vrijwilligers om in een pilotwijk de haalbaarheid te onderzoeken; wij hebben daarvoor contacten met organisaties als welzijnsinstelling Paladijn, de dorpsraad, de KBO en de Wmoraad. Is er voldoende draagvlak? Wij proberen als onafhankelijke belangenbehartiger partijen op één lijn te krijgen. Ik vind onze initiatieven en het projectmatig werken prima voorbeelden van participatie: wij doen het als bewoners zélf. Ook de burgemeester en wethouder vinden het een fantastisch initiatief. We hebben bij Leefbaarheid@Brabant een verzoek ingediend, omdat het project de grenzen van Cranendonck overstijgt. Bij succes kan het elders uitgezet worden. De rol van Zet is ondersteunen en adviseren.’
Zet adviseerde
Voorkomen dat het mis gaat In de gemeente Heeze is Kempenhaeghe gevestigd: expertisecentrum voor epilepsie, slaapstoornissen en neurologische leerstoornissen. Het is een gespecialiseerd ziekenhuis met tal van voorzieningen voor diagnose, observatie en behandeling. Ook verricht men er wetenschappelijk onderzoek waarvoor externe financiering nodig is. Kempenhaeghe signaleert problemen in de overgang van jeugd naar volwassenheid bij epilepsiepatiënten. Manager onderzoek en ontwikkeling Laura Gottmer: ‘Wij merken dat die overstap, die transitie vaak te groot is. Jongeren komen vanuit een omgeving met een heel intensieve behandeling en gaan daarna de samenleving in als zelfstandig burger. Mét hun ziekte. Hier krijgen zij onder meer te maken met zelfstandig wonen, onderwijs, werk of een uitkering. Wij willen hen daarbij met een speciaal programma multidiciplinair begeleiden. Preventie dus om vroegtijdig maatschappelijk of sociaal ontsporen te voorkomen. Daarom gaan we op zoek naar relevante maatschappelijke partijen. De Technische Universiteit Eindhoven doet ook mee door het opstellen van een risicoanalyse. De hulp van Zet konden wij goed gebruiken. Wij zitten in de medische hoek en willen die omschakeling naar maatschappelijke partijen en leefbaarheid maken. Dat vraagt ook om een andere denkwijze. Normaliter vragen wij subsidie aan bij een zorgfonds, Leefbaarheid@Brabant was toch wel anders.’
Zet was de schakel met leefbaarheid
10 | GaZet december 2013
In februari 2013 startte provincie Noord-Brabant het uitvoeringsprogramma Leefbaarheid@Brabant (L@B). Met dit programma worden partijen uitgenodigd om gezamenlijk nieuwe oplossingen voor leefbaarheidsvraagstukken te ontwikkelen en uit te voeren. De eerste tranche van dit programma liep tot 1 juli jl. De provincie heeft contacten gehad met ruim 200 bestaande en nieuwe initiatieven en samenwerkingsverbanden. Voor de regeling voor financiële participatie ontving ze van 67 samenwerkingsverbanden voorstellen. Voor advies, begeleiding en ontwikkeling kunnen samenwerkingsverbanden en lokale initiatieven ook een beroep doen op provinciale instellingen en netwerken. Zet begeleidt in het kader van L@B inmiddels 35 initiatieven verspreid over heel Brabant. Op deze pagina’s een selectie. Zie ook www.brabant.nl/leefbaarheid.
De ontdekking van fortgeheimen Willemstad en omgeving is bekend vanwege de stelling: een complex van forten stammend uit de tijd van Napoleon. Fort De Hel is er daar één van. Zo’n 20 jaar geleden was het een ruïne, inmiddels is het opgeknapt. Er is nu een atelier gevestigd waar beelden en schilderijen te zien zijn. Verder is het geschikt voor feesten en partijen, toneel en theater. Er zijn grootse plannen met het erfgoed voor veel meer activiteiten, legt Frank Kastelein uit. ‘Naast De Hel zijn er nog drie forten de moeite van een bezoekje waard. Ze hebben allemaal iets eigens te bieden. We werken samen om het toeristische Willemstad nog meer op de kaart te zetten met de forten als satellieten. We willen laten weten dat we er zijn voor een aantrekkelijke dagtocht. Met hulp van Leefbaarheid@Brabant gaan we daarom aan marketing doen. We denken onder meer aan een stripboek in combinatie met een app. Kinderen kunnen samen met hun ouders geheimen ontdekken en zo kennismaken met de samenhang en de historie van de stelling en haar forten. Onze ambitie is om zoiets als Kinderdijk te worden! Zet begeleidde ons met de aanvraag en stimuleerde het samenwerken met partijen buiten de andere forten.’
Zet stimuleerde samenwerking
GaZet december 2013 | 11
Let op Ed Gemeente Etten-Leur Wmo-proof
De gemeente Etten-Leur wil Wmo-proof zijn. Dat vraagt iets van de burgers en organisaties. Maar bedacht de gemeente: laten we eerst eens bij onszelf beginnen. Met de expertise van Zet ontstond het idee van een campagne tijdens de landelijke week van de toegankelijkheid begin oktober. Met Ed als prominente gast. Elly Kerstens is beleidsadviseur Wmo van de gemeente en daarom nauw betrokken bij de campagne ‘Let op Ed’. ‘We wilden iets ludieks doen mét een boodschap zonder een opgeheven vingertje. Tijdens de brainstorm met de voorbereidingsgroep is Ed geboren. In een knalroze pak bezocht hij gedurende de week alle activiteiten. Ook via onze intranetsite hebben we veel gecommuniceerd.’
De volgende dag waren bestuurders, beleidsmedewerkers en uitvoerend personeel uitgenodigd om een rondje door Etten-Leur te maken. Een aangepast rondje, met een rolstoel en blinden-
stokken. Zo konden de deelnemers de toegankelijkheid van het nieuwe Centrumplan ervaren. En Ed gaf vanuit zijn scootmobiel nuttige tips. ‘Er was veel enthousiasme en het gaf de deelnemers inzicht in hoe het is om met een beperking op straat te lopen. Er kwamen ook leuke positieve reacties van omstanders.’ Bij de afsluiting van de campagne zijn film- en fotofragmenten van alle activiteiten vertoond. Elly Kerstens: ‘Ik kijk tevreden terug. Het was een goede start. We gaan door op de ingeslagen weg. Zo staan er workshops en trainingen op het pro-
Ed in actie Op de maandagochtend van 7 oktober moesten de ambtenaren kiezen. Ze konden via een hindernisbaan naar binnen en kregen daarvoor een beloning. Dit was tevens het moment om Ed met een levensgrote foto te introduceren. ‘Ik vond het bijzonder leuk. Er waren maar een paar negatieve reacties. Bijna iedereen waardeerde het en deed mee.’ Op de dinsdag was het de beurt aan de gemeenteraad. Elly Kerstens: ‘We hadden het goed voorbereid. De gemeenteraad kreeg een presentatie van een adviesbureau (in werkelijkheid twee adviseurs van Zet). We noemden het zelf een worst-case-beleidsplan. De inhoud was nep en sloot totaal niet aan bij onze Wmo-plannen. Het College en de Wmo-raad zaten in het complot. De monden van de raadsleden vielen open en er kwam maar weinig reactie. Halverwege de presentatie kwam Ed in zijn pak binnen, dat viel natuurlijk wel op. Toen zag je dat men zich afvroeg wat er toch gebeurde. Het was een geslaagde actie. Het enige jammere was dat er weinig interactie tot stand kwam. Op Twitter stonden even later wel enkele berichten.’
Column
Richard Engelfriet. De auteur is ondernemer. In een grijs verleden haalde hij nog eens een mastertitel in de Arbeid- en Sociale Zekerheidswetenschappen. Deel uw ervaringen via @rengelfriet op Twitter of mail via info@richardengelfriet.nl
Meer informatie bij Wouter Schelvis, wschelvis@wijzijnzet.nl
foto Hans van Berkel
Ik hoef geen inclusieve samenleving Sociale inclusie is hot. Tik het in op Google en je krijgt duizenden links voor je kiezen. Allemaal met prachtige termen als deelname aan de samenleving, maatschappelijke participatie, het onderhouden van relaties en burgerschap. Iedereen doet mee! Dat klinkt natuurlijk prachtig, maar van ondernemer Richard Engelfriet hoeft het allemaal niet. Volgens hem is het prima dat mensen aan de zijlijn blijven staan. Sociale inclusie klinkt prachtig, maar betekent het nou echt dat iedereen met alles mee moet kunnen doen? Ik vind van niet. Ik hoef geen inclusieve samenleving. Ik leg het u graag uit aan de hand van mijn debuut als voetballer. Via-via was ik gevraagd om een keer in te vallen bij het team van een kennis van me. We kennen elkaar van de sportschool en ik vertelde de kennis dat ik voetbal erg leuk vind. Ik verheugde me dus enorm op de wedstrijd…maar bakte er helemaal niets van. Ik denk dat ik vijf keer de bal heb aangeraakt en dat zorgde voor vijf kansen voor de tegenstander. En toch wil ik heel graag vaker meedoen. Ik vind voetbal hartstikke leuk en ben al sinds
12 | GaZet december 2013
gramma. Bij alle raadsvoorstellen staat voortaan een Wmo-paragraafje. Dit om er zeker van te zijn, dat het voorstel Wmo-getoetst is. Ik denk dat de meeste mensen bij de gemeente nu weten wat Wmo-proof is. En wat de kanteling inhoudt.’
mijn jeugd PSV-fan. En nu ben ik benieuwd: betekent sociale inclusie dat dit team mij moet blijven opstellen? Het lijkt me vreselijk voor ze. Gelukkig snapten ze dat zelf ook. Ik kreeg al snel een mailtje van ze: ‘Sorry Engelfriet, jij bakt er niets van, ga maar lekker aan de zijlijn staan’. En gelijk hebben ze. Sociale inclusie riekt mij een beetje teveel naar ambtenaren die met een caseload vol zielige dossiers langsgaan bij werkgevers met de vraag of ze die arme stumpers toch niet aan één of ander gesubsidieerd baantje willen helpen. Of nog erger: dat de overheid quota gaat instellen op het percentage arbeidsgehandicapten binnen een bedrijf. Je zult het maar moeten zeggen over je eigen baan: ‘Ja, ik werk hier omdat mijn werkgever anders een boete krijgt’. Nee, geef mij maar Yvonne van Amstel van de gemeente Groesbeek. Zij stapt met haar team ambtenaren ook op werkgevers af, maar dan met een hele andere vraag: ‘Waar zouden wij u mee kunnen helpen?’. En als uit die vraag blijkt dat een werkgever behoefte heeft aan talent, zoeken ze daar iemand bij. Niet omdat iemand zielig is, maar omdat de werkgever geholpen is met dat talent. Binnen vijf maanden hebben ze daar al 75 moeilijk bemiddel-
bare werklozen met een bijstandsuitkering aan een baan geholpen. Ik geloof in een samenleving waarin we elkaar uitdagen om het beste uit onszelf te halen. Maar waar we dus ook mensen aan de zijlijn durven laten staan als ze ergens niet goed in zijn. Vraagt u mij bijvoorbeeld alstublieft niet om bij u te komen klussen, want ik heb twee linkerhanden. En ik zou het vreselijk vinden als u voor mij gaat proberen een inclusieve samenleving te maken waar ik toch een beetje mee mag klussen om erbij te horen. Durf te accepteren dat het goed is als mensen langs de zijlijn staan. Dat gebeurde vroeger op school ook met het maken van de teams bij gymnastiek. Dat kunt u zielig vinden voor de kneusjes die niet goed zijn in sport, maar volgens mij kunnen we hen veel beter een wiskundeproject laten doen. En over mijn eigen talent: ik heb deze column geschreven terwijl die kennis van me een belangrijke voetbalwedstrijd speelde. Hij zoekt trouwens nog een linkspoot voor op het middenveld ;-)