Artikel 1 tot en met 30

Page 1

CONSTITUTIES SPIRITUEEL DEEL HOOFDSTUK I RELIGIEUZE BROEDERSCHAP IN DE KERK VAN JEZUS CHRISTUS Geroepen om mens te zijn Artikel 1 Wij leven in deze wereld; wij maken deel uit van deze wereld; wij dragen verantwoordelijkheid voor deze wereld. Wij geloven dat God daarin werkzaam is en ons roept om mens te zijn: om met onze mogelijkheden en beperktheden ons te ontplooien naar zijn beeld en gelijkenis Meditatie Religieuze broederschap in de Kerk van Jezus Christus’. Dat is de titel van het eerste hoofdstuk van onze Constituties. Het zijn woorden die accent-verleggend zijn. We zijn geen bloedbroeders, geen familie van elkaar. We hebben elkaar niet uitgekozen en dat ervaren we dagelijks. We ondervinden dat de ander werkelijk ‘anders’ is. ‘Religieuze broederschap’ grijpt meteen terug naar een hogere laag. Het heeft iets ‘met-God-van-doen’, die alle mensen liefheeft. Die van ze houdt zoals ze zijn, die onvoorwaardelijk bemint. Ze hoeven niet eerst te veranderen alvorens Hij ze lief kan hebben. We zijn door God geschapen naar zijn beeld en gelijkenis. Gods wezen is Liefde, zegt Johannes. En wat zijn wij? Wij mogen ons, met onze mogelijkheden en beperktheden ontplooien naar zijn beeld en gelijkenis. Dus ook ‘Liefde’ worden. Dat houdt in dat we niet eerst de ‘ander’ willen ‘omturnen’ voordat we van hem of haar kunnen houden, maar dat we de ‘ander’ liefhebben zoals hij of zij is. Dan ervaren wij de ruimte van de onbeperkte Liefde en ‘hoe schoon en weldadig het is als broeders samen te wonen’. Dat mogen we uitstralen naar de ‘wereld’ waarvoor we verantwoordelijkheid dragen God, leer mij lief te hebben zonder voorwaarden vooraf, zodat ik mij kan ontplooien naar uw beeld en gelijkenis en uitgroei tot die mens die U bij mijn schepping voor ogen heeft gestaan. Zo bid ik U, door uw Zoon en in uw Geest, die in mij bidt met onuitsprekelijke verzuchtingen.


Artikel 2 Met alle mensen zijn wij kinderen van één Vader; zo worden wij geroepen om samen Gods volk te zijn: elkaar te aanvaarden in Liefde en overgave, voor elkaar hulp en aanvulling te zijn, ieder tot zijn recht te laten komen, en zo samen gelukkig te zijn. Meditatie Wij zijn kinderen van één Vader, en dus broers en zussen van elkaar. In het Brabantse land spreekt men van ons’ Pa. Dat klinkt heel vertrouwelijk. Ze zeggen daar ook: onze Dries, ons’ Coba, onze Teun. Het woord ‘onze’ schept een band. Hoe ze ook zijn, ze horen erbij. Het is maar een kleine stap om te spreken van: ‘’Dat is typisch onze Dries, dat is typisch ons ´Coba. Daarmee wordt gezegd: zo herkennen we hem of haar en dat kan duiden op positieve en/of negatieve uitingen en karaktertrekken. Maar hoe ze ook zijn, ze blijven ´van ons´ en ze blijven de kinderen van ons´Pa. Ze hoeven niet te veranderen, ze mogen zichzelf zijn. Al die ´anderen´ maken de samenleving veelkleurig. En zo staat het ook in onze Constituties, onze leidraad door dit leven. Elkaar aanvaarden in Liefde en overgave, voor elkaar hulp en aanvulling zijn, ieder tot zijn recht laten komen en zo samen gelukkig zijn’. Vader, ik heb er behoefte aan even contact met U te maken en U al mijn broers en zussen met wie ik dit leven deel in herinnering te brengen. Leer mij zien met andere ogen; leer mij door anderen heen zien naar de kern van hun bestaan. Leer mij mijn zintuigen te wantrouwen als ik de ander tegenkom. Behoed mij voor het snelle oordelen dat zo vaak leidt tot veroordelen. Leer mij de ander zijn anders-zijn te gunnen en ervan te genieten. Zo bid ik U door uw Zoon en in uw Geest die in mij bidt met onuitsprekelijke verzuchtingen. Amen


Artikel 3 Toen de volheid van de tijd gekomen was, heeft God zijn Zoon gezonden, Jezus, geboren uit een vrouw. (vgl. Gal. 4:4) Hij is ons gegeven als de Weg, de Waarheid en het Leven (vgl. Joh. 14:6) In Jezus’ Naam zendt de Vader ons de Geest, de Helper, die ons alles leert en in herinnering brengt wat Hij ons gezegd heeft. (vgl. Joh. 14:26) Meditatie In deze tekst kan ik het hele heilsplan van God, Vader, Zoon en heilige Geest, terugvinden: de geboorte en het leven van Jezus en zijn dood en verrijzenis. We leven nu in de tijd van de Geest die Jezus alleen kon zenden als Hij heenging. De Geest, de Parakleet, de ‘erbij-geroepene’, de Advocaat (advocare), de Pleiter en Helper. De Spiritus, de Adem. We leven op het ritme van de in en uitademing, van de inspiratie en de expiratie. We gaan naar binnen op de inademing en keren in onszelf. We verwijlen bij de Geest, die ons bewoont en bidt en smeekt naar God; we overleggen met Hem, bron van Wijsheid, Verstand, Raad en Sterkte, Godsvrucht en Wetenschap. We gaan in gesprek met Hem, die alles leert en ons alles in herinnering brengt wat Jezus gezegd heeft. Dan ademen we uit en treden naar buiten. Vanuit de inkeer in de meditatie gaan we de dag tegemoet of sluiten we hem af, begeven we ons op weg of leggen ons te ruste. Vader in de hemel, nu, op dit moment keer ik mij naar binnen. Ik wil uw Geest ontmoeten om van Hem te vernemen hoe ik zo weer verder moet op de Weg om waarachtig te kunnen leven. Ik sluit mijn zintuigen. Houd ver van mij al het rumoer dat op mij afkomt, zodat ik in het suizen van de zachte bries de stem mag vernemen die mij doet leven. Zo bid ik U.


Samengeroepen Artikel 4 Met velen vormen wij de Kerk van Jezus Christus. Wij willen Hem van nabij volgen en, samen met Hem, een teken zijn van verlossing en heil voor iedereen. In de Bergrede geeft Jezus ons daartoe opdracht en biedt Hij ons perspectief. Meditatie Als leden van de Kerk voelen wij ons met de Verrezen Heer en met elkaar verbonden. Maar met dat gemeenschapsgevoel zijn we er nog niet. De onderlinge band krijgt concreet gestalte als wij de leer van Christus, kort samengevat in de Bergrede, in praktijk proberen te brengen, iedere dag weer opnieuw, met vallen en opstaan. In het onderhouden van de aanwijzingen in die Bergrede komen wij bij de kern van de navolging die bestaat in het beleven van de Liefde als het hoogste gebod. Liefde die zich uit in vergevingsgezindheid en barmhartigheid. Je zou de Bergrede een verdichting van het Evangelie kunnen noemen, het evangelie in zakformaat, het evangelie in een notendop. Op de vraag: ‘Hoe moet ik dan mijn saamhorigheidsgevoel in de Kerk van Jezus Christus meer doen zijn dan een gevoel alleen?’, krijg ik in de Bergrede het antwoord. Goede Meester, ik wil U danken voor de concrete aanwijzingen die ik vind in de Bergrede. Samen met vele anderen proberen wij uw leer in praktijk te brengen. Zo willen wij een tegenbeweging op gang brengen tegen de haat en het geweld in onze wereld. Dat wij steeds meer als uw navolgers herkenbaar zijn aan het: ‘Zie, hoe zij elkaar liefhebben’.


Artikel 5 Onze congregatie is een deel van de Kerk. In religieuze broederschap verbinden wij ons tot ongehuwd leven, tot gehoorzaamheid en armoede, in de geest van het evangelie. Wij worden elkaar gegeven en wij aanvaarden elkaar om samen te leven, te bidden en te werken Meditatie Onze congregatie is een deel van de Kerk. Wij zijn geen bloedbroeders, maar vormen een religieuze broederschap, die ons samenbindt door onze geloften van ongehuwd leven, gehoorzaamheid en armoede in de geest van het evangelie. Wij hebben elkaar niet uitgekozen: er bestaan geen familiebanden, of toch? God heeft ons uitgekozen tot de familia Dei; onze gemeenschap overstijgt alle natuurlijke banden. Wij weten ons kinderen van één Vader, die ieder van ons – zonder voorwaarden vooraf – liefheeft. En wat doen wij? Als wij elkaar aanvaarden, wil dat ook zeggen dat we aan onze omgang met elkaar geen voorwaarden vooraf stellen, maar dat we van de ander houden zoals hij of zij is. ‘Zie eens hoe zij elkaar liefhebben’. Stralen wij dit als kloosterlingen nog uit naar onze medemensen, binnen en buiten de muren van ons klooster? Goede God, wij vragen U blijheid en opgewektheid van geest zodat de mensen om ons heen ervaren mogen hoe goed het is als broeders samen te wonen. Schenk ons de vruchten van uw Geest: goedheid, zachtheid en geduld en bovenal vrede en vreugde. Zo bidden wij U.


Artikel 6 Maria is de patrones van onze gemeenschap onder de titel van: Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart. Zij wijst ons op haar zoon Jezus, die zachtmoedig en eenvoudig van hart is, die rust en verlichting schenkt aan wie uitgeput en onder lasten gebukt tot Hem gaan. (vgl. Mt. 11: 28-2) Meditatie De moeder-kindverhouding is een gegeven dat altijd weer verwondering opwekt. Het is iets van zuivere en oprechte schoonheid. Als je soms in de media leest of hoort over ontaarde moeders,wekt dat weerzin op, zonder je over een mogelijke schuldvraag een oordeel te kunnen vormen. Je voelt vanzelf aan dat hier de natuur schade wordt aangedaan. Moeder en kind horen bij elkaar. De patrones van onze congregatie is Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart. Op de afbeeldingen verwijst de moeder naar het hart van haar kind en het kind naar het hart van de moeder. Er is iets wederkerigs. In hun liefde, gesymboliseerd in het hart, zijn zij verbonden. En samen zijn zij bereid die liefde te tonen aan allen die zich tot hen wenden. Het is nog nooit gehoord dat iemand die tot Maria bidt, is afgewezen. De wederzijdse liefde tussen haar en haar zoon staat daar borg voor. Onze Lieve Vrouw van het heilig Hart, devoties geven warmte aan ons geloof. Moge de gloed van de Liefde die het hart van uw Zoon met het uwe verbindt, voor ons een waarborg zijn dat ook wij delen in die liefde. Onder het kruis heeft Jezus u, Maria, ons tot moeder gegeven. Dat ook wij ervaren mogen uw kinderen te zijn, gekoesterd in moederlijke aandacht en tederheid.Â


Gezonden Artikel 7 Onze gemeenschap bestaat niet alleen omwille van zichzelf. Wij zijn geroepen om gezonden te worden, ‘op tocht te gaan en vruchten voort te brengen die blijvend mogen zijn.’ (Joh. 15: 16) Zoals Jezus door de Vader gezonden werd, zo zendt Hij ons, om lief te hebben, om gerechtigheid te doen en daardoor vrede te bewerken; om mensen Gods belofte te laten ervaren: Ik zal er zijn voor u. Meditatie ‘Ik zal er zijn voor u’: een van de vele godsnamen. Of zoals een inleider op een recollectiedag het vertaalde: ‘Ik kom er aan!’ Het klonk enigszins dreigend, maar in de context waarin het gezegd werd, werd het goed opgevat. Het ging die dag namelijk over het verhaal van de Uittocht uit Egypte. God had het klagen van het volk gehoord en vond het moment gekomen zijn kracht te openbaren. Een van onze taken is troostend in het leven van mensen aanwezig te zijn. Er is zoveel verborgen leed en door een luisterend oor te bieden, voelen mensen zich gesterkt. Zo kunnen wij God present stellen al is het alleen maar door het simpele zinnetje: ‘Ik zal voor je bidden’. Daardoor brengen wij een dimensie in, die het louter menselijke niveau overstijgt. We bieden perspectief en geven hoop en vrede. Daar kan geen enkele menselijk troost mee worden vergeleken. Het is de troost van een andere orde. Zo kunnen wij ons geloof met anderen delen en weer opnieuw bevestigen. ‘Zoals een moeder haar kind troost, zo zal Ik u troosten’, zegt de Heer. Goede God, maak ons gevoelig voor het leed van anderen. Dat wij niet schromen als gelovige mensen


anderen nabij te zijn in hun vaak verborgen verdriet. Open onze ogen voor de pijn van anderen. Amen Â


Artikel 8 De congregatie aanvaardt vanuit de Kerk de opdracht zorg te dragen voor jonge mensen op hun levensweg. Als de omstandigheden dat vragen, zullen wij beschikbaar zijn om, in dienst van de naaste, ook andere taken op ons te nemen. Meditatie Opnieuw is er in dit artikel sprake van de Kerk, de gemeenschap van gelovigen rond de Christus, de Verrezen Heer, die onder ons aanwezig blijft door zijn Geest. Vanuit die gemeenschap krijgen wij een opdracht met een speciaal accent: ‘Zorg dragen voor jonge mensen op hun levensweg’. Dat hebben wij gedaan in het onderwijs en de opvoeding en in de jeugdbeweging, ondersteund door medebroeders die ons in staat stelden ons geheel aan deze taak te wijden. In die traditie staande, voelen we ons nog steeds verbonden met onze overleden medebroeders, die ons het vak leerden en met wie wij als collega’s een band vormden, want wij werkten aan ‘onze’ projecten. Als gepensioneerden blijft onze zorg voortduren in het gebed voor onze oudleerlingen. We hopen dat het hen goedgaat en hebben spijt over de fouten die wij in ons werk maakten. Omdat wij als religieuzen nooit gepensioneerd worden, werken wij zo mogelijk nog door in andere taken: gevangenen en zieken bezoeken, schrijven voor Amnesty, betrokkenheid op vluchtelingen en asielzoekers, en bij het steeds ouder worden de grotere betrokkenheid op en belangstelling voor onze huisgenoten en onze verzorgingsbehoevenden, die wij willen behoeden voor vereenzaming Wij vragen, Heer, onze oren te openen voor uw Geest zodat het werk van onze congregatie mag blijven voortgaan volgens uw bedoelingen en tot zegen van velen. Amen.


Artikel 9 Wij willen ons laten leiden door het woord van Jezus, de Mensenzoon: ‘Al wat gij gedaan hebt voor een dezer geringsten van mijn broeders, hebt gij voor Mij gedaan’. Bij voorkeur zullen wij de armen nabij zijn. Daarbij staat ons voor ogen het voorbeeld van Vincentius a Paulo, die de arme zelf beschouwde als zijn meester. Meditatie Deze tekst doet mij denken aan de legende rond St.-Martinus. Met de halve mantel die hij aan een bedelaar gaf, bleek later de Heer zelf bekleed te zijn. Als de gelofte van armoede die wij hebben uitgesproken waar en eerlijk is, zullen wij ons bij onze soortgenoten thuisvoelen. Bij dak- en thuislozen, bij bijstandsmoeders en werkelozen, bij gevangenen en vluchtelingen. Bij alle mensen die moeten leven op of onder het bestaansminimum. De gedachte aan al deze lievelingen van de Heer, kan ons ook tot nadenken stemmen over ons bestedingspatroon, ons consumeren en consuminderen. De gedachte ‘Kan het wat minder?’ schept solidariteit met die groep van mensen die onvrijwillig, zonder de gelofte van armoede te hebben uitgesproken, het meest noodzakelijke missen. De gedachte aan de mensen in de zogenaamde derde en vierde wereld, kan ons helpen de gelofte van armoede niet tot een dode letter te laten worden op het geduldige papier van onze Constituties. ‘’De armen zijn jullie meesters” zei Vincentius a Paulo, en hij voegde eraan toe: “Het zijn harde meesters”. Heilige Vincentius a Paulo, wij mogen God danken dat wij in u iemand gevonden hebben die zich thuisvoelde bij arme mensen. Dat ook wij ons niet schamen het op te nemen voor al die gebrekkigen die ons pad kruisen en in wie God ons aanziet. Amen.


EEN VAN GEEST EN HART IN HET VOLGEN VAN JEZUS VAN NAZARETH Artikel 10 Langs wegen van gewoon menselijke omstandigheden en invloeden, hebben wij ons laten roepen tot religieus gemeenschapsleven in onze congregatie. Wij geloven dat het eigenlijk God is die roept. Hij komt ons met zijn genade tegemoet. Wij herkennen in ons eigen leven het woord van Jezus tot wie Hem volgden: ‘Niet gij hebt Mij uitgekozen, maar Ik u…’ (Joh. 15: 16) Hij nodigt ons uit Hem te volgen en te delen in zijn leven. Wij beantwoorden zijn uitnodiging persoonlijk; wij doen dat als lid van de congregatie, samen met onze medebroeders. In deze gemeenschap willen wij elkaar bevestigen en bemoedigen, elkaar inspireren en uitdagen, Meditatie Het is vaak moeilijk onder woorden te brengen waarom ik frater ben geworden. Weet ik het zelf wel? Zoals een jongen en een meisje dikwijls niet kunnen uitleggen wat verliefdheid is, zo is het ook moeilijk om te vertellen over de aantrekkingskracht van God op een mens. ‘U hebt mij verleid en ik heb mij laten verleiden’. Het is een charisma. Deze manier van leven verheft mij niet boven een andere levensstaat, maar dit is mijn roeping zoals ook het huwelijk een roeping is en het ook een roeping kan zijn niet te huwen. Dicht bij God willen zijn en Hem boven alles stellen. Een geheim tussen God en mij, een ideaal waaraan ik af en toe eens beantwoord, maar waar ik naar blijf verlangen. Mijn God en mijn Al. ‘In het klooster’ dat is ‘in God’. Deze uitdrukking staat als tekst op mijn professieprentje, maar er staat ook: ‘Misericordias Domini in aeternum cantabo: de barmhartigheid van de Heer zal ik in eeuwigheid bezingen (ps. 88). Tussen deze twee polen voltrekt zich mijn leven. Door en in deze inspiratie wil ik met mijn medebroeders leven: wij trachten allen ‘in God’ te verblijven, met vallen en opstaan, om eenmaal Hem van Aanschijn tot Aanschijn te mogen aanschouwen. Barmhartige God, als kleine mens, als geschapen wezen,


beweeg ik mij op hoog niveau: U trekt mij aan, bij U wil ik wonen in U wil ik zijn. Houd het vuur van het begin gaande en wakker dat elke dag weer aan. Zo bid ik U, door uw Zoon en in uw Geest die in mij bidt met onuitsprekelijke verzuchtingen. Â


Artikel 21

Met het doel dat de congregatie zich stelt, willen wij gehoor geven aan de roepstem van God in mensen. Wij moeten ons bewust blijven wat die doelstelling van ons vraagt en ons daar regelmatig op bezinnen. Jezus gaat ons daarin voor: herhaaldelijk trekt Hij zich terug om opnieuw de bedoelingen van zijn Vader te beluisteren, zijn handelen daarop af te stemmen en zijn vertrouwelingen de weg te wijzen. Meditatie Als je je bewust wilt blijven van wat God van je vraagt, zul je in jezelf moeten keren. Het is als met de in- en uitademing, de inspiratie en de expiratie. We ademen in, keren in onszelf om als het ware aan God te vragen: ‘’Hoe moet ik verder? Wat vraagt U nu, vandaag van mij? Hoe los ik dit probleem op?’’ ‘Zoals de ogen van een slaaf de handen van zijn heer volgen en de ogen van een slavin de hand van haar meesteres, zo volgen onze ogen de Heer, onze God.(ps. 123,2) We gaan bij God te rade, overleggen met Hem, en treden dan naar buiten, we ademen uit, om te handelen in zijn Geest, de Spiritus. En zo bewegen wij ons op het ritme van het leven, het ritme van de ademhaling. Moge het zo zijn dat evenals het ademen ons geen moeite kost en wij daar geen extra aandacht aan hoeven te besteden, ook de inkeer tot God met ons leven verweven wordt en wij daar niet meer buiten kunnen. Heer Jezus, U gaat ons voor als een hard werkende en stil biddende mens. Leer ons de weegschaal van actie en contemplatie in evenwicht te houden, want als de een doorslaat ten koste van de ander zijn wij niet op de goede weg. Maak van ons werk en gebed een onlosmakelijke eenheid. Zo bid ik U.


Artikel 11 Elke dag proberen wij in te gaan op de uitnodiging van Jezus. Hij is voor ons de Weg, de Waarheid en het Leven. (vgl. Joh. 14:6) De gezindheid die Hem bezielde willen wij tot de onze maken. Daarvoor is nodig dat wij zijn leven, zijn woorden en daden veelvuldig overwegen. Meditatie In onze vormingstijd hebben wij leren mediteren. ’s Avonds van te voren kon je al met de meditatietekst kennismaken. Je ging er als het ware mee de nacht in. In de vroege ochtend, de geëigende tijd voor het gebed, diepte je de tekst meer en meer uit. Het woord ‘ruminare’ viel, herkauwen, een tekst om- en omkeren en onder allerlei invalshoeken bekijken en beluisteren. Je kon de tekst omringen met verlangen, met geloof, hoop en Liefde. ‘Blijf als pasgeboren kinderen begerig naar de onvervalste geestelijke melk’, zo zongen we op onze professiedag: Quasi modo geniti infantes. Hier moet ik denken aan de profeet tegen wie gezegd werd:’Eet die boekrol op!’ Sterker kan het niet gezegd worden om aan te geven hoe je één moet worden met de woorden die je zijn voorgehouden. Maar, als zwakke mensen, ervoeren we vaak dat we de goede gedachten die bij de meditatie werden opgewekt, spoedig waren vergeten in de drukte van de dag. Daarom schrijf ik een enkel woord of een korte verwijzing naar de ochtendmeditatie wel eens op een briefje dat ik dan die dag bij me draag en af en toe lees. Zo wandel je met God. In het klooster: dat is in God. God is mijn klooster. Ik bid U, Heer mijn klooster te zijn, nu, vandaag, vannacht en morgen. Scherm mij af van alles wat mij van U verwijdert en laat mij wandelen met U in de drukte van deze dag. Zo bid ik U, door uw Zoon en in zijn Geest. Amen.


Artikel 12 Wij weten dat wij herhaaldelijk tekort schieten, dat onze krachten ontoereikend zijn; maar als wij aan Hem vasthouden mogen wij vertrouwen op zijn woord: ‘Blijf in Mij, dan blijf Ik in u… Ik ben de wijnstok, gij de ranken. Wie in Mij blijft terwijl Ik blijf in hem, die draagt veel vrucht, want los van Mij kunt gij niets… Dit zeg Ik u, opdat mijn vreugde in u moge zijn en uw vreugde volkomen moge worden. (Joh. 15: 4-11) Meditatie Dit artikel is als het ware een vervolg op het voorgaande. Het spreekt weer over de verbondenheid met de Heer, maar voegt er wel een element aan toe. Die verbintenis met de Heer, zo mooi geschetst in de symboliek van de wingerd en de ranken, benadrukt dat we zonder Hem tot niets in staat zijn. Wij zijn, om een ander beeld te gebruiken de hamer, maar hij is de timmerman, wij zijn de beitel, hij de beeldhouwer. Wij zijn slechts instrumenten in zijn hand. ‘Los van Mij kunt ge niets’. Een nogal absolute uitspraak. Een uitspraak die ons tot nadenken stemt als we onze ‘goede daden’ beschouwen. Een uitspraak die ons de H.Theresia van Lisieux doet begrijpen die na een periode in haar leven vol van grote, ja minutieuze toeleg op goede daden, tot de overtuiging kwam, dat het je laten beminnen beter was dan het zelf in de Liefde actief-zijn. Genieten van Gods oneindige Liefde voor jou, opdat je vreugde volkomen moge worden. Heer Jezus, vandaag wil ik genieten van enkele uitspraken van de kleine Theresia. Zij zegt dat U bemind wordt als U mij ten volle màg beminnen. Dat ik U bemin als ik me geheel en al door U lààt beminnen. Die verruimende gedachte dat U uw Liefde in mij kwijt wil, doet me begrijpen hoe groot uw Liefde is. Open mijn hart voor uw onvoorwaardelijke Liefde.


Artikel 13 De gezindheid van Jezus is zo wezenlijk voor ons leven, dat wij elkaar erop mogen aanspreken. Iemand aanspreken vraagt moed. Als wij aangesproken worden ervaren wij dat wij kwetsbaar zijn. Als wij elkaar benaderen uit oprechte zorg, met respect, in goede verstandhouding en in vriendschap, en in die geest dit ook van elkaar aanvaarden, zal het ons leven ten goede komen. En mochten wij elkaar tekort doen, dan moet er ruimte zijn voor verzoening Meditatie Zoals in de Schrift passages staan die wij maar het liefst overslaan bij het lezen, zo vergaat het mij ook bij het lezen van dit artikel. Ik moet mij allereerst afvragen of ik wellicht mijzelf als norm stel in de omgang met andere mensen. En als ergens wijsheid gevraagd wordt, dan zeker bij het oordelen over het gedrag van de ander. Er wordt moed gevraagd om de ander op zijn gedrag aan te spreken. Want we zijn bang dat we de volle laag over ons heen krijgen. Je trots, je positieve gedachten over jezelf, kunnen door op- en aanmerkingen een gevoelige knak krijgen. Je kunt er dagen lang van streek over zijn en de ander alle lelijks toewensen. Totdat je tot de overtuiging komt dat die ander gelijk had en zelfs dankbaar worden voor het verkregen inzicht in je gedrag. Geest van Wijsheid, Geest van Raad, Ik roep uw hulp in om juist te handelen wanneer ik twijfel of ik moet spreken of zwijgen. Dat de Liefde in alle gevallen de norm mag zijn voor mijn gedrag in deze. Zo bid ik U. Â


Artikel 14 De gezindheid van Jezus zal in ieder van ons eigen accenten krijgen. In het Lichaam van Christus zijn wij ledematen, die aangewezen zijn op elkaar, in verscheidenheid van aard, gaven en talenten. Ieder draagt het zijne bij tot een goed geheel, tot opbouw van de gemeenschap. Zo kunnen wij, in verscheidenheid, een waardevolle eenheid vormen. Meditatie Eén lichaam met ledematen, zintuigen en organen. De gedachten gaan uit naar wat Paulus hierover zegt in de Brief aan de Romeinen (Rom. 12, 4-5): ‘Want zoals het menselijk lichaam vele ledematen heeft en niet alle ledematen dezelfde functie hebben, zo vormen wij allen tezamen in Christus één lichaam, en ieder afzonderlijk zijn wij elkaars ledematen.’ Zo is het eigenlijk ook in onze maatschappij. Er zijn doktors en advocaten, bakkers en timmerlui, om maar enkele beroepen te noemen. En als de waterleiding het af laat weten, moeten we niet bij de psycholoog zijn, maar bij de loodgieter. Als er tekorten ontstaan in een of andere beroepsgroep, merken we dat meteen. Zo vallen in Nederland soms lessen uit door een tekort aan docenten. Ook in onze communiteiten wonen mensen met verschillende capaciteiten. En daar mogen we blij om zijn, want vaak profiteren wij daarvan. Het is een goede oefening de namen van onze medebroeders eens op een rijtje te zetten met achter elke naam een goede eigenschap. En als we dan niets kunnen vinden, kunnen we nog altijd Theresia van Lisieux navolgen die vond dat een bepaalde medezuster waar ze moeite mee had, zo mooi kon schrijven… Goede Vader, leer ons te genieten van de goede eigenschappen van onze medebroeders. Laat ons dankbaar zijn dat wij zo de eenheid in onze communiteiten kunnen handhaven en bevorderen. Zo bid ik U.


Artikel 15 Als goede beheerders zullen wij Gods gaven doelmatig in dienst stellen van onze zending voor het heil van de mensen, met bijzondere zorg voor de meest hulpbehoevenden. Jezus stelde aan zijn Liefde geen grenzen. Hij gaf een bewijs van zijn Liefde tot het uiterste toen Hij bij het Laatste Avondmaal de voeten van zijn leerlingen waste. En Hij sprak tot hen: ‘’Begrijpt gij wat Ik u gedaan heb? Gij spreekt Mij aan als Leraar en Heer, en dat doet gij terecht, want dat ben Ik. Maar als Ik, de Heer en Leraar, uw voeten heb gewassen, dan behoort ook gij elkaar de voeten te wassen. Ik heb u een voorbeeld gegeven, opdat gij zoudt doen zoals Ik u gedaan heb.’’ (Joh. 13: 12-15) Meditatie Dat het steeds over de Liefde gaat, blijft maar door-echoën in de artikelen uit het tweede hoofdstuk van onze Constituties, dat als titel draagt:’ Een van Geest en hart in het volgen van Jezus van Nazareth’. Geloof, hoop en Liefde, maar de Liefde is het voornaamste (1Kor. 13:13). In artikel 14 ging het over de gaven en talenten die ieder bezit. In dit artikel wordt benadruk dat het Gods gaven zijn die wij bezitten en mogen gebruiken, vooral voor de meest hulpbehoevenden. Johannes die als enige evangelist geen instellingswoorden van de eucharistie vermeldt, benadrukt in zijn evangelie tijdens het Laatste Avondmaal de Voetwassing. De voetwassing als de concrete invulling van: ‘’Doe dit tot mijn gedachtenis’. Elkaar de voeten wassen. Je klein maken en elkander hoger achten dan jezelf. En dan, zoals ons in het noviciaat werd voorgehouden niet ‘elkander’, maar ‘elk-ander’. Richten wij ons gebed tot de Heer die zijn leven gaf voor ons allen; Heer, beschaamd moeten wij erkennen dat we nog ver verwijderd zijn van Liefde tot het uiterste. Kom onze onmacht te hulp. Zo bidden wij U.


GEROEPEN TOT ONGEHUWD LEVEN IN EVANGELISCHE GEHOORZAAMEID EN ARMOEDE Artikel 16 Jezus laat ons zien, hoe mensen werkelijk deel kunnen hebben aan het heil, dat God voor iedereen bestemd heeft. Hij kondigt het aan in de zaligsprekingen; het krijgt concreet gestalte in zijn eigen leven en in de mensen die met Hem op weg gaan. Ook ons wekt Hij op om in die geest te leven, tot heil van onszelf en van anderen. Meditatie In het evangelie komen we weerbarstige teksten tegen. Teksten waarop we reageren met: ‘Hoe kan dat nou? Hoe kun je dat nou maken?’ Zo schetsen alle parabels ons een andere wereld. In elke parabel zit een schokeffect. Bij een eerste lezing zijn we vaak geneigd de tekst af te wijzen. Zo vergaat het mij ook bij het lezen van de Zaligsprekingen. Als ik ze lees, word ik uit mijn wereld weggehaald; ik kom terecht in een goddelijke wereld, waar woorden klinken als: ‘Mijn gedachten zijn niet uw gedachten’. Zalig de armen, de verdrietigen, de zachtmoedigen, zij die vervolgd worden: zo klinkt het. En ik schud mijn hoofd; het klinkt anders dan ik gewend ben. Die uitspraken zetten me wel aan het denken en prikkelen mij. Ze ontnemen mij mijn zekerheid. Ze tillen mijn leven op een ander niveau. Zijn daar die teksten voor bedoeld? Ze zeggen mij: ‘Je bent wel snel in je onbegrip. Probeer binnen te dringen in wat er staat en weet dat je met een oppervlakkige lezing van de woorden uit de Schrift niet kunt volstaan en ontsnappen. Bron waaruit ik leef, God, leer mij eerbiedig en biddend om te gaan met woorden uit de Schrift. Waardevolle aanwijzingen vind ik daar met een rijke inhoud en diepte. Laat me die woorden koesteren in de stilte van mijn hart. Zo bid ik U.


Artikel 17 Wij hebben ervoor gekozen, op de uitnodiging van Jezus in te gaan door in gemeenschap te leven, in evangelische gehoorzaamheid en armoede en ongehuwd omwille van het Rijk Gods; een ideaal, dat wij oprecht willen nastreven. Wij verbinden ons daartoe onder geloften ten overstaan van God en van de geloofsgemeenschap, de Kerk. Tevens verbinden wij ons aan elkaar als medebroeders binnen onze congregatie. Het is goed om die verbintenis regelmatig te hernieuwen. Dat kan ons helpen er trouw aan te blijven, en de geloften een levende werkelijkheid te laten worden. Meditatie Het Rijk Gods, het Rijk der Hemelen, kun je omschrijven als de wereld zoals God zich die droomt. Een ideaal dat je na mag streven en waarvoor blijkbaar de kloostergeloften goede hulpmiddelen zijn. Een van de voordelen van het ongehuwd leven is dat je extra tijd krijgt om aan dat ideaal te werken. De gelofte van armoede en onthechting kan je doen openstaan voor niet-materiĂŤle zaken en de gehoorzaamheid zet je oren wijd open voor de inspraak van de heilige Geest. Door de steun en het voorbeeld van medebroeders die met jou dit leven delen, word je geholpen. En het hernieuwen van die geloften kan steeds weer een liefdevolle ontmoeting zijn met degene aan wie je je door die geloften hebt overgegeven. Liefdevolle God, ik vraag U dat elke geloftenhernieuwing niet het uitspreken van een tekst, maar een ontmoeting mag zijn met U aan wie ik mijn manier van in het leven staan heb toevertrouwd. Zo bid ik U.Â


Delen in Jezus’ gehoorzaamheid Artikel 18 Ons gehoorzamen heeft evangelische waarde als wij daarin deelgenoten zijn van Jezus. Zijn wijze van gehoorzamen moet een kenmerk zijn van ons leven. Meditatie ‘Vrienden noem Ik jullie, omdat ik alles wat Ik van de Vader heb vernomen, aan jullie heb meegedeeld.’ (Joh. 15:15b) In het evangelie staat enkele malen dat Jezus zich terugtrok in gebed. We mogen aannemen dat niet alle momenten waarop dit gebeurde vermeld staan. Wel viel het de apostelen op, gezien hun vraag: ‘Heer, leer ook ons bidden’. Jezus was afhankelijk van zijn Vader. In het gebed dat hij zijn leerlingen leerde, het Onze Vader, stelt hij in de eerste strofen de eer en de wil van de Vader voorop. We mogen veronderstellen dat in zijn nachtelijke gebeden het Onze Vader de eerste plaats heeft ingenomen. De band met zijn Vader was uitermate sterk en steeds vroeg Hij zich af of zijn wil en zijn optreden overeenkwamen met de wil van de Vader. Daar leefde Hij van. Zo kunnen ook wij in ons gebed en meditatie het evangelie overwegen om te zien in hoeverre ons leven daaraan beantwoordt, in welke mate wij gehoorzaam zijn aan de richtlijnen die ons daar worden gegeven. Heer Jezus, in uw gebeden hebt u de stem van de Vader beluisterd. Dat ook wij door biddend het evangelie te overwegen daarin de weg mogen vinden die naar de Vader leidt. De weg van nederigheid en gerechtigheid, de weg die ook U gegaan bent in uw dagelijkse gang door het leven. Zo bid ik u.


Artikel 19 Jezus geeft zich in liefde over aan de wil van de Vader. Hij laat zich door zijn Vader roepen en zenden. In de brief aan de Hebreeën worden Hem woorden van psalm 40 in de mond gelegd: ‘Gij hebt voor mij een lichaam bereid, mijn dove oren geopend… Hier ben Ik… Ik ben gekomen, o God, om uw wil te doen. Het is mijn hartenwens; uw wet is binnen in mij gegrift’. (vgl. Ps. 40: 7-9) Zo wil Jezus beschikbaar zijn voor het Rijk Gods, dat gerechtigheid en vrede brengt.

Meditatie In dit artikel wordt weer de nadruk gelegd op de geïnspireerde teksten als bron om ons leven vorm te geven volgens Gods bedoeling. Een vergelijking is hier op zijn plaats. Vaak zien we mensen – soms als gevolg van een discussie of een woordenwisseling – een woordenboek of encyclopedie ter hand nemen of iets opzoeken op internet. Ze zijn dan op zoek naar de waarheid (of willen per se gelijk hebben…). Zo zou de Schift benut moeten worden om op te zoeken hoe te leven volgens Gods wil en bedoeling. De Schrift als onze dagelijkse literatuur. De Schrift lezen, niet als een boek uit het verre verleden, maar als ons verhaal. Wij zijn de farizeeër en ook de tollenaar, de wonderverhalen gaan over ons, de parabels zijn teksten uit ons dagelijks leven. De grote thema´s uit het Eerste Testament, uit de Boeken van Mozes, de verhalen over de Uittocht en het binnentrekken in het Beloofde Land, de ontrouw van het volk, ze slaan op ons leven en beschrijven onze dagelijkse werkelijkheid. Heb de Schrift lief!

Woord dat ons voedt, houd ons in leven, uitgesproken brood, ons van God gegeven.


Artikel 20 Delen in Jezus’ gehoorzaamheid doet ons luisteren naar wat Gods Geest ons te zeggen heeft. Die Geest spreekt ons toe vanuit de Schrift, maar ook vanuit Kerk en maatschappij, vanuit de eigen gemeenschap en ons eigen hart. Een toetssteen voor het delen in Jezus’ gehoorzaamheid is onze betrokkenheid bij mensen, die niet of moeilijk tot hun recht komen, mensen zowel binnen onze gemeenschap als daarbuiten. Het is God zelf die ons te hulp roept. Meditatie ‘God, ik zal Jou wel helpen!’: een uitspraak van Etty Hillesum, een joodse vrouw en mystica, die in de oorlog van 1940-1945 in het concentratiekamp is omgekomen. Het klinkt heel vertrouwelijk dat aanspreken van God met ‘Jou’, wel met een hoofdletter. ‘Reken maar op mij, God’ In de twee vorige artikelen werd gehoorzamen geplaatst onder het gezag van de H. Schrift. In dit artikel wordt weer de nadruk gelegd op het doen van het Woord. De mooiste tekst die ik ooit op een preekstoel vond, was: ‘Zalig zij die het Woord van God aanhoren en onderhouden.’ In de Schrift is de aandacht voor de armen een van de hoofdlijnen. En dat geldt voor de materiële armen, maar ook voor hen die op welke manier dan ook worden achtergesteld vanwege huidskleur, ras, geaardheid of religieuze overtuiging. Bijstandsmoeders, wezen en weduwen, minder begaafden, gevangenen, zieken, daklozen en alle andere lievelingen van de Heer. Dat wij ze - zoals de Heer deed - liefdevol aanzien en handelen naar vermogen. Wat ge aan de minsten van de mijnen hebt gedaan, hebt ge aan Mij gedaan. Dat ook wij bij het oordeel mogen vernemen: ‘Ik was ziek en jullie hebben Mij opgezocht, naakt en jullie hebben Mij gekleed. Ik had honger en jullie hebben Mij te eten gegeven. Ik had dorst en jullie hebben Mij te drinken gegeven. Kom binnen in mijn vreugde.


Artikel 22 De Geest is werkzaam in het leven, dat groeit en verandert. Zo doet Hij, op steeds nieuwe wijze, een beroep op ons. Het appel van de Geest zullen wij heel persoonlijk, en wellicht ook verschillend, verstaan. Wij moeten er voor zorgen, dat de inbreng van ieder een juiste plaats krijgt in onze gezamenlijke dienst aan het Rijk van God. Meditatie De Geest waait waar Hij (Zij) wil. De Geest is een en al beweeglijkheid en het tegendeel van verstarring. Onze lichamelijke en geestelijke groei wordt door de Geest bevrucht. Elke dag, ja elk uur kunnen wij iets nieuws verwachten van diezelfde Geest. Maar daarvoor is het nodig ‘thuis’ te zijn, onze ontvangstapparatuur aan te hebben staan, de stekker niet uit ons telefoontoestel te trekken. Thuis zijn in ons binnenste, want Hij (zij) komt op een uur dat je het niet verwacht. Thuis zijn door overmatige spanning, onrust en drukte te vermijden, door materiële zaken op de juiste waarde te behartigen, door de ascese van het gebed op het vastgestelde uur, door het waken over onze gedachten en gevoelens, kortom door een houding van ‘vrij-zijn-van-voor’. Zo kan de Geest zijn (haar) werk doen in de leiding van de Kerk, maar ook in het volk Gods onderweg. In mij, maar ook in mijn medebroeder en medezuster, die wellicht op een andere wijze worden aangesproken, want de Geest waait waar Hij (Zij) wil… En wie ben ik om die werking in anderen te beoordelen? Geest, die mij bewoont, in de arbeid bent U de rust, in de hitte de verkoeling, in de droefheid de troost. Verwarm wat koud is, besproei wat verdord is, maak recht wat krom is. Geef aan uw gelovigen die op U hun vertrouwen stellen uw zevenvoudige gaven. Zo bid ik U door Jezus Christus die zijn Geest heeft toegezegd aan allen die erom smeken. Amen.


Artikel 23

In de gelofte van gehoorzaamheid kiezen wij voor een leven waarin wij, in broederlijke liefde, ons beschikbaar stellen voor de gemeenschap, met onze tijd en kwaliteiten, met onze ambities en zienswijzen, met heel onze persoon. Als wij echt saamhorig zijn, met wederzijds respect, staan wij welwillend open voor elkaar, erkennen wij onze onderlinge afhankelijkheid en laten wij ons door elkaar gezeggen. Meditatie Het gaat in dit artikel o.a. over onze ambities en zienswijzen en onze kwaliteiten. In een gemeenschap van mensen die elkaar niet hebben uitgekozen, ervaren we dagelijks de verschillen die er tussen ons bestaan. Ieder heeft een eigen verleden. Ieder is op een eigen wijze gevormd. De een is anders ontwikkeld dan de ander; allen hebben wij verschillende interesses. Allen vormen wij een bonte verzameling van mensen, met verschillende voorkeuren en karakters. Zo vormen we een afspiegeling van de maatschappij. Dit alles kan aanleiding zijn tot onderlinge rivaliteit en gekissebis. Tot gelijkhebberij en woordentwist. Maar het is ook mogelijk de opvattingen van de ander als rijkdom te beschouwen en te benutten om onze eigen mening opnieuw te overwegen en zonodig te relativeren.Dat vraagt eerbied en respect en bevordert het vredelievend samenzijn. Zie, hoe goed en vreugdevol het is als broeders samen te wonen.

God, ik wil U danken voor de gelegenheden die U mij biedt zachtmoedig en nederig te worden. Te midden van allerlei slag mensen speelt mijn dagelijkse leven zich af. Geef mij luisterbereidheid en geduld om de meningen van de ander te aanhoren en erover na te denken. Zo bid ik U.


Artikel 24 We moeten ons laten leiden door de geest van eenvoud, die altijd een kenmerk van de congregatie is geweest. Dit houdt in, dat wij enkel uit zijn op Gods werk, op wat Hij in zijn liefde wil. Als wij elkaar zo ervaren, zullen wij God zelf en zijn gezag in de ander herkennen. Dat is in wezen het gezag dat onder ons moet gelden. Het is van belang ons daarvan bewust te zijn, ook als wij medebroeders in gezagsposities plaatsen. Meditatie God houdt van ons zoals we zijn. Hij vraagt niet dat we eerst bepaalde deugden aanleren of ondeugden afleren alvorens Hij ons kan liefhebben. God kan niet zoveel. Hij heeft twee linkse handen. Hij kan alleen maar liefhebben zonder voorwaarden vooraf. Wie eenvoudig liefheeft zoals God, wie dus ‘godvormig’ wil handelen, houdt van de ander zoals hij of zij is, met al zijn/haar goede maar ook vervelende eigenschappen. Wie echt liefheeft, buigt niet op zichzelf terug. Wezenlijk voor de eenvoud is het besef dat de gerichtheid van de mens op God ontstaat vanuit Gods uitnodiging. Als je weet dat God je onvoorwaardelijk bemint, ben je niet meer op zoek naar andere dingen om je bestaan veilig te stellen. Je hebt nog maar oog voor één ding, namelijk voor Gods eindeloze Liefde, en je kunt je nog maar met één ding bezighouden namelijk door deze Liefde met volle teugen te ontvangen. Dat vult je hele leven. Eenvoudige God, neem van mij weg alle zelfoverschatting. Leer mij te speuren naar het goede in de ander. U, die in de medemens aanwezig bent en hem of haar in stand houdt: laat me op het spoor komen van al het goede dat uw aanwezigheid in uw schepselen bewerkt. Leer mij uw invloed ontdekken in onze gezagsdragers en daar eerbiedig mee omgaan. Zo bid ik U door uw Zoon die met U en de Geest leeft in volmaakte eenvoudigheid. Amen.


Artikel 25 De uitoefening van gezag is een liefdedienst aan de gemeenschap. Zij ondersteunt en versterkt de saamhorigheid. Zij, die in overheid gesteld zijn, dragen bepaalde verantwoordelijkheden, maar allen dragen de last en de zorg van de hele gemeenschap mee. Dit vraagt om dialoog. Meditatie Een definitie van gehoorzaamheid luidt: ‘Leven uit gedeeld inzicht’. Uit deze omschrijving klinkt de roep tot dialoog. De overste kan het niet alleen. ‘Twee weten meer dan een’, zo luidt het spreekwoord. Ook in de onderdanen kan de Geest werkzaam zijn. Ook zij hebben ogen en oren. Daarom is het goed de overste over bepaalde zaken aan te spreken; hem te wijzen op mogelijkheden, suggesties en/of voorstellen aan de hand te doen, je zorgen aan hem mee te delen. Ook jouw inbreng is dan een liefdedienst aan de gemeenschap Zorg hebben voor elkaar: dan zijn de anderen geen vreemden meer voor je met wie je toevallig samenwoont, maar medebroeders die ook aan jouw aandacht zijn toevertrouwd. De innerlijk onthechte mens zal, na dit gedaan te hebben, niet verontwaardigd zijn als er met zijn inbreng niets gedaan wordt. En in deze wordt hij gesteund door Jezus van Nazareth die gekomen is om de Wil van de Vader te volbrengen en in zijn laatste uur bad: ‘’Niet mijn wil, maar uw Wil geschiede’’. Heer Jezus, die gekomen bent om de Wil van de Vader te volbrengen maak mij bewust van mijn verantwoordelijkheid voor het reilen en zeilen van onze gemeenschap, onze communiteit. Dat ik met open ogen en oren en vooral met een groot hart bedacht mag zijn op het goede. Geef mij ook de edelmoedigheid mij neer te leggen bij beslissingen waar ik moeite mee heb, bewust van het feit dat een zaak meerdere kanten kan hebben. Behoed mij voor negatieve kritiek in grote zorg voor het welzijn van allen. Zo bid ik U.


Artikel 26 Door van harte mee te werken aan een goede besluitvorming en aan de uitvoering van genomen besluiten, bevestigen wij onze overheden in het gezag dat hun is toegekend, en steunen wij hen in het dragen van de verantwoordelijkheid. Meditatie ‘Eén woord is voldoende’, zo zingen we in een bekend lied. Mediteren rond één woord: het kan rust geven in de veelheid van gedachten die de hele dag door ons hoofd gaan. Eén woord kan vaak de sleutel zijn tot het verstaan van een tekst. Zo bleven mijn gedachten bij het lezen van artikel 26 cirkelen rond het woord ‘steunen’. Het moet een heerlijke ervaring zijn voor mensen die in overheid gesteld zijn als ze zich gesteund voelen door de gemeenschap. Het samen-gevoel geeft kracht om je taak als overste te vervullen. Je hebt zo nu en dan iemand nodig, die zegt: ‘Hert is goed zoals je doet, spreekt, handelt. De steunberen van de gotische kathedralen houden de muren overeind en dragen zo bij tot de pracht van het gebouw. Een communiteit, een lokale gemeenschap, blijft overeind als we van harte meewerken en samen de lasten delen.

Wij vragen U, God om een hartelijke gemeenschap waar het goed toeven is, zowel voor hen die met de leiding zijn belast als voor hen die con amore mee willen werken en mee willen denken. Dat wij elkaar tot steun mogen zijn om één van geest en één van hart het samen vol te houden bij het klimmen van de jaren. Zo bid ik U die met uw Liefde het gebouw in zijn voegen houdt.


Artikel 27 Een overste zal zijn liefdevolle en stimulerende zorg voor de gemeenschap laten samengaan met aandachtige zorg voor het persoonlijk welzijn van de fraters.

Meditatie Ik denk dat dit een van de mooie taken is van het overste-zijn: aandacht voor het individu. Om zo het oversteschap in te kunnen vullen, zal hij zijn medebroeders moeten kennen. Door met hen in gesprek te gaan kan hij vernemen wat er speelt en omgaat en daarop zijn beleid aanpassen. Hij kan regelmatig mensen een plezier doen door aandacht te schenken en door goed te luisteren. Zijn-in-huis-aanwezigheid geeft zeker voor de oudere mens een veilig gevoel. Een overste als vaderfiguur klinkt hier misschien wat vreemd en overdreven in de oren, maar geeft wel precies weer wat met het bovenstaande wordt bedoeld. ‘Gelijke monniken, gelijke kappen’. Dit oude adagium heeft heden ten dage aan geldingskracht ingeboet. De uniformiteit waarmee vroeger de fraters moesten leven heeft plaatsgemaakt voor een meer individuele benadering. En als we overtuigd zijn van het totaal anders-zijn van elke medemens, is dit alleen maar winst te noemen. De een heeft meer behoeften dan de ander. Dit kan spanningen teweeg brengen waarmee we in een grootmoedige en royale houding ten opzichte van elkaar moeten zien klaar te komen Jaloersheid geeft onrust en verstoort de vredige ingekeerdheid. Gelijke monniken, gelijke kappen heeft plaatsgemaakt voor eenheid in pluriformiteit. Goede Vader in de hemel, alle vaderschap ontleent zijn kracht en inspiratie aan U. Leer ons de vrees om hartelijk te zijn overwinnen. Dat wij niet afstandelijk met elkaar omgaan, maar naast ons verstand ook het gevoel als van God gekregen menselijke gave tot ontplooiing laten komen. Maak van ons echte mensen zoals wij door U zijn bedoeld. Uw Zoon is mens geworden. Nu wij nog! Zo bid ik U.


Artikel 28 Wij kunnen ons gesteld zien voor een beslissing van de overheid, die niet strookt met onze eigen inzichten en verwachtingen. Dit is een consequentie van onze keuze voor religieus gemeenschapsleven. Aanvaarding van zo’n beslissing kan ons zwaar vallen. Als zo’n offer van ons gevraagd wordt, mogen wij ons niet onttrekken aan de gehoorzaamheid waartoe wij ons verbonden hebben. Meditatie Gezag en gehoorzaamheid: voor het moderne levensgevoel hebben deze begrippen geen sympathieke klank, omdat ze doen denken aan een ‘Befehl-ist-Befehlmentaliteit', een kadaverdiscipline die tot uitwassen leidt. Zulk een invulling van gezag en gehoorzaamheid is dan ook een karikatuur en niet meer van deze tijd. Maar het is evenzeer een verdraaiing van de werkelijkheid om gezag en gehoorzaamheid ter zijde te schuiven, als zouden zij geen reden van bestaan meer hebben in onze verregaand gedemocratiseerde samenleving. Waar iedereen het voor het zeggen heeft, gebeurt er feitelijk niets en groeit er chaos. In onze tijd zal het praktisch niet meer vóórkomen dat ons door de overheid iets wordt opgelegd. Aan een opdracht zal onderling overleg voorafgaan waarin standpunten kunnen worden verduidelijkt en bezwaren naar voren gebracht. Toch blijft er een zekere spanning bestaan tussen overheid en individu en wel in die zin dat de overheid een breder inzicht heeft in het geheel dan de individuele persoon. Als gevolg daarvan kan een beslissing van de overste wel eens onbegrip oproepen en wordt de beleving van onze gelofte van gehoorzaamheid op de proef gesteld.

Goede Meester, In uw gebed hebt U steeds de wil van de Vader overwogen en die wil tot de uwe gemaakt. Help ons U na te volgen, ook als het gehoorzamen ons moeilijk valt. Laat op die momenten de vernieuwing van onze geloften onze kracht zijn. Zo bid ik U.


Artikel 29 Door het leven van Jezus te overwegen en met Hem te spreken van hart tot hart, zullen wij hulp vinden om ook in moeilijke omstandigheden evenals Hij, trouw te zijn aan onze levenskeuze. Ook het leven van Maria wekt ons op om in geloof en in liefde, ons toe te vertrouwen aan God en aan mensen, en daar vrede in te vinden. Meditatie Biddend het evangelie overwegen. Elke dag kan dat ons weer inspiratie geven, naargelang de omstandigheden waarin we ons bevinden. Het evangelie 贸ns verhaal laten worden. Ook Maria, waarvan gezegd wordt dat zij al de woorden in haar hart bewaarde en ze bij zichzelf overwoog, heeft zo geleefd. Op diverse afbeeldingen van de verschijning van de aartsengel Gabri毛l aan de Maagd Maria wordt dat ook verbeeld: Maria kijkt op uit het Boek als de engel haar aanspreekt. Ze werd aangesproken tijdens haar meditatie. Het is een genade als dat ook ons op gezette tijden overkomt. Laten we daar in ons gebed om bidden.

Als wij jachten door licht en donker wek in ons aandacht en rust; als wij uitgeput neerzitten blaas ons vuur aan; als de wereld ons vermoeit zend ons nieuwe geestdrift; als onze handen niet meer geven breek ze open. In nacht en stilte koester ons, was en verfris ons, maak ons nieuw.


Delen in Jezus’ armoede Artikel 30 Jezus is vol van de Vader en vindt in Hem heel zijn rijkdom. De armoede van Jezus bestaat in zijn onthechting aan alles wat afbreuk zou kunnen doen aan zijn eenheid met de Vader. Hij geeft alles prijs om vrij te zijn voor het ene: het komen van Gods Rijk onder de mensen. Daarvan getuigt Hij in de parabels van de verborgen schat en de gevonden parel. (vgl. Mt. 13:44 - 46) Als wij de parel van het Rijk Gods waardevol genoeg vinden om daar alles voor over te hebben kunnen wij Jezus’ volgelingen worden. Meditatie Wanneer gevraagd wordt naar het ‘waarom’ van ons kloosterleven, is daar vaak geen bevredigend antwoord op te vinden. Het is een charisma, een gave. Van jongs af aan was er een ‘geboeid’ zijn door God: U hebt mij verleid en ik heb mij laten verleiden. Ook gehuwden en samenwonenden zullen meestal niet kunnen verwoorden waarom ze nu juist op deze partner ‘gevallen’ zijn. In het klooster, dat is ‘in God’. God is mijn klooster. De armoede en onthechting zijn middelen om vrij te zijn en vrij te blijven voor de Geliefde. Door de onthechting aan de materie heen licht een groter goed op, ja het hoogste goed, de kostbare parel, de verborgen schat. De armoede van Jezus krijgt vorm in zijn onthechting. Onthecht aan alles wat Hem van het volbrengen van de Wil van de Vader zou kunnen afhouden. Zo staat het in dit artikel. Laten we daarop door mediteren. Verleidelijke God, U hebt mij geroepen om door te dringen tot het hoogste goed, om op te gaan in U. Blijf mij boeien als de zucht naar materieel bezit bij mij opkomt. Maak mij vrij om de armoede in onthechting te beleven.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.