Ridder Sam wordt piraat
Lotte Giezeman
Ridder Sam wordt piraat Ridder Sam kan boten vouwen. Hij heeft het net van opa Koning geleerd. Van de koningin heeft Ridder Sam mooie vouwblaadjes gekregen. Nu zit hij in de tuin van het kasteel zelf boten te vouwen. Hij heeft er al een heleboel gemaakt Zijn tong steekt uit zijn mond, zo geconcentreerd is hij aan het werk. Want het is moeilijk hoor, boten vouwen! “Eerst leg je het blaadje met de korte kant omhoog”, mompelt Ridder Sam,” Dubbel vouwen, en van de dichte kant de hoekjes naar het midden vouwen. De onderste randjes omhoog en even de hoekjes van de onderkant omvouwen, dan krijg je een hoed, zei Opa koning”. Ja, het klopt! Ridder Sam zet het hoedje op zijn hoofd. “Één twee drie vier”, zingt Ridder Sam, “Hoedje van papier” Dat liedje heeft hij van de prinses geleerd, dat helpt met het leren tellen. Nu komt het moeilijkste: Ridder Sam gaat er weer voor zitten. “Klap het hoedje naar binnen zodat je een vierkantje krijgt. Leg het 3
vierkantje met de dichte punt omhoog en vouw het voorste flapje zover mogelijk omhoog, omdraaien en doe dat ook aan de achterkant. Nu weer naar binnen klappen, en als je voorzichtig aan de bovenste hoekjes trekt heb je een boot.” Ja! Ridder Sam klapt in zijn handen, weer een boot erbij! “Zo, en nu een rode” zegt Ridder Sam. “Koppie krauw!” klinkt het ineens. “Zoek de schat!” “He?” Ridder Sam kijkt op. Dat geluid heeft hij nog nooit gehoord! “Hijs de zeilen! Zoek de schat” hoort hij. “Wat is dit nou weer?” Moppert Ridder Sam. Zo kan hij toch niet werken. “Waar komt dat vandaan?” Hij springt overeind, pakt zijn trouwe stokpaard Albert, en loopt verder de tuin in. “Hallo?”roept hij. “wie is daar?” “Licht het anker, zoek de schat” Het klinkt al dichterbij. Heel voorzichtig loopt Ridder Sam de struiken in, want daar komt het vandaan denk hij. “Aaarghh maatje, zoek de schat!!” Wordt er nu heel hard in zijn oor geschreeuwd Ridder Sam schrikt zich een hoedje en draait zich snel om! “Niemand, zegt hij. “hoe kan dat nou??’ “Niemand , hoe kan dat nou”, klinkt een stem naast Ridder Sam Met zijn houten zwaard zwaait hij in het rond, “Wie is daar” roept hij, “Laat je zien!” “Zoek de schat!” hoort hij nu boven zich. Ridder Sam tuurt door de bladeren van de bomen. Ja, daar ziet hij iets! Iets roods. Met geel en blauw. 4
Het is een vogel! “Zoek de schat!” Roept de vogel. De vogel praat! Dat heeft Ridder Sam nog nooit gehoord! “ Dat moet de koning zien” denkt Ridder Sam. “Die weet vast wat voor vogel dit is.” En hij springt op Albert het snelle stokpaard en galoppeert naar het kasteel. “Koning Opa, Koning Opa!” roept hij, “Kom kijken.” Maar voordat Ridder Sam bij het kasteel komt staat hij ineens stil. “Wat is dit nou!” In de tuin ziet Ridder Sam mensen.
Hele rare mensen, want ze hebben hele gekke kleren aan. Eén heeft zelfs een houten been en een lapje voor zijn oog. “vier, acht, zeven, drie” telt de gekke meneer met het lapje voor zijn oog. Hij heeft een groot papier in zijn hand. “Nu moeten we nog tien stappen naar rechts, twee rondjes draaien, en vijf sprongetjes naar links”, zegt hij. “Dat staat hier op de kaart” En dat gebeurt. Bi5
jna. Het hele groepje rare mensen doet vijf stappen naar links, draait zes rondjes en maken twee sprongetjes naar links. Ridder Sam staat met open mond te kijken. Dan holt hij met zijn houten zwaard getrokken op het groepje af. “Stop!”roept hij.” Wie zijn jullie? En wat doen jullie in de tuin van de koningin?” De man met het houten been en het lapje voor zijn oog staat stil en kijkt naar Ridder Sam. “Wij zijn piraten.”zegt hij. En ga nu opzij, want wij zoeken de schat.” “zoek de schat, zoek de schat! Hijs de zeilen, zoek de schat”, klinkt het ineens weer. “Heey”, roept een van de andere rare mannen. “Daar is Elly papegaai weer! Zij was weggevlogen.” “Elly papegaai?” Vraagt Ridder Sam “Wie is dat? “Dat is de slimste papegaai van de wereld” zegt de piraat met het lapje voor zijn oog en het houten been. Kom hier Elly.” roept hij. En Flap, flap, fladder plof, komt de vogel met rode, gele en blauwe veren aangevlogen en ploft op de schouder van de piraat. “Ahoy maatje, zoek de schat, zoek de schat” roept ze. “Jaja”, bromt de piraat met het lapje voor zijn oog en het houten been, “We waren bezig. We zijn vlakbij volgens de kaart.” “Een kaart?, Wat voor kaart?” vraagt Ridder Sam. “Deze kaart”, zegt de piraat met het lapje voor zijn oog en het houten been en hij wijst naar de kaart in zijn hand. “Dit is een echte schatkaart. Hierop staa t getekend waar de schat is. “ “Mag ik eens kijken?” Vraagt Ridder Sam 6
“Nee”, zegt de piraat met het lapje voor zijn oog en het houten been. “ Het is alleen voor piraten. En jij bent geen piraat.” “Oh.” Zegt Ridder Sam. Hij vindt het erg jammer. Hij kijkt naar de piraten die verder lezen wat er op de kaart staat. Twee kikkersprongen naar voren, vijf muizen stapjes weer naar links. En hop, hop daar gaat het groepje weer. Het zijn er erg leuk uit! “Ik wil ook wel piraat worden! Roept Ridder Sam “Kan dat?” “Nee hoor”, zegt de piraat weer.“Om piraat te zijn moet je heel goed kunnen tellen. Wel tot 10! En je moet heel goed kunnen dansen. En hard Aaaaaarghh! Kunnen roepen.” De piraten roepen allemaal heel hard “Arghhhh” en laten zien hoe goed ze kunnen dansen. Hopperdehop, doen de piraten. “Tellen kunnen wij ook heel goed! Een, twee, vier, acht, zes!” tellen de piraten! Ze zijn heel erg trots. “En, zegt de piraat met het lapje voor zijn oog en het houten been, .”Piraten hebben een beetje gekke kleren aan en ze hebben een hele grote boot. En een papegaai die heel slim is. En ze zoeken naar schatten. Met een schatkaart.” “Jammer”. Zeg Ridder Sam. Zo mooi kan hij niet dansen. En hij heeft geen papegaai. Maar met dat tellen klopte er volgens hem iets niet. “Aaaaaargh!” Roept ridder Sam ineens heel hard. De piraten schrikken ervan. 7
“Hoei!” Roept de piraat met het lapje voor zijn oog en het houten been,”Dat was een goeie!!” En de piraten dansen in het rond. Hopperdehop. En hoppedehop doet ook Ridder Sam. Hij kijkt goed hoe de piraten het doen. “Knap zeg!” Zeggen de piraten allemaal. “Ja!” Zegt Ridder sam trots. “Ik heb geen rare kleren, maar ik heb wel een zwaard!” En hij laat stoer zijn houten ridderzwaard zien. “En ik heb geen slimme papegaai, maar ik heb wel het snelste paard van het kasteel.” En hij laat zien hoe snel Albert het houten stokpaard kan rennen. “Tellen kan ik ook, eén, twee, drie, vier, vijf”. Telt Ridder Sam “Ha!” roept de piraat met het lapje voor zijn oog en het houten been, “fout!! Het gaat van een twee vier acht zes”. “Nee hoor”, zegt Ridder Sam. “Jawel” roepen de piraten. Ridder Sam raakt er helemaal van in de war. Zo heeft hij het niet geleerd. De Piraten staan ook te fluisteren. “Weet je zeker dat het zo gaat?” vragen de piraten aan de piraat met het lapje voor zijn oog en het houten been. “Ja” zegt de piraat, “Ik weet het zeker.” Maar eigenlijk weet hij het helemaal niet zeker. “Ik heb een idee”, roept Ridder Sam dan, “Ik weet wie ons kan helpen. De prinses leert alle kinderen op school tellen. Zij weet wel hoe het gaat. Ik ga het vragen.” “Goed” zegt de piraat met het lapje voor zijn oog en het houten been. “Dan gaan wij verder zoeken naar de schat.” 8
Ridder Sam springt weer op zijn snelle paard Albert en racet naar het kasteel. Hijgend komt hij aan bij de prinses. “Mama?” vraagt hij hijgend aan de prinses, want de prinses is zijn mama. “ Hoe ging het ook al weer met tellen?” “Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht ,negen, tien.” telt de prinses. “Waarom vraag je dat, dat hadden we toch al geleerd?” Maar ridder Sam is alweer weg. “Zie je wel,” denkt hij, “ik had het toch goed.” Snel holt het houten stokpaard Albert weer naar de piraten. “Vijf, acht, zeven” tellen de piraten. “Stop” roept Ridder Sam, “Het gaat niet goed.” “Weet je het zeker?”Vraagt de piraat met het lapje voor zijn oog en het houten been. “Ja” zegt ridder Sam. “Het gaat echt zo:” En hij telt “Één, twee,drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen, tien. Ik weet het zeker, ik heb het aan de prinses gevraagd.” “Laten we het maar proberen”, zegt één van de piraten. “We zoeken al de hele dag en we hebben de schat nog steeds niet gevonden.” “Goed dan”, zucht de piraat met het lapje voor zijn oog en het houten been. “Dan beginnen we gewoon weer overnieuw, bij de boot. Want daar begint de schatkaart.” En ze lopen met zijn allen de tuin uit naar het strand, waar de boot van de piraten ligt. 9
(want piraten wonen op een piratenboot, dat was de piraat vergeten te vertellen) “Kijk jij maar op de kaart” zegt de piraat met het lapje voor zijn oog en het houten been tegen ridder Sam, “Want jij kan het beste tellen.” En daar gaan ze dan. Één, twee, drie stappen naar voren, vier, vijf, zes sprongetjes naar rechts, zeven ,acht kikkersprongen en negen, tien rondjes draaien. “Stop!” Roept Ridder Sam “Hier moet het zijn.” De piraten beginnen wild te graven. “Toenk”, horen ze al snel. “Hoera!!”! Roepen de piraten.“De schat, we hebben de schat gevonden!!” En hopperder de hop, dansen ze blij terwijl ze heel hard “AAARRGGH”schreeuwen. En hopperdehop danst ridder Piraat Sam en “AAARGHH” schreeuwt hij. In de schatkist zitten heel veel gouden munten, en kettingen. “Jij mag ook wat uitzoeken” zegt de piraat met het lapje voor zijn oog en het houten been tegen Ridder Sam, “Want zonder jou zouden we nooit de schat gevonden hebben.” Ridder piraat Sam kiest een hele mooie ketting uit. “Voor de prinses”. Zegt hij 10
“Dan is deze voor jou” zegt de piraat met het lapje voor zijn oog en het houten been, en hij zet zijn rare hoed op het hoofd van Ridder Sam. “Nu ben je een echte piraat, met een rare hoed, je snelle paard, je mooie dans en je harde Arrrgh!” “Aaaarrgh” roepen alle piraten,” hoera voor Ridder piraat Sam. En dank jewel dat je ons goed hebt leren tellen. Nu zullen we veel meer schatten kunnen vinden.” “Dank je wel “zegt ridder piraat Sam. “Graag gedaan.” Daar gingen de piraten, met de schat op hun boot. “Ahoy! Zoek de schat” roept Papegaai Elly, die ging ook weer met de piraten mee. “Éen, twee, drie, vier” zingt Ridder Piraat Sam “Een hoedje van papier.” Hij loopt terug naar de tuin en gaat weer hard aan het werk met boten vouwen. Oh nee. Met piratenboten vouwen.
11