stevigheid van de toplaag van sportvelden in herfst en winter

Page 1

CODEN: IBBRAH (1978) 1-43 (1978)

INSTITUUT VOOR BODEMVRUCHTBAARHEID

RAPPORT 17-78

DE STEVIGHEID VAN DE TOPLAAG VAN SPORTVELDEN IN DE HERFST EN WINTER

door

P . BOEKEL

1978 I n s t i t u u t voor Bodemvruchtbaarheid, Oosterweg 9 2 , Haren ( G r , ) Inst.

Bodemoyruchtbaarheidy

Rapp. 17-78 (1978) A3 p p . ' • /


INHOUD

1.

Inleiding

5

2.

Sportveldenwaarophetonderzoekheeftplaatsgevonden

7

3.

Wijzevanonderzoek

8

3.1.

Debespeelbaarheidvanhetveld

8

3.1.1. Destevigheidvandetoplaag

8

3.1.2. Dedoorlatendheidvoorwatervandetoplaag

1

3.1.3. Deaardvandegrasmat

1

3.2.

i:

Voordebespeelbaarheid belangrijkefactoren

3.2.1. Deprofielopbouw

1

3.2.2. Deontwateringstoestand

1

3.2.3. Desamenstellingvandetoplaag

12

3.2.4. Dedichtheidvandegrond

12

4.

Overzichtvandewaarnemingsresultaten

13

4.1.

Iebespeelbaarheidvandevelden

13

4.1.1. Destevigheidvandetoplaag

13

4.1.2. Dedoorlatendheidvoorwatervandetoplaag

16

4.1.3. Deaardvandegrasmat

17

4.2.

13

Voorde stevigheidbelangrijkefactoren

4.2.1. Deprofielopbouw

18

4.2.2. Deontwateringstoestand

18

4.2.3. Desamenstellingvandetoplaag

24

4.2.4. Dedichtheidvandegrond

26

5.

Bespeelbaarheidsaspecten insamenhangmetdeverschillende factoren

5.1.

Stevigheidenvochttoestandvandetoplaag

5.1.1. Naderebeschouwingvandeverschillendecorrelaties

27 28 28

5.1.2. Invloedvanvolumegewichtengrondwaterstandopde stevigheidenvochtgehalte

29

5.2.

Deinvloedopdedoorlatendheidvoorwatervandetoplaag

34

5.3.

Invloedopdegroeimogelijkhedenvanhetgras

35

5.4.

Gewenstetoestandi.v.m.deverschillendebespeelbaarheidsaspectenenrealiseringdaarvanindepraktijk

37


6.

Samenvattingenconclusie

7.

Literatuur Bijlagen

1313(1978)

^1 43


1.INLEIDING

Indewinterperiodevan1969-1970werddoordeStichtingvoorBodenkarteringenhetInstituutvoorBodemvruchtbaarheid eenonderzoekingesteld naardeoorzaakvandemindergoedebespeelbaarheidvanenkelegrassportveldeninDenHaag.Daarbijwerdenduidelijkaanwijzingenverkregen dathetvoornaamsteeuvel,eenonvoldoendestevigheidvandetoplaag, vooralzijnoorzaakvondineenonvoldoendeontwateringstoestand eneen mindergunstigesamenstellingvandetoplaag (Boekei,ZwiersenSchuurman, 1971).Doordebeperkteomvangvanhetonderzoekkonechterniet precieswordenvastgesteldhoegrootdeinvloedvangenoemdefactoren wasenaanwelkeeisent.a.v.diefactorenmoetwordenvoldaanomvaneen goedestevigheidvandetoplaagverzekerd tezijn. BijnadereoriĂŤntatiebleekdatmoeilijkheden zoalsinDenHaagwerden ondervonden,opveelmeerveldeninhetlandnaarvorenkwamen.Daarom werdhetwenselijkgeachthetonderzoeknaardestevigheidvandetoplaag alsbelangrijkaspectvandebespeelbaarheidvangrassportveldenop uitgebreider schaalvoorttezetten.Daartoewerdinhetwinterseizoen 1970-1971 opalleindegemeenteHarenliggendegrassportveldeneenaantalwaarnemingenoverontwateringensamenstellingenstevigheidvande toplaagverricht.Dedaarbijverkregenresultaten (Boekei,1972)vormden eenbevestigingvanwateerderwerdgevonden,nl.datdeverschillenin stevigheidvooreenbelangrijkdeelhetgevolgwarenvanverschillenin ontwateringenhumusgehalte. Daarbijwaseenduidelijkeinteractietussen beidefactorenaanwezigenwelzodanigdatdeinvloedvandegrondwaterstandgroterwerdnaarmatehethumusgehaltesteeg. Hetverrichteonderzoek inHarenvond inhoofszaakplaatsopveldenop zandgronddieminofmeerleemhoudendwaren.Eendergelijkeserieiszekernietrepresentatiefvoorwaterinonslandvoorkomt.Omdathetniet onmogelijkwerdgeachtdatdeproblemenopanderegrondenheelanders lagen,werdhetonderzoekin1971uitgebreidmetwaarnemingenopgrassportveldenindestadGroningen,dievoorhetmerendeelopklei-enveengrond gelegenzijn.


HetaantalveldeninHaren,waaroponderzoekwerdverricht,werddaarbij ingekrompen.Inditrapportzullendeindejaren 1971-1975verkregen resultatenwordenbesproken.


2.SPORTVELDENWAAROPHETONDERZOEKHEEFTPLAATS GEVONDEN

Voorhetonderzoekindejaren1971t/m1975werd gebruikgemaaktvande hieronder genoemde terreinen.DesitueringvandezecomplexenismethoofdlettersaangeduidopbijlagenI(Haren)enII(Groningen). In Haren: -hetcomplexoudeennieuwehockeyveldenaandeOosterweg(A); -devoetbalterreineninhetsportparkaandeOnnerweg(B); -hetstadionEsserbergmetomliggende terreinen,gebruiktvoorvoetbalen rugby(G); -hethockeycomplex bijhetSt.MaartensCollege (H); In Groningen: -hetnieuwe complexvoetbalterreineninhetStadspark(I); -devoetbalterreinenopdeRenbaan(J); -hetVanStarkenborghcomplexmetin hoofdzaakvoetbalvelden (K); -hetsportcomplex"deHoogte"metalleenvoetbalvelden(L); -hetsportcomplexVinkhuizenmetvoetbaldenhockeyvelden (M); -hetCoendersborgcomplex inHelpmanmetalleenvoetbalterreinen(N); In Hoogkerk: - hetoudeennieuwe complexvoetbalvelden.


3.WIJZEVANONDERZOEK

Gezienhetdoelvan hetonderzoekwerdengedurendedegenoemdejarenvooralgegevensverzameldoverdebespeelbaarheidvanhetveld (stevigheid enwaterdoorlatendheidvandetoplaaginnatteperioden,grasgroei)en overfactorendiedirectofindirectdaaropvaninvloedzoudenkunnen zijn (ontwatering,samenstellingendichtheidvandetoplaag,profielopbouw).

3.1. De bespeelbaarheid

van het veld

3.1.1. De stevigheid

van de toplaag

Hetbelangrijkstebespeelbaarheidsaspect,destevigheidvandetoplaag, werdsteedsdoormiddelvandez.g.hakmethode,doorPietersvoorgraslandbeoordelingge誰ntroduceerd (1961),bepaald (figuur 1).Hierbijwordt doordebeoordelaardehakvanschoenoflaarsstevigopdegrondgedrukt enwordtdewigvormigeindrukopdieptegeschatenineencijferineen schaalvan 1-10uitgedrukt.Eengeringeindruk,dusgrotestevigheid, wordtmeteenhoogcijfergewaardeerd,eengeringestevigheidmeteen laagcijfer.Geprobeerd isofdezetochaltijdwatsubjectievebeoordelingswijzenietkonwordenvervangendooreenobjectieve (penetrometer, diramsonde).Daarbijisechternietnaarvorengekomendatmetlaatstgenoemdeapparatennauwkeurigerresultatenkondenverkregendanmetdein iedergevalveelsnellerehakmethode.Overdevergelijkingvandeverschillendemethodenvanstevigheidsbepaling zallaternogwordengerapporteerd. Eenbelangrijkpuntt.a.v.destevigheidvormtdevraagwelkwaarderingscijfer indedooronsgehanteerde schaalalsvoldoendemoetworden aangemerkt.Doornavraagbijbeheerdersengebruikersoverresp.afkeuringenmeestgewenstetoestandvoorbespelingwerdgetrachtdaaropeen antwoord tegeven. Uitvroeger onderzoek (Boekei,1971)isgeblekendathetgehalteaan waterbelangrijkisvoordestevigheidvandetoplaag.


Figuur 1

Beoordeling vandestevigheid metde hakmethode J*>'»**"*!#~ i

'l&i .- •

$8*" :

•"-->•>'*

«f - '

.'"•*•'

•»„•..

ï'j?* t«t»- -'11* t'.

•;>•?'»i- •»••BE

n»:

i ~ . . i . ^ ~ ~; ~ ~ ~ *»l-~» Diepe :indruk,geringe stevigheid ; beoordeling = k

Matige stevigheid,

beoordeling =6

»IP

Ondiepe indruk,grote stevigheid,beoordeling=8


11 Daaromwerdookbijditonderzoek aandachtaanvochtgehalteenvochthoudendheid besteed.Daartoewerdenmetbehulpvanringmonsters,z.g. vochtkarakteristiekenbepaald (vochtgehaltenbijverschillendevochtspanningen)enwerdverschillendekeren-gelijktijdigmetdebeoordelingvandestevigheid-hetvochtgehalteindetoplaag (0-5cm) bepaald. 3.1.2. De doorlatendheid voor water van de toplaag Bijzwareregenval treedtnogweleenspiasvorming op.Omdeoorzaakdaarvantekunnenopsporenwerdenvaneenaantalveldenringmonstersgenomenuitdelaag0-5cm.Daaraanwerdinhetlaboratoriumdeverzadigde doorlatendheid voorwaterbepaald. 3.1.3. De aard van de grasmat Degrasmatwerd enkelemalenophetoogbeoordeeldwaarbijgeletwerdop dichtheid,kleur,regelmaatenalgemene toestand. 3.2. Voor de bespeelbaarheid

belangrijke

factoren

3.2.1. Profie lopbouw Deprofielopbouwwerd doordeStichtingvoorBodemkartering opgenomen. Daarbijwerddegrondsoort beschrevenenhumus,textuur,roest,reductie enbewortelingbeoordeeld, (bijlage III).Belangrijke elementen,vooral voorontwateringengrasgroei,vormendaarbijdedieptewaarophetkeileemvoorkomt,debewortelingsdiepteendeaardvandeondergrond (klei, veenofzand). 3.2.2. Ontwateringstoestand Gegevensoverdeontwateringstoestand werdenverkregendoorhanteringvande destijds gemaakte drainagekaarten (afstandendieptevandedrains,aardvan dedrainage)endoor geregelde opnemingvanwaterstandeninopentussen dedrainsgeplaatste grondwaterstandsbuizen.


12

3.2.3. Samenstelling van de toplaag Desamenstellingvandetoplaagwerdgekarakteriseerd doorin1971en1974 degehaltenaanorganischestof,afslibbaredelenenleemfractieende fijnheidvanhetzand (fractie>50micron)tebepalen.

3.2.4. Dichtheid van de grond Dedichtheidvandegrondwerdin1971en1974metbehulpvan z.g.ringofvolumemonstersbepaald.Daarbijwordtnagegaan,hoeveeldrogegrond (ingrammen)zichineenvolume-eenheidvandetoplaag (bv.in100cm vandelaag0-5cm)bevindt.Datgegevenwordthetvolumegewichtgenoemd. Ditvolumegewicht hangtenerzijdssterkafvandesamenstellingvande grond (humus-enslibgehalte)enwordtanderzijdssterkbe誰nvloeddoor mechanischeenbiologischeactiviteiten (bespelen,rollen,maaien,wormen, grasgroei).Hetvolumegewicht,datontdaanisvaninvloedvanhumusof slib,wordtalsrelatievedichtheidvandegrondaangeduid (Schothorst, 1963; Zwiers,1976).Daarinkomtdusdeactuelestructuurtoestandtot uiting (losofvast).


13

4.OVERZICHTVANDEWAARNEMINGSRESULTATEN

Deresultatenvandeverschillendebeoordelingenenbepalingenzullen eerstafzonderlijkwordenbesproken.

4.1.Debespeelbaarheid van de velden 4.1.1.Destevigheid van de toplaag Hierbijisindeeersteplaatsvanbelangtewetenhoehetinhetalgemeenmetdetoestandvandeveldengesteld is,envervolgenswelkestevigheid gewenstis. Destevigheidkanindeloopvaneenbepaaldeperiodevrijsterkuiteenlopen (figuur 2),hoeweldatvanperceeltotperceelzeerverschillend is.OpperceelBinfiguur2neemtdestevigheidondernatteomstandighedensterkaf:opperceelAblijftdestevigheidookonderofnaslechte weersomstandighedenophoogniveau. Detoestandvaneenveldondernatte omstandigheden isdusbepalendvoordegebruiksmogelijkheden.Daaromwerd vanalleveldendegemiddeldestevigheid indergelijkeperioden berekend. VoorperceelAkomenwedanopeenwaardevan7,voorperceelBop5. Vervolgenswerdnagegaanhoehetinhetalgemeenwasgesteldmetdegemiddeldestevigheidondernatteomstandighedenvandebeoordeeldesportvelden.Daartoewerdeenfrequentieverdelingvandestevigheidcijfersopgesteld (tabelI ) .

TABELI.Frequentie stevigheidscijfers.

Aantalpercelenmeteenstevigheid innatteperiodenvan 3|

4

4J

5

5i

6

6|

7

7|

8

Totaal

1

0

3

3

10

18

23

29

20

1

108

Daaruitblijktdatvande 108percelener50met7ofmeeren 17pleklenmetminderdan6werdenbeoordeeld.Watdezecijfersbetekenenzalin hetvolgendewordenaangegeven.


14

beoordelingstevigheid 8r

1970' 1971

1972

1973

1974

Figuur2.Variatie instevigheidvandetoplaagop enkelegrassportvelden. Omde gewenste

stevigheid

aantegevenkanenerzijdsopdemeningvan

degebruiker,despeler,wordenafgegaan.Dankangesteldwordendateen hakmethodewaarderingvan7alsgoedwordtbeoordeeld,dateenwaardering tussen6en7tochaleenwatmoeilijkeenzwaarbespeelbaretoestandbetekentendatbijnoglagerewaarderingendebespelingwelergzwaar wordt.Bijeenwaarderingvan8ofmeerwordthetveldalsvrijharden daardoorvaakalsminderplezierigvoorbespelingervaren.


15 Ookkandemeningvandebeheerderwordengevraagd.Diezalervooral opuitzijndegrasmatzogoedmogelijkinordetehouden.Bespeling bijtegeringestevigheidbetekenternstigebeschadigingvandegrasmat. Welkestevigheid tenminstevereistisomontoelaatbarebeschadigingte voorkomenismoeilijk tezeggen.Daarzullenverschillendebeheerders verschillendoverdenken.Eenstevigheidswaardering beneden6wordt echtervrijalgemeenalstezachtervaren. Ookhetveelofweinigafgekeurdwordenvandeveldenkaneenmaatstaf vormen.Samenmetdebeheerderswerdendeveldeningedeeldindedrie categorien:nooit,weinigenveelafgekeurd.Wanneerwenudefrequentie vandestevigheidscijfersondernatteomstandighedenindedriecategorieënnagaankrijgenwehetintabelIIvermelderesultaat.

TABELII.Frequentiestevigheidscijfersbijverschillendeafkeuringssituaties.

Afgekeurd

Aantalpercelenmeteenstevigheidswaardering ondernatte omstandigheden 4

veel

1

4è 3

weinig

5 3

5J

6

6i

7

5

9

2

1

7

18

16

4

1

1

9

15

nooit

Hetblijktdatveldenwaardestevigheidvandetoplaagookondernatte omstandighedenmet7ofmeerwordtbeoordeeldvrijwelnooitwordenafgekeurd.Eenstevigheidgewaardeerdmetminderdan6betekentdaarentegen eenveelvuldigeafgelasting. Voor iederveld isereenduidelijkesamenhangtussendestevigheidvan detoplaagenerzijdsenhetvochtgehalteendevochtspanninganderzijds. Destevigheidneemtafbijtoenemendvochtgehalteengeringerwordende vochtspanning (figuur 3).Hetvochtgehaltewaarbijdetoplaagvoldoende stevigis,looptechtervanveldtotveldsterkuiteen.Ookdevochtspanningwaarbijdathetgevalis,blijktzeerverschillend tezijn.Opde oorzakendaarvanwordtlaternogteruggekomen.


16

stevigheid (hakmethode) }m

x

! .

6 5

oo

o

\

X

V

\

• org.stofgehalte =1 % O .

:

|»5%

I vochtgehalte 20

30

1.0

op-o

SS"

2.0 3.0

oo/ó

•-'T I

Z..0L

Figuur3.Samenhangtussenstevigheid,vochtgehalte envochtspanning indetoplaagvanenkelegrassportvelden.

4.1.2. De doovlatendheid

voor water van de toplaag

IntabelIIIzijnresultatenvandebepalingenvandeverzadigdedoorlatendheidvoorwatervermeld. MetuitzonderingvanhettrainingsveldEsserbergliggendedoorlaatfactorenopbehoorlijkniveauenhetlijktnietwaarschijnlijkdathierbij zwareregenvalplasvormingoptreedtdooreentegeringedoorlatendheid vandetoplaag.


17

TABELIII.Doorlaatfactorenvandetoplaagvanenkelesportvelden

Ko (m/etm.)

HockeyveldOosterweg

VoetbaltrainingsveldEsserberg

VoetbaltrainingsveldOnnerweg

VoetbalveldStarkenborgh

VoetbalterreindeHoogte

VoetbalterreinHoogkerk

Vol.%luchtpF„

0,172

10,7

0,138

11,2

0,003

11,7

0,018

11,2

0,113

11,5

0,102

12,2

0,067

7,5

0,109

9,0

0,071

6,6

0,111

10,1

0,124

10,8

0,032

-

4.1.3.Deaard van de grasmat Hetgras,ophetoogbeoordeeldopkleur,dichtheid,homogeniteitenalgeheleindrukverschildenietalleenvanveldtotveld,maarvarieerde opdeintensiefbespeeldeveldenookindeloopvandetijd.TabelIV, waarindefrequentiesopverschillende tijdstippenzijnvermeld,geeft daarovereenindruk. TABELIV.Algeheleindrukvandetoestandvanhetgrasopdesportvelden.

Tijdstip

Waarderingscijfer

9

8J

8

7*

7

61

nov. 1972

11

13

15

10

3

2

mei

1973

10

2

9 15

6

sept.1973

5 6

9 10

5 6

13

6

51

5

<5

1 4 1

3 1

2

3 1


18 Inhetalgemeenvalthetmethetgrasnogalmee,hoewelereenduidelijke achteruitgangwasvannovember 1972totvoorjaar 1973.Ineenperiodedat develdenbespeeldwordenisdatookwelteverwachten. 4.2. Voor de stevigheid

belangrijke

factoren

4.2.1. De profielopbouL) Binnendegroepbeoordeeldeveldenkunnen tweebodemtypenwordenonderscheiden,nl.dedekzandgrondeninHarenenHelpmanendejongezeekleigrondeninhetnoordelijkenwestelijk deelvandestadGroningen.In beide gevallenwerdenenkeleeigenschappen opgenomendiemogelijkvan belang zoudenkunnen zijnvoor grasgroeienstevigheidvandetoplaag. Dat zijno.a.deGt(aanprofielkenmerken afgeleide ontwateringstoestand), dediktevanhetbezandingsdek,debewerkings-enbewortelingsdiepteen dedieptewaaropbijdedekzandgrondendekleileemvoorkomt.Inonderstaande frequentietabellenisaangegevenhoehetmetdeverscheidenheid vandemeestevangenoemdeeigenschappengesteldis. Deprofieleigenschappen lopennogaluiteen.Deontwateringstoestandis volgensdeGt-opnamen,zowelopdezand-alsdekleigrondenvanplektot plek zeerverschillend.Eenbezandingsdekkomtvooralopdenieuwsteveldenvoorendanopdekleigrondenmeerdanopzand.Ookdebewerkingsenbewortelingsdiepten,zijnzeerverschillend,maar slootdempingenegalisatiebijdeaanleg zullendaarbijweleenrolhebbengespeeld. 4.2.2. De ontwateringstoestand Indeperiode 1971-1974werdopalleplekkendegrondwaterstandeengroot aantalmalenopgenomen.Daarbijbleekdatinafhankelijkheidvantijdstipenweersomstandighedendegrondwaterstandperplekindeloopvande tijdnogalvarieerdeendatertussendeplekkenookgroteverschillen bestonden (figuur 4).Alsmaatvoordegrondwaterstand ondernatteomstandighedenwerdhetgemiddeldevandevijfhoogste standenberekendenbij deverderebewerkingenbeoordelingvanderesultaten gehanteerd. Indeeersteplaatsisnagegaanhoedezegrondwaterstandenverband hieldenmetdedraindiepten (figuur 5). Indemeeste gevallenliggende waterstandswaardenopongeveerhetzelfdeniveaualsdedraindiepten.


19

TABELV.Frequentievanverschillendeprofieleigenschappen.

Gt*

I

II

GHG** GLG*** dekzandgrond jongekleigrond

III

<40

IV

<40

V

>40

< 40

<50 50-80SU-120 80-120 0

14

0

2

II

VII

VIII

40-80

>80

•12U

>i2Ăź

43

0

VI

i

19

6

6

9 4

0

dekzandgrond

57

5

10

4

4

2

jongekleigrond

13

9

7

8

6

1

bewerkingsdiepte

20-30

30-40

11- 15

1 0

bezandingsdek

0-5

6- 10

io

>120

16-20>20cm

40- 50

50- 60

60-70

70-80

80-9090-100*'100

dekzandgrond

1

4

10

13

17

11

9

4

jongekleigrond

4

3

5

9

7

3

6

2

14 u

bevortelingsdiepte 20-30

30-40

40- 50

50- 60

60-70

dekzandgrond

4

12

15

18

14

6

5

1

7

jongekleigrond

4

3

6

11

8

2

2

2

5

*Gt=grondwatertrap **GHG=gemiddeldehoogstegrondwaterstand *** CLG= gemiddeldelaagstegrondwaterstand

70-80

80-90 90-100 >100


20

grondwaterstand incm-rmv

'1970

1971

1972

1973

Figuur4.Variatieingrondwaterstandopenkelegrassportvelden. Erzijnechterzowelopdezandgrondenalsopdekleieenaantalgevallen waarhetgrondwaterveelhogerstaatdanmengeziendedraindiepteen drainafstand zouverwachten.Indemeestevandiegevallenbleekerook inmeetbuizenopdedrainswatertestaan,hetgeeneenaanwijzingvormde datdedrainsterplaatsenietgoedfunctioneerden.Meestalisdatdoor desamengesteldedrainagesystemenmoeilijktecontroleren.Afgezienvan dezeuitzonderingenblijktdedraindieptetochwelbepalendvoordedieptewaarophetgrondwater zichondernatteomstandighedeninstelt.

1974


21

grondwaterstand cm-mv 120r

zandgronden

80 9-^

40k

J

I

L

J

L

kleigronden

grondwaterstand cm? mv 120 r-

80\•

5-^

9

V t

40

* \

f * QL^

0

I

l

20

i

J

L

L0

60

80

I

I

100 dramdiepte

Figuur5.Grondwaterstand insamenhangmetdedraindiepte


22

Opvallend isdatinvergelijking metpercelenindeakkerbouw dezesportveldenvrij ondiep zijn gedraineerd,indemeeste gevallen tussende50en 80cm.Daar staat tegenoverdatdedrainafstandmeestal geringer is.Maar almetalresulteertdittochingemiddeld hogere grondwaterstandendanop dieper gedraineerde akkerbouwpercelen. Zoalsteverwachtenwasbestaatereengoede overeenstemming tussendeop hetoogbeoordeeldeGtendeopgenomen grondwaterstand (figuur6 ) .

Gt TZ3E-

TZ2T

m

•••

t —•»•••», •{*•• H» mt»m

nr

n

• *•

» W» •

i 10

20

30

40

50

60

70

80

Figuur 6.Samenhang tussen Gt (beoordeling Stiboka) en de gemiddeld hoogste grondwaterstand.

90

J L 100 110 120 130 grondwaterstand (cm-vmv)


23 Erwordtnogaleensgestelddatdeaanwezigheidvankeileembeperkingen t.a.v.dedraindiepteoplegt.OpdesportveldeninHarenisdatzekerniet deredengeweestwaarominveelgevallenzoondiepisgedraineerd (figuur 7).Kennelijkheeftmentotvoorkortvastgehoudenaandetraditie omterverkrijgingvandeontwateringsnormen (15mm/etm.afvoerbijeen max.grondwaterstandvan50cm)dedrainsondiepmaaropkorteafstandaan tebrengen.Inhoeverredatjuistiszalinhetvolgendeblijken.

dra nd iepte (cm) 110

/ / / / /

100 90

/ / / / '. / •

60 70

/ / •" ./ .

60 • /

/.n 0

I 20

••

/ /-

50

/ /

ÜQ 60

I

I

L.

80 100 120 U 0 160 180 200 220 240 keileemdiepte (cm)

Figuur7.Dedraindiepteinsamenhangmetde dieptewaarophetkeileemvoorkomt.


24

4.2.3.De samenstelling van de toplaag Debelangrijkebestanddelenvandetoplaagzijndegehaltenaanhumus, afslibbaredelen,leemenzand.Verderisvandelaatstevooraldefijnheidvanbelang.IntabelVIiseenoverzichtgegevenvandefrequentie vandeverschillendebodemcomponenten,zoalsin1971/1972werdgevonden. TABELVI.Frequentievandeverschillendebodemcomponenten.

Humus

Afslibbaredelen

Leemfractie

Fijnheid zand

gehalte

gehalte

M50

gehalte

aantal

%

percelen %

aantal

aantal

percelen %

percelen

aantal percelen

0-1

3

2-6

33

5-10

18

120-140

1

1-2

6-8

14

140-150

25

8-10

9 9

10-15

2-3

5 2

15-20

16

150-160

8

3-4

14

10-15

4

20-25

160-170

12

4-5

24

15-20

3

25-30

8 1

170-180

5-6

6

>20

-

30-35

1

180-190

6-7

3

6 5 1

>7

1

190-200

Dehumusgehaltenindetoplaaglopenvrijsterkuiteen,vaneenkleine 1%totruim7%.Delaagstegehaltenkomenvooropdenieuwe,bezande velden.Opbijnadehelftvandeplekken (26vande58)ishetgehalte aanafslibbaredelenhogerdan6%enhetleemgehaltehogerdan 15%,hetgeenvolgensdetotnutoegehanteerdenormenalsongewenstwordtbeschouwd.Hetindetoplaagaanwezigezandligtwat grofheid (M50)betreftallemaaltussen 130en200ymendatisinhettrajectdatals gunstigwordtbeschouwd. (Werkgroep 1970). Deresultatenvandein1975verrichtebepalingenwijkennogalafvan dievan 1971 (figuur 8).Vooraldehumusgehaltenzijnindemeestegevallenwathoger.Hoewelmogelijkdaarbijverschilleninbernonsterings-en analysemethodeeenrolhebbengespeeld,zalvooralopdenieuweveldenhet feitdatdeaanvoervanorganisch materiaalviaafgestorvenwortelsen afgemaaid grasgroterisdandeafbraakdaarvoorverantwoordelijkzijn.


25

h umus 1975 8—

• •

-

/

6~ • : -

- /

'

\-/-

A• /

_ •

2

.•y /

/

/ /

h /. n/ 0

/ i

i

i

2

i

U

i

i

i

6 8 humusl97l

gehalte aanafslibt»,delen 1975 18

• / /

H

/

/ /

10

* <* .*•>•

6 _

/

• /

•2

/

i

i

i

i

i

i

i

i

i

8 12 , 16 gehalte aan afsiibb.delen 1971 Figuur8. Gehaltenaanhumusenafslibbare delenin 1971en1975.


26

A.2.4. Dedichtheid van de grond Inhetvoorgaandeisreedsaangegevendatalsmaatvoordedichtheidhet volumegewichtvandegrondisbepaald. UitdeintabelVIIvermeldefrequentieverdelingvandevolumegewichten blijktdatdewaardenvooralindetoplaag0-5 cmsterkuiteenlopen.Opvallend isverderdathetgemiddeldeniveauin1974lagerwasdanin1971. Daarbijzaleenrolhebbengespeeldhetfeitdatenkelenieuweveldenin dieperiodeindetoplaaghumusrijkerzijngeworden.

TABEL VII.Frequentieverdeling vandevolumegewichten.

Aantalveldenmet Jaar

laag >160

160-

154-

(cm)

155

150

een volumegewicht van 139-

134-

145

140

135

130

125

149-• 144-

129-

119-

114-

109- < 105 Totaal

120

115

110

105

124-

1970 0-5

7

6

5

5

10

7

15

18

16

9

4

1

-

103

1974 0-5

0

1

3

5

5

12

20

23

18

16

3

5

1

112

1970 5-10

0

2

13

19

36

22

1

4

0

0

0

0

102

6'

Hetvolumegewichtontdaanvandeinvloedvandeverschilleninhumusen slib (relatievedichtheid)kanalsmaatvoordeactuelestructuurworden beschouwd.Omeendergelijkecorrectieophumusenslibtekunnenuitvoeren,moetdeinvloeddaarvanbekendzijn.Daartoewerdeenpartiële regressieberekeninguitgevoerd,waarbijdeinvloedvanhumusenslibop dereciprokevanhetvolumegewichtwerdberekend.Inditgevalismetde reciprokegewerkt,omdatoptheoretischegrondenbekendisdatdeinvloed vanbeidefactorenophetvolumegewichtkromlijnig,opdereciprokedaarvanrechtlijnig is.Inditlaatstegevalkunnengemakkelijkderichtingscoëfficiëntenvanderechtelijnenwordenberekend.Hetresultaatdaarvan was:

vol.gew.

0,0288humus+0,0068slib+0,6112

Bijdezeberekening isverdernaarvorengekomendat75%vandevariantie indereciprokevanhetvolumegewicht doordefactorenhumusenslibwordt verklaard.Derestzalvoorhetbelangrijkstedeeldoorverschillen inactuelestructuurzijnveroorzaakt.


5.BESPEELBAARHEIDSASPECTENINSAMENHANGMETVERSCHILLENDEFACTOREN.

Omeniginzichttekrijgenindefactorendievaninvloedzijnopdebespeelbaarheid,werdenallereersteenaantalcorrelatiecoĂŤfficiĂŤntenberekendtussendestevigheidenenkelevochtgehaltenvandetoplaagende standvanhetgras (algemeneindruk)enerzijdseneenaantalbodemkundige enhydrologischeeigenschappenanderzijds.Hetresultaatisvermeldin tabelVIII.

TABELVIII.Correlatietussenverschillende factorenendebespeelbaarheidsaspecten.

Bespeelbaarheidsaspect Factor Stevigheid Vochtgehalte bijpF 2 inveld Grondwaterstand

Stand bijgoede gras stevigheid

0,44

-0,19

-0,37

-0,15

-0,50

Humusgehalte

-0,42

0,87

0,74

0,80

0,08

Afslibbaredelen

-0,44

-

-

0,10

-0,82

-0,84

0,06

Volumegewicht

0,52

-0,94

Standgras (algemeneindruk)

0,14

Diktebezandingsdek

0,07

-

0,09

Bewerkingsdikte

0,12

-

0,15

Bewortelingsdikte

0,06

-

0,10

-

Hetblijktdatdestevigheidvandetoplaagenvooralookdeverschillende vochtwaardenmeteenaantalfactorenduidelijk samenhangen. Daaropzalin hetvolgendeinhetbijzondernaderwordeningegaan.


28

5.1.Stevigheid en vochttoestand van de toplaag 5.1.1.Nadere beschouwing van verschillende

correlaties

Hetdoelisomdeinvloedvanfactorenalshumusgehalte,slibgehalte, grondwaterstand,volumegewicht engrasbezetting opdestevigheidende daarmeeverbandhoudendevochttoestandkwantitatiefvasttestellen.In verbandmethetverwachtecomplexekaraktervandezesamenhangendoor hetonderlinggecorreleerd zijnvanbepaaldefactoren,werdenookde voornaamsteonderlingecorrelatiesberekend.DiezijnintabelIXvermeld.

TABELIX.Correlaties tussendeverschillendefactoren.

Factor

Grond-

Humus- gehalte volume

gras

stevigheid

waterst. gehalte afslibb. gewicht stand toplaag Grondwaterstand

0,44

—

Humusgehalte

-0,15

-

Gehalteafslibb.

-0,16

+0,62

Volumegewicht

+0,11

-0,77

-0,68

Grasstand

-0,50

+0,08

+0,10

-0,42 -

-0,44 0,52 -0,06

0,14

Daaruitblijktdatverschillendefactorenonderlingsamenhangen.Degehaltenaanhumusenslibzijnonderlingpositiefgecorreleerd,hetvolumegewichtisvolgensverwachtingsterknegatiefgecorreleerdmetdegehalten aanhumusenslib,degrasstandwordt beternaarmatehetgrondwaterondieper staat.Entenslotteisdestevigheidpositiefgecorreleerdmetgrondwaterstand envolumegewichtennegatiefmetdegehaltenaanhumusenslib.Degrasstandgeeftgeencorrelatietezienmetdestevigheid,ondankshetfeit datdezesamenhangtmetdegrondwaterstand,diewelgecorreleerd ismet destevigheid.Datkaneropwijzendateengunstige invloedvandegrasstandopdestevigheid,zoalsdiealgemeenwordtaangenomen,hierdoorde koppeling aandegrondwaterstandniettotuitingkomt.Hetkomterdusop neerdater2groepen,onderlinggecorreleerdefactorenzijn,dieinvloed uitoefenenopdestevigheidvandetoplaag.Diegroepenzijndusgrondwaterstandengrasbezettingenerzijdsenvolumegewichtengehaltenaanhumusen slibanderzijds.


29

5.1.2.Invloed van grondwaterstand en volumegewioht op de stevigheid en vochtgehalte Ophetinhetvoorgaandehoofdstukafgeleidegegevenisdeverdereverwerkingvanderesultatenafgestemd.Ineersteinstantiezijndefactoren grondwaterstand envolumegewichtgehanteerdenisnagegaanhoedeinvloeddaarvanopdestevigheidisenaanwelkeeisentenaanziendaarvan moetwordenvoldaan.Daarnawerdnagegaanwatdatbetekentvoordefactorendieaangrondwaterstandenvolumegewichtgekoppeldzijn. Deinvloedvangrondwaterstandenvolumegewichtopstevigheidwerdin deeersteplaatsdoorgrafischeverwerkingvastgesteld.Daarbijbleeker eenduidelijkeinteractieaanwezig.Deinvloedvandegrondwaterstandwas bijlagevolumegewichtenveelgroterdanbijhoogvolumegewicht.Daarom werdhetmateriaaluitgesplitstingroepenmetverschillendvolumegewicht enwerdpergroepdeinvloedvangrondwaterstand grafischnagegaanenberekend.Hetresultaatdaarvanisweergegeveninfiguur9.Daaruitblijkt dateenonvoldoendestevigheidvooralvoorkomtbijondiepegrondwaterstand incombinatiemeteenlaagvolumegewicht.Uitdezefigurenkonhetschema wordenafgeleid,weergegeveninfiguur 10endeinvloedvanhetvolumegewichtweergevendbijgrondwaterstandenoplopendvan30-100cm-hnv. Ervanuitgaandedateenwaarderingscijfervan7 degrenswaardevoorde stevigheid is,kanuitfiguur 10wordenafgeleidbijwelkecombinatievan grondwaterstand envolumegewichtdiewaardewordtverkregen.Hetresultaat daarvanisweergegeveninfiguur 11.Daarinisookdetoestandt.a.v.grondwaterstand envolumegewichtvanallepercelenaangegeven,waarbijonderscheidisgemaakttussenveldenmeteenruimvoldoendestevigheid (7en meer)enveldenmeteenstevigheid<6,5.Alleveldenmetonvoldoendestevigheid liggenduidelijkbovendegrenslijn,diemetvoldoendestevigheid erbijnaallemaalbeneden. Hiermeezijnduidelijkdeeisen,dievooreengoedestevigheidaangrondwaterstandenvolumegewichtgesteldworden,aangegeven. Omoverdeinvloedvanvolumegewichtengrondwaterstand openkelebelangrijkevochtgehalten informatieteverkrijgen,werdenpartiëleregressiecoëfficiëntenberekendmethetintabelXvermelderesultaat.


3Ăœ

stevigheid (hakmethode) 8r _0.00A5X+Z-H

C=vol.gew. < 130 B 3 * * 130-140 A - . • > 140 3-

20

40

60

80 100 120 140 grondwaterstand cm-f-mv igemidd.natte perioden) Figuur 9. Berekende invloed van de grondwaterstand op de stevigheid van de t o p laag b i j verschillende volumegewichten.

stevigheid (hakmethode) 8r grenswaarde voldoende stevigheid

1.0

1.1

1.2

1.3

14

1.5 1.6 1.7 volumegewicht

Figuur 10. Invloed van het volumegewicht en de grondwaterstand op de stevigheid.


31

AO

1.1

1.2

1.3

U

vol.gewicht 1.5 1.6 1.7 1

2040o

6080 100

• stevigheid=7 of groter  =6.5of minder

120L grondwaterstand A en B= voor voldoende stevigheid gewenste combinatie van grondwaterstand en volumegewicht waarbij A is afgeleid uit f i g u u r 10 en B uit f i g u u r 12

Figuur 11.Grenswaardent.a.v.volurnegewichtengrondwaterstand vooreengoedestevigheid.

Eriseenduidelijke invloedvanhetvolumegewichtopdevochtgehalten: bijtoenemendvolumegewichtwordenbeidelager.Hetvochtgehaltedatondernatteomstandighedeninhetveldaanwezigisneemtechtermeerafdan degrenswaardewaarbijdegrondjuistvoldoendestevigis.Ditverschijnselbetekentdatdandegrondrelatiefdrogerenstevigerwordt,dusin gunstigezinverandert.


32 TABELX.Partiëleregressiecoëfficiëntenbetreffendedesamenhangtussen vochtgehaltenenerzijdsenvolumegewichtengrondwaterstandanderzijds.

regressiecoëfficiënt Vol.gewicht

Grondwaterstand

Vochtgehaltebijjuistvoldoende stevigheid (grenswaarde)

-0,31

-0,03

-0,41

-0,11

Vochtgehalteinhetveldin natteperioden

Ookdegrondwaterstandheefteendergelijkeffect:eenverdiepingvande grondwaterstandheefttotgevolgdatdegrondondernatteomstandigheden eenlagervochtgehalteheeft,terwijldegrenswaardevoorgoedestevigheid vrijwelnietverandert.Eendergelijkeingreepbetekenteveneenseenrelatiefdrogereensteviger grondenduseengunstigeveranderingt.a.v.de stevigheid vandetoplaag.Datisweergegeveninfiguur 12,waarinmet behulpvandeverkegenregressievergelijkingenbijverschillendvolumegewichtendeinvloedvandegrondwaterstand opdegenoemdevochtgehalten isberekendenweergegeven.Hetsnijpuntvanbeidelijnen,waarbijhet vochtgehalteinhetvelddusjuistvoldoende laagisvooreengoedestevigheid,verschuiftduidelijknaar links (lagerewaterstand)wanneerhet volumegewichttoeneemt. Ookkanhieruitwordenafgeleidbijwelkecombinatievangrondwaterstand envolumegewichteenvoldoendestevigheidkanwordenverwacht.Diewaarden zijneveneensinfiguur 11ingetekend.Hetblijktdandatvooralbijde hogerevolumegewichtenhetresultaatnogalgaatafwijkenvandelijndie verkregenisviadirectebeoordelingvandestevigheid.Vermoedelijkvindt datzijnoorzaakinhetfeitdatopeenaantalveldenmet hogevolumegewichten (humusarmetoplaag)degrenswaardemoeilijkwasvasttestellen enkennelijkwatisonderschat.


33

o

il

03

03 C

te

1

S

CL

1

O

II /

-

00

o O

-

S _, x^ o

/ 1

< O

tO

l\

i\ 1\

3

o

00 M O 3 O.

O T "

/' x

-

O. <t>

o 1

/ < o_

1

B>

O

1

-

e

< • te o. § n> io n o. o •o < 00

Ni O

o -

a to

CD O

co rt

lO <T>

-

to

3 O. CD 3

t

— N>*

tgehal onder tandig

(T> i-(

o< < 32.0 u> Q.5.

< o «

rt

$ _, en o

i l gj O

=• =r1)

3-

n>

-

I-*

en o ta

< o

1

(t>

o -

O 13 Ou

<

O O 3"

«O

->

/A

0

/

2 *-

% h_ 5;

a> - » n o "" ui » o» —

/ / //

-

'S \' \ \l K

X

/

1

1

1/

-

O OD 3 O Q.

1

S/ / / '

// / '/ \

Q . U) <

f

r 1 r h L

° mO m t> n

htgeha vigheid 'nde is

1// //

_

00 fD

<

1 1

/ /

I-1

i

\

= —/ A

O

rf

O 3" rt

1 1

_

^-..— £.*

^ * 2.

'S // £ / 0

ÏÏ5

0 ^ //

Ti:/

/ "1 /

/

/

/


34 5.2. De invloed op de doorlatendheid

voor water vca% de toplaag

Inhoofdstuk4werdreedsaangegevendathetmetdedoorlatendheidvoor watervandetoplaagwelmeevalt,zelfsopveldenmeteenintensievebespelingeneenvrijgroterelatievedichtheidvandegrond.Tochiste verwachtendatbijsterkeverdichtingvan degronddedoorlatendheidafneemt.Hetisechternietduidelijkwelkedichtheiddaarvoornodigis, gezienhetinfiguur 13weergegevenbeeld.

doorlatendheid voorwater (m/etm.) 0.160r .6.8

5.6

0.U0-

.23

0.120-

,5.8

3.1

.5.8

5.3

•5.8

0.100 0.080

5.8

5.8

Q060 0.040

1.6

0.020

16 =geh.org. stof

1.1

1.2

1.3

1.4

1.5

16

vol. gewicht

Figuur 13. Samenhang tussen de doorlatendheid voor water en het volumegewicht.


35 Opeenveldmeteenvolumegewicht van 150eneenorganische-stofgehalte van5,8%,waarbijtochderelatievedichtheid erggrootis,wildetoplaag nogvrijveelwaterdoorlaten.Deervaringisookdatvooralbijaanwezigheidvangrasde toplaagnietgauwzodicht is,datbijzwareregenval plasvormigoptreedt.

5.3.Deinvloed op de groeimogeliol창ieden van het gras Omoponzegrassportveldeneenvoldoendegrasmattekrijgenentehouden, zaldestructuurvandegrondenvooraldievandetoplaagzodanigmoeten zijndatdewortelsindegrondkunnendringenendatvoordeactiviteitenvandewortelsenvandegrondeenbepaaldevoorzieningmetzuurstof enwatermogelijkis. Bijbeoordelingvande intabelIXvermeldecorrelatiesblijktdathet volumegewichtmetdedaarmedesamenhangendegehaltenaanhumusenslib kennelijkvangeeninvloedzijnopdeontwikkelingvanhetgrasinherfst enwinter,terwijldegrondwaterstand inditopzichtwelduidelijkvan betekenisis,en welinzoverredatdestandbeterisnaarmatedegrondwaterstandondieperis. Wanneerhetwaarderingscijfervoorhetalgemenebeeldvandegrasmatin hetvoorjaar,ophetoogbeoordeeldwordtuitgezettegenhetluchtgehalte bijpF2 (figuur 14),kanwordengeconcludeerddat grastamelijktolerant isvoorlageluchtgehalten.Zelfsbijwaardenvan7vol.%zijnnoggeen moeilijkhedennaarvorengekomen,integendeel,hetverloopvandepuntenzwermwijstopeenbeteregroeibijlagereluchtgehalten.Ditlaatste houdtduidelijkverbandmethetfeitdateenlaagluchtgehaltevaaksamengaatmeteenhogervochtgehalte.Enjuistditvochtgehalteiskennelijk ergbelangrijkvoorhetgras.Figuur 14toontookaandathetverdwijnen vangrasenkaalwordenvanveldenbijintensievebespelinginhoofdzaak hetgevolgisvanmechanischebeschadigingennietvanverdichtingvande grond. Ookuitmetingenvandeluchtdoorlatendheid aanongestoordegrondmonsters uitdetoplaagvanenkelesportveldenblijktdathetmetdeaeratiemeevalt (tabelXI).


36

beoordeling van degrasmat 10

•. •

o0 •• • w o *o ••- • .-o o ofibctP ° ** o o

• •>

£ trainingsvelden o zeerintensief bespeelde terreinen

2 -

• weinig 10

15

.

.

. 20

luchtgehaltepF2

Figuur 14.Samenhangtussendebeoordeling vandegrasmatenhetluchtgehaltevande grondbijpF2.

Alleenophetnognieuwetrainingsveld opde"Esserberg"washetdoorlatendvermogenvoorluchterglaag,(10kanalsgrenswaardewordenbeschouwd)ondankshetnietopvallend lageluchtgehalte.Hetnogvrijwel ontbrekenvanbewortelingkonweleensdeoorzaakzijn. Dezeresultatenondersteunendealgemeneindrukdatgras-zekerop sportvelden-veelmeerreageertopverschilleninvochttoestanden grondwaterstanddanopverschilleninluchtgehalteendichtheidvande grond.


37 TABELXI.Gegevensoverluchtdoorlatendheid openkelesportvelden.

Doorlatendheidvan

lucht

Vol.%lucht

(indarcy' s) HockeyveldOosterweg

TrainingsveldEsserberg

TrainingsveldOnnerweg

ComplexvanStarkenborgh

ComplexdeHoogte

11,3

10,7

14,5

11,2

1,7 3,7

11,7 11,2

12,4

11,5

13,4

12,2

23,0 56,2

7,5 9,0

37,3

10,1

26,8

10,8

Diebetekenisvandevochtvoorzieningkomtvooraltotuitingindrogezomers.In 1975werdeenslechtestandvanhetgraswaargenomenoppercelen meteendikketoplaaghumusarmzand

(> 10cm)ofmeteendunnehumeuze

toplaagopzand. Welkesituatiei.v.m.degrasgroeihetmeestgewenstis,hangtm.i. sterkvandegebruikswijzevanhetveldaf.Opeenweinigintensiefbespeeldhoofdveld,waareenfraaiegrasmatdoorhetkijkendpubliekop prijswordtgesteld,zalmeeraandachtaandevochtvoorzieningvanhet grasmoetenwordenbesteeddanopintensiefbespeeldeterreinen,waar veelgrasdoormechanischebeschadigingverdwijntenwaarmenminder eisen aandegrasmatstelt.Inheteerstegevalishetdaaromwellicht goedeenwathogerewaterstand terealiseren,inhettweedegevalisdat weinigzinvolomdatdaarwatmeerofmindergrasnietbelangrijkis.

5.4. Gewenste toestand i.v.m.

de verschillende

en realisering

praktijk

daarvan in de

bespeelbaarheidsaspeaten

Uithetvoorgaandeisnaarvorengekomendatvandebespeelbaarheidsaspectenopdedooronsonderzochteveldendedoorlatendheidvoorwatervande


38 toplaagweinigproblemenoplevertengeensamenhangvertoontmetdedichtheidendatdegroeivanhetgrasnietwordtbelemmerddooreengeringe aeratie.Ookindatverbandveroorzaakteenwatgroteredichtheidgeen moeilijkheden.Datbetekentdatvoordesituatieondernatteomstandighedendestevigheidhetbelangrijkstebespeelbaarheidsaspect is.Datbetekentookdatfiguur11kanwordengehanteerdomvasttestellenwelke combinatiesvangrondwaterstand envolumegewichtenerzijdsenvanhumusgehalteenactuelestructuuranderzijdsvooreengoedebespeelbaarheid gewenstzijn. Wathetvolumegewichtbetreftisinparagraaf4.2.4.aangegevendathet doordesamenstelling-vooraldoordegehaltenaanhumusenafslibbare delen-endoorderuimtelijkeopbouwvandesamenstellendedeeltjes wordtbepaald.Welkesamenstellingenopbouwnubijverschillendegrondwaterstandennodigzijnwordtgetoonddoorfiguur 15,waarindesamenhangtussenvolumegewichtenhumusgehaltevoorveldenmetverschillend gehalteaanafslibbaredelenisweergegeven.Degetrokkenkrommengeven aanhoegemiddeldhetvolumegewichtbijstijgendhumusgehaltedaalt,terwijldeafwijkingvandepuntent.o.v.delijndeinvloedvanderuimtelijkeopbouwaangeeft.Doorinfiguur 15aantegevenwelkvolumegewicht bijverschillendegrondwaterstandgewenstis,kanwordenafgeleidbij welkecombinatievanwaterstand,humus-enslibgehalteenstructuur(los, normaal,dicht)destevigheidvoldoendezalzijn.Bijvoorbeeld zalbij eengrondwaterstandvan60cm-rmv.enbijeenlaaggehalteaanslibof leembijdichtestructuureenhumusgehaltevan5,5%toelaatbaarzijn,bij lossestructuurmaghetzekerniethogerzijndan2-2,5%.Bijeenhoger gehalteaanafslibbaredelenishettoelaatbarehumusgehalteietslager. Aandeanderekantkanuitdefiguurookwordenafgeleidwelkegrondwaterstandbijgegevengehalteaanhumusen afslibbaarenbijeenbepaaldedichtheidgewenstis.Bijvoorbeeldbij5%humusenenkeleprocenten afslibbaarzalbijtamelijkdichtegrondeengrondwaterstandvan60cm Tmv.toelaatbaarzijn,terwijlbijrelatieflossegrondeenwaterstand vanruim80cmisvereist. Omeengoedestevigheid terealiserenentebehoudenzijndusverschillendemogelijkhedenaanwezig:reguleringvandegrondwaterstand,vandegehaltenaanorganische stofen/ofafslibbaredelenenvanderelative dichtheid (losofvast)vandegrond.


39 volumegewicht g/cm 3 1.9r 1.7 1

vereiste I volumegew.bijeen I grondwaterstand van

1.5 .

1.3

^

-^--1 .;

60

._p-w^

&

90

I

1.1

cfsiibbaar 0 - 5 % 0.9

L

5 5 7 humusgehalte (gew.%)

volumegewicht g/cm 3 1.7 r vereiste volumegew.bij een grondwaterstand van

1.5 1.3 1.1

afslibb창redelen 5-10%

Q9

1

2

3

4

5

6

_L 7 humusgehalte(gew.% )

Figuur 15.Schemawaarinwordtaangegevenbijwelkecombinatie vangrondwaterstandenvolumegewichtdestevigheidvandetoplaagvoldoendeisenwaarinook wordtaangegevenbijwelke combinatievangehaltenaanhumusenafslibbaredelenenvan actuelestructuurhetdaarvoorgewenstevolumegewichtwordt bereikt.


40 Hetzalvandeomstandigheden (bv.intensiefbespeeldofweinigbespeeld, hoofdveld,bijveldoftrainingsveld)endemogelijkhedenafhangenwaaraandemeesteaandachtmoetwordenbesteed.Indepraktijkkunnenzowel bijaanlegalsbijgebruikenonderhoudhetbestealledriepuntenworden gehanteerd,zodatondankshetwatwisselendekarakterdaarvantocheen zogrootmogelijkezekerheidvooreengoedresultaatwordtingebouwd. Degrondwaterstand isoponzein hetalgemeengoeddoorlatendegronden meestalgoedtebeheersendooreendrainagesysteem opbehoorlijkediepteen niettegroteafstandaantebrengenendooreenregelmatigecontroleop hetfunctionerenuitteoefenen. Doorgrotevariatiesinneerslagen verdampingzijnschommelingenindegrondwaterstand echterniettevermijden. Desamenstellingvandetoplaagiseveneensredelijkgoedtebeheersen. Bijaanlegkaneentoplaagvanhumus-enslibarmesamenstellingworden aangebrachtendaarnakandoorregelmatig"dressen"methumusarmzandeen hoogoplopenvanhethumusgehaltedoorhetachterlatenvanorganischmateriaaldoorhetgras,wordenvoorkomen. DerelatievedichtheidvandetoplaagkanvariĂŤrenonderinvloedvan eenaantalfactorendieverschillendvanaardzijn.Bodemlevenengrasgroeizullendedichtheidverkleinen,bespelingenmechanischingrijpen (maaien,vegen,rollen)zulleneenverdichtend effecthebben.Hetlosmakendeffectvanbodemlevenengrasgroeizalmoetenwordenopgeheven doorveelbespelingofdoorregelmatigberijdenenaanrollenvandegrond.


41 6.SAMENVATTINGENCONCLUSIE

Inaansluitingoponderzoekin1970-1971 opallegrassportveldeninHaren verrichtwerdenindedaaropvolgendejarenwaarnemingenverrichtopeen beperkteraantalveldeninHarenenopeenvrijgrootaantalindestadGroningeneninHoogkerk.Daarbijwerdenindeeersteplaatsgegevensverzameld overde bespeelbaarheid

van de velden (stevigheidvandetoplaag,doorlatend-

heidvoorwaterengesteldheidvandegrasmat).Daarnaastwerden eigen-

schappen bepaalddie direct

of indirect

van invloed opdebespeelbaarheid

zoudenkunnenzijn (ontwatering,samenstellingendichtheidvandetoplaag,profielopbouw). Watde bespeelbaarheidsaspecten

betreftblijktdestevigheidvande

toplaag,bepaalddoormiddelvandehakmethode,indeloopvandetijd, maarookvanperceeltotperceel,sterkuiteentekunnenlopen.Ondernatteomstandighedenblijktdestevigheidopeenderdevandepercelenniet voldoendetezijnomregelmatigebespelingzonderaanrichtingvangrote schade,mogelijktemaken.Het doorlatend

vermogen voor water vandetop-

laagligtopdehieroponderzochtevelden,metuitzonderingvaneen trainingsveld,opbehoorlijkniveau. Be grasontwikkeling

veranderde

uiteraardwatindeloopvanhetseizoenenvarieerdevanveldtotveld, maarkaninhetalgemeenredelijkgoedwordengenoemd.Alleenopde trainingsveldenwasdebezettingslecht. Defactorenwaarvaneeninvloedopdebespeelbaarheidverwachtwerdvertoondenveelvariatie.Erzijnverschillenin profiel

opbown (bodemtype,

bewerkings-enbewortelingsdiepte,keileemdiepte,Gt)eninsamenstelling (vooralhethumusgehalte)endichtheid (volumegewicht) vandetoplaag. De grondwaterstanden

lopenvanplektotplekzeeruiteen,vooralalsge-

volgvanverschillenindraindiepteenfunctionerenvandedrainage.Opvallend isdevaakgeringedraindiepte. Destevigheidvandetoplaagblijkteensterkesamenhangtevertonen methetvolumegewicht endegrondwaterstand,waarbijeenduidelijkeinteractieaanwezigisenwelinzoverredatbijeenlaagvolumegewichtde invloedvandegrondwaterstand groterisdanbijeenhoogvolumegewicht.


42

Aandehandvanditresultaatkonwordenvastgesteldbijwelkecombinatie vangrondwaterstandenvolumegewichtdestevigheidaandeeisenvoldoet. Ookkanwordenaangegevenbij welke combinatie van gehalten aan humus en afslibbare

delen en actuele structuur

(losofvast)hetvereistevolume-

gewichtkanwordenbereikt. Het doorlatend

vermogen van de toplaag geeft geenduidelijke samenhangte

zienmetfactorenalsvolumegewichtenhumusgehalte.Welzijneraanwijzingendatbijeenbehoorlijkegrasbezettingdedoorlatendheidvoorwater geenmoeilijkhedenoplevert. Watde grasgroei

betreftisereenduidelijkgunstigeinvloedvaneen

hogegrondwaterstandeneenongunstigeinvloedvanintensiefgebruik (trainingsveld).Ditlaatsteisniethetgevolgvanonvoldoendeaeratie.


43 7.LITERATUUR

Boekei,P.,1972.OnderzoeknaardestevigheidvandetoplaagvandesportveldenindegemeenteHarenindewinter1970/1971.Inst.Bodemvruchtbaarheid,Rapp.4-72. Boekei,P.,1975.Hetfysischmilieuvangrasveldenvoorrecreatiefgebruik endedoeleindenvangrondverbetering.In:Grasveldkunde:Aanlegenonderhoudvangrasveldenvoorgebruiks-ensierdoeleinden.Red.:M.HoogerkampenJ.W.Minderhoud,Pudoc,Wageningen,pp.71-92. Boekei,P.,J.J.SchuurmanenJ.S.Zwiers,1971.Onderzoeknaardeoorzaken vandeslechtebespeelbaarheidvanenkelesportveldeninDenHaag.Inst. Bodemvruchtbaarheid,Rapp.6-71. RiemVis,F., 1975.Deorganische-stofhuishoudingvangrassportvelden. Inst.Bodemvruchtbaarheid,Rapp.3-75. Schothorst,C.J., 1963.Derelatievedichtheidvanzand-enveengronden zijnbetekenistenaanzienvandraagkrachtenvochtgehaltevolgenseen laboratoriumproef.Inst.Cultuurtechn.enWaterhuish.,Nota216. Werkgroep "Zandvooraanlegvansportvelden",1970.Debruikbaarheidvan zandbijdeaanlegvansportvelden.Tijdschr.Kon.Ned.HeideMij. 81:438-440. Zwiers,J.S.,1976.Berekeningvanderelatievedichtheidtenbehoevevan hetsportveldenonderzoek.Inst.Bodemvruchtbaarheid,Rapp.6-76.




SP

I

'

a>

S

c

•g Qi •o O

IS

œ

\

ta. B ë R

ro >

i

H .f

N UJ _i G-

u.

'S

(U -C

L_

CD

L-

u

"^

.1

S

a.

'•>-,

\

"1 4

^

d>

-Q

1

3 £ F Q.

l

}

LU

in

o o >

\>

BO

en c >

O C

X

fi

ce

L_

^

• — »

vi

^ •^

C

"4

CD

^ ^ \

C

m

•"5 to

l_

£

o

* £ OS

I"»

•v:

•s

4

S^ *^

-g Ol

E c 0

V

î

>s ..I? *Ci

J*

s

^

1

^ .

<>•

s?* 1

ta.

s

Pi

w

4

» ü

i£ _J

<->

5

ïii

^

=>

z

!* £

b 9fe

'_ ^

g

1— X

î

y;

-5

«>C3

V a_

1—

' !*

i

~ - ^ i -

!*

!

££ UJ

1 £ oo! .

cd ^ UJ

o °= CL,

' 0 o? 0 " 0

! !

N! i

Ci 1 i

s

>

z o

s

< >

4i -..

«»

1

2 -5 S -o •S

c

•S

>

œ J5 3(_

__!

.. •< ^ *S

es

< « •— 5 S se

LU

< t-j C S < *= -1

r— un

*:

11

TO re

LL.

|

Lu

' i >

C3 LU

(—

c:

!

<: <

i

es

!

Z

o

t—

'

)

1

1

^

*=

'

£i < «S z «r ^ ce. o1

0

"N-

'S

* ; i

LU

ce O

1«-| O

S-S|

|

l !

z LU CD

!

-1

^1

-C LU

1

, ! -, J

LU _l ,3

i

WS

hf* \ O ci

i

U

1

'!

|

•1 H

^

V

1

S O CC co LU

| 1

u*3

c

c

•Ci

1

O

1

<c

!

1

.

111

«c

z

—' ca

1

O Z

|

1 i

CS C3

i

ce z

ce LU hO

O

va1

CJ

"» S

x

i "V

^

CO «t —1

ce g 1

--1- ' a- ! !

S

°«<

-.

rrs

-3

-

I

...

^

S?

en =3

5

LU

S

c ^ >

1 1

•Sri

0

H-

i§- I J -J •*

^

&

o

LU

1 PA

i

^K

1

1 I

^ ^ 1

>o

REDIJ TIE

•S

1

"^0

V

*

,

!1

en S

M

i

1

< ü

_^

!?* K

g^i

1

. en _2 z ^cC

T

.

—« *

gdS O ï S

4*^

aC

-£*..>•

ei-.1*

iL s^| 0

1 i Vft

**~\

3

»

1

;

=3

1


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.