Om de Hegemonie op Goeree Overflakkee
Wim van Zon
Om de Hegemonie van Goeree-Overflakkee werd in juni 2001 geschreven na twee bezoeken aan Goeree Overflakkee in één weekend. Het is een soort eerbetoon aan het dorp waar ik twee en een half jaar gewoond heb en aan een eiland waar ik nog steeds een paar keer per jaar weer sfeer kom snuiven. In 2001 speelde de voetbalvereniging van Nieuwe Tonge op een onwaarschijnlijk hoog niveau, voornamelijk dankzij financiële injecties van een grote sponsor. Daarmee trok de vereniging een te grote broek aan; tegenwoordig speelt NTVV gewoon weer in de kelder van het zaterdagvoetbal.
Om de schoonheid van het eiland te benadrukken heb ik een paar foto’s van recenter datum opgenomen. Het verhaal is nooit gepubliceerd, alleen in 2001 ter beoordeling opgestuurd naar Jan Mulder. Ik vind het leuk om het te delen met vrienden, familie en voetbalkennissen. Als je op een druilerige dag tussen kerst en oud-en-nieuw even niets te doen hebt….
Onder een donkergrijs wolkendek rijd ik het dorp uit. In de lege vlakte die zich voor mij uitstrekt zie ik de doos van bomen die het complex van de vv NTVV omzomen. vv NTVV, hoe hebben ze het ooit kunnen verzinnen, voetbal vereniging Nieuwe Tongese Voetbal Vereniging. Regen striemt met harde vlagen op mijn voorruit. De doos beweegt, de storm doet de bomen haast kapseizen. De vlakke kleigrond rondom het complex is haast egaal groengrijs van het jonge gewas. Een prachtige, haast onechte kleur. Het lijkt wel november maar het is 2 juni. Weer verderop, een kilometer achter het terrein, staan windturbines als razenden te maaien. Ik ben terug in Nieuwe Tonge waar ik vierentwintig jaar geleden afscheid nam van NTVV. In die tijd was het voetbalveld nog midden in het dorp gesitueerd. Naast de kerkring was het eigenlijk het tweede centrum van het dorp. Vlakbij stonden de houten huizen die door Finland aangeboden waren na de watersnoodramp. Twee keer in vierentwintig jaar ben ik terug geweest. Bij de opening van het nieuwe complex en vier jaar geleden, toen na lang zoeken mijn telefoonnummer achterhaald was door de organisator van een erewedstrijd met oud-eerste elftalspelers. Het was een wedstrijd ter nagedachtenis aan de overleden voetballegende uit Nieuwe Tonge, Ies van Balen, de man met de fluwelen techniek, waarover men sprak van Ouddorp tot Ooltgensplaat. Dat weerzien toen, met oud-bestuursleden, spelers van weleer, en toeschouwers-van-altijd, was een openbaring. In de steden is het voetbal een sport van allochtonen geworden die zich met volkssport nummer ĂŠĂŠn kunnen onderscheiden. In de steden zijn tot voor kort gerenommeerde verenigingen gewikkeld in een strijd om te overleven en sommige zijn
ten dode opgeschreven. Maar in Nieuwe Tonge, nee op heel Goeree, leeft het voetbal haast op dezelfde manier als twintig of vijfentwintig jaar geleden. Wat drijft me nu om NTVV weer te bezoeken? Het gist al het hele seizoen. Maar ik moet een aanleiding hebben, een legitimatie haast. En die heb ik de afgelopen week gevonden. Al jaren volg ik de uitslagen en standen van alle clubs waar ik in het verleden gespeeld heb. Op één uitzondering na. Dat is de club waar ik slechts één seizoen gespeeld heb, een tussendoortje in Vlaardingen waar ik altijd spijt van heb gehad. Aan de andere verenigingen bewaar ik dierbare herinneringen. Bij de één omdat het een onlosmakelijk onderdeel is van mijn jeugd, bij een ander omdat ik daar op het voor mij hoogst haalbare niveau heb gespeeld, in de één na hoogste amateurafdeling. Aan NTVV heb ik een mand vol herinneringen. Een buitenstaander was ik, ‘van den overkant’. En dan kijken Nieuwe Tongenaars de kat uit de boom. Er woonden meer Overkanters in een rijtje villa’s aan de rand van het dorp, het bleven buitenstaanders. Ik woonde midden in het dorp, in een kabouterdijkhuisje dat op een zaterdagmiddag in het dorpscafé was gekocht. Misschien accepteerden de dorpelingen mij daarom wel. Of omdat ik in het dorpscafé kwam. Of omdat ik in het eerste van NTVV aardig uit de voeten kon. Ik herinner me het drankgebruik. Verbaasd
heb ik gekeken hoe in het weekend 30, 35 biertjes op een avond naar binnen geslagen werden. Verbijsterd was ik over het aantal motorrijders dat in de twee en een half jaar dat ik in Nieuwe Tonge woonde verongelukt zijn op het eiland. Verrast was ik door de onderlinge solidariteit, ik ben zelfs uit een heel lastig parket geholpen dankzij dat saamhorigheidsgevoel. Ik heb opgewonden over de steile dominees op Flakkee, ik heb me verkneukeld over de pikante verhalen die de ronde deden over de ouderlingen in het dorp. En ik heb voetbal beleefd. Want een belevenis was het, week in, week uit. Een derby bij OFB in Ooltgensplaat leverde topspanning op alle fronten. Bij 1-1 in de negentigste minuut een penalty moeten nemen ‘op de Plaete’ was spelen met je leven. Het ritmisch gebonk van klompen op de kleedkamerdeur na afloop van een wedstrijd bij de zigeuners van het eiland, zoals de bijnaam van de bewoners van Ooltgensplaat luidde, vergeet je niet. Hoe anders was een uitwedstrijd in en tegen Melissant. Daar was de sfeer altijd gemoedelijk. Daar kon je, ongeacht de uitslag, tot tien uur ’s-Avonds in de kantine met de tegenstander bier drinken. En dan waren er ook nog jonge dames uit het dorp bij. De wedstrijdverslagen in het weekblad Ons Eiland waren juweeltjes van lokale journalistiek: “Een wat merkwaardige opening bij SC Botlek – NTVV waar de shirts van beide teams zo veel op elkaar leken dat keeper Van Sliedrecht al in de tweede minuut in de war was en zich zodanig op vriend en vijand verkeek dat Botlek er al meteen 1-0 van kon maken”, berichtte de verslaggever in 1976. Een ander artikel bevatte de zin “Kort voor tijd werd het 2-2 toen bij een corner de midvoor van Puttershoek doorging en in een rush vier NTVV-ers velde, inkluis keeper Van Sliedrecht (2-2).” Als in Ons Eiland in het verslag van een derby sprake was van een ‘toch wel sportieve wedstrijd die een kwartier voor tijd harder werd’ dan wist de geoefende lezer dat er op het scherp van de snede gespeeld was en het een kwartier voor het einde bijna uit de hand gelopen was vanwege enige aanslagen op ledematen over en weer.
Elke competitie stonden er wel streekderby’s op het programma. Alle verenigingen op het eiland bivakkeerden in de eerste klasse van de Rotterdamse bond of in de vierde klasse van de KNVB. Zo leerde je de eigenaardigheden van Herkingen, Den Bommel, Stad aan het Haringvliet of Stellendam kennen. Alleen DBGC uit Oude Tonge viel uit de toon. In positieve zin wel te verstaan, want DBGC speelde in de tweede klasse KNVB op zondag, terwijl haast alle clubs vanwege de streng religieuze wortels van de eilandbewoners op zaterdag speelden. DBGC was in die tijd de trots van het eiland. Behalve als een andere vereniging spelers verloor aan deze topvereniging. In Nieuwe Tonge werd het haast als verraad beschouwd toen twee van ‘onze jongens’ overstapten naar de Oude Tongese rivaal. Naast de wedstrijden op het eiland waren ook de wedkampen in Rotterdam de moeite waard. Want daar werden de eilandbewoners vaak behandeld als achterlijke boertjes. Als ‘wij’ in het veld neerbuigend bejegend werden door de tegenstander dan werkte dat als een rode lap op een stier. Die stadse lui hadden niet in de gaten dat ze daarmee het beste bij het NTVV-team naar boven haalden. We kletsten er extra stevig
in om, zodra het gejank over dat lompe optreden van de boeren de kop opstak, met vloeiende combinaties de tegenstander te overrompelen. Vastbesloten om te winnen. Ook tegen clubs uit het tussengebied tussen grote stad en afgelegen dorp, de eilanden Voorne, Putten en de Hoekschewaard, speelde de rivaliteit een rol zij het in mindere mate. In die streken woonde meer import in recent aangelegde nieuwbouwwijken en wilde men tonen dat de de moderne tijd toegeslagen had. Meestal uitte zich dat alleen in strakkere en glimmende trainingspakken en gemetselde dug-outs. Maar verder overheerste ook daar nog de dorpsmentaliteit. In Nieuwe Tonge zelf was voetballen de enige sport die je kon beoefenen. Op de kerkring en in het dorpscafĂŠ werd dan ook van zondag tot woensdag de wedstrijd van de vorige zaterdag nabeschouwd en vanaf donderdag gesproken over de komende match.En zaterdagmorgen, als ik boodschapen ging doen, werd ik steevast aangesproken door de oudere mannen die zich verzameld hadden op de hoogte, het kruispunt in het centrum van het dorp, die wilden weten wat mijn verwachtingen waren voor de wedstrijd van die middag. De afgelopen jaren was het me al opgevallen dat NTVV de kelder van het zaterdagvoetbal ontgroeid was. Vier jaar geleden, tijdens mijn laatste bezoek, speelde het eerste elftal in de derde klasse. De afgelopen twee seizoenen verbaasde ik mij er op maandagavonden over dat NTVV 1 in de top van de tweede klasse te vinden was. Een clubje uit een dorp met krap 1.800 inwoners met vier seniorenelftallen. En toen ik las dat NTVV nacompetitie zou spelen voor promotie naar de eersgte klasse, en de resultaten van dit seizioenstoetje leidde tot een finalewedstrijd tegen, nota bene, Stellendam, toen was de aanleiding eindelijk gevonden om het dorp in de klei met die bijzondere voetbalvereniging te bezoeken. Geen landelijke of regionale krant die ik las besteedde aandacht aan dit fenomeen, een finalewedstrijd tussen twee eilandploegen om promotie naar de top van het zaterdagamateurvoetbal. Terwijl nog nooit een vereniging van het eiland op dat niveau gespeeld had!
Via een Flakkeese website probeerde ik datum, tijd en locatie van de wedstrijd te achterhalen. Terstond werd ik, naar achteraf bleek, op het verkeerde been gezet. Uit de in krom Nederlands gestelde tekst leidde ik af dat er twee finalewedstrijden waren, één op zaterdag 2 juni en één op tweede Pinksterdag, de maandag er na. Op de site las ik ook dat het zaterdag de grote feestdag was. Maar welke feestdag, vroeg ik mij af? Dat was het finale duwtje om me in Nieuwe Tonge te vervoegen. Zodoende nader ik nu, in dat Hollandse noodweer, dat in deze lege omgeving iets immens en majestueus krijgt, die voetbalvelden in de zuigende klei, omzoomd met de rijen bomen. De parkeerplaats is vol, auto’s staan in de berm geparkeerd. Ik vermoed dat de toeloop voor de wedstrijd enorm is. Maar een verlaten toegangskaartenloket en een wedstrijd tussen veteranen op het hoofdveld, op dit tijdstip, vijf voor half drie, doen mij twijfelen aan het waarheidsgehalte van de digitale berichten. Wel zie ik, nu ik de dichte bomenrij gepasseerd ben, een vrolijk blauw-wit gestreepte feesttent. En bij het betreden van de kantine wordt het mij duidelijk, de feestdag is tter ere van het vijftigjarig bestaan. ‘vv NTVV 1951 – 2001’ staat er boven een groot paneel dat
beplakt is met zwart-wit foto’s die de hoogtepunten van vijf decennia clubvoetbal in Nieuwe Tonge markeren. Nieuwsgierig kijken enige aanwezigen mijn kant op. Wie is die buitenstaander? Komt hij van het eiland? Is hij een representant van de KNVB? Of is het één van die nieuwe gemeenteraadsleden uit Middelharnis, waar de aanleg van nieuwbouwijken niet alleen gezorgd heeft voor een instroom van overkanters maar daarmee ook een verschuiving in het politieke landschap veroorzaakt heeft? Zal hij de bestuurskamer ingaan? Ik herken nog niemand, maar wel komen de hoofden mij familiair voor. Het zijn koppen zoals je ze op GoereeOverflakkee ziet en ook wel op Schouwen-Duiveland. Stug, argwanend, gezond blozend, oplettend. En dan, haast verlossend, breekt bij een man een lach door: “You bin toch Willem van Zon?” Het ijs is gebroken, ik ben nog steeds van Nieuwe Tonge. Dan verdwijnt elke stugheid en elke argwaan. Midden in de kantine staat een groep leeftijdgenoten die ik, de één na de ander, herken. Al snel sta ik met een biertje in de hand uit te leggen wwaarom ik niet meegedaan heb met de wedstrijd Oud-NTVV – Oud-Flakkee. Stom, maar ik heb mijn laatste verhuizing niet doorgegeven aan het secretariaat. Een spervuur van vragen volgt. Of ik nog voetbal? Waar ik nu woon? Wat ik doe? Of ik nog contact heb met Boudewijn, die tegelijk met mij vertrok uit het dorp? En ik ben benieuwd hoe het toch mogelijk is dat zo’n kleine vereniging op zo’n hoog niveau kan voetballen. Dat kan toch niet met alleen jongens uit het dorp? Al snel wordt me een aantal dingen duidelijk. De sponsor, een groot internationaal transportbedrijf met het hoofdkantoor in Nieuwe Tonge, steunt de club de laatste jaren via een stichtingconstructie. En de elftalleider, die nu in Brabant woont, heeft connecties met een aantal betaald voetbalclubs daar. Zo zit dat. Iedereen vertrouwt me toe dat het hele dorp knap zenuwachtig is voor de promotiefinale van komende maandag. Stel je voor, NTVV eersteklasser, dat is toch te gek voor woorden? En dan nog wel een finale tegen Stellendam. Al was het maar om officieus kampioen van het eiland te worden moet die wedstrijd gewonnen worden. Wat er volgend jaar in de eerste klasse
gebeurt zien we dan wel weer. Want daar is iedereen het wel over eens, dat is voor een club met 130 leden niet vol te houden. Uren blijf ik op het voetbalterrein waar een dag- en avondvullend programma samengesteld is om het vijftigjarig bestaan te vieren. Ik spreek met mannen van 35 die ik niet meer herken. Zij mij wel omdat ik, toen zij tien jaar waren, elftalleider van D1 was. Ik kijk in de tent waar de kinderdisco plaatsvindt terwijl de spantouwen hard op het tentdoek slaan. Ik loop langs het veld om even te kijken naar de marathonwedstrijd waarvoor net het beginsignaal geklonken heeft, een wedstrijd van de omvangrijke familie Nooteboom tegen iedereen die maar tegen ze wil spelen. Ik spreek met Lou en Anja die een jaar na mij in Nieuwe Tonge kwamen als overkanters en die volkomen geassimileerd zijn en nooit meer weg willen. Ik word uitgenodigd voor de barbecue en weet dat het vannacht half drie kan worden maar dat er voor een slaapplaats zal worden gezorgd. Maar de familieplicht roept en
daarom rijd ik vroeg in de avond richting Rotterdam, vastbesloten om de wedstrijd van maandag, op neutraal terrein in Melissant, bij te wonen. Maandag 4 juni, tweede Pinksterdag. Het is stralend weer met een zacht briesje van zee. Zo’n 1.700 mannen, vrouwen en kinderen omzomen tegen half drie het knusse terrein van de voetbalvereniging Melissant. Het publiek is in drie kampen verdeeld. De in rood gehulde supporters van Stellendam, de meer onopvallend aanwezige en minder luidruchtige Nieuwe Tongenaren en een paar honderd voetballiefhebbers uit andere dorpen. NTVV krijgt in de eerste minuut al een kans maar daarna creëert Stellendam een licht overwicht. Tot uitgespeelde kansen komt het niet. Bij de NTVV-ers zie ik de vastberadenheid waarmee verdedigd wordt, een over-mijn-lijk mentaliteit die ik goed ken. Het zit in die koppen weet ik, het gaat om de hegemonie op het eiland. Stellendam combineert, breit haast zoals het Nederlands elftal. En NTVV loert op de counter met twee razendsnelle, beweeglijke spitsen. Ik zie een harmonica ontplooien als de zwart-witten ten aanval trekken. De twee dicht bij elkaar spelende centrumspitsen kiezen automatisch hun positie bij de uitvallen, één in de punt en de ander op een vleugel. Door hun snelheid ontstaat er ruimte, zijn er direct aanspeelmogelijkheden. Tussen de vijftiende en twintigste minuut leidt dit al tot drie doelrijpe kansen die niet benut worden. Maar dan wordt het wankelende Stellendam-bolwerk twee maal geslecht door de spitsen Tijl en De Graaff. Zo ging dat in het verleden ook, bedenk ik me, laat ze maar komen, houd het achter dicht en sla toe met snelle uitvallen met slimme ingestudeerde een-tweetjes. Op het vanuit psychologisch oogpunt juiste moment, op slag van rust, maakt Walter van Keulen er 3-0 van. De roodwitte vissers verlaten met gebogen hoofd het veld, op weg naar de thee. De toeschouwers uit Nieuwe Tonge zijn nog sceptisch. “We hebben vorig seizoen ook met 3-0 voor gestaan tegen Stellendam en toen alsnog verloren”, tempert een oud-NTVV-coryfee mijn optimisme, “Eerst maar eens zien wat er in het begin van de tweede helft gebeurt.” Hij lijkt gelijk te krijgen. Stellendam start furieus en na 10 minuten scoort het de 3-1 via Barry van Broekhoven. Hierna krijgt het publiek een waar spektakel
voorgeschoteld. NTVV lijkt niet meer uit het eigen strafschopgebied te kunnen komen en de kansen voor Stellendam rijgen zich aaneen. Twee geblokte schoten achter elkaar, de bal caramboleert via een wirwar van benen door het Nieuwe Tongese strafschopgebied, op vijf meter van het doel kan Stellendam-spits Dick Tanis uithalen, drie zwart-witte verdedigers werpen zich met ware doodsverachting in de baan van het schot, de bal gaat via een scheenbeen naast‌. En dan, een kwartier voor tijd volgt de anti-climax voor de spelers uit het vissersdorp. Een snelle counter van NTVV wordt beheerst afgerond door uitblinker Pieter de Graaff. Het kan niet meer stuk. De wedstrijd is gelopen. Toch lopen de emoties bij het publiek uit Nieuwe Tonge nog steeds niet hoog op. Een buitenstaander zou het voor desinteresse kunnen houden. Maar ik weet dat deze mensen vanavond in de kantine uitzinnig van vreugde zullen worden. Want ik heb die uitgestelde euforie, zoals deze toestand het best kan worden beschreven, zelf ook meegemaakt. Pas op de eigen stek wordt het feest gevierd en wordt nog dagen, nee weken, uitgebreid nagepraat, geanalyseerd en nog maar eens een biertje gedronken op deze victorie. Twee minuten voor tijd wordt de kroon definitief op het
werk gezet als invaller Karsbergen de 5-1 laat aantekenen en de vernedering voor Stellendam compleet maakt. NTVV speelt het volgend seizoen in de eerste klasse door het hele land tegen gerenommeerde tegenstanders. Het is een nooit eerder vertoond huzarenstukop Goeree-Overflakkee en de spelers zijn nu al verzekerd van eeuwige roem. ’t Is buutegeweun, s het enige dat ik nog kan denken.
© 2001 – Wim van Zon