Witteveen+Bos nieuws 100

Page 1

Nieuws

100

Werken met impact Dit is een bijzondere uitgave van het Witteveen+Bos Nieuws. Voor u ligt de 100e editie met als thema ‘werken met impact’, eveneens het thema van ons 14e lustrum. Door te werken met impact wil Witteveen+Bos een positieve bijdrage leveren aan de vraagstukken van nu en de toekomst. Wij zijn ons bewust van de verantwoordelijkheid en mogelijkheden die wij hebben om de wereld beter achter te laten dan we haar aantroffen. Al 70 jaar werken wij aan oplossingen die hieraan bijdragen. In de afgelopen decennia werd onze impact onder andere zichtbaar in woningen, wegen, dijken en waterzuiveringen. Veel van deze projecten bepalen de levensstandaard, omgeving en het welzijn van miljoenen mensen wereldwijd, tot op de dag van vandaag. Maar, er is nog meer te doen: de Duurzame Ontwikkelingsdoelen die de Verenigde Naties eind 2015 hebben vastgesteld, geven de opgave waar de wereld nu voor staat duidelijk weer.

Wereldwijd werken bijna 1.100 Witteveen+Bos’ers aan het ontwerpen van de wereld van morgen. In nauwe samenwerking met overheden, bedrijfsleven en kennisinstellingen zoeken we naar de beste oplossingen met de meeste impact. Alle reden om in dit nummer onze relaties het woord te geven. Wat betekent impact voor hen? Wat zien zij als de grote vraagstukken van nu en de toekomst? Wat kunnen wij als ingenieurs, maar ook, wat kunt u als lezer, doen om onze bijdrage aan deze vraagstukken te vergroten? Deze en andere vragen komen terug in de columns die wij van hen ontvingen en de interviews die wij met hen hadden. Met dit 100e nummer willen wij u inspireren met deze verschillende visies en vooral oproepen om uw kennis en ideeën te delen met ons, andere lezers en mensen in uw netwerk. Door dit met elkaar te delen, kunnen we onze gezamenlijke impact vergroten. #werkenmetimpact


Artist impressions Zuidasdok. Aan deze afbeeldingen kunnen geen rechten worden ontleend

Impact

(m.;-s) [Eng.,Lat. impactum], kracht die van iets uitgaat, syn. invloed, inwerking, draagwijdte. Uit: Dikke van Dale.

Werken met impact 3 Geen kraters in de grond, maar rimpelingen in het water Lynn Berger 4 Duurzame ontwikkeling 5 Interview Marjan Minnesma Turbo op de energietransitie 5 Vraagstukken staan niet op zichzelf Joliene Brouwer 6 Interview Henk Ovink Nederland als proeftuin voor de wereld 6 Innovatieve ingenieurs hebben de toekomst Pieter van Oord 7 Kennis, recht van spreken en lef Jacolien Eijer 7 Het leven als spel Wilco van Rooijen 7 De ingenieur 8 Interview Karin Sluis en Henk Nieboer Werelddoelen inspiratie voor waardecreatie 9 Digitale disruptie Javier Baldor 10 Grote vraagstukken het hoofd bieden Louise Fresco 10 Ingenieurskunst Francine Houben 11 Interview Aart Roos Op weg naar circulaire bedrijfsvoering 11 Bijna onmogelijke verlanglijstjes Henk Tolsma 12 Kan creativiteit ons redden Olof van Winden 12 Drollie vindt een stad ouderwets John Kรถrmeling 12 Oplossingen met impact Maarten Smits

4


Geen kraters in de grond, maar rimpelingen in het water Impact is een heerlijk woord. Het klinkt sterk en daadkrachtig. Je ziet consequenties voor je, actie en reactie, oorzaak en gevolg. Impact is een toverwoord. Van ontwerpers en ingenieurs tot kunstenaars, wetenschappers en ondernemers: iedereen wil impact hebben. Een paar voorbeelden: met The Art of Impact wil het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap kunstenaars stimuleren werken met maatschappelijke impact te maken. Ondernemers op zoek naar impact kunnen terecht bij organisaties als Impact Hub of Society Impact. Wetenschappers worden geacht niet alleen een bijdrage te leveren aan hun eigen wetenschappelijke vakgebied, maar ook de maatschappelijke impact van hun werk duidelijk te maken. In 10, 20 jaar tijd is de term mateloos populair geworden. Best bijzonder, want impact, maatschappelijke impact althans, blijkt lastig te duiden en nog lastiger te meten. De Sociaal-Economische Raad zoekt naar een instrument om de impact van maatschappelijk verantwoord ondernemen te meten. Ook ontwikkelingshulporganisaties willen de impact van hun werk graag in kaart brengen. Het blijft vooralsnog vooral een zoektocht.

7

8

En dat is logisch. In tegenstelling tot ‘effect’ of ‘output’, resultaten die meetbaar en voorspelbaar zijn, is ‘impact’ namelijk een term die recht wil doen aan het feit dat de wereld complex is. Aan het feit dat één handeling ontelbaar veel gevolgen kan hebben en dat je nu eenmaal niet de hele wereld in een spreadsheet of formule kunt vangen. ‘Impact’ raakte in zwang toen duidelijk werd dat wanneer we alleen naar meetbare ‘effecten’ en ‘output’ kijken, de zachtere consequenties en gevolgen van daden al snel over het hoofd worden gezien. Wanneer we het over impact hebben, hebben we het bijvoorbeeld over wat er gebeurt met kansarme vrouwen in een ontwikkelingsland die eens per maand bijeenkomen in een praatgroep. Of over de kruisbestuiving die kan ontstaan wanneer een wetenschapper samenwerkt met een ontwerper of een kunstenaar met een ondernemer. Over diffuse processen en interacties, rimpelingen in het water in plaats van kraters in de grond. Impact is een heerlijk woord. Het klinkt daadkrachtig, maar we bedoelen er iets anders mee. We willen de wereld verbeteren, maar begrijpen ook dat de wereld ingewikkeld is: dat is waar we het over hebben wanneer we het over impact hebben. Dat meetbaarheid soms meer kwaad dan goed doet. En dat lang niet alles te voorspellen en sturen is.

10 12

Impact is niet alleen een heerlijk, maar vooral ook een eerlijk woord. Lynn Berger

redacteur De Correspondent


Duurzame ontwikkeling Hoe zit het ook alweer? De wereldbevolking groeit door, van circa 7 miljard mensen nu naar circa 9 miljard in 2050, waarvan dan naar schatting 70 % in steden woont. Over 20 jaar is al 50 % meer voedsel, water en energie nodig dan op dit moment. Ook zal de vraag naar woningen, werkplekken en infrastructuur sterk toenemen. Wereldwijd ontstaan steeds complexere opgaven op het gebied van mobiliteit, veiligheid, waterhuishouding en voedselproductie, zeker in dichter bevolkte deltagebieden. Er zijn op allerlei niveaus afspraken gemaakt om de uitdagingen als gevolg van deze ontwikkelingen het hoofd te kunnen bieden en de wereld socialer, welvarender en duurzamer te maken. Enkele hiervan worden hieronder toegelicht en komen verderop in deze uitgave aan bod. Brundtland Duurzame ontwikkeling gaat over het samenbrengen van economische ontwikkeling, sociale gelijkheid en bescherming van het milieu. De klassieke Brundtland-definitie van duurzame ontwikkeling is: ‘ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden, zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen.’ 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelen De Verenigde Naties (VN) hebben nieuwe werelddoelen geformuleerd die voor 2030 ongelijkheid en klimaatverandering

4

Witteveen+Bos Nieuws 100

moeten aanpakken en een einde moeten maken aan armoede en honger. Per 1 januari 2016 hebben 197 landen zich gecommitteerd aan de doelen voor duurzame ontwikkeling voor iedereen: niemand mag achterblijven. Nieuw, in vergelijking met de Millenniumdoelen uit 2000, is dat naast het bestrijden van armoede en ongelijkheid ook klimaatverandering en het leefmilieu aandacht krijgen. Ook is er een grotere rol voor organisaties om via duurzame investeringen mensen aan werk en een beter bestaan te helpen. Op alle niveaus - wereldwijd tot individueel - kan eenieder deze doelen vertalen naar eigen uitdagingen. De 17 werelddoelen staan hieronder afgebeeld. Klimaatakkoord In december 2015 hebben 195 landen het Klimaatakkoord van Parijs gesloten. Dit akkoord is erop gericht om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, zodat de temperatuurstijging beperkt blijft tot 2º Celsius ten opzichte van het pre-industriële niveau. Het streven is de opwarming tot 1,5º Celsius te beperken. De landen die het verdrag ratificeren, stellen een nationaal klimaatplan op en leggen de afspraken vast in wetgeving. Het Klimaatakkoord treedt in 2020 in werking, zodra ten minste 55 landen, die samen meer dan 55 % van de broeikasgassen uitstoten, het akkoord ratificeren. Van rijkere landen wordt bovendien verwacht dat zij armere landen financieel steunen. In april 2016 ondertekende staatssecretaris Dijksma als voorzitter

van de Europese Unie het Klimaatakkoord namens de lidstaten. China en de Verenigde Staten - samen verantwoordelijk voor 40 % van de uitstoot - ratificeerden het akkoord begin september 2016. Energieakkoord In 2013 is in Nederland het Energieakkoord gesloten met ruim 40 betrokken partijen, waaronder de overheid, werkgevers en natuur- en milieuorganisaties. Het energie- en klimaatbeleid is gericht op energiebesparing en schone technologie. Het streven is een besparing van het finale energieverbruik met gemiddeld 1,5 % per jaar en vergroting van het aandeel hernieuwbare energieopwekking naar 14 % in 2020 en 16 % in 2023. Duurzame ontwerpprincipes Witteveen+Bos wil graag haar steentje bijdragen aan het bereiken van een duurzame samenleving. Onze 6 duurzame ontwerpprincipes maken duurzame oplossingen concreet. - natuurinclusief en klimaatbestendig ontwerpen - volgen van de ketenbenadering - optimalisatie van functies - social design: sociale duurzaamheid als uitgangspunt - participatie door stakeholders en gebruikers - Trias-principe voor duurzame oplossingen.


INTERVIEW

VRAAGSTUKKEN STAAN NIET OP ZICHZELF In mijn master Technische Natuurkunde krijg ik naast vrije keuzevakken ook verplichte vakken. De inhoud van deze verplichte vakken is afgestemd op vragen die leven binnen de onderzoeksgroep van de docent die het vak geeft. Dit maakt deze vakken zeer specialistisch en ik vraag me soms af wat ik buiten de universiteit met de opgedane kennis kan doen. Wat je leert is om een onderwerp tot in al haar finesses door te spitten, maar dit onderwerp is zeer specialistisch en is buiten de universiteit al snel een ver-van-mijn-bedshow.

Turbo op de energietransitie Marjan Minnesma van Urgenda roept op tot actie

De energietransitie moet binnen 15 jaar een feit zijn, anders halen we de maximaal 2º Celsius opwarming van de aarde niet. Dat is de boodschap van Marjan Minnesma, directeur van Urgenda. Als er één organisatie in Nederland is die de noodzaak van de energietransitie overal tussen de oren probeert te krijgen, is dat Urgenda, een samenvoeging van de woorden ‘urgent’ en ‘agenda’. In 2015 had Urgenda een internationale primeur door het winnen van de klimaatzaak, waarin zij eiste dat de Nederlandse overheid zich zou committeren aan de door haarzelf gestelde klimaatdoelstellingen en om daadwerkelijk actie te ondernemen. Volgens Marjan Minnesma is onmiddellijke actie noodzakelijk: ‘Het gaat erom of onze kinderen nog prettig kunnen leven op deze aardbol. Ik zie continu plaatjes voor me van de aarde waarop zij leven. Als er wereldwijd honderden miljoenen mensen op drift gaan - en dat gebeurt als heel veel mensen geen water meer hebben, of teveel water, of teveel bosbranden, of als sommige eilanden gewoon weggespoeld zijn - is dat niet houdbaar. Dat is een onbestuurbare aarde.’ Wat moet er volgens Urgenda gebeuren? ‘Binnen 15 jaar het gebruik van fossiele brandstoffen afschaffen. Dat betekent dat alle huizen energieneutraal moeten worden gemaakt, dat we geen gas meer gebruiken, elektrisch gaan rijden, minder vlees eten, de kassen op diepe geothermie zetten en de industrie anders organiseren. We hebben alle technieken in huis om dit te doen en we kunnen het betalen, maar het is uiteindelijk een kwestie van willen. Het kan als je het wilt, maar alleen als je er volledig van doordrongen bent hoe urgent het is.’

Joliene Brouwer

student en vicepresident Koninklijk Instituut Van Ingenieurs

Urgenda ontplooit ook zelf duurzame initiatieven. Zo startte zij in 2010 met de eerste collectieve inkoop van zonnepanelen. Minnesma: ‘Een van onze huidige projecten is Thuisbaas, waarmee we huizenbezitters volledig ontzorgen bij het klimaatneutraal maken van hun woning. Wij rekenen bij de mensen aan de keukentafel uit hoe zij dit kunnen doen voor het bedrag dat ze normaal gesproken uitgeven aan energie. Het kost hen niets extra en Urgenda regelt alles. Dit soort initiatieven begint met het op de kaart zetten van de urgentie. Ik vertel in buurthuizen

eerst waarom wij dit doen, dat we het niet doen omdat we geld willen verdienen maar omdat we erg ongerust zijn. Dat de transitie kan lukken binnen 15 jaar en dat klimaatneutrale huizen daarbij extreem belangrijk zijn.’ ‘Het is altijd een afweging tussen korte en lange termijn, jouw belang versus het algehele belang. De overheid zou daar een rol in moeten spelen, maar dat doet ze niet. Ik denk dat de overheid vooral bezig is met heel veel andere dossiers, dat dit niet bovenaan hun prioriteitenlijst staat. Na het in Parijs ondertekende klimaatverdrag en de Klimaatzaak komt daar gelukkig verandering in, maar het gaat te langzaam. Eigenlijk zou je als ingenieurs moeten zeggen: als Den Haag het niet doet, doen wij het wel. Wat zou het fijn zijn als die sector in zijn geheel achter de overgang naar een duurzame samenleving gaat staan en dus niets meer doet met fossiele brandstoffen en met projecten die niet passen binnen de economie van de toekomst. Het zou enorm helpen en het zou ook een duidelijk signaal zijn. Daar moet je wel lef voor hebben, want het betekent dat je opdrachten misloopt. Maar er dienen zich ook nieuwe kansen aan. Je maakt straks misschien geen nieuwe wegen, maar andere wegen: e-wegen die zelfrijdende auto’s geleiden en die daarnaast oplaadpunt zijn. Misschien moet je ook andere coalities sluiten, bijvoorbeeld met niet-gouvernementele organisaties. En ik roep de overheid op om alsjeblieft aan te haken. Al is het niet zo dat alleen de overheid een zak met geld moet neerzetten. Mensen moeten zelf hun huizen klimaatneutraal maken, elektrisch gaan rijden, enzovoorts. Ingenieursbureaus kunnen hierin een rol van betekenis spelen. De turbo moet erop!’ Marjan Minnesma is één van de twee initiatiefnemers van Stichting Urgenda, een Nederlandse organisatie die zich ten doel stelt om

Nederland sneller duurzaam te maken. Urgenda wil dat Nederland binnen 15 jaar volledig overgaat op het uitsluitend gebruiken van duurzame

energiebronnen om te helpen voorkomen dat de opwarming van de aarde uitkomt op meer dan 2° Celsius. Na haar studies bedrijfskunde, filosofie

en rechten heeft Minnesma onder andere gewerkt als campagnedirecteur bij Greenpeace Nederland. Voor haar ideeën, daadkracht en tomeloze energie is zij meerdere malen uitgeroepen tot de onbetwiste nummer 1 van de ‘Duurzame 100’.

Waterschap Vechtstromen

Niet alleen in de medische wereld brengt de samenwerking tussen verschillende disciplines ons verder. Vraagstukken over duurzaamheid, veiligheid en energie vragen om een multidisciplinaire aanpak. Ingenieurs uit verschillende vakgebieden ontmoeten elkaar via het Koninklijk Instituut van Ingenieurs (KIVI) en discussiëren over deze vraagstukken. Door bij deze discussies het bedrijfsleven, de politiek en het onderwijs te betrekken is er een connectie gelegd tussen ingenieurs en hun omgeving. Hedendaagse vraagstukken staan niet op zichzelf, ze zijn nauw verbonden met hun context. Informatie met elkaar delen en elkaar inspireren om dit soort vraagstukken op een ethische en menselijke manier te benaderen is noodzaak om vooruit te komen.

Saskia Lelieveld voor Flowmagazine.nl

Contrasterend is een keuzevak over nanomedicatie, waarin dit relatief nieuwe vakgebied in de breedte wordt benaderd. De eerste stap in het ontwikkelen van nanomedicijnen is de synthese van een nanodeeltje. Vervolgens moet dit uiterst kleine deeltje zich door het lichaam verplaatsen en wanneer het medicijn eenmaal de ontsteking of tumor bereikt, moet het daar ook nog eens het juiste werk verrichten. Bovendien moet het gemakkelijk in productie zijn, het moet grote groepen mensen kunnen helpen en het mag uiteraard niet teveel kosten. Nanomedicatie is een vakgebied waarin samenwerking tussen artsen, chemici, biologen en natuurkundigen een vereiste is. Het is een breed georiënteerd vakgebied om een maatschappelijk en sociaal ethisch probleem, zoals kanker, aan te pakken.

Witteveen+Bos Nieuws 100 5


INTERVIEW

Nederland als proeftuin voor de wereld Henk Ovink over de Nederlandse bijdrage aan internationale wateropgave

Voor Henk Ovink is er geen reden tot twijfel: Nederland is en blijft het mondiale gidsland op het gebied van waterveiligheid en klimaatadaptatie. ‘En dat blijven we als we nog beter met elkaar leren samenwerken, niemand uitgezonderd.’ Ovink benadrukt de noodzaak van excellente kennis en kunde, diversiteit en integraliteit om wereldwijde watervraagstukken het hoofd te bieden. ‘De grote problemen in de wereld hangen stuk voor stuk samen met het klimaat en op geen enkele andere wijze voelen we die impact sterker dan door water. Extreme weersomstandigheden leiden tot rampen en groot leed, denk aan Vietnam, Mozambique en de Verenigde Staten. Zoals wij in Nederland al eeuwen omgaan met de bedreiging van het water, moeten veel andere landen die stap nu snel zetten.’ De internationale wateropgave is enorm, wil Ovink benadrukken. ‘Het water klotst ons wereldwijd over de voeten. Water ligt in het hart van vele conflicten.

Wanneer we niet goed omgaan met water, kan dit desastreuze gevolgen hebben. Tegelijkertijd is water ook de verbinder als het gaat om het vinden van oplossingen.’ Met de watersector heeft Nederland goud in handen. ‘De Nederlandse kennis is een optelsom van eeuwen samenwerken in de omgang met water. We weten hoe we iets moeten maken. We hebben onze polder, de Deltawerken en nu Ruimte voor de Rivier. In het buitenland positioneer ik Nederland graag als proeftuin voor de wereld, proeftuin voor governance, innovatie en realisatie van waterveiligheid en waterkwaliteit. Ik vind dat we dit goud meer moeten koesteren en niet steeds ter discussie moeten stellen. Laten we ons meer bewust zijn van de excellente kennis en kunde die we in huis hebben.’ ‘Naast dat wij hoogwaardige oplossingen bedenken, weten we ook hoe we het moeten implementeren. Daarvoor beschikken we

Innovatieve ingenieurs hebben de toekomst

over talloze professionele verbanden zoals waterschappen, provincies, gemeenten en ook bureaus als Witteveen+Bos. Wij kunnen vraagstukken, oplossingen, techniek en mensen bij elkaar brengen in een excellent proces en integrale oplossingen. Geen uniforme ingenieur maar capaciteit opbouwen met andere professionals als economen, ecologen en planologen. Ik geloof echt in die mix. De wereld is complex en dat vraagt om gezamenlijk innoveren, elkaar helpen door analyses, kansen en problemen transparant te maken en kennis te delen. Sterke coalities wereldwijd kunnen pas echt zorgen voor de broodnodige, duurzame verandering.’

werk - liefst innovatief - met resultaten op korte termijn die bijdragen aan doelstellingen op de langere termijn. Oud-CEO van Greenpeace, Kumi Naidoo zei bij de aankondiging van zijn afscheid: ‘Ik maak me geen zorgen over de Aarde. Zij heeft ons niet nodig, wij hebben haar nodig!’ Daar kunnen wij als Nederlandse watersector echt het verschil maken.’

Om wereldwijd succesvol te blijven in de watersector stelt Ovink als eerste voorwaarde behoud en versterking van onze excellente kennis en kunde. ‘Ook is het nodig dat we de langetermijnvisie vertalen naar een programmatische aanpak. En dan snel aan het

generaal Ruimte en Water en directeur Nationale

Van Oord is als familiebedrijf al bijna 150 jaar actief in de waterbouw. Voor familiebedrijven is rekening houden met de belangen van vele stakeholders een tweede natuur. De samenleving hoort daar nadrukkelijk bij. Kennis van en visie op technologie en water zijn voor ons bedrijf hierbij essentieel. Beide zijn diep verankerd in het DNA van Nederlandse ingenieurs. De leidende positie van Nederland in de internationale waterbouw wordt mogelijk gemaakt door de uitstekende samenwerking in het maritieme cluster. Deze samenwerking heeft de ontwikkeling van de FaunaGuard mogelijk gemaakt. Dit instrument houdt vissen en zeezoogdieren tijdens de bouw van windparken op zee tijdelijk uit het werkgebied. We hebben bij de ontwikkeling van dit instrument nauw samengewerkt met universiteiten, onderzoeksinstituten en Diergaarde Blijdorp. Wat kun je als bedrijf zelf doen om de Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties te helpen realiseren? Van Oord speelt van harte een vooraanstaande rol in het programma Building with Nature, waar het ontwerpen en bouwen met de natuur verder wordt ontwikkeld onder andere in concrete projecten. Wij vinden dat een maatschappelijk betrokken onderneming zoveel mogelijk de positieve effecten van

6

Witteveen+Bos Nieuws 100

Henk Ovink is in maart 2015 benoemd tot Nederlands eerste Watergezant. Het is zijn taak om de

internationale waterambities van Nederland kracht

bij te zetten. Als boegbeeld werkt Ovink aan goede

relaties met overheden, bedrijfsleven, kennisinstituten en maatschappelijke organisaties in binnen- en

buitenland. Eerder was hij onder meer directeurRuimtelijke Ontwikkeling. Ook adviseerde hij de

‘Hurricane Sandy Rebuilding Taskforce’ van president Obama en ontwikkelde in dit kader het programma ‘Rebuild by Design’.

haar werkzaamheden moet stimuleren. Als uitvloeisel van het denken in ecodesign principes, hebben wij bijvoorbeeld de ReefGuard ontwikkeld. Met dit mobiele laboratorium kweken we koraal, om bij te dragen aan het herstel van koraalriffen. Al in een vroeg stadium hebben we ons vizier gericht op de bouw van grootschalige windmolenparken op zee, omdat wij geloven in de transitie naar hernieuwbare energie. De parken Amalia en Luchterduinen leveren inmiddels duurzame energie. Daar komt in 2017 het tot nu toe grootste windmolenpark Gemini bij. Hiermee wordt een stevige basis gelegd onder het Nationaal Energieakkoord. Dit is allemaal mogelijk dankzij de innovatieve mindset van ingenieurs. Zowel bij Witteveen+Bos als Van Oord leidt dit tot aantoonbare vooruitgang. Het verleden heeft bewezen dat vanuit deze toegevoegde waarde mooie bijdragen aan onze wereld ontstaan. De innovatieve ingenieur draagt hiermee bij aan de toekomst van ons allen. Pieter van Oord CEO Van Oord


KENNIS, RECHT VAN SPREKEN EN LEF Impact hebben als adviseur. Ik denk dat het merendeel van de mensen in onze ingenieursbranche daarnaar streeft. Zij adviseren niet omdat het hun werk is; ze adviseren met overtuiging. Omdat ze de wereld verder willen brengen. Mooier maken. Beter. Hoe krijg je impact? Met andere woorden, hoe geef je krachtig advies, met invloed en draagwijdte? Volgens mij gaat het om drie dingen: je moet kennis van zaken, recht van spreken en lef hebben. Die eerste twee komen in alle boekjes en cursussen voor. Zonder deskundigheid val je al snel door de mand. Kennis is de basis om je werk te kunnen doen. Je wordt alleen om advies gevraagd als de vraagsteller verwacht dat jij meer weet dan hij. Daarnaast heb je vaardigheden nodig om die kennis goed in te zetten: verplaats je in de klant of opdrachtgever en begrijp wat zijn werkelijke vraag is; laat je advies in de argumentatie aansluiten bij de behoeften en drijfveren van de klant; ga niet drammen en hang niet de wijsneus uit; betrek je klant bij de zoektocht naar het antwoord. Dat zijn wat tips die ik door de jaren heen in mijn oren heb geknoopt. Recht van spreken is minder grijpbaar. Het heeft te maken met ervaring en congruent gedrag: in overeenstemming met het advies dat je geeft. Niets zo irritant als iemand die je een levensles geeft, terwijl je je afvraagt of die persoon zelf al eens in een dergelijke situatie is beland. En niets zo ongeloofwaardig als een verkoper van automerk X, die wegrijdt in automerk Y. Kennis en recht van spreken leiden weliswaar tot een goed en prettig advies, maar niet per se tot een advies met impact. Voor impact is meer nodig. Impact leidt tot vervorming. Impact wil zeggen: verandering die er anders niet was geweest en die blijvend is. Bij werken met impact is vaak voor een oplossing gekozen die niet voor de hand lag, maar wel leidde tot meer waarde dan andere oplossingen. Daardoor ontstonden nieuwe mogelijkheden. Het advies moet ergens over gaan en volgens mij niet ‘binnen de lijntjes’ blijven. Ik heb in mijn leven twee keer een dergelijk advies gekregen. Het waren beide keren adviezen van mensen met kennis van zaken en recht van spreken. Wat de adviezen bijzonder maakte, was dat ze me raakten en niet op een prettige manier. Ik nam ze in overweging omdat ik vertrouwen had in de raadgevers, maar ik had een tijdje nodig om ze ook aan te nemen. De raadgevers namen daarbij een risico: ze hadden me kunnen verliezen. Dat is niet gebeurd, beide adviezen hebben mij veel gebracht. Als je impact wilt hebben als adviseur, dan moet je lef durven tonen. Want naast deskundigheid en ervaring vraagt het lef om voor een oplossing te kiezen die ook kan mislukken. Jacolien Eijer

directeur NLingenieurs

Het leven als spel In het dagelijks leven is het maken van fouten niet zo erg. Je wijst naar een ander, het kost je misschien wat geld en in het ergste geval verlies je je baan. Als klimmer zijn fouten vaak fataal. Na het ongeluk op de K2 kwam ik dichter bij de essentie van het leven. Hoe erg is het allemaal? Uiteindelijk is het allemaal een spel. De natuur speelt een belangrijke rol in mijn leven. Ik kan me er ontspannen, het is mijn raadgever en spiegel. Wat ik tijdens een expeditie nodig heb om te overleven, zoals schoon drinkwater en zonlicht, maakt me bewust. Mijn ontzag voor moeder natuur groeit steeds verder. We hebben als mens eigenlijk niets te vertellen. Op het moment dat je je dat beseft, relativeer je continu. Wij vinden onszelf slim, maar het interesseert de aarde niet wat we doen. De aarde overleeft wel. Het vervelende is alleen dat de mens er dan op een gegeven moment niet meer is. Als ik in de natuur ben, ben ik me bewust van mijn gedrag ten opzichte van diezelfde natuur. Een voorbeeld: op de Zuidpool, waar je verpakkingen niet mag weggooien, word ik geconfronteerd met het afval dat we produceren. Binnen de muren van een huis of bedrijf kijken we minder naar het afval en wat we letterlijk achterlaten. Waarom zou ik naar de supermarkt gaan voor een kleinere plastic zak havermout, als ik ook naar de molen om de hoek kan gaan voor een papieren zak met daarin 25 kilo? Het is duurzamer, goedkoper en ook nog eens leuk, zoals dat hoort bij een spel. Ik probeer op een andere manier naar afval te kijken. Materialen die we normaal gesproken zouden weggooien, kunnen we vaak goed hergebruiken. Op dit moment zijn we bezig met

de schoonste expeditie tot nu toe: Clean2Antarctica. Met een zelfontworpen terreinwagen, gemaakt van afvalplastic en aangedreven door zonne-energie, gaan we naar Antarctica. Des te meer een uitdaging vanwege de omstandigheden waarin we met het voertuig zullen rijden. Soms zou ik willen dat de wetten in de natuur ook wat meer zouden gelden ‘op zeeniveau’. Dan zouden mensen hun verantwoordelijkheid nemen. In de bergen laten we het achterste van onze tong zien tijdens een overleg over de strategie. Daar durft iedereen voor gevoelens en ideeën op te komen, ook al is het een ‘onderbuikgevoel’. Als iets je niet zint, zet je je leven namelijk echt niet op het spel. En als je daar je afspraken niet nakomt, wordt dat niet zomaar geaccepteerd. In het bedrijfsleven is geld een vertroebelende factor. Het neemt de verantwoordelijkheid weg: jij hebt immers iemand betaald om iets voor je op te lossen. Hoe we hier iets aan kunnen doen? Door logisch na te denken en goed naar ons eigen gedrag te kijken. We zijn te conventioneel. We doen het liever zoals we het gisteren deden, maar dan zal er morgen en overmorgen nooit een verandering optreden. Bedenk slimme oplossingen en vooral: denk na over de lange termijn. Maak van duurzaam ondernemen een spel! Daar zijn geduld en doorzettingsvermogen voor nodig. En de kracht van écht willen. En dat zijn dezelfde eigenschappen die ik ook nodig heb bij het bergbeklimmen. Wilco van Rooijen bergbeklimmer

De ingenieur Daniel Manenga leeft op een voormalige Unileverplantage in Congo. De arbeiders die er wonen beschikken niet over kraanwater of sanitaire voorzieningen en krijgen voor hun voltijdbaan maandelijks amper 30 dollar betaald. Via de Nederlandse kunstenaar Renzo Martens - winnaar van de Witteveen+Bos-prijs voor Kunst+Techniek in 2015 - en zijn Institute for Human Activities, dat de relatie tussen kunst en mondiale economische ongelijkheid onderzoekt, kwam Witteveen+Bos eind 2015 in contact met Daniel Manenga. We vroegen hem welke rol hij ziet weggelegd voor de ingenieur. Hij gelooft dat de ingenieur degene is die dingen mogelijk maakt: ‘Alle ziekenhuizen, bruggen en scholen bestaan al, ook voor ons hier in Congo, maar ze blijven in de lucht hangen. Er zijn negatieve krachten die de bouwwerken ervan weerhouden om te landen. Alleen een ingenieur kan deze krachten overwinnen en zo een thuis bouwen voor mensen. Technische vooruitgang heeft ook minder positieve kanten. Daarom heb ik een

wat bezorgde man gemaakt, maar met een duidelijke missie: de hut die hij op zijn hoofd draagt, staat voor het huis dat hij wil bouwen.’ De sculptuur ‘De ingenieur’ maakte Manenga van klei uit een zijtak van de rivier de Congo. Het werd ter plaatse 3D-gescand en digitaal naar Nederland verzonden, waar het door een chocolatier in chocolade is gereproduceerd. Door Renzo Martens’ kunstproject zijn de chocoladezelfportretten van Daniel Manenga en zijn collega’s wereldwijd te koop. Chocolade, een van Congo’s traditionele exportproducten, wordt kunst door het toevoegen van creativiteit. Voor het eerst betalen wij voor de gevoelens van plantagearbeiders, waardoor het inkomen per gram chocola stijgt met 7.000 %. De plantagearbeiders investeren de opbrengsten lokaal. De economische voorspoed in de regio neemt daardoor toe. ‘De ingenieur’ van Daniel Manenga is het

lustrumgeschenk dat Witteveen+Bos liet maken ter gelegenheid van het 70-jarig bestaan.

Witteveen+Bos Nieuws 100 7


INTERVIEW

Werelddoelen inspiratie voor waardecreatie Karin Sluis en Henk Nieboer over collectieve en individuele ambities

‘Een klein jongetje dat op het strand het verzamelde water - door het doorsteken van zelfgemaakte zanddijken - weer terug laat stromen naar de zee. Zo’n ventje was ik.’ Henk Nieboer ziet zichzelf niet op de eerste plaats als een wereldverbeteraar. Als antwoord op de vraag waarom hij doet wat hij doet, gaat hij terug naar zijn kinderjaren. Opgroeiend in Rotterdam en met een varende vader en grootvader, ging hij op zondag altijd schepen kijken in de haven. ‘Ik wilde in de baggerwereld gaan werken, daarom ben ik Waterbouwkunde gaan studeren in Delft. Uiteindelijk ben ik niet bij een baggeraar maar bij Witteveen+Bos terecht gekomen. Werken met land en water is mijn passie, daarom doe ik dit werk.’ Karin Sluis koos voor het vak van civiel ingenieur door haar - inmiddels bekende - bewondering voor de ‘Golden Gate Bridge’. Al bijna 80 jaar verbindt deze brug grote groepen mensen. ‘Een oplossing met impact: de brug is bij uitstek nuttig, duurzaam en mooi.’ Mensen willen van betekenis zijn. Daarvan is Karin overtuigd. ‘Ik geloof in de menselijke behoefte tot groei en ontwikkeling - persoonlijk en professioneel - en het willen leveren van een zinvolle bijdrage aan de wereld. Dat zit in ons. Ingenieurswerk is een prachtig instrument om maatschappelijke vraagstukken te helpen oplossen: we vertalen de uitdagingen naar op te lossen materie voor de ingenieur. Als ingenieursbureau kunnen wij een bijdrage leveren aan een betere wereld en daarin willen wij onze verantwoordelijkheid nemen. Een duurzame wereld economisch, sociaal en ecologisch - is nodig als we de wereld beter willen achterlaten dan we haar aantroffen. Als ingenieurs hebben we de taak na te denken over de gevolgen van ons handelen. Sinds de oprichting van ons bureau - 70 jaar geleden - zetten we onze ingenieurskennis in om de complexe problemen op te lossen. ‘De opgaven veranderen in de loop der tijd. Ging het 30 jaar geleden over waterbeheer in landelijk gebied; nu gaat het over klimaatadaptatie. De som wordt er niet wezenlijk anders van,’ aldus Henk.

8

Witteveen+Bos Nieuws 100

De 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties vertalen de opgave waar de wereld voor staat: geen armoede meer, ongelijkheid bestrijden, zorgen voor betere leefomstandigheden en een schoner milieu en klimaatverandering tegengaan. Karin: ‘Het mooie van deze doelen is dat ze wereldwijd worden gedragen. Alle doelen hangen met elkaar samen en horen bij één systeem. Ze bieden een goede kapstok voor acties waarmee we binnen ons bedrijf al langer bezig zijn.’ Henk vult aan: ‘Eind 2015 hebben we voor een materialiteitsanalyse stakeholders gevraagd hoe wij met onze activiteiten een positieve bijdrage kunnen leveren. Wat bleek? Aan 10 van de 17 ontwikkelingsdoelen kunnen we in ieder geval bijdragen; vooral via onze projecten hebben we grote impact en is er nog een hoop te winnen.’ Het toepassen van onze zes duurzame ontwerpprincipes in projecten helpt volgens Karin om concrete stappen voorwaarts te zetten. ‘Onze relaties staan voor grote uitdagingen in hun streven naar het bouwen van leefbare en veilige steden, die goed bereikbaar zijn, met voldoende en schoon water en een duurzame energievoorziening; steden en dorpen waar het prettig wonen en werken is en waar bedrijven duurzaam produceren. Wij helpen hen om de juiste keuzes te kunnen maken. In onze projecten en ontwerpopgaven sturen de ontwerpprincipes het denken als het gaat om het aanpakken van de gevolgen van klimaatverandering, het efficiënter en duurzamer gebruik van materialen, betere bescherming van milieu en biodiversiteit en het bevorderen van ketenbeheer en (publieks)participatie. Hier moeten we met elkaar de komende tijd nog meer effort in steken.’ Waterzuiveringen worden inmiddels energiefabrieken (bijvoorbeeld in Hengelo) en harde zeeweringen worden zachte zeeweringen waarbij natuurlijke processen zijn ingezet voor waterveiligheid (Hondsbossche en Pettemer Zeewering). Ook het tunnelontwerp voor de Oosterweelverbinding (Antwerpen) toont de impact van

slimme ontwerpkeuzes: het dubbellaags tunnelontwerp betekent dat er minder beton nodig is, dus een vermindering van de CO2-uitstoot (te vergelijken met de uitstoot van de stad Gouda). Bovenop de impact die de gehele nieuwe verbinding straks zal hebben, zoals betere bereikbaarheid, minder luchtvervuiling en lagere geluidsniveaus in de stad. In de genoemde voorbeelden benadrukt Henk het belang van een integrale aanpak: ‘Samen met betrokken partijen - ieder met eigen disciplines - hebben we gezocht naar de juiste oplossing. Als ‘launching customers’ hebben opdrachtgevers lef nodig om voor nieuwe oplossingen te kiezen, samen met partners, leveranciers, uitvoerders en beheerders. Door te durven doen, vergroten we impact.’ Karin: ‘Hoe mooi zou het zijn als we in al onze projecten en bedrijfsprocessen bijdragen aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelen? Dan nemen we onze maximale verantwoordelijkheid voor de opgaven van deze tijd. Maximale waardecreatie begint voor mij bij ieder individu, door te weten waaraan je zelf wilt en kunt bijdragen. Als bedrijf willen wij het platform zijn waarop onze medewerkers hun dromen en ambities kunnen waarmaken. We werken allemaal aan onze passie om de wereld mooier te maken, ieder via zijn eigen specialisme. We verbinden onze talenten, delen kennis, werken graag samen en heel belangrijk: we hebben er plezier in. Als we onze impact willen vergroten, individueel en samen, begint dit met nadenken over je eigen materialiteitsanalyse: wat is voor jou materieel - wat doet ertoe - en hoe kan je met jouw activiteiten een positieve bijdrage hebben? Vraag je af wat de huidige ontwikkelingen voor jou betekenen in de rol die je nu hebt.’ Impact vergroten begint volgens Henk al eenvoudig door werk en activiteiten te kiezen die dichtbij jezelf liggen; je authentieke drijfveren ontdekken en inzetten. ‘Over welk onderwerp koop je vaak een boek of wat bekijk je online of op tv? Zet je daarvoor in. Kies een carrière dichtbij je passie. Door je ambitie en energie samen te brengen, heb je hoe dan ook maximale impact.’


Benthem Crouwel Architekten

Digitale disruptie Grijp de kansen van Internet of Things Stel je een leven voor zonder PC. We zijn zo gewend geraakt aan de continue toegang tot nieuws en informatie, dat het verlies daarvan onze manier van leven compleet zou veranderen. De wereld zonder PC is echter precies wat Ken Olsen, de oprichter van Digital Equipment Corporation (DEC) voorspelde: ‘Er is geen reden waarom iemand een computer in zijn huis wil.’ Deze voorspelling is vandaag de dag bijna komisch. Hoe kan het dat een dergelijke, grootschalige verandering voor sommigen zo duidelijk en geaccepteerd is, terwijl het door anderen helemaal niet of als bedreiging wordt gezien? Angst voor het onbekende, een sterke focus op het heden en een gebrek aan vooruitkijken kunnen de oorzaken zijn van de afkeer tegen verandering. Ook nu staan we op een keerpunt: we voorzien een technologische disruptie die onze industrie zal hervormen als nooit tevoren. De grootste technologische trend van dit moment, Internet of Things (IoT), verbindt zowel onze huishoudapparaten als industriële uitrusting met het netwerk of internet. Het biedt de mogelijkheid om met software de informatie van deze apparaten te verzamelen en managen. Deze trend zal in het komende decennium veel van wat we kennen ontwrichten en tegelijkertijd de grootste kansen bieden. IoT wordt de grootste technologiemarkt ooit. Volgens Goldman Sachs is de integratie van IoT zichtbaar op basis van vijf kenmerken: verbonden draagbare apparaten, verbonden auto’s, verbonden huizen, verbonden steden en industrieel internet. Alle bieden enorme kansen voor onder andere ingenieursbureaus, van wie binnenkort, misschien zelfs nu al, wordt verwacht dat zij deze nieuwe technologieën doorvoeren in projecten van klanten. Een aantal veranderingen draagt bij aan deze ontwikkelingen: we werken steeds meer in de cloud, de kosten van technologische ontwikkelingen dalen, er is een sterke toename van gebruik van smartphones en de dekking van onze draadloze netwerken blijft verbeteren.

Vista

Jaarlijks komen er miljoenen nieuwe mobiele apparaten en verbindingen bij. We zien mede daardoor een enorme toename van de hoeveelheid persoonlijke data en bedrijfsdata: big data. Dit zorgt voor uitdagingen voor traditionele dataverwerkingsapplicaties, die waarschijnlijk moeite hebben met de verwerking van deze grote hoeveelheden complexe data. Om de hoeveelheid data die een bedrijf produceert te behouden, zullen procesapplicaties en -technologieën geëvalueerd of gecreëerd moeten worden. Meer verbonden apparaten resulteert in meer mogelijke veiligheidslekken: meer aanvalsdoelen en mogelijkheden voor hackers om zich te richten op onze persoonlijke en bedrijfsinformatie (Ben Dickson, Crunch Network).

Foster + Partners

Het is duidelijk: een nieuwe digitale economie is in aantocht en staat op het punt ook de huidige ingenieursbranche te ontwrichten. Dit zal nieuwe concurrenten van buiten de traditionele architectuur- en ingenieursindustrie aantrekken. Stel je voor dat bedrijven als Google, IBM, Microsoft, Cisco en Apple hun technologische ervaring bundelen met de infrastructurele expertise van traditionele ingenieursbureaus om onze steden en infrastructuur te vormen. Er ligt een kansrijke toekomst voor ons en de impact van de veranderingen zal ver reiken en diepgaand zijn. Vraag jezelf daarom af: wat kun jij doen om je voor te bereiden op deze nieuwe, digitale economie? Welke technologische vaardigheden kun je verkrijgen of ontwikkelen om je te positioneren binnen een IoT-economie? Het is tijd om kansen te zien en grijpen! Javier Baldor

Executive Vice President BST Global

Witteveen+Bos Nieuws 100 9


Ingenieurskunst Ingenieurs werken in Nederland al eeuwen aan dijken, droogmakerijen, vernuftige sluizen en bruggen. Vroeger stonden de grote waterbouwkundige werken centraal, tegenwoordig zijn het - naast het beheer van land en water - infrastructuur en mobiliteit. Als bouwkundig ingenieur uit Delft vind ik het van groot belang dat we de huidige gefragmenteerde ontwerp- en bouwpraktijk weten te doorbreken. We moeten de vrijheid nemen om te experimenteren en samen te werken met andere disciplines. Verrassende combinaties van disciplines kunnen leiden tot inventiviteit en nieuwe inzichten. Een voorbeeld uit de praktijk. De A13 bij Rotterdam zorgt al jaren voor veel geluidsoverlast en luchtvervuiling bij Overschie. De negatieve uitstraling op de wijk gaat veel verder. Verdiep je je vanuit de diverse disciplines in de situatie ter plaatse, dan schrik je pas echt. Verouderde woningen, onverkoopbaar vastgoed, een onsamenhangende, gesegregeerde wijk met woningen aan de onderkant van de woningmarkt. Ontoereikende waterberging veroorzaakt verzakkingen bij een derde van de funderingen. Er is onvoldoende openbaar vervoer en voetgangersen fietsverbindingen worden geblokkeerd door de A13. Wat is oorzaak en wat is gevolg? Het is verleidelijk om meteen in oplossingen te denken. Beter is het om een fundamentele langetermijnvisie te ontwikkelen. De ingreep voor de A13 vergt enorme investeringen. Zorg dat je allereerst vanuit een brede visie de stedenbouwkundige structuur herstelt. Verplaats de woningen direct aan de A13 en ontwikkel een park langs de A13 in het hart van Overschie. Maak daarmee ruimte voor de snelweg van de toekomst. Naar verwachting is 2030 het kantelpunt voor het gebruik van zelfrijdende auto’s. Dat is ook het moment waarop groot onderhoud aan de A13 moet worden uitgevoerd, dus de juiste tijd voor investeringen.

Grote vraagstukken het hoofd bieden Het is fascinerend om te zien hoe op de campus van Wageningen University duizenden studenten en onderzoekers zich dagelijks wijden aan het bestuderen van de grote vraagstukken van deze tijd. Zij richten zich met name op het op duurzame wijze voorzien in voedsel en biologische materialen als vezels of bioplastics, het vinden van evenwicht tussen verschillende vormen van landgebruik en het begrijpen van grote processen op onze planeet, zoals veranderingen in biodiversiteit en klimaat. Anders gezegd: ze werken aan de biobased economy, een economie waarin het grootste gedeelte van de grondstoffen op lange termijn uit de levende natuur komt, geïnspireerd door de kringlopen uit de natuur. Zowel in de breedte als in de diepte worden mechanismen van problemen en oplossingen ontrafeld, zodat kennis kan worden ingezet om maatregelen en technologieën te ontwerpen. Er heerst een positief optimistische sfeer onder de gedreven jonge mensen uit honderd verschillende landen die dagelijks, zelfs in de zomermaanden, op onze prachtige campus verblijven. Dat optimisme is, om maar een term uit ons vak te gebruiken, broodnodig in een tijd waarin somberheid en zelfs apocalyptische gevoelens de boventoon voeren. Deels is dat een begrijpelijke reactie op de vele schokken die de wereld te verwerken krijgt door internationale en nationale gebeurtenissen. Maar pessimisme verlamt. En die gevoelens zijn ook niet terecht, want als we terugkijken moeten we vaststellen dat we het op tal van fronten veel beter doen dan een kleine eeuw geleden. De kwaliteit van leven - overal ter wereld en hoe we het ook meten - is omhoog gegaan en we hebben de grootste milieuproblemen sinds de jaren zestig en zeventig ook beter weten te pareren. Dat komt doordat wetenschap en techniek niet hebben stilgezeten. En dat komt doordat onderwijs, wetenschap, politiek en bedrijfsleven de handen ineenslaan om verantwoorde oplossingen te vinden. Stilstaan of teruggaan naar een geromantiseerde tijd is geen optie. Dat wil niet zeggen dat we niet moeten kijken hoe we positieve kanten uit het verleden kunnen behouden, zoals kleinschaligheid, menselijke betrokkenheid en de trots op ons vakmanschap. Onze uitdaging - het werken aan een biobased economy - laat zien wat mogelijk is juist dankzij moderne technologieën in combinatie met de menselijke waarden die we delen. Het inzetten van digitalisering, robots en drones in de voedselproductie biedt enorme kansen op een nog nauwkeuriger gebruik van water, nutriënten en gewasbeschermingsmethoden en maakt de arbeidsomstandigheden gezonder en veiliger. Het biedt consumenten zelfs de mogelijkheid precies te weten waar hun voedsel vandaan komt en hoe het wordt geproduceerd. En deze vernieuwingen zijn niet alleen aan de orde in de westerse wereld. Het zou mij niet verbazen als over enkele jaren Afrikaanse boeren vooroplopen met de inzet van precisielandbouw, net zoals ze nu al vooroplopen in het gebruik van mobiele communicatiemiddelen. Natuurlijk moet dan ook goed gekeken worden naar het creëren van nieuwe werkgelegenheid binnen en buiten de sector agrifood. Je kunt niet altijd op techniek vertrouwen, maar we kunnen wel vertrouwen op het menselijk vernuft en de honger naar kennis van jonge generaties. Wij zijn - ondanks wat pessimisten vandaag de dag roepen - nog lang niet aan het einde van onze mogelijkheden. Nu zijn onze studenten voor hun onderwijs nog bijna fulltime op de campus aanwezig, maar nieuwe online interactieve technologie geeft ons de mogelijkheid om ook los van tijd en plaats overal ter wereld onze kennis te delen. Dit is terug te zien in de meer dan 40.000 deelnemers aan onze eerste twee online cursussen over voeding en plantenwetenschappen. Dit is slechts het begin en het is spannend om je af te vragen hoe universiteiten er over 10 of 20 jaar uit zullen zien. En nog belangrijker, om je af te vragen welke oplossingen de grootste bijdragen zullen leveren aan het verbeteren van de leefomstandigheden van de meer dan 9 miljard mensen die onze aarde in 2050 bewonen. Wageningen zal met haar veelzijdige alumni haar steentje bijdragen, daar kunt u van op aan! Louise Fresco

voorzitter Raad van Bestuur Wageningen UR

10

Witteveen+Bos Nieuws 100

Creëer dan die nieuwe snelweg met zelfrijstroken, afritstations, transferia en misschien zelfs ook een fietssnelweg. Door de geluidsschermen te verwijderen herstel je de visuele relatie tussen de snelweg en het omringende parklandschap. Aan de randen kunnen nieuwe woningen worden gerealiseerd. De A13 wordt hét symbool van het nieuwe type geïntegreerde mobiliteitsfunctie. Overschie krijgt ter plaatse een nieuw aanzien en wordt weer een aantrekkelijk woon- en leefgebied dat op een eigentijdse wijze is ontsloten en eindelijk verbonden wordt met het centrum van Rotterdam. Deze aanpak van de A13 bij Rotterdam is mogelijk als weg- en waterbouwers op het grote schaalniveau van de infrastructuur samenwerken met landschapsarchitecten en architecten. Door gecombineerde programma’s, het gebruik van nieuwe constructies en materialen en een ander beheer van land en water kan op veel plaatsen een mooier en beter Nederland ontstaan. Deze nieuwe ingenieurskunst is mijn hoop op een duurzame toekomst. Francine Houben

creatief directeur Mecanoo architecten


INTERVIEW

Op weg naar circulaire bedrijfsvoering Aart Roos over de transitie van Auping naar duurzaam ondernemen

Na 15 jaar buiten Nederland te hebben gewerkt, kwam Aart Roos, CEO van Koninklijke Auping bv, in 2012 aan het roer van het familiebedrijf in Deventer. Zijn doel: continuïteit van Auping met 100 % circulaire bedrijfsvoering in 2020. Duurzaamheid begint voor Roos met de vraag of het product of de dienst welke geleverd wordt echt nodig is, van toegevoegde waarde is. ‘Slaap is fundamenteel voor iedereen, dus het antwoord op die vraag is voor Auping duidelijk. Een duurzaam product begint bovendien met echte kwaliteit. Iets dat niet van goede kwaliteit is, ontworpen en gemaakt voor de wegwerpmaatschappij is vaak per definitie niet duurzaam.’ De ambitie van circulaire bedrijfsvoering - waarde behouden of doen ontstaan binnen het bedrijf door producten en grondstoffen te hergebruiken en vernietiging van materialen en grondstoffen te elimineren - is groot. Dat vraagt om een andere manier van werken. Auping omarmt het Cradle to Cradle-principe. Roos vertelt: ‘Daarvoor hanteren we drie uitgangspunten. Allereerst moeten onze producten worden gemaakt van materialen die 100 % herbruikbaar zijn op basis van een economische toegevoegde waarde, ofwel upcycling. Ten tweede maken we gebruik van hernieuwbare energie waarbij we het gebruik van fossiele brandstoffen minimaliseren. Ten derde hechten we grote waarde aan mensgericht werken: we willen een goede werkgever zijn en een transparante samenwerkingspartner in de keten. Zo kunnen we echt betrokkenheid creëren bij onze filosofie.’

In 2015 is een belangrijke stap gezet door een volledig nieuw en duurzaam productieproces te implementeren. Startpunt voor de centralisatie van Auping was efficiënter, sneller en flexibeler gaan werken. De bedden- en matrassenfabrikant is gaan produceren vanuit de klant: geen voorraden meer, maar volledig on demand. Daarnaast is de basis van de bedden sterk gestandaardiseerd, waardoor juist weer meer keuzevrijheid ontstond voor aspecten die waardevol zijn voor klanten. Er staat nu één complex in Deventer, ingericht volgens de principes van smart industry, met een houtfabriek voor de beddenframes, een staalfabriek voor de spiraalbodems en een naaiatelier. Werken vanuit één centrale locatie helpt in het terugdringen van transportkilometers, zorgt voor integratie van processen en het stimuleert samenwerking tussen en betrokkenheid van medewerkers. Roos: ‘Als je grote stappen kunt zetten, moet je ze zetten. Dat vraagt soms om investeringen, zoals wij hebben gedaan met de centralisatie en de 28 energiemaatregelen en innovaties in onze nieuwe productiefaciliteit. Door deze maatregelen daalde het energieverbruik met 30 %, halveerde het waterverbruik en is het aardgasverbruik gereduceerd met 90 %. Verder vind ik het belangrijk om continu stappen te zetten, kleine en grote, om elke dag te blijven leren. De ambitie om duurzamer te werken is iets van alle medewerkers en niet van één persoon.’

versterken. Roos is van mening dat je dan als bedrijf de meeste impact kunt behalen. ‘Circulaire economie vergt een verandering in de keten, dat kan je niet alleen, het gaat veel verder dan de grenzen van je eigen organisatie. We zijn strategische partnerships aangegaan met onze leveranciers. Binnen de Cleantech Regio werken we met andere bedrijven en helpen en inspireren we elkaar duurzamer te ondernemen. Een concreet voorbeeld hiervan is dat de pootjes van ons bedmodel de Essential nu in Nederland en niet meer in Vietnam worden gemaakt, van het aluminiumafval van oude zonweringen. Daarmee hebben we een CO2-uitstootreductie van 74 % behaald. Ik denk dat het voor alle organisaties fundamenteel belangrijk is om samenwerking op te zoeken met andersdenkenden, of dat nu de overheid is, opleidingsinstituten of jonge, startende ondernemers zijn. We zijn er nog niet, want het kan elke dag beter. Daar blijven we aan werken met al onze medewerkers, partners, andere bedrijven en de eindconsument.’

De weg naar circulaire bedrijfsvoering is geen sprint, maar een reis die een keten verandert. Auping heeft gedurende de centralisatie het aantal leveranciers teruggebracht van 250 naar 85 en heeft zo de samenwerking met hen verder kunnen

gezonde groei en heeft een groen DNA. Het bedrijf investeert dan ook

Beddenspecialist Auping is marktleider in de Benelux, met

verkooppunten in Europa en wereldwijde distributie. Auping staat voor premium kwaliteit en duurzaamheid. Daarom wordt bewust

gekozen voor productie in Deventer. Daar wordt jarenlange expertise en vakkundigheid gecombineerd met de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van techniek, ergonomie en design. Auping streeft naar

fundamenteel in duurzaamheid en heeft daarbij de ambitie om in 2020 alle bedrijfsprocessen, producten en diensten circulair en volgens de Cradle to Cradle-filosofie te hebben ingericht.

BIJNA ONMOGELIJKE VERLANGLIJSTJES We hebben ons omringd met diverse infrastructuren voor onder andere drinkwater, zee- en rivierdijken, elektriciteits-, gas- en telecomnetten, spoor- en autowegen en riolering. Ingenieurs hebben een groot aandeel gehad in de totstandkoming hiervan. Deze infrastructuren beschermen ons tegen de grillen van de natuur, ze vergroten onze reikwijdte en ze veraangenamen ons leven. Maar ze kunnen ons leven daarnaast ook steeds complexer maken. Dit is nog slechts het begin. De 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties, waar Witteveen+Bos zich aan committeert, vereisen vooral wat betreft die infrastructuren een ‘Umwertung aller Werte’. Alles moet veranderen, behalve het klimaat. Het lijkt alsof we opnieuw moeten beginnen, want ga maar na: de temperatuurstijging als gevolg van de uitstoot van CO2 moet binnen de 2º Celsius blijven. Iedereen heeft recht op schoon water en sanitaire voorzieningen, en op een duurzame en betaalbare energievoorziening (dus snel stoppen met het gebruik van fossiele brandstoffen). De VN streeft naar duurzame steden en

gemeenschappen, en een verantwoord gebruik van hulpbronnen. Met recht interessante, bijna onmogelijke verlanglijstjes. Want: duurzame steden, is dat geen contradictio in terminis? Snel een einde aan het gebruik van fossiele brandstoffen: is over 50 jaar snel genoeg? In 2050, als de CO2-uitstoot 80 % lager moet zijn dan nu, zijn 7 miljoen bestaande woningen in Nederland nog in gebruik. Die moeten dan allemaal energieneutraal zijn. 7 miljoen wooneenheden in 35 jaar ombouwen: dat zijn er 200.000 per jaar. We halen er nu niet eens 2.000 per jaar! Ingenieurs(bureaus) moeten flink aan de bak om die verlanglijstjes tot realiteit te maken. De impact van ingenieurswerk zal nog groter moeten worden. Ook zijn investeringen van ongekend niveau nodig. Het is tijd voor een minder ideologische en een meer zakelijke benadering van duurzaamheidsdoelen. Henk Tolsma

technisch journalist

Witteveen+Bos Nieuws 100 11


Oplossingen met impact

Ik herinner me de bouwput midden in Maastricht, waar ik als beginnend ingenieur in stond. De put was zeven meter diep en beneden in de put kon ik nog net de gebrandschilderde ramen van een vijftiende-eeuwse kerk boven die damwand zien uitsteken. Opeens kreeg ik het benauwd. Die kerk zou toch niet gaan verzakken? Op dat moment kon ik de impact van mijn werk bijna fysiek voelen, want tot dat moment was die bouwput alleen een papieren werkelijkheid geweest.

Kan creativiteit ons redden? De wereld, de maatschappij en ook de kunst verandert en technologie speelt hierin een grote rol. Technologie geeft ons onbeperkte toegang tot informatie, verbindt ons en vereenvoudigt processen. De technologie heeft echter een keerzijde. Het intrigeert mij dat zoiets moois als technologie wordt gebruikt om te domineren en mensen te controleren, in plaats van om te ontdekken, creëren en innoveren. Het gaat niet goed met de wereld. De wereld wordt geteisterd door ongelijkheid en bovendien zijn er onzekerheden op politiek, economisch, sociaal en cultureel vlak. Daarnaast lijkt alles slechts een eenzijdig doel te hebben, namelijk de economie en geld. We hebben door technologie zelfs invloed gekregen op het ecosysteem en denken een superieure positie te hebben. Echter, zolang we onze machines nog niet aan de ‘Wheel of Nature’ kunnen hangen (Nikola Tesla), zullen we nog veel kolen en olie moeten verbranden waarmee veel geld kan worden verdiend. Hoewel de oplossing voor een betere wereld vaak wordt gevonden in creativiteit, gebeurt dit vooral vanuit economisch perspectief. Hoe meer ik me verdiep in creativiteit, hoe meer ik overtuigd raak dat het de maatschappij bevraagt en dat daar de oplossingen liggen. Kunst gaat over expressie en reflectie en is in staat om te reageren op de relatie tussen technologie en maatschappij en de invloed hiervan op ons leven. Het gebruik van technologie in de kunsten is inmiddels default. De nieuwsgierigheid van processen, het zoeken naar oplossingen, de schoonheid en de kritische reflectie op de hedendaagse maatschappij zijn onderwerpen waar kunstenaars nu mee bezig zijn. Wetenschap geeft aan hoe dingen werken, kunst geeft daar een waarde aan. Maar ook wetenschap en kunst zijn moeilijk zuiver te houden en worden helaas vaak ingezet voor andere agenda’s.

Bij Deltares is de impact van ons werk van een geheel ander schaalniveau. Ook hier niet alleen papieren werkelijkheden, maar innovatieve en concrete oplossingen om leven in deltagebieden mogelijk te maken en te houden. ‘Enabling Delta Life’ is onze missie. En dat gaat echt ergens over. Er worden daadwerkelijk levens gered door tijdige waarschuwingen op basis van ‘onze’ systemen. In Indonesië hoorde ik dat bij een recente vloedgolf een heel dorp tijdig geëvacueerd was. Bij Witteveen+Bos gaan financiële parameters en het creëren van maatschappelijke waarde door uitvoering van projecten hand in hand. Zelf worstel ik regelmatig met de beslissing om al dan niet mee te werken aan projecten die deels strijdig zijn met duurzaamheidsdoelstellingen. Je kunt kiezen om dit wél te doen vanuit de valide ambitie om de schadelijke impact van het project te beperken met je kennis. Maar je kunt ook besluiten dat je niet met dergelijke projecten geassocieerd wilt worden. Dat laatste levert uiteindelijk niemand iets op. Het is een moeilijke afweging, waar ik geen generiek antwoord op heb kunnen vinden. We kunnen alleen per geval besluiten of we voldoende ruimte hebben om aspecten van duurzaamheid aan de orde te stellen. Ik weet dat Witteveen+Bos hierin ook haar verantwoordelijkheid neemt. Dat is van grote waarde, ook voor Deltares. Naast projecten uitvoeren voor anderen zie ik voor kennisinstellingen en ingenieursbureaus ook mogelijkheden om zelf initiatieven te nemen voor een duurzamere wereld: we kunnen oplossingen aandragen voor zelf gesignaleerde maatschappelijke uitdagingen als bodemdaling, kusterosie en waterstress. Een deel van onze omzet kunnen we zo zelf creëren. Ik ben ervan overtuigd dat het uiteindelijk voor zowel kennisinstellingen als ingenieursbureaus loont om maatschappelijke impact daarbij leidend te laten zijn. Maarten Smits

algemeen directeur Deltares

Onze ‘oude wereld’ is verticaal ingericht: ego, merken, macht, winst, snelle groei en bezit. Deze verticale groei is eindig. Het systeem moet veranderen. Ik zie een horizontale wereld voor me, gebaseerd op het delen van kennis, samenwerking, middelen, creativiteit en ‘abundance’ voor iedereen. Horizontaal is oneindig en sterk door evenwichtige input. Terugkomend op de vraag: kan creativiteit ons redden? Ik ben ervan overtuigd dat een voorwaarde voor een betere wereld is dat creativiteit nooit een economisch belang of marktpotentieel wordt, maar zich vrij kan ontwikkelen en wordt gekoesterd door de maatschappij. Olof van Winden

voorzitter jury Witteveen+Bos-prijs voor Kunst+Techniek

‘DROLLIE VINDT EEN STAD OUDERWETS!’

DIGITALE NIEUWSBRIEF ONTVANGEN? Het Witteveen+Bos Nieuws is ook digitaal beschikbaar. U kunt zich hiervoor aanmelden via onze website www.witteveenbos.nl/nieuwsbrief. Wilt u voortaan alleen de digitale nieuwsbrief ontvangen en uw abonnement op deze papieren editie opzeggen? Stuur dan een e-mail met uw naam en adres naar communicatie@witteveenbos.com.

Redactieadres Witteveen+Bos Nieuws

Postbus 233, 7400 AE Deventer, telefoon 0570 69 79 11

communicatie@witteveenbos.com, www.witteveenbos.com

John Körmeling

winnaar Witteveen+Bos Kunst+Techniek-prijs 2006

Het Witteveen+Bos Nieuws verschijnt vier keer per jaar. Jaargang 24, september 2016


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.