Witteveen+Bos nieuws 116

Page 1

Nieuws

Laveren tussen verschillende belangen 116

In het najaar van 2023 stuurde de minister van Infrastructuur en Waterstaat de uitkomsten van het Vervolgonderzoek bereikbaarheid

Ameland 2030 (VBA 2030) naar de Tweede Kamer. Het onderzoek is het resultaat van een intensieve samenwerking tussen Witteveen+Bos en Rijkswaterstaat. Omgevingsmanagers Sanne Ruiter (W+B) en Wilmar Stigter (RWS) blikken terug op het project.

Voor Amelanders is het de levensader: de veerboot van en naar het vasteland. Al jaren wordt de vaargeul waar de veerboten tussen Holwert en Nes gebruik van maken, intensief gebaggerd. Dit is een gevolg van de morfologische omstandigheden: de Waddenzee langs de Friese kust verlandt. Door de groei van kwelders en wadplaten worden geulen smaller en ondieper en trekken zich terug. De route die gevaren wordt, is in de afgelopen decennia langer en bochtiger geworden en schepen kunnen elkaar soms moeilijk passeren.

De baggerwerkzaamheden, waar Rijkswaterstaat verantwoordelijk voor is, leiden tot negatieve effecten op de natuur van werelderfgoed Waddenzee. Ook zorgen ze voor relatief hoge beheer- en onderhoudskosten. Rijkswaterstaat werkt daarom aan een betrouwbare en duurzame oplossing voor de lange termijn.

Omgeving betrekken

Daarbij gaat Rijkswaterstaat niet over een nacht ijs. Wilmar Stigter: ‘Bij de bereikbaarheid van Ameland zijn veel verschillende partijen betrokken. Denk aan dorpsbelangen, natuurorganisaties of ondernemers. Het is van belang om deze partijen te betrekken en hun inbreng waar mogelijk een concrete plek te geven in het project.’

Sanne Ruiter, counterpart van Wilmar in het projectteam: ‘Dit is een bijzonder project, omdat we te maken hebben met twee omgevingen: een eiland en de vaste wal. De belangen zijn soms verschillend. Het projectteam heeft dan ook veel energie gestoken in het betrekken van beide omgevingen, bijvoorbeeld in de vorm van informatiebijeenkomsten, maar ook met een ontzettend leuke sessie op een Amelandse middelbare school. Daarin wisten we de leerlingen te boeien met een voor de gelegenheid ontworpen spel: FutureFerry. Het spel legt uit welke keuzes er gemaakt kunnen worden bij een veerverbinding en welke gevolgen die keuzes hebben. Dus aan welke knoppen kan je draaien en wat is de impact ervan? Zo creëer je bewustwording over de alternatieven en de gevolgen.’

Minder afvaarten De wijziging van het aantal afvaarten van afgelopen zomer vestigde extra aandacht op de veerverbinding. In overleg met het ministerie van IenW besloot Wagenborg Passagiersdiensten het aantal afvaarten te verminderen, omdat de rederij aangaf dat schepen elkaar in de vaargeul niet veilig konden passeren. De beslissing zorgde voor onrust bij de inwoners en ondernemers op Ameland.

Eerste akoestische onderzoek onder de Omgevingswet

Hoewel het moment van invoering van de Omgevingswet (Ow) jarenlang onzeker bleef, hebben onze geluid- en trillingenexperts anticiperend daarop alvast hun eerste akoestisch onderzoek onder de richtlijnen van de Ow uitgevoerd. Het gaat om een akoestisch onderzoek voor de realisatie van een nieuwe provinciale rondweg en de aanpassing van een gemeenteweg aan de zuidwestzijde van Lelystad.

De rondweg ontlast de bestaande wegenstructuur en zorgt voor ontsluiting van een toekomstige woningbouwlocatie van ruim 10.000 woningen. Het akoestisch onderzoek heeft als doel te bepalen wat de akoestische effecten zijn

van de gewijzigde en te realiseren wegen op de omliggende (geprojecteerde) woningen en op natuurgebieden in de directe omgeving.

De uitvoering van het akoestisch onderzoek conform de regelingen van de Ow was niet eenvoudig, omdat nog niet kan worden geput uit eerdere ervaringen. Het vergde daarnaast extra inspanning om de teksten van de Ow te doorgronden: deze zijn voor niet-juristen lastig te lezen. We verwachten dat we, samen met de gemeente Lelystad, de provincie Flevoland en Rijkswaterstaat, tot een goedgekeurd en gedragen akoestisch onderzoek te kunnen komen.

+ hans-hugo.bakker@witteveenbos.com

Witteveen+Bos Nieuws april 2024 Lees verder op pagina 5

Natuurcompensatie voor uitbreiding Antwerpse haven

Havengebied Antwerpen is een belangrijke Vlaamse groeipool. Jaar na jaar tekent de containerbehandeling recordcijfers op waardoor een uitbreiding met ongeveer 300 hectare noodzakelijk is om verdere groei in de toekomst te verzekeren. Bij dit alles wordt stevig ingezet op een duurzame ontwikkeling van het havengebied zelf en het voorkomen en milderen van de impact op de omgeving.

Om de uitbreiding grondig voor te bereiden, werd het ‘Complex Project Extra Containercapaciteit Antwerpen’ (CPECA) opgestart. Doelstelling? Binnen een aanvaardbare termijn en via gericht overleg met alle betrokkenen tot de beste combinatie van de verschillende doelstellingen te komen. Het ontwerp en studiewerk werd door de Vlaamse Overheid toevertrouwd aan de Maatschap SHIP, een tijdelijke vereniging van verschillende deskundige partijen, waaronder Witteveen+Bos Belgium. Ons team van ecologen en hydrologen staat ondermeer

in voor het inrichtingsplan en de ontwikkeling van natuurcompensatiegebied ‘Prosperpolder Zuid’ (PPZ). Een gebied net ten zuiden van de Hedwigepolder, op de grens van Vlaanderen en Nederland, op circa 1,5 km van de Schelde.

Om de plaatselijke fauna en flora alle kansen te geven, maakte ons team een natuurinrichtingsplan op voor de ontwikkeling van het natuurtype ‘surrogaatkust’ met eilanden en waterlopen. Het getij op de Schelde wordt daarbij ingezet als drijvende kracht om dagelijks circa 175.000 m³ water door het gebied te laten stromen.

Om sturing te geven aan het ontwerp en de effecten ervan op de omgeving te kunnen inschatten, bouwde ons team een ecologisch, geohydrologisch en hydromorfologisch model. Het natuurinrichtingsplan werd verder uitgewerkt tot een technisch en vergunningsklaar dossier wat betreft de toekomstige

Inspectie beweegbare brug Ventspils

Ventspils mag dan een klein dorpje aan de oostkust van Letland zijn, het is wel de locatie van een van Letlands drie belangrijkste havens, de Port of Ventspils. Het dorp heeft ook de enige beweegbare brug in het land. De brug spant over de Venta-rivier en werd in 2009 herontworpen door Witteveen+Bos.

De brug is na bijna 15 jaar toe aan groot onderhoud op het gebied van elektrotechniek en werktuigbouwkunde. Ventspils Freeport Authority, die eigenaar is van de brug, heeft W+B gevraagd een inschatting te maken van de omvang en kosten van dit onderhoud. De brug is een belangrijke schakel in de lokale infrastructuur en het is dus van belang dat de beschikbaarheid en veiligheid

natuurinrichting, in- en uitwateringskunstwerken en nieuwe dijken. Dankzij dit project zal Vlaanderen binnenkort beschikken over 160 ha bijkomend waardevol natuurgebied.

+ arno.kops@witteveenbos.com

van de brug geborgd is. Daartoe zijn er medio oktober 2023 inspecties uitgevoerd door collega’s van Witteveen+Bos uit Nederland en Letland, in samenwerking met lokale aannemers. Het ging onder andere om een NEN-2767-inspectie en een risicobeoordeling voor de elektrotechnische en werktuigbouwkundige installaties. Om het verkeer niet tot last te zijn, werden de inspecties ’s nachts gedaan, onder toeziend oog van onze collega’s. Zo werd bepaald wat er moet gebeuren om ervoor te zorgen dat de brug weer 15 jaar veilig te gebuiken is.

+ oskars.zivtins@witteveenbos.com

Witteveen+Bos Nieuws april 2024

VenR-opgave Bruggen en viaducten

Rijkswaterstaat maakte op 20 februari 2024 bekend dat de raamovereenkomsten voor herberekeningen van bruggen en viaducten gesloten zijn. Witteveen+Bos mag met deze grote vervangingsen renovatieopgave aan de slag als een van de voorkeursleveranciers.

Veel bruggen in Nederland zijn in het derde kwart van de vorige eeuw gebouwd. Door de jaren heen zijn ze steeds intensiever gebruikt en daarmee zwaarder belast. Om de rijksinfrastructuur op peil te houden, is het nodig om de (rest)levensduur van infrastructurele kunstwerken te beoordelen en waar nodig over te gaan tot renovatie of vervanging.

De komende jaren moeten herberekeningen gemaakt worden voor ongeveer 50 vaste stalen bruggen, 30 tot 50 beweegbare bruggen en 245 betonnen bruggen en viaducten binnen het areaal van RWS. Door het specialistische karakter en de omvang van de vervangings- en renovatie-opgave, heeft RWS gekozen

voor een raamovereenkomst. Daarbij is geen herhaaldelijke concurrentiestelling meer nodig, wat de tenderinspanning reduceert en ononderbroken samenwerken en versnellen mogelijk maakt. De looptijd van de raamovereenkomst is 6 jaar met een uitloop van 2 jaar.

‘We hebben met een groot team aan de aanbesteding gewerkt en zijn heel blij met het resultaat. Door het winnen van de raamcontracten voor betonnen en stalen bruggen heeft Witteveen+Bos voor zeker zes tot acht jaar flink wat werk binnengehaald. Bij het betoncontract scoorden we zelfs als beste’, vertelt Hans van Daelen, leider van de PMC Vervanging en renovatie van kunstwerken.

‘We beginnen voor staal met de Moerdijkbrug, een stalen kokerconstructie van eind jaren 70 van de vorige eeuw. En ook voor beton starten we in maart met een kokerbrug. Het herberekenen is behoorlijk specialistisch werk. Anders dan berekeningen voor nieuwbouw, zijn herberekeningen iedere keer verschillend en vergen veel uitzoekwerk. Het wordt ook wel ‘forensic engineering’ genoemd. Het komt

goed van pas dat we de afgelopen jaren al de nodige herberekeningservaring hebben opgedaan met zowel stalen als betonnen kunstwerken.’

+ hans.van.daelen@witteveenbos.com

Onderzoek naar baanstabiliteit spoorwegen

Van veel spoordijken in Nederland is niet bekend of deze stabiel blijven bij intensiever gebruik of bij een veranderend klimaat. Het treinverkeer groeit echter, dus het is belangrijk om te weten of de baanlichamen waarop het spoor rust daar tegen kunnen. Zeker als acht op de tien spoordijken meer dan honderd jaar oud zijn. Daarom zette ProRail in 2020 het onderzoeksprogramma ‘Programma baanstabiliteit’ op, waarin onder andere door vier ingenieursbureaus de stabiliteit van ruim 2600 kilometer aan spoordijken in Nederland in kaart gebracht wordt.

Zo werkten Witteveen+Bos, Arcadis, Sweco en Royal HaskoningDHV gezamenlijk aan een inventarisatie van de huidige kwaliteit van de spoordijken. Eind 2023 werd duidelijk dat op basis van dat onderzoek, zoals verwacht, nader onderzoek noodzakelijk is op een aantal trajecten. Landelijke media stelden daarop vragen over de veiligheid van de spoordijken. Geotechnisch ingenieur Jos de Greef van Witteveen+Bos: ‘Er is geen sprake van een acuut veiligheidsprobleem. De vraag van ProRail anticipeert op een groeiend gebruik van het spoor, door toenemende reizigers- en goederenstromen. Als zij het spoor vaker en met zwaarder materieel willen gaan gebruiken, is het goed dat er van tevoren onderzocht wordt of dat veilig kan.’

TerraPlus

Om de informatie over de bodem op eenduidige wijze te verzamelen, in te zien en te delen, werd voor dit onderzoek de software TerraPlus ingezet. Deze applicatie werd door

W+B-ingenieurs ontwikkeld vanuit de behoefte om data uit bodemonderzoek inzichtelijk en toegankelijk te maken. Met behulp van TerraPlus is de opbouw van de ondergrond van alle spoordijken in Nederland inzichtelijk gemaakt. Deze informatie is gebruikt als input voor het onderzoek naar de stabiliteit van het baanlichaam, waarin meer dan een miljoen berekeningen zijn uitgevoerd.

Volgende fases

Voor een groot deel van de spoordijken is meer onderzoek nodig. Dat gebeurt in de tweede fase. Daarin worden de inzichten uit de eerste fase verrijkt met archiefonderzoek, specifieke kennis over locaties en grondonderzoek. Trajecten waar al meer, snellere of zwaardere treinen gepland zijn, krijgen daarbij voorrang.

Voor een deel van Nederland zullen daarop maatregelen nodig blijken om de stabiliteit van de baanlichamen te waarborgen. Maatregelen zijn bijvoorbeeld het aanbrengen van damwanden of steunbermen, of het monitoren van de stabiliteit met sensoren. Op sommige plekken worden gelijk al maatregelen getroffen, zoals het monitoren van de spoordijk tussen Deventer en de Nederland-Duitse grens bij Oldenzaal om de impact van de versnelde intercity Berlijn te kunnen volgen. Ook tussen Delft en Schiedam doet ProRail onderzoek naar hoe de spoordijk kan worden versterkt, omdat daar de komende jaren meer treinen gaan rijden.

+ jos.de.greef@witteveenbos.com

Witteveen+Bos Nieuws april 2024

Waterveiligheid

stroomgebied Welang

Co-creatie en lokale samenwerking

In het stroomgebied van de Oost-Javaanse Welang-rivier komen regelmatig overstromingen voor waar lokale gemeenschappen veel last van hebben. Daarbij treden ongewenste effecten op als bodemerosie, sedimentatie en zoetwatertekorten tijdens droogteperioden.

Witteveen+Bos werkt in een Nederlands-Indonesisch consortium aan concrete oplossingen die de waterveiligheid voor de lokale bevolking moet borgen. Dat is specifiek het geval voor een aantal dorpen langs de Welang: Sidogiri en Sukorejo, waar het wassende water de dorpscentra in een mum van tijd onder water zet (0,51,5 meter), soms voor een langere periode.

In totaal gaat het om vier ingrepen die vanaf september 2023 tot en met augustus 2024 hun beslag krijgen. Zo worden bovenstrooms ‘gully plugs’ geplaatst. Deze dammen, veelal geconstrueerd uit natuurlijke, lokale materialen, remmen de watersnelheid. Daarnaast leiden de dammen een deel van de stroom naar de oever, waar het infiltreert in de bodem als zoetwaterbuffer.

Benedenstrooms vinden vier ingrepen plaats in het stroomgebied rondom de Kraton-brug, zoals een by-pass, een verbreding en een omlegging van de rivier. ‘Hierbij zetten we onder meer hydraulische modellering in om het watersysteem te begrijpen. Voor de integrale, duurzame oplossingen passen we de principes van Nature-Based Design toe’, aldus projectleider Joost Noordermeer. ‘Dat doen we niet alleen. We trainen studenten van een nabijgelegen kennisinstelling, om onze kennis over te dragen aan toekomstige Indonesische waterbouwers.’

Het project is gericht op co-creatie en samenwerking met lokale kennis- en onderzoeksinstellingen en lokale gemeenschappen en autoriteiten. ‘Het doel is het ontwikkelen van oplossingen die zonder noemenswaardige ondersteuning van derden gekopieerd kunnen worden naar andere locaties.’

+ joost.noordermeer@witteveenbos.com

CIRCULAIRE DOELEN SMART MAKEN

Rijkswaterstaat wil in 2030 klimaatneutraal en circulair werken. Om deze ambitie te realiseren, wil de organisatie duurzaamheid integreren en borgen in de interne opdrachtverlening.

Binnen Rijkswaterstaat is het al sinds 2020 verplicht om duurzaamheid mee te nemen in de interne opdrachtverlening. Deze aanpak is onder meer vastgelegd in een duurzaamheidsparagraaf in

Fietsviaduct Zandzuigerstraat Den Bosch

Om het gebruik van de fiets te vergroten zijn veilige en comfortabele fietsroutes onontbeerlijk. De gemeente ’s-Hertogenbosch realiseert, samen met haar partners, een snelfietsroute die het NS-station Zaltbommel en het NS-station ’s-Hertogenbosch CS verbindt. In een deel van deze snelfietsroute, tussen de Ertveldweg en de rivier de Dieze, is een fietsviaduct voorzien over de Zandzuigerstraat. Samen met wUrck heeft Witteveen+Bos de ontwerpopdracht in juli 2023 gegund gekregen voor het nieuw in te passen fietsviaduct.

De uitvraag van de gemeente betrof het ontwerpen van het fietsviaduct en het dimensioneren en voorbereiden van dit deel van de route. De opdracht omvat de projectfases van ontwerpuitwerking tot aan een uitvoeringscontract, inclusief onderzoeken en bijbehorend omgevingsmanagement. Het project wordt mede mogelijk gemaakt door een subsidie van de provincie Noord-Brabant.

wUrck en Witteveen+Bos delen een integrale aanpak op ontwerpopgaven, waarbij zij ruimtelijke ontwerpers, landschapsarchitecten, ecologen, ingenieurs en contractdeskundigen samenbrengen. Onze complementaire samenwerking in de offertefase leidde tot het verwerven van deze opdracht: de gemeente ’s-Hertogenbosch kon onze visie op de opdracht waarderen, omdat daarin het dynamische karakter van de locatie, de historische context en omgeving van de Zandzuigerstraat gecombineerd is met een efficiënte duurzame brug. Deze wordt zorgvuldig ingepast in het landschap, met ruimte voor biodiversiteit en natuurinclusief ontwerpen.

In onze visie hebben we de hellingen geminimaliseerd, wat leidt tot meer fietscomfort en minder benodigd materiaal tijdens de bouw. Door een slimme keuze in materialisering wordt de brug efficiënt opgebouwd uit zo duurzaam mogelijke materialen die in demontabele elementen worden samengesteld. Dit borgt een snelle realisatiefase met zo min mogelijk hinder voor de omgeving en draagt bij aan de circulariteit van het project.

In de aansluitende hellingen en in de onderbouw van het viaduct hebben we ruimte voor het implementeren van ecologische voorzieningen, zoals verblijfplaatsen voor kleine dieren. Zo wordt ook de stedelijke biodiversiteit met dit project versterkt.

+ stijn.wetzels@witteveenbos.com

het interne opdrachtformulier en een document met klanteisspecificaties (KES) duurzaamheid. Rijkswaterstaat vroeg Witteveen+Bos om het proces en de standaardteksten te evalueren. De evaluatie leidde tot de conclusie dat er meer bekendheid nodig is binnen de organisatie en de KES-teksten SMARTer (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden) moeten worden geformuleerd. Dat heeft Witteveen+Bos in samenwerking met RWS aangepakt.

Met deze duurzame KES kunnen assetmanagers op verschillende niveaus (zoals thema, grondstof-en objecttype, R-ladder) specificeren waar zij circulaire winst willen behalen. Dit helpt circulariteit tot een integraal onderdeel van een project te maken en bij te dragen aan een klimaatneutrale manier van werken.

+ jesper.pots@witteveenbos.nl

Witteveen+Bos Nieuws april 2024

Na onderzoek door het Maritime Research Institute Netherlands (MARIN), in opdracht van het ministerie van IenW, Rijkswaterstaat en Wagenborg Passagiersdiensten, is vastgesteld bij welke waterstanden en op welke locaties veilig gepasseerd kon worden. Deze locaties worden nu ook door Rijkswaterstaat gemarkeerd met betonning. Daarnaast is overgegaan van een uurdienstregeling naar een vijfkwartierdienstregeling. Dit lijkt een positief effect te hebben op de punctualiteit van de veerverbinding.

In de media verschenen hier verscheidene berichten over. Wilmar: ‘De vermindering van het aantal afvaarten had grote gevolgen voor het reilen en zeilen op het eiland. Ondanks het feit dat deze wijziging geen directe relatie had met het project, hebben we het omgevingsproces hier wel op aangepast. Op zo’n moment is het belangrijk dat je flexibel bent en extra oog hebt voor wat er leeft bij de bewoners van Ameland.’

De gebeurtenissen onderstreepten nogmaals de noodzaak voor het vinden van een structurele oplossing. Ook maakte het duidelijk dat de oorzaak van het probleem en de mogelijke oplossingen heel goed moeten worden uitgelegd. En morfologie is nog best ingewikkeld.

Sanne: ‘We hebben erg ons best gedaan om alle technische, morfologische aspecten zo te vertalen dat je er als belangstellende niet voor gestudeerd hoeft te hebben om te snappen hoe het zit.’ Wilmar vult aan: ‘Het is van belang informatie op een beeldende en aansprekende manier over te brengen. Daar hebben we veel tijd en aandacht aan besteed. Dat was niet eenvoudig, zeker in het begin toen er nog coronabeperkingen waren en er veel digitaal gedaan moest worden.’

Succesfactoren

Zowel Rijkswaterstaat als Witteveen+Bos zijn positief over de samenwerking. Factoren die hieraan hebben bijgedragen zijn open communicatie en het actief delen van kennis en informatie tussen beide organisaties. Ook de intrinsieke motivatie en flexibiliteit van het projectteam speelden een rol. Deze flexibiliteit was essentieel om bijvoorbeeld in te kunnen spelen op veranderingen in de omgeving of wijzigingen in de reikwijdte van het project.

Resultaat

In het rapport wordt ingegaan op in totaal zes alternatieven, die werden onderzocht binnen twee oplossingsrichtingen. De eerste oplossingsrichting is die waarbij het baggerbezwaar van de veerverbinding tussen Holwert en Nes wordt verminderd. Bijvoorbeeld door het verkleinen van de breedte en diepte van de vaargeul, in combinatie met een ander scheepsconcept. De tweede oplossingsrichting onderzoekt het aanleggen van een nieuwe veerdam bij Ferwert. Ter hoogte van Ferwert kan de veerboot varen door het Dantziggat. Dit is een van nature relatief brede en diepe geul, waardoor er minder gebaggerd hoeft te worden.

Voor een nieuwe veerdam zijn er verschillende mogelijkheden. Zo kan de veerdam volledig worden aangelegd als gronddam, maar ook als hybride dam. Het zeewaartse deel van de dam wordt dan aangelegd op palen. Dit komt de natuurlijke dynamiek van de Waddenzee ten goede. Bij de aanleg van een nieuwe veerdam is ervan uitgegaan dat de parkeerplaats binnendijks wordt aangelegd. Op die manier is het ruimtebeslag in de Waddenzee zo klein mogelijk.

De zes alternatieven zijn beoordeeld op vier thema’s: natuur, morfologie, verkeer en vervoer en ruimtegebruik. Wilmar: ‘We

INGEWIKKELDE MORFOLOGIE

Het morfologisch onderzoek binnen het project is uitgevoerd door Witteveen+Bos, I-Mud en Deltares en werd begeleid door een onafhankelijke commissie met specialisten van de Universiteit Utrecht, TU Delft, Deltares, Waddenacademie, provincie Fryslân en Rijkswaterstaat. Het onderzoek was erop gericht om de factoren die invloed hebben op het baggerbezwaar van de vaargeul in beeld te brengen. Het baggerbezwaar is het aantal kubieke meters per jaar dat wordt gebaggerd om de vaargeul op breedte en diepte te houden. Ook zijn er prognoses gemaakt voor het verwachte baggerbezwaar in de toekomst. Momenteel wordt er ongeveer 1,5 miljoen m3 per jaar gebaggerd. Uit het morfologisch onderzoek volgt dat bij gelijke minimale geulafmetingen het baggerbezwaar de komende decennia kan doorgroeien naar 2,5 miljoen m3 per jaar. Verder is onderbouwd dat het verwachte baggerbezwaar van een mogelijke vaargeul tussen Ferwert en Nes fors lager zal zijn. Dit komt doordat de veerdam bij Holwert aansluit op een geul in de Waddenzee die dicht op het wantij ligt. Door de groei van kwelders en wadplaten is deze geul sterk verkleind. De geul bij Ferwert ligt verder van het wantij en heeft een groter voedingsgebied. Hierdoor trekt de geul per getij meer volume water aan en is dus ruimer.

hebben nu een goed beeld van de oplossingen die mogelijk zijn inclusief de voor- en nadelen. Met de resultaten uit het onderzoek ligt er een stevige basis voor verdere uitwerking.’

+ communications@witteveenbos.com

Waterkwaliteit

Samenwerken en integraal aanpakken

De Nederlandse waterkwaliteit en de Kaderrichtlijn Water is een urgent thema dat de laatste tijd veel politieke- en bestuurlijke aandacht krijgt. Een gezonde waterkwaliteit staat inmiddels niet meer alleen op de agenda van bezorgde ecologen en waterbeheerders, maar is ook maatschappijbreed een meer besproken onderwerp. Je hoeft maar de krant open te slaan of het woord waterkwaliteit staat wel ergens genoemd. De eerste rechtszaken over waterkwaliteit lopen al, omdat we niet voldoen aan onze eigen wetgeving.

Wake-upcall

Ook verschillende sectoren trekken aan de bel, waaronder afgelopen jaar Bouwend Nederland, de vereniging van bouw- en infrabedrijven. Zij deden dit omdat zij vrezen dat de bouw vertraagd wordt of zelfs stil komt te liggen, omdat vergunningen niet meer verstrekt zullen worden door de huidige staat van de Nederlandse waterkwaliteit. Naar aanleiding van deze vrees heeft Witteveen+Bos een onderzoek uitgevoerd naar de gevolgen van een slechte waterkwaliteit voor onze bouw- en infrasector. Lianne Slagter, ecoloog bij Witteveen+Bos: ‘Met dat onderzoek hebben we gezien dat er zeker activiteiten in de bouw- en infrasector zijn die in meer of mindere mate in aanraking komen met waterkwaliteit. Denk hierbij aan saldering of bronbemaling tijdens de bouw van woningen, of werk bij waterstaatswerken zoals de grootschalige renovatie van kunstwerken. Met andere woorden: een goede waterkwaliteit staat aan de basis van onze bouw- en infrastructuur, en dus ook van ons ingenieurswerk.’

Eigen projecten

Vanuit Witteveen+Bos werken veel collega’s dagelijks direct of indirect aan het verbeteren van de waterkwaliteit. We adviseren over drinkwatervoorziening, de inrichting van stedelijke gebieden, ondersteunen beleidsadviseurs van de overheid bij waterbeleid, adviseren bij het aanleggen van

recreatievoorzieningen et cetera. In veel van onze projecten is waterkwaliteit een relevant thema. Als adviesbureau hebben wij een sleutelpositie om een positieve impact te maken op de waterkwaliteit: in de planvorming en de ontwerpfase, de uitvoering, en de monitoring naderhand. Een gedegen gebiedskennis en een advies gebaseerd op een integrale (water)systeemanalyse zijn daarbij onmisbaar.

Om de kennis en achtergrond over de KRW onder andere bij beleidsmakers te verbeteren, werken we met PAOTM samen aan een postacademische cursus over dit onderwerp. Collega’s Sebastiaan Schep en Lianne Slagter delen hun expertise in de eendaagse cursus ‘Kaderrichtlijn Water in een wrap’. Op 11 juni staat de volgende gepland. Kijk op paotm.nl/aanbod/kaderrichtlijn-krw-in-eenwrap voor meer informatie.

+ lianne.slagter@witteveenbos.com

Witteveen+Bos Nieuws april 2024
Vervolg van pagina 1

Waterpeil Kaspische Zee zakt

Mariene infrastructuur in het gedrang

Niet elk land kampt met een stijgende zeespiegel. De landen rondom de Kaspische Zee hebben juist te maken met een dalende waterspiegel. Het afgelopen decennium is het waterniveau met zo’n 10 tot 20 cm per jaar gezakt. Dit zorgt in het ondiepe noordelijke deel van de Kaspische zee voor allerlei complicaties voor het bereikbaar houden van de bestaande mariene infrastructuur zoals havens of vaargeulen. Een vraagstuk waar we als lokaal actief ingenieursbureau onze handen aan vol hebben.

Zo heeft de zakkende zeespiegel effect op de krachtwerking van kadeconstructies, vooral wanneer de zeebodem verlaagd wordt zodat boten nog voor de kade kunnen komen. We hebben onlangs voor enkele kades in kaart gebracht of deze bij bepaalde waterstanden en toekomstig bodemniveau nog voldoende veilig zijn.

Op basis daarvan hebben we korte-, middel- en langetermijn maatregelen bedacht om kostenefficiënt de functionele levensduur van kades te verlengen en daarmee forse investeringen zo lang mogelijk uit te stellen. Het water kan immers ook weer stijgen, zoals het eerder gedaan heeft.

Eigenlijk is de Kaspische Zee geen zee, maar het grootste meer op aarde. Het staat ook niet in verbinding met een zee. De waterbalans is afhankelijk van het water dat aangevoerd wordt door rivieren (Wolga en Oeral) en wat er daarnaast verdampt, dan wel onttrokken wordt. Door de eeuwen heen heeft het waterniveau altijd geschommeld. Daar zijn ‘in het veld’ nog veel voorbeelden van terug te zien. Bijvoorbeeld langs het strand, waar het terugtrekkende water oude funderingen blootlegt, of in Bakoe, de hoofdstad van Azerbeidzjan, waar aan de rand van de oude stad, ver van de huidige kustlijn, de Qız Qalası ‘maiden tower’ staat. Deze stond vroeger in het water, om de stad te verdedigen tegen aanvallen vanuit zee.

Het is niet duidelijk wat de grote schommelingen precies veroorzaakt. De meest voor de hand liggende oorzaken zijn een verandering in neerslag in het stroomgebied van de voedende rivieren, of een andere verdampingssnelheid door hogere temperaturen.

Er zijn zelfs exotische verklaringen zoals bewegingen van tektonische platen die zorgen voor een veranderend volume van het Kaspische Zee-bassin. Maar niemand heeft nog met historische data kunnen verklaren waardoor het komt, laat staan dat we kunnen voorspellen waar het de komende jaren naartoe gaat.

+ krijn.de.brabander@witteveenbos.com

Vervolg meetplan elektromagnetische velden

Eind 2023 gaf Rijkswaterstaat groen licht voor een uitdagende opdracht: het definiëren van een meetplan om de kennisleemte rond de invloed van elektromagnetische velden op het zeeleven te verkleinen. ‘Er is weinig bekend over de effecten van elektromagnetische velden (EMV) op het leven in zee. Hierdoor weten beleidsmakers niet hoe zij met de risico’s moeten omgaan’, vertelt Annemiek Hermans, biologisch oceanograaf en projectmanager mariene ecologie. ‘De kabelgeleiding en het leefgebied van gevoelige soorten overlappen elkaar soms. Met de toename van het aantal windparken op zee is het waardevol en belangrijk om onze kennis op dit onderwerp te vergroten, want dit helpt bij het maken van de juiste keuzes.’ De opdracht is een vervolg op een eerder onderzoek, waarin we onderzochten of EMV’s een plek dienen te hebben in de Kaderrichtlijn Mariene Strategie.

+ annemiek.hermans@witteveenbos.com

Handleiding circulaire inkoop geluidschermen

Rijkswaterstaat en ProRail gaan de komende jaren 17.000 nieuwe geluidschermen plaatsen in het kader van het Meerjarenprogramma Geluidsanering. De benodigde materialen en het transport hebben een grote milieu-impact. Het is dan ook zaak om deze tot een minimum te beperken. Dat begint met de inkoop, waarvoor we in opdracht van RWS een handleiding hebben ontworpen.

Rijkswaterstaat heeft de doelstelling om in 2030 circulair te werken. Hierbij spelen hergebruik van bestaande geluidschermen en materialen en het realiseren van geluidschermen met een zo laag mogelijke milieu-impact een belangrijke rol.

Omdat er beperkingen gelden op gebied van inpassing voor het hergebruik van bestaande geluidsschermen, ligt de focus op nieuw te realiseren geluidsschermen. Gezien het grote volume (17.000 panelen/100 kilometer/48.000 ton CO₂-eq) kunnen RWS en ProRail op dit gebied een behoorlijke impact maken.

De vraag is wel: hoe maak je een ambitie werkbaar voor projectteams? Zij moeten immers richting de markt specificeren aan welke voorwaarden deze duurzame geluidschermen moeten voldoen. Daarvoor hebben we een handleiding ontwikkeld waarmee zij in de contractvoorbereidingsfase kunnen sturen op drie criteria: MKI (milieukostenindicator), losmaakbaarheid en materiaalkeuze.

Bij het bepalen van de inkoopstrategie is gekozen om MKI en materiaalkeuze op te nemen als gunningscriteria en losmaakbaarheid in de technische eisen te borgen. De reden hiervoor is dat MKI en losmaakbaarheid op gespannen voet met elkaar staan. Een betere losmaakbaarheid leidt immers vaak tot meer materiaalgebruik en dus een hogere MKI.

+ jesper.pots@witteveenbos.com

Thuis- en buurtbatterijen

Niet subsidiëren, wel faciliteren

In opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat hebben CE Delft en Witteveen+Bos onderzoek gedaan naar thuis- en buurtbatterijen. Het resultaat is de rapport ‘Thuis- en buurtbatterijen; kansen, knelpunten en beleidsaanbevelingen’.

In de eerste plaats is onderzoek gedaan naar de business case en de impact op het elektriciteitsnet van thuis en buurtbatterijen. Daarnaast zijn de belangrijkste knelpunten en kansen voor thuis- en buurtbatterijen onderzocht. Dit heeft geleid tot beleidsadviezen aan EZK en aan regionale netbeheerders.

De belangrijkste zijn:

1. Stel geen subsidie in op thuis- en buurtbatterijen voor CO2-reductie en/of voor het tegengaan van netcongestie.

2. Beëindig de salderingsregeling en onderzoek methoden voor afschaffing van dubbele energiebelasting.

3. Faciliteer als overheid veilige inzet van thuis- en buurbatterijen met de ontwikkeling van wetten en voorschriften voor de plaatsing van thuis- en buurtbatterijen. Ontwikkel daarnaast als netbeheerders contracten en/of (financiële) prikkels om thuis- en buurtbatterijen congestieneutraal te laten opereren.

De resultaten zijn afgestemd met een klankbordgroep van vertegenwoordigers van de batterijenen zonnesector, het ministerie van EZK en regionale netbeheerders.

+ rob.kolenbrander@witteveenbos.com

Witteveen+Bos Nieuws april 2024

PFAS-AANPAK MET ALTERNATIEVEN VOOR ACTIEFKOOL

Hoe kun je PFAS zo efficiënt mogelijk uit grondwater verwijderen? Dat heeft Witteveen+Bos onderzocht op een Doetinchemse bedrijfslocatie aan de hand van drie adsorbentia. Uitkomst van de pilot is dat deze processtoffen qua verwijderingscapaciteit en proceskosten een goed alternatief vormen voor actiefkool. Op de bewuste locatie werd in 2020 geconstateerd dat een langdurige lekkage van blusschuim had plaatsgevonden. Hierdoor zijn per- en polyfluoralkylstoffen (PFAS) in de bodem en het grondwater terechtgekomen. Actiefkool is veelgebruikte adsorbens waarmee PFAS verwijderd kan worden. De adsorptiecapaciteit is echter beperkt en de verzadigde kool moet worden verbrand. Dit proces vergt de nodige energie en er is een kans op onvolledige verbranding waardoor de PFAS alsnog in het milieu belanden. Vandaar een studie naar alternatieve processtoffen.

In de pilot, gehouden in 2023, zijn drie veelbelovende alternatieven meegenomen: DEXSORB, FLUOROSORB en ZVZ-22. Deze adsorbentia zijn geproduceerd op basis van verschillende materialen en bevinden zich nog in uiteenlopende ontwikkelingsstadia. De drie adsorbentia hebben hogere PFASverwijderingscapaciteiten dan actiefkool. Daarbij heeft iedere absorbens voor- en nadelen, onder andere op gebied van geproduceerd afval en capaciteit tot regeneratie. Gezien de uiteenlopende ontwikkelingsfases van de adsorbentia lopen nog onderzoeken om deze functionaliteiten te optimaliseren, zoals het afdoende verwijderen van korte-keten PFAS.

+ tiza.spit@witteveenbos.com

PUBLICATIE 3DCP-RICHTLIJN

Begin februari 2024 werd de eerste CROW-CUR-richtlijn over 3D-betonprinten gepubliceerd. Witteveen+Bos leverde de helft van het auteursteam, in de vorm van twee experts, dat werd aangevuld met deskundigen van de TU Delft. De richtlijn is bedoeld als handreiking voor de toepassing van 3D-betonprinten (3DCP), in een tijd waarin er nog weinig generieke regelgeving voor deze innovatieve ontwikkeling bestaat. Dit helpt zowel makers als toetsers bij het beoordelen van 3D-betonontwerpen en -werken. Stichting CROW is een kennisplatform dat onder andere aanbevelingen en richtlijnen publiceert die algemeen gezien worden als ‘de standaard’. + jolien.van.der.putten@witteveenbos.com

Eind 2023 won Witteveen+Bos twee raamcontracten voor de realisatie van drie nieuwbouwlocaties rond de voormalige Vliegbasis Soesterberg. Onder regie van provincie Utrecht worden daar zo’n 400 tot 450 woningen gerealiseerd.

Een raamcontract omvat de advies- en ingenieursdiensten voor de voorbereiding bouw- en woonrijp maken. Het andere contract beslaat de adviesen ingenieursdiensten rond de voorbereiding van de natuurinclusieve en recreatieve inrichting.

De beoordelingscommissie van de provincie Utrecht waardeerde de inschrijvingen van Witteveen+Bos met een 8,5 en een 9, waarbij het onderdeel ‘samenwerking’

in beide gevallen met een 10 beoordeeld werd. Onder meer de (integrale) effectieve en efficiënte samenwerking, raakvlakmanagement, visie op het betrekken van de stakeholders en het inpassen van een digitaal samenwerkingsplatform werd zeer gewaardeerd.

De transformatie van het gebied - waar Vliegbasis

Soesterberg tussen 1913 en 2008 fungeerde als militair vliegveld - is een complexe opgave. Voor het bouw- en woonrijpmaken van het gebied moeten raakvlakken met integrale planontwikkeling, stedenbouw, bodemsanering, natuurontwikkeling en militair erfgoed optimaal op elkaar worden afgestemd.

+ jeroen.radix@witteveenbos.com

Ondersteuning Versnellingsteam Woningbouw Gelderland

In 2023 is Witteveen+Bos samen met Antea Group en Rho Adviseurs gestart met ondersteunende advies- en ingenieursdiensten binnen het Versnellingsteam Woningbouw van de provincie

Gelderland. Na een succesvol eerste jaar heeft de provincie de samenwerking verlengd tot eind 2024.

Daarop hebben W+B, Antea Group en Rho Adviseurs hun partnerschap verankerd in een overeenkomst die recent werd getekend door Eveline Buter (Witteveen+Bos), Tanja Lendzion (Antea Group) en Monique Lammens (Rho Adviseurs).

De provincie Gelderland nam het initiatief tot het Versnellingsteam Woningbouw om gemeenten te helpen bij woningbouwopgaven. Het versnellingsteam richt zich met name op grote woningbouwprojecten die niet of te langzaam van de grond komen. Witteveen+Bos, Antea Group en Rho Adviseurs ondersteunen met een breed palet aan diensten op alle niveaus. De samenwerking met

de provincie is zo ingericht dat het team na een hulpvraag meteen aan de slag kan gaan met de casus. Zonder dat hiervoor een aanbestedingsprocedure nodig is.

Dirk Vreugdenhil, gedeputeerde van de provincie

Gelderland: ‘De woningnood is hoog. Met het versnellingsteam versnellen we de bouw van 45.000 woningen in Gelderland. Door samen te werken met Witteveen+Bos, Antea Group en Rho Adviseurs kunnen we maatwerk bieden en voorkomen we dat de woningbouw stilvalt.’

Eveline Buter, directeur Witteveen+Bos: ‘De woningbouwopgave is één van de urgente opgaven van dit moment die mede bepalend is voor de toekomstige inrichting van Nederland. We zijn blij om binnen het Versnellingsteam Woningbouw van de provincie Gelderland met onze kennis, expertise en capaciteit bij te kunnen dragen aan deze cruciale uitdaging.’

+ maurits.schilt@witteveenbos.com

Witteveen+Bos Nieuws april 2024
Aan de slag met Park Vliegbasis Soesterberg
Onderhoud 15 beweegbare Overijsselse kunstwerken

In 2019 verwierf Witteveen+Bos de opdracht voor de ingenieursdiensten voor het onderhoud van 15 beweegbare bruggen en sluizen in Overijssel. Het is voor opdrachtgever Provincie Overijssel belangrijk om voor de kunstwerken die zij in beheer heeft de levensduur te verlengen, het veiligheidsniveau te verhogen en de onderhoudbaarheid van haar beweegbare bruggen en sluizen te verbeteren.

Begin 2020 startte Witteveen+Bos met de voorbereiding van een bestek voor de 15 kunstwerken, waarin meer dan 1.000 maatregelen voor variabel onderhoud zijn verwerkt voor levensduurverlenging, (arbo)veiligheid, onderhoudbaarheid en om te voldoen aan de Machinerichtlijn. Deze maatregelen variëren van het plaatsen van borden, hekwerken en waarschuwingsstickers tot het volledig vernieuwen van besturingsinstallaties van bruggen en sluizen. Voor een aantal van deze maatregelen heeft Witteveen+Bos meerdere varianten onderzocht en een voorkeursvariant nader uitgewerkt. Na totstandkoming van het bestek is het contractdossier voor dit variabel onderhoud voorbereid, waarna in 2021 een aanbestedingsprocedure is gestart. Daar namen vijf marktpartijen aan deel; de winnende aannemer, SPIE, begon in 2022 met de detailengineering en realisatie van de bestekmaatregelen.

De kunstwerken worden serieel aangepakt en de werkzaamheden voor de eerste kunstwerken zijn inmiddels afgerond. Zo is in 2023 de Blauwe Handbrug voorzien van een nieuwe bedienings- en besturingsinstallatie en zijn alle sluisdeuren van de Nieuwe Beukerssluis vervangen. Voor deze sluis bij Beukers wordt dit jaar ook de bedienings- en besturingsinstallatie geheel vernieuwd. Daarnaast zijn er kleinschaligere werkzaamheden uitgevoerd aan de Agelersluis, Arembergsluis, Blokzijlophaalbrug, Beukerssluisophaalbrug, Scheerebrug en Vechtbrug. Hierbij heeft Witteveen+Bos voor Provincie Overijssel zowel de advisering en toetsing van de engineering als de begeleiding van de uitvoering verzorgd.

Medio 2025 moeten alle vijftien kunstwerken zijn opgeleverd. Voor elk kunstwerk geldt dat de werkzaamheden met zo min mogelijk hinder worden gepland, waarbij de veiligheid op de bouwplaats vooropstaat. Door deze maatregelen zijn deze kunstwerken weer klaar voor de toekomst.

Voor dit project heeft Witteveen+Bos de kennis en ervaring vanuit IMPAKT Ingenieursbureau ingezet. IMPAKT Ingenieursbureau is een samenwerkingsverband tussen Witteveen+Bos, Royal HaskoningDHV en Pilz op het gebied van industriële automatisering.

+ harmen.droogendijk@witteveenbos.com

TERUGDRINGEN DRINKWATERLEKKAGE IN OMAN

Witteveen+Bos, HULO, Blue Gold Technology en YAS CE gaan een unieke aanpak testen om lekkages terug te dringen in een deel van het drinkwaternetwerk in Muscat, de hoofdstad van Oman. Het drink- en afvalwaterbedrijf van Oman, Nama Water Services (NWS), kampt in bepaalde gebieden met behoorlijke verliezen van zogenaamd non-revenue water. NWS wil deze verliezen terugdringen, het liefst op een zo efficiënt mogelijke manier. Daarin speelt het doelgericht en snel opsporen van ondergrondse lekkages een cruciale rol. Een kwestie van veel meten en veldwerk. In deze pilot voegen de betrokken partijen hun expertises samen om lekkages sneller en nauwkeuriger in kaart te brengen. Witteveen+Bos neemt daarbij het projectmanagement voor haar rekening en draagt inhoudelijk bij met analyses van de hydraulische netwerkmodellen en van de diverse databases met gegevens van klanten, waterverbruik en de netwerkinfrastructuur. HULO ontwikkelt specifieke algoritmes om lekkages te detecteren en op te sporen. Blue Gold Technology zal met bewezen technieken veldmetingen uitvoeren. YAS CE levert operationele ondersteuning op locatie.

+ michel.bretveld@witteveenbos.com

NIEUWE TOOL: ENERGIESYSTEEMVERGELIJKER

Witteveen+Bos heeft een interactieve online tool ontwikkeld die gebruikers inzicht geeft in de investeringskosten en de jaarlijkse kosten van verschillende warmtesystemen: de EnergieSysteemVergelijker (ESV). De ESV kan door gemeenten aan inwoners beschikbaar worden gesteld. Inzetten van de tool helpt bij het realiseren van de doelen die voortkomen uit de Transitievisie

Warmte. Met de eigen woning als startpunt, geeft de ESV inzicht in de kosten van warmtesystemen die als alternatief voor verwarmen met aardgas beschikbaar zijn. Iedere woning kan als basis dienen voor de berekeningen. Alle relevante variabelen zijn aan te passen, zoals: type woning, energielabel, isolatiegraad, gasverbruik, elektriciteitsverbruik, elektriciteitsprijs, gasprijs, warmteprijs, kosten voor isolatie en kosten voor het warmtesysteem. Dit biedt woningeigenaren inzicht in kosten, terugverdientijd en mogelijke besparingen. De ESV kan ook terugrekenen vanuit de terugverdientijd en rekent met actuele indicaties van investeringskosten om een woning geschikt te maken voor een warmtesysteem. Maar de tool laat de gebruiker ook vrij om deze indicaties te wijzigen om bijvoorbeeld te kunnen rekenen op basis van prijzen uit offertes. Met een concreet beeld van de kosten en terugverdientijd, kunnen mensen een gefundeerde beslissing nemen over de investering.

annika.steenstra@witteveenbos.com

+

WSP EN WITTEVEEN+BOS STRATEGISCH PARTNER VAN GASUNIE

Diverse engineerings- en adviesbureaus, waaronder het partnerschap van WSP en Witteveen+Bos, tekenden op 15 januari

2024 een tienjarig raamcontract met Gasunie. Met dit raamcontract is, voor alle percelen en met alle engineerings- en adviesbureaus, voor Gasunie een investering van ongeveer 280 miljoen euro gemoeid, over een periode van 10 jaar. De energietransitie zorgt voor een verschuiving van aandacht voor het transport van aardgas naar het transport van andere gassen zoals waterstof, CO2, groengas en warmte. Er moeten bijvoorbeeld nieuwe leidingen worden aangelegd, met lange voorbereidings- en vergunningstrajecten. Daarin zijn W+B en WSP goed thuis. Met de expertise van Witteveen+Bos op het gebied van planstudies en milieueffectrapportages en de ervaring van WSP op het gebied van conditionerende onderzoeken, is de samenwerking een logische stap. + maurits.schilt@witteveenbos.com

ATES-KOELSYSTEMEN IN SPOTLIGHT

BIJ COP28

Witteveen+Bos was eind 2023 aanwezig bij COP28 (de 28e klimaatconferentie van de Verenigde Naties) in Dubai met een gecombineerde delegatie uit Nederland en Dubai. We namen onder meer deel aan een goed georganiseerde en energieke paneldiscussie over ‘Duurzame koeling en water voor de gebouwde omgeving’. Dit thema sluit goed aan bij onze betrokkenheid bij de Nederlandse samenwerking Climate Neutral Real Estate Gulf Region. Saleh Mohammadi presenteerde er onze innovatieve ATES-gebaseerde oplossingen (geothermie) voor efficiënte koelsystemen. Een aantal collega’s nam deel aan een diner op het Nederlandse consulaat, waar waardevolle gesprekken werden gevoerd over energietransitie en overheidssteun voor internationale zakelijke samenwerkingen. Tijdens COP28 konden we meerdere discussies en evenementen bijwonen, vooral rond de cruciale rol van water in klimaatbeleid. Ook waren we aanwezig bij de kick-off van de Holland Hydrogen Hub: een samenwerkingsverband van Nederlandse bedrijven om het netwerk verder te vergroten en sterke relaties op te bouwen met (potentiële) klanten voor waterstofprojecten in het Midden-Oosten.

+ saleh.mohammadi@witteveenbos.com

Witteveen+Bos Nieuws april 2024
Een uitweg uit het stikstofprobleem?

Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) heeft een onderzoek laten uitvoeren om een beeld te krijgen van de samenhang van de energietransitie in de industrie en de effecten daarvan op stikstofemissiereducties. Samen met bureau De essentie leverde Witteveen+Bos eind 2022, in de eerste fase van dit onderzoek, een uitvoerig rapport op. Daarin is gekeken naar de positieve effecten van de energietransitie en de reductie van stikstofuitstoot die hieruit volgt binnen de grote industrieën in Nederland. Het vervolgrapport, met enkele aanscherpingen, uit de tweede fase is op 9 februari 2024 naar de Tweede Kamer gestuurd.

Het onderzoek geeft op hoofdlijnen kwantitatief inzicht in de potentie van stikstofreducties in de industrie. Het geeft ook inzicht in de tijdelijke negatieve effecten die voortkomen uit de realisatie van de projecten die noodzakelijk zijn voor de energietransitie in de industrie. De bouw van deze energieprojecten leidt namelijk tot aanzienlijke, maar tijdelijke toenames van stikstofemissies.

Vanuit Witteveen+Bos werkten onder andere milieuadviseurs Benno Jimmink en Erik Logemann aan dit onderzoek. Erik: ‘De energietransitie zorgt niet alleen voor reductie van CO 2-emissies, maar ook voor reductie van stikstofemissies. Door de overschakeling van fossiele brandstoffen naar zon- en windenergie worden namelijk stikstofemissies in de industrie vermeden. Zo kan de verduurzaming van de industrie bijdragen aan het reduceren van stikstofdepositie in Nederland.’

‘Het stikstofprobleem is misschien wel net als met opruimen: het moet eerst even erger worden, voordat het beter wordt. En precies dat ligt lastig. De Raad van State zette in mei 2019 een streep door de PAS-regeling, waardoor stikstofdepositie niet meer verrekend mocht worden met onzekere reductiemaatregelen in de toekomst. Later ging de bouwvrijstelling van tafel, wat betekende dat ook tijdelijke stikstofemissies in aanlegfases van bouwwerken relevant kunnen zijn voor de vergunningverlening. Deze uitspraken leidden ertoe dat bouwprojecten voor een groot deel op slot zitten. En dat op een moment dat er veel moet gebeuren als het gaat om de energietransitie. De grote vraag is natuurlijk: hoe komen we uit die impasse?’

Gedurende een intensieve samenwerking, die vanuit een verkennend onderzoek steeds verder de diepte inging - onder meer geholpen door data van het RIVM, TenneT, Gasunie en het ministerie van EZK - tekende de conclusie zich steeds helderder af. Benno: ‘Met alle transitiemaatregelen die op stapel staan en de fossiele energie die daarbij bespaard wordt, is een enorme stikstofwinst te behalen. De emissies die noodzakelijk zijn voor de transitie, vallen in het niet bij de aanstaande reductie. Dat is natuurlijk een heel mooi perspectief, het toont duidelijk wat de weg voorwaarts is. Maar er zit een hobbel op die weg: door het vervallen van de bouwvrijstelling kunnen ook veel transitieprojecten nog niet uitgevoerd worden, want ze krijgen geen vergunning. Er is geen voortgang, terwijl de energietransitie dus enorm bijdraagt aan het oplossen van het stikstofprobleem. Dat is eigenlijk een juridische puzzel, waar de ministeries EZK en LNV mee worstelen. Dit wordt ongetwijfeld nog vervolgd.’ + benno.jimmink@witteveenbos.com

Nieuwe samenwerking tunnelprojecten

Ramboll, Royal HaskoningDHV en Witteveen+Bos slaan de handen ineen om hoogstaande tunneloplossingen te ontwikkelen, waarmee zij veilige, betrouwbare en duurzame ondergrondse mobiliteitsinfrastructuur verzorgen. Deze overeenkomst combineert onze geavanceerde expertises op het gebied van planning en het ontwerp van tunnels en ondergrondse constructies.

De nieuwe overeenkomst opent de deuren tot toekomstige projectmogelijkheden wereldwijd en bouwt voort op de samenwerking aan de langste afgezonken tunnel ter wereld, de Fehmarnbelt. De samenwerkingsovereenkomst trad op 1 januari 2024 in werking en brengt het werk van meer dan 25.000 experts samen.

De drie ingenieursbureaus zijn globale marktleiders en aanbieders van ontwerpservices en advieswerk binnen de afgezonken tunneltechnologie. Wij zijn in staat superieure multidisciplinaire consultancy en engineeringsadvies te leveren voor de gehele levenscyclus van tunnels: van vroege planning en uitvoerbaarheid tot aan het definitief ontwerp, kostenramingen en (project)financiering en ontmantelingsplanning.

+ rinze.herrema@witteveenbos.com

Go voor vernieuwde Groenplaats Antwerpen

Vanaf 2025 zal de Groenplaats, het plein van 1,2 hectare in het historisch centrum van Antwerpen, onder handen worden genomen. Samen met de Stad Antwerpen en CROSS Architecture geeft Witteveen+Bos gezicht aan de vernieuwing van de Groenplaats.

In 2020 zijn we door de Stad Antwerpen gekozen tot winnaars van de ontwerpwedstrijd voor de ondergrondse faciliteiten en infrastructuur. Sindsdien hebben onze ingenieurs meegewerkt aan het schetsontwerp, voorontwerp en definitief ontwerp van de onderbouw. Voor de bovengrondse herinrichting van de Groenplaats zijn we recent ook gestart met het definitieve ontwerp.

De transformatie van dit bekende plein kent meerdere doelen: versterken van het historische karakter van het plein, creëren van een open, groene en bruisende ontmoetingsplek en verbeteren van de mobiliteit in dit deel van de stad, waarbij openbaar vervoer, fietser en voetganger leidend zijn.

+ kristof.myncke@witteveenbos.com

Witteveen+Bos Nieuws april 2024

Zeespiegelstijging

Hoe kan Nederland meeveranderen?

De zeespiegel stijgt en door klimaatverandering versnelt deze stijging de afgelopen decennia. Deze stijging zet door en dat heeft op termijn grote gevolgen voor de leefbaarheid en bewoonbaarheid van Nederland.

Begin maart werd onderzoek gepubliceerd waarin alle grote ruimtelijke mogelijkheden in kaart zijn gebracht die voor de lange termijn noodzakelijk kunnen zijn om met zeespiegelstijging om te gaan. Het is belangrijk dat we die mogelijkheden nu al in beeld krijgen, want de uitwerking, besluitvorming en uitvoering hiervan kost veel geld, ruimte en tijd.

Met de bestaande aanpak van dijkversterkingen, stormvloedkeringen, zandsuppleties en pompen is het technisch mogelijk om Nederland te beschermen tegen een zeespiegelstijging tot 3 meter. Een niveau dat in een van de klimaatscenario’s van het KNMI iets na 2100 al wordt bereikt. In het nieuwe onderzoek zijn denkrichtingen uitgewerkt voor stijgingen van 2 meter en 5 meter.

Onderzoeksgroepen

Dit onderzoek maakt deel uit van het Kennisprogramma Zeespiegelstijging, in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De scenario’s om met de stijgende zee om te gaan zijn onderzocht en opgeschreven door drie breed samengestelde onderzoeksgroepen, waarin overheden, de Deltacommissaris, kennisinstellingen en bedrijven de krachten hebben gebundeld. Vanuit Witteveen+Bos zijn Stephan van der Biezen, directeur, en Bert van den Berg, waterbouwkundig ingenieur, betrokken bij het onderzoek.

Drie denkrichtingen

Het onderzoek besloeg drie denkrichtingen: Beschermen, Zeewaarts en Meebewegen. Voor de denkrichting Beschermen werd voortgebouwd op deels al bekende maatregelen zoals bescherming door keringen en zandsuppleties, rivierarmen afsluiten en overtollig water afvoeren met pompen. De denkrichting Zeewaarts kijkt naar mogelijkheden om ruimte op zee te benutten voor het oplossen van toekomstige knelpunten,

OVERLIJDEN DIEDERIK BEL

Op 22 juni 2023 is onze gewaardeerde collega Diederik Bel op 55-jarige leeftijd overleden aan de gevolgen van kanker. Tot ons verdriet hebben wij veel te vroeg afscheid van hem moeten nemen.

Diederik startte in 1997 bij Witteveen+Bos als specialist milieueffectrapportages (m.e.r.) en ontwikkelde zich zowel in adviserende als leidinggevende rollen. Diederiks filosofie voor het op interdisciplinaire wijze aanpakken van complexe opgaven werd en wordt door veel collega’s als inspirerend ervaren en voortgezet. Hij was sterk in het ontwikkelen van nieuwe producten en markten. Na meerdere product-marktcombinaties te hebben opgebouwd en geleid, werd Diederik sectorhoofd Milieu, klimaat en energie en in 2014 sectorhoofd en businessline manager Gebouwde omgeving.

Diederik had veel kennis van en gevoel voor landschapskwaliteit, cultuurhistorie en de context daarbij, en maakte degelijk onderbouwde en heldere, bondige m.e.r.-adviezen. Daarmee konden de projecten van onze opdrachtgevers richting uitvoering. Zijn rol als onafhankelijk adviseur voor de landelijke Commissie m.e.r. lag Diederik na aan het hart en daarin heeft hij veel invloed gehad op de inrichting van Nederland. Diederik stond aan de basis van het maatschappelijk verantwoord ondernemen van

zoals de opvang van piekafvoeren vanuit rivieren. Bij de denkrichting Meebewegen wordt landgebruik en bebouwing aangepast en krijgt het water meer ruimte.

Keuzes maken

Uit de drie denkrichtingen zijn allerlei opties gekomen om Nederland in de toekomst veilig te houden. Er zijn genoeg mogelijkheden om met zeespiegelstijging om te gaan, maar dit vergt op termijn grote ruimtelijke keuzes. Welke keuzes ook gemaakt worden, ze zullen geld, ruimte en tijd kosten.

Stephan van der Biezen leidde de onderzoeksgroep met de denkrichting Beschermen: ‘Ik denk dat we trots mogen zijn op wat we als onderzoeksgroep in korte tijd hebben bereikt. Er zijn belangrijke inzichten opgedaan in de mogelijkheden die we hebben om Nederland op de lange termijn leefbaar en veilig te houden’, zegt Stephan. ‘Het goede nieuws is dat we niet met de rug tegen de muur staan: we hebben nog tijd om zelf keuzes te maken. Wel moeten we samen aan de slag om die keuzes voor te bereiden.’

+ stephan.van.der.biezen@witteveenbos.com

Witteveen+Bos en was voorzitter van ons eerste MVO-team. Hij zette zich in voor het versterken van een veilige en inclusieve werkcultuur waarin goede samenwerking centraal staat. We herinneren ons Diederik als een betrokken, zeer deskundige collega en een inspirerende leidinggevende die met volle overtuiging heeft bijgedragen aan het Witteveen+Bos dat we nu zijn. Het was altijd goed samenwerken met Diederik. Als leider, expert en senior partner heeft hij een cruciale rol gespeeld voor ons bedrijf. We missen Diederik ontzettend.

+ communications@witteveenbos.com

Personalia

Edgar Rijsdijk vervult sinds begin 2023 de positie van sectorhoofd/ business line manager Gebouwde omgeving.

Anke Springer-Rouwette heeft de functie die Edgar achterlaat als PMC-leider Planstudies en procesmanagement overgenomen. Beide wijzigingen komen voort uit het voortijdig terugtreden en overlijden van Diederik Bel.

Stephanie Lamerichs is sinds 1 april 2023 de nieuwe PMC-leider

Circular & net zero solutions in de business line Energie Water en Milieu. De PMC CNS is opgezet om onze (potentiële) opdrachtgevers in de publieke en private sector nog beter te kunnen begeleiden in hun streven om uiterlijk in 2050 volledig klimaatneutraal en circulair te zijn.

Paul Landa heeft per april 2023 Marinus Aalberts opgevolgd als hoofd van het Witteveen+Bos-kantoor in Rotterdam.

Met ingang van 1 juli 2023 is Maarten-Kees van Breukelen aangetreden in de functie van Managing Director van Witteveen+Bos Belgium. Hij volgt Mark van Straaten op, die het stokje over wilde dragen aan de volgende generatie, maar wel verbonden blijft aan Witteveen+Bos.

Rianne Albers-Schouten is vanaf augustus 2023 de nieuwe leider van de PMC Smart Infra Systems, waarmee zij het stokje van MaartenKees overnam. De PMC Smart Infra Systems levert integrale adviezen, ontwerpen en contracten voor civiele objecten en verkeerssystemen vanuit de expertises werktuigbouwkunde, elektrotechniek en industriële automatisering.

Tom Vasterd is het nieuwe hoofd van de afdeling Juridische Zaken en Kwaliteit. Hij volgde begin september 2023 Jeroen van Gessel op, die na 16 jaar in deze functie verdergaat als senior jurist binnen ons bedrijf.

Per medio oktober neemt Jorian Wals de functie van vestigingshoofd Heerenveen over van Rianne Albers-Schouten.

Erik de Jong is het nieuwe hoofd van de afdeling Human Resources, met ingang van 1 januari 2024. Zijn voorganger Minke Stadler zet haar loopbaan voort buiten Witteveen+Bos.

Ook met ingangsdatum 1 januari is Marinus Aalberts in de functie getreden van PMC-leider Hoogwaterbescherming en landinrichting. Harry Mols vervulde deze positie meer dan tien jaar naast zijn rol als sectorhoofd Delta’s, Kusten en Rivieren.

Menno Fousert vertegenwoordigt sinds 2024 Witteveen+Bos in het bestuur van PIANC Nederland. Hij heeft deze rol overgenomen van Gert Hamoen. PIANC is een wereldwijde non-profit kennisorganisatie voor infrastructuur voor vervoer/transport over het water. De Nederlandse afdeling is een van de actiefste en grootste van de PIANC-organisaties.

Op 1 januari is Sebastiaan Vromans het nieuwe kantoorhoofd van onze vestiging in Wageningen. Het gaat om een dubbelfunctie met Arjen van Nieuwenhuijzen. Sebastiaan stapt hiermee in de schoenen van Corinne Koot, zij verlegt haar focus naar andere werkzaamheden.

Jeroen Noordhoek is vanaf 1 januari vestigingshoofd van ons kantoor in Utrecht. Hij is de opvolger van Wim van den Berg, die 4 jaar geleden aan de wieg stond van de vestiging.

DIGITALE NIEUWSBRIEF ONTVANGEN?

Het Witteveen+Bos Nieuws is ook digitaal beschikbaar.

U kunt zich hiervoor aanmelden via onze website www.witteveenbos. com/nl/nieuws. Wilt u uw abonnement op deze papieren editie opzeggen? Stuur dan een e-mail met uw naam en adres naar communications@witteveenbos.com.

Redactieadres Witteveen+Bos Nieuws Postbus 233, 7400 AE Deventer, telefoon 0570 69 79 11 communications@witteveenbos.com, www.witteveenbos.com

Het Witteveen+Bos Nieuws verschijnt enkele keren per jaar. Jaargang 32, april 2024.

Wij hebben ons best gedaan om alle rechthebbenden van het beeldmateriaal in deze uitgave te achterhalen. Laat het ons weten als u denkt dat uw materiaal zonder voorafgaande toestemming is gebruikt.

Witteveen+Bos Nieuws april 2024
Beeld: Matthew Aup

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.