1 minute read

Nieuwe bewoners voormalige Pastorie in Boxtel

Een eigen woonplek voor Rubina, Timo en Kimi in de Pastorie in Boxtel

Jonge bewoners blazen nieuw leven in Pastorie

Advertisement

In de Pastorie aan de Baroniestraat in Boxtel zijn zeven appartementen gecreëerd, voor jongeren met een verstandelijke beperking. JOOST keek binnen bij Rubina en Timo die begin juli verhuisden. Kimi schoof ook aan. Zij verhuist binnenkort.

Stichting Woongewoon huurt het pand van Woonstichting JOOST. Hazenberg Bouw deed de verbouwing. “Verhuizen was leuk”, vertelt Timo in de splinternieuwe keuken. “Maar het was ook spannend om thuis weg te gaan.” Rubina snapt dat: “Een eigen woonplek is fijn. Maar ik liet wel mijn moeder achter. Ik heb altijd bij haar gewoond.

Gelukkig kan ze me vaak bezoeken.” Kimi woont er nog niet. Ze kijkt niet op tegen de drukke verhuizing: “Mijn ouders, broer, familie en vrienden komen helpen. Sommige bewoners ken ik al langer. Gezellig om hier straks met de anderen te leven. Samen muziek luisteren, tv kijken, in de tuin zitten of gamen in de serre.”

Schommelbank

De fijnste plek in huis? Rubina reageert meteen: “De keuken! Met z’n allen eten, koffie drinken, spelletjes doen.” Timo noemt de zonnige tuin met tweepersoons schommelbank. “Ik kan er zelfs op liggen!” Na een korte denkpauze: “Ook het eten is fijn, ze koken hier lekker.” Hij kijkt lachend naar de begeleiders die in de weer zijn met pannen en ingrediënten. Die reageren plagend: “Timo is onze kliko. Die lust echt alles.” Ook Rubina prijst de begeleiding: “Zij helpen mij met dingen die ik moeilijk vind.”

Foto’s

Timo’s appartement is af. Hij deed de inrichting samen met zijn ouders. De grote foto’s van familie en vrienden hebben in zijn hart een speciale plek. Rubina koos voor een ‘meisjes-appartement’ met een roze kastje, olifanten-beeldjes en behang vol vogels en bloemen. Ze wil alleen nog een lamp ophangen. “Ik moet nog wat dingen kopen”, blikt Kimi vooruit. “Een bank heb ik al en van thuis krijg ik een kast mee. En nog wat leuke spullen van opa en oma.”

This article is from: