De volksschrijver in Nobelprijswinnaar Orhan Pamuk
► Orhan Pamuk aan zijn schrijftafel in Istanbul. ‘Of ik druk voel na die Nobelprijs? Vroeger, toen ze met de gevangenis dreigden, dát was vervelend.’ © AFP
Interview. In zijn huis met uitzicht op de Bosporus spreekt Orhan Pamuk over zijn nieuwe roman, over mensen zonder zo’n uitzicht. ‘Begrip is de hoogste vorm van eer die je kunt betuigen aan wie dan ook.’ O LA F TE MP E LM A N
Zwarte Zwarte Zee Zee
Istanbul Beyoglu Hagia ia Sophia hiia Zee Zee van Marmara
2
boeken.
BosporusB p Bo riivie vier rivier i
ooiere slenterstraatjes dan die van Beyoglu, ten noorden van de Gouden Hoorn in Istanbul, bezit de wereld nauwelijks – ze kronkelen op spectaculaire wijze omhoog, de per etage uitdijende Osmaanse huizen zijn wonderschoon. Mevlut, straatverkoper en heimelijke held uit de nieuwe Orhan Pamuk, Dat vreemde in mijn hoofd, komt tijdens avondlange tochten door dit labyrint in het reine met de rotstreken van het leven – net als flink wat eerdere Pamuk-personages en, ach, net als de auteur zelf. “Ik werkte vroeger tot diep in de nacht en ging dan altijd wandelen”, zegt Pamuk. “De roedels zwerfhonden die Mevlut op zijn tochten achterna komen, die ken ik van vroeger, en ik was er net zo bang voor als hij.” De wandelingen van vroeger: toen Beyoglu nog geen uitgaansdistrict was, zwerfhonden nog volop vuilnis aten en Pamuk nog niet wereldberoemd was. Tegenwoordig wordt deze wandelaar niet meer gevolgd door roedels honden, maar door, nu ja, een roedel privébewaking. Op het leven van de eerste Turkse winnaar van de Nobelprijs voor de Literatuur werden waarschijnlijk al flink wat aanslagen beraamd. Het jaar voor zijn bekroning, in 2006, gaf hij nog acte de présence in de rechtbank wegens een aanklacht op grond van artikel 301: het beledigen van de Turkse staat. Wie de beroemdste vrije