De Standaard der letteren p 2 3 - Een blik achter de muur

Page 1

L2 LETTEREN

DE STANDAARD

VRIJDAG 9 SEPTEMBER 2016

LETTEREN L3

DE STANDAARD

VRIJDAG 9 SEPTEMBER 2016

DEZE WEEK IN DSL ROMAN

INTERVIEW

HISHAM MATAR

ISABELLE AUTISSIER

steekt het Kanaal over richting Hastings

keert terug naar Libië, het land van zijn vader

laat twee dertigers achter op een eiland

­ L4 ­

­ L6 ­

­ L9 ­

GUIDO VAN HEULENDONK

‘Ik had een pen en papier in mijn hoofd, en sprak de woorden zachtjes uit tegen mezelf ’

‘Hij is altijd een speciale geweest. Altijd met zijn gedachten elders. Hij leefde niet, hij zwééfde’

BEJAN MATUR De Turks­Koerdische schrijfster legt in ‘The Guardian’ uit dat ze poëzie begon te schrijven om zichzelf terug te vinden tijdens haar donkere periode in de cel in de jaren 80.

COLUMN MARK CLOOSTERMANS

ODO CLAUS De laatste broer van Hugo Claus is overleden. In 2010 gaf hij in ‘Humo’ een interview over de schrijver. Odo werd 81.

BOEK

V/D

1

2

ROMAN

3

WEEK

NON­FICTIE EEN REIS TUSSEN ISRAËLI’S EN PALESTIJNEN

DE POËZIE MOET DOOD The hatred of poetry is een extreme titel. Waarom spre­ ken over haat, als de meeste mensen (zoals ik) alleen maar onverschillig staan tegenover poëzie? Het beste bewijs is de reputatie van de auteur van dit boekje. De Amerikaan Ben Lerner heeft in Europa enige bekend­ heid verworven met zijn veelgeprezen debuutroman Vertrek van station Atocha en de opvolger 22:04 – maar wie wist dat hij ook dichter is? En hij heeft dus een boekje uit met de titel The hatred of poetry (Fitz­ carraldo Editions, 114 blz.). Op de eerste pagina ervan citeert hij de Amerikaanse dichteres Marianne Moore: ‘I, too, dislike it.’ Ze heeft het over poëzie. Om de zoveel jaar, schrijft Lerner, verschijnt er in de pers een opiniestuk waarin de poëzie wordt doodver­ klaard. (De laatste keer, bij ons, was op Gedichtendag 2016, in deze krant, met Maarten Goethals als grafdel­ ver van de poëzie.) In het wereldje wordt er dan scherp gereageerd en daarna keert iedereen zich weer van de discussie af, ‘back to the future’. ‘Poetry isn’t hard, it’s impossible’, stelt Lerner. Een ro­ man blijft doorgaans bij specifieke zaken (personages, een decor, een tijdvak), maar poëzie mikt op universali­ teit, ze komt voort uit ‘the desire to get beyond the fini­ te and the historical.’ Dat zijn grote woorden, maar Ler­ ner trekt de stelling bovendien door naar la condition humaine. Poëzie is de uitdrukking van ons verlangen naar alles wat de mens kán zijn, het verlangen om te ontsnappen uit het zomaar­een­mens­zijn. ‘I dwell in Possibility’, schreef Emily Dickinson, geciteerd door Ler­ ner, ‘A fairer House than Prose’. Tegenover prose staat niet poetry, zoals je zou verwachten, maar ‘Possibility’. En natuurlijk is die ontsnapping onmogelijk. Natuurlijk wordt dat verlangen altijd gefrustreerd. En misschien is het daarom dat poëzie zo vaak klappen krijgt. Poëzie, de belofte die nooit maar dan ook eens nooit wordt in­ gelost. Sterker nog, het doodverklaren van de poëzie is ‘a defensive rage against the mere suggestion that ano­ ther world, another measure of value, is possible.’ Mijn cursivering. (Het klinkt allemaal heel religieus, inderdaad, en mis­ schien is het normaal dat in een maatschappij met minder aandacht voor religie ook poëzie in de klappen deelt. Moeten we dat, zo bezien, betreuren? Dat is weer een andere discussie.) Het knappe aan Lerners lichtvoetige, vaak komische en toch zeer lucide essay is dat hij de lezer laat voelen dat poëzie niemand echt onverschillig laat. Hij citeert ‘The Tay Bridge Disaster’, vaak genoemd als het slechtste ge­ dicht ooit. Zelfs wie niets van poëzie afweet, hoort dat het een draak is. Iedereen herkent het verlangen, sug­ gereert Lerner, en voelt het meteen als het gefnuikt wordt. De poëzie mag dan honderd keer doodverklaard zijn, we verdragen het nog altijd als iemand haar mis­ handelt.

Een blik achter de muur De Israëlische romanschrijver Nir Baram (40) ging daar wandelen waar Israëliërs alleen nog komen in soldatenuniform of kolonistenpak: de Palestijnse Westelijke Jordaanoever. Hij vroeg aan Palestijnen en kolonisten hoe het verder moet. JORN DE COCK

De auteur: Israëlisch romanschrijver, die met Goede mensen internationaal doorbrak. Het boek: ontmoetingen met Palestij­ nen en Israëli’s in de bezette gebieden. ONS OORDEEL: diepgaand, en met ge­ loof in een betere toekomst.

¨¨¨¨¨

‘E

en van de Israëli’s zegt dat het onmo­ gelijk is om voor­ uitgang te boeken doordat de Israëli’s niet wanhopig, maar onverschil­ lig en de Palestijnen niet onver­ schillig, maar wanhopig zijn’, zo klinkt het in Een land zonder grenzen. Het is een boutade die veel waarheid bevat, maar tegelijk de complexiteit ontkent van de concrete situatie ‘op het terrein’, waar verschillende spelers hande­ len vanuit uiteenlopende belan­ gen. Nir Baram trok ruim een jaar uit om de situatie op de Westelijke Jordaanoever in kaart te brengen, zowel in Palestijnse dorpen als in Joodse nederzettingen. Net zoals in zijn romans, waarvan Goede mensen (over de Tweede Wereld­ oorlog) en Wereldschaduw (over

het globalisme) in het Nederlands werden vertaald, zit hij daarbij op de dunne grens tussen de kracht van een eindeloze invraagstelling en de onontkoombaarheid van be­ paalde conclusies. Rechten

De Westelijke Jordaanoever is in­ tussen verworden tot een gaten­ kaas van officieel gepropageerde nederzettingen en illegale maar vaak getolereerde voorposten, zo stelt de schrijver vast. Sommige van de kolonisten zijn religieuze hardliners, andere seculiere nati­ onalistische radicalen: ‘Twee vol­ keren zijn verbonden met dezelf­ de grond en het enige wat wij wil­ len is dat ze hier opdonderen’, zegt een Joodse student. Een andere spreekt zich onom­ wonden uit tégen geweld tegen Palestijnen maar pleit voor een soort vreedzame dominantie. ‘Ze kunnen aanspraak maken op mensenrechten, maar niet op bur­ gerrechten. Ze mogen niet stem­ men. Idealiter zijn ze hier hele­ maal niet.’ Andere Israëliërs verhuizen naar de Westoever om de eenvoudige reden dat het daar goedkoper wo­ nen is. Baram verwaarloost die praktische sociaal­economische motivatie niet, ook niet aan Pales­

tijnse kant. En dan zijn er de meer politieke stemmen, zoals die van de ‘minister van Buitenlandse Za­ ken van de kolonisten’, Dani Da­ jan, die ietwat verrassend pleit voor een verbetering van de le­ vensomstandigheden van de Pa­ lestijnen: ‘Het kan in de eenen­ twintigste eeuw niet zo zijn dat mensen een mensonterend leven leiden.’ Hij is tegelijk wel een ‘maximalis­ tische zionist’ en zijn plannen voor de toekomst lijken erop neer te komen dat alle Palestijnen ho­ pelijk over enkele generaties in Jordanië gaan leven. Hij laat in het midden hoe zo’n volksverhui­ zing moet gebeuren. Aan Palestijnse kant zijn er de maximalisten van de overkant. ‘Jullie zijn gediscrimineerd en het kwaad en de discriminatie hebben jullie afgewenteld op mijn familie en mijn volk’, zegt een ex­Hamas­ militant. ‘De politieke oplossing voor de Joden ligt niet hier, we moeten samen onderkennen dat de Joden terug moeten gaan en opgenomen worden in de landen waar ze vandaan gekomen zijn: in Frankrijk, Duitsland of Groot Brit­ tannië, en natuurlijk Rusland.’ Muur

Maar vooral ontmoet Baram veel

Een Israëlische agent waakt over Palestijnse vrouwen aan een controlepunt nabij Ramallah. © Baz Ratner/Reuters

‘Een land zonder grenzen’ gaat dieper in op de crisis dan de gebruikelijke inleidingen op het conflict die alles nog eens uitleggen

Palestijnen die proberen te overle­ ven in een land waarin er letterlijk een muur op hun velden staat, of waar het ingewikkelde labyrint van militaire bezettingsregels en administratieve absurditeiten het dagelijkse leven surreëel maakt. In Palestijns Oost­Jeruzalem, dat door Israël werd geannexeerd, zijn er wijken die toch achter de beruchte ‘scheidingsmuur’ met de Westoever zijn beland. Omge­ keerd bezoekt Baram een Westoe­ ver­dorp dat aan de Israëlische kant van de muur is terechtgeko­ men. In een tweestatenoplossing, zoals die officieel wordt gepropageerd sinds de Oslo­akkoorden van de jaren 90, gelooft intussen haast niemand meer, stelt de schrijver vast. De officiële Palestijnse Auto­ riteit doet nog alsof ze erin ge­ looft, om haar positie op het we­ reldtoneel niet te verzwakken. De Israëlische regering van de havik­ premier Benjamin Netanyahu

doet zelfs nauwelijks nog die moeite. Barams boek is in de eerste plaats voor Israëlische lezers, om hen een blik te gunnen achter die Muur. Dat maakt dat Een land zonder grenzen een stuk dieper in­ gaat op de crisis dan de gebruike­ lijke inleidingen op het conflict die alles nog eens uitleggen. Voor een buitenlandse lezer komt het uitgebreide notenapparaat aan het einde van het boek handig van pas. Barams conclusie is dat alleen de zogenaamde éénstaatoplossing nog soelaas biedt: één democra­ tisch land waarin Israëli’s en Pa­ lestijnen dezelfde burgerrechten hebben en grenzen worden uitge­ gomd. Hij is daar niet naïef in, maar ziet geen andere weg vooruit – en voelt zich gesteund door stemmen op zijn tocht: ‘Een hele­ boel mensen die ik in Israel, op de Westelijke Jordaanoever en in de rest van de wereld heb gesproken,

zijn bang voor het moment dat het conflict onoplosbaar wordt.’ De romanschrijver doet daarmee alvast wat velen intussen nalaten: geloven dat er voor Israëli’s en Pa­ lestijnen een toekomst is die beter kan zijn. ‘Hebben we een andere optie?’ NIR BARAM Een land zonder grenzen. Vertaald door Sylvie Hoyinck, De Bezige Bij, 272 blz., 19,99 €.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.