Dinah Jefferies
Het afscheid van de tropen Vertaald door tota/Erica van Rijsewijk
2016 Prometheus Amsterdam
Het afscheid van de tropen 1-400.indd 3
09-05-16 08:54
Voor mijn moeder en mijn dochter
Oorspronkelijke titel The Separation © 2014 Dinah Jefferies © 2016 Nederlandse vertaling Uitgeverij Prometheus en tota/Erica van Rijsewijk Omslagontwerp Foto omslag/Illustratie Foto auteur Opmaak binnenwerk ZetSpiegel, Best www.uitgeverijprometheus.nl isbn 978 90 446 3092 3
Het afscheid van de tropen 1-400.indd 4
09-05-16 08:54
Proloog 1931: Weston-super-Mare, Engeland De man streek de poten van de leeuw glad met een spons die hij in een emmer water had gedoopt, waarna hij een mes uit een leren tasje om zijn middel haalde. Hij keek op naar de wachtende menigte, boog toen zijn hoofd en begon de klauwen van het dier zorgvuldig aan te punten. Het kleine meisje dat een halve meter bij hem vandaan op haar hurken zat, stak haar hand uit om met haar vingertoppen de manen van de leeuw aan te raken. ‘Nee!’ riep de man, terwijl hij het kind wegduwde. ‘Nog niet.’ Ze liet haar hoofd even hangen, maar toen keek ze over haar schouder, glimlachte schuchter naar de vrouw die stond toe te kijken, en draaide zich vervolgens weer om naar het dier. Een windvlaag tilde een laagje zand op en liet duizenden korreltjes dansen en opwarrelen. De man maakte snel het oppervlak van het beest vochtig, voordat er nog meer werd weggeblazen. De vrouw die stond te wachten huiverde. Haar roodgouden haar was kortgeknipt, met een watergolf erin om het in model te houden, en ze droeg een lichtblauwe jurk met korenbloemen van een donkerder blauw langs de zedige zoom, met alleen een dun witkatoenen vestje erover als bescherming tegen de plotselinge kilte. Toen hij tevreden was over het dier en het als af beschouwde, maakte de beeldhouwer een buiging, en ging vervolgens met zijn hoed omgekeerd in zijn hand het publiek langs. De vrouw luisterde naar het gerinkel van munten en zocht in haar tasje. Het geluid van paardenhoeven weerklonk op de kasseienweg achter de esplanade, maar dat was niet wat de aandacht van de vrouw trok. Haar ogen bleven strak gericht op het kleine meisje, dat nu op het zand neerknielde en daar handenvol van vastgreep, de korrels zilverachtig goud glinsterend in het fletse zonlicht. Toen de rondlopende menigte uiteenging, vulde, in plaats van hun 5
Het afscheid van de tropen 1-400.indd 5
09-05-16 08:54
gemompel of het geluid van krijsende meeuwen en de golven van de oceaan, het getik van een hamer op metaal de lucht. De vrouw keek achterom naar wat ooit de chique pier was geweest, met zijn elegante hekken en balustrades, die door brand vervormd waren geraakt. Ze ving de geur op van kokkels in azijn. ‘Heb je honger?’ vroeg ze aan het kind. Het kleine meisje schudde haar hoofd. Maar de lichte blos van het kind verried een aarzeling, onzekerheid. ‘Wat dacht je van een dropstaaf?’ De vrouw knielde naast het kind neer en trok haar naar zich toe. Dichtbij genoeg om de zoete geur van haar haar te kunnen ruiken. Langzaam ademde ze diep in, waarna ze de lucht door licht trillende lippen liet ontsnappen. Ze ging staan, klopte het zand van de zoom van haar gebloemde rok, en pakte het meisje bij de hand. ‘Laten we rennen, goed?’ Ze wisselden een blik en zetten het op een draven over het strand, waarbij ze zand en schelpen opwierpen, en struikelden en weggleden, tot ze aankwamen bij de wachtende non. In wezen was de non niet ongevoelig, en met een vriendelijke blik raakte ze de schouder van de vrouw aan. Gewoon een vluchtige aanraking, die ervoor moest zorgen dat de uitwisseling soepel zou verlopen, dat er geen tranen zouden worden vergoten, en dat emoties werden beteugeld. Het kind hield haar hoofd achterover, liet haar hazelnootbruine ogen even op de twee vrouwen rusten, en keek toen achter hen, waar een rij rode en blauwe vlaggen de kromming van de baai volgde. Voor de vrouw was de dag begonnen met opwinding en een opgetogen gevoel. Nu hij bijna voorbij was, kon ze haar blik niet losmaken van het hoekige, stakerig dunne lichaam van het kind. Ze gaf een klopje op het kastanjebruine haar van het meisje en grifte het moment in haar geheugen. Maar voor het kind zou het anders zijn. Naarmate háár herinnering vervaagde en opging in het verleden, zou ze twijfelen; ze zou zich afvragen of deze dag, de leeuw en de vrouw misschien alleen in haar gedachten bestonden. Ze zou naarstig zoeken naar details van een moment dat niet meer terug te halen was. Er zou een echo zijn 6
Het afscheid van de tropen 1-400.indd 6
09-05-16 08:54
– een jurk, een glimlach. Meer niet. En de vrouw zou haar verdriet blijven onderdrukken. ‘Kom maar mee,’ zei de non, en ze pakte de hand van het kind. ‘We moeten die tram daar hebben, anders zijn we niet op tijd op het s tation.’ De vrouw in de blauwe jurk stapte weg en keek toen achterom naar de gouden leeuw van zand, terwijl ze besefte dat de opkomende vloed die weldra zou wegspoelen.
7
Het afscheid van de tropen 1-400.indd 7
09-05-16 08:54
1 1955: Maleisië Onder het op palen gebouwde huis konden ze me niet zien. Maar ik bespiedde hen wel. Onze amah, en Fleur, mijn zusje. Ik hoorde sandalen op de patio – flip-flop, flip-flop – en Fleurs gesnik terwijl ze rende. Toen de zwoesj van haar oude roze konijn, dat ze aan zijn oren meetrok over het kiezelpad. Amahs schrille Chinese stem riep haar na: ‘Hier komen nu, missy. Konijn gaat kapot. Zo slepen.’ ‘Kan me niet schelen! Ik wil niet weg,’ riep Fleur terug. ‘Ik vind het hier fijn.’ ‘Ik ook,’ fluisterde ik, terwijl ik een geur opsnoof die een mengeling was van dode hagedissen en langpootspinnen. Ik vond het niet erg dat die hier waren. Buiten mijn verstopplek hier in de aarde, voorbij het einde van de tuin, groeide lang gras, waar niemand doorheen durfde te lopen. Maar ook daar was ik niet bang voor. Waar ik wél bang voor was, was om te moeten vertrekken. Later, toen de hemel lavendel kleurde, wees papa naar hetzelfde uitzicht. Nu keek hij, vanaf een hooggelegen balkon, een Tigerbiertje in zijn hand, voorbij de grasvelden naar de heuvels. Naar Engeland. ‘Het is daar in januari nooit warm genoeg,’ zei hij bij zichzelf, over zijn kin wrijvend. ‘Dan staat er een bijtende wind die pijn doet aan je wangen. Niet zoals hier. Helemaal niet zoals hier.’ ‘Papa?’ Ik keek naar zijn benige gezicht, de grote adamsappel en de rechte lijn van zijn mond daarboven. Hij slikte, de appel rees en daalde, en zijn ogen keerden terug naar mij en naar Fleur, alsof hij zich nu pas weer herinnerde dat wij er waren. Er verscheen een soort glimlach op zijn gezicht en hij drukte ons allebei even tegen zich aan. ‘Kom, jullie twee. Jullie hoeven niet zo sip te kijken. In Engeland 9
Het afscheid van de tropen 1-400.indd 9
09-05-16 08:54
zullen we een fijn leven krijgen. Je houdt er toch zo van om aan boomtakken te zwaaien, Em?’ Ik knikte. ‘Jawel, maar –’ ‘En jij, Fleur?’ onderbrak hij me. ‘Er zijn daar een heleboel stroompjes om in rond te banjeren.’ Fleurs mondhoeken bleven naar beneden wijzen. Ik ving haar blik en trok een gezicht; mij klonk het te veel in de oren als de jungle. ‘Kom op,’ zei pap. ‘Je bent nu een grote meid, Emma. Bijna twaalf. Wees een voorbeeld voor je zusje.’ ‘Maar papa,’ probeerde ik hem te vertellen. Hij liep naar de deur. ‘Emma, het is allemaal al geregeld. Ga de boeken maar uitzoeken die je mee wilt nemen. Dan heb je iets te doen. Maar niet te veel. Kom mee, Fleur.’ ‘Maar pap…’ Toen hij mijn tranen zag, bleef hij staan. ‘Je vindt het er vast fijn, als dat is wat je dwarszit. Dat garandeer ik je.’ Ik kreeg het heel warm, en bij de gedachte aan mijn moeder hield ik mijn adem in. Hij deed de deur open. ‘Maar pap,’ riep ik hem achterna toen Fleur en hij naar buiten stapten. ‘Wachten we dan niet op mama?’
10
Het afscheid van de tropen 1-400.indd 10
09-05-16 08:54
2 Lydia zette haar stoffige koffer neer. Op de patio lagen de fietsen van haar dochters verlaten naast de jacarandaboom. ‘Emma, Fleur,’ riep ze. ‘Mama is thuis!’ Ze stapte van de patio af om het kiezelpad af te kijken dat naar het lange gras voerde. Terwijl de lucht donkerder kleurde, vloog er een enorme mot, afkomstig van de rand van de jungle, tegen haar wang. Ze veegde het zwarte stof dat het insect achterliet weg en dook toen weer naar binnen om beschutting te zoeken tegen de regen die zo meteen zou losbarsten. ‘Alec?’ riep ze weer. ‘Ik ben thuis!’ In gedachten zag ze de scherp gesneden gelaatstrekken van haar echtgenoot voor zich, zijn huid met de sterke geur van zeep van de Chinese markt, zijn lichtbruine haar, kortgeknipt aan de achterkant en zijkanten. Er kwam geen antwoord. In het te stille huis probeerde ze een steek van teleurstelling te onderdrukken. Ze had een telegram gestuurd, precies zoals hij had gevraagd, maar waar was haar gezin nou? Het was te warm om te gaan wandelen. Waren ze misschien bij het zwembad, of had Alec de meisjes meegenomen om thee te gaan drinken op de club? Ze liep de trap op naar haar slaapkamer, wierp een blik op een foto van Emma en Fleur op het nachtkastje, en een golf van liefde sloeg door haar heen. Ze had hen gemist. Nadat ze zich had uitgekleed, streek ze met haar vingers door haar schouderlange kastanjebruine haar en zette de ventilator aan. Vermoeid van de reis en een maand lang zorgen voor een zieke vriendin, had ze echt behoefte aan een bad. Ze trok de deuren van de kledingkast open, maar bleef plots fronsend staan. Haar adem stokte haar in de keel: al Alecs kleren waren weg. Terwijl ze haar los geweven kimono om zich heen sloeg, rende ze op blote voeten naar de kamer van haar dochters. 11
Het afscheid van de tropen 1-400.indd 11
09-05-16 08:54
Iemand had hun kledingkast open laten staan, en ze zag meteen dat die vrijwel leeg was. Er lagen alleen nog een slordig opgevouwen korte broek op de bovenste plank en wat verkreukeld papier op die daaronder. Waar waren al hun kleren? Wat nou als‌ dacht ze, maar de woorden bleven haar in de keel steken. Ze bracht haar ademhaling onder controle. Dat willen ze nu eenmaal, de mannen in de jungle: ons bang maken. Ze stelde zich voor wat Alec zou zeggen: Hou je hoofd hoog. Laat ze niet winnen. Maar wat kun je verwachten te voelen als ze een granaat op een marktplein gooien waar het wemelt van de mensen? Toen ze een kreet hoorde, draaide ze zich abrupt om en vloog naar het raam. Haar schouders zakten omlaag. Alleen maar de vliegende vossen die in de boom hingen. Met haar ene hand tegen haar hart gedrukt stak ze haar vingers onder het verkreukelde kastpapier en haalde er een van Ems aantekenboeken onder vandaan, in de hoop dat daarin een aanwijzing te vinden was. Ze ging op de kamferhouten kist zitten, snoof de vertroostend vertrouwde geur op en drukte het aantekenboek tegen haar borst. Na een keer diep inademen sloeg ze het open en las: Het stamhoofd is een dikke dame met een flubberhals. Ze heet Harriet Parrott. Ze heeft krentenoogjes en een neus die glimt als boter, wat ze probeert te camoufleren met poeder. Op kleine in Chinese pantoffeltjes gestoken voetjes sloft ze rond, maar ze draagt lange rokken, zodat je alleen de puntjes ervan ziet. Harriet? Waren ze naar Harriet gegaan? Ze stopte abrupt met lezen en omklemde de rand van de kist, duizelend van de hitte en de paniek die in haar binnenste de kop opstak. Er ontbrak te veel. Een briefje. Natuurlijk. Hij moest een briefje hebben achtergelaten. Of een boodschap bij de bedienden. Met twee treden tegelijk rende ze de trap af, zonder houvast te vinden voor haar voeten, en ze vloog beneden de kamers langs: de woonkamers, de keuken, de bijkeuken, de overdekte gang naar de dagvertrekken van het personeel, en de voorraadruimtes. Er stonden alleen nog een paar verlaten kratten, en verder was het overal donker en 12
Het afscheid van de tropen 1-400.indd 12
09-05-16 08:54
leeg, en er was geen bediende te zien. Niet de schommelstoel van de amah, niet het dagbed van de kokkin, en al het tuingereedschap was weg. Ze keek de kamer rond – geen briefje. Ze luisterde naar de regen, en bijtend op een vingernagel pijnigde ze haar hersens, amper in staat na te denken doordat de lucht zo zwaar op haar drukte. Ze zag voor zich hoe ze naar huis was gereisd, al die uren dat ze tegen het vastzittende raam van de trein aan gedrukt had gezeten, met een hand voor haar neus. De scherpe geur van braaksel van een Indiase jongen die onwel was geworden. Het geweervuur in de verte. Ze klapte dubbel, want hun afwezigheid benam haar de adem. Hapte naar lucht. Dit kon niet waar zijn. Ze was moe. Ze kon niet helder denken. Er moest een rationele verklaring voor zijn. Dat moest. Alec zou vast een manier hebben gevonden om het haar te laten weten als ze weg hadden gemoeten. Ja toch? Ze draaide rond en riep hun namen – ‘Emma, Fleur!’ Met een onderdrukte snik haalde ze zich het beeld voor ogen van het kuiltje in Fleurs kin, haar blauwe ogen, haar blonde haar met een strik erin. Vervolgens, toen haar gedachten naar de mist in de jungle gingen die wanhopige mannen aan het zicht onttrok, overstemde haar ergste angst elk greintje rationele hoop dat ze nog overhad. Onder haar kimono brak het zweet haar uit, haar ogen begonnen te prikken en ze sloeg haar hand voor haar mond. Met trillende handen pakte ze de telefoon op om Alecs baas te bellen. Hij zou wel weten wat er was gebeurd. Hij zou haar zeggen wat ze moest doen. Maar toen bleef ze met de telefoon op haar schoot zitten, terwijl het zweet afkoelde op haar huid, met boven haar hoofd gonzende vliegen, het geluid van de ronddraaiende ventilator – klik, klik, klik – en het gefladder van mottenvleugels door de lucht. De lijn was dood.
13
Het afscheid van de tropen 1-400.indd 13
09-05-16 08:54
3 In de taxi onderweg naar de haven snapte ik maar niet waarom mam niet op tijd was thuisgekomen om mee te gaan, ook al had pap gezegd dat ze terug zou komen. Op de laatste dag in ons huis in Malakka had ik tot op het allerlaatste moment gehoopt dat ze het zou halen, en telkens liep ik naar het raam om te kijken of ze er al aan kwam. Pap was hopeloos wat huishoudelijke klusjes betrof, en omdat mam er niet was om op het pakken toe te zien, hielp ik amah daarmee. Fleur was nog maar acht en zou alleen maar in de weg lopen. Allereerst koos ik de roze geruite katoenen feestjurk uit die mam voor me had gemaakt en legde die in de koffer. Met haar wijde rok en pofmouwtjes was het de enige jurk waar ik dol op was. Ik had gehuild toen ik te groot werd om haar nog te passen en Fleur haar te dragen kreeg. Pap kwam onze slaapkamer in. ‘Feestjurken heb je niet nodig,’ zei hij. ‘Vieren ze dan geen feesten in Engeland?’ Hij zuchtte. ‘Laat al je Maleisië-kleren maar achter, bedoel ik maar. En we moeten opschieten.’ ‘Wat gebeurt er met de spullen die we achterlaten? Moet ik die weer in de kast hangen?’ ‘Dat hoeft niet. Daar zorgt amah wel voor.’ ‘Hoelang blijven we weg?’ Mijn vader schraapte zijn keel, maar zei niets. Ik overhandigde de jurk aan onze amah, Mei-Lien, die hem op de groeiende stapel afgekeurde kleding legde. ‘En onze kroningskleren dan?’ Ik hield Fleurs witte jurk op, die was versierd met rood en blauw galon, maar haar nu te klein was geworden. Hij schudde zijn hoofd, maar ik stak gauw mijn geliefde kroningseditie van Dandy achter mijn rug. Die was met een gouden paard en zes witte paarden op de cover te mooi om achter te laten. 14
Het afscheid van de tropen 1-400.indd 14
09-05-16 08:54
‘Waar is Fleur?’ Amah wees naar buiten. ‘Radslagen aan het maken, waarschijnlijk,’ zei pap. ‘Jullie redden het wel samen, toch?’ Ik knikte. Hij wilde gaan, maar wierp toen een blik op mijn bed en hield zijn pas in. ‘Wat heb je daar?’ ‘Ik heb mama geschreven.’ Ik pakte de envelop op om die aan hem te laten zien. ‘O,’ zei hij met opgetrokken wenkbrauwen. ‘Waarover?’ ‘Alleen maar om te zeggen dat ik haar erg mis en ernaar uitkijk haar in Engeland te zien.’ ‘Oké. Geef maar aan mij.’ ‘Ik wil hem op de haltafel achterlaten.’ Hij stak zijn hand uit. ‘Dat hoeft niet. Ik zorg wel dat hij goed terechtkomt.’ ‘Ik wilde het zelf doen.’ ‘Emma, ik zeg net dat ík wel zorg dat hij goed terechtkomt.’ Ik had geen keus. ‘Brave meid,’ zei hij, en hij draaide zich om om weg te lopen. ‘Papa, voordat je gaat…’ Ik pakte Fleurs konijn op. ‘Wat moet ik hiermee? Zal ik hem inpakken, of zou Fleur hem bij zich willen hebben in de hut?’ ‘In hemelsnaam,’ zei hij. ‘Voor dat soort details heb ik geen tijd. Er staan grote veranderingen op stapel, Emma, grote veranderingen.’ Ik fronste, want dat wist ik zo net nog niet. Het kwam mij voor dat die ‘grote veranderingen’ al hadden plaatsgevonden. Meer dan drie weken geleden. Toen was het begonnen, zover ik kon nagaan. We waren na een bruiloft onderweg geweest naar huis. Een regenachtige donkere avond. Op het feest had mam gedanst in een felgele jurk en op hooggehakte schoenen van krokodillenleer. Mam is jonger dan pap, en echt knap, met een prachtige lichte huid en hazelnootbruine ogen. Pap danste niet, vanwege zijn oorlogsverwonding. Maar die leek hem er niet van te weerhouden wel te tennissen. Toen we 15
Het afscheid van de tropen 1-400.indd 15
09-05-16 08:54
eenmaal in de auto zaten, wreef mam met haar vingertoppen over haar voorhoofd, en ik wist dat híj kwaad was. ‘Kalm aan, Alec!’ zei mijn moeder. ‘Ik weet dat je van slag bent, maar je rijdt te hard. Het is nat. In hemelsnaam, moet je dat water zien.’ Ik tuurde uit het raampje. We waren in de voetheuvels en de weg was helemaal ondergelopen. Ik zat achter pap en zag de aderen zwellen in zijn nek, en ik merkte op dat een van mams hagedissenoorbellen op de grond viel toen ze haar hand uitstak naar het stuur. Ik wilde het tegen haar zeggen, maar ineens tolde de auto naar de andere kant van de weg. Met zijn voet nog op het gaspedaal probeerde pap ons weer naar de goede kant te krijgen, maar hij reed hard een bocht in en moest op de rem trappen. Met een harde klap hotste de auto over de rand en bleef halverwege in een greppel steken naast een dicht bamboebos. Mams stem kraakte: ‘In godsnaam, Alec. Je lijkt wel niet wijs, verdorie. Moet je nou kijken wat je hebt gedaan!’ Ik wist dat we in de problemen zaten, omdat mam normaal gesproken nooit vloekt, op de keren na dat ze dacht dat wij het niet konden horen, al had ik haar wel horen vloeken als ze allebei een glaasje te veel op hadden. Die geluiden had ik bij mezelf herhaald, ik had ze binnensmonds uitgesproken, waarbij ik ze elke keer een beetje harder durfde te zeggen en probeerde te bedenken wat erop rijmde. Ik hoorde mam mijn vader smeken. ‘Laat ons hier niet achter. Stel nou dat de weg is afgezet?’ Ze klonk bang, maar dat hield pap niet tegen. ‘Hier. Gebruik dat maar als het moet,’ zei hij, en hij gooide een pistool op de bestuurdersstoel. ‘Emma. Zorg jij voor Fleur.’ Zodra hij was weggelopen om hulp te gaan zoeken, drong de jungle zich dichter om ons heen, met bladeren zo groot als koekenpannen en tussen de takken ogen die naar je knipperden. Mam draaide zich om en hield op met snikken, alsof haar opeens te binnen was geschoten dat wij daar ook nog zaten, met onze blote benen tegen de warme leren stoelen geplakt. ‘Emma, Fleur, alles goed?’ ‘Ja, mama,’ zeiden we allebei, waarbij Fleurs stem huileriger klonk dan de mijne. 16
Het afscheid van de tropen 1-400.indd 16
09-05-16 08:54
‘Het komt goed, schatjes. Papa is alleen maar even hulp gaan halen.’ Haar ogen flitsten over ons heen. Ze probeerde te doen alsof alles in orde was, maar ik vermoedde dat dat helemaal niet zo was. Ik wist dat er terroristen in de jungle zaten. Zodra die je in de gaten kregen, bonden ze je aan een boom vast en hakten je hoofd eraf. Dat staken ze dan op een paal. Ik kneep mijn ogen dicht, doodsbang om een hoofd naar me te zien grijnzen. Mam begon te neuriën. Straks zou het helemaal donker zijn en zouden de sterren aan de hemel verschijnen; dan zou het beter worden. Maar wat verschrikkingen betreft wist mama niet dat ik in het wassenbeeldenmuseum nog wel erger gezien had. Net voorbij de ingedroogde hoofden was er een afdeling waar het voor kinderen verboden toegang was. Ik was er niet lang blijven dralen, maar wel lang genoeg om de kleine wasmodellen van blanke vrouwen en kinderen te zien, aan de grond vastgepind terwijl ze nog steeds leefden, met hun geverfde rode monden wijd open in een schreeuw. Bestuurd door een jap kwam er een enorme stoomwals op hen af, die normaal wordt gebruikt om asfalt vlak te maken. Alleen werd hij nu ingezet om die mensen plat te walsen. Toen ik weer naar buiten kwam, moest ik overgeven in een vuilnisbak. Jappen waren slecht. Dat zeiden onze ouders. Hoewel de mensen die nu in de jungle zaten, degenen die ze terroristen noemden, Chinees waren. Ik begreep dat niet. Onze amah Mei-Lien was Chinees, en van haar hield ik. Waarom waren eerst de jappen slecht, maar nu de Chinezen, ook al waren dat alleen maar sommigen? Het sloeg nergens op. Onze auto was vastgelopen een heel eind van de hoofdweg en bijna op de plek waar de bandieten waren. Maar nog dieper in de jungle huisden de geesten die kinderen opaten. Onze tuinman, wiens mond rood zag van het sirih kauwen, had dat ons verteld. ‘Als je ooit verdwaald raakt in de jungle, moet je oppassen voor de hantu hantuan,’ zei hij. Daarbij kneep hij zijn ogen op een griezelige manier samen, maar het was verwarrend, omdat hij ons er nooit bij vertelde hoe die geesten er dan uitzagen. ‘Emma, kun je je armen en benen bewegen?’ vroeg mam. Ik wriggelde ermee om haar te laten zien dat dat lukte. 17
Het afscheid van de tropen 1-400.indd 17
09-05-16 08:54
‘Fleur?’ Fleur probeerde het ook en kon haar armen en haar linkerbeen bewegen; maar toen ze haar andere been bewoog, schreeuwde ze het uit. ‘Het is waarschijnlijk gekneusd. Trek haar haar schoen maar uit voordat haar voet opzwelt, Emma.’ Ik deed wat ze vroeg, maar Fleurs werkte tegen. ‘Ik vind dit helemaal niet fijn. Waar blijft papa?’ Ik zei tegen haar dat ze zich rustig moest houden en dat papa hulp was gaan halen. Ze snufte en kreunde wat, maar hield zich toen stil. Het was avond, maar in de verte doorbrak het geluid van een explosie de stilte. ‘Mama!’ riepen we allebei. ‘Sst! Het is niet dicht bij ons.’ De lucht kleurde bruin en witte mist gleed omlaag over de bergtop. Maar wij bevonden ons tenminste niet echt in de heuvels. Want ‘Ada bukit, ada paya’ – waar heuvels zijn, zijn ook moerassen. En die konden je met huid en haar verslinden. Uiteindelijk kwam pap terug met een gewapende truck die op de terugweg was naar Malakka. We moesten uitstappen terwijl de soldaten de auto uit de greppel trokken, en tegen de tijd dat we in ons bed lagen was het al veel later dan we ooit naar bed waren gegaan. De volgende dag kwam mam ons niet ophalen van school. Dat deed pap. Met een gezicht van ‘Ik ben niet in de stemming voor vragen’ negeerde hij ons toen we vroegen waar mama was. Hij zei alleen dat we weg zouden gaan naar Engeland. Thuis vlogen we de trap op om te kijken of mam daar was. Dat was ze niet. Ik rook het citroengras buiten voor ons slaapkamerraam en dacht aan haar grote glimlach en golvende haar. Ze droeg het opgestoken, met een oranje paradijsvogelbloem erin, maar tegen het middageten was het helemaal ingezakt. En voortdurend zong ze, meteen zodra ze haar ogen open had. ‘Kom op, Em,’ zei Fleur. ‘Hier is ze niet. Laten we buiten gaan spelen.’ Ik schudde mijn hoofd. Ik borstelde mijn haar. Dat is krulleriger dan dat van mam, en 18
Het afscheid van de tropen 1-400.indd 18
09-05-16 08:54
roder. Wildebeestenhaar noemt mam het. Toen voelde ik onder mijn kussen naar mijn aantekenboek. Maar tegelijk daarmee kwam er een envelop onder vandaan, gericht aan Fleur en mij. Wat een gekke plek om een brief achter te laten, dacht ik terwijl ik hem openscheurde. Lieve schatten, las ik Suzanne heeft vandaag gebeld. Het spijt me ontzettend, maar ik moet haar gaan helpen. Er is een heel erge ziekte bij haar geconstateerd en ze redt het niet goed in haar eentje. Haar man, Eric, zou over een paar weken moeten terugkomen uit Borneo, dus zo heel veel langer dan dat zal ik niet blijven. Pas goed op jullie zelf. Braaf zijn. Papa en MeiLien weten wel hoe het moet met school. Jullie kunnen met de bus gaan. Ik weet hoe graag jullie dat altijd hebben gewild. Als jullie hulp nodig hebben, zeg dan dat amah Cicely of Harriet Parrott moet bellen. Hun adressen staan in het rode boek. Veel liefs, mama Ik stak de brief weer onder mijn kussen en ging naar buiten om me te verstoppen onder het huis. Het was onze laatste dag, en het was nu meer dan drie weken geleden dat mam was weggegaan. Vlak voordat we vertrokken om aan boord van het schip te gaan, stond amah nog nuttige kleren op te vouwen voor in onze koffer. Broeken, ondergoed, een paar truien. Mij kon het niet echt iets schelen. Mijn roze geruite feestjurk lag op de stapel met afgekeurde spullen, en ikzelf zat op het bed te denken aan het Holy Infant College, mijn school. Die stond naast een rij palmbomen en was wit geschilderd, en er waren later aangebouwde lokalen zonder glas in de vensteropeningen. Alleen maar bamboeschermen, die werden neergelaten als we naar huis gingen. Ik voelde me verdrietig. We zouden daar niet meer naar school gaan, maar het grootste verdriet was nog wel dat het ernaar uitzag dat we al vertrokken zouden zijn voordat mam thuiskwam. Want als dat 19
Het afscheid van de tropen 1-400.indd 19
09-05-16 08:54
gebeurde, zou ze thuiskomen in een leeg huis. Ik was blij dat ze tenminste mijn brief zou hebben. Mei-Lien pakte mijn schoolovergooier op. ‘Jij wil houden?’ Ik keek ernaar en schudde mijn hoofd. ‘Dat heeft geen zin.’ ‘Papa zegt we nu pakken afmaken. Geen dagdroom. Gaan nu.’ Ik pakte de overgooier, vouwde die netjes op en legde hem boven op de stapel. Mams brief borg ik op in de koffer, waarna ik er een ingelijste foto van haar bij deed, waarop haar hazelnootbruine ogen werden omringd door lachrimpeltjes. Als laatste legde ik Fleurs roze konijn erin. Als ze het meenam de hut in, zou het zoek kunnen raken of zelfs overboord kunnen vallen. Een halfuur later reden we weg zonder mam. Er was een vrachtwagen gekomen om de grote koffers te halen, en de taxi vervoerde pap, Fleur en mij. Toen we Malakka verlieten, keek ik uit over de zee en draaide het raampje omlaag om de wilde orchideeën te kunnen ruiken. Die roken lekker, maar mijn hoofd zat vol vragen, en ik moest mezelf heel hard knijpen om mijn tranen tegen te houden.
20
Het afscheid van de tropen 1-400.indd 20
09-05-16 08:54