Systeemboek
Handboek voor eenvoud
Less is more — L. Mies van der Rohe
Sommige rechten voorbehouden. Dit werk is gelicenseerd onder de Belgische BY-NC-SA Creative Commonslicentie: http://creativecommons.org/licenses/by-nc-sa/2.0/be/deed.nl. Niet-commercieel gebruik is toegelaten zonder voorafgaande toestemming van de auteur, mits vermelding van de naam Xavier Bertels en het gebruik van dezelfde Creative Commonslicentie voor alle afgeleide werken. 2011 – Xavier Bertels aan de Media & Design Academie (Katholieke Hogeschool Limburg)
Inhoud
“Eenvoudig”
3
Verhoudingen & afmetingen
4
Pagina-vouwschema
6
Typografie
8
Grid
10
Kleur- & witverdeling
12
1
2
“Eenvoudig”
Van sfeer naar systeem Dit systeemboek is het gevolg van het systematiseren van het vrije beeldonderzoek uit het sfeerboek. Het is een oefening in het associëren van beeld-, vormen tekstelementen met het gevoel dat een bijvoeglijk naamwoord oproept. De bedoeling is om van de voorgaande elementen op een systematische manier gebruik te maken om een sfeer op te roepen die bij bepaalde woorden of ideeën past. Het sfeerboek (moodbook) vertrekt van twee bijvoeglijke naamwoorden uit de mission statement van een niet nader genoemd farmaceutisch bedrijf — de mission statement in kwestie behoort tot de interne bedrijfscommunicatie die niet publiek gemaakt mag worden. In dit geval zijn de twee centrale bijvoeglijke naamwoorden eenvoudig en vertrouwd. Het sfeerboek bevat het onderzoek dat aan de basis ligt van dit systeemboek. Zoals de naam doet vermoeden, is de belangrijkste opzet van het sfeerboek om de sfeer te creëren waarbinnen een systeem ontworpen kan worden. Onder andere kleur, typografie, vorm en verhouding worden in het sfeerboek vanuit een breed onderzoek tot hun essentie herleid.
In het systeemboek worden deze elementen in een grafisch systeem gegoten dat als basis kan dienen om een bepaalde emotie — of bijvoorbeeld de core values van een bedrijf — over te brengen. Voor het bedrijf in kwestie is het belangrijkste gevoel dat gecommuniceerd moet worden eenvoudig. Onder andere omdat vertrouwd in de farmaceutische sector niet marktonderscheidend werkt, het hoort namelijk voor de hele sector per definitie tot de core values. Het bedrijf moet daarom zijn belangrijkste troef naar voren schuiven en communiceren. Alles wat in dit systeemboek naar voren gebracht wordt draagt bij tot het visueel en emotioneel versterken van het gevoel dat bij eenvoudig hoort. Het systeemboek biedt een kader voor vormgeving dat normatief geïnterpreteerd moet worden — anders is het namelijk geen systeem. Het is echter mogelijk om binnen het systeem met de verschillende vormelementen te spelen. Eenvoudig is namelijk niet hetzelfde als saai of ongeïnspireerd. De uitdaging is om binnen het systeem tot goede vormgeving te komen die eenvoud uitstraalt in al zijn aspecten.
3
Verhoudingen & afmetingen
Verhouding: √18 ∕ (8 - √8)
De verhouding van de pagina’s in dit systeemboek zijn gebaseerd op de DIN A-formaten. Die formaten passen goed in de filosofie van vereenvoudiging, maar de DIN-formaten voelen niet ruim genoeg aan. Ruimte is iets wat in het sfeerboek naar voren komt als éen van de belangrijkste vormelijke eigenschappen van eenvoud en het is bijgevolg logisch dat die eigenschappen zichtbaar zijn in de verhoudingen. Via plooiwerk en driedimensionaal onderzoek ontstaat een spreadformaat dat ruimer aanvoelt, maar toch zijn referentie behoudt naar de DIN A-formaten. Het uiteindelijke formaat is een afgeleide van de afmetingen van een A3-pagina van 420 millimeter bij 297 millimeter. Het vouwschema staat op pagina zes en zeven. De uiteindelijke afmetingen zijn de volgende: Hoogte: 420mm - 297mm ∕ 2 = 271,5mm Breedte pagina: 297mm ∕ 2 � 3 ∕2 = 222,75mm Breedte spread: 297mm ∕ 2 � 3 = 445,5mm De verhouding van het formaat is: √18 ∕ (8 - √8). Ze kan via een wiskundige formule afgeleid worden van de verhouding van de DIN A-formaten: 1 ∕ √2.
4
420mm - (297mm / 2) = 271,5mm
297mm / 2 � 3 / 2 = 227,75mm
297mm / 2 � 3 = 445,5mm
5
Pagina-vouwschema
1
2
3
4
Ă—2
6
1
2
1 3
2 4
3
4
7
Typografie
Letterkeuze, cijfers & schaal De keuze voor (FF) DIN is een rationele en emotionele keuze, gebaseerd op conclusies uit het sfeerboek. Gevoelsmatig horen bij het woord eenvoudig onder andere de lettertypes DIN en Akzidenz Grotesk. De uiteindelijke keuze voor DIN is grotendeels gebaseerd op de vaststelling dat Akzidenz Grotesk — of Helvetica, de meest bekende afgeleide daarvan — zo alomtegenwoordig is dat de letter te weinig distinctief karakter toont. Het ontstaan van DIN is bovendien een verhaal dat het woord eenvoud zeer genegen is. In een notendop: DIN is een lettertype dat ontworpen werd voor het “Deutsches Institut für Normung”. De voor ons meer bekende Belgische variant daarvan heet NBN: het “Bureau voor Normalisatie”, vroeger ook wel het BIN genoemd. Dat instituut staat in voor het ontwerpen en bewaken van verschillende normen, wat uiteindelijk moet leiden tot onder andere meer eenvoudige administratie en communicatie. Cijfers: van sfeer naar systeem In het sfeerboek komen de cijfers 3 en 6 en de verhouding � vaak terug in verschillende beelden. Om een startpunt te hebben voor de rest van de typografische verhoudingen, is bepaald dat de x-hoogte van de broodtekst (� � 6) + (� � 3) = 4,5 punten moet zijn. Omdat geen enkel opmaakprogramma lettertypes in x-hoogte meet — terwijl die informatie gek genoeg wel aanwezig is — werd de x-hoogte in het font zelf gemeten met het programmaatje Glyphs.
8
Daarna werd de x-hoogte van 492upm op een totale font-size van 1000upm geëxtrapoleerd naar een fontgrootte die een x-hoogte van 4,5pt oplevert: 1000upm ∕ 492upm � 4,5pt ≈ 9,15pt. Schaal en verhouding Geïnspireerd door Tim Brown, werd een typografische schaal berekend die gebaseerd is op de verhouding tussen de hoogte en breedte van een pagina — dus niet van een spread. De schaal hanteert met andere woorden de verhouding √18 ∕ (8 - √8) en vertrekt van de puntgrootte 9,15pt. Alle lettergroottes en het basislijngrid, zijn gebaseerd op diezelfde typografische schaal. Een veel voorkomende en goed leesbare verdeling tussen x-hoogte en hoogte tot de volgende basislijn is 40% – 60%. Voor een x-hoogte van 4,5pt zou dat betekenen dat de ideale basislijnhoogte op 4,5pt + (4,5pt ∕ 40% � 60%) = 11,25pt ligt. Op mijn typografische schaal is 11,15pt het meest dichtbij liggende cijfer. Uit experiment door middel van proefprints blijkt dat die verhouding bovendien erg aangenaam leest, waardoor de fontgrootte voor de broodtekst vaststaat op 9,15pt en de basislijnhoogte op 11,15pt. Tot slot zijn de fontgroottes van de verschillende titelniveaus ook van deze schaal afgeleid, waardoor de typografie een harmonisch geheel vormt op basis van de verhouding van een pagina.
Typografische schaal in punten 713,053 584,972 479,898 393,697 322,980 264,966 217,372 178,327 146,295 120,017 98,460 80,774 66,265 54,362 44,598 36,587 30,015 24,624 20,201 16,572 13,595 11,153 9,150 7,506 6,158 5,052 4,145
9
Grid
Horizontale & verticale verdeling Alle gridlijnen zijn gebaseerd op de verhouding en typografische schaal zoals die in het vorige hoofdstuk beschreven staan. Het grid bestaat uit een horizontaal en een verticaal grid. Het horizontale grid bestaat uit verticaal lopende lijnen en het verticale grid (ook bekend als het basislijngrid) bestaat uit horizontaal lopende lijnen. Om de referentie naar de basisverhouding eenvoudig te houden, is ze gelijkgesteld aan de constante v: √18 ∕ (8 - √8) = v. Horizontaal grid Het horizontale grid met gridlijnen die lopen van boven naar beneden, zijn gebaseerd op een vlot leesbare zetbreedte van éen kolom broodtekst, rekening houdend met de typografische schaal. Op een zetbreedte van 217,372pt staan er gemiddeld 51 tekens op éen lijn. Dat is een goed gemiddelde voor een kolom tekst die moet uitnodigen om te lezen. Verschillende studies hebben aangetoond dat langere zetbreedtes sneller gelezen worden (meer woorden per minuut), maar uit diezelfde studies blijkt dat een tekst a priori meer uitnodigt om te lezen en dat ze a posteriori beter begrepen wordt wanneer ze in smallere kolommen gezet wordt. De tevredenheid bij de lezer blijkt a posteriori ook hoger te zijn bij een smallere zetbreedte.
Om de eenvoud te bewaren, zijn de kolomgoten even groot als de hoogte van het basislijngrid: 11,15pt. Wanneer twee blokken tekst van 217,372pt langs elkaar staan, inclusief een kolomgoot van 11,15pt, dan is de totale zetbreedte op éen pagina 445,894pt. De binnen- en buitenmarges worden verdeeld volgens v, zodat ook daar de basisverhouding behouden blijft: Binnenmarge Bi: 101,913pt Buitenmarge Bu: 83,61pt Bu⁄ Bi = v De volledige zetbreedte is verdeeld in twaalf even brede kolommen met telkens een goot van 11,15pt. Verticaal grid Het verticale grid is tweedelig. Het basislijngrid werd besproken in het hoofdstuk “Typografie”. Het tweede verticale grid is ook gebaseerd op v. De paginahoogte is in twee ongelijke delen x en y verdeeld, zodat x / y = v. De resulterende y-hoogtes zijn vervolgens op dezelfde manier verdeeld. Ten slotte zijn de resulterende gridlijnen getekend volgens het nearest-neighbourprincipe: de definitieve gridlijnen vallen telkens terug op de lijn van het basislijngrid die het kortste bij ligt.
217,372pt 11,15pt 10
x
⁄
y
= √18 ∕ (8 - √8)
11
Kleur- & witverdeling
De kleur- en witverdeling is volgens de verhouding op pagina dertien bepaald. Het is echter belangrijk om daarbij op te merken dat het niet noodzakelijk is om de percentages exact te volgen. Het is namelijk in de praktijk moeilijk werkbaar om van alle visuele elementen de kleur- en witverdeling exact te bepalen bij het ontwerpen. Het gaat in dit geval meer om een indicatie dan om een norm. De oorsprong van de kleur- en witverdeling ligt in de conclusie van het sfeerboek. Daar komen uit de gevestigde beeldcultuur rond eenvoudig de kleuren geel, blauw en rood naar voren. De drie kleuren worden aangevuld met opvallend veel wit. Door visueel onderzoek van verschillende kleurcombinaties, verhoudingen van kleuren onderling en verhoudingen tussen kleur en wit zijn drie kleurschema’s gedistilleerd: éen met geel aan de basis, éen met blauw aan de basis en éen met rood aan de basis. Uiteindelijk is beslist om het gele kleurschema te gebruiken omdat het distinctief en vernieuwend kan werken. Blauw (Baxter, Roche, Pfizer, Janssen) en rood (Johnson & Johnson, GlaxoSmithKline, Lilly) zijn alomtegenwoordig in de farmaceutische industrie. Het gaat dus eerder om een kwalitatieve keuze dan een kwantitatieve.
12
Kleur 34%
Rijk zwart 14% C20 M10 Y10 K100
Wit 66%
Helder geel 19% C0 M20 Y100 K0
Donker geel 8% C10 M30 Y100 K20
Donker bruin 39% C40 M40 Y100 K80
Midden bruin 20% C10 M30 Y100 K50
13
Met dank aan Wim De Buck en dr. Wouter Soudan voor de vakkundige begeleiding.
2011 – Xavier Bertels aan de Media & Design Academie (Katholieke Hogeschool Limburg)