1 minute read
De keuken
Geef je ogen maar eens flink de kost in deze charmante zeventiende-eeuwse keuken. Let vooral op de Delftse faiencetegeltjes waarop 46 taferelen met kinderspelen zijn afgebeeld. Bellenblazen, vliegeren en pijl en boog kennen we nog, maar er is ook intussen compleet in onbruik geraakt vertier te bespeuren: beugelen, kolven, handjeplak, tiepelen. Elke tegel is met de hand geschilderd.
“Geen vlees!”, zo schrijft Sint-Benedictus voor. De bisschoppen letten streng op de navolging van die regel. En dus pruttelen op de fornuizen vooral vegetarische gerechten. Het zijn hoogdagen voor de korte keten: fruit, groenten en kruiden komen uit de eigen boomgaard en moestuin. En toch laat meer dan één abdis ook wel eens vis op het menu zetten. Keukenzuster Agatha beschrijft in haar herinneringen hoe ze in 1914 paling met zurkel uit eigen tuin klaarmaakt.
Advertisement
Achter deze imposante keuken ligt een tweede keuken uit 1926. Met die toen splinternieuwe keuken hopen de zusters nieuwe kloosterlingen aan te trekken. Tot 2013, wanneer de laatste bewoonsters het klooster verlaten, kokerellen hier de keukenzusters.
Wist-je-datjes
• Er was niet altijd een oven in de keuken zelf. Wel bouwt een meester-metselaar in 1660 een bakoven in de tuin. Wellicht om brandgevaar te vermijden. • Op de keukentafel vind je een aantal receptenboekjes die je een blik gunnen in de kookpotten van de keukenzusters aan het begin van de twintigste eeuw.
Sta even stil
• Welke geuren ruik je in deze keuken? Maken ze herinneringen bij jou los? • Welke betekenis heeft koken voor jou?
Is het elke dag een opgave of eerder een ontspannen moment? • De zusters koken vooral met eigen oogst.
Hoe belangrijk zijn lokale ingrediënten en producten voor jou?
Hoe zie jij de toekomst?
• Wat wil je hier in de toekomst nog ontdekken van het abdijleven?