1 minute read

De herinnering

In 1892 komt pastoor Otto Schriecke van de Nederlands Hervormde Kerk in Lemmer de plaatselijke pottenbakkerij ‘De goede Verwachting’ aan het Turfland binnengelopen. Tot zijn verbazing ziet hij een jonge pottenbakkersleerling de kerfsneetechniek toepassen op aardewerk in plaats van het gebruikelijke hout. Hij vindt het resultaat zo mooi dat hij deze zevenorenpot wil kopen. De zestienjarige maker, Cornelis Steenstra, weigert omdat hij het in opdracht maakt voor een boerenbruiloft. Toch laat het de pastoor niet los, wat hij zojuist gezien heeft. Dit is volgens hem zo bijzonder dat hij de Maatschappij ter bevordering van de Nijverheid inlicht. De secretaris van deze club, Willem Frederik van Eeden, is verrukt en steunt de doorbraak van het kerfsneeaardewerk. Het is het begin van een periode die Lemmer internationaal op de kaart zet.

Advertisement

Pottenbakkerij ‘De goede Verwachting’ is op dat moment al een aantal eeuwen in gebruik. Er wordt vooral rood keukenaardewerk gemaakt van Friese klei voor de regionale markt. Er werken zo’n vijf tot zes medewerkers die elk hun eigen taak hebben in het proces. Tijdens de nachtelijke wachturen bij de oven wordt er regelmatig gekerfd in nog niet volledig gedroogd aardewerk. Het is een fijne manier om de tijd te doden. Kerfsneeaardewerk an sich is dus niet nieuw in 1892. Maar dat geldt wél voor de manier waarop de jonge Cornelis Steenstra (geboren in Sneek, 1875) zijn kleurrijke aardewerk maakt.

HOE WORDT HET GEMAAKT?

Speciaal voor dit kunstaardewerk worden er blokken leem geïmporteerd uit de leemgroeve in de buurt van het Duitse Koblenz, gelegen aan de monding van de Moezel in de Rijn. Deze blokken leem zijn bij aankomst in de pottenbakkerij keihard, maar worden voor de zekerheid nog verder te drogen gelegd in de wind of de oven. Daarna worden de blokken tot poeder geslagen en vervolgens gemixt met water. Zo ontstaat er klei. Een speciale kneedmachine maakt de klei soepel zodat de pottenbakkerij er op zijn draaischijf diverse objecten van kan maken.

Na het draaien worden de objecten te drogen gezet. Op het moment dat het hard genoeg is om vast te pakken, maar nog zacht genoeg om te bewerken, kan het kerfsnijden beginnen. Cornelis Steenstra gebruikt hiervoor eerst een passer om de grote ronde vormen te plaatsen en vervolgens worden de objecten verder ingevuld met andere motieven. Deze motieven hebben geen betekenis noch zijn ze een symbool. Deze motieven zijn ook niet typisch

This article is from: