10 minute read
DE VERZAMELAAR
from GrootSneek 10-2022
by GrootMedia
CHRIS EN AMANDA BOUWEN HUN CASA ALDEBOARN EN DOEN DIT ENERGIEBEWUST “JE KUNT ZELF MEER DAN JE DENKT”
In de woningmarkt die ontploft was konden Chris en Amanda maar geen geschikte woning vinden. Daarom stelde de vader van Chris voor om zelf een huis te bouwen. “Dat vind ik allemaal wel goed,” had Chris gezegd, “maar ik kan helemaal niks, ik moet alles nog leren.” We zijn drie jaar verder en Chris kan zeggen: “Ik voel me nu een semi bouwvakker.” Het is een zonnige herfstochtend als het stel de deuren van hun Casa Aldeboarn voor me opent. Enthousiast nemen ze me mee in hun avontuur en in de bewuste keuzes die ze maakten.
Advertisement
Toen Chris en Amanda begonnen aan de bouw van hun huis was alles nieuw voor ze. Ook Amanda heeft veel geleerd. Ze heeft zelfs angsten overwonnen. “Met tranen in mijn ogen de steiger op, omdat ik hoogtevrees heb, maar toch deed ik het. Je kunt zelf meer dan je denkt. Wel met advies van mensen die er verstand van hebben, maar het kan. En met alles wat je zelf doet en kan voorbereiden spaar je bijvoorbeeld weer een kraan uit die je anders nodig zou hebben.”
HARD WERKEN, DELEN EN VIEREN
We gaan drie jaar terug in de tijd. Amanda en Chris gaan de uitdaging aan. Als team, met de ouders van Chris, want Chris zijn vader heeft wél de kennis en de ervaring om zelf een huis te bouwen. De uitvalsbasis is het huis van de ouders van Chris, waar het stel tijdelijk intrekt en dat twee huizen verderop staat. “Voor de eerste paal had ik stiekem allemaal vrienden uitgenodigd”, vertelt Amanda. “Al om zeven uur stonden ze met auto’s voor de deur. Het samen zijn vinden we dan ook heel belangrijk. Hard werken, maar ook delen en vieren met elkaar.”
Keuken met zelfontworpen zwart gouden visgraat achtergrond.
ENERGIEZUINIG WONEN
Zuinig met energie omgaan deden ze al in hun slecht geïsoleerde jaren dertig woning in Leeuwarden. Er kwam een deur tussen de woonkamer en de keuken. “Niet mooi”, vond Amanda. “Wel zuinig”, vond Chris. “De kachel in de keuken ging uit.” Net als de kachel in een klein kamertje boven, die altijd aan stond. “Dat kan wel een beetje, maar volle bak aan hoeft niet. Kijk kritisch naar de ruimtes die je niet gebruikt en onnodig verwarmt. Het kan veel schelen.” Op deze koers gaan ze door met de bouw van ‘Casa Aldeboarn’. Het moet een energiezuinige woning worden en de investeringen die ze doen worden zorgvuldig afgewogen. “We berekenen wat de kosten zijn, wat de investering ons in tien jaar oplevert en zoeken uit of er subsidies zijn. Als je er letterlijk energie in steekt is er meer mogelijk dan je denkt. En overal meerdere offertes opvragen. Bij onze zonnepanelen scheelde het voor dezelfde panelen duizenden euro’s. En heb je niet het budget om zelf zonnepanelen aan te schaffen, huur ze dan. Ook dat loont op termijn enorm.” Een andere energiezuinige investering is de warmtepomp. Die kopen ze lokaal. Ze maken tijdens de bouw en in hun dagelijks leven het liefst gebruik van hun netwerk en kiezen voor lokale ondernemers. Dit lukt niet altijd, maar bij de warmtepomp wel. “Iemand uit ons dorp. Zo dichtbij kan het zijn.” Voor verwarming kiezen ze voor vloerverwarming met een woonbeton vloer. “De warmte wordt goed geleid en blijft langer in huis.”
EXTREEM GEÏSOLEERD
“We hebben extreem geïsoleerd. Er zit 24 centimeter glaswol in het dak en in de muren, waar dit in sommige huizen veertien centimeter is.” Goed isoleren is dan ook de tip van Chris om energiekosten te besparen. “Dat kan ook in je bestaande woning. En het loont om in een dikkere laag glaswol te investeren. Prijstechnisch ga je daar op termijn op terug verdienen.” Amanda vult aan: “En let ook op de aanbiedingen van die isolatie. Ga voor dit soort projecten naar een groothandel en niet naar de bouwmarkt.” waarop mensen de bouw van ons huis volgen. We nemen altijd de tijd om ze op weg te helpen met tips of door ze de juiste mensen of bedrijven aan te bevelen. We weten zelf hoe fijn en belangrijk het is om hulp te krijgen.”
BLOED, ZWEET, TRANEN EN DROMEN
Het huis is nog niet af en er zijn dromen. “Er komt een gaaf buitenhuis, maar dat is heel duur, dus daar sparen we nog een jaar of twee voor. In de tussentijd maken we het huis af. Je denkt soms: ‘Waar ben ik aan begonnen?’ Je valt een keer om, misschien nog eens, maar je staat elke keer ook weer op en dan ga je weer door. Het is het ons allemaal waard geweest, het bloed, het zweet en de tranen.”
Warme wintertips
van Chris en Amanda
• Kijk regelmatig op de app van je energieleveranciers.
Ze geven inzicht in je verbruik. • Haal stekkers uit stopcontacten van apparaten en laders die je niet gebruikt.
Het werkt echt. • Kook water eerst in je waterkoker en ga in dat gekookte water je eten koken. • Verwarm geen ruimtes waar je niet komt of verwarm ze minimaal. • Vraag je hypotheekadviseur naar het duurzaam depot. • Bij het energieloket van je gemeente kan je terecht met jouw vragen over energiebesparing. • Kijk of er bij jou in de buurt informatiebijeenkomsten worden georganiseerd over energiebesparing en ga met elkaar in gesprek.
De verzamelaar
Nederland is een land vol verzamelaars. Spaarden we vroeger als kind vooral speldjes, postzegels, sigarenbandjes, modelautootjes en stripboeken, tegenwoordig kun je het zo gek niet bedenken, of het wordt wel verzameld. Er is zelfs een website met alle mogelijke verzamelingen opgericht: lastdodo.nl. Daarnaast zijn er de echte groten, voor wie het huis soms te klein is om alle items te herbergen. Deze maand: Wietze Jonker uit Heerenveen. Wietze verzamelt brommers. En meer.
WIETZE JONKER ADEMT BATAVUS
Batavus kennen we vooral van de fietsen en de brommers. Minder bekend is dat ze ook motorfietsen maakten en wat vrijwel niemand weet is dat er in de fabriek in Heerenveen ook ziekenhuismeubilair, schaatsen en zelfs elektrische auto’s werden gefabriceerd. Wietze Jonker (68) lepelt het allemaal op. Jonker ademt Batavus. Niet zo gek als je bijna een halve eeuw voor en met dit merk hebt gewerkt. In zijn woning schuin tegenover de fabriek doet veel herinneren aan zijn werkzame leven.
“Moment”, zegt Wietze Jonker. Even later is hij terug met een vuistdikke ordner. Hierin de wereld aan folders, lijsten en instructieboekjes die de geschiedenis van Batavus weergeven. “Een liefhebberij”. Een understatement, misschien moeten we spreken van een verzamelwoede, want er is weinig wat hij niet heeft, zo blijkt later. Zijn verzameling brom- en motorfietsen bestaat uit veertien exemplaren. Vol is het meer nooit.
ZIJKAMER DOET DIENST ALS SHOWROOM
“Maar ik heb wel eens gedacht: ‘Dit komt niet goed’. Op een gegeven moment had ik er 24”, vertelt Jonker. “Er waren er een heleboel waar ik nog stevig aan moest werken. Als ik wilde sleutelen, moest ik eerst drie bromfietsen buiten zetten. Dan heb je gewoon te veel. Ik heb er een aantal overgedaan aan andere liefhebbers. Maar het gekke is, als je er drie wegdoet, komen er altijd twee terug”, lacht hij. Het heeft er voor gezorgd dat ze niet allemaal meer in zijn hok en werkplaats passen en er een zijkamer in zijn woning dienst doet als showroom. Want dat moet gezegd worden: stuk voor stuk zien ze er uit om door een ringetje te halen.
ELKE DAG MEE BEZIG
“Een paar moeten er nog onder handen worden genomen”, zegt de sympathieke Heerenvener, als we een kijkje nemen in zijn werkplaats. “Het is niet zo moeilijk, hoor. Als je één keer een model uit elkaar hebt gehaald en weer in elkaar hebt gezet, weet je het wel. Dan heb je nog wat verschillen tussen één, twee en drie versnellingen en variaties in uitvoeringen, maar dan heb je het wel. Ik ben er elke dag op de een of andere manier mee bezig. Ik sleutel graag. Kacheltje aan, muziekje erbij, dan ben je zo een paar uurtjes kwijt. Maar ik zit ook graag achter mijn computer, sneupen op Marktplaats en eBay, kijken of er nog iets voor me tussen zit.
Daar ben ik vaak een avond mee zoet. Van elk model dat ik heb, wil ik ook graag het instructieboekje en de folder. Daar begint het mee. Maar dan ga je door en wil je meer documentatie van Batavus. Ik denk dat ik het meeste onderhand wel heb. Er schijnt een mooi boekwerkje te zijn van Batavus schaatsen. Die heb ik nog niet kunnen bemachtigen.”
Niet zonder trots laat hij een folder uit 1960 zien van carriers en motorcarriers. Voorzichtigheid is geboden bij het uitvouwen. De randen zijn nogal gaar. “Deze is erg zeldzaam. Ik denk dat maar weinig mensen hem hebben. Ik heb deze en nog een aantal andere gekregen van een man die zeker wilde weten of ze bij mij in goede handen waren.”
NOZEMBROMMER
En zo gaat het van de folder met motorbakfietsen naar die van elektrische auto’s en van naaimachines naar de Batavus Whippet: een nozembrommer uit het begin van de jaren zestig, vaak uitgevoerd in twee kleuren, compleet met panterprint op de buddyseat, een schuin omhooglopende uitlaat met dubbele pijpjes en een windkapje op de koplamp. Populair onder verzamelaars die er zo zesduizend euro voor op het kleed leggen. “Mijn hobby is een stuk duurder geworden. Ik begon met een paar tientjes, maar nu ben je voor een brommer zo duizend euro kwijt. Die Whippet heb ik niet. Is me te duur. Ik heb er staan die veel zeldzamer zijn.” Jonker doelt op de snelbrommers die vooral in Duitsland populair waren. Zijn paradepaardje is een oranjekleurige met slechts 25 kilometer op de teller. Hij neemt ons mee naar de zijkamer en wijst op het dikke (motor)blok. “Vijftig cc, topsnelheid zomaar 85 kilometer per uur. In Duitsland mocht je er met zestien jaar op rijden, maar dan moest je wel een speciaal rijbewijs hebben. In Nederland mocht dat niet.”
VRAAGBAAK
Batavus loopt als een rode draad door het leven van Wietze Jonker. Hij werkte er niet alleen bijna een halve eeuw, maar is ook vrijwilliger in het Batavus Museum en weet erg veel van de historie van het merk en van de techniek van de brom- en motorfietsen. Het maakt hem tot een vraagbaak. “Je wilt niet weten hoeveel mensen er op een beurs bij je de stand oplopen. Vragen waar ze een bepaald onderdeel kunnen kopen of vragen naar de afstelgegevens van een motorblok en welke sproeier er in een bepaalde carburateur moet.” Dat hij er veel van weet is ook de reden dat hij voor het magazine van de Batavus Bromfiets Club schrijft. “Dat is erg leuk om te doen en daardoor doe je zelf ook weer kennis op. Kan ik ze niet zelf helpen, dan weet ik vaak wel iemand die dat wel kan.” Op de vraag hoeveel modellen bromfietsen Batavus heeft uitgebracht blijft Jonker het antwoord schuldig. “Ik heb werkelijk geen idee. Het zijn er giga veel. Er zijn merken overgenomen en ze hebben erg veel varianten gemaakt. Elk jaar moest er een nieuw model komen. Ook al was het maar een detail, in het plaatwerk bijvoorbeeld.”
RITJES IN DE OMGEVING
Lid zijn van de Batavus Bromfiets Club betekent in het geval van Jonker ook het maken van vier gezamenlijke ritten per jaar. “Altijd op een zaterdag, verdeeld over Nederland. Met een lengte van zeventig tot tachtig kilometer. Met in het midden een lange pauze voor de lunch. Er rijdt ook altijd een bezemwagen mee, want het is natuurlijk wel oud spul. Maar ik maak ook toertjes hier in de buurt, hoor. Over die kleine paadjes, Oudeschoot, Oranjewoud, het is hier prachtig.”
VLEUGELS
Terug naar zijn werkplaats. Behalve motoren en bromfietsen, zien we onder een enorm kleed ook de contouren van twee vleugels zoals we die kennen van Amerikanen uit de jaren vijftig. Jonker schiet in de lach door het verbaasde gezicht van zijn toehoorder. “Een Chrysler Windsor uit 1957. Daar ben ik nog niet aan toegekomen.”