1 minute read

MUZT met ‘Legally Blonde’ zesmaal in Theater Sneek

De aanstormende musicaltalenten van kunstencentrum Atrium zijn terug in Theater Sneek! Ze schitteren in april tijdens de nieuwe MUZTmusical ‘Legally Blonde’. Het is alweer de zestiende productie van Atriums musicalopleiding voor jongeren tussen de twaalf en twintig jaar oud.

Advertisement

‘Legally Blond’ is een Amerikaanse musical uit 2007, gebaseerd op het gelijknamige verhaal van Amanda Brown uit 2001, wat datzelfde jaar nog werd verfilmd.

‘Legally Blonde’ is een next level-musical. De up-tempomuziek in combinatie met veel dans vraagt een enorme conditie van de musicaltalenten die uit heel Friesland afkomstig zijn.

DOM BLONDJE?

De hoofdpersoon is fashionista

Elle Woods, een blondine die ieder vooroordeel over blondines lachend uit de weg ruimt.

Zij leeft een Instagramleven met fantastische vriendinnen in het

Delta Nu-huis, feestjes op het Malibu-strand en Warner, de hunk van highschool. Wanneer Warner besluit om op Harvard te gaan studeren, staat haar wereld op z’n kop. Radeloos besluit ze om ook voor rechten te gaan en dankzij haar cheerleader skills komt ze door de toelating. Maar in de wereld van Harvard blijkt men niet voorbereid op zoveel spontaniteit.

Voorbereidingen In Volle Gang

De MUZT’ers zijn sinds december bezig met de voorbereidingen op deze hilarische, swingende en ontroerende voorstelling voor iedereen vanaf tien jaar. In de musical zitten ook twee echte honden; in februari was er een heuse auditie voor de rol van buldog Rufus en chihuahua Bruiser. Een grote groep vrijwilligers heeft gewerkt aan de decors, rekwisieten en kostuums. De opleiding geeft bij monde van regisseur Iréne Martin alvast een waarschuwing af naar de bezoekers: “Nummers als ‘OhMyGod’, ‘Blijven Lachen’, ‘Duik en Snap’, ‘De Zweep Erover’ en ‘Legally Blonde’ blijven nog dagen in je hoofd hangen.” De cast bestaat uit Lois Hoekstra, Alwin Knijp, Stern Kok, Dyanta Osinga, Jesper Prins, Nynke Pauluis, Eva Lukkien, Quirine Iddekinge, Elise Benschop, Zoé Liew-On, Ilja

This article is from: