Les 8 - Zelfreflectie
VAKKEN Economie, Nederlands, Godsdienst, Handel, PAV, Humane Wetenschappen DOELSTELLINGEN EN EINDTERMEN De leerlingen verwerven inzicht in hun eigen sterke en zwakke punten [verwerven
inzicht in de eigen sterke en zwakke punten (21)] denken creatief na over oplossingen [kunnen originele ideeën en oplossingen
ontwikkelen en uitvoeren (2)] leren in groep een opdracht tot een goed einde te brengen [dragen actief bij tot het
realiseren van gemeenschappelijke doelen (19)] leren over het spectrum aan verschillende manieren van denken [gaan om met
verscheidenheid (26)] schatten diversiteit tussen mensen naar waarde [Context Socioculturele
samenleving: beschrijven de dynamiek in leef- en omgangsgewoonten, opinies, waarden en normen in eigen en andere sociale en culturele groepen (1)] leren problemen vanuit diverse invalshoeken bekijken [kunnen onderwerpen
benaderen vanuit verschillende invalshoeken (13)] METHODIEK Competentie-test Marshmallow test Reflectie Link met Peru
LESVERLOOP BENODIGDHEDEN
Marshmallows Rollen plakband Touw (liefst meerdere meters lang) Ongekookte spaghetti
COMPETENTIE TEST Het is niet altijd evident om beslissingen te maken over job- en studiekeuze. Met deze les probeer je de leerlingen bewust te maken van hun eigen sterktes en zwaktes. Pas als je deze kent kan je hiermee rekening houden en goede keuzes maken. Ook in Peru staan jongeren dikwijls voor een zware beslissing: moeten ze kiezen om op het platteland te werken, of trekken ze naar de stad? Vaak kunnen deze jongeren beginnen werken in een familiebedrijf, maar dit levert dikwijls geringe opbrengsten op. Daarom trekken jongeren dikwijls naar de stad in de hoop hun passie te vinden, maar vaak is er daar weinig jobgelegenheid.
Je start de les met een competentietest (ontwikkeld door Flanders DC kenniscentrum bij Vlerick Business School, zie bijlage ‘Competentietest’). De leerlingen moeten in elke blok 7, 4, 2 en 1 punten over de 4 mogelijkheden verdelen. Opdracht: 7 punten geef je aan de activiteit waarin je je zelf het best herkent. Aan die activiteit beleef je het meeste plezier; je doet die activiteit het makkelijkst. Zo ken je ook 4, 2 en tenslotte 1 punt toe. Tel op het einde de punten van elke kolom op en zo zie je in welke categorie je het meeste punten hebt. Een leerling behoort dus nu tot de categorie kenner, planner, bedenker of samenwerker. De sterktes en zwaktes per categorie, kunnen de leerlingen lezen in de bijlage ‘Kenmerken van de 4 types’. MARSHMALLOW TEST (25 MINUTEN) Op basis van deze categorieën deel je de klas in groepen op. Plaats leerlingen van hetzelfde type in één groep en maak ook 1 of meerdere groepen met verschillende types. Deze opdeling gebeurt om te testen of het best is om leerlingen met dezelfde of verschillende competenties samen te zetten. In hoeverre verschilt hun werkwijze? Elke groep krijgt dezelfde uitdaging: de marshmallow test. Bij deze test krijgt elke groep 1 marshmallow, 1 rol plakband, 1m touw en 20 harde ongekookte spaghettislierten. Elke groep moet een constructie bouwen waarbij ze de marshmallow zo hoog mogelijk krijgen. Hiervoor krijgen ze 20 minuten de tijd.
REFLECTIE Laat de leerlingen kijken naar de constructies van andere groepen. Laat ze nu in klas antwoorden op de volgende vragen. Verliep de samenwerking goed, waarom wel/niet? Wat hadden ze achteraf gezien anders kunnen doen? Zijn er ideeën van andere groepen die je doordacht vind? LINK MET PERU Laat de leerlingen discussiëren (met de volledige klas) over de volgende vragen. o Bij welk beroep is het nodig om een kenner/planner/samenwerker/bedenker te zijn? o Welke competenties zou je linken aan de volgende jobs? o Koffieboer ( zie antwoord hieronder) o Straatverkoper o Architect o Redders aan zee o Advocaat o Werfleider o Soldaat We stelden deze vraag ook aan de jongeren van het Project in Peru. Zelf sommen ze onderstaande competenties en vaardigheden op om een gelukkig en succesvolle boer te zijn: o kwaliteitsvolle producten vervaardigen o zich laten leiden en vergezellen door een expert, om organische koffie van hoge kwaliteit te kunnen produceren o goed opgeleid zijn o ondersteund worden o in harmonie met de natuur en de omgeving leven o werken met een planning en met duidelijke doelen o georganiseerd samenwerken, met de hele familie naar hetzelfde doel streven o goed gepland samenwerken met de familie om een duurzame landbouw te hebben o 'specialty coffee' produceren o als deel van de coöperatieve werken o op de buiten zijn, gelukkig zijn, om het milieu te bewaren
o je boerderij technisch goed beheren, met het nodige/goede onderhoud o gezondheid
Bijlage 1. Competentietest 2. Categorie: kenmerken van de 4 types