Bladerboekje daan machinist pg

Page 1



“Jouw naam” “Achternaam” de machinist

“Jouw aanhef” “Jouw tekstregel - 1” “Jouw tekstregel - 2” “Jouw tekstregel - 3” “Groet afzender”


Persoonlijke uitgave voor “Jouw naam” “Achternaam” Originele uitgave © Uitgeverij Kluitman Alkmaar B.V. © MMXIV tekst: Fiona Rempt © MMXIV illustraties: Natascha Stenvert Omslagontwerp: Petra Gerritsen Opmaak binnenwerk: Marieke Brakkee Alle rechten voorbehouden, inclusief het recht van reproductie in zijn geheel of in gedeelten, in welke vorm dan ook. Bestellen: www.personalgifts.nl Druk: ARSprintmedia kluitman.nl


“Jouw naam”

Fiona Rempt & Natascha Stenvert


‘Tuut tuut TUUT,’ roept “Jouw naam”. Hij komt eraan met zijn treinen. Door de woonkamer en de gang heeft hij een lange spoorbaan gebouwd. De locomotieven, wagonnetjes en platte wagens staan netjes in een rij. Mama wiebelt op haar tenen tussen de sporen door. ‘Opzij!’ roept “Jouw naam”. ‘Deze loco vervoert een kostbare lading.’

4


Mama legt een koekje op een van de platte wagens en zegt: ‘Ik weet niet of deze lading zijn eindbestemming zal bereiken’.

“Jouw naam” pakt het koekje. ‘Wist je dat de snelste trein ter wereld wel 500 kilometer per uur kan rijden?’

Mama glimlacht. ‘Vind je dat de mooiste, die supersnelle treinen?’ ‘Nee,’ antwoordt “Jouw naam”. ‘Stoomtreinen, dat zijn mijn lievelings.’ Hij rent naar zijn kamer om een boek met foto’s van oude stoomlocomotieven te halen.

5


Stamp-stamp-spring. “Jouw naam� dendert de trap af, met zijn treinenboek onder zijn arm.

Hij struikelt over zijn eigen spoorbaan.

6


Boem! Hij is gevallen en ligt languit op de grond. Au!

7


Als “Jouw naam” weer opstaat, kijkt hij verbaasd om zich heen. Waar is hij? De vloer beweegt en hij hoort allerlei vreemde geluiden:


“Jouw naam” zit in de trein, maar het lijkt niet op een gewone trein. Die klinken heel anders, meer als: ZJOEF!

9


“Jouw naam� ploft neer op een zachte, rode bank en kijkt naar buiten. Cactussen en zand, zo ver hij kan kijken. Verderop staat een kudde bizons, maar nergens ziet hij mensen of huizen. Buiten niet en ook niet in de trein. Hij is helemaal alleen.

10


Gelukkig kan het raam open, denkt “Jouw naam”. Hij steekt zijn hoofd voorzichtig naar buiten.

Op de locomotief zit een schoorsteen, waar dikke rookpluimen uit komen. ‘Dit is een stoomtrein,’ zegt “Jouw naam” verbaasd tegen zichzelf. ‘Dat kan toch niet? Het lijkt wel of ik door de tijd gereisd ben.’

11


Een man in een zwart pak komt de coupé binnen. ‘Waar ben ik?’ vraagt “Jouw naam” aan hem. De man draait de klep van zijn pet naar achteren, zodat hij “Jouw naam” beter kan zien. ‘In Amerika natuurlijk,’ zegt hij dan. ‘Op de Transcontinentale spoorweg. Ik ben de stoker en we zijn op weg naar Sacramento met een lading goud.’ ‘Fantastisch!’ roept “Jouw naam”. ‘Dat was de langste spoorlijn ter wereld.’ ‘Was?’ mompelt de stoker. ‘Dit ís de langste spoorweg, maar we hebben nu geen tijd om te praten. Kom mee!’

12


“Jouw naam” loopt achter de stoker aan door alle treinstellen heen, tot ze helemaal voorin zijn, bij de locomotief. ‘De machinist is ziek geworden,’ vertelt de stoker. ‘Ik kan niet in mijn eentje kolen scheppen, water erop gooien om stoom te maken én de trein besturen. Wil jij me helpen?’

13


Met een mooie machinistenpet op zit “Jouw naam” achter het raam van de locomotief. Hij bekijkt de grote hendels om te rijden en te remmen en kijkt dan weer naar het spoor, dat als een slingerende lijn voor hem uit loopt. ‘Lukt het?’ vraagt de stoker, terwijl hij de stoomketel vol met kolen schept. “Jouw naam” straalt. ‘Alles onder controle.’


Ineens horen ze het geluid van galopperende paarden naast de trein. De stoker kijkt naar buiten. ‘O nee, rovers!’ roept hij geschrokken. ‘Die komen natuurlijk voor het goud dat we vervoeren.’

15


‘Volle kracht vooruit!’ roept “Jouw naam”. ‘We gaan racen.’ Hij duwt de hendels naar voren. De trein sputtert en pruttelt, terwijl hij vaart maakt. Ze gaan steeds harder en harder, maar niet snel genoeg om de paarden af te schudden.

16


Een paar rovers zijn op de locomotief geklommen. ‘Stop de trein!’ roepen ze tegen “Jouw naam” en de stoker.

17


Machinist “Jouw naam” remt zo hard hij kan. Het duurt een hele tijd voordat ze helemaal stilstaan. ‘Uitstappen, allebei,’ commandeert een van de boeven.

18


De rovers hebben al snel ontdekt in welke wagon het goud ligt. Ze laden het op hun wagen. Niemand let op “Jouw naam”.

Stiekem maakt hij een vuurtje. “Jouw naam” snapt nog steeds niet hoe het kan, maar als hij inderdaad in het oude wilde Westen is beland, moeten hier ook indianen zijn, bedenkt hij.


“Jouw naam” stuurt het rooksignaal voor ‘help’ de lucht in. Zijn juf op school heeft er wel eens over verteld. Als hij het goed onthouden heeft, moet hij een paar kleine rookpluimpjes achter elkaar maken.

20


De gouddieven zijn bijna klaar als er van alle kanten indianen aankomen. Onder luid gejoel vallen ze aan.

De stoere krijgers hebben kleuren op hun gezichten geschilderd. Ze springen van hun paarden, slingeren uit de bomen en sluipen uit de struiken met pijlen en bogen in hun hand.

21


Al snel hebben ze de roversbende omsingeld. ‘Als jullie het goud teruggeven aan de stoker en de machinist van de trein, zullen we jullie laten gaan,’ zegt de indianenhoofdman.

De boeven leggen alle goudstaven snel terug in de trein, springen op hun paarden en racen weg.


‘Jullie waren geweldig!’ zegt “Jouw naam” tegen de indianen. De stoker knikt. ‘Bedankt voor de hulp.’ De hoofdman wijst naar “Jouw naam”. ‘Eigenlijk moet je die kleine machinist bedanken. Hij heeft ons geroepen.’

23


De indianen nemen afscheid. “Jouw naam” en de stoker zwaaien ze uit. Achter hen stapt de echte machinist uit de locomotief. ‘Ik voel me weer een stuk beter,’ zegt hij. ‘Waarom staan we stil? Heb ik iets gemist?’

24


Nadat ze alles hebben verteld, stappen de stoker, de grote en de kleine machinist lachend weer in de trein.

“Jouw naam� struikelt over de laatste trede van het trappetje.


‘Gaat het, lieverd? Je bent wel hard gevallen.’

Hè, denkt “Jouw naam” verbaasd. Dat is niet de stem van de stoker of de machinist. Dat is mama! Langzaam doet hij zijn ogen open.

‘Het gaat fantastisch,’ antwoordt hij dan. ‘Ik was de machinist op de Transcontinentale spoorweg. Ik heb de trein bestuurd en het goud gered. Heb je die indianen gezien?’

26


Mama tilt “Jouw naam” op en geeft hem een knuffel. ‘Natuurlijk, stoere machinist. Jij bent mijn grote held.’ Ze slaat het boek open en wijst naar een plaatje van een oude stoomlocomotief. ‘Was dat hem?’ ‘Ja,’ antwoordt “Jouw naam” verbaasd. ‘Hoe weet jij dat?’

27


*600076273* 600076273_176695_2.9.1.H




Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.