L ieve Noah,
G efeliciteerd met je derde verjaardag.
We wensen je heel veel plezier met dit
l euke avonturenboek van Woezel & Pip
D ikke kus, opa & oma
© 2 025 Een uitgave van Van Hoorne Studios in samenwerking met YourSurprise
Van Hoorne Studios BV
Tekst, illustraties en vormgeving: Van Hoorne Studios © 2025 Van Hoorne Studios
Naar het idee en de creatie van Guusje Nederhorst (1969-2004) www.woezelenpip.nl | www.detovertuin.nl
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd of overgedragen in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere informatie- opslag en retrieval systeem, zonder schriftelijke toestemming van Van Hoorne Studios BV en YourSurprise.
Bestellen: www.yoursurprise.nl
Druk: ARSprintmedia
Het zonnetje schijnt vrolijk over de Tovertuin als Pip Woezel wakker maakt.
‘Woezel, Woezel! Word eens wakker!’
Woezel draait zich slaperig om. ‘Wat is er, Pip?’
‘Ik ben mijn hartenbandje kwijt!’ zegt Pip. ‘Hij ligt niet meer in het hok.’
Woezel is meteen klaarwakker. Hij weet hoe belangrijk het hartenbandje
voor Pip is.
‘Ik help je wel zoeken, Pip,’ zegt Woezel. ‘Ik heb een hele goede speurneus.’
Woezel steekt zijn neus in de lucht. ‘Volg mij maar, Pip!’
Snel rent Pip achter Woezel aan naar buiten.
Woezels speurneus leidt hen naar de speelboom.
Pip klimt in de uitkijktoren en kijkt over de Tovertuin. Waar zou haar hartenbandje nou toch zijn?
Woezel zoekt en zoekt, tot hij ergens tegenaan botst. Woezel kijkt verbaasd op. ‘Hoi, ik ben N oah !’ zegt N oah .
‘Hoi N oah , heb je misschien Pips hartenbandje gezien?’ vraagt Woezel. ‘Is die roze, met een hartje eraan?’ vraagt N oah .
‘Ja!’ zegt Pip. ‘Weet jij soms waar hij is, N oah ?’
‘Ik zag net een grote vogel met zo’n bandje in zijn bek wegvliegen.
Daar!’ N oah wijst.
Woezel en Pip kijken in de lucht, maar ze zien de vogel niet.
‘Kom!’ zegt N oah . ‘We halen je hartenbandje terug, Pip!’
‘Hier vloog de vogel naartoe,’ zegt N oah als ze bij een grote boom aankomen.
Woezel, Pip en N oah kijken om zich heen, maar nergens zien ze een grote vogel. ‘Molletje, heb jij hier soms een grote vogel gezien?’ vraagt Pip als ze Molletje ziet staan.
‘Sorry Pip, ik heb niet zulke goede ogen,’ zegt Molletje. ‘Maar ik heb net wel een grappig geluid gehoord. “Tsjie-oek, tsjie-oek!”’
‘Ja, dat is hem!’ zegt N oah . ‘Als jullie op zoek zijn naar een vogel, dan kan de Wijze Varen jullie vast wel helpen,’ zegt Molletje.
Woezel springt op. ‘Goed idee, Molletje! Kom, we gaan naar de Wijze Varen!’
De Wijze Varen heeft een heel groot vogelboek. Daar staan alle vogels in die in de Tovertuin wonen.
N oah wijst naar een plaatje in het boek. ‘Dat is de vogel die Pips hartenbandje mee heeft genomen.’
‘Dat is de Picapica,’ vertelt de Wijze Varen. ‘Oftewel de ekster. Hij maakt een heel kenmerkend geluid.’
‘Tsjie-oek, tsjie-oek!’ doet Molletje.
‘Waar woont de Picapica, Wijze Varen?’ vraagt Woezel.
‘Bij de kronkelboom, aan de overkant van het Kikkermeer,’ antwoordt de Wijze Varen. Hij wijst een plek aan op de kaart van de Tovertuin.
‘Dan moeten we daarheen!’ zegt N oah .
‘Ja!’ Pip springt op. ‘Op naar de kronkelboom!’
‘Zijn we er al bijna?’ vraagt Woezel na een tijdje lopen.
‘Het is nog een stukje verder,’ zegt Molletje. ‘Als we onder de grond gaan, zouden we wel wat sneller gaan.’
Woezel, Pip en N oah kijken elkaar aan. Ze zijn nog nooit onder de grond geweest!
‘Kunnen we mee onder de grond, Molletje?’ vraagt Pip.
Ze kan niet wachten tot ze haar hartenbandje weer terug heeft.
‘Natuurlijk!’ zegt Molletje. Hij graaft een extra grote tunnel voor zijn vriendjes. ‘Kom maar mee!’
Woezel, Pip en N oah vinden het wel spannend, het is zo donker onder de grond! Gelukkig weet Molletje heel goed de weg.
Kwaak, kwaak, kwaak! ‘Ik hoor de kikkers!’ roept Woezel. ‘We zijn er!’
Snel kruipen de vriendjes omhoog.
‘Bedankt Molletje!’ zegt Pip, waarna ze snel verder rent, op naar haar hartenbandje. Maar als ze het Kikkermeer van dichtbij ziet, kijkt ze met grote ogen naar het water.
‘Oh nee! Hoe komen we hier nu overheen?’ vraagt ze geschrokken.
‘Over deze brug?’ N oah wijst naar een boomstam die over het water ligt.
Pip schudt haar hoofd. ‘Dat durf ik denk ik niet!’
‘Het komt goed, Pip,’ zegt Woezel. ‘We doen het samen!’
Voorzichtig zet Pip een pootje op de boomstam.
‘Goed zo, Pip!’ moedigt Woezel haar aan.
Heel langzaam loopt Pip samen met N oah achter Woezel aan.
Ze trilt een beetje op haar pootjes.
‘We zijn er bijna, Pip!’ zegt N oah .
Dapper zet Pip de laatste stapjes op de boomstam.
Dan springt ze opgelucht naar de overkant. ‘Het is gelukt!’ juicht Pip blij.
‘Goed gedaan, Pip!’ Woezel geeft haar een dikke knuffel.
‘Kom, dan gaan we je hartenbandje halen.’
Woezel, Pip en N oah kijken goed om zich heen, op zoek de Picapica.
Ze lopen langs allerlei soorten bomen en zoeken en zoeken.
Na een tijdje raakt Pip een beetje moedeloos. ‘We vinden mijn hartenbandje nooit!’ snift ze verdrietig.
Maar dan ziet N oah wat liggen. ‘Kijk daar!’
Verder op het pad ligt een glanzende zwarte veer.
‘De Picapica is hier geweest!’ juicht Woezel. ‘Dan moet de kronkelboom hier ook ergens zijn.’
Dan ziet N oah nog een veer liggen en rent vooruit.
‘Deze kant op!’
‘Daar, de kronkelboom!’ N oah wijst naar een grote boom met kromme takken.
Woezel en Pip zien het ook. Boven in de boom is een nestje en als ze goed kijken zien ze daar iets glinsteren.
‘Mijn hartenbandje!’ roept Pip verrukt. ‘We hebben hem gevonden!’
‘Maar hoe krijgen we hem uit het nest?’ vraagt Woezel zich af.
N oah schudt hard aan de stam van de boom. Het nestje wiebelt een
beetje, maar het hartenbandje blijft gewoon zitten.
Woezel gooit dennenappels naar het nest. Zo hoog als hij kan.
Maar hij raakt niet het hartenbandje.
‘Oh, nee!’ zucht Pip.
‘We kunnen er niet bij!’
Dan klinkt er opeens een bekende stem door het bos. ‘Woezel! Pip! Waar zijn jullie?’
Charlie komt tussen de bomen vandaan gerend, met Buurpoes achter hem aan.
‘Charlie! Buurpoes!’ zegt Pip blij.
‘Vlindertje dacht dat jullie wel wat hulp konden gebruiken,’ zegt Buurpoes.
‘We hebben het hartenbandje van Pip gevonden,’ zegt Woezel. ‘Daar! In het nest van de Picapica!’ Woezel wijst. ‘Maar we kunnen er niet bij.’
Buurpoes kijkt bedenkelijk naar het nestje in de boom. ‘Hij ligt wel heel erg hoog!’
‘Misschien helpt dit?’ Charlie laat zien wat hij en Buurpoes hebben meegenomen.
‘Ben je er klaar voor, N oah ?’ vraagt Pip.
N oah klimt in het mandje en knikt.
De vriendjes trekken aan het touw en heel langzaam gaat het mandje met N oah de lucht in.
Het is best moeilijk, maar samen gaat het heel goed.
Ze trekken en trekken en trekken tot N oah bijna bij het nest van de Picapica is.
‘Nog een klein stukje!’ roept N oah .
Woezel, Pip, Buurpoes en Charlie trekken zo hard als ze kunnen.
Het mandje wiebelt een beetje en N oah rekt zich uit…
‘Ja, ik heb hem!’ roept N oah .
Juichend laten de vriendjes het mandje langzaam weer zakken.
N oah geeft het hartenbandje aan Pip. ‘Alsjeblieft.’
Pip slaat haar pootjes om N oah heen en doet dan snel haar hartenbandje om.
‘Ik ben zo blij dat ik mijn hartenbandje weer terug heb!’ zegt Pip.
‘Dankjewel lieve vriendjes!’
Woezel, Pip, Buurpoes, Charlie en N oah geven elkaar een dikke knuffel.
‘Dankjewel lieve N oah !’
O nee, Pip is haar hartenbandje kwijt!
Noah heeft een vogel zien vliegen met Pips hartenbandje in zijn bek! Gelukkig weet de Wijze Varen waar de vriendjes deze vogel kunnen vinden.
Samen met Noah gaan Woezel en Pip op een spannend avontuur, op zoek naar Pips hartenbandje!