Bladerboekje daan raceauto pg

Page 1



“Jouw naam” “Achternaam”

“Jou w na am”

in de raceauto

“Jou w na am”

“Jouw naam ”

“Jouw aanhef” “Jouw tekstregel - 1” “Jouw tekstregel - 2” “Jouw tekstregel - 3” “Groet afzender”


Persoonlijke uitgave voor “Jouw naam” “Achternaam” Originele uitgave © Uitgeverij Kluitman Alkmaar B.V. © MMXIV tekst: Fiona Rempt © MMXIV illustraties: Natascha Stenvert Omslagontwerp: Petra Gerritsen Opmaak binnenwerk: Marieke Brakkee Alle rechten voorbehouden, inclusief het recht van reproductie in zijn geheel of in gedeelten, in welke vorm dan ook. Bestellen: www.personalgifts.nl Druk: ARSprintmedia kluitman.nl


“Jouw naam” ” m a na w u “Jo

” m a a n w u o J “ Fiona Rempt & Natascha Stenvert


VROEM-VROEM-VROEM. “Jouw naam” speelt met zijn autootjes. ‘Doe je mee?’ vraagt hij, maar papa luistert niet. Hij kijkt naar het autoracen op de televisie. “Jouw naam” zoekt zijn snelste wagens uit en zet ze op zijn racebaan. Bij de startlijn. ‘Pap, wil jij aftellen voor de wedstrijd?’

4


Zonder op te kijken, roept papa: ‘3… 2… 1…!’ “Jouw naam” drukt op de knopjes om de auto’s uit hun startblokken te laten schieten. In volle vaart gaan ze vooruit. De gele racewagen is als eerste bij de finish, dus hij wint. ‘Hoera voor “Jouw naam” de racer,’ juicht “Jouw naam”.


Papa kijkt nog steeds naar het scherm. Hij wenkt “Jouw naam” om naast hem te komen zitten. ‘De Grote-Prijs-wedstrijd gaat zo beginnen. Dit moet je zien,’ zegt hij. ‘Autoracen is een van de spannendste sporten die er is.’ ‘Waarom heb jij geen raceauto?’ vraagt “Jouw naam”. Papa lacht. ‘Die mogen niet op de gewone weg. Daar zijn ze te snel voor. Een raceauto gaat wel 325 kilometer per uur. Daarom rijden ze hun wedstrijden op een speciale baan, een circuit.’

6


‘Waarom doe je dan niet met zo’n wedstrijd mee?’ vraagt “Jouw naam”. Papa schudt met zijn hoofd. ‘Racewagens hebben ook speciale bestuurders. Die worden coureurs genoemd. Daar moet je jarenlang voor trainen.’ Er wordt ingezoomd op een man met een helm op. Hij draagt een dik, glimmend pak met handschoenen en laarzen. Allemaal in dezelfde kleur groen. ‘Dat is Willem Schoenmaker,’ zegt papa. ‘Hij is de snelste autocoureur van de wereld.’

7


Dan verzamelen alle racewagens voor de startstreep. Ze staan met ronkende motoren naast elkaar. Gespannen wachten de coureurs tot alle rode lichten op groen springen.


Daar gaan ze! Het lijkt wel of ze gelanceerd worden, zo snel starten ze. De raceauto’s rijden zo hard dat “Jouw naam” ze niet meer scherp kan zien. Hij wordt er een beetje duizelig van. ‘Ze moeten zestig rondjes,’ vertelt papa. Dat kan wel even duren, denkt “Jouw naam”.

9


Wanneer “Jouw naam” zijn ogen weer opent, zit hij in een knalgroene raceauto. Hij sjeest over de asfaltbaan van het circuit. Voorzichtig kijkt hij achterom. Volgens mij lig ik op kop, denkt hij, maar hij heeft geen tijd om zich te verbazen. Er komt een scherpe bocht en “Jouw naam” draait aan het stuur.

” m aa n w u o “J

” m aa n w u “Jo 10


“Jouw naam” scheurt langs het grote podium. Hij ziet dat er een man op is geklommen. Hij pakt stiekem de gouden beker die daar staat. Dat is de Grote Prijs. ‘Houd hem tegen!’ roept “Jouw naam”, maar zijn stem komt niet boven het lawaai van de motor uit.

” aam n w “Jou

“Jo uw na am ”

“Jouw naam ”

11


De dief stapt in een auto en rijdt weg. Niemand ziet het, omdat alle mensen de andere kant op kijken, naar de wedstrijd. Iedereen, behalve “Jouw naam”…Hij stuurt de baan uit om de zwarte auto te achtervolgen, maar de boef doet het hek van de ingang achter zich dicht. Wat nu? Zo kan “Jouw naam” het stadion niet uit.

12


“Jouw naam” “Jo uw na am ”

” m a a n w u o “J

Hij geeft plankgas en rijdt recht op de tribune af. Het hokje van de fotografen heeft een schuin dak. “Jouw naam” stuurt erop af en gebruikt het als schans. Met zijn racewagen springt hij over het publiek heen en vliegt zo het stadion uit.


In de verte ziet hij de vluchtende auto de bocht om scheuren. “Jouw naam� zet de achtervolging in.

14



” m a a n w u “Jo

De dief ziet hem aankomen en denkt “Jouw naam” te slim af te zijn. Hij stuurt zijn auto over een smalle brug. De racewagen van “Jouw naam” is daar veel te breed voor.


In plaats van te remmen geeft “Jouw naam” extra veel gas.

w ou “J

” am na

w ou “J

” am na

Met een ruk aan zijn stuur,

en rijdt op twee wielen

“Jouw naam”

naar één kant

“Jouw naam”

trekt hij de auto

uw “Jo m” naa

verder.

als een acrobaat over de reling van de brug.

am” w na “Jou

Zo balanceert hij

17


“Jouw naam”

uw o J “

Aan de overkant ligt een brede weg. Daar kan “Jouw naam” lekker hard racen. Hij is veel sneller dan de dief. “Jouw naam” haalt hem zelfs in! Hij trapt hard op de rem, slipt en parkeert dwars op de weg, waardoor de zwarte auto klem wordt gereden.

18

m” a na


De dief kijkt achterom om te zien of hij die kant nog op kan vluchten, maar er komen al politieauto’s aan gereden, met loeiende sirenes en zwaailichten op hun dak.

“Jouw naam”


De dief geeft zich over en de politiemannen geven de beker aan “Jouw naam�, die snel weer naar het circuit rijdt om de kostbare prijs terug te brengen.

20


uw “Jo w ou “J ” am na

Om de snelste route te kunnen nemen, moet hij over het parkeerterrein. Er staan lange rijen geparkeerde auto’s. “Jouw naam” rijdt hard op een zandheuvel af en springt zo over de hele parkeerplaats heen!

21

” am na


De raceauto landt met een pirouette op één wiel.

22

“Jou w na am”

“Jou w na am” “Jouw naam ”


Het hek van het stadion is weer open. “Jouw naam” rijdt naar binnen. Dan hoort hij een hard applaus.

23


“Jouw naam�

Hij schrik ervan en verliest de controle over het stuur. Met een harde klap botst hij tegen een stapel banden aan!

24


“Jouw naam” wrijft over zijn hoofd. Au! Dat is gek, denkt hij. Ik heb geen helm meer op. Die zal wel af gevlogen zijn door de botsing. Dan ziet hij dat hij op de bank zit. De race op televisie is afgelopen. Zijn vader staat te juichen. ‘Onze favoriet heeft gewonnen! Vond je het niet spannend?

25


“Jouw naam” gaapt. ‘Heel spannend! Heb je mijn achtervolging gezien? Ik heb de Grote Prijs gered!’

Papa geeft “Jouw naam” een knipoog. ‘Wat dom van me. Ik keek weer eens de verkeerde kant op, terwijl mijn eigen coureurtje de race van zijn leven reed. Jij was vast net zo stoer als Willem Schoenmaker.’ ‘Stoerder!’ schept “Jouw naam” op. ‘Als ik niet achter die schurk aan was gegaan, had ik de race makkelijk gewonnen.’

26


Papa grinnikt. Hij zet de speelgoed autootjes weer op de baan. ‘Nog een rondje?’ ‘Nee, ik heb wel even genoeg geracet,’ antwoordt “Jouw naam”. ‘Ik ga lekker buiten spelen.’


“Jou w na am”

“Jou w na am”

“Jouw naam ”

*600075554* 600075554_176030_1.8.29.H




Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.