Meneba Sociaal Jaarverslag 2008

Page 1

SOCIAAL JAARVERSLAG 2008

OR OP KOERS

IN WOELIGE TIJDEN

R&D EEN GEDREVEN EN

NIEUWSGIERIGE AFDELING VIER GEZICHTEN ACHTER

MOLENS TAELMAN


Inhoud

V4 Column

02 COLUMN JOHN OTTEN 03 OR OP KOERS 04 KERNWAARDENTEAM BLIKT TERUG EN VOORUIT 06 M EN EBA: GRAANSPECIALIST 07 DE ORGANISATIE IN CIJFERS 08 RESEARCH & DEVELOPMENT: GEDREVEN

EN NIEUWSGIERIG

10 HERSTEL PENSIOENFONDS VERGT PIJNLIJKE

02

MAATREGELEN

11 UITKOMSTEN KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK 12 4 GEZICHTEN ACHTER MOLENS TAELMAN 14 COLLEGA’S IN DE SCHOOLBANKEN 16 MIJN PASSIE: DIRK HACKSTETTE SPEELT TROMPET

04

Vitaal blijven in moeilijke tijden

2008 was een enerverend jaar door sterk fluctuerende grondstofprijzen en de wereldwijde crisis. En hoewel er gelukkig altijd brood wordt gegeten, staan de prijzen van meel en bloem zwaar onder druk.

In onze traditionele thuismarkt heeft Meneba haar positie versterkt op basis van vakmanschap, het vertrouwen van klanten, voorsprong in toegevoegde waarde en een vitale organisatie. Desondanks wordt de concurrentie heviger en nemen de marges af. Export is een nog lastiger verhaal. Traditionele importlanden investeren in eigen molens en kopen minder bij Europese molens. We moeten ons daar­ om focussen op markten waar de kwaliteit van Meneba tot haar recht komt. Ook het pensioenfonds van Meneba is door het inzakken van de aandelenmarkt in de problemen geraakt. Dat we daarin niet alleen staan is een schrale troost. Gepensio­ neerden en medewerkers worden hier direct geraakt. Dat maakt pijnlijk duidelijk dat niemand ontkomt aan de harde realiteit van de recessie.

08

Hoewel we 2008 met elkaar goed hebben afgesloten, zijn structurele aanpassingen nodig om Meneba een aantrek­ kelijke partner voor haar relaties te laten blijven. Zowel in Nederland als in België, waar we er vorig jaar ruim 40 nieuwe, gemotiveerde collega’s bij kregen. In de loop van 2009 zal hierover meer duidelijk worden.

12 16

Vast staat dat we vitaal moeten blijven. Dat betekent ook: initiatieven nemen, tijdig aanpassen en in een enkel geval offers brengen. Alleen dan kan Meneba haar voorsprong behouden. Namens de directie dank ik alle medewerkers voor de getoonde inzet en betrokkenheid en wens ik iedereen veel succes en gezondheid toe. John Otten Directeur Human Resources


4

ONDERNEMINGSRAAD

OP KOERS IN WOELIGE TIJDEN

2008 WAS DOOR DE AANSLUITING VAN MOLENS TAELMAN EN STERK GESTEGEN GRONDSTOFPRIJZEN EEN BEWOGEN JAAR. OOK 2009 STAAT GARANT VOOR DYNAMIEK EN VERANDERING. LATER DIT JAAR DISCUSSIEERT DE OR MET HET DIRECTIETEAM OVER EEN NOODZAKELIJK GEACHTE ORGANISATIEWIJZIGING. OR-VOORZITTER FREEK SCHARLEMAN EN VICEVOORZITTER SANDER HARMSEN BLIKKEN TERUG EN VOORUIT. Sander Harmsen en Freek Scharleman

S

inds 2007 krijgt medezeggenschap bin­ nen Meneba gestalte via de overleg­ commissies (OC’s) voor de productie­ locaties en de divisie en via de centrale onder­ nemingsraad (OR), samengesteld uit de com­ missieleden. Het functioneren daarvan wordt nu geëvalueerd. Ook de toekomstvisie van de OR komt daarbij aan bod. Freek Scharleman: “Deze overlegstructuur past goed bij Meneba, maar er zijn ongetwijfeld verbeterpunten. Een aandachtspunt voor de toekomst is de vergrijzing van het personeels­ bestand. De komende jaren gaan veel oudge­ dienden met pensioen. Hun kennis mag niet verloren gaan. Dat vraagt extra aandacht voor kennisoverdracht en informatiesystemen.”

Aansluiting Molens Taelman De OR is blij met de aansluiting van Molens

Leden OC Divisie Leon Crommentuyn Sander Harmsen (vicevoorzitter OR) Freek Scharleman (voorzitter OR) Ronald Schravesande

Taelman, die Meneba’s marktpositie in België en Noord-Frankrijk wezenlijk versterkt. Met zijn moderne installaties, productportfolio, goede reputatie en relatief jonge bezetting ­versterkt en verbreedt het bedrijf de basis. Molens Taelman valt overigens onder Belgi­ sche wetgeving en is dus niet vertegenwoor­ digd in de OR.

Bonusdoelstellingen In 2008 zijn in goed overleg met de directie en het locatiemanagement nieuwe bonusdoel­ stellingen vastgesteld. Ook is afgesproken om de grote reserve aan vakantiedagen af te bou­ wen. Alle OC’s willen bovendien afgevaar­ digden leveren aan de arbocommissies op de ­locaties om de veiligheidsrisico’s voor mede­ werkers waar mogelijk te verminderen. Twee andere doelstellingen die in 2009 extra aandacht krijgen zijn het terugdringen van het ziekteverzuim en vermindering van het aantal klachten rond voedselveiligheid. Deze ken­ getallen lopen per locatie nogal uiteen en het streven is om de verschillen te verkleinen.

Persoonlijk medisch onderzoek In relatie tot de kernwaarde Vitaliteit maakt de OR zich sterk voor herinvoering van het per­

Annie Dirks-Lijten heeft Meneba ver­ laten. Haar plaats is nog niet ingevuld. Sander in actie als baktechnisch adviseur

soonlijk medisch onderzoek. “Medewerkers boven een nader vast te stellen leeftijd kunnen dan periodiek een kosteloze gezondheidscheck laten uitvoeren”, licht Sander Harmsen toe. “Dit bevordert de bewustwording over de eigen gezondheid en kan het ziekteverzuim helpen terugdringen. Meneba krijgt hierdoor beter ­inzicht in de gezondheidsstatus van de oudere medewerkers, zodat het daar eventueel speci­ fiek beleid voor kan ontwikkelen.” Hij bena­ drukt dat persoonlijke medische gegevens ver­ trouwelijk zijn en alleen anoniem beschikbaar worden gesteld voor managementinformatie.

Nieuwe organisatiestructuur broodnodig In juni 2009 is oriënterend gesproken met­ de directie over een noodzakelijk geachte wijziging van de organisatiestructuur. Freek: “De marktomstandigheden dwingen ons tot structurele kostenverlaging en slagvaardiger optreden. Daarvoor wordt gedacht aan een nieuwe organisatiestructuur met kortere ­lijnen en aan efficiëntere interne logistiek. Wij ondersteunen dit idee, maar hoe het vorm moet krijgen is nog niet bekend. Samen met de vakverenigingen is besloten dat het direc­ tieteam dit eerst uitwerkt, zodat er over één integraal pakket van maatregelen kan wor­ den gediscussieerd. Dat krijgt op zijn vroegst na de zomer zijn beslag.”

Leden OC Rotterdam Ad Augustinus, Serif Bicer, John Faase, Dennis van Schaijk, Ronald van der Wolf

Leden OC Weert Wilbert Geraerts, Ashton Lamerikx, Frans Looijen

Leden OC Wormerveer Moustafa Awad, Luit Boonstra, Fred Kaagman, Martin Lamb

Spreek ons aan Sander roept alle medewerkers tenslotte op om de OC-leden aan te spreken bij vragen die verband (kunnen) houden met medezeggen­ schap. “Zo houden wij voeling met wat er leeft en kunnen we actiever invulling geven aan ­medezeggenschap”, zegt hij. “In dat verband zou een ruimere vertegenwoordiging van ­vrouwen in de OR en OC’s ook niet misstaan. Dames, kom in actie!”

03


Kernwaardenteam blikt terug en vooruit 04

KERNWAARDEN: VAN LOSSE KRETEN NAAR VERANKERDE BEGRIPPEN BEGIN 2008 WERDEN WE GECONFRONTEERD MET HET FENOMEEN KERNWAARDEN. VITALITEIT, VOORSPRONG, VAKMANSCHAP EN VERTROUWEN GEVEN AAN WAAR MENEBA VOOR STAAT EN HOE HET GEZIEN WIL WORDEN. OM DE VIER V’S IN DE ORGANISATIE TE VERANKEREN HEEFT HET KERNWAARDENTEAM ACTIVITEITEN OP TOUW GEZET. RINY DE BOK, FRED GLISSENAAR, JOHN OTTEN EN DÉSIRÉE POTTERS MAKEN EEN TUSSENBALANS OP.

A

an de lancering van de vier V’s in april vorig jaar zijn heel wat discussies vooraf gegaan. John Otten was daar als directeur HR en lid van het directieteam nauw bij betrokken. “Invulling geven aan de missie, visie en strategie van het bedrijf is niet los te zien van waarden en normen en van het gedrag dat daarbij hoort”, zegt hij. “Met hun gedrag bepalen alle medewerkers gezamen­ lijk – van hoog tot laag – hoe Meneba functio­ neert en hoe de buitenwacht tegen ons aan­ kijkt. Om dat gedrag zonodig te kunnen bij­ sturen, moet je eerst benoemen welk gedrag wenselijk is.”

Inventarisatie Een werkgroep met medewerkers uit alle ge­ ledingen van het bedrijf kreeg de taak dit te inventariseren en de uitkomsten samen te vat­ ten in een beperkt aantal kernwaarden. Die inventarisatie kreeg vorm in een flink aantal kernwaardensessies op alle locaties. Hierin verzorgden leden van het kernwaardenteam presentaties en werd er open gediscussieerd met tal van medewerkers. Riny de Bok, loca­ tiemanager in Wormerveer, verzorgde de pre­ sentatie op de tapperij in Rotterdam. “Het thema kernwaarden is tamelijk abstract. Om het wat toegankelijker te maken heb ik in mijn

presentatie een vertaalslag gemaakt naar Sportclub Feyenoord. In Wormerveer zou het AZ of Ajax zijn, maar dat leek me in Rotterdam niet de beste keuze. Het bleek een goed hand­ vat te zijn om op de werkvloer over het onder­ werp te discussiëren. Net zoals een topclub moeten ook wij presteren, de juiste man op de juiste plaats hebben, investeren in talent en erop kunnen vertrouwen dat gaten in de linies worden gedicht. Alleen dan kun je winnen.” De bijeenkomsten leverden volgens John veel nuttige informatie op, die uiteindelijk resul­ teerden in de kernwaarden Vitaliteit, Voor­ sprong, Vakmanschap en Vertrouwen.


vlnr: John Otten, Désirée Potters, Riny de Bok, Fred Glissenaar

Eerst daden, dan woorden Om de vier V’s in de organisatie te verankeren zette het Kernwaardenteam een activiteiten­ programma op touw. Désirée Potters: “In overleg met de directie was al besloten om het programma eerst intern uit te rollen. Daar is ruim een jaar voor uitgetrokken. Onder het motto ‘eerst daden, dan woorden’ zullen de kernwaarden vanaf 2010 ook doorklinken in de communicatie met klanten.”

Vitaliteit Het eerste thema dat in de schijnwerpers kwam te staan was vitaliteit, dat natuurlijk perfect past bij het voorjaar. Alle medewerkers ontvingen in april 2008 een zakje met bloem­ zaden, die zij thuis konden uitzaaien. Dit was geen toevallige keuze, aldus Désirée. “De symboliek van bloemzaden is dat je eerst iets moet zaaien en wortel laten schieten, voordat je kunt oogsten en opnieuw kunt zaaien.”

Voorsprong In de zomerperiode kreeg Voorsprong extra aandacht. Het thema was opgehangen aan workshops voor medewerkers bij TSS, dat net was uitgebreid en de beschikking had gekre­ gen over een complete batter- en frituurlijn. Hieraan werd enthousiast deelgenomen door medewerkers van alle locaties.

Prijsvraag Vakmanschap Vakmanschap stond voor de winterperiode op de agenda. Om de creativiteit van de mede­ werkers te prikkelen én te benutten, is voor de invulling van het activiteitenprogramma een prijsvraag uitgeschreven. Van de 23 reacties werden de voorstellen van Marinus Bruin (Wormerveer) en Renata Lammens (Rotter­

dam) als beste beoordeeld. Zij hadden het idee opgevat om verschillende medewerkers op hun werkplek te fotograferen en de foto’s met een korte, persoonlijke visie op vakmanschap afwisselend te laten zien op posters of tvschermen. Vanwege het lange productietraject zijn vanaf juli 2009 op alle locaties tal van col­ lega’s te zien in deze ‘wisseltentoonstelling’. Fred Glissenaar heeft er een goed gevoel bij. “Door het fotoproject zal de kernwaarde Vak­ manschap voor veel medewerkers meer gaan leven. Dat is ook wenselijk, want in principe moet iedereen nadenken over zijn of haar eigen vak­ manschap en daar zelf iets mee doen. Het helpt als collega’s daarbij het voorbeeld geven.”

Vertrouwen Inmiddels is ook de laatste van de vier V’s ver­ taald in een tastbare activiteit. Riny: “Vertrou­ wen is misschien wel het lastigste thema van allemaal. Het is een breed begrip, dat voor ie­ dereen iets anders betekent. Het gaat om ver­ trouwen in de organisatie, in leidinggevenden en in collega’s, om vertrouwen in de juistheid van informatie, om vertrouwen in de markt en niet in de laatste plaats om zelfvertrouwen. Vertrouwen heeft ook een gevoelige kant, vooral wanneer het omslaat in niet-vertrou­ wen. We wilden het daarom op een ludieke manier bespreekbaar en transparant maken.” Dat uitgangspunt mondde uit in een set brief­ kaarten met spreuken en een pen met een uitrolbare toelichting plus cartoon. Heel wat medewerkers hebben hun collega’s inmiddels verrast met briefkaarten, dikwijls met een persoonlijke noot.

Waardevolle begrippen Ruim een jaar na de start van het programma

stellen de leden van het kernwaardenteam vast dat de activiteiten en de aandacht voor kernwaarden in Meeltje, werkoverleg en functioneringsgesprekken effect sorteren. Désiréé: “Ik merk dat de vier V’s steeds meer gebruikt worden en onderwerp van gesprek zijn.” “En steeds vaker in positieve zin”, voegt Riny toe. “In het begin werd er soms nog wat lache­ rig gereageerd, maar inmiddels beseffen de meeste medewerkers dat de kernwaarden waardevolle begrippen zijn.” Volgens Désirée spelen de functionerings­ gesprekken een sleutelrol. “Daarin komt de vertaalslag naar gewenst gedrag aan de orde. Hoe doen we het met zijn allen, hoe sta jij daar­ in als medewerker of leidinggevende en hoe kun je het nog beter doen? Uiteindelijk moet dat leiden tot een soort collectieve trots en herkenning in de markt.”

België en Duitsland “Dat is inderdaad de kern van de zaak”, valt John Otten bij. “Maar nogmaals: het moet eerst intern op de rails staan voordat we er­ mee naar buiten kunnen. Wat we daarbij niet mogen vergeten, zijn de locaties in België en in Duitsland. Naast Hasselt loopt Molens Tael­ man inmiddels mee in het programma. Greven is een stuk lastiger vanwege de taalbarrière. Anderzijds is het een kleine, overzichtelijke groep, waarmee je heel direct en persoonlijk kunt communiceren. Ook daar zullen de kern­ waarden verankerd raken.” Riny: “De vier V’s helpen ook om van de ver­ schillende identiteiten van de locaties tot een hechter geheel te vormen. Voor een internatio­ naal bedrijf als Meneba is erg belangrijk dat er vanuit gezamenlijke waarden en normen wordt gedacht en gehandeld.”

05


06


DE ORGAN1SATIE IN CIJFER5 Een stabiel jaar Het personeelsbestand op alle locaties (exclu­ sief Bossuit) bleef in 2008 nagenoeg onveran­ derd. Ultimo 2008 waren er 459 mensen in dienst (444 fte), tegenover 455 (440 fte) op 31 december 2007. De groei kwam voor rekening van Rotterdam en Weert. 32 medewerkers verlieten het bedrijf en er kwamen 36 nieuwe

collega’s voor terug. Dit verloop vloeit mede voort uit het hoge aandeel oudere medewer­ kers, dat in 2008 opnieuw steeg.

Molens Taelman Sinds september maakt Molens Taelman in het Belgische Bossuit deel uit van de Meneba familie. Dit zeer moderne productiebedrijf

Personele bezetting Locatie 31-12-2008 Fulltime Parttime Totaal FTE % parttime Rotterdam 283 247 34 273,00 12,01% Wormerveer 97 87 10 93,38 10,31% Weert 60 57 3 59,10 5,00% Fijnaart 3 3 0 3,00 0,00% Hasselt 10 10 0 10,00 0,00% Bossuit 46 43 3 44,70 6,52% Greven 6 5 1 5,60 16,67% Totaal 505 452 51 488,78 10,10%

Dienstjaren Locatie Rotterdam Wormerveer Weert Fijnaart Hasselt Bossuit Greven Totaal

0-1 36 7 7 0 2 22 2 76

2-9 53 20 17 0 2 21 3 116

10-19 62 16 17 0 5 0 0 100

20-29 80 24 7 1 1 2 1 116

> 30 52 30 12 2 0 1 0 97

=<20 0 0 0 0 0 2 0 2

21-30 15 2 4 0 1 7 2 31

31-40 48 16 18 0 4 17 3 106

41-50 120 39 20 0 2 12 0 193

>50 100 40 18 3 3 8 1 173

Leeftijdsopbouw Locatie Rotterdam Wormerveer Weert Fijnaart Hasselt Bossuit Greven Totaal

Parttimers en vrouwen Landelijk neemt het aandeel van parttimers in de arbeidsbezetting van jaar tot jaar toe. Dat geldt ook voor de arbeidsparticipatie van vrou­ wen. Bij Meneba werd ten aanzien van beide kengetallen een pas op de plaats gemaakt. Hieraan liggen geen bijzondere oorzaken ten grondslag.

Hoger verzuim door griepgolven Het ziekteverzuim is ten opzichte van 2007 licht gestegen. De arbodienst heeft op verzoek van leidinggevenden intensiever gecontroleerd dan voorheen, maar dat leidde niet tot vast­ stelling van een hoger percentage ‘grijs’ ver­ zuim. De stijging lijkt vooral een gevolg van de twee griepgolven die Nederland troffen. Meestal is er slechts één keer per jaar een flinke griepepidemie. Fijnaart, Greven, Hasselt, en Weert sprongen er (opnieuw) in positieve zin uit met zeer lage verzuimpercentages.

Ziekteverzuim

In dienst/uit dienst Locatie 1-1-2008 Rotterdam 278 Wormerveer 97 Weert 58 Fijnaart 5 Hasselt 11 Bossuit 36 Greven 6 Totaal 491

draait op volle toeren en zag het aantal mede­ werkers in 2008 toenemen van 36 naar 46 me­ dewerkers. Van alle locaties heeft Bossuit ver­ uit het jongste personeelsbestand.

Locatie Gemiddeld verzuim % Rotterdam 5,30% Wormerveer 4,90% Weert 3,50% Fijnaart 0,00% Hasselt 0,30% Bossuit 6,30% Greven 1,01% Totaal 4,91%

Verhouding man/vrouw In dienst 24 7 4 0 0 23 1 59

Uit dienst 19 7 2 2 1 13 1 45

31-12-2008 283 97 60 3 10 46 6 505

Locatie Rotterdam Wormerveer Weert Fijnaart Hasselt Bossuit Greven Totaal

Man 239 88 55 3 6 41 3 435

Vrouw 44 9 5 0 4 5 3 70

07


R&D Afdeling uitgelicht

EEN GEDREVEN CLUBJE NIEUWSGIERIGE MENSEN

08

INNOVATIE IS ONBETWIST EEN SUCCESFACTOR VAN MENEBA. AAN DE BASIS DAARVAN STAAT DE AFDELING RESEARCH & DEVELOPMENT (R&D): VIJF TOEGEWIJDE MEDEWERKERS MET ZEER UITEENLOPENDE ACHTERGRONDEN, KENNIS EN VAARDIGHEDEN. IN SAMENWERKING MET COLLEGA’S EN EXTERNE PARTIJEN WETEN ZIJ DE MARKT TELKENS WEER TE VERRASSEN MET NIEUWE PRODUCTEN, VEELAL MET HOGE TOEGEVOEGDE WAARDE. OOK DE PRODUCTIEPROCESSEN ZIJN VOORTDUREND ONDERWERP VAN ONDERZOEK EN ONTWIKKELING. ALS DE R&D’ERS ÉÉN EIGENSCHAP GEMEEN HEBBEN, IS HET WEL HUN GEDREVENHEID OM ONBEKEND TERREIN IN KAART TE BRENGEN.

D

e afdeling R&D wordt sinds enkele ­jaren geleid door Johan Plijter. De en­ thousiaste biochemicus en fysicus had al verschillende functies in wetenschap en ­bedrijfsleven achter de rug, toen de vacature in Rotterdam lonkte. “Ik werkte al weer enige jaren bij een onder­ zoeksinstelling en keek uit naar een nieuwe uitdaging in het bedrijfsleven”, vertelt hij. “Mijn huidige functie bij Meneba vormde een leuke uitdaging. Dat is het nog steeds. Enerzijds om­ dat de combinatie van praktisch onderzoek, data-analyse, beleids¬ontwikkeling en leiding geven veel afwisseling biedt, anderzijds omdat Maurits Schouten

Meneba onderzoek en ontwikkeling hoog in het vaandel heeft staan.” Het werkterrein van R&D is heel breed en ­omvat het ontwikkelen van nieuwe analyse­ technieken en het voorspellen van de functio­ naliteit van bloem in allerlei voedingsapplica­ ties tot het vinden van nieuwe toepassingsge­ bieden van bloem en meel en het creëren van meerwaarde uit maalstromen.

Ook non-food Chemicus Jeroen van Soest heeft eveneens een wetenschappelijke achtergrond en erva­ ring in industriële productontwikkeling. Zijn Jeroen van Soest

werkterrein is het ontwikkelen van producten voor non-food applicaties, zoals Meneba Flour Bond. Dit vorig jaar geïntroduceerde bindmiddel voor energiepellets is hard op weg om een doorslaand succes te worden. Het ontwikkelingstraject was lang en zat vol uitdagingen. Niet in de laatste plaats, omdat de markt voor energiepellets voor Meneba onbekend terrein was. Jeroen blikt terug op deze spannende periode. “We moesten veel leren over de productie­ processen bij de beoogde klanten. Hoe worden energiepellets gemaakt en welke gronden hulpstoffen worden er zoal gebruikt? Dat bloem voor deze markt een interessant product zou kunnen zijn wisten we al, omdat ­zetmeel een gangbaar bindmiddel is bij het persen van energiepellets. Met de juiste bloemmelange zouden we een geduchte con­ current kunnen worden, want bloem is in prin­ cipe goedkoper dan zetmeel. Na een jaar van voorbereiding en verkennend laboratorium­ onderzoek waren we klaar om met verschil­ lende fabrikanten in gesprek te gaan en hun medewerking te vragen voor praktijkonder­ zoek in echte productieprocessen. Uiteindelijk leidde dat tot het gewenste resultaat.”

Denkers en doeners Jacques Renirie was nauw betrokken bij de zoektocht naar de optimale bloemsoort voor Flour Bond. Als molenaar pur sang kent hij de molens en andere installaties op de diverse


Jacques Renirie

De kracht van innovatie Meneba behoort tot de meest innovatieve graanverwerkers ter wereld. Meer dan tien procent van de omzet komt structureel voort uit relatief nieuwe producten, zoals Prido en Claire in het broodsegment, Texturizers voor batters en soepen & sauzen en Flour Bond voor ener­ giepellets. Libre en Presco zijn van oudere ­datum, maar nog steeds uniek en succesvol. Eén van de nieuwere projecten is gericht op het ontwikkelen van biopolymeren voor non-food applicaties.

09 locaties van haver tot gort. “Johan en Jeroen zijn de denkers van de afdeling, ik lever de handjes en de kennis en ervaring inzake malen en nabewerking”, zegt hij over zijn rol. Jacques heeft die rol in de loop der jaren ­behoorlijk zien groeien. “In mijn begintijd werd er binnen Meneba uitsluitend gedacht vanuit brood- en banketbereiding”, zegt hij. “Product­ ontwikkeling had nog niet de brede en weten­ schappelijke basis die het nu heeft. Om het ontwikkelingsproces beter te kunnen stroom­ lijnen was er ook technische ondersteuning nodig vanuit de productie. Dat werd mijn ­primaire taak. Korte tijd later investeerde het ­bedrijf in nabewerkingstechnieken, zoals ­verhitten, extruderen en windziften. Op het invoeren en verfijnen van die technieken heb ik ook altijd mijn stempel mogen drukken. Daar heb ik veel van geleerd.” Omdat Jacques zowel de mogelijkheden als de beperkingen van installaties kent, voelt hij zich soms geroepen om aan de rem te trekken. “Soms klinkt een idee in eerste instantie erg goed, maar vergt het uitvoeren daarvan een investering van 1 of 1,5 miljoen euro. Het is goed om ook die consequenties in een vroeg stadium te onderkennen.”

Laborant Maurits Schouten completeert het Rotterdam­ se onderzoekskwartet. Met zijn hogere labo­ ratoriumopleiding is hij de aangewezen man voor uitvoerende werkzaamheden in het lab,

zoals het analyseren van monsters. Om zijn kennis over productontwikkeling en graan te verdiepen, volgt de dertiger sinds kort een deeltijdstudie aan de Hogere Agrarische School.

Johan Plijter

Projectmatig werken Product- en procesontwikkeling heeft altijd een projectmatig karakter en vergt inbreng van veel disciplines. Met haar kleine bezetting kan R&D daarin meestal niet zelf voorzien. ­Johan Plijter: “We werken daarom intensief samen met collega’s, met name van TSS en Kwaliteit. Daarnaast draait er in Rotterdam meestal een stagiaire mee op het lab.” Sinds het samengaan met Molens Taelman levert ook Henk Gurdebeke een wezenlijke bij­ drage aan het werk van de afdeling. Johan: “We werken inmiddels goed samen en dat is wederzijds een verrijking, de eerste ge­ zamenlijke projecten lopen al of zijn in voor­ bereiding.”

Externe partijen Meneba heeft niet altijd de juiste apparatuur of de specifieke kennis in huis om bepaalde vraagstukken zelf op te lossen. Samenwerking met externe partijen is daarom aan de orde van de dag. “Bij tal van projecten werken we samen met universiteiten, kennisinstellingen en leveranciers van apparatuur”, vervolgt ­Johan. “Zowel in binnen- als buitenland. Dat betekent dat we vaak snel moeten schakelen

tussen projecten en de daarbij behorende partners. Het betekent ook dat we regelmatig op pad zijn en soms dagen achtereen in het buitenland zitten om op locatie te werken, ons kennisnetwerk te onderhouden of deel te ­nemen aan congressen. Zo heeft Jeroen begin dit jaar in Oostenrijk een presentatie gegeven over Flour Bond op een wereldcongres over duurzame energie. Dat heeft Meneba goed op de kaart gezet.”

Informeel en direct Over de sfeer op R&D zegt het afdelingshoofd: “We vormen een kleine club van gedreven mensen, waarin zeer informeel wordt gewerkt. Je zou ons ‘wetenschappelijk direct’ kunnen noemen. Daarmee bedoel ik dat we niet om de waarheid heen draaien en zeggen waar het op staat. Als iets goed is zeggen we dat en als iets onzin is zeggen we dat het onzin is. We hebben zeer uiteenlopende achtergronden en per­ soonlijkheden. Ik zie dat als positief, want de uitkomst van die optelsom is meer dan de som der delen.”


HERSTEL PENSIOENFONDS VERGT

PIJNLIJKE MAATREGELEN

PENSIOENFONDSEN KRAKEN ONDER DE ECONOMISCHE RECESSIE, GEDAALDE AANDELENKOERSEN EN DITO RENTESTANDEN. OOK STICHTING PENSIOENFONDS MENEBA HEEFT HET MOEILIJK. OM DE DEKKINGSGRAAD BINNEN VIJF JAAR WEER OP PEIL TE BRENGEN ZIJN PIJNLIJKE MAATREGELEN NODIG. ZO VOND ER BEGIN 2009 GEEN INDEXERING PLAATS, WAARDOOR DE UITKERINGEN AAN GEPENSIONEERDEN EN DE OPGEBOUWDE PENSIOENAANSPRAKEN VAN MEDEWERKERS NIET WERDEN VERHOOGD.

S

10

inds haar oprichting heeft Stichting Pensioenfonds Meneba vrijwel altijd aan haar verplichtingen kunnen vol­ doen. Kort gezegd komen die erop neer dat het fonds voldoende inkomsten moet genereren om de pensioenen van oud-medewerkers te kunnen betalen. De wet schrijft voor dat deze dekkingsgraad tenminste 105% moet bedra­ gen. Om dat zo goed mogelijk te waarborgen belegt de stichting de ingehouden pensioen­ premies in obligaties, aandelen en eventueel andere beleggingsvormen die rendement op­ leveren. Hiermee werd eind 2007 een ogen­ schijnlijk riante dekkingsgraad gerealiseerd van 125%.

Lagere koersen en rente Resultaten uit het verleden bieden echter geen garanties voor heden en toekomst. In de loop van 2008 daalden de aandelenkoersen scherp, waardoor de dekkingsgraad zienderogen te­ rugliep tot onder het wettelijk vereiste mini­ mum. Het rendement uit obligaties en spaar­ gelden liep eveneens terug door de historisch lage rentestanden. Daartegenover moest de pensioenverplichting hoger worden gewaar­ deerd. Conform de regels heeft het bestuur van het pensioenfonds Meneba bij De Neder­ landsche Bank, die toeziet op het pensioenwe­ zen in Nederland, melding gemaakt van de

kritieke dekkingsgraad, die eind mei 2009 was gedaald tot 93%. De bank heeft het pensioen­ fonds Meneba – net zoals vele andere fondsen – vervolgens opgedragen om een herstelplan te schrijven.

Herstelplan John Otten, bestuursvoorzitter van het pensi­ oenfonds: “Dat is inmiddels gebeurd. In het herstelplan geven wij aan hoe we het fonds binnen vijf jaar weer op orde denken te krijgen. De mogelijkheden daartoe zijn beperkt, mede vanwege de vergrijzing van het fonds. Omdat er meer dan twee keer zoveel gepensioneer­ den zijn dan actieven - niet-gepensioneerde deelnemers waarvoor nog pensioenopbouw plaatsvindt - moet het pensioenfonds voor­ zichtig zijn en mag het geen grote risico’s lo­ pen bij haar beleggingen. Hierdoor kan het fonds maar ten dele profiteren van aantrek­ kende beurskoersen. Positief is dat er een be­ leggingsadviescommissie in het leven is ge­ roepen. Hierin zitten deskundigen die het be­ stuur adviseren over de te volgen strategie.”

Korten onwenselijk Een flinke renteverhoging lijkt voorlopig niet aan de orde. Dan blijven er nog twee sturings­ instrumenten over: verhoging van de pensi­ oenpremie en korten op de pensioenopbouw. “Beide opties zijn vervelend en ongewenst”, zegt John. “Het bestuur heeft wel aangegeven

dat korten op de pensioenopbouw tot de mo­ gelijkheden behoort. Gegeven de onderdek­ king zag het voor de korte termijn geen andere mogelijkheid dan afzien van indexering over 2009. Dit betekent dat medewerkers dit jaar een pas een op de plaats maken met hun op­ gebouwde pensioenaanspraken en dat de uit­ gekeerde pensioenen gelijk blijven ten opzich­ te van 2008.”

Twee jaar uitstel Gelukkig heeft minister Donner de pensioen­ fondsen iets meer tijd gegeven om te herstel­ len. Oorspronkelijk was de eis dat fondsen hun dekkingsgraad op 1 januari 2012 weer op orde hebben. Wanneer dat niet lukte , werd tussen­ tijds korten op de pensioenen en/of pensioen­ opbouw onontkoombaar. Donner heeft het ijk­ punt nu twee jaar naar achteren geschoven. Het pensioenfonds Meneba heeft hierdoor iets meer lucht gekregen. John Otten: “Tijd kan ons helpen, maar biedt geen enkele zekerheid. Of het blijft bij het stop­ pen van indexatie, valt niet te voorspellen. We houden de ontwikkelingen scherp in het oog, werken voortdurend aan plannen om zo snel mogelijk uit het dekkingstekort te komen en laten ons goed adviseren. Meer kunnen we op korte termijn niet doen.”


Uitkomsten klanttevredenheids- en spiegelonderzoek:

IN HET KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK VAN 2008 GAVEN KLANTEN MENEBA EEN 7,8 ALS RAPPORTCIJFER. GEMIDDELD ZIJN DE KLANTEN HET MEEST TEVREDEN OVER DE KLANTGERICHTHEID VAN DE BUITENDIENST. HET MINST TEVREDEN WAREN ZIJ OVER DE PRIJS. DE KLANTEN ZIJN REDELIJK LOYAAL. DE BELANGRIJKSTE VERBETERPUNTEN HEBBEN TE MAKEN MET PRIJS EN DE KWALITEIT VAN DE KLACHTBEHANDELING.

I

n 2008 vond er een uitgebreid onderzoek plaats naar de tevredenheid van klanten over Meneba. Parallel hieraan gaven 36 medewerkers op basis van dezelfde vragen­ lijst aan hoe zij dachten dat Meneba presteert. “De klant is positiever over ons functioneren dan wijzelf. We hebben een score waar we trots op mogen zijn, maar bepaalde zaken kunnen en moeten beter”, concludeert ad­ junct-directeur sales Pieter Spanjers.

aanzien van klantgerichtheid. Ook die moeten kloppen. Dan kunnen we in positieve zin het verschil maken en blijft Meneba een voor­ keurspositie behouden”. Hoewel de uitkomsten per segment wat ver­ schillen, zijn er ook duidelijke overeenkomsten zichtbaar. Zo waren klanten doorgaans goed te spreken tevreden over de klantgerichtheid van de buitendienst, de stiptheid van levering en de administratie rond leveringen.

Drie marktsegmenten

“Op kwaliteit van de klachtenafhandeling, marktconforme prijsstelling en prijs-kwali­ teitverhouding scoorden we echter minder goed dan in 2004”, zegt Pieter Spanjers. “Bo­ vendien is onze voorsprong ten opzichte van concurrenten teruggelopen. Dat geldt vooral in het IB-segment. Ten opzichte van 2004 is in­ novatie het meest gestegen. Desondanks vin­ den klanten ons minder onderscheidend dan we graag zouden willen, met de voedingsmid­ delenindustrie als positieve uitzondering.”

Aan het klanttevredenheidsonderzoek werk­ ten 62 klanten mee in de segmenten industri­ ële bakkerij (IB), voedingsmiddelenindustrie en feed. De uitgebreide vragenlijst, samenge­ steld door marktonderzoeksbureau Integron, had betrekking op de tevredenheid over tal van aspecten, het belang van die aspecten, onze prestatie ten opzichte van de concurrentie en de loyaliteit van klanten.

Waardering bovengemiddeld Overall gaven de klanten Meneba een 7,8 (7,9 in 2004). “Dat ligt iets boven de benchmark maar een 8 is ons streven. Het kan namelijk altijd beter en we moeten onze voorsprong zien vast te houden”, aldus Pieter. “De verbe­ terpunten liggen voornamelijk in details ten

“De beleving van klanten ten aanzien van onze prijsstelling en de prijs-kwaliteitverhouding baart mij zorgen. Qua belang staat prijs nu op de tweede plaats na productkwaliteit. Vier jaar geleden was dat nog een zesde plek, dus je mag veronderstellen dat klanten dit aspect zwaarder laten meewegen bij hun leveran­ cierskeuze. Onze prijzen zijn scherper dan voorheen. Vanwege ons serviceniveau zullen we echter nooit de goedkoopste zijn. Dat hoeft ook niet, zolang je maar meerwaarde blijft le­ veren. Maar als we structureel te duur worden gevonden en de klant geen toegevoegde waar­ de ervaart, hebben we een serieus probleem.” Eén van de maatregelen die in dit verband zal worden doorgevoerd, is een nadrukkelijker on­ derscheid tussen basisproducten en speciali­ teiten. Daarnaast wordt overwogen om extra service selectiever aan te bieden Vervolg op pagina 12

Prioriteitenmatrix Tevredenhied: verbeterpotentieel

Pieter Spanjers

MENEBA SCOORT BETER DAN DE BENCHMARK

80%

4 5

54%

48%

14 15

32%

19

26%

17

Prijsstelling Pieter Spanjers stelt vast dat klanten over de hele linie hogere verwachtingen hebben en strengere eisen stellen aan hun leveranciers. Mede daarom is het belangrijk te weten wat de klant echt belangrijk vindt.

18 21

16%

16

0%

20 10%

20%

2

13 8 1012 11 7

30% 35% 40%

3

1

6

9

50%

60%

70%

Belang: zeer belangrijk

Actie

Verdedigen

Uitbouwen

Ontwikkelen

11


Vervolg van pagina 11 of er eventueel zelfs een prijskaartje aan te hangen. “Klanten die weinig ondersteuning behoeven, kunnen daardoor voordeliger bij Meneba inkopen”, merkt Pieter op. “Voor aanvullende diensten ontvangen ze dan een factuur. Dit is nog geen realiteit, maar we laten de mogelijkheden wel serieus onderzoeken.”

Verbeterpunten Aspecten die klanten belangrijk vinden en veel verbeterpotentieel hebben, zijn be­ noemd tot actiepunten. Wanneer Meneba daarop slechter scoort dan de concurrentie, krijgen zij bovendien extra prioriteit. Via in­ gewikkelde rekenmodellen heeft het on­ derzoeksbureau deze zaken overzichtelijk in kaart gebracht, zoals te zien in de priori­ teitenmatrix.

Beter dan we denken

12

Het onderzoek bracht opmerkelijke ver­ schillen aan het licht tussen de beleving van klanten en die van medewerkers. Pieter: “De deelnemers aan het spiegelonderzoek schatten de tevredenheid van klanten voor­ al te laag in ten aanzien klantvriendelijk­ heid, probleemoplossend meedenken en de kwaliteit van klachtafhandeling. Daarop blijken we beter te scoren dan we zelf den­ ken. Anderzijds zijn de klanten duidelijk minder tevreden over onze prijsstelling dan we zelf denken.”

”Ten opzichte van 2004 is innovatie het meest gestegen” Ook deze milde vorm van zelfonderschat­ ting vindt de adjunct-directeur sales posi­ tief. “Het geeft aan dat we kritisch naar ons­ zelf kijken. Dat geeft me het vertrouwen dat we onze gezamenlijke prestaties kunnen versterken. We doen 95% goed. Met oog voor detail kunnen we in die laatste 5% net het verschil maken.”

Vervolg Op basis van de uitkomsten worden de vol­ gende verbeterpunten aangepakt: 1. Optimaliseren van order entry tot afleve­ ring producten 2. Versterking van de loyaliteit en het (waar­ genomen) onderscheidend vermogen binnen de segmenten IB en VI 3. Evaluatie marktpropositie in het segment Feed In de loop van 2009 brengen de werkgroe­ pen verslag uit van hun bevindingen en voor­ gestelde maatregelen voor verbetering.

Freddy van Overbeke

Koen Vantomme

Vier gezichten a RUIM EEN HALF JAAR NA HET SAMENGAAN VAN MENEBA EN ­MOLENS TAELMAN IS HET DE HOOGSTE TIJD VOOR EEN NADERE KENNISMAKING MET ENKELE COLLEGA’S UIT BOSSUIT. KWALITEITSMAN FREDDY VANOVERBEKE, VERTEGENWOORDIGER KOEN VANTOMME, LUC VANDE LANOTTE (MAGAZIJN EN TRANSPORT ­ZAKGOED) EN MOLENAAR BART EGGERMONT STELLEN ZICH VOOR. Freddy Vanoverbeke 28 jaar in dienst van kwaliteit Freddy Vanoverbeke (57) is verantwoordelijk voor kwaliteitszorg en productontwikkeling. Naast de ingangscontrole van tarwe en de eindcontrole van bloem, tarwemelen en meer­ granensoorten heeft hij ook baktechnische advisering, productontwikkeling en klachten­ afhandeling in portefeuille. “Die afwisseling verklaart mede waarom ik hier al 28 jaar werk”, zegt Freddy. “Sinds een jaar word ik bijgestaan door Stijn Meulen. Daarnaast leveren Hanne van Robaeys en Henk Gurdebeke belangrijke bijdragen aan onze productontwikkeling. Ik sta er dus niet ­alleen voor.”

Het Solar gamma van Molens Taelman – een begrip in België – is vorig jaar versterkt met de gele meergranensoort Solar Yellow op basis van tarwe, maïs, soja, lijnzaad en kur­ kuma. Voor stokbroden is Solar Elysee ont­ wikkeld, dat ook in Frankrijk succes oogst. Freddy werkt inmiddels nauw samen met ­Meneba. Hij stuurt wekelijks productmon­ sters naar Rotterdam en Bossuit participeert al ­geruime tijd in een ringtest voor kwali­ teitsonderzoek. Dat werpt vruchten af, stelt de kwaliteitsman vast. “De productkwaliteit is constanter en we hebben in samen­werking met Rotterdam diverse recepturen aange­ past. Hierdoor hebben we kostprijzen kun­ nen verlagen, zonder concessies te doen aan de kwaliteit en identiteit van producten. Dat is belangrijk, want onze eigenheid zorgt er­ voor dat we samen sterker staan.”

Koen Vantomme “De behoeften verschillen per regio” Samen met zeven collega’s zit Koen Vantom­ me (37) dagelijks op de weg om bakkers te ondersteunen, prospects te bezoeken en Molens Taelman op de kaart te zetten tijdens beurzen, presentaties en workshops. “Ik richt mij voornamelijk op ambachtelijke bakkers in West- en Oost-Vlaanderen en op startende ondernemers en opleidingsinsti­ tuten in Vlaanderen”, zegt de vertegenwoor­


Luc vande Lanotte

Bart Eggermont

achter Molens Taelman diger. “Vooral starters hebben behoefte aan ondersteuning en daarin kunnen wij echt iets betekenen.” Koen vindt het prettig dat Molens Taelman service en maatwerk hoog in het vaandel heeft staan. “De behoeften verschillen per regio. In West-Vlaanderen houdt men van bruin brood met een compacte kruimstruc­ tuur. Naarmate men noordelijker komt, wordt het brood steeds lichter en luchtiger. Daar moet je terdege rekening mee houden bij het adviseren van ondernemers.” Ook Koen ziet voordelen in de aansluiting bij Meneba. “Er is wederzijds respect en de pro­ ducten zijn voor een groot deel complemen­ tair. Dat is zondermeer positief. Ik hoop wel dat het eigen karakter van Molens Taelman in het integratieproces behouden blijft. Veel klanten hechten daaraan.”

Luc Vande Lanotte Klanten tijdig leveren wat zij vragen Voormalig mechanieker en vrachtwagen­ chauffeur Luc Vande Lanotte (35) kreeg in april 2008 de leiding over het magazijn en het transport van zakgoed. Eén van zijn eerste prioriteiten was het verbeteren van de logis­ tieke planning. “Gemiddeld leveren we 50 tot 60 ton zakgoed per dag uit, maar op piek­ dagen is 100 ton niet ongewoon. Toen ik hier net kwam werken, ging de laatste vracht soms pas om 21.00 uur de poort uit. Nu is dat uiterlijk om half vijf het geval, waardoor over­ werken een zeldzaamheid is geworden.” Luc en zijn 13 medewerkers in het magazijn en op de vrachtwagens hebben het afgelo­ pen jaar veel bereikt om hun belangrijkste doel te verwezenlijken: klanten tijdig leveren wat zij vragen. Er wordt scherper gestuurd en gecontroleerd op de juiste orderpik, op

voorraadbeheer en op het respecteren van houdbaarheidsdata. “We krijgen nu duidelijk minder zakken retour en stellen de klanten in het algemeen beter tevreden dan voorheen”, zegt de logistiek ­manager. “Dat is winst.” Naast zijn logistieke werk loopt Luc geregeld de zakgoedinstallatie en andere apparatuur na en springt hij ook elders bij ten aanzien van onderhoud. “Het geeft veel voldoening als het bedrijf soepel een efficiënt draait, vooral wanneer je daar direct aan bijdraagt.”

Bart Eggermont Kroegbaas wordt fulltime molenaar Hij begon ruim zeven jaar geleden in het ­magazijn en werkte zich via de mengerij op tot molenaar. Bart Eggermont (32) voelt zich bevoorrecht dat hij mag werken met de ­modernste bulkmolen van België (en Neder­ land). “Het is een gloednieuwe molen van Bühler”, zegt hij met gepaste trots. “Ik kan er goed mee overweg, maar verheug me al op de cursus in Zwitserland om hem nog beter

te leren kennen. Eén van mijn collega’s is er al geweest.” Overzicht, logisch denkvermogen en een ­serieuze taakopvatting behoren volgens Bart tot de noodzakelijke karakterkenmerken van een goede molenaar. “Ik heb veel moeten ­leren. Ons werk begint met een visuele grond­ stofcontrole voor reiniging en we moeten in elke fase van het productieproces toezien op het vochtgehalte, de uitmaling en de kuisheid van zowel het product als de installaties.” De molen zelf is volledig geautomatiseerd en kan bij een tweeploegendienst 200 ton tarwe per dag verwerken tot bloem, kiemen en zeme­ len. Eggermont: “Rekening houdend met de soorten tarwe die we vermalen, produceert de molen zo’n 200 verschillende grondstoffen.” Tot nu toe combineert Bart het molenaar­ schap met een weekendleven als barman. “Mijn vrouw en ik hebben al jaren een eigen bar, maar die doen we binnenkort van de hand. Dan ga ik ook meedraaien in de week­ einddiensten. Nu werk ik alleen doordeweeks op dit mooi gelegen bedrijf aan de Schelde.”

13


Collega’s

in de schoolbanken DE JUISTE COMBINATIE VAN KENNIS, KUNDE EN KWALITEIT MAAKT VAKMANSCHAP. EEN VAKMAN OF –VROUW PAST KENNIS EN KUNDE TOE, DEELT EN ONTWIKKELT DEZE, EN HOUDT ZE ACTUEEL. OM DIT VAKMANSCHAP TE BLIJVEN ONTWIKKELEN, INVESTEERT MENEBA DOORLOPEND IN DE VERDERE OPLEIDING EN BEGELEIDING VAN HAAR MEDEWERKERS. VIER COLLEGA’S VERTELLEN OVER HUN MEEST RECENTE OPLEIDING EN HET NUT ERVAN VOOR HUN WERKZAAMHEDEN. Naam: Functie: Werkt: Cursus:

14

Serif Bicer Teamleider op- en overslag Sinds 1991 in Rotterdam Basiscursus Nederlands

In 1988 kwam Serif Bicer op 25-jarige leeftijd vanuit Turkije naar Nederland. Drie jaar later startte hij als productiemedewerker bij Meneba in Rotterdam. “Ik heb nooit een speciale taalcursus gevolgd en het was best lastig om me de Nederlandse taal eigen te maken”, vertelt Serif. “Door de omgang met collega’s werd er spelenderwijs wel een basis gelegd. Begrippen en uitdrukkingen die samenhangen met het werk leerde ik vrij snel kennen. Toch had dat ook zijn beper­ kingen. Van veel begrippen kende ik lange tijd maar één woord. Daarnaast bleef ik moeite hebben met de grammatica, met lidwoorden en met het vervoegen van werk­ woorden.”

Meer zelfvertrouwen Hoewel Serif’s beperkte taalkennis geen belemmering bleek voor de functie van teamleider, groeide met de toegenomen verantwoordelijkheid ook zijn behoefte om het Nederlands beter te beheersen. Sinds enkele maanden volgt hij daarom, samen met een aantal collega’s, een interne basis­ cursus Nederlands. Deze toegesneden bedrijfstraining zorgt niet alleen voor een grotere woordenschat en een betere beheer­ sing van de grammatica, maar brengt de cursisten ook enkele specifieke vaardig­ heden bij die voor hun functioneren van belang zijn. Serif: “We oefenen ook met telefoonge­ sprekken, vergaderen en presentaties. Door de kleine groepen van vier of drie mensen is het behoorlijk intensief. Ik heb veel nieuwe woorden geleerd en weet nu ook beter welke lidwoorden ik moet gebruiken. Dat heeft meer zelfvertrouwen gegeven in het commu­ niceren met anderen, zowel op het werk als daarbuiten.”

Naam: Functie: Werkt: Cursus:

Dennis van Schaijk Hoofd Technische Dienst Sinds 1994 in Rotterdam HBO Technische Bedrijfskunde

Sinds januari 2009 is Dennis van Schaijk het kersverse hoofd van de Rotterdamse technische dienst. “Ondanks mijn bescheiden theoretische basis en geringe managementervaring heb ik het vertrouwen gekregen van zowel het management als mijn colle­ ga’s”, zegt Dennis, die intern promoveerde. “Ik mag me nu bewijzen in deze verantwoordelijke functie.” Dennis’ promotie van plaatsvervangend teamleider bij de Mechanische TD tot hoofd van de volledige TD is een flinke stap. “De functie stond vacant en hoewel ik mezelf nog wel wat licht vond, heb ik toch gesollici­ teerd”, licht hij toe. “Eigenlijk had ik eerst een bedrijfs­ kundestudie willen volgen. Het was echter een unieke kans, die zich niet snel opnieuw zou voordoen. Tot mijn verrassing ben ik het toch geworden. Het heeft zowel mijn carrière als mijn studieplannen in een stroomversnelling gebracht.”

Best pittig Onder begeleiding van routinier John de Jonge groeit Dennis stap voor stap in zijn nieuwe rol en is hij begonnen aan de driejarige avondstudie Technische Bedrijfskunde op HBO-niveau. Dit jaar staan de modules projectmatig werken, logistiek en interne communicatie op het programma en moet hij twee scripties schrijven. “Eens per twee weken is er een lesavond, maar het is vooral thuiswerken”, zegt Dennis. “Ik dacht eerst: “Dat doe ik wel even”, maar zo werkt het niet. Gemid­ deld zit ik elke dag ruim een uur in de boeken of achter het bureau om de theorie te leren en opdrachten te maken. Soms doe ik een dag niets, soms neem ik er dag vrij voor. Best pittig naast mijn nieuwe baan. Ik steek er wel veel van op en zolang ik er voldoende tijd aan besteed, is het goed te overzien.”


Naam: Functie: Werkt: Cursus:

Jorna Los Secretaresse Human Resources Sinds 1998 in Rotterdam Klantgericht werken

Voormalig uitzendconsulente Jorna Los is sinds augustus 2008 bij Meneba in dienst als secretaresse op de afdeling HR. Vanuit die hoedanigheid is zij mede belast met de organi­ satie van de training klantgericht werken, die inmiddels door vele collega’s is gevolgd. Ook Jorna is nu een ervaringsdeskundige. “Het is een bijzondere ervaring om als deel­ nemer en als organisator bij een training betrokken te zijn”, vertelt de 25-jarige mede­ werkster. “Ik heb de indruk dat de beleving bij de medewerkers wel wat verschilt, afhankelijk van het feit of zij in de productie of bij onder­ steunende diensten werken. Een duidelijke overeenkomst is dat iedereen de training als positief ervaart. Blijkbaar steekt elke deel­ nemer er wel iets van op.”

Verschillende trainers Tijdens vier blokken van drie uur wordt inge­ zoomd op zowel externe als interne klanten. Jorna: “We zijn door verschillende trainers

bijgepraat en gecoacht in rollenspellen. Sommige trainers spreken me meer aan dan anderen, maar over het algemeen was het een heldere cursus. Dat hoor ik ook van anderen. Voor mij was vooral de kijk op externe klanten leerzaam, omdat ik daar niet zo veel mee te maken heb in mijn dagelijkse werk. Daarnaast ben ik me er nu meer dan voorheen bewust van de noodzaak om ook aan collega’s service te verlenen.” Behalve de leeraspecten vond Jorna de trai­

ning een goed instrument om collega’s en andere afdelingen beter te leren kennen. “De groepen zijn bewust heel breed samengesteld, zodat je veel collega’s ontmoet die je normaal gesproken niet spreekt. Ik heb veel gehoord over andere afdelingen en wat daar beter zou kunnen. Misschien geldt dat voor mij wel in hogere mate dan voor anderen, omdat ik hier nog niet zo lang werk. Ik vond het in elk geval een leuke en nuttige training, waar ik ook in mijn ondersteunende rol iets mee kan.”

15 Naam: Gert-Jan Daemen Functie: Schaap met vijf poten Werkt: Sinds 1986 in Wormerveer Cursus: AutoCAD Met meer dan 20 jaar brede werkervaring heeft Gert-Jan Daemen (46) verschillende petten op. Eén van zijn taken is het beheren en aanpassen van de technische tekeningen van produc­ tielocatie Wormerveer. Daarop staat precies aangegeven waar welke installaties staan en hoe deze met elkaar in verbinding staan. Gert-Jan volgt nu de cursus AutoCAD, die hem de beginselen bijbrengt van digitaal technisch tekenen. Alle tekeningen bevinden zich keurig opgevouwen of opgerold in het daarvoor bestemde archief. Aanpassen was tot voor kort ouderwets handwerk met pen en papier. Het digitalise­ ringstraject is inmiddels in gang gezet. “Tekeningen worden tegenwoordig aangeleverd als pdf of als AutoCAD-bestand, zodat ze ook op de pc of laptop geraadpleegd kunnen worden”, licht Gert-Jan toe. “Wat blijft is de noodzaak om ze actueel te houden. Zodra er iets aan de installaties wordt gewijzigd, moet ik die aanpassingen in de tekeningen verwerken. Met het grafische tekenprogramma AutoCAD kan ik dat op de computer doen en hoef ik de tekening niet eerst uit te draaien. Bovendien kan iedereen die daartoe bevoegd is de actuele tekeningen binnenkort raad­ plegen in onze Ultimo database. Dat werkt veel efficiënter dan in het verleden.”

(T)huiswerk Op de basiscursus AutoCAD leert Gert-Jan met dit programma tweedimensionale teke­ ningen te maken. Een vervolgcursus driedimensionaal tekenen is mogelijk, maar voorlopig niet noodzakelijk. Gert-Jan: “Ik volg de cursus thuis in de avonduren. Het is een LOI-cursus, dus er zijn geen contactavonden. Ik heb een handboek met theorie en moet op mijn computer opdrachten maken. Die mail ik naar mijn docent en hij mailt me zijn reacties. Via de website kan ik wel contact leggen met medecursisten. Dat heb ik nog niet gedaan. Ik mis het persoon­ lijke contact wel, maar de cursus duurt slechts een half jaar. Het leuke is dat ik direct kan toepassen wat ik geleerd heb.”


Mijn Passie

Trompettist

bij de fanfare

16

DIRK HACKSTETTE (34) BRENGT VOOR MENEBA DEUTSCHLAND PRODUCTEN AAN DE MAN BIJ DIERVOEDER- EN HOUTPELLETPRODUCENTEN. NAAST ZIJN DRUKKE WERKZAAMHEDEN EN HET GEZINSLEVEN VINDT HIJ NOG TIJD VOOR HET BEOEFENEN VAN ZIJN GROTE PASSIE: TROMPETSPELEN IN MUSIKKORPS HÖLTINGHAUSEN. MET 68 LEDEN (INCLUSIEF JEUGD) KAN DE FANFARE VAN HET GELIJKNAMIGE DORPJE TUSSEN OSNABRÜCK EN BREMEN FLINK VAN ZICH AFSPELEN.

D

irk ontdekte de heldere klank van de trompet al op jonge leeftijd. “In 1985, toen ik tien jaar oud was, kwam ik bij het muziekkorps”, zegt hij. “Een jaar later was ik klaar voor mijn eerste optreden. Dat was een spannend moment, maar het ging me gelukkig goed af. Nog steeds vind ik het geweldig wanneer een optreden slaagt en het publiek enthousiast reageert op onze muziek. Harmonisch samenspel is daarvoor natuur­ lijk noodzakelijk. We komen daarom iedere vrijdagavond bijeen om bepaalde stukken te oefenen.”

Voor Dirk vormt de combinatie van samen mu­ ziek maken en het sociale contact daaromheen de grote charme van de fanfare. “Beide aspec­ ten zijn belangrijk in mijn leven en daar maak ik graag tijd voor vrij. De oefensessies op vrij­ dag duren ongeveer drie uur per week. Daar­ naast speel ik thuis nog wat om me nieuwe stukken eigen te maken. Aan optredens ben ik gemiddeld twee uur per week kwijt. Dat zijn er zo’n 40 per jaar voor uiteenlopende gelegen­ heden in de regio, zoals schuttersfeesten, mu­ ziekfeesten, begrafenissen, carnaval, proces­ sies en kerkelijke hoogtijdagen. Eens per jaar

reizen we met zijn allen naar een jeugdherberg om een heel weekend te oefenen en plezier te maken. Dat is een terugkerend hoogtepunt.” Koestert hij als trompetter nog bepaalde am­ bities of dromen? “Nee, niet echt”, zegt de Duitse vertegenwoordiger. “Dromen kan leuk zijn, maar voor speciale wensen of solisten is in een muziekkorps nauwelijks ruimte. De fanfare ontleent zijn charme en kracht juist aan het grote geheel en het samenspel. Voor mij vol­ staat dat. Ik heb er nog steeds veel plezier in en hoop nog jaren mijn deuntje mee te blazen.”

Onverbloemd is een uitgave van Meneba met nieuws en achtergrondinformatie voor alle medewerkers van Meneba. De personen die in Onverbloemd aan het woord worden gelaten, doen dat naar eigen inzicht en verantwoordelijk­ heid. Hun mening stemt niet noodzakelijkerwijs overeen met het standpunt van Meneba.

COLOFON

Redactie-adres Meneba, Onverbloemd, t.a.v. Wendy de Vos, Postbus 5149, 3008 AC Rotterdam, t 010 42 38 289, f 010 42 38 625 e w.devos@meneba.com, i www.meneba.com. TEKST Jan van Staalduinen FOTOGRAFIE Levien Willemse, Rotterdam CARTOON Comic House, VORMCONCEPT EN OPMAAK Zabriski Media, Leiden DRUK NPN drukkers, Breda.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.