INBESLAGNAME
van Palestijns grondgebied Uitbreiding van NEDERZETTINGEN
ONEVENREDIGE BELASTINGHEFFING BEPERKINGEN
op landbouwontwikkeling, import en export
BEPERKINGEN VAN DE BEWEGINGSVRIJHEID door het vergunningensysteem, wegafsluitingen en de bouw van de afscheidingsmuur
Aanleg van infrastructuur voor
EXCLUSIEF ISRAテ記ISCH GEBRUIK BEPERKTE TOEGANG TOT WATERBRONNEN en vruchtbare landbouwgrond
02
BEZETTING: BELEGERING, OCCUPATIE, INNEMING
INTRODUCTIE De Westelijke Jordaanoever, inclusief Oost-Jeruzalem, en de Gazastrook staan sinds 1967 onder de militaire bezetting van Israël. Deze bezetting drukt een zware stempel op het leven van de Palestijnse bevolking.
Westelijke Jordaanoever
Gazastrook
I sraël
Bezette Palestijnse gebieden en Israël na 1967
In juni 2007
duurde de Israëlische bezetting van de Palestijnse gebieden al 40 jaar. In deze brochure zullen de belangrijkste elementen van de bezetting in kaart worden gebracht. Met behulp van kaart- en fotomateriaal wordt een beeld geschetst van de huidige situatie. Wat betekent de bezetting nu eigenlijk voor de Palestijnen in de Gazastrook en op de Westelijke Jordaanoever?
Oost-Jeruzalem, de Dode Zee en de gebieden die Israël aanmerkt als ‘no-man’s land’, erkent Israël niet als Palestijns gebied.
10 KM
22% bezette Palestijnse gebieden 78% Israël
03
G: BEZETTIN , INNEMING , OCCUPATIE G IN R E G E L E
B
R E T H C A
D N O R G 1948
De joodse staat wordt eenzijdig uitgeroepen. Er breekt oorlog uit tussen de nieuwe staat Israël en de omringende Arabische landen. Israël wint die oorlog en verovert grote stukken land bovenop het gebied dat het VN verdelingsplan aan Israël toekende. Israël wordt op 78% van Het Britse mandaatgebied het voormalige Britse mandaatgebied Palestina ‘Palestina’ wordt overgedragen aan de gevestigd. De grenzen die hierdoor ontstaan Verenigde Naties. De VN spreken zich worden na de wapenstilstand in 1949 door de uit voor verdeling van dit gebied in twee staten: een Joodse op 55% van het gebied internationale gemeenschap beschouwd als de nieuwe grenzen van Israël. De gebieden die Israël en een Palestijns-Arabische staat op 40%. Vanwege de ongelijke verdeling van in 1948 niet verovert, komen onder Egyptisch en het land wijzen de Palestijnen dit plan af. Jordaans bestuur (respectievelijk de Gazastrook De Palestijnen vormen op dat moment een en de Westelijke Jordaanoever). Israël zelf legt haar grenzen niet vast. meerderheid van 70% en bezitten bijna al het land.
1947
1967
Zesdaagse oorlog / Juni oorlog. Israël valt Egypte, Jordanië en Syrië aan. In sneltempo verovert Israël de Gazastrook en het Sinaï schiereiland (van Egypte), Oost-Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoever (van Jordanië) en de Golan Hoogvlakte (van Syrië). Oost-Jeruzalem wordt een paar dagen na de oorlog ingelijfd bij Israël. De Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook worden door Israël onder militair bestuur geplaatst.
04
De oorlog in 1948
leidt tot circa 750.000 Palestijnse vluchtelingen uit meer dan 400 dorpen. Slechts 160.00 0 vluchtelingen blijven binnen de grenzen van Israël wonen. De gevluc hte Palestijnen worden opgevangen in de omringende landen: Jordan ië, Syrië en Libanon, maar de meeste vluchtelingen van 1948 komen terech t in vluchtelingenkampen op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazast rook. Een aparte organisatie, de UNRWA (United Nations Relief and Work Agency), wordt door de VN opgezet om hulp te bieden aan deze vlucht elingen. Tijdens de juni oorlog in 1967 slaan opnieuw Palest ijnen op de vlucht. In VN resolutie 237 wordt Israël opgeroepen deze vlucht elingen terug te laten keren. Terugkeer wordt tot op heden geweigerd door Israël. Het aantal geregistreerde vluchtelingen bij de UNRWA staat in 2007 op 4,3 miljoen.
Palestijnse vluchtelingen
22% BEZETTE PALESTIJNSE GEBIEDEN 78% ISRAËL
kunnen in drie groepen worden verdeeld:
• Palestijnen die in 1948 verdreven of gevlucht zijn uit het gebied waarin de staat Israël werd uitgeroepen; • Palestijnen die in 1948 verdreven of gevlucht zijn, maar die in het gebied zijn gebleven waarin Israël werd gevestigd (‘binnenlandse ontheemden’); • Palestijnen die in 1967 zijn gevlucht.
Joodse Staat
Palestina Tel Aviv
Tel Aviv
Arabische Staat
Jeruzalem
Tel Aviv Westelijke
Jordaanoever Jeruzalem
Jeruzalem
Gazastrook
I sraël Historisch Palestina 10 KM
Palestijns bevolkingsgebied Bevolkingsgebied van joodse immigranten Grotendeels onbewoond gebied
VN verdelingsplan 1947
Bezette Palestijnse gebieden en Israël na 1967
10 KM
10 KM
In 1947 aanbevolen Arabische Staat
Israël
In 1947 aanbevolen Joodse Staat Internationale zone
Groene Lijn 1949 Bezette Palestijnse gebieden
05
NEDERZETTINGEN Israël is na 1967 begonnen met de aanleg
van nederzettingen in de Gazastrook en op de Westelijke Jordaanoever. De bouw en uitbreiding van nederzettingen in bezet gebied is in strijd met het internationaal humanitair recht. Ook het Internationaal Gerechtshof in Den Haag heeft de bouw van nederzettingen, net als de bouw van de muur, in 2004 veroordeeld als illegaal.
Westelijke Jordaanoever
80%
VAN DE WATERBRONNEN OP DE WESTELIJKE JORDAANOEVER STAAT ONDER CONTROLE VAN ISRAËL
Gazastrook
I sraël Bezette Palestijnse gebieden en Israël tussen 1967-2007 10 KM
Israël Groene Lijn 1949 Illegale Israëlische nederzettingen
500.000 450.000 400.000 350.000 300.000
6%
250.000
5%
200.000
4%
150.000
3%
100.000
2%
50.000
1%
0
0%
Totaal aantal kolonisten, bron: FMEP, B’Tselem, UN
06
2000
Groeipercentage kolonisten in bezet Palestijns gebied Groeipercentage bevolking in Israël 2002
2004
2006
Bevolkingsgroei, bron: FMEP
De Vierde Geneefse Conventie
bepaalt dat de bezettende macht geen burgers mag overbrengen naar bezet gebied (artikel 49, paragraaf 6).
De Haagse Conventies
bepalen dat de bezettende macht geen permanente veranderingen in het bezette gebied mag aanbrengen, tenzij deze vanuit militair perspectief strikt noodzakelijk zijn of tenzij deze zijn uitgevoerd in het voordeel van de lokale bevolking.
HET AANTAL KOLONISTEN OP DE 2001 WESTELIJKE JORDAANOEVER IS TUSSEN R JAA PER EN 2005 MET ONGEVEER GSLKIN BEVO E GEGROEID. DE NATUURLIJK GROEI IN ISRAEL IS SLECHTS
5,5% 1,7%
N
ederzettingen worden met elkaar verbonden door zogeheten ‘bypass’ wegen, die alleen door kolonisten en het Israëlische leger gebruikt mogen worden. Door deze wegen en de vele afsluitingen van bepaalde stukken land wordt de Westelijke Jordaanoever in afzonderlijke brokstukken verdeeld. De omwegen die de Palestijnen hierdoor moeten maken zorgen voor veel vertraging en jagen de vervoers- en transactiekosten van de Palestijnse bevolking zodanig op dat landbouwbedrijven, kleine ondernemingen en dienstverlenende instellingen het niet langer kunnen bolwerken. Daarnaast kunnen de Palestijnen zich niet eenvoudig verplaatsen van de ene naar de andere plek op de Westelijke Jordaanoever, bijvoorbeeld om naar werk, school, landbouwgrond of ziekenhuis te kunnen of om vrienden en familie te bezoeken (lees ook ‘Vrijheid van beweging’). De sociale gevolgen van de inbeslagname van Palestijns land en de vele beperkingen op de bewegingsvrijheid zijn funest voor de Palestijnen. Hun recht op gelijke behandeling en zelfbeschikking wordt ernstig geschonden.
Hoewel in augustus 2005 de nederzettingen in de Gazastrook en een viertal kleine nederzettingen in het noorden van de Westelijke Jordaanoever zijn ontruimd, worden de nederzettingen in grote delen van de Westelijke Jordaanoever, vooral in en rondom Oost-Jeruzalem, verder uitgebreid. Sinds de Oslo Akkoorden in 1993 is de uitbreiding van de nederzettingen continu doorgegaan en is het aantal kolonisten zelfs bijna verdubbeld. Het aantal kolonisten is tussen 2001 en 2005 met gemiddeld 5,5% per jaar gegroeid. In een rapport van de VN mensenrechtenrapporteur (januari 2007) over de mensenrechtensituatie in de bezette Palestijnse gebieden wordt gesproken over circa 460.000 kolonisten op de Westelijke Jordaanoever.
Volgens het internationale recht zijn alle nederzettingen illegaal. Het Israëlische Ministerie van Binnenlandse Zaken maakt echter onderscheid tussen officiële en illegale nederzettingen, oftewel ‘outposts’. Dit zijn kleine nederzettingen die tussen de permanente nederzettingen worden gebouwd en meer Palestijns land in beslag nemen. Volgens de Israëlische vredesorganisatie Peace Now waren er in maart 2008 106 van deze ‘outposts’.
De nederzettingen en het land dat door Israël in
beslag wordt genomen als reserve voor de toekomstige uitbreiding van nederzettingen of als natuur- en militair oefengebied, beslaan meer dan 50% van de oppervlakte van de Westelijke Jordaanoever. Hierdoor wordt het de Palestijnen onmogelijk gemaakt hun eigen land te ontwikkelen. 07
N A V D I E VRIJH 02 DE MUUR S L E K A T S B O YSIEKE
01 F
08
03 CASUS
de volledige IsraĂŤl heeft sinds 1967 le grenzen van militaire controle over al en. Verplaatsing de Palestijnse gebieded door deze van personen en go neraaenn een rigide grenzen is onderworpeche goedkeuring. systeem van IsraĂŤlis
De Palestijnse gebieden
G N I G E BEW
JERUZALEM
D
it geldt zowel in de Gazastrook als op de Westelijke Jordaanoever. Wat bovendien een extra probleem vormt, is het grote aantal belemmeringen binnen de Westelijke Jordaanoever. Hier zijn honderden wegversperringen geïnstalleerd, deels permanent, deels mobiel. Dit systeem van afsluitingen heeft verstrekkende sociale en economische gevolgen. Lange omwegen en beperkte toe-
werden met de Oslo Akkoorden in 1993 opgedeeld in: Zone A: De Palestijnse Autoriteit (PA) is verantwoordelijk voor de openbare orde en voor civiele zaken. Dit gebied omvat 18% van het totale gebied van de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook. Zone B: De PA is verantwoordelijk voor civiele zaken, maar het gebied staat onder Israëlisch militair bewind (verantwoordelijkheid over veiligheidskwesties). Dit gebied bestrijkt 24% van het totale gebied van de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook. Zone C: Onder volledige controle van Israël. Dit gebied beslaat 59% van de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook. De Oude Stad van Hebron (Westelijke Jordaanoever) heeft in een latere overeenkomst een aparte status gekregen: special case H2. 20% van Hebron staat onder totale controle van Israël.
gang tot school, werk, ziekenhuis, landbouwgrond en vrienden ontwrichten dag in dag uit het leven van honderdduizenden Palestijnen. De vrijheid van beweging wordt afhankelijk gemaakt van een vergunningenprocedure én een complex systeem van controleposten en andere fysieke obstakels. 09
Checkpoint Huwara
Checkpoint Qalandia
Checkpoint Bethlehem
Grenspost Erez Grenspost Karni
Grenspost Rafah 10
Enkele belangrijke grensposten en checkpoints
01
FYSIEKE OBSTAKELS
Palestijnen kunnen niet zomaar alle wegen op de Westelijke Jordaanoever gebruiken. Veel van de goed onderhouden hoofdwegen zijn exclusief gereserveerd voor de kolonisten en het IsraÍlische leger en zijn niet toegankelijk voor Palestijnen. Voor veel andere wegen moet een Palestijn eerst een vergunning aanvragen om van A naar B te kunnen reizen. De aanvraagprocedure is ingewikkeld en lang. Vaak wordt een vergunning niet afgegeven op grond van ongespecificeerde veiligheidsredenen, waartegen geen bezwaar kan worden gemaakt. Het krijgen van een vergunning is overigens geen vrijbrief om te kunnen reizen. Deze kan namelijk alleen voor een bepaalde periode worden afgegeven: bijvoorbeeld 1 dag of meerdere maanden of slechts voor een bepaalde dag en/of tijdstip. Bovendien kan een toegewezen vergunning ongeldig worden door aanvullende beperkingen zoals leeftijd (meestal 15 – 32 jaar), geslacht (meestal man), plaats of nieuwe wegversperringen.
In oktober 2007 telde de Westelijke Jordaanoever 561 permanente fysieke wegversperringen, inclusief meer dan 80 controleposten.
Naast de vergunningenprocedure die de Palestijnen op eigen grondgebied moeten ondergaan, zijn er meer dan 500 wegversperringen - bestaande uit betonnen wegblokkades, hekken, greppels, kuilen en andere fysieke obstakels - die de vrijheid van beweging beperken. Bovendien worden er onaangekondigd tijdelijke controleposten opgesteld op belangrijke hoofdwegen en tijdens spitsuren. In oktober 2007 ging het hierbij om gemiddeld 69 tijdelijke controleposten per week. Dit leidt tot meer vertraging en onzekerheid over de reistijd.
11
02
DE MUUR
Sinds 2002 bouwt Israël aan een
afscheidingsmuur (hierna ‘muur’). Volgens Israël is die nodig om Palestijnse aanslagen te kunnen voorkomen. Opvallend is echter dat deze muur voor slechts 20% van de geplande route langs de zogeheten Groene Lijn (1949 bestandslijn, lengte: 315 km) loopt. Dat houdt dus in dat 80% van de muur in bezet Palestijns gebied wordt gebouwd. De muur zal na voltooiing 721 kilometer lang zijn.
Om plaats te maken voor de bouw van de muur heeft vernietiging van huizen, land, bomen en andere eigendommen plaatsgevonden. Land wordt door Israël vaak als een ‘tijdelijke maatregel’ in beslag genomen, wat in de praktijk voor onbepaalde tijd wordt verlengd. Het herstel van de schade als gevolg van de vernietiging zou jaren in beslag nemen.
Van de 51% muur (362 km) die in 2007 is gebouwd, bestaat 42 kilometer uit beton en 320 kilometer uit 50-meter brede stroken van hek, prikkeldraad, patrouillewegen, greppels, zand en een elektronisch observatiesysteem. 13% (88 km) is onder constructie en 36% (253 km) staat gemarkeerd als gepland. De UN OCHA (United Nations Office for the Coordination of Humanitarian Affairs) telt ongeveer 71 doorgangen (toegangspoorten) in het deel van de muur dat al gebouwd is, waarvan slechts de helft toegankelijk is voor Palestijnen met de juiste vergunning en papieren die aantonen dat zij de eigenaar zijn van hun landbouwgrond. Gezinsleden die mee moeten helpen op het land worden vaak niet toegelaten, waardoor veel boeren hun bedrijf niet meer kunnen voeren.
Door de route van de muur wordt ruim driekwart van het aantal kolonisten op de Westelijke Jordaanoever bij Israël ingelijfd.
De toegang tot klinieken en ziekenhuizen is door de bouw van de muur drastisch beperkt. Duizenden vrouwen hebben niet of niet op tijd medische faciliteiten voor pre- of postnatale zorg kunnen bereiken. Zo komt het voor dat zwangere vrouwen gedwongen zijn om te bevallen bij controleposten aan de kant van de weg (55 bekende gevallen) en verscheidene vrouwen hun baby’s hebben verloren (20 getelde gevallen), omdat Israëlische militairen hen de doorgang ontzegden. Het merendeel van deze gevallen wordt overigens niet geregistreerd. 12
13
14
03
Vergelijking
CASUS JERUZALEM Sinds 1967 eist Israël geheel
Jeruzalem op als ‘eeuwige en ondeelbare hoofdstad van Israël’. Voor de Palestijnen is Oost-Jeruzalem juist de hoofdstad van een toekomstige Palestijnse staat. In VN resoluties 476 en 478 is bepaald dat de Israëlische wet waarin de status van Jeruzalem wordt gewijzigd, in strijd is met het internationale recht. Desondanks worden nederzettingen gebouwd in Oost-Jeruzalem en een muur die dwars door Palestijnse buurten loopt, waardoor Palestijnen van Palestijnen gescheiden worden. Het karakter van Oost-Jeruzalem is hierdoor enorm veranderd.
Het economische kerngebied van de Westelijke Jordaanoever wordt door de muur verbrokkeld en het grootstedelijke hart van het gebied, Oost-Jeruzalem, wordt weggeknipt.
De Randstad maakt minder dan 10% van Nederland uit, maar neemt bijna de helft van de Nederlandse economie voor haar rekening.
De muur snijdt in en rondom Jeruzalem het voor de Palestijnen meest vitale en productieve grootstedelijke kerngebied af van de rest van de Westelijke Jordaanoever. Hoewel dit gebied niet meer dan 10% van de Westelijke Jordaanoever uitmaakt, is het een gebied dat voor meer dan 40% bijdraagt aan het Palestijnse Bruto Binnenlands Product. Met de aansluiting of afsluiting van dat kerngebied staat of valt de beoogde Palestijnse levensvatbare staat.
Westelijke Jordaanoever
Jeruzalem
Gazastrook
Israël Bezette Palestijnse gebieden en Israël 2007 10 KM
Israël Groene Lijn 1949 Route van de muur Projectie van door Israël beoogde Palestijnse staat Palestijns economisch kerngebied Geblokkeerde verbindingsroutes
15
Het systeem van afsluitingen veroorzaakt veel menselijk leed, maar heeft ook verstrekkende gevolgen voor de Palestijnse economie.
D
ECONOMISCHE
e beperkingen in bewegingsvrijheid hebben geleid tot een verdere daling van de werkgelegenheid en het inkomensniveau op de Westelijke Jordaanoever. Bijna eenderde van de Palestijnse jongeren tussen 15-24 jaar en meer dan de helft van de jongeren tussen 25-29 jaar is werkloos of studeert niet vanwege de restricties. Het vrachtverkeer in de bezette Palestijnse gebieden en naar Israël wordt bemoeilijkt door de strenge beperkingen die zijn opgelegd. Voedselprijzen zijn gestegen en de aanvoer van medicijnen en
andere humanitaire goederen wordt ernstig gehinderd. De afgelopen zes jaar is het gemiddelde inkomen van de Palestijnen met de helft gedaald. Het huidige armoedeniveau is door de Wereldbank vastgesteld op circa US $ 2,10 per dag. Volgens een rapport van de VN mensenrechtenrapporteur (januari 2007) leeft meer dan 80% van de Palestijnen in de Gazastrook en meer dan 50% van de Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever onder de armoedegrens.
Casus Gazastrook Alle toegang tot de Gazastrook via
land, lucht en/of zee is in handen van Israël, ook na de ontruiming van de nederzettingen en militaire installaties in augustus 2005. De enige verbindingsmogelijkheid tussen de Gazastrook en de buitenwereld loopt via drie bewaakte grensposten Rafah, Karni en Erez of de drie kleinere grensposten Kerem Shalom, Sufa en Nahal Oz. Het vervoer van personen of goederen via deze grensposten wordt echter zeer beperkt toegestaan en is onderhevig aan strenge, tijdrovende controles. Nadat Hamas in juni 2007 de controle verwierf over de Gazastrook werden de grenzen van Gaza vrijwel volledig gesloten door het Israëlische leger. Hierdoor ontstonden grote problemen met de voorziening van voedsel, water, riolering en medische zorg. Transportverbindingen (bus- of vrachtwagenkonvooien) voor personen of goederen tussen de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever zijn niet aanwezig. Vanwege de beperkte toegang tot de kustwateren worden circa 35.000 personen die afhankelijk zijn van visvangst in hun bestaan bedreigd. De Palestijnen mogen geen haven bouwen en de Israëlische marine hindert Palestijnse vissersboten om meer dan 10 km de zee op te varen. In de praktijk betekent dit dat de Gazastrook, met ongeveer anderhalf miljoen Palestijnen, van de buitenwereld is afgesloten.
16
De VN en de Wereldbank beschouwen het systeem van controleposten, wegversperringen en andere fysieke obstakels als de voornaamste oorzaak van de humanitaire crisis in de bezette Palestijnse gebieden.
GEVOLGEN
Pas als eerst de IsraĂŤlische producten binnen een bepaalde economische sector op de internationale markt zijn verkocht, mogen Palestijnen hun producten exporteren naar de IsraĂŤlische markt. Producten die wel uitgevoerd mogen worden, lopen vaak vertragingen op bij de wegversperringen. Dit is funest voor bederfelijke producten, zoals groenten en fruit. De Palestijnse landbouw, vroeger de ruggengraat van de Palestijnse economie, draagt hierdoor nog maar voor tien procent bij aan de economie.
Grenspost Erez
Gazastad
Grenspost Karni
Gazastrook Stedelijk gebied Hoofdwegen Grenspost
Grenspost Rafah
17
18
19
TOEKOMST
PERSPECTIEF
Een zelfvoorzienende en onafhankelijke Palestijnse staat wordt pas mogelijk als de bezetting wordt opgeheven.
O
ok al groeit de Palestijnse bevolking zorgwekkend snel, de Palestijnse gebieden hebben genoeg vitaliteit en economische potentie om niet afhankelijk te hoeven zijn van buitenlandse nood- en ontwikkelingshulp. Een Palestijnse staat die zelfvoorzienend en onafhankelijk is, is echter alleen mogelijk als de IsraĂŤlische bezetting van de Palestijnse gebieden wordt opgeheven. Zolang het economisch kerngebied van de Westelijke Jordaanoever door de muur en de vele wegversperringen wordt verbrokkeld, zal een Palestijnse staat niet levensvatbaar zijn. Ongehinderde
20
en ononderbroken wegverbindingen tussen de Palestijnse regio’s onderling, tussen de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook, maar ook naar de Arabische buurlanden en via zee- en luchthavens naar de buitenwereld, zijn hierbij essentieel. Het einde van de bezetting en het opheffen van het sociale en economische isolement waarin de Palestijnen verkeren, is noodzakelijk voor de groei en ontwikkeling van de Palestijnse gebieden, maar ook voor stabiliteit, vrede en veiligheid in het gehele Midden-Oosten.
21
RELEVANTE
VN RESOLUTIES Resolutie 194
(11 december 1948). De term vluchtelingen omvat ‘alle vluchtelingen, ongeacht hun ras of nationaliteit, mits zij ontheemd waren uit hun huizen in Palestina’. Deze resolutie (a) bevestigt drie afzonderlijke rechten: 1. recht op terugkeer, 2. recht op teruggave van onroerend goed en 3. recht op schadevergoeding en (b) stelt twee verschillende oplossingen voor: 1. terugkeer plus teruggave en schadevergoeding (14 juni 1967) of 2. hervestiging plus teruggave en schadeverroept Israël op zorg te dragen voor de door keuze van l beginse het van goeding op basis burgerbevolking waar militaire operaties de individuele vluchteling. hebben plaatsgevonden. Ook moet de terugkeer van vluchtelingen gefaciliteerd worden en moet het oorlogsrecht, zoals vervat in de Geneefse Conventies, worden gerespecteerd.
Resolutie 237
22
Resolutie 242
(22 november 1967) roept Israël op zich terug te trekken uit de bezette gebieden en alle betrokken partijen de territoriale integriteit, politieke onafhankelijkheid en de soevereiniteit van elke staat in de regio te respecteren. Vrijheid van scheepvaart in de internationale wateren moet gegarandeerd blijven en een rechtvaardige regeling moet getroffen worden voor het vluchtelingenprobleem.
Resolutie 452 1 Resolutiedee27 lt het
Resolutie 267
(1969) veroor VN falen van Israël om de van n zie aan ten resoluties Jeruzalem na te leven.
(1979) roept Israël op om de bouw van nederzettingen op Palestijns gebied te staken.
Resoluties 476 en 478
(1980) stellen vast dat het toe-eigenen van grondgebied door geweld niet toe(1969) keurt administratieve laatbaar is en roepen landen op om hun handelingen van Israël af diplomatieke missies uit Jeruzalem weg die de status van Jeruzalem te halen; verklaren verder dat Israël veranderen. (1980) veroordeelt de ‘basiswet’ (waarin de status van de nederzettingen op Palesti jns gebied en Jeruzalem wordt gewijzigd) niet mag vraagt de lidstaten van de VN om Israël toepassen in de sinds 1967 bezette niet te assisteren bij het bou wen van (1968) verklaart handelingen gebieden, omdat deze in strijd is met nederzettingen. van Israël om Jeruzalem internationaal recht. De Vierde Geneefse te unificeren als Joodse Conventie blijft van toepassing op de hoofdstad ongeldig. bezette gebieden.
Resolutie 465
Resolutie 252
23
COLOFON
TEKST: UCP FOTOGRAFIE: UCP, Defence for Children Palestine Section, 12 Provinciën, Maaike Hoffer, Martin Siepermann CONCEPT, VORMGEVING EN OPMAAK: 071 Visuele Communicatie CARTOGRAFIE: Jan de Jong DRUKWERK: Drukkerij Goud DEZE BROCHURE is een uitgave van United Civilians for Peace (UCP) en is gebaseerd op informatie van diverse internationale instanties en mensenrechtenorganisaties. UCP zet zich in voor een rechtvaardige oplossing van het Israëlisch-Palestijnse conflict conform het internationale recht. Niets uit deze uitgave mag worden gebruikt zonder schriftelijke toestemming van UCP, © UCP (2008, herziene versie). POSTADRES: United Civilians for Peace, Postbus: 8190, 3503 RD Utrecht, T: 030-8801534, F: 030-6925614, E: info@unitedcivilians.nl BEZOEKADRES: Joseph Haydnlaan 2a, 3533 AE Utrecht WIL JE MEER WETEN? Bezoek onze website: www.unitedcivilians.nl