BLIK012015 magazine over kijken z BLIK magazine is een uitgave van De Zagerij ontwerpbureau
1
inhoud colofon BLIK magazine over kijken is een uitgave van De Zagerij ontwerpbureau en verschijnt twee keer per jaar. BLIK wordt toegestuurd aan klanten en relaties van De Zagerij. Aan BLIK werkten mee: Alex de Groot, Ralf Mohren, Quirine Reijman, Marthijn Stam
04
06 > begin hier
Legendarische editie van Colors magazine van de nog legendarischere art-director Tibor Kalman
waarom blik? Een introductie
Idee, redactie en vormgeving: De Zagerij ontwerpbureau Teksten: Quirine Reijman Ralf Mohren (pagina 18) Foto’s: Alex de Groot (tenzij anders vermeld) Illustraties: De Zagerij ontwerpbureau Contactgegevens: De Zagerij ontwerpbureau Edisonstraat 116 2561 BJ Den Haag +31 (0)70 389 03 52 of +31 (0)6 446 24 147 www.dezagerij-ontwerp.nl info@dezagerij-ontwerp.nl 2
09 woord en beeld FotoÂbijschrift bij een World Press Photo
10 tegen/ licht Interview met fotograaf Alex de Groot
18 foto
Schrijver Ralf Mohren over zijn ervaring met Alex de Groot
28 40
plakband
boeken
20
na woord komt beeld Persoonlijke en subjectieve selectie uit het portfolio van Alex
Kijken en fotograferen leer je niet uit een boekje, maar een beetje inspiratie is nooit weg
38
44 sarah
trompet
3
waarom blik?
b
eeld. Het komt zelden voor dat het er niet is. In alle soorten en maten wordt het bij ons aangeleverd om – samen met de tekst – terecht te komen in de opmaak van tijdschrift, brochure, affiche, website etcetera. Beeld is ook alomtegenwoordig buiten onze computerschermen. Bewegend, stilstaand, illustratief of juist poëtisch. Als illustratie of als foto. En het gaat snel. Beeld consumeer je snel, in een flits heb je herkend wie er op die foto te zien zijn, wat er gebeurt. Hup, volgende. Hoe lang kijk je nu helemaal naar een foto? En als je langer kijkt, wat zie je dan? Valt er meer te zien? En wanneer ga je het eigenlijk zien? Is dat als je een uur naar een foto staart of is het pas als je beelden gaat vergelijken? Of iets donkerblauw of zwart is zie je ook pas als je beide kleuren naast elkaar ziet. Zou best kunnen dat je pas iets opvalt aan een beeld als je er iets anders naast zet. Betekenis En de verhalen bij een beeld. Nog zoiets. Elk beeld roept wat op. Eén vakantiefoto staat voor een hele vakantie. Je ziet de plek weer voor je, je weet zelfs wat je dacht toen je de foto nam. Eén portret ontlokt een complex gevoel of roept de hele setting in herinnering. Het is daar waar dat grijsgedraaide gezegde vandaan gekomen moet zijn: dat één beeld meer zegt dan duizend woorden. En de betekenissen die je aan een beeld kunt geven. Zoveel mensen, zoveel verschillende interpretaties. Er is immers geen ‘woordenboek’ van het beeld, geen uitleg over wat er precies te zien is en hoe je dat moet interpreteren. De context, zowel figuurlijk als letterlijk, de andere beelden die erbij staan, de tekst, je eigen referentiekader, deze combinatie bepaalt uiteindelijk welke betekenis een beeld krijgt. Welke betekenis jij er aan geeft. Experiment Vanuit deze gedachtes ontstond het idee voor BLIK. Een tijdschrift over kijken. Op een niet-alledaagse manier, namelijk door er langer bij stil te staan. Proberen woorden te vinden voor dat wat je ziet en eigenlijk in één oogopslag begrijpt, maar wat zo moeilijk te vertalen is. Bewust zijn van wat een beeld met je doet, wanneer het je raakt, wanneer niet. En hoe bewust we ook probeer te kijken, doordat we zo
4
aan enorme hoeveelheden beeld gewend zijn, lukt het vaak niet om een beeld langer te bekijken. Met Alex de Groot, een bevriende fotograaf, maakten we lang geleden een boekje: ‘Waarom ik?’. Een fotoboekje met de portretten die hij maakte van bekende mensen, al dan niet in opdracht. Ik weet nog hoe moeilijk het was om alleen maar beeld te gebruiken. Op ons verzoek schreef Alex bij elke foto een paar zinnen over de totstandkoming ervan. Toen lukte het om een vorm te vinden. Met BLIK herhaal ik dat experiment, want ik vroeg Alex’ zijn medewerking, interviewde hem en maakte een selectie uit zijn portfolio. Nu eens niet in opdracht, maar omdat ik wilde weten wat er te zien valt in de foto’s van Alex. Waarom vind ik ze mooi? Waarom vindt hij ze zelf geslaagd? Hoe kijkt een fotograaf, waar let hij op, wanneer weet hij dat het een goeie foto is? Ontdekken Met mijn ordening en eigen teksten en beelden probeer ik mijn blik op Alex helder te krijgen. Scherpstellen door er een beetje omheen te bewegen. Niet rechtstreeks aankijken, maar zoeken en proberen. Ontdekken. Nieuwe vormen, woorden, beelden en combinaties. Mijn blik. Zo kom je via het tijdschrift Colors en de World Press Photo van Spencer Platt bij het interview met Alex. Ga je van de woorden naar het beeld, via de ervaring van geportretteerde schrijver Ralf Mohren, om te eindigen bij boeken over beeld en kijken. Ontdekken geldt ook voor dit magazine: kunnen wij dat ook, zelf een tijdschrift maken? Een concept bedenken, zelf alles schrijven, illustreren en uiteraard vormgeven. En werken zonder opdrachtgever? Of beter gezegd: onszelf als opdrachtgever zien? Een aparte ervaring: alleen ons eigen oordeel en smaak om je toe te verhouden. Ons eigen werk beoordelen, niet met de ogen van iemand anders zoals normaal, maar met onze eigen ogen.
5
6
De waarschuwing voorop de 13de editie (uit 1995) van het blad Colors: “this magazine contains no words. start here” klopt niet helemaal. Alhoewel je 85 pagina’s lang inderdaad alleen maar beeld ziet. Niks geen bijschriften, laat staan artikelen. Pas op pagina 86 stuit je op het redactioneel van hoofdredacteur Tibor Kalman (samen met fotograaf Olivier Toscani begon hij Colors in 1991). Waarvan we hier de vertaalde, integrale tekst geven. Waarom? Omdat het zo belangwekkend is wat hij te zeggen heeft over beeld. Zelfs nu nog, bijna twintig jaar later.
j
> begin hier e hebt zojuist naar 395 foto’s gekeken. Even behoefte aan iets anders? Dan zijn hier 503 woorden. Begin hier > de gemiddelde lezer zal er drie minuten over doen om dit te lezen. Hoe lang kijk je normaal naar een foto? Beloof dat je de volgende drie minuten naar een foto kijkt (bijvoorbeeld naar de foto bovenaan pagina 54) en je hoeft de volgende 415 woorden van dit redactioneel niet te lezen. Het is niet dat we tegen woorden zijn. We denken alleen dat mensen er te veel van verwachten. Ze verwachten dat
woorden vertellen wat er op een foto gebeurd, maar in werkelijkheid geven woorden slechts een interpretatie. Afhankelijk van wie het bijschrift maakt kunnen de kinderen op pagina 54 weeskinderen, dieven, hangjongeren of gewoon een stel kinderen zijn. Woorden vertellen ons letterlijk wat je moet zien. Door geen woorden te geven, brengen we je in de positie van een toerist die de taal niet spreekt. Kijken is dan de enige manier om te begrijpen wat er aan de hand is. Op die manier leer je om alles te zien (net zoals een blinde een heel goed gehoor ontwikkelt). Je leert visuele signalen te interpreteren – gebaren en blikken, kleding en
7
Mensen die nooit geleerd hebben beelden te lezen – te analyseren, te bevragen of te weerstaan – zijn in het nadeel. Ze zijn analfabeet.
8
kapsels – die je voorheen nooit opvielen. Je begint dingen te zien die zelfs de plaatselijke bevolking niet ziet. De afwezigheid van woorden dwingt je om zelf te beslissen waar het over gaat. Maar voordat je dat doet, hoe weet je zeker dat je foto’s meer kunt vertrouwen dan woorden? Dat ze weerspiegelen wat we met onze ogen zien, betekent nog niet dat ze ook de waarheid vertellen. Als ze iets doen, is het ons een nog mooiere interpretatie van de werkelijkheid voorhouden. Fotografen bekijken de wereld door een klein gaatje aan de achterkant van hun camera (ze worden ook wel zoekers genoemd). Door het kader dat ze kiezen, de manier waarop ze licht gebruiken en het moment waarop ze afdrukken, beslissen fotografen wat ze ons willen laten zien. Dat is precies wat een magazine ook doet. Door sommige foto’s te laten zien en
andere juist niet, door foto’s bij te snijden, bij elkaar te plaatsen en te bewerken, creëren bladenmakers een beeld van de werkelijkheid dat overeenkomt met hun stijl of politieke visie (dat doen we bij Colors ook). In een tijd dat visuele communicatie steeds belangrijker wordt, zijn mensen die nooit geleerd hebben beelden te lezen – te analyseren, te bevragen of te weerstaan – in het nadeel. Ze zijn analfabeet. Op school wordt kinderen het lezen van woorden geleerd. Maar misschien moeten ze ook onderricht krijgen in het lezen van beelden. In de eerste les zou er een heel uur besteed moeten worden aan het kijken naar een enkel beeld. Maar dat is toekomstmuziek. Nu zijn er nog maar 19 woorden over. Wat betekent dat we weer op ons zelf aangewezen zijn. Ik zie je terug op pagina 1. [redactioneel – december 1995]
© Spencer Platt
é
Woord en beeld - Weet je wat je ziet? én beeld zegt meer dan duizend woorden. Een bekend gezegde, maar uitzonderingen bevestigen de regel. Want wat zie je eigenlijk als je kijkt, maar je niet weet wát je ziet? Soms heeft een beeld uitleg nodig, net als dat tekst op zijn tijd een beeld kan gebruiken. Een mooi voorbeeld is de foto hierboven. Op 15 augustus 2006 gemaakt door Spencer Platt, hij zou er de World Press Photo 2006 mee winnen. Het bijschrift luidde in eerste instantie dat het ging om een groep rijke Libanezen die in hun cabriolet door een zwaar gebombardeerde wijk van Beiroet rijden. Een soort ramptoerisme dus.
De jury prees de foto omdat die “de complexiteit en de tegenstrijdigheid van het echte leven laat zien”. Later berichtten sommige nieuws bladen, waaronder de Belgische krant De Morgen, dat het ging om jongeren uit de wijk die in een van vrienden geleende auto door de straten reden. Dus helemaal niet rijk, en zeker geen ramptoeristen. Het doet er eigenlijk niet toe welke versie waar is, het gaat er om dat je soms niet weet wat je ziet. En dan heb je tóch die ‘duizend’ woorden nodig.
9
tegen/licht interview met fotograaf Alex de Groot
10
11
h
Alex de Groot (1966) wilde op zijn veertiende, vijftiende al fotograaf of regisseur worden. Had eigenlijk de opleiding niet echt nodig, daar leerde hij niet veel. Zijn stage bij Marcel van der Vlugt, dáár heeft hij het fotograferen geleerd. ij studeerde in 1990 met negens af op een serie foto’s van Herman Brood. En heeft inmiddels (onder meer uiteraard) een leuk rijtje beroemde koppen gefotografeerd uit de Nederlandse en internationale theater-, muziek- en literatuurwereld. Denk Jan Wolkers, Jan Cremer, Remco Campert, Kees van Kooten, JunkieXL. Maar ook filmregisseur Oliver Stone en frontman van de Tindersticks Stuart A. Staples. Het wensenlijstje is nog lang niet afgevinkt. Rutger Hauer Vandaag, de dag van het interview had hij eigenlijk in Friesland willen zijn. Om Rutger Hauer te fotograferen die daar een aantal maanden per jaar woont en er een lezing zou geven. Helaas bleek Hauer een filmklus tussendoor te hebben gekregen en ging de hele lezing niet door. Vandaar dat hij het vandaag met mij moet doen. Alex is een man van weinig woorden. Niet dat hij niet kan lullen, maar toch, over zijn werk als fotograaf, dat is iets anders. “Eigenlijk praat ik nooit over mijn werk.” In zijn stamcafé wisten ze heel lang niet eens dat hij fotograaf was. En ondanks dat ik zo’n 3,5 uur op mijn opname-apparaatje heb staan, zoek ik nóg naar de woorden die van de onafgemaakte zinnen en de anekdotes iets samenhangends maken. Want wat maakt een foto in de ogen van Alex goed? Wat ziet hij
12
dat iemand anders niet ziet? Vóór deze interviewafspraak had ik mijn zinnen gezet op de landschappen die hij had geschoten. Een donkere onweerslucht in de Achterhoek, onschuldige wollige wolken in een enorme lucht boven een ‘schuldig’ industriecomplex. Het zijn foto’s die niet ophouden bij de rand van de foto. Ze geven een gevoel van eindeloosheid, dat vond ik er mooi aan. Maar in het gesprek komen we toch vooral steeds weer uit bij de portretten. Maar uitleggen wat daar zo bijzonder aan is, ligt wat ingewikkelder. Dus zoek ik achteraf op internet naar de man waar hij stage liep, bestudeer ik de filmpjes en foto’s op de website van Alex. En langzaam wordt het wat duidelijker. Ik moet in ieder geval op zoek naar het licht. Of het tegenlicht. Dat geeft toegang tot het gevoel waar Alex het over heeft. Onvermogen Alex is eigenlijk heel pragmatisch, staat met beide voeten op de grond, maar in zijn werk is het vooral de intuïtie die het werk doet. Uitspraken als “het moet gewoon echt iets zijn” of “dat ik het gevoel heb, oh, dat is een mooie foto” typeren de moeite die het kost er echt woorden aan te geven. Marcel van der Vlugt, de eigenzinnige fotograaf waar Alex zijn afstudeerstage liep, heeft hem echt leren
Oom Jan Ravensberg, 2014 Herman Brood, 1990 Armando, 2013 Sarah Sötermann, 2013
fotograferen. “Die zei altijd: ‘Ik maak geen scherpe foto’s, ik maak mooie foto’s.’ Verder zei hij nooit zo veel. Als je een vraag stelde antwoordde hij, ‘wat denk je zelf, ga daar eerst zelf maar eens over nadenken’. Volgens mij bedoelde hij dat je gewoon moet doen wat je zelf mooi vindt. Hij gooide alles omver wat ik geleerd had op die school. Hij ging ook heel anders met licht om. Heel veel gevoel in een foto leggen, dat heb ik vooral van hem geleerd.”
dat je dan andere dingen kunt zien. Iets soorgelijks gebeurt bij de foto’s van reflecties in ramen. Alex heeft er een aantal gemaakt: mensen weerspiegeld in een raam, een winkelruit. Daar waar je de mensen ziet, zie je tevens wat er achter het raam ligt uitgestald. Ook daar lost het beeld gedeeltelijk op. Het glas voegt een nieuwe laag toe, maakt transparant maar zorgt samen met het licht dat sommige dingen niet zichtbaar zijn. Ongrijpbaar.
“Op het eind van mijn stage, zei hij: ‘Ik geef je een opdracht. ik hoor je zo vaak over Herman Brood, ik wil dat jij een foto van hem gaat maken.’ Die eerste foto is gelijk op een cd terecht gekomen.”
1 minuut Een man van weinig woorden, maar ook een man van weinig minuten. Alex heeft geen uren nodig om een foto te maken. Een half uur maximaal. Als hij een uur zou hebben? “Geen idee! Als ik er langer over doe, doe ik iets niet goed. Geleerd van Koos van Dijk (de manager van Herman Brood), die zei: ‘Je kent de concentratie van Herman, 1 minuut, dan moet het er op staan, zeker de groepsfoto, 1 minuut heb je.’”
Oplossen “Ik maak geen scherpe foto’s, ik maak mooie foto’s”, het zou ook het motto van Alex kunnen zijn. Want lang niet alle foto’s zijn gestoken scherp zoals dat dan heet. Niet dat ze ónscherp zijn, maar je ziet dat het geen prioriteit is. Een foto is bij Alex nooit alleen maar een foto, het is een beeld. Dat is wat anders. Aan een beeld voeg je nog iets toe, geef je een accent, speel je nog een beetje met licht en donker en met alles wat ertussen zit. Dat is hoe de beelden gaan stralen. Licht wordt lichter. Verblindend. Tegenlicht. Het is alsof de beelden deels oplossen in het licht. Alsof er iets doorheen schijnt en
We hebben het over de overgang van analoog naar digitaal. Vroeger maakte Alex veel van zijn portretfoto’s met een Hasselblad. Een groot verschil met de digitale camera. Hij wijt zelfs een vroegere mindere periode als fotograaf aan die overgang. “Je kijkt anders met die Hasselblad. Ten eerste zie je alles in spiegelbeeld. Daar ga je mooiere foto’s van maken. En je zit er
13
veel meer in. Je hebt een filmrolletje met maar twaalf opnames, dus dan moet het wel echt goed zijn. Nu, met die digitale camera denk ik: niet geschoten is altijd mis. Maar het uitzoeken van al die foto’s, ik word er gek van!” “Ik wil ook al jaren weer met de analoge Hasselblad fotograferen. Want de scherpte ja, ik weet niet, het heeft gewoon iets. Het filmpje ervoor ligt nog steeds in de koelkast, dat zal inmiddels wel over datum zijn.” En de donkere kamer? “Ik heb geen seconde heimwee naar de donkere kamer. Daar heb ik zoveel in gestaan met haastklussen tot diep in de nacht en dan om 9 uur op de redactie staan.”
“Ik doe eigenlijk heel veel acteurs en actrices en schrijvers. Maar ik ga nooit naar het theater en ik lees ook nooit een boek” 14
“Dát vind ik wel jammer, ik zie niemand meer. Ik weet niet eens hoe mijn opdrachtgevers er uit zien. Ook collega fotografen, die zag je altijd bij het lab, moest je een tijdje wachten, dan sprak je mekaar nog eens. Nu zit ik alleen nog maar in m’n auto op weg naar een opdracht en vervolgens achter m’n computer. Dan stuur je het weg per mail en dat is het.” Een act “Ik doe eigenlijk heel veel acteurs en actrices en schrijvers. Maar ik ga nooit naar het theater en ik lees ook nooit een boek. Ik vind het interes-
In zijn stamcafé wisten ze heel lang niet eens dat hij fotograaf was
sant dat ze bekend zijn. Dat fascineert me. Maar wat ze dan precies hebben gedaan.... Ik wéét wel alles, maar het lezen of er naar toe gaan... nee.” De boekenkast van Alex bevat dan ook niet bijzonder veel boeken. Ik tel er 31. Charles Bukowski en ‘Turks Fruit’ zijn aan de verkleuring te zien het oudst. Ook het plankje met fotoboeken is niet vol. Boeken met werk van Anton Corbijn, Ellen von Unwerth, maar ook over DDR design en de Surrealisten. Bewijst maar weer dat je fotograferen niet leert uit een boekje! Alex heeft geen visie. Zegt hij zelf. Schrijfster Hermine Landvreugd tekende het twintig jaar geleden al op uit de mond van Alex in een begeleidende tekst bij een expositie. Alex vertelt haar: “Mijn vriendin zegt, je bedoelt wel wat met die foto’s, jouw houding is een act. Maar ik doe echt gewoon maar wat.” Verbeelding En toch, voor veel foto’s van Alex geldt dat je verbeeldingskracht vermoedt. Het is niet zo belangrijk dat iets ‘goed’ gefotografeerd is. Het gaat er om dat je iets vastlegt dat nog niemand heeft gezien. Dat je het zelf zo niet zou kunnen verzinnen, iets onverwachts. Dat is jouw kijk op de wereld, sterker nog, het is jouw
Kees van Kooten, 2013 Jan Wolkers, 1999 Anne Wil Blankers, 2013
wereld. Dat is misschien nog niet meteen een visie, maar het zou wel de reden kunnen zijn waarom de foto’s van Alex aanspreken: je had het niet zelf kunnen bedenken om het zo te doen. Alex is op zoek naar iets onverwachts. Meestal vindt hij dat in de tijd ná dat de officiële foto voor de opdrachtgever is gemaakt. Nog even iets uitproberen, nu we hier toch zijn, die gedachte. Gedichten Over onverwachte dingen gesproken. Spittend door het facebook-profiel van Alex, kom ik een paar gedichten tegen van ene P.B. Huizinga. Gedichten. Alex. Ik kan het niet goed plaatsen. Als ik hem er naar vraag is de verrassing nog groter: ze blijken van hemzelf te zijn. “Uit de net niet verschenen bundel met een fantastische titel waar ik even niet meer op kan komen.” Het is een spel. Net als dat lijstje met beroemdheden die nog moeten worden vastgelegd: Keith Richards staat op één, Johan Cruijff op twee, op drie Paul Verhoeven. En Rutger Hauer natuurlijk. Gewoon kijken of je het voor elkaar kunt krijgen, hoe ver je komt. Op een feestje van advocaten zijn en daar Jan Cremer aanspreken. Of hij hem een keer mag fotograferen. De Bijenkorf binnenlopen omdat je weet dat er schrijvers signeren. Hup,
15
© Roemer Overdiep
Dolend, Niets vermoedend, friemelend, En frunnikend in een gat, Dat nooit had mogen bestaan, Een gat in het geheugen, Gravend in een verleden, Dat nooit meer terugkomt, Door de verdringing, Van de druk die blijkbaar, Nooit stilletjes voorbij glijdt, Wensend, Op rust en vergetelheid, Dierbaar geheugen, Laat mij nooit in de steek, En zorg voor de gedachtes, Aan een dierbaar mens, die door de sterren is opgevreten, Heengegaan, Zou mijn geheugen niet wensen dat de gedachte, Terugkomt als een voldongen feit, In de vorm, Van een perfect gezicht, Met een mooie lach, Die je aankijkt, Door de ogen van een gedoofde ster, Die verbleekt aan de hemel, Terwijl de maan fronst, En ziet dat het goed is…. Alex de Groot 2 mei 2014
16
foto en mini-filmportetje van Franka Treur. Bij een boekpresentatie in de Kleine Komedie net zo lang met een vriendin (die hij weer ergens anders van kent) van Gummbah staan praten tot ook hij instemt met een foto ondanks zijn aanvankelijke weigering. Verhaal Het zijn ook niet zozeer zijn foto’s die hij mooi vindt, het gaat Alex vooral om het verhaal van de foto. Hoe die ontstaan is. De kinderen van een vriend die plakband op elkaars ogen plakken en die hem zo het idee voor een foto geven. Of over de foto van Stuart A. Staples, de zanger van de Tindersticks en hoe oersaai het na afloop van het concert was in de kleedkamer. “Ik was hartstikke blij dat ik die foto had gemaakt, maar achteraf dacht ik, het is helemaal geen interessante man. Maar goed, het is wel de zanger van de Tindersticks en ík weet hoe het er bij hun in de kleedkamer aan toe gaat!” Visie Alex zegt wel dat hij geen visie heeft. Maar ik ben er niet van overtuigd. Ik vraag het twee mensen die hem goed kennen, een collega en een goede vriendin. Reclameman, fotograaf, filmer, schilder en ex-koffiebrander Roemer Overdiep werkt regelmatig samen met Alex bij het maken van filmpjes.
“Alex heeft een goed oog voor de binnenkant van mensen” Alex’ favorieten Roemer over de manier waarop Alex te werk gaat: “Hij breekt in op ongepaste momenten en zet dan door. Alex gaat helemaal in een persoon zitten. Letterlijk en figuurlijk. Hij gaat overal dwars doorheen, durft ook alles. Dat heb ik helemaal niet.” Is dat het ‘geheim’ van Alex? Het is in ieder geval hoe Roemer het ziet: “Alex trekt zich niks aan van normale omgangsvormen. Hij maakt mensen zelfs een beetje chagerijnig, geïrriteerd en dan ‘ploep’. Heeft hij weer helemaal het goeie moment te pakken.” Aan Pieke Gunsing vraag ik of ze het eens is met Alex als hij zegt dat hij geen visie heeft. “Nee... ik denk niet dat hij geen visie heeft, maar ik snap wel dat hij dat zegt, het past bij hem.” Ik beaam dat Alex er het type niet naar is om zichzelf van een afstandje te bekijken. Pieke: “Alex heeft een goed oog voor de binnenkant van mensen, en die binnenkant brengt hij naar buiten in een foto. Maar het zou best kunnen dat hij zich daar niet van bewust is, dat hij dat daarom zegt.” Intuïtie Alex schept met zijn foto’s een eigen wereld. Een wereld van verhalen en verhaaltjes, hij speelt met verwachtingen en toevalligheden. Onbewust en intuïtief. Vervreemdend, er niet precies de vinger op kunnen leggen. Er over praten in niet-afgemaakte
zinnen. Maar je begrijpt de bedoeling. Een beetje zoals Maarten van Roozendaal dat deed in ‘Red mij niet’: “Laat mij in mijn zeven sloten / Laat mij de draad volslagen kwijt / Aan gezelligheid ten onder / Richting eindeloze tijd / Uit volle borst op weg naar nergens / Zonder reden, zonder doel.” Of zoals Nico Dijkshoorn het in zijn Volkskrant-column naar aanleiding van de dood van Vlaamse volksrocker Luc De Vos verwoordde: “(...) hij heeft mensen in de ziel geraakt door op intuïtie de goede woorden naast elkaar te zetten. Er gelden geen taalwetten in dit liedje. Alles kan. Het is een op het eerste gehoor onbegrijpelijke tekst, die je doet nadenken over je eigen leven.” Geen wetten, geen visie. Wel intuïtie en verbeelding. Dáár moet je het mee doen!
Facebook • Short of the Week • Fubiz • Vogue Italia Websites • LinkedIn • Cobra.be Top 5 fotografen, in willekeurige volgorde • Stefan Vanfleteren • Richard Avedon • Ellen von Unwerth • Peter Lindbergh • Anton Corbijn
Meer van Alex www.alexdegroot.nl www.facebook.com/ AlexdeGrootPortrait Photography
© Roemer Overdiep
17
18
foto door Ralf Mohren foto Alex de Groot
Zou er een stukje in de foto zitten? Dat dacht ik ineens. Buiten scheen de zon, maar vermoedelijk zou het ’s middags gaan regenen. Toen de foto gemaakt werd, weken geleden, regende het ’s ochtends maar op het moment dat ik uitstapte op Sloterdijk brak de zon door. De wind bleef schraal. Niet alles hoeft te kloppen. Ik sms’te: “Hoi Alex, ben op Sloterdijk. Zit bij Starbucks & heb rood haar. Dan vind je me wel, toch? Groet, Ralf.” Die verrekte lolligheid ook altijd. Wat wilde ik? Hem mild stemmen vermoedelijk. Ineens stond hij binnen. Samen met zijn dochtertje. “Ik had je even gegoogled,” zei hij. “Ik jou ook,” zei ik. “Jij bent schrijver,” stelde zijn dochtertje vast. Haar zekerheid vrat mijn twijfel op. Hij vertelde dat hij in IJmuiden woont en dat het daar, zeker ’s winters, plaatselijk flink lelijk is. Hij leek zich te verbazen en misschien amuseerde die lelijkheid hem ergens wel. Ik vertelde dat ik net bericht kreeg dat er bij ons in de straat een huis in brand stond, waarop hij vroeg of ik dan niet naar huis moest. Dat hoefde ik niet: het was aan het eind van de straat. “Toen het vanochtend zo regende, had ik even mijn twijfels,” zei hij. En ik realiseerde me dat deze shoot aan een zijden draad had gehangen. Maar vuur en water ketsten op voorhand af op de foto die zo gemaakt zou gaan worden. “Heb je haast?” Dat had ik niet. Hij bracht zijn dochtertje naar haar moeder en vroeg of ik koffie wilde. “We zijn heel goed hoor,” zei hij terwijl hij me voorging op de steile trap. Na de koffie was ik klaar voor de foto. In zijn Peugeot of Renault reden we naar een wat schimmig industrieterreintje in Amsterdam-Zuid. “Ik ben gek op achtergrondjes,” verklaarde hij zijn keuze. “Misschien moeten we daar eens even kijken, da’s een mooi schuttinkje.” Hij wees. Vervolgens schoot hij de foto’s terwijl ik voor een wand van roestig ijzer stond: de achtergrond als schild tegen mijn onzekerheid. Ik hoorde geen enkele keer: kijk eens zo of zo of doe eens dit of dat. Ineens waren we klaar. We hadden de mooie achtergrondjes gehad. Voorin zijn auto bekeken we de foto’s. Het moet eruitgezien hebben als de onderhandeling over een drugsdeal. “Het is alsof je alles in een trechter gooit en dan blijven de goede over.” Uiteindelijk bleven twee foto’s over.
Tonic, de nieuwste roman van Ralf Mohren wordt uitgegeven door uitgeverij Meulenhoff
“Die vinden de meisjes ook leuk, dat moet je niet onderschatten,” zei hij. In de Peugeot of Renault bracht hij me terug naar het station. Hij vroeg me naar het boek en ik vertelde over de achtergrond ervan. Meer dan ik ooit eerder vertelde. En dat aan iemand die ik net had leren kennen. Het maken van de foto werd zo het startschot voor mijn eerste voorzichtige stap naar buiten.
19
na woord komt beeld
h
et schrijven van het artikel en het selecteren van de foto’s ging niet gelijk op. De selectie was er eerder dan het artikel. Voor alle duidelijkheid: wat je op de nu volgende pagina’s aantreft is wat ík wil laten zien uit het portfolio van Alex, het is mijn selectie. Kan best zijn dat Alex het zelf heel anders had gedaan. Hoe ik de foto’s bij elkaar heb gezet vertelt eigenlijk mijn ontwikkeling in het kijken naar Alex zijn werk. In eerste instantie wilde ik vooral de landschappen laten zien. Tijdens het interview en de uitwerking ervan, begon het concept tegen/licht mij te dagen. Waardoor ik weer meer en andere portretten wilde laten zien. De laatste foto is, hoewel al langer geleden gemaakt, typerend voor het ‘spel’ dat Alex speelt, zijn intuïtieve aanpak. Zo anders dan mijn overwegend rationele aanpak! Daar kan ik dus uren naar kijken...
Onweer boven de Achterhoek, 2014
IJmuiden, 2014
20
“Ik heb geen visie. Ik fotografeer gewoon wat ik mooi vind”
21
22
23
Schip in de avond, IJmuiden, 2012 Strandhuisjes, IJmuiden, 2012 ‘La Maranda’, IJmuiden, 2014 Elze de Groot op het strand bij IJmuiden, 2014
24
25
26
Hiske Eriks, 2013 Elze de Groot bij ‘La Maranda’, IJmuiden, 2013 Ragazze Quartet, 2014
27
Je moet het wel netjes doen. Je handen wassen zodat je geen vingerafdrukken op het tape achterlaat. Bij mijn rechteroog zie je wat er gebeurt als je niet oplet: je krijgt vreemde spiegelingen, lichtvlekken. En dan zie je dus niets meer. En je moet natuurlijk opletten dat je je haar goed uit je gezicht haalt, want dat is niet prettig. En het plakband plakt dan niet meer zo goed. Vroeger deed ik dit al met mijn buurmeisje. De hele middag waren we in de weer met rolletjes plakband. We verbonden onze poppen met elkaar. En uiteindelijk onszelf. We zagen het als een onzichtbare band die we met elkaar hadden. Zo zouden we altijd weten waar de ander was. Door die onzichtbare band van tape. Het langste tape dat we aanbrachten was tien meter. We stonden elk in onze eigen tuin. En door een spleet in de schutting waren we met elkaar verbonden. Heel spannend. Op een avond waren we heel moe maar we wilden nog opblijven dus toen bedachten we dit. Ik doe het nog dagelijks. 28
 Plakband, 1993
29
Maud Beurskens, 2012 Sonja van der Meer, 2014
30
31
32
“Ik was hartstikke blij dat ik die foto had gemaakt, maar achteraf dacht ik, het is helemaal geen interessante man. Maar goed, het is wel de zanger van de Tindersticks!”
Stuart A. Staples, 2012 Jur de Koning, 2010 Dimitri Verhulst, 2014 Gummbah, 2014
33
34
Bracha van Doesburgh, 2012 Tiare, 2014 Veer, 2013
35
 Buurman John, 2014
36
 Remco Campert, 2013
37
38
Een verhaal zonder script. Wel beeld, geen bijschrift. Ook geen klank, beeld zonder geluid. Onscherp, scherp, onscherp. Diepte in een plat vlak. Geen kippenvel, haar huid is glad en warm. De gouden schittering van de trompet. Eén schrille toon weet hij er nog maar uit te persen. Dat het maar een vreemde situatie is heb je bijna niet door, zo ontspannen zit de naakte, zwangere vrouw op haar kruk. Tja, waarom ook niet. Na sluitingstijd... Het vreemde van zo’n foto is dat het wachten eeuwig is geworden. Want hoezeer je ook begrijpt dat de baby in haar buik verder groeit, in dit beeld is alles bevroren. Het kind zal nooit komen. Hoe verleidelijk het jochie inmiddels de trompet heeft leren bespelen. Wat blijft is een diagonaal, een lijn van licht die loopt van de ronding van het uiteinde van het instrument naar de ronde buik en borsten. Iets uit balans, maar daardoor perfect in evenwicht. Trompet, 1992
39
boeken Hans Aarsman De Aarsman Collectie “Er is niet één waarheid. Er zijn er minstens zeven.” Aan het woord is Hans Aarsman, de man die ons allemaal heeft leren kijken naar een foto. Door stil te staan bij elk zichtbaar detail. In zijn krantencolumns staan beeld en de tekst naast elkaar. In dit boek staat het beeld zonder bijschrift of bron in zijn eentje op een spread. Vóór de tekst. Zo moet je wel eerst kijken voor je gaat lezen. Het hoopvolle van dit boekje is dat Aarsman zelf ook wel eens iets over het hoofd heeft gezien in een foto. Het is dus te oefenen die scherpe blik! Dit is de eerste in de Collectie. Er zijn er tot nu toe drie verschenen.
Anton Corbijn Herman Brood Deze heeft Alex ook in de kast staan. Mét een echte opdracht van Anton Corbijn erin. In het handschrift dat niet te onderscheiden is van dat van de bijschriften bij de foto’s, want voor dit boek schreef Corbijn zijn herinneringen aan de foto’s met de hand erbij. En ook nog eens op zo’n manier dat het een echt aantekenboekje lijkt. Er is namelijk geen aparte ruimte opengelaten voor de bijschriften van Corbijn, nee, hij heeft de ruimte die er was gewoon gevuld. Mooi! Past ook uitermate goed bij de terloopse, documentaire manier van fotograferen. Meer een dagboek dan een fotoboek.
40
Fotografie leer je niet uit een boek natuurlijk. Maar een beetje hulp bij het kijken naar foto’s kan geen kwaad. Net als het een schrijver helpt om veel te lezen, kan een fotograaf inspiratie opdoen door veel naar andere fotografen te kijken. Een paar suggesties.
Ed van der Elsken Jazz Gezien in ‘Fotostudio De Jong’. Het origineel uit 1959 is alleen nog antiquarisch te koop voor zo’n € 450. Gelukkig is er een betaalbare reproductie uit 2007 op de markt. Prachtige foto’s van legendarische jazzconcerten in het Amsterdamse Concert gebouw. Niet alleen gefotografeerd, maar ook vormgegeven door Ed van der Elsken wat een extra visuele, bijna hoorbare dimensie oplevert. Hij benadert de vorm als een muziekstuk. Met verschillende ritmes, tempi en klanken. Jazzfoto’s, fotojazz.
Harold Evans Pictures on a page - Photo-journalism, Graphics and Picture Editing Dit boek is bedoeld voor mensen die afbeeldingen op een pagina zetten. En voor mensen die daar naar kijken in kranten en tijdschriften. Niet alleen je bewust worden van de manipulatie, maar ook de nieuwsgierigheid aanwakkeren naar hoe dat dan werkt, beeldredactie. Vol met historische beelden. Niet alleen van de foto’s die de krant haalden, maar ook degene die het niet haalden. Met uitleg over het waarom van de keuze. Interessante kost dus. En verplichte kost als je het maximale uit een beeld wilt halen. Het boek is weliswaar uit 1978 maar de principes achter het selecteren en presenteren van beeld zijn niet veranderd. En met de enorme hoeveelheid beelden die we elke dag zien, kunnen we wel een beetje hulp gebruiken.
41
Fieret: Rauw, vaak onscherp en vol leven Gerard Fieret 80 jaar. Een retrospectief van zijn fotowerken Ik kocht het boek ooit in Amsterdam omdat het prachtige foto’s waren, op fijn ongestreken en gerecycled papier. Geen idee wie Fieret was. Ook niet dat hij een stadsgenoot was. Later zagen we hem nog wel eens rondlopen in het centrum van Den Haag, fiets aan de hand, twee zware emmers vogelvoer aan zijn stuur op zoek naar hongerige duiven. Een zonderlinge man die Gerard Fieret (1924-2009). Ik heb eens horen vertellen dat het prijzengeld van de Ouborgprijs die hij in 1992 ontving volledig aan vogelzaad is opgegaan. Maar zijn foto’s zijn bijzonder. Veel vrouwen, een enkel zelfportret. Rauw, vaak onscherp en vol leven. En voorzien van prominent geplaatste copyrightstempels. Het was namelijk zíjn blik. “De wereld gezien door zijn oog is uniek. Daar mogen wij naar kijken, daar mogen wij ons op verheugen, daar mogen wij ons aan ergeren, maar aankomen niet”, aldus oud-museumdirecteur Wim van Krimpen in het nawoord.
Rudy Kousbroek Het raadsel der herkenning (fotosynthese 3) “De opzet is in elke foto iets te vinden dat onverklaarbaar is.” Dat is wat Rudy Kousbroek (19292010) met zijn fotosyntheses zocht. “Het onmogelijke, het mysterie, iets dat niet kan, een geheim.” In duizend woorden onderzoekt hij een beeld op essayistische wijze. Dat betekent dat hij er van alles bijhaalt: zijn eigen ervaringen uit zijn jeugd, informatie uit andere bronnen tot het gevoel dat een foto bij hem oproept. Kousbroek smeedde het tot een intrigerende tekst waardoor hij je anders, beter, langer naar foto’s laat kijken. ‘Het raadsel der herkenning’ is de derde en laatste in de reeks gebundelde fotosyntheses.
42
Anders Petersen Cafè Lehmitz De foto van de zwangere vrouw en het jongetje met de trompet op pagina 38 is gemaakt in een café in Amsterdam. We kennen eigenlijk maar één andere ‘caféfotograaf’ en dat is de Zweed Anders Petersen. Hij maakte gedurende twee jaar foto’s van de cafégasten in het Hamburgse Café Lehmitz. De laatste neemt hij in 1970. De foto’s staan in het boek ‘Café Lehmitz’. Wat ons betreft onverbrekelijk verbonden met de gelijknamige voorstelling uit 1991 van Theatergroep Carver met de onvergetelijke, woordeloze scène van Renée van ’t Hof waarin hij met volle overgave en aandacht een koekje verorbert. Bladerend door het boek begrijp je onmiddelijk waarom Theatergroep Carver hier een voorstelling van maakte. De droefgeestige verhalen springen je tegemoet.
Hannes Wallrafen is een, inmiddels, blinde fotograaf. In januari 2004 manifesteren zich geheel onverwacht de eerste tekenen van blindheid door een erfelijke aandoening van de oogzenuw. Iets ergers kun je je voor een fotograaf bijna niet voorstellen. Maar het is Wallrafen gelukt de draad op te pakken. Met geluid. Dit boekje uit 2006 geeft een mooi overzicht van zijn werk. Een dvd genaamd ‘Hannes zien’ en een cd ‘Hannes horen’ maken het compleet.
foto’s: De Zagerij ontwerpbureau
Hannes Wallrafen Verhalen vertellen
43
“Kan de foto van Sarah SĂśtemann, in de besneeuwde auto, niet groter? Deze foto dekt de lading van mijn manier van fotograferen...â€? 44