Theater De Verbeelding 25 jaar

Page 1

Eric de Vroedt AndrĂŠ Manuel Marien Jongewaard

25 jaar in cijfers Wat is er geworden van... En veel meer!

uitgave ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan


Inhoud

Geschiedenis

Cultuurklimaat

Goed gesprek

Hij stond aan de wieg van Theater De Verbeelding en denkt met veel plezier terug aan de braniejaren van BROAHH die er aan vooraf gingen. Ron de Haan ruilt huidige woonplaats Castricum weer even in voor een meeslepende trip down memory lane in het Purmerend van de jaren tachtig.

Vijf cultuurbepalers in Purmerend gaan in debat aan de hand van zeven stellingen. De thermometer wordt in het cultuurklimaat gestoken. “Ik steek de loftrompet ervoor uit dat hier zoveel voorzieningen kunnen bestaan onder zulke schamele condities.”

Toekomst

Marketing 3.0

Theatermaker en artistiek leider Eric de Vroedt, caberetier André Manuel en theatermaker Marien Jongewaard. Geen onbekenden voor fervente bezoekers van Theater De Verbeelding. Jongewaard speelde zelfs de openingsvoorstelling van Theater de Verbeelding, 25 jaar geleden. Hoe staan deze eigenzinnige makers er na die kwart eeuw voor? We gingen bij alle drie langs voor een goed gesprek. “Je wilt het niet, je ziet het niet. Maar het gebeurt. Je wordt ouder. Nooit gedacht dat ik een oude lul zou worden.”

Het vlakkevloertheater kraakt in zijn voegen. Minder subsidie leidt tot veiliger programmeren. Hoe houden we de sector vitaal en levend? We vroegen een zakelijk leider, twee directeuren en een toneelschrijver annex artistiek leider naar hun oplossingen.

Nog nooit gehoord van YouTube-held Enzo Knol? Dan is het tijd voor een lekker snelle conversation met het Head of Digital Transformation van Google, Joris Merks-Benjaminsen. Doorspekt met content, video-boosts, personal, online en offline. Marketing 3.0 voor theaters.

4

28 2

25 jaar Theater De Verbeelding

17

38

12, 22, 40


Een kwart eeuw

Verder 25 jaar in cijfers

8

Publiekelijk: Greta en Pepijn van Halderen

10

Wat is er geworden van... Daphne de Bruin

11

Felicitaties

16

Publiekelijk: Tonny van der Veen en Ellen de Koning 26 Wat is er geworden van... Suzy Blok 27 Theater: een locatie van reuring en levendigheid 32 Felicitaties

34

Een kwart eeuw Theater De Verbeelding. Een mijlpaal, om eens met een cliché te beginnen. En eigenlijk is het nog langer dan 25 jaar. Want het begon, zoals u elders in dit magazine kunt lezen, allemaal in de jaren tachtig met een aantal jongeren die vonden dat Purmerend maar een saaie stad was. Jongeren die het niet alleen bij klagen en constateren hielden, maar ook zelf initiatieven ontwikkelden. En zie wat er van gekomen is: een bloeiend theater dat een belangrijke inbreng heeft in het culturele leven in Purmerend. Die twintigers van toen zijn nu vijftigers geworden en voor een groot deel nog steeds actief in ons theater. De doelstelling die wij ons 25 jaar geleden stelden om vooral ook kansen te bieden aan jonge theatermakers hebben we volledig waargemaakt. Bijna alle grote cabaretiers van dit ogenblik hebben met hun eerste voorstelling(en) in Theater De Verbeelding gestaan. Bij het ‘grote toneel’ vindt op dit ogenblik een generatiewisseling plaats. Grote toneelleiders zien hun plaats ingenomen door een nieuwe generatie theatermakers. Lees daarvoor het interview met Eric de Vroedt. Zij waren nooit op die plek gekomen als ze niet de kans hadden gekregen om in theaters als de onze hun voorstellingen te laten zien. Een kwart eeuw is een periode waarin veel kan gebeuren en dat is dan ook gebeurd in het theaterlandschap. Bestuurders kwamen en gingen en daarmee veranderden beleid en subsidiestromen. En dat leverde winst, maar zeker ook verlies op. Zo verdwenen er heel wat vertrouwde namen uit onze programmering. Benieuwd vroegen we ons af wat er is geworden van...

Kinderen hebben recht op een kwalitatief cultuuraanbod

35

Publiekelijk: José en Matthijs van Ankeren

44

25 jaar Theater De Verbeelding en wat nu... Er zijn insiders in theaterland die beweren dat de vlakkevloertheaters hun langste tijd gehad hebben. Hebben zij gelijk? We hebben het gevraagd aan een aantal mensen die het zouden kunnen weten: een theaterdirecteur, een theaterproducent, een toneelschrijver en artistiek leider en een festivaldirecteur. In dit magazine leest u wat zij er van vinden.

Wat is er geworden van... Erna Sassen 45

Uit hun woorden blijkt in ieder geval dat er nog hoop is voor het circuit van de kleine vlakkevloerzalen. En dat gaan wij bewijzen ook. In de komende 25 jaar.

25 jaar Theater De Verbeelding

3


Tous mes compliments

vlnr. Ariane van Pelt, Cor Stam, Ton Rigter, Peter Zuurveld, Ron de Haan

4

25 jaar Theater De Verbeelding


Begin jaren tachtig. Boven de drukkerij op het Schoolplein-hoek Tramplein, biedt mijn woonkamer vrij zicht over de polder naar Neck en het Noordhollands Kanaal. Op de draaitafel – Philips 33 toeren in vinyl – The Cure, Joy Division, Police, Talking Heads.

M

ijn televisie is met een splitter, 35 meter kabel en zenderversterker verbonden met het huis van buurman, vriend en collega Henk Sprenkeler. We werken samen voor de stadsredactie van de Nieuwe NoordHollandse Courant, drie keer per week verschijnend in Purmerend en Waterland. Er is meer dat we delen; in 1984 besluiten Henk en ik onze liefde voor popmuziek te vertalen naar een podium voor de stad. Op de Koemarkt bezegelt notaris Schlette de statutaire acte van Stichting BROAHH met een factuur en een felicitatie: Tous mes compliments. Onze liefdes, vrienden, kennissen vullen de bestuurszetels in. ‘Broahh’ is het geluid van wakker worden na een zware alcoholische nacht. Voor wie zich staande houdt in deze tijd van drugs, drank, festivals, bandeloze seks en werkloosheid zijn het glorieuze jaren. Elk zichzelf respecterend dorp heeft zijn eigen poppodium. Ze zijn te vinden in Broek in Waterland, Monnickendam, De Rijp, Castricum, Noord-Scharwoude en Edam. De provincie Noord-Holland stimu­ leert en faciliteert de distributie van theater, film en popmuziek over cultuurarme regio’s.

Purmerend, een groei-gemeente met op dat moment nog geen 40.000 inwoners, krijgt de status van kernpodium toege­ wezen. Na ieder concert moeten we de zalen waar we optredens organiseren – aanvankelijk het tienercentrum De Inval, later dans- en feestzaal Het Heerenlogement – veegvrij en leeg opleveren. De programmering is avantgardistisch, eigentijds en progressief. Me and the Heat uit Duitsland, met het geluid van elektrische zagen en staal op staal, bespeeld door een bajesklant die op borgtocht vrij is; Kowalski uit Polen, beukende rock. Dat genre. Maar ook Twice A Man, verstilde poëtisch pop uit Zweden, met kaarsverlichting. De concerten in Purmerend weten door te dringen tot de popprogramma's van de VARA (Felix Meurders) en KRO (Vincent van Engelen). Spleen, een eigenwijs radioprogramma op zondagmiddag bij de VPRO met naar roem hunkerende cultbands en

Twice A Man

25 jaar Theater De Verbeelding

5


Broahh is het geluid van wakker worden na een zware alcoholische nacht onafhankelijke platenlabels, wordt een maand lang live uitgezonden vanaf een podium op de Kaasmarkt. Voor grotere concerten en eigentijdse theatervoorstellingen kan de liefhebber terecht in de Koepelkerk, ook op de Kaasmarkt, waar cultureel ambtenaar Frank Houtman de stad in die jaren cultureel stevig op de kaart zet. Houtman haalt gezelschappen naar Purmerend die je zelfs in het Amsterdam van die jaren nog alleen in theaters als Felix Meritis ziet. Purmerend groeit, én verandert. Het Bisdom Haarlem stemt er na enig onderhandelen mee in om de functies van de Nicolaaskerk en Koepelkerk, lange tijd een Hervormde Kerk, tegen elkaar uit te ruilen. De Koepelkerk verliest haar artistieke functie. Kerk wordt theater (Theater de Purmaryn), theater wordt kerk. BROAHH heeft zijn werkterrein op dat moment dan al uitgebreid en verlegd naar het Leeghwaterpark in de Purmer. Daar vinden over een reeks van jaren, pal naast de kinderboerderij in het nog jong groene openluchttheater, zomeravondvoorstellingen en het Parkfestival plaats. Internationale bands en ook theatergroepen als

Semola (Spanje) en Royal de Luxe (Frankrijk) spelen er op donderdagavonden en in de weekeinden voor 1.500 enthousiaste bezoekers. Later groeit, op initiatief van Theater De Verbeelding, dit Parkfestival uit tot het Internationale Zomerfestival Reuring. Als na de sluiting van de Koepelkerk een goed antwoord voor popmuziek in de stad uitblijft, en ook Het Heerenlogement onder de slopershamer terecht komt, valt het doek voor BROAHH. Met de gewaardeerde theaterprogrammering in de openlucht en de instroom van nieuwe bestuurders besluit de organisatie om door te ontwikkelen naar een podium voor eigentijds theater. Henk gaat naar Amsterdam. Ik blijf. Als nieuwe naam kiezen we De Verbeelding. Samen met het Filmhuis Purmerend verplaatsen de activiteiten, die inmiddels artistiek en bestuurlijk gedragen worden door Cor Stam en Willem van Rooijen, zich naar ’t Stamhuis aan de Kerkstraat. Het plan om Theater De Verbeelding en Filmhuis samen met vriend Peter Rijper een eigen plek plus grandcafé te geven in de voormalige Bibliotheek (en politie­

Joy Division Een oud jaarverslag

6

25 jaar Theater De Verbeelding


Ron de Haan

189 bevlogen en betrokken vrijwilligers die samen, voor kortere of langere tijd, in de afgelopen 25 jaar Theater De Verbeelding hebben gemaakt tot wat het nu is. We hebben onze uiterste best gedaan om een zo’n volledig mogelijk overzicht samen te stellen. Het overzicht telt ook namen van mensen die helaas zijn overleden. Op dit moment zijn van de onderstaande namen tussen de vijftig en zestig vrijwilligers actief betrokken, waarvan 39 vrijwil­ligers meer dan tien jaar. Elf vrijwilligers zijn dat al 25 jaar. Aad Brinkman, Aart Heere, Ad Klompen­houwer, Akky Leurink, Alex Greuter, Alou Stouten, Anneke Dercksen, Anneke Hietbrink, Annelies

bureau) op de Kaasmarkt, strandt op een weerbarstig gemeentebestuur. Een reeds toegezegde provinciale subsidie en stimuleringsfonds dat jonge werkloze bouwvakkers aan het werk helpt, blijven op de plank liggen. Ik besluit dat het op dat moment goed is geweest.

Kauffmann, Annemarie Dronkert, Annemieke Bijmer, Ansje van Niel, Ariane van Pelt, Arie Willems, Ashwin Bhairosingh, Astrid Goossens, Astrid Lagerburg, Barbara Loen, Barry van Greuningen, Bas Geus, Béa van der Zwaag, Ben van Bree, Berend van Eerden, Bernice Kok, Bert Buigel, Bouwe Sigtema, Brenda Falkeisen, Carina Wieringa, Carla van Dijk, Casper de Lange, Casper de Wit, Chris Brugman, Chris Eijk, Christine van Rij, Cor Stam, Daphne van Pelt, Dave van den Berg, Dennis van den Braak, Dick de Bruijn, Dick Glastra, Ditte Schipper,

Theater De Verbeelding gaat echter voort. Chapeau voor de vrijwilligers, van wie velen nog van het eerste uur zijn, en die het toch is gelukt een eigen plek in de stad te verwerven. Notabene in ‘huis’ bij een poppodium, P3, dat inmiddels ook al tien jaar bestaat. Eigentijdse en eigenwijze theatermakers (van wie enkele elders in deze uitgave) en musici maken nog steeds hun opwachting in Purmerend.

Edwin Dekker, Egbert Groot, Ellen Reuling, Ellen Spaan, Els Bouma, Els van den Houten, Erik Driehuizen, Esther Cohen, Fé Zuiderweg, Fieke Zuurveld, Flip van Doornik, Frank Andriessen, Frank Verdonk, Fred Smalhout, Freya Elders, Gabrielle Goezinnen, Gea van Kruistum, Gemma Wouters, Ger Belmer, Ger Landman, Gera Kremer, Gerard Wegman, Gisela Stein du Pré, Gonnie Out, Hajo Hartman, Hanneke Otte, Hanneke Verdonk, Hans Hennes, Hans Jager, Harma van der Vinne, Henk Zevering, Hennie Ebbing, Henri van Wezel, Ineke Beemsterboer, Ineke Punt, Ineke Waaijman, Ingrid Potman, J.Pieter van der Stelt, Jan Assink, Jan Has, Jan Lamers, Jan Overeinder, Jane Auber, Janet Smith, Janny Nwosu, Jarin Klinkenberg, Jasper Nijholt, Jeannette Mulder,

Terug in mijn rol van redacteur in de jaren tachtig, en in dit geval ook voor deze bijzondere uitgave, breng ik aan het hele team, aan alle betrokkenen, ouwe­ getrouwen Ariane van Pelt, Ton Rigter, Peter Zuurveld, en vooral ook het publiek mijn welgemeende felicitaties over voor 25 jaar. Theater De Verbeelding bewijst dat het kan. Tous mes compliments! Ron de Haan thans woonachtig in Castricum

Jeffrey van Langen, Jessey-Boy Palm, Jitske Boer, Jitske Boer, Joeri Schardam, Joke Koopman, Jolinda Cath, Joost Reurekas, Jop Schinkel, Jos Rigter, Juliska Retra, Kai Kohnstamm, Kai Vasmel, Kim Alders, Klaas Kwadijk, Leontien Simis, Liesbeth van de Wouw, Lisette Hennes, Lize Musch, Loes Greuter, Lucas Donker, Ludo Simons, Lysette de Boer, Mandy Jak, Marcel Hendriks, Marga Verhulsdonck, Marianne de Boer, Marianne Gruijs, Marianne Hoek, Marianne Kessels, Marie-Louise Kramer, Marieke van der Woude, Mariëlle Kijser, Marijke Messbauer, Marja Zevering, Marjan Zuurveld, Marjolein van Laar, Marleen Overeinder, Marloes van der Velden, Marthijn Stam, Marvin Beets, Michel van den Braak, Miep van Doornik, Milo Zevering, Mink Zuurveld, Minou van Ek, Mira Westland, Mischa de Boorder-Heijnis, Monique Vermeulen, Myriam Schulze, Nanny van der Woude, Natascha Verboom, Nicole Coehoorn, Nicole van Geenen, Nils Withaar, Nynke Kooi, Oebele van der Woude, Olga Smalhout, Pascal Wortmann, Patrick Jak, Paul Niekerk, Paul Veen, Peter Schmidt, Peter Telleman, Peter Zuurveld, Petra Wieldraaijer, Pieter Janssen, Quirine Reijman, René Janzen, Ria Minne, Rico Tijsen, Rina Geitenbeek, Robin de Boer, Ron de Haan, Ron Symons, Roy Blom, Ruben van Opstal, Ruud du Bois, Ruud Snel, Sandra Pommerel, Sara van Wezel, Simone Scalongne, Stefan Simis, Stephanie Lust, Susanne Greuter, Tiedo Wilschut, Tjitske Hiemstra, Ton Rigter, Vincent Albers, Wessel van Hulssen, Wil Meerkerk, Willem Jan Ernsting, Willem van Rooijen, Willemijn Burgers, Wineke Helmigh, Wing van Buchem, Wouter Breebaart, Yvonne Breuk en Yvonne van Dijk.

25 jaar Theater De Verbeelding

7


Op zaterdag 21 september 1991 om 21.00 uur opende Theater De Verbeelding de deuren met de voorstelling A Hard Day's Night van Marien Jongewaard.

Tezamen hebben alle spots 61.800 uur gebrand.

Bij cabaretvoorstellingen kunnen er maximaal 134 bezoekers in de zaal (er wordt dan een rij stoelen voor de tribune gezet). Bij dans is er over het algemeen een groter speelvlak nodig, en kunnen er 80 kaarten verkocht worden. 189 vrijwilligers hebben, voor korte of langere tijd, Theater De Verbeelding gemaakt tot wat het nu is.

Theater De Verbeelding programmeerde in totaal 984 voorstellingen die te zien waren in 't Stamhuis, de theaterzaal van P3, verschillende Purmerendse huiskamers en het stadhuis.

Bij het 10-jarig bestaan gaven we een boekje uit met speciaal voor de gelegenheid geschreven bijdragen van tien artiesten. Het boekje is alleen nog op de zwarte markt verkrijgbaar.

40.950 meter balletvloer is er uitgerold (en weer opgerold).

In totaal bezochten zo'n 75.000 toeschouwers de voorstellingen bij Theater De Verbeelding.

8

25 jaar Theater De Verbeelding


50 meter zit er op een rol gaffertape, in totaal zijn er 1.500 rollen gebruikt bijelkaar dus goed voor 75.000 meter tape.

In 2006 verhuist Theater De Verbeelding van 't Stamhuis naar de theaterzaal in Pop- en Cultuur­ podium P3.

In 1991 kosste een kaartje ƒ 12,50 (gulden!). Tegenwoordig betaal je e 14,-. Daarmee zijn we nog steeds één van de goedkoopste theaters van Nederland.

In 1991 ontving Theater De Verbeelding 40.000 gulden subsidie van de gemeente Purmerend. In 2015 was dit 47.291 euro. Daarnaast ontvangen we al jarenlang steun van het Fonds Podiumkunsten.

Toneelgroep Het Volk speelde in totaal 26 keer bij Theater De Verbeelding (één seizoen waren ze twee keer te gast). Daarmee zijn ze de groep die het vaakst te gast was en verdienen ze een plek in onze prijzenkast.

In al die jaren is er 73.250 meter verlengsnoer gelegd, omgerekend is dat 97 cm per bezoeker.

25 jaar Theater De Verbeelding

9


Publiekelijk “Wat een mooie voorstelling. We hebben enige tijd geleden de film gezien, maar zo dicht op de huid van de acteurs, geeft toch een extra lading,” verzuchten Greta (35) en Pepijn (42) van Halderen, na afloop van de voorstelling CLOSER van Theatergroep Likeminds. En ze weten waar ze over praten, want theaterervaring genoeg. Nadat ze elkaar ontmoet hadden, volgden ze samen een acteursopleiding. Pepijn deed daarna nog een regieopleiding in Maastricht. Samen maken ze educatief theater in opdracht van de Brijderstichting en GGD en spelen op scholen en op

10

25 jaar Theater De Verbeelding

ouderavonden. Pepijn regisseert en geeft dramalessen op scholen. Theater speelt dus een belangrijke rol in hun leven. En nog krijgen ze er geen genoeg

Ik wil in het theater graag de ratio uitschakelen en het gevoel laten prevaleren van en gaan ze graag samen naar het theater. “Mede mogelijk omdat we een goede oppas voor onze kinderen hebben gevonden.”

Ze zoeken naar theater dat raakt. “Ik wil in het theater graag de ratio uitschake­ len en het gevoel laten prevaleren,” zegt Pepijn. Ondanks het feit dat ze zelf theater maken lukt het ze als toeschouwer om niet met de vorm bezig te zijn, maar mee te voelen met wat er op de speelvloer gebeurt. “En dat kan volop in Theater De Verbeelding,” voegt Greta toe. “Wat een geweldige programmering. Het vlakkevloertheater is toch wel onze vorm. Het is zoveel intiemer dan de grote zaal of de tv. Het was een heerlijke avond en nu morgen met de kinderen naar een dansvoorstelling bij De Kleine Verbeelding.”


Wat is er geworden van... Daphne de Bruin was: artistiek leider en actrice bij Growing Up In Public nu: artistiek leider De Vrijstaat

“Wat ik nog van Theater De Verbeelding weet... De groenige kleur op de muren, het was een lichte zaal. Geen doorsnee theater in ieder geval.” En: “Alles wordt groter. Theaters, gezelschappen, en dan moeten er natuurlijk altijd kleine theaters en jonge groepen tegen de stroom in blijven zwemmen. Dat is ook het beeld dat ik bij Theater De Verbeelding heb. Voor ons als jonge groep was het ook zo'n vaste plek waar je steeds terugkwam. En dat zo'n theater dat zo lang vol houdt, dat is echt heel waardevol voor de theatersector.” De eerste keer dat Daphne de Bruin bij Theater De Verbeelding stond was in december 1994 met Darwins Dochter. “Dat was één van de eerste echte tourvoorstellingen die we bij Growing Up In Public maakten. Een tournee van 35 voorstellingen, daar waren we supertrots op. Dat je echt een tournee had.” Daphne de Bruin, Paul Feld, Jeroen Kriek en Don Duyns vormden de kern van Theaterfirma Growing Up In Public. Na twintig jaar kwam er in 2009 een einde aan omdat de subsidie werd stopgezet. “Ja, dan word je ineens in volle galop van de renbaan gehaald.” Daphne is inmiddels artistiek leider van De Vrijstaat in de Utrechtse Vinexwijk Leidsche Rijn, met een kinderkunst­ camping en kinderkunstacademie, waar interactieve exposities en theatervoorstellingen gemaakt worden. “Maar ik moet in ieder geval nog zeker één keer per jaar in een productie spelen. Daar op het toneel ligt mijn ziel.” De Vrijstaat? “Na twintig jaar toeren had ik de behoefte aan meer contact met mijn publiek. Je weet niet wie er in de zaal zitten,

heel anoniem voelde dat. En daar kwam bij, ik sta altijd te spelen voor de volle honderd procent, en in de zaal doen ze niks. Ik dacht, volgens mij kunnen we dat beter verdelen en kan het interactiever. Daarom wilde ik me vestigen op een plek, iets bedenken en ontwikkelen wat dáár nodig is voor díé mensen. En laten zien dat kunst niet alleen iets is wat je consumeert maar wat je ook uitdaagt om zelf mee aan de slag te gaan.” “We zitten nu in een hele oude, monumentale boerderij. Wat vijf jaar geleden idyllisch platteland was is nu een grote zandbak, met heipalen en kranen. Om ons heen verrijst het centrum van Leidsche Rijn. Het is natuurlijk een gebied dat aan de tekentafel is ontstaan. Kunst kan een rol spelen voor de inrichting van het centrum, maar ik zet het ook graag in om generaties aan elkaar te verbinden.” Het eindproduct van al die creati­ viteit is ook allang niet meer alleen theater. “De kracht en de kunst van het maken kun je op veel manieren inzetten.” Dat is ook wat ze graag overbrengt aan kinderen. “Je bent in staat om iets te maken wat nog niet bestaat. En als je die kracht ervaart, dan voel je jezelf ook sterker.” Daphne is niet alleen artistiek leider van De Vrijstaat, ze is ook nog free­ lance theatermaker, is vaste gast­ regisseur van theatergroep Aluin, ze schrijft en regisseert voor onder andere Marjolein Meijers en voor jeugdtheatergezelschap het Laagland. “Het is belangrijk om met je voeten in de praktijk te blijven staan, om concepten voor andere kunstenaars te ontwikkelen maar ook om zelf als kunstenaar te blijven ontdekken, jezelf te ontwikkelen en nieuwe gebieden te betreden waar je nog niet eerder bent geweest. Dat is ook de lol van het leven als artiest.”

25 jaar Theater De Verbeelding

11


12

25 jaar Theater De Verbeelding


Eric de Vroedt

Je zag het groeien, we barstten eruit Politiek wordt theater bij het Nationale Toneel. Het gezelschap komt onder leiding van Eric de Vroedt (1972). De kleine zalen raken een geliefde bespeler en trouwe bondgenoot kwijt, al wil de kersverse artistiek leider van het gezelschap in de hofstad daar niet van weten. DOOR RON DE HAAN

De voorstellingen die hij met mightysociety tussen 2004 en 2013 naar de kleine zalen bracht zorgden voor de persoonlijke doorbraak. “Ik heb me er altijd over verbaasd dat het in de grote zalen zo weinig gaat over de politieke realiteit van nu. En de effecten daarvan op ons dagelijks leven. Ik ga met het Nationale Toneel (NT) midden in de politieke discussie staan.” Met nog een maand of wat te gaan voordat hij aan zijn avontuur in Den Haag begint, nipt Eric de Vroedt aan een hete thee: “Ik ben altijd bezig geweest met de wereld om me heen. Dat begon al op het schoolpein. Daar discussieerde ik met jongens die aanhangers waren van de Centrumpartij van Janmaat.

Over onze ‘kutwereld’, en ‘we gaan naar de klote’. Ik speurde Het Vrije Volk af naar tegenargumenten. Mijn moeder leefde van de bijstand. De gesprekken thuis gingen over uit­ke­ ringen, de verzorgingsstaat en het effect van de instroom van buitenlanders. Het waren de jaren met Ruud Lubbers. Een sterk gepola­ riseerde tijd, net zoals nu. Of het allemaal waar was wat er in de discussies voorbij kwam deed er niet toe. Iedereen riep wat, als je argumenten maar goed waren. Je verschafte er jezelf identiteit mee.”

Eric de Vroedt is meerdere keren bij Theater De Verbeelding te zien geweest Met Theatergroep Monk (met de voorstellingen Rhodos, Go, Baby go! en Couleur Locale) en met deel één tot en met vier van zijn eigen project mightysociety. Volgend jaar wordt hij artistiek leider van één van de grootste toneelgezelschappen van ons land; het Nationale Toneel uit Den Haag.

De Vroedt kwam in 1996 van de Toneelschool in Arnhem. “Een woud van toneelmakers was actief. Kleine zalen waren als paddenstoelen uit de grond geschoten. Iedereen was zijn eigen artistiek leider. Dramaturgie, zelf schrijven, regisseren, produceren. We wilden allemaal wel maatschappelijk bezig zijn, als het maar niet al te expliciet was. Alleen maar toneel spelen was vies. Puur acteren daar keken we op neer. Ik zat bij Theater­groep Monk; en net voordat we schoppend en trappend in onze eigen avantgardistische chaos ten onder zouden gaan liepen we Ton Kas (van Kas & De Wolf, red.) tegen het lijf. Die zette ons stil. Hij was een echte irritante gast die tegen ons schreeuwde ‘jullie denken dat je interessant bezig bent, maar je doet allemaal hetzelfde. Wat wil je nou echt?’” En, wat wilde je echt? “Ik wilde worstelen. En nog! Cynisme en kunst, dat heb ik wel geleerd, gaan niet samen. In plaats van met een opgeheven vinger zwaaien, wil ik midden in de discussie staan. Ik wil in de clinch met de wereld en de thema’s die er spelen. In 2004 was

25 jaar Theater De Verbeelding

13


dat een motief om mightysociety te beginnen. Pim Fortuyn werd om­ gelegd, Theo van Gogh vermoord. Alsof er niets aan de hand was gingen in de grote zalen de repertoire gezelschappen gewoon door met Shake­speare en Ibsen; en in de kleine zalen hoorde je onverminderd dat de wereld ‘klote’ was met liefst vooral zoveel mogelijk abstracte teksten. Heiner Müller en zo. Dat is een tijdje zo doorgegaan. Tot 2013 hebben we met mightysociety een serie van tien producties gemaakt, en ik zag het groeien, tot we uit onze schaal barstten.” “Mightysociety één tot en met vier hebben we nog in Theater De Verbeelding gespeeld maar daarna werd het te groot. De decors groeiden vanuit de gedachte dat we ons niet meer wilden beperken tot het kleine en het persoonlijke. We wilden uitbreken, het publiek verleiden om met ons mee te gaan, de wereld in.” De kleine zalen, ze zijn hem lief. “Onmisbaar. Je leert er zeggingskracht te ontwikkelen. De vlakkevloertheaters zijn de plek waar je zult ontdekken of je een Oidipoes kunt ensceneren en ook nog iets te melden hebt. Geen betere plek dan de kleine zaal om op jezelf aangewezen te zijn.” In de grote zalen zal je gezien worden als een jonge held. “Het is goed dat de grote gezelschappen gaan verjongen. En zo piepjong ben ik ook niet meer; ik ben inmiddels 44, het wordt ook weleens tijd. De oude leiders zijn nu in de zestig. Het is goed dat we gaan breken met de routine van de grote gezelschappen. Die al meer dan twintig jaar op een bepaalde manier werken. Ik besef dat het een heel gevecht zal worden om het te kantelen, maar de tijd is ernaar, het publiek vraagt om verandering.”

14

25 jaar Theater De Verbeelding

Ik heb me er altijd over verbaasd dat het in de grote zalen zo weinig gaat over de politieke rea­ liteit van nu Hoe stel je je dat voor, van politiek theater maken? “Door het te claimen. Door het tot de missie van het NT te maken. Door de effecten die politiek op het dagelijks leven heeft te laten zien. Eigenlijk is het niet eens zo anders als ten tijde van mightysociety. Er lijkt momenteel wel een tweede golf van beroering door het land te gaan, die mensen onrustig maakt en zorgt voor politieke instabiliteit. Ik zie daarvan te weinig terug in het theater. Ik zie voor mijn eigen producties bij het NT twee lijnen: één is een productielijn die volgt op mightysociety. Die gaat The Nation heten. Een soort mightysociety XL; waarmee we tegen grenzen zullen opboksen om het nog groter te kunnen maken. Een serie die ik zelf ga schrijven, die meerdere jaren gaat duren en die politieke en maatschap­ pelijke onderwerpen behandelt. De eerste begint klein en wordt opgeknipt in zes delen, met afle­veringen in maart, april, mei enzoverder, en die uitmondt in een marathon waarin alles samenkomt. De andere lijn richt zich op eigentijdse Nederland-

se toneelschrijvers: Lot Vekemans, Maria Goos, Nathan Vecht, Judith Herzberg.” Dus je bent nog niet helemaal verloren voor de kleine zaal? “We beginnen letterlijk als vlakkevloer voorstelling, en we eindigen als grote zaal productie. We hebben zojuist zelfs besloten dat we het hele budget dat al gereserveerd was voor de aanschaf van een compleet nieuw decor niet gaan gebruiken. We gaan de voorstelling maken met rekwisieten, decors en gebruikte spullen uit oude voorstellingen van het NT. Hergebruiken in plaats van weggooien. Ben ik geëngageerd? Dat wordt gezegd. Maar zo kijk ik niet naar mezelf. Theater dwingt me. Het is m’n opdracht. Ik loop ook rond met de neiging om de werkelijkheid tot een ver van mijn bed show te houden. En thuis Netflix of House of Cards – geweldig trouwens – te gaan zitten kijken.” “Theater is de vorm die ik gevonden heb en die mij in de gelegenheid stelt om me te verdiepen. Op straat, de werkelijkheid buiten is te veel en te complex. Je kunt niks meer bijhouden. Ik niet tenminste. Een voorstelling is voor mij een constructie, ik word er helemaal in gezogen. Mag me focussen en verdiepen. Dat is een mooi proces. Net als ik destijds een stuk kon schrijven, en daardoor maanden bezig was, met de oorlog in Afghanistan. Dan gebeurt er wel wat met je. En met de denkbeelden waarvan je zo zeker dacht te kunnen zijn. En het publiek wankelt mee.” Theater geeft je nieuwe inzichten? “Een mening vorm je vaak toch op basis van wat je eerste inzicht is; en dan is het als je naar de wereld om je heen kijkt toch al snel iets van ‘kut dit’ en ‘kut dat’. Maar eigenlijk weet je er veel te weinig van en blijken veel van je uitspraken te


simplistisch te zijn geweest. Dat is dan best confronterend. Vervolgens komen er nóg meer, en ook nieuwe dilemma’s. Ik begin vaak met irri­ tatie en kwaadheid. Zo van het kan toch niet waar zijn, zo ga je toch niet met elkaar om. Tot je in de krant leest dat iedereen er net zo over denkt als jij, waarmee het voor mij meteen niet meer interessant is. Interessant wordt het door wat er daarvoor in de plaats komt. Wat gebeurt er als je je eerste kwaadheid opzij zet, en je gaat verdiepen, jezelf op scherp zet. Dat is het gevecht dat ik wil aangaan, eerst in m’n hoofd, en dan op het toneel.” In politiek handelt het om het beteugelen van angsten en driften. Kies je bewust voor de rol van buitenstaander? “Ik doe nu research voor m’n eerste serie voorstellingen bij het NT; ik merk dat inspiratie en fantasie het beste tot stand komen als je er niet te dicht bovenop zit. Ik was laatst bij een debat over woningbouw in Den Haag. Dan zie je hoe men er alles aan doet om problemen die worden opgebracht glad te strijken. Tegenspraak wordt georganiseerd door de problemen niet te erkennen als problemen, maar juist kleiner te maken. Ik voelde, ik zit hier verkeerd. Hier glijdt het drama me uit handen. Hier zitten maakt me een gevangene van een teveel aan rea­ liteit. Ik moet afstand houden om de essentie van het drama goed te kunnen pakken.” Welke boodschap wil je brengen? “Ergens blijft de boodschap wel zo ongeveer dezelfde en die is dat we niet aan de zijlijn moeten blijven staan. Ga worstelen. Met de wereld, met je medemens. Dat is, inderdaad, toch zoiets als terug naar het schoolplein. Naar het doorbreken van de onverschilligheid, en van de angst die je doet wegvluchten in een laat mij m’n eigen leven maar leiden. Ik

voel de drang om mensen op hun verantwoordelijkheid te wijzen.” En dat uitgerekend in Den Haag. Het centrum van het politieke machtsdenken. “Ik dacht eerst ook toen men mij vroeg ‘nee, hoezo? Den Haag!’ Dat is toch juist de stad van de Ibsens en de Tsjechovs? Maar het NT wil een gezelschap worden dat urgentie uitstraalt. Dat betekent loswrik-

Het veranderen van een groot bedrijf gaat stroperig. Het zal in kleine stapjes gaan, maar het gaat ons lukken

ken, breken met conventies, en met oude decors weer nieuwe creëren. Niet met Ibsen komen als intussen de wereld in de fik staat.” Zijn ze al aan je gewend? “Ik ben nu anderhalf jaar aan het warmlopen. De Haagse routines zijn sterk. Er zijn risico’s, zeker. Het is natuurlijk makkelijker standaard schouwburgvoorstellingen te maken dan een inno­vatieve vervolg­ serie en twee marathons, want dat snapt niet iedereen meteen. Volhouden, nee we gaan het echt anders doen, dat is een opgave. Ik heb daarvoor ook mensen meegenomen uit de wereld van de vlakkevloertheaters om de dominante cultuur te kunnen veranderen en richting aan het nieuwe te geven. Het is een interessante tijd. Het veranderen van een groot bedrijf gaat stroperig. Grote veranderingen stranden ergens in de polder. Het zal in kleine stapjes gaan, blijven duwen, technisch, en zoveel mogelijk objectieve gronden proberen te organiseren. Maar het gaat ons lukken.” “In het decorontwerp voor mijn eerste voorstelling bij het NT (RACE, première najaar 2016) zijn we nu al zover dat we met het decor de zaal ingaan. Over de eerste vijf rijen heen. Natuurlijk kreeg ik meteen de reactie dat dat problemen geeft omdat we dan de eerste vijf rijen niet meer kunnen verkopen. Nee, zei ik. Dat klopt. Maar de zaal zit toch niet vol dus dat hebben we hiermee dan mooi opgelost. Kijk, als je niet oppast gaat het meteen over geld, en platte macht, en over niks anders. Gelukkig heeft iedereen wel het gevoel dat er iets moet gebeuren. We kunnen niet zo doorgaan. Schouwburgen worden steeds meer vermaakspaleizen voor cabaret en musical, en je hoort de directeuren grommen die het eigenlijk klote vinden dat er steeds minder toneel komt.”

25 jaar Theater De Verbeelding

15


Theater De Verbeelding: een plek die al véél langer bestaat dan het woord participatiemaatschappij. Ongelofelijk hoe het team van dit theater er elk seizoen weer in slaagt om een fantastisch programma neer te zetten: ze moeten wel een enorme hartstocht voor verbeelding hebben!

In Theater De Verbeelding heb ik mijn meest gedenkwaardige voorstelling van de afgelopen dertig jaar gespeeld. De eerste try-out van Vinger in de Pap, het eerste programma van De Ploeg. Van de honderd minuten zuivere speeltijd namelijk 75 minuten de slappe lach gehad. Met zijn allen – zowel op het podium als in de zaal. Kon alleen omdat iedereen in Theater De Verbeelding werd meegenomen in de krankzinnige wereld van de Familie van de Ploeg. Een kleine zaal. Een compleet universum op schaal. Peter Heerschop

Ingrid Kuijpers Artistiek leider Golden Palace

Het is voor nieuwe makers erg belangrijk om het vertrouwen te krijgen van theaters. Theater De Verbeelding doet dat al jaren heel goed. Als maker moet je werk kunnen tonen. Daarmee doe je ervaring op en leer je het publiek kennen. Dankzij het lef van Theater De Verbeelding hebben heel veel nieuwe makers zich ontwikkeld tot belangrijke kunstenaars. Caspar Nieuwenhuis Artistiek leider theatergroep Likeminds

De kleine extra foyerruimte van Theater De Verbeelding, met rode gordijnen en kroonluchter aan het plafond, zit na de voorstelling lekker vol. Er is een nagesprek met theatermaker Sadettin Kirmiziyüz over De radicalisering van Sadettin K. dat hij zojuist heeft gespeeld. Over het dilemma dat het moeilijk kiezen is tussen theatermaken en een soort van buitenstaander blijven of daadwerkelijk actie voeren. De week daarvoor schaamde ik me nog voor gemeenteraad van Purmerend die tegen de komst van een azc stemde. Ik vroeg me af of ik zelf genoeg had gedaan om mijn stem te laten horen. Een twijfel die ik deze avond deelde met gelijkgestemden. Ik was blij met Sadettin en trots op Theater De Verbeelding. Servaes Nelissen

16

25 jaar Theater De Verbeelding

Theater De Verbeelding is een bijzondere plek in Purmerend. De Mug speelt er al sinds begin jaren negentig met veel plezier, vroeger in het patronaatsgebouw en sinds een aantal jaren in het nieuwe gebouw. Het is een intiem theater met een bijzonder gedreven team. We spelen graag voor het betrokken en nieuwsgierige publiek! Marcel Musters mugmetdegoudentand


Levendig debat over cultuur(beleid)

Purmerend ziet groen, oranje en rood Zet een groepje cultuurbepalers en -experts met elkaar aan tafel en er ontspint zich een levendig debat. Theater De Verbeelding ging tijdens de lunch het gesprek aan over de temperatuur van het cultuurklimaat in Purmerend. Behalve broodjes werd er een aantal stellingen voorgelegd. DOOR RON DE HAAN

Aan tafel zitten • Frans Bergfeld, directeur Bibliotheek Waterland • Paulus Brugman, directeur P3 • Pepijn van Halderen, acteur en dramadocent

• Frans Koelemeijer, onder meer bestuurs­lid P3, lid van de Raad van Toezicht Biblitoheek Waterland en raadslid voor GroenLinks in Wormerland • Eveline Tijmstra fractievoorzitter CDA Purmerend

Olga Smalhout organiseert en Ron de Haan fungeert als tafelheer

25 jaar Theater De Verbeelding

17


Frans Koelemeijer:

Cultuur­ klimaat?

“Altijd weer het gevecht om geld; de subsidie aan Museum Waterland is gestopt, het Purmerends Museum, P3 en de Muziekschool

zijn in subsidie gehalveerd. Reuring moet telkens zijn plaats weer bewijzen. Cultuur kan wel wat meer positieve aandacht krijgen, ook van de politiek. Ik heb niet het idee dat er in de stad volop support voor cultuur is. Een oranje kaart.” Pepijn van Halderen: “Het aanbod is versnipperd. Zonder samenhang blijven het allemaal individuele initiatieven. Voor mij is cultuur de kern van beschaving, ze zorgt voor verbinding in de stad. In

vlnr. Paulus Brugman, Pepijn van Halderen, Olga Smalhout, Ron de Haan

Purmerend kan een snipper goud waard zijn; tien, twintig of zelfs wel dertig jaar

uit dat hier zoveel voorzieningen kunnen

bestaan en dan toch opeens verdwijnen.

bestaan onder zulke schamele condities.

Ook oranje.”

Het is eigenlijk ongelooflijk wat er ge­ presteerd wordt, en tegelijk schrijnend

Eveline Tijmstra: “Diversiteit is goed om

zo weinig als de ondersteuning van de

een breed publiek te trekken. Versnippe-

overheid voorstelt. Samenhang en regie

ring hoeft niet per definitie negatief te

ontbreken. Wat je ziet wordt bepaald door incidentele hoogvliegers en een­ dagsvliegen. Jammer. Oranje.”

zijn. Het cultuurdebat wordt overstemd doordat het vaak alleen over subsidie gaat, terwijl geld slechts een middel is. We hebben het te weinig over de inhoud. Oranje.” Frans Bergfeld: “Wat Purmerend bijzonder maakt is dat de cultuursector goeddeels op vrijwilligers draait. Daar zit de kracht, want dat maakt het aanbod ook meer van de stad. Aan de andere kant, je hebt ook tijd en stenen nodig om geschiedenis te kunnen opbouwen. Purmerend heeft een oude kern maar de stad is ook net als Almere, waar ik heb gewerkt, new town. Overheid en culturele instellingen zouden wel wat meer de samenwerking met elkaar mogen opzoeken. Een oranje kaart.” Paulus Brugman: “Er zijn in Purmerend meer initiatieven dan een klimaat om te ontkiemen. Ik steek de loftrompet ervoor

18

25 jaar Theater De Verbeelding

PB: “De stelling krijgt groen, maar ik weet niet zo zeker of Purmerend deze ook ten volle verdient. Waar de markt vrijelijk z’n gang gaat, betaalt de afnemer de kostprijs. Bij cultuur heb je een derde partij nodig, want de afnemer is niet in staat de volledige prijs te betalen. Het financiële en overstijgende belang is dat de overheid ruimte geeft aan cultuur en zich hier dus ook mee bemoeit.”

Cultuur is een publieke taak

ET: “Groen past bij de kleur van mijn partij, het CDA. Cultuur is een publieke taak met een overheid die faciliteert. Wel moeten we met elkaar discussiëren over de basis, wat heb je minimaal nodig en wat wil je in stand houden. Purmerend is in mijn tijd goed aan de slag gegaan met de transitie van Muziekschool Waterland


je daarmee onbekend en niet vertrouwd bent. Hierin moet de overheid zijn rol nemen.”

PB: “Oranje, want ik twijfel. Neem Reuring: het is het meest gewaardeerde en gedragen evenement in de stad. Het festival wil groeien met behoud van kernkwaliteiten. Gratis te bezoeken. Dan moet de samenleving ook zijn verantwoordelijkheid nemen. Met groter, meer en anders zul je ook andere inkomstenbronnen dan de overheid moeten aan­spreken. Ik kijk verwachtingsvol naar de middenstand en het bedrijfsleven. Sponsorwerving en fundraising zijn de pilaren van de toekomst.”

Purmerend koestert zijn voor­ zieningen, of focust op activiteiten

naar muziekonderwijs voor leerlingen op de basisscholen.” FK: “Tien jaar geleden werd het idee nog afgeschoten om de muziekschool om te vormen naar muziekonderwijs op school. Soms is het idee wel goed maar is het klimaat er nog niet rijp voor. Cultuur hoort thuis in het publieke debat. Van rood ga ik naar groen.” FB: “Ik neig ook naar groen. Want cultuur kan niet zonder publieke steun, maar om­gekeerd betekent dat je dan als instellingen ook zelf moet aangeven wat de maatschappelijke waarde is van wat je doet? Wat voor stad of samenleving wil je zijn. Kies je alleen voor sport dan krijg je in mijn beleving een armere samenleving. Een diverse samenleving geeft meerwaarde. Daar herken ik Purmerend in. Maar het zou wel helpen wanneer instellingen hun waardebepaling meer nadrukkelijker samen met de overheid optekenen.” ET: “Mee eens. De zichtbaarheid van kunst en cultuur vind je niet in een stuk van de gemeente. Het is aan de samen­ leving hieraan vorm en inhoud te geven.”

FB: “Beide zijn belangrijk. Dus ook oranje; infrastructuur én activiteiten. Je kunt niet zonder stenen. Een gebouw is nodig. Als verande­ringen nodig zijn komen daarvoor wel impulsen en signalen uit de samenleving. De goedkoopste biblioteek is de bibliotheek die altijd dicht is. Ik zeg: een bibliotheek moet juist zoveel mogelijk open zijn, en misschien moeten wij, van de bibliotheek, daar dan niet altijd bij zijn.” ET: “Je moet bereid zijn met elkaar een discussie te voeren over wat je met je stad wilt bereiken. Discussies over cultuur worden nu te vaak geldgestuurd en gaan over bezuinigen, niet over wat we met onze stad willen. En daar betekenis aan geven. Ook in geld.” FB: “Tegen een boekenkastje langs de straat heb ik geen bezwaar. Waar ik wel moeite mee heb als mensen dat vervolgens gaan gebruiken om te beweren dat

PvH: “Met van mij een kanttekening: niet iedereen is in staat om het effect van cultuur op zijn persoonlijke ontwikkeling te doorgronden. Niet iedereen kan de impact ervan inschatten, bijvoorbeeld als 25 jaar Theater De Verbeelding

19


dat kastje de functie van de bibliotheek wel kan overnemen. Bezuinigingen kunnen geld besparen waardoor de bibliotheek de helft minder bezoekers trekt, maar de kosten per gebruiker zullen erdoor omhoog gaan.” PvH: “Bestaat er zoiets als een waarde­ meter van bruto nationaal geluk? Ik heb er moeite mee dat we ons met alles in geld uitdrukken. Bezoekersaantallen en geld.” ET: “Moeten we dan activiteiten blijven honoreren ook als mensen daar niet voor komen?” PvH: “Hebben we er alles aan gedaan om interactie met de samenleving tot stand te brengen? Mogelijkheid tot ontwikkeling moet er zijn. Wat ontwikkeld wordt moet gezien kunnen worden.” FB: “Als een theater goed programmeert en de zaal zit vol verdient het theater er zelf bijna geen cent aan. Je hebt apart geld nodig om activiteiten te programmeren waarvoor de zaal niet vol loopt.”

Cultuur­ educatie verplicht op school

PvH: “Donkergroen. Op vmbo scholen zie ik ouders die thuis echt geen tijd hebben om zich bezig te houden met cultuur­ educatie. Ze zijn al blij als ze hun kin­ deren te eten en te drinken kunnen geven en op tijd in bed hebben.”

FB: “Mee eens. We hebben met de bibliotheek de Voorleesexpres ingevoerd; voorlezen thuis bij gezinnen waar cultuur niet hoog op de agenda staat. Wat zou het mooi zijn als de theatervoorstelling die we daar vervolgens aan koppelen in het theater geen drempel opwerpt door daar dan vervolgens een paar euro entree voor te moeten vragen.”

vlnr. Eveline Tijmstra, Frans Koelemeijer, Frans Bergfeld, Paulus Brugman, Pepijn van Halderen, Ron de Haan ET: “Onze kinderen zijn vier en zeven. Wij kunnen het ons thuis veroorloven, maar niet ieder gezin heeft zomaar honderd euro om met z’n vieren naar een theatervoorstelling te gaan. En daar zit je dan, in een halfvolle zaal. Iets gaat er dan niet goed. Zorg dat de zaal vol zit, stuur er schoolklassen naar toe. Ik kies dus voor groen.”

FB: “De stad Amsterdam komt onmiddellijk in de problemen zonder het Rijks­ museum. Voor Purmerend zal eerder gelden dat veel kleintjes samen een grote maken.”

Cultuur draagt economie

PvH: “Natuurlijk is er interactie tussen cultuur en economie.” PB: “Cultuur levert economische meerwaarde. Als Theater de Purmaryn uitgaat heeft dat een positief effect op het veiligheidsgevoel ’s avonds op straat, maar de aanwezigheid van een theater levert ook meerwaarde aan woningen.” FK: “Cultuur is werkgelegenheid, het economisch effect van cultuur is groot. Instrumentenbouw, beheerstaken, ho­reca, techniek.”

20

25 jaar Theater De Verbeelding


ET: “Het besef dat gemeenten veel meer beleidsvrijheid hebben gekregen is nog niet tot iedereen doorgedrongen. De maatschappelijke betekenis van cultuur groeit. Zorggelden kunnen nu ook aan culturele doelen worden besteed. Ik noem alleen al eenzaamheidsbestrijding.”

FB: “Groen = doorgaan! Theater De Verbeelding is een ontzettend leuke club, gerund door vrijwilligers en toch ook professioneel van opzet; gewoon een goeie mix van onbekend en bekend.”

Theater De Verbeelding

FK: “Hiervoor geldt absoluut code rood. De stad moet veel meer met cultuur naar buiten treden. Ze zou de samenwerking meer moeten opzoeken. Nu is de mentaliteit toch vooral: je krijgt subsidie en daar red je je maar mee.”

Purmerend promoot cultuur

PB: “P3 is tien jaar geleden met veel bravoure en ambitie neergezet; vandaag heb ik meer de indruk dat de ‘overkant’ (het stadhuis, red.) spijt van de beslissing van destijds heeft en zich nu zit te schamen omdat ze het moeilijk vinden de voor­ ziening in stand te houden. Rood.” FB: “We moeten vrezen dat we de opening van het culturele seizoen, tot voor kort goed en breed opgezet, niet voor elkaar krijgen. Het is onderzocht maar de gemeente zegt ‘we zien geen mogelijkheden’. Daarmee stoppen de UITdagen. Ik zeg dan: waar gaat dit helemaal over. Ook code rood op dit onderwerp.” PvH: “Contact met een veld van honderd cultuuractieven lijkt me ingewikkeld. Misschien moet er een nieuw overkoepelend overleg komen, aanvullend op het Cultureel Overleg waarin alleen de grote partijen zitten.”

PB: “Absoluut. Ik geloof in theaters van het type oude Toneelschuur in Haarlem; die blijven bestaan.” PvH: “Een fantastisch theater, van hoog niveau. Aan de andere kant; wie durft de toekomst te voorspellen. Ik kom er af en toe en zie dan wel vaak dezelfde mensen; de groep vergrijst. Te weinig twintigers en dertigers. Maak de nazit en de foyer leuker, open podium met interactie.” ET: “Groen. Mijn eerste theaterervaring was toen mijn oma mij meenam naar Les Misérables. Fantastisch vond ik het. Ik was voor het theater gewonnen. Theater De Verbeelding biedt iets aanvullends dat heel belangrijk is in Purmerend. Theater moet je ervaren. Als je daar niet van huis uit komt, dan moet je het van een ander aangereikt krijgen. De overheid zou meer moeten inzetten op verbinding tussen podia en onderwijsinstellingen.” FK: “Theater De Verbeelding, alleen die naam al. Prachtig! Hou die in stand. Groen. PvH: “Mag ik dan nog een tip geven bij zoveel optimisme? Misschien moet je doen wat de visvereniging doet. Stap de schoolklassen binnen en leg uit wat je doet. En zet in op sociale media.”

25 jaar Theater De Verbeelding

21


22

25 jaar Theater De Verbeelding


André Manuel

Als Wilders regeert speel ik nog alleen in schuilkerken Na vier of vijf mislukte pogingen om een afspraak te maken (“ik zit nu bij de kapper,” “ik zit nu net in de auto,” “bel me om halfzeven”) is het raak. Precies op het afgesproken tijdstip wandelt André Manuel op z’n gemak de foyer binnen. DOOR RON DE HAAN

Het is een wederzijdse felicitatie waard. De cabaretier maakt al 25 jaar voorstellingen en het theater viert zijn 25-jarig bestaan. En wat mooi is: de verjaardag wordt samen gevierd. André Manuel komt naar Theater De Verbeelding met zijn nieuwe voorstelling De Onzen. Als ons gesprek wordt opgetekend is De Onzen nog slechts de werktitel. Slag om de arm dus maar het voelt al goed, die titel. “De opkomst van het nationalisme, ‘je suis’ dit en dan weer dat, met zijn allen naar Johan Cruijff, we zitten lekker op elkaar te klitten.” André Manuel dus, aangenaam kennis te maken. Behalve als het over Ajax gaat – de Tukker is in hart en nieren Twente-fan – “met de Amsterdam ArenA heb ik niks.”

De Onzen, klinkt als ‘de onzin’. “Maar dan in meervoudsvorm. Het is voor een normaal mens ook niet bij te houden wat ik allemaal om me heen zie.” Up-tempo pent de schrijver, colomnist, muziek- en theatermaker zijn voorstellingen op papier. “Collega’s worden daar weleens bozig over. Die vinden dat je een halfjaar zwetend achter je schrijfmachine moet zitten. Ik heb aan tien dagen genoeg. Het gaat om de eerste zin, die moet goed zijn. Dan volgt de rest vanzelf.”

In 1990 won André Manuel overtuigend het Leids Cabaretfestival. In april 1992 was hij voor het eerst te gast bij Theater De Verbeelding met zijn voorstelling Ik wil een beest in mijn bed. Sindsdien is hij nog regelmatig terug geweest onder andere bij de viering van ons tienjarig jubileum. In het jaar dat Theater De Verbeelding vijfentwintig jaar bestaat opent André Manuel ons jubileumseizoen met een try-out van zijn nieuwe voorstelling De Onzen.

Het is de week van de aanslagen in Brussel en de dood van ’s werelds bekendste voetballer. In de koffer van André Manuel zitten geen rouw­ banden. “Nee hoor, ben je gek. Dit is allemaal aan de gang sinds de moord op Theo van Gogh, de Twin Towers, de wreedheden en gruweldaden. Al mijn voorstellingen gaan daarover, maar ik merk aan niets dat mijn publiek het daar moeilijk mee heeft. We raken er samen aan gewend.” En inderdaad. Liepen vanwege de grofheden die gedebiteerd werden aan het begin van zijn carrière de zalen nog weleens halfleeg, tegenwoordig blijft iedereen netjes zitten, nu ja op een enkeling na dan voor wie de heftige grappen en provocaties te gortig worden. Elke anderhalf jaar een voorstelling, zo gaat het al seizoenen lang. En telkens na de laatste show is het rigoreus afscheid van de inhoud nemen. “Dan is het voor mij ook meteen afgelopen en uit.” Tijdens die seizoenen groeit de voorstelling. “Het programma blijft zich

25 jaar Theater De Verbeelding

23


ontwikkelen. Elementen verdwijnen, andere komen erin. Ik begin in de zomer op Terschelling met een halfuur voorlezen tijdens het Oerol festival. Aan het eind van de week heb ik anderhalfuur. Dan worden het twee uur, en moet er ergens weer een halfuur uit.” Zijn broer, tevens zijn chauffeur, doet geluid en licht en is aan de schommelingen gewend. “Ik sta op het toneel in een eenvoudige lichtstand, een ‘totaaltje’, met ergens een paddestoel en in m’n witte pak. Ik ken de collega’s die een heel circus aan decor meenemen. Die hebben dan kennelijk wat minder te vertellen.” Is het tien jaar na Braaf, de voor­stelling die je het label van schaamteloos schofterig gaf, niet eens tijd voor een stijlbreuk? “Mwah... ik heb nooit bewust ge­ kozen voor een harde stijl, maar kijk eens naar de actualiteit. Tien jaar geleden was zinloos geweld hét thema. En dan nu. Mensen ervaren wat ik doe soms als hard maar dat is toch echt hypocriet. Volkert van der G. zal zich wel drie keer op z’n kop hebben gekrabt toen hij zag wie er voor Pim Fortuyn in de plaats gekomen is.” “En we zijn er nog niet. Er komt meer, en vaker. Als er een aanslag in Nederland komt slaat de vlam in de pan. En dat is natuurlijk precies de bedoeling; dat westerlingen ook moslims gaan vermoorden. De ge­­ middelde PVV’er is al geen intellectueel, en de politiek is daarbij zo versnipperd dat de crisis nog wel jaren zal doorgaan. En ik ook. Zodra Geert Wilders in zijn eentje kan gaan regeren, zit ik met mijn voorstellingen in de schuilkerken, achteraf­kel­ders en op beschimmelde zolders. Op mij wordt geen aanslag gepleegd. Ik verdwijn vanzelf wel van het toneel.”

24

25 jaar Theater De Verbeelding

Op mij wordt geen aanslag gepleegd. Ik verdwijn vanzelf wel van het toneel Korte lontjes. Daarover gaat het bij de theatermaker, zelf woonachtig in het vriendelijke en vredelievende Diepenheim. Bij theaters in de Randstad zoals vandaag in Amsterdam worden we op straat binnen tien minuten uitgescholden voor kutHollander, door jongeren die op hun scooters voorbij scheuren. “Hier, dit plein, is de enige plek in Amsterdam waar je ook boerka’s tegenkomt. Twintig jaar geleden zag je hier nog helemaal geen hoofddoekjes. Door dat gekissebis in Den Haag zie je dat jongeren zich steeds verder van de samenleving afsluiten. Rondlopend in Osdorp heb je niet bepaald het idee dat de islam onderdrukt wordt. Maar in plaats van mensen in de gaten te houden die gevaarlijk zijn, zitten de mensen die ons veiligheid moeten bieden onderling te knoeien. Normaal is dat je elkaar even belt als er gevaar dreigt. Dat kost een paar centen, maar je redt er wel levens mee.” Zijn we bezig aan een Race to the Bottom naar een onvrij land? “Dat hebben we dan mooi onszelf aan­gedaan. Waarom vallen we Irak aan terwijl de echte tegenstander in het extreem rijke Saoedi-Arabië zit?”

De cabaretier als dominee, met almaar de politieke gelaagdheid van zijn boodschappen? “Ik zie het anders. Ik word milder. Niet in de hardheid van de grap; wel in het besef dat het onderliggende idee is dat we hier alleen maar uit kunnen komen door het conflict dáár op te lossen. Want dat de mensen die dáár de hele dag gebombardeerd worden vervolgens hiernaar toe komen vind ik vol­ komen logisch.” “Dus nee, ik moraliseer niet; hooguit zal ik in mijn rol na een uur zeggen dat mijn boodschap liefde is. En dat gelooft dan ook weer niemand. Ja, er zijn collega’s die ons oproepen dat we onze toon beter wat kunnen matigen. Lazer op, ik heb een enorm probleem met radicalen. Als ik daar geen grappen meer over mag maken, alsof het dan stopt. Die mensen zijn gewoon zo gek als een deur. Dat gaat echt niet over als ik m’n mond hou. Of zeggen ze dan oké, bedankt, dan kunnen we nu wel achter jullie vrouwen aan.” Je kunt ook een politieke partij beginnen. “Ik zou meteen het recht verspelen om andere politieke partijen af te maken. Het politieke klimaat is totaal verkloot. Koekoeksei Wilders was een vooraanstaande VVD’er die Fortuyn opriep om zijn toon over de islam te matigen. Briljant. Politiek; dat is Diederik en Mark. Daar kom je niet meer tussen, sinds bij de PvdA een vader zijn zoon in een socialistisch nest Diederik is gaan noemen.” Ik zie het voor me; grenzen dicht in Diepenheim. “Ik kom graag in de stad, maar ik ben verknocht aan het platteland. Ik heb werkelijk nooit begrepen wat Marokkanen nu eigenlijk te zoeken hebben in de grote steden. Op het


platteland gaat het leven heel goed. Zelfs zo goed, dat sinds m’n dorp is gefuseerd, de helft van het stadhuis leegstaat. Het wordt tegenwoordig gerund door adviesbureaus en door mensen die er voor zichzelf de beste baantjes uit slepen. En door ambtenaren die er steeds voor zichzelf nieuw speelgoed verzinnen.” Dorpen brengen ook slimme mensen voort. Hoeveel uitzendingen was je te zien in De Slimste Mens? “Opeens zat ik daartussen. Ik doe nooit mee met spelletjes, ik vind er geen ruk aan, en nu zei ik na 25 jaar een keer ja. Ik heb het acht afleveringen volgehouden. Acht afleveringen! Mijn eigen domme schuld, het was echt verschrikkelijk. In aflevering zes was het geloof ik, toen besloot ik, ik moet verliezen.” Een slimme beslissing. “De Slimste Mens, dat is iets met geluk. Cabaretiers zijn doorgaans wel goed in dit soort programma’s want ze kunnen goed associeren; als je snel en adrem kunt denken kom je een heel eind. Mijn atheïs­ tische taak zat erop toen ik Gert-Jan Segers van de ChristenUnie naar huis had gespeeld. Daarna kwam een gast en die wou zó graag winnen; man wat wilde die graag winnen, ten koste van alles. Toen dacht ik: Fuck it. Ik doe niet meer mee.” Heeft het je op social media extra volgers opgeleverd? “Daar ben ik ook niet zo van, behalve dan m’n columns op Facebook. Sommige mensen scoren goed met zo'n tv-optrden; ik denk dat ik toch vooral desinteresse uitstraalde tijdens de hele quiz.” Bij FC Twente kunnen ze wel wat slimme mensen gebruiken. “De club is kapot gegaan aan megalomaan bestuur. Dat is maatschappij breed trouwens ons nationale probleem. We (samen met Laurens

ten Den, Thijs Kemperink en Bert Eeftink, red.) hebben er afge­lopen december De Grote FC Twente Jubileum Crisis Revue gespeeld, haha, Twente is een ledenvereniging; als de club helemaal einde oefening is en failliet gaat komt er een nieuwe. Manchester United maar dan in Twente. Het wachten is nu op de Belastingdienst, die moet snel over de brug komen met cijfers. Maar ja, de Belastingdienst en snel, dat is geen gelukkige combinatie.”

Mijn atheïstische taak zat erop toen ik Gert-Jan Segers van de ChristenUnie naar huis had gespeeld

Krijgt het grote publiek je ooit te zien? Met je laatste voorstelling sleepte je de Poelifinario, de prijs voor de beste cabaretvoorstelling van het seizoen, in de wacht. “Ik heb een voorliefde voor kleine zalen; zoals van Theater De Verbeelding. Bij de grote tv-omroepen ben ik wel te zien, maar niet met m’n voorstellingen. De VARA gaat ’t niet aan. Geen idee waarom niet. Ja, Powned wil ’m wel, maar dat ga ik dan weer niet doen. Want dan zit het jaar erop de zaal vol PVV’ers, en is nog een jaar later mijn carrière naar de klote. Mischien zet ik m’n winnende voorstelling nog wel een keer online.” Moeilijk bereikbaar of moeilijk benaderbaar? “Ik sta gewoon in het telefoonboek, maar niemand neemt de moeite mij op te zoeken. Behalve ha!! Behalve als er al eens een moslim ons dorp binnenwandelt, al is die nog zo met alle goede bedoelingen, ja dan word ik gebeld: André, ze komen eraan!” Het houdt een keer op, dan komt er een nog grotere actualiteit. “Je hoopt toch dat er een keer een kentering komt. In de samenleving. In de politieke opinie. Als je toch ziet dat mensen eigenlijk alleen maar vanuit zorg en paniek achter Wilders aanlopen. Die man is toch werkelijk helemaal in niets geïnteresseerd. Als we met de islam klaar zijn, dan heeft die man niks meer te doen. Dan is hij klaar.” “Ik zou graag m’n carrière afsluiten met gedichten in de geest van Jan van Veen. Over alles is mooi en prachtig. Maar ik denk dat als we van de moslims af zijn, de Chinezen aan de beurt zijn. Dat is ons vol­ gende conflict. Rambo begon eerst te vechten tegen de Russen. Toen kwamen de moslims. En straks zijn het de Chinezen. En dan heet hij geen Rambo meer, maar Lambo.”

25 jaar Theater De Verbeelding

25


Publiekelijk

Met een lang applaus bedanken de toe­schouwers de spelers van DudaPaiva Company voor hun voorstelling. Na af­loop worden de bezoekers op de speelvloer uitgenodid kennis te maken met de poppen die een grote rol speelden. Tonny van der Veen (64) en haar zus Ellen de Koning (56) gaan op de foto met één van de hoofdrolspelers. Enthousiast over de voorstelling. “Dit is waarom we zo graag naar het theater gaan. We willen verrast worden, kwaad worden, vermaakt worden, ontroerd worden. We willen alle emoties kunnen voelen. Een voorstelling moet iets met je doen.”

26

25 jaar Theater De Verbeelding

De twee zussen zijn het roerend met elkaar eens. Zeer regelmatig bezoeken ze voorstellingen. Daarnaast spelen ze ook zelf heel verdienstelijk in hun eigen

Op toneel mag je onbeschaamd je emoties tonen en lelijk zijn theatergroep Tetra. “Op toneel mag je onbeschaamd je emoties tonen. Je mag daar ook lelijk zijn. Iets wat ik in het gewone leven nooit zal doen,” zegt Ellen.

Theater is in hun leven niet meer weg te denken. En dan bij voorkeur in Theater De Verbeelding. “Een verrassende programmering. Door het kleinschalige word je helemaal in de voorstelling gezogen. Je kan het zweet van de spelers ruiken en met ze meegaan in hun spel.” Tonny zegt nog nooit teleurgesteld uit een voorstelling in Theater De Verbeelding te zijn gekomen. “En dan ook nog zo betaalbaar,” vult Ellen aan. De twee zussen zijn echte fans van Theater De Verbeelding geworden.


Wat is er geworden van... Suzy Blok was: choreograaf / danseres nu: artistiek en algemeen directeur Dansmakers

Toen Theater De Verbeelding in 2006 naar P3 verhuisde, kon er een nieuwe discipline aan de programmering toegevoegd worden: dans. Suzy Blok beet in het openings­wee­k­end het spits af met het dubbelprogramma Still You 2/Stranger than Kindness. “Ik herinner me dat het allemaal heel nieuw was, heel veel mensen, officiële mensen ook.” 2006 en 2007 stonden voor Suzy in het teken van reflectie en leren. “Ik maakte al sinds 1985 mijn eigen werk, danste en regelde elke keer alles zelf. Ik wilde nooit een echt gezelschap hebben. De vrijheid was belangrijk. Ik wilde absoluut niet het gevoel hebben dat ik een groep dansers aan het werk moest houden. Maar dat telkens opnieuw beginnen, begon me wel een beetje op te breken.” Met een stipendium op zak besteedde ze twee jaar aan onderzoek. En ze verzorgde voor het eerst de programmering van een dansfestival. “Dat was een eye-opener. Ik merkte dat ik het leuk vond om met een jongere generatie te werken en mijn kennis door te geven.” In 2008 begon Suzy bij het productiehuis Dansmakers (toen nog Danswerkplaats) in Amsterdam als drama­turge en coach van jonge choreografen en is daar inmiddels artistiek en algemeen directeur. “Ik zie bij nieuwe dansmakers nog steeds veel interesse in het leren van andere kunstdisciplines. Niet omdat ze de dans niet toereikend vinden maar om grenzen op te zoeken. Ze gebruiken spoken word of werken samen met een architect, maken crossovers naar beeldende kunst. Wat ik interessant vind zijn makers die echt bezig zijn met de maatschappij en waarom het belangrijk is dat ik dit maak. Geëngageerd is misschien een groot woord, maar bewust, dat wel. Ze willen ook graag naar buiten, naast het theater ook de straat op, in

een park of een museum, optreden op andere plekken dan gebruikelijk en op die manier nieuwe verbindingen en betekenissen vinden.” Tegelijkertijd ziet Suzy ook de uitdaging van de digitalisering in de samenleving, en ook van de kunst. “Waar zit het leven in de live art. Daar moeten we wel aan trekken, merk ik. Blijven vertellen dat het goed is om dingen echt live te be­ leven en niet alleen via digitale kanalen.” “Ik vind de ontmoeting met het publiek van levensbelang voor de dans. Het spelen is echt een deel van het proces. Het is waarmee je communiceert. Wat ik leuk vind is kijken of er andere manieren zijn om publiek actief te betrekken door ze deel te laten nemen aan een work­shop, een nagesprek of een blog. Hierdoor laat je ze iets ervaren waardoor ze er een persoon­ lijke band mee krijgen.” “Dat doen we nu bijvoorbeeld met Moving Futures, een reizend festival dat elf steden aandoet. Een aantal dagen zitten we in een stad waar we werk van jonge, getalenteerde dansmakers laten zien, en waarbij het randprogramma heel belangrijk is. We werken samen met lokale scholen en academies, kijken hoe we er echt een programma omheen kunnen bouwen. Soms ook met andere disciplines zoals onlangs in Arnhem met dichters, jonge schrijvers die on the spot reageren met gedichten op wat ze zien. Heel leuk, maar het organiseren ervan is wel heel tijdrovend.” Of ze iets mist uit haar leven als choreografe? “Ja, wat ik mis is het samen creëren, samen met de groep tot iets komen. Ik doe nu heel veel dingen tegelijk. Ik ben artistiek leider, moet een organisatie leiden, ik organiseer een festival, er gebeurt veel internationaal. Die concentratie op een voorstelling, die mis ik. En toch ook het zelf dansen. De laatste tijd eigenlijk steeds meer, niet op het podium hoor, maar gewoon het doen op hoog niveau.”

25 jaar Theater De Verbeelding

27


Wat lezen we in TM? Dat het ge­ subsidieerde theateraanbod de afgelopen jaren middle-of-the-road is ge­worden. Gerardjan Rijnders (theatermaker, regisseur) zegt: “De trend is nu dat theaters, en ik vrees ook het publiek, alleen geïnteresseerd zijn in wat ze al kennen. De schouwburgen in de provincie moeten meer bezoekers trekken om rond te komen. De uitkoopsommen moeten worden terugverdiend. Het recht op kunst is veranderd in het recht op amusement. We gaan langzaam naar een toestand zoals die nu in Amerika bestaat: alleen maar grote musicals en heel conventioneel opgevoerde toneelstukken, met af en toe een experiment. Nog meer gezelschappen zullen gaan

verdwijnen. Het enige wat we daar aan kunnen doen is de klok terugdraaien en de kunst ruimschoots subsidiëren.” Simon van den Berg (hoofdredacteur TM) komt tot eenzelfde conclusie: “In ons theatersysteem waren drie risicodempers: groepen kregen een aantal jaren subsidie zodat ze konden experimenteren zonder op ieder project afgerekend te worden. Zalen kregen programmeringssubsidies zodat ze groepen konden uitkopen die uit zichzelf niet genoeg publiek krijgen, en kaartjes waren goedkoop zodat het publiek zich bij een minder geslaagde voorstelling niet al te zeer bekocht voelde. Alle drie de vormen van demping zijn verzwakt en dus kiezen zowel publiek als zalen als gezelschappen voor veiligheid. Publiek kiest voor een voorstelling die het kleinste risico biedt op een avond verveling of onbegrip; producenten kiezen voor titels of spelers die de onzekerheid bij het publiek moeten wegnemen; zalen kiezen voor groepen die eerder succes hadden.” Rijnders en Van den Berg hebben het over het vervlakkende aanbod. Dit heeft echter ook te maken met de positie en rol van de vlakkevloertheaters. Deze theaters bieden een speelplek aan nieuwe theatermakers. Nieuwe makers die nog minder kansen

Is er nog toekomst voor het vlakkevloertheater? In theatervakblad Theatermaker (TM) wordt een discussie gevoerd over de vlakkevloerzalen. Is dat een relict uit de jaren zeventig of is er nog toekomst? Theater De Verbeelding is één van die vlakkevloertheaters. Moeten wij voor onze toekomst vrezen? 28

25 jaar Theater De Verbeelding


zouden krijgen als gebeurt waar Robbert van Heuven en Heske van den Ende (medewerkers TM) bang voor zijn: “Het vlakkevloertheater bevindt zich in een diepe systeemcrisis. Theaters vallen om en er ontstaat een gevaar voor de overige theaters en kleine theatergroepen.” Zij lijken gelijk te krijgen. In NoordHolland zijn al theaters met een programmering zoals die van Theater De Verbeelding verdwenen: Het Witte Theater in IJmuiden en Provadja in Alkmaar. Of moeten wij toch meer vertrouwen hebben in de creativiteit die de theaterwereld eigen is. Er zijn theatermakers die druk bezig zijn met het verkennen van nieuwe vormen zoals Lotte van de Berg, Schwalbe, Wunderbaum, Bog en Dries Verhoeven. Maar deze makers zoeken meestal een plek buiten het theater. Wat ook opvalt is dat de tribunes bij de zomerfestivals vaak vol zitten met publiek dat niet komt naar vergelijkbare voorstellingen in de vlakkevloertheaters. Hoe komt dat? Biedt theater op locatie een oplossing? Vragen die te maken hebben met het bestaansrecht en de toekomst van het vlakkevloertheater. Wij legden deze vragen voor aan een aantal mensen die verstand van zaken hebben. Wij vroegen het aan een zakelijk leider van diverse theatergroepen, een directeur van een festival, een theaterdirecteur en een toneelschrijver.

De vitale vlakkevloer. Crisis? What Crisis! De wereld is op drift. Welke kant de wereld uit beweegt valt niet te voorspellen, maar de economische, ecologische en mentale crisis waar we ons in bevinden doet alle bestaande waarden op hun grondvesten schudden. Ik ben er stellig van overtuigd dat het theater dit alles ruimschoots gaat overleven. Het theater is de enige kunstvorm die live, hier-ennu, mídden in de samenleving mét en over de samenleving gaat.

voorhoede. In de vlakkevloer wordt het ondernemerschap ontdekt en het buitenland veroverd. En de vlakkevloer is veel meer dan enkel dat kleine zaaltje daar achterin verstopt. De vlakkevloer is overal waar de schouwburg níet is. De vlakkevloer is op de zomerfestivals, in de punkkelders waar het avant-garde­ theater zichzelf te gronde richt en herontdekt, de vlakkevloer is op de huid van het publiek.

Ik ben het met de zwartkijkers eens, het theater anno nu weet niet altijd even goed met de verwarring om te gaan. Maar dan heb ik het met name over het grootschalig theater, het schouwburgtheater, het traditio­nele repertoiretoneel. Wat ik in de vlakkevloer zie gebeuren, of dat nu in Theater Bellevue, Theater aan het Spui of in Theater De Verbeelding is, is spannender dan ooit. Want de vlakkevloer is alles in één. In de vlakkevloer komt alles waar het Nederlands toneel behoefte aan heeft samen. De vlakkevloer is de scharnier tussen experiment en succes, de broedkamer voor de grote zaal en de balzaal van de

Kortom, de vlakkevloer is het meest waardevolle kapitaal van het Neder­ lands theater. Maarten van der Cammen Zakelijk leider / partner Theater­ zaken Via Rudolphi, producent van onder meer Het Volksoperahuis, Opium voor het Volk

De vlakkevloer is de scharnier tussen experiment en succes

25 jaar Theater De Verbeelding

29


Het vlakkevloer­ theater is meer nodig dan ooit

1991 In 1991 schrijft Brian Adams de hit van het jaar en kijken we naar The Silence of the Lambs. Twee op de tien huishoudens beluisteren Everything I do op cd. De rest op elpee of cassettebandjes. Jodie Foster zien we in de bioscoop en op een gehuurde VHS-band. Ik start mijn studie Theaterwetenschap in Utrecht. Mijn werkstukken bewaar ik op 3,5 inch diskettes. En ik zie theater. Veel theater. Als kassavrijwilliger bij Theater Bis in ’s-Hertogenbosch, voorloper van de huidige Verkadefabriek, en als bezoeker van Theater Kikker in Utrecht. Vlakkevloertheater. Zeker vier avonden per week. Want daar, in de ‘black box’ – zoals deze plekken tijdens colleges genoemd worden – gebeurt het. 25 Jaar later zijn de cassettebandjes verdwenen, net als VHS-banden en floppy-discs. Muziek, film, data zijn er nog, de dragers zijn evenwel veranderd. En de vlakkevloertheaters? Volgens beleidsmakers en journa­ listen verkeren ze met hun terug­ lopende bezoekersaantallen in een diepe crisis. Mij wordt regelmatig gezegd dat succesvolle festivals de terugloop van publiek aan de podia (mede) veroorzaken. Zou je – de cassette, VHS-band en floppy-disc indachtig – kunnen stellen dat theater nog bestaat, maar dat de vorm waarin we het tot ons nemen anders is geworden? Natuurlijk verandert het theaterlandschap. Dat doet het al 2.500 jaar. En dat moet ook. Makers zoeken naar vormen die van toepassing zijn op hun tijd. Zij zoeken

naar wegen om met hun publiek in gesprek te gaan over wat hen beweegt. Theater dat relevant is. Grenzen van ruimte, tijd en locatie worden opgezocht. Festivals zijn bij uitstek plekken om nieuwe mogelijkheden te verkennen. Verdwijnt daarmee het theatergebouw als baken en vaste plek voor podiumkunst? Ik geloof daar niet in. Want waar Spotify 24/7 aan je muziekbehoefte voldoet, Netflix je idem van films voorziet en de cloud fulltime je data bewaart, kan een festival je niet 365 dagen per jaar van theater voorzien. Mijn festival functioneert in de context van een stad met een sterke door-het-jaar-heen-programmering in grote zaal en vlakkevloer. Het programmeert bovendien op die podia en in samenwerking met collega’s aldaar. De kunstenaars zijn de basis. Presentatoren bewegen mee om het juiste publiek te vinden. Op locatie, op straat, tijdens festivals en op de podia. Het hele jaar rond. Want verbeelding is altijd nodig. Viktorien van Hulst Directeur Theaterfestival Boulevard ’s-Hertogenbosch PS. Van harte gefeliciteerd beste medewerkers en publiek met het 25-jarig bestaan. En nog vele jaren!

De opkomst van de vlakkevloer­ theaters was in de jaren zeventig een rechtstreeks gevolg van de democratiseringsgolf in de podiumkunsten. Jonge kunstenaars wilden directer met hun publiek commu­ niceren en zochten naar nieuwe vormen om hun boodschap over te brengen. De grote schouwburgzalen brachten in hun ogen alleen nog maar vermaak voor de burgerij en de jonge kunstenaars weken uit naar loodsen, schuren en groene weilanden om hun kunst meer direct met een nieuwsgierig publiek te delen. In dit soort ‘nieuwe zalen’ werd het experiment niet geschuwd en werd ook een andere manier van toneelspelen en theatermaken mogelijk. Intieme ruimtes waar spelers en publiek op dezelfde vloer zaten, niet gescheiden door een orkestbak en een soms metershoog podium; dat was het vlakkevloertheater. Het vlakkevloertheater heeft grote invloed gehad op de ontwikkeling van de podiumkunsten. Nieuwe auteurs gingen schrijven voor het toneel, nieuwe choreografen gingen moderne dansstukken maken. Door de intimiteit van de zalen konden de acteurs, dichter op hun publiek, kleiner gaan spelen, zoals in de film. Ook werden decors meer dan alleen een achterwand van een voorstelling. Er werd meer gebruik gemaakt van de mogelijkheden van de te bespelen ruimte. Wat eerst begon als een kleine, nieuwsgierige groep van toeschouwers die het avontuur in de podiumkunsten zocht, groeide uit tot een groot publiek dat ‘honger’ had naar morgen. Er was sprake van een nieuwe dynamiek in en rond de podiumkunsten. Veel theatermakers die begonnen in het vlakkevloercircuit zijn inmiddels doorgestroomd naar de grote gezelschappen en hebben de ont-

30

25 jaar Theater De Verbeelding


wikkelde aanpak vertaald naar de grote schouwburgpodia. Was de op­ komst van het theater op de vlakkevloer in eerste instantie een reactie op het beleid in en van de schouwburgen, op dit moment is de vlakkevloer als speel- en productieplek een volwaardige partner in het bestel. Helaas hebben de vlakkevloertheaters niet in alle steden deze positie weten te verwerven en worden vanwege bezuinigingen veel zalen gesloten. De effecten van de zich verder terugtrekkende overheden uit de kunsten heeft ook ernstige gevolgen voor de productie en spreiding van podiumkunsten. De vlakkevloerzalen als de gespe­ci­a­ liseerde plekken waar ontwik­keling, vernieuwing en publieks­bereik hand in hand gaan, zijn nu meer nodig dan ooit. Het zijn de ‘huis­ kamers’ van de stad, waar publiek en kunstenaars elkaar ontmoeten en nieuwe ontwikkelingen en verbindingen ontstaan. Waar we elkaar wakker houden en alert en nieuwsgierig zijn naar morgen. DE VERBEELDING AAN DE MACHT. Frans Lommerse Directeur, Toneelschuur en Toneelschuur Producties

Het is niet omdat het kaartje goedkoop is dat ze ons de mis­ baksels vergeven

Ruimte voor experiment De vlakkevloer is de ruimte voor experiment – daarom is het belangrijk – dat zegt iedereen automatisch als je ernaar vraagt. Het is ook waar. Er is alleen wel een verschuiving gaande in wat we onder ruimte voor experiment verstaan. Er schijnt een tijd geweest te zijn – babyboomers moet je nooit helemaal op hun woord geloven – dat ruimte voor experiment betekende dat er belangstelling was voor de ongebruikelijke poging. Er scheen publiek te zijn geweest dat wilde meemaken dat iemand iets nieuws probeerde en bereid was te doorgronden wat dat nieuwe moest zijn. Het waren er niet zoveel. Niet genoeg om een grote zaal mee te vullen, maar ze waren er wel. Ooit. Schijnt. Tegenwoordig wordt dat allemaal maar zweverige malligheid gevonden. Ruimte voor experiment be­ tekent nu: het is niet erg als het

mislukt, want het kost toch niet zoveel. Dit is uiteindelijk een onhoudbare positie. Een mislukking voor bijna niets is immers nog steeds teveel betaald. Daarbij: een mislukking is verschrikkelijk. Als het niet erg was, dan deed het er ook niet toe of het wél hartverscheurend mooi geworden was. Ik wil daarom een lans breken voor die eerste, oudere betekenis. De bezoekers van het vlakkevloertheater willen meemaken dat iemand iets nieuws probeert. Het is niet omdat het kaartje goedkoop is dat ze ons de misbaksels vergeven, die we zo nu en dan tot onze eigen wanhoop afleveren. Het gaat hen om het Heilige Proberen. Bij een uitzon­ derlijke poging zijn ze niet weg te slaan. Helemaal als het lukt. Willem de Vlam Toneelschrijver en artistiek leider Opium voor het Volk

25 jaar Theater De Verbeelding

31


Het Volksoperahuis, De Wasserette

32

25 jaar Theater De Verbeelding

Het Volksoperahuis, Tambu

Theater: een locatie van reuring en levendigheid


Is theater op locatie de nieuwe trend? Zomerfestivals die voorstellingen op locatie programmeren trekken veel publiek. Publiek dat de weg naar het theater met gelijksoortige voorstellingen minder makkelijk weet te vinden. We vroegen Kees Scholten van het Volksoperahuis naar zijn ervaringen.

Een paar jaar geleden speelden we met het Volksoperahuis op Curaçao. De drummer zei toen over theater: “Het is genoeg om onder een boom te gaan zitten en te beginnen. De mensen komen wel. Maar pas op: als iets een succes wordt, wil men er een gebouw omheen.” Hahaha. Ander klimaat, andere cultuur, maar wel een prikkelende gedachte. Want heb je eenmaal een gebouw, zullen er ook mensen moeten blijven komen. Kleine zalen hebben het niet makkelijk. Er zijn er veel verdwenen. Het LAK in Leiden, Het Witte Theater in IJmuiden, om er een paar te noemen. Het Volksoperahuis merkt ook dat het aantal speelbeurten in de reguliere zalen afneemt. En het festivalseizoen begint steeds eerder en eindigt steeds later. Wij spelen naast de kleine zalen dan ook regelmatig op festivals als de Parade en Oerol. Reuring en de Karavaan. En een aantal jaren geleden zijn we ook begonnen met het locatieproject De Wasserette. Een initiatief van Chris Keulemans, destijds directeur van de Tolhuistuin in AmsterdamNoord. Het theater onderging een

flinke verbouwing en Chris was dus directeur zonder gebouw. En zocht naar alternatieven. De Wasserette is een theatersoap in zes afleveringen. Theater toegespitst op de buurt en haar eigen problematiek. Niet gespeeld in een theaterzaal, maar in een buurtcafé. Geschreven door Marcel Lenssen en gespeeld door Rogier Schippers, Martijn Crins (als bastaardhond Tarzan), Huug van Tienhoven en Nina Fokker. Ik regisseer en speel verschillende kleine rollen. Jef Hofmeister schreef de titelsong en verzorgt de muziek. Met gastoptredens van buurtartiesten en met heuse live-reclameblokken voor buurtondernemers. In De Wasserette staat het wel en wee van een echtpaar dat een buurtwasserette runt in een volkswijk centraal. Tijden veranderen en het buurtgevoel verdwijnt. De afleveringen spelen in op actuele gebeurtenissen als de komst van een nieuw winkelcentrum, dure hippe appartementen en bijbehorende hipsters, de afbraak van de oude vertrouwde woningen enzovoort enzovoort. De buurtbewoners weten hun weg naar het café inmiddels te vinden. Mensen die normaal gesproken niet in een theater te vinden zijn. De Was­serette is een heuse hit geworden. Het geheim? Je gaat als publiek niet naar De Wasserette, De Wasserette komt naar jou. Er is een gevoel ontstaan dat de personages jouw persoonlijke vriend of vijand zijn. In Almere hebben we vorig jaar ook zes afleveringen gespeeld, vanzelfsprekend toegespitst op de situatie daar. Vooral de vergrijzing, de moei-

zame verhouding jegens vreemdelingen en de komst van een nieuwe burgemeester waren de onderwerpen. En waarom ook geen De Wasserette in Purmerend? Is er sprake van een nieuwe trend? Voor mij niet. Het Volksoperahuis is begonnen in het café. Met het zingen van liederen. We hebben gespeeld op schepen, in kerkjes, tenten, buiten voor een winkel, noem maar op. Of om met de Curaçaose drummer te spreken: “Een goed verhaal of een mooi lied vindt zijn weg toch wel.” Ik was juist blij dat we de weg vonden naar de theaters. Ik hou van de concentratie die er is in het theater. Ik zou het spelen in een theater niet willen missen. Theaters bieden ook de mogelijkheid om met dezelfde voorstelling te toeren. Dus voor mij is het en/en. We hebben prachtige theaters waar licht hangt, waar geen storende omgevingsgeluiden zijn, waar je lekker droog je drankje kan nuttigen en kan napraten in de foyer. Ik denk dat je een theater ook moet beschouwen als een locatie. Een ideale. Waar je de ruimte naar je eigen hand kan zetten. En de fantasie haar werk kan doen. Misschien een idee voor u als theaterbezoeker het komend seizoen het theater opnieuw te ontdekken als een fijne locatie om naar toe te gaan. Let bijvoorbeeld eens op het gebruik van licht. Hoe dezelfde locatie door het licht een compleet andere kan worden. Ik wens u een fijn theaterseizoen.

25 jaar Theater De Verbeelding

33


Ik heb goede herinneringen aan mijn optredens in Theater De Verbeelding. Ik heb er namelijk meerde keren belangrijke stappen gezet in het maken van een voorstelling. Zo had mijn show De R van Ronald een opening met laserstralen: dat idee is geboren in Theater De Verbeelding in de kleedkamer. Ronald Goedemondt

Het is altijd een feest om in Theater De Verbeelding te spelen. We ervaren Purmerend elke keer als een warm bad, een volle zaal met enthousiast en betrokken publiek, een hartelijke ontvangst en een gezellige plek. Een speelbeurt in onze tournees waar we naar uit kijken. Gefeliciteerd met 25 jaar kwaliteit!

Theater De Verbeelding is an old collaborator and has being a very important platform of audience formation in the Netherlands towards visual theatre. Since my first production Angel in 2004 I feel the support from this amazing crew. I wish Theater De Verbeelding a happy birthday and many more years yet to come. Duda Paiva

Madeleine Matzer Artistiek leider MATZER Theaterproducties

Is er een theater met een mooiere naam dan Theater De Verbeelding? Het raakt de essentie, net als de bezieling waarmee de ‘liefhebbers’ die het theater runnen al 25 jaar bewijzen hoe warm professionaliteit er ook uit kan zien. Voor Korzo en zijn choreografen is het iedere keer een terugkeer naar de kern: de urgentie en het plezier om samen theater te maken. Namens Korzo: dank hiervoor en gefeliciteerd met het bereiken van deze mijlpaal! Stacz Wilhelm Productieleider Korzo producties

34

25 jaar Theater De Verbeelding

Voor mij gaat theater niet om ‘makkelijk’, ‘toegankelijk’ en ‘snel’, maar om de ‘ontmoeting’, ‘uitwisseling’ en het ‘bewustzijn’. Theater De Verbeelding voelt als thuiskomen. Jullie zijn hét theater dat de tot de verbeelding sprekende stukken graag in het programma opneemt en het vaste publiek laat zich graag betoveren door nieuw, uitdagend en onconventioneel werk. Ulrike Quade


RenĂŠ Geerlings artistiek leider jeugdtheatergezelschap BonteHond

Kinderen hebben recht op een kwalitatief cultuuraanbod Een goed voorbeeld van de bijzondere voorstellingen die bij De Kleine Verbeelding te zien zijn is Niet Huppelen!, de succesvolle en bekroonde voorstelling van RenĂŠ Geerlings en Job Raaijmakers. DOOR OLGA SMALHOUT

25 jaar Theater De Verbeelding

35


René Geerlings is sinds 2013 artistiek leider van jeugdtheatergezelschap BonteHond uit Almere. Na een carrière als acteur werkt hij nu als regisseur verder aan zijn liefde voor jeugdtheater. Tijdens het Theaterfestival in 2013 sprak hij De Staat van het Jeugdtheater uit. Hij betoogde daarin onder meer dat kinderen recht hebben op een kwalitatief cultuuraanbod. Inmiddels zijn we een paar jaar verder en vragen we hem hoe het nú staat met het jeugdtheater. René: “Er is de laatste tijd niet veel veranderd. En ik verwacht dat het nog wel tot na het komende kunstenplan (2017-2020) duurt voordat de sector weer meer – financiële – ruimte krijgt voor kwaliteit en creativiteit. Door het oude subsidiestelsel kon er veel worden gemaakt en geëxperimenteerd. Dat is onder invloed van de bezuinigingen allemaal veel moeilijker geworden. Wat dat betreft is jeugdtheater vergelijkbaar met volwassentheater, er zijn veel productiehuizen weggevallen en die taak hebben de gezelschappen deels overgenomen. Daar is de regeling Jonge Theatermakers voor en zo kunnen wij ook jong talent onder onze hoede nemen. Ons gezelschap heeft ook al wat namen voortgebracht. De clash gaat overal om kwaliteit versus commercie. En of theaters de mogelijkheid krijgen om avontuurlijk te kunnen programmeren en of zij en wij niet alleen worden afgerekend op bezoekersaantallen.”

36

25 jaar Theater De Verbeelding

Hoe staat BonteHond ervoor? “BonteHond doet het heel goed, dus ik mag niet klagen. Wij maken speelse, fysieke, beeldende voorstellingen met humor voor kinderen van twee tot veertien jaar, maar we leggen er zoveel lagen in dat het ook voor volwassenen leuk en goed is. We willen vooral ontregelen en vinden het leuk als kinderen verward reageren. We maken gemiddeld drie producties per jaar en om de twee jaar maken Job Raaijmakers en ik samen een voorstelling.” Jullie hebben de afgelopen jaren meerdere Krekels gewonnen. “Ja, het blijkt dat het werkt want we wonnen drie Krekels voor meest indrukwekkende jeugdproductie. In 2012 een Gouden voor Aap en Beer (was ook bij De Kleine Verbeelding te zien, red.), in 2014 een Zilveren Krekel voor Niet Huppelen! en in 2015 een Zilveren Krekel voor mijn derde regie: AaiPet (2,5+). Dat was de eerste Krekel die in deze leeftijdsgroep is uitgereikt omdat het zo goed was, want de grens lag altijd bij vijf jaar. Maar ook met Gezocht: Konijn hebben we veel succes. We hebben de voorstelling in drie talen meer dan vijfhonderd keer gespeeld. Daar zijn we heel trots op en het is ook nog eens goed voor onze pr.” Wat staat er komend jaar allemaal te gebeuren? “Deze successen geven ons de mogelijkheid risicovollere producties te maken, zoals Know Me, een 12+ beeldende muziektheatervoorstelling die volgend seizoen kort in reprise gaat. Verder staat een kleuterklucht (6+) op het programma, de derde samenwerking met Job Raaijmakers en componist Wim Conradi. KLUCHT is ‘een genante vertoning’ met vijftien deuren en personages die de hele tijd willen zoenen. Wij zijn gefascineerd door de conser­ vatieve reacties van het kleuter­ publiek en daar spelen we graag op een slimme manier op in. Voor 10+ maken we de voorstelling Leuk.”

Waar is de Robbert Dijkgraaf van de theater­ wereld?


Na afloop van de voorstelling Niet Huppelen! spraken de makers met een aantal kinderen en ouders. Aan de spelers werd onder meer gevraagd wat alle borden die in de voorstelling gebruikt worden betekenen. “Dat wil zeggen dat iets niet mag. En soms een heleboel niet mag. Je mag niet huilen en niet fantaseren. Dat vinden wij niet altijd goed en dat willen we laten zien.” Waarom heet de voorstelling Niet Huppelen!? “Juist omdat er heel veel in gehuppeld wordt en we er ook mee beginnen. Het is ontregelend en verwarrend en dat vinden we leuk.” BonteHond speelt ook veel in België. “Opmerkelijk is dat de Belgen veel vooruitstrevender zijn. Ze hebben ons na de ‘Halbe crisis’ een beetje ingehaald. Onderzoek staat daar voorop. Het publiek is echt op zoek naar iets nieuws. Mijn collega Jetse Batelaan, die ongeveer gelijk met mij artistiek leider werd van Artemis, is heel vernieuwend in zijn werk en hij heeft dan ook veel succes in België. Gouden en Zilveren Krekels gaan ook vaak naar Belgische producties. Maar daar zijn bezuinigingen nu ook aan de orde dus dat kan ook zijn gevolgen krijgen. Belgische gezelschappen zijn overigens minder vaak te zien in Nederland dan wij bij onze zuiderburen.” Wat zijn jullie toekomstplannen? “Voor 2017-2020 hebben we weer een aanvraag gedaan voor een BISstatus (Basisinfrastructuur, red.). Flevoland heeft wel een instelling nodig waar jeugdtheater een blijvende plek heeft. Dan hebben we ook een landelijke functie met meer zekerheid en worden we niet langer per project afgerekend. Nu zijn we een fondsgezelschap met meer risico’s en bij de fondsen komt niet meer geld beschikbaar. In augustus valt de beslissing. Maar we gaan zeker door op de ingeslagen weg. We willen graag continuïteit en herkenbaarheid. Ons werk mag onderwerp van discussie zijn, niet ons

bestaansrecht. En we hebben een belangrijke taak in cultuureducatie met onze leerlijn KIDD voor scholen in Almere.” Bakfietstheater. “Hoewel we dus veel met scholen samenwerken hebben we ook concurrentie van ze. Ook docenten hebben weinig geld – en steeds meer macht – en zien het verschil in kwa­liteit niet. Zij creëren hun eigen ‘bakfietstheater’, zoals ik dat noem, zij doen veel zelf omdat het goedkoop is. Een eerste theater­ ervaring is heel belangrijk, daar moeten kinderen dus wel op een goede manier kennis mee kunnen maken. Ik zag als kind Pina Bausch op tv en Monic Hendrickx in het theater. Die twee voorstellingen hebben mijn leven veranderd.”

Ontregelen en verwarren dat vinden we leuk

René tot slot: “Onze sector staat zeker niet met zijn rug naar het publiek en wij gaan door met jeugdtheater maken op niveau. Er liggen nog genoeg uitdagingen in jeugd­theaterland. Minister Bussemaker heeft aangegeven dat zij een aanspreekpunt mist in onze sector. Waar is de Robbert Dijkgraaf van de theater­ wereld?”

25 jaar Theater De Verbeelding

37


Joris Merks-Benjaminsen van Google

Iedereen is digitaliseerbaar Terwijl op de werkvloer gesoundcheckt wordt en andere voorbereidingen worden getroffen voor de wekelijkse vrijdagmiddagborrel, is Google’s Head of Digital Transformation Joris Merks-Benjaminsen (39) een toonbeeld van rust. In een van de talrijke spreekkamers, op de vijftiende etage van een statig zakenpand bij het WTC in Amsterdam, treffen gast en gastheer elkaar aan statafels. DOOR RON DE HAAN

Hij klapt zijn schermpje open. “Volg je Enzo Knol?” vraagt Joris Merks. “Enzo Knol heeft met zijn eigen YouTube kanaal meer dan een miljoen subscribers. Nederlandstalige markt. Met filmpjes over zichzelf. Daar kan hij ruim van leven, dankzij de adverteerders die op zijn volgers neerdalen.” Joris ziet zichzelf als de brug tussen de generatie die is opgegroeid met internet, en de zij-instromers die halverwege hun leven ‘digitaal’ zijn gegaan. Tegenwoordig woont hij met zijn half Noorse vrouw in Amsterdam; in zijn jeugdige Purmerendjaren kwam hij sporadisch in Theater De Verbeelding. “Een clubhuis,” herinnert hij zich, “authentiek.”

38

25 jaar Theater De Verbeelding

Hoe verklaar je de beperkte bekendheid van het theater in verhouding tot haar gerespecteerde leeftijd van 25 jaar? “Theater is geen schaalbaar businessmodel. Als je je klanten weet vast te houden, dan doe je het al goed. Google kan je helpen om nieuwe klanten zo snel mogelijk te laten vinden wat zij zoeken. Het belangrijkste is dat je kenbaar maakt wat je doet, en dat wat je doet moet vervolgens kloppen met de verwachtingen van de klant.” Moet dat met veel, of kan het ook met weinig middelen? “Ook in een digitale wereld kost marketing geld. Daarom is Google zo groot. Maar niet alle content hoeft duur te zijn. Zeker een theater heeft toegang tot heel veel interessante content die voor relatief weinig geld opgenomen en verspreid kan worden.” Wie denkt dat marketingcommu­ nicatie een kwestie is van massaal

De journalisten van vroeger zijn de bloggers en vloggers van nu je commercial pushen op tv, loopt achter. In een digitale wereld bouw je een merk niet alleen met reclame, maar vooral ook met content. Joris: “Net zoals Enzo Knol vele volgers verzamelde door interessante video’s te maken, kunnen bedrijven en organisaties dat ook. De apparatuur hoeft niet duur te zijn en iede­ reen kan gratis een YouTube kanaal starten. Het mooie van theater is daarnaast dat je bovenop de mooie content zit. Het is een kleine moeite


Opletten Opletten dat je geen V&D wordt Opletten dat je video gebruikt Opletten dat content vanuit een centraal idee gemaakt wordt Opletten dat het personal is

om materiaal van voorstellingen op te nemen, reacties van het publiek, interviews met de acteurs en groepen die in je theater langs komen en meer. Dat kan in tekst, beeld en video. Belangrijk is dat jongeren steeds meer behoefte hebben aan visueel materiaal. De huidige site van Theater De Verbeelding is erg tekstueel ingesteld. Het is overigens wel belangrijk dat alle content die je maakt vanuit een centraal idee georganiseerd wordt, anders wordt het een rommeltje. Als je door artikelen, video’s en foto’s browst, moet je een gevoel krijgen waar Theater De Verbeelding voor staat.” “Maak het personal, anders dan wat mensen van doorsnee theaters, die vooral hun boodschappen uitzenden, gewend zijn. De journalisten van vroeger zijn de bloggers en vloggers van nu. Haal ze naar binnen. Toon je visie door je publiek in korte video-boosts op je eigen YouTube kanaal mee te nemen in de voorstellingen die men te zien

gaat krijgen. Verteld door je eigen vrijwilligers, of door bekende Nederlanders en de gasten die bij jou op bezoek komen.” “Realiseer je ook dat de beroemd­ heden van nu niet dezelfde zijn als die van vroeger. Enzo Knol, Teske de Schepper – als je haar bij Theater De Verbeelding laat zingen zitten de wegen naar Purmerend verstopt – en Stuk TV zijn onder jongeren beroemder dan Matthijs van Nieuwkerk en Jeroen Pauw bij elkaar.” Bestaat Theater De Verbeelding nog over twintig jaar? “Zeker, elke organisatie is digi­ta­li­ seerbaar. Maar niet als je denkt dat theater alleen op het offline podium plaats vindt. Denk daarbij aan V&D als een offline warenhuis waarvan men dacht dat dat wel altijd zou standhouden. Mensen gaan steeds meer online shoppen en zelfs als ze offline kopen, zoeken ze vaak eerst online naar informatie en inspiratie. Offline winkelen krijgt ook dan

een andere functie. V&D heeft zich daar te laat aan aangepast, waardoor de formule irrelevant werd. Je moet met een bredere blik naar je functie kijken. Theater gaat niet alleen over het offline podium, het gaat ook over het inspireren van mensen met creativiteit en dat kun je ook prima online doen. Theater De Verbeelding moet de mensen vinden die op zoek zijn naar een platform voor creativiteit en ontmoeting, zowel in de online als in de offline wereld.” “De techniek kost daarbij niks, met een Gmail account zit je zo op YouTube. Bedenk waar Theater De Verbeelding voor staat en verdeel dat format op het web in rubrieken. Leer van jezelf wat werkt en wat werkt niet. Maar aan data alleen heb je niet genoeg. Iedereen is digitaliseerbaar. Maar mensen willen ook geraakt worden. Create, curate en collaborate.”

25 jaar Theater De Verbeelding

39


40

25 jaar Theater De Verbeelding


Marien Jongewaard

Theater is liefde Marien Jongewaard (1951), enfant terrible zoals zijn theaterfans hem graag zien, forever young zoals hij zelf hoopte, ontvangt mij thuis. Hier vallen kunst en leven samen. Etiketten laten los, de tijd verweekt. Na veertig jaar theater­ maken staat de messenzwaaier, hersenpijniger, punkrockende meester van de kleine zaal dichter bij zichzelf dan ooit. DOOR RON DE HAAN

avond in Rotterdam on stage wel twintig minuten zitten huilen. Eenvoudige dingen zijn voor mij belangrijk geworden.”

Thuis, dat is zijn bescheiden onderkomen in Amsterdam-Noord. Als hij niet in de Openbare Bibliotheek zit om zich – zoals hij zijn hele leven heeft gedaan – tussen poëzie, boeken en muziek op zijn voorstellingen te kunnen voorbereiden, is hij hier. Een tafel, een groot beeldscherm, internet, en tegenover zijn huis de strengste moskee van de stad. In de zomer worden voor zijn deur honderden kleedjes uitgerold, zo druk als het er kan worden.

Een paar jaar geleden strandde, na ruim dertig jaar zijn huwelijk met (avant-garde) cho­reografe Truus Bronkhorst. “Het heeft een tijd geduurd voordat ik weer gewoon naar muziek kon luisteren.” Tegenwoordig maakt hij met zijn nieuwe geliefde, (toneel)schrijfster Magne van den Berg, lange wandelingen door de stad. Die hem weer inspi­ reren, zin geven.

Marien Jongewaard / Nieuw West opende op zaterdag 21 september 1991, met de voorstelling A Hard Day’s Night, Theater De Verbeelding. Met deze spraakmakende

“Laat al het grote maar zitten,” begint hij, nu en verder al zijn zinnen ondersteunend met brede gebaren. “Ik zoom tegenwoordig in op kleinere dingen. Planten, bloemen. Whahaha. Ik schaam me dood dat ik het zeg. Maar echt, ik heb gister-

voorstelling die als één van de tien beste voorstellingen van het seizoen was geselecteerd voor het Theaterfestival gaven we meteen ons visitekaartje af. Hoe gaat het 25 jaar later met Marien Jongewaard?

“De wereld verandert. Je verandert zelf, ik ben 64. Je wilt het niet, je ziet het niet. Maar het gebeurt. Je wordt ouder. Nooit gedacht dat ik een oude lul zou worden. Toch is dat zo, en ja, ik heb óók een kind. Dan kun je wel zeggen forever young maar dat bestaat dan dus toch niet. Dus wat wil ik dan, wat wil ík dan eigenlijk nog doen. Ik heb inmiddels wel een soort plan. Ik zie een eindpunt voor me. Dit theaterleven stopt. De laatste jaren zijn slopend geweest. Avond aan avond optreden. Naast het coachen, lesgeven, schrijven. Ik voel de moeheid, een hele diepe moeheid. Daar heeft iedereen maling aan, en dat is natuurlijk ook terecht. Ik wil teruggaan naar wat ik voor mezelf belangrijk vind. Waarbij ik mijn persoonlijke belevenissen koppel aan invloeden die later mijn werk hebben bepaald.” Aan welk verhaal ben je na al die jaren nog niet toegekomen? “Dat is een tricky vraag. Waar je nog niet aan toe bent gekomen, ben je je nog niet van bewust. Je hebt er geen affiniteit mee, of je vindt het moeilijk om er iets over te zeggen. Voor mij ligt het antwoord besloten

25 jaar Theater De Verbeelding

41


in één woord: Ko. Zo heette destijds de voorstelling die ik samen met Cas Enklaar deed. Ik wilde een voorstelling over mijn vader, mijn lieve vader Ko, die veel te vroeg is doodgegaan. Eigenlijk beheerste die mij helemaal, en toch, ik kon er geen verhaal mee maken. Zoals bij de meeste van mijn voorstellingen maakte ik een draaiboek en Rob (de Graaf, red.) werkte dat uit. Het lukte niet. Het is uiteindelijk een fictieve Ko geworden.” “Ik ben een kind uit de hippie tijd; ik ben van peace en ik ben ook van love. Uit de tijd van iets over Sha­ke­ speare zeggen door drie verschillende stukken te nemen en deze dwars door elkaar heen te monteren. Mon­tage-theater! Opeens was er video, woowww videoooo, film! We noemden het multi-disciplinair theater. Het publiek vond dat span­ nend, de makers vonden het spannend. Alles en iedereen beïnvloedde elkaar. Dans, mime, toneel. Daar­voor mocht je alleen het toneel op als je een diploma kon laten zien. En opeens mocht ik daar ook staan!” “Die liefde, dat vol van liefde zijn, dat zit zijdelings in al mijn werk; in een tekstregel als ‘Begrijp je nu waarom ik schreeuw‚ juist omdat ik van dingen hou, omdat ze mij dierbaar zijn’, ligt zoveel. Want er zijn nu eenmaal dingen die je hoog acht en waar je het best over zou willen hebben, maar die je tegelijk heel moeilijk vindt. Ko zou nog steeds een goed onderwerp kunnen zijn.” “Ik kan me intussen nog steeds druk over alles maken. Over dingen die me raken. Dat gaat als vanzelf. Over de maatschappij en wat daarin ge-

42

25 jaar Theater De Verbeelding

Je wilt het niet, je ziet het niet. Maar het gebeurt. Je wordt ouder. Nooit gedacht dat ik een oude lul zou worden beurt. Zonder dat het me afleidt; ik trek me terug in m’n bibliotheekje, ik ben toch al geen bar- en uitgaans­ type. Ik kijk geen televisie. Heel af en toe. Een boekenprogramma.” “Sinds enige tijd maken Magne en ik samen onze stadswandelingen. Streetlife. Ik was bezig het kwijt te raken. Ik observeer. De moskee hier tegenover; wat is dat nu eigenlijk, de scheiding tussen al die mannen en vrouwen. Wat is dat nu eigenlijk, zo’n groepje meisjes dat daar giechelend naar binnen gaat. Wat is dat nu eigenlijk, dat Engelse, Franse en Belgische auto’s samenkomen omdat hier de allerstrengste leer wordt verkondigd. Wat is dat nu eigenlijk met die bakker op de hoek, waar je geld kan doneren voor de jihadstrijders. En wat is nu die Somalische gemeenschap, die hier tegelijk ook is, met hele grote lange magere pikzwarte mannen. En wie je hier ook ziet, honderden kleine dikke Turkse mannetjes. En dat alles gaat niet over mij. Ik ben een totale buitenstaander. En toch is het leuk om naar te kijken.”

Wel een contrast met de messenzwaaier, de anti-christ die je van jezelf hebt laten zien. Is het mogelijk dat je eindigt als een romancier, als iemand die je wilt koesteren en beminnen? “Ik ben nu net bezig met een voorstelling die daarover gaat. Stel je eens voor dat je zelf ooit een aanslag pleegt. Dat je aan die andere kant van de straat staat. Uit wat je vertelt maakt het publiek op dat wat je ziet een menigte voor het concertgebouw moet zijn, zo’n soort van statusgebouw. Je ziet al die zelfvoldane mensen, dat zijn jullie, de bezitters van de rechten van de mens, jullie, de eigenaren en uitdelers van de smeergelden, van de corruptie en de fraude, jullie. En je geeft jullie de schuld van alles, van het volgevreten zijn en van alles, alles, alles, en ik zet dat nog eens extra scherp aan. Je wordt een persigflage van jezelf. Je gaat los. Zo’n thema, ik ga tekeer, ik brand mezelf helemaal op.” Nog steeds hard, als het moet. “O jawel, dat kan ik nog steeds maar het andere zit er ook in. We hebben toch allemaal het verlangen naar een wereld die compleet is en die goed is en vol van liefde is. Teach your children well. Ook al zijn het etterbakken, de kinderen die hier zitten te spelen, tegelijk zijn ze ook vreselijk grappig en ook zo mooi. Je gunt ze een wereld die mooi is.” “Ik ben aan de verliezende hand. Ik heb mijn tijd gehad. Het is voorbij. Ik ben van een andere generatie. Ergens besef ik dat. Voor het eerst in jaren heb ik geen meerjarige subsidie aangevraagd; ik werk veel voor en met het theatercollectief De Warme Winkel. Daar doe ik regie.


Privacy, dat tijdens het komende Holland Festival in première gaat, is dit jaar wel mijn hoofdding. Ik heb mij ook aangepast. Ik regisseer en coach, ik help. Onder meer bij een Antwerps gezelschap. Ik heb mijzelf dit vak uiteindelijk geleerd en dat kan ik nog proberen aan andere mensen mee te geven. Wat ik vreselijk leuk vind is om jonge nieuwe talenten te helpen. Lullen over theater, stichtelijke vaderlijke praatjes afsteken, die erop neerkomen dat ik ze vertel dat ze harder moeten werken.” “Het theaterpubliek is ook veranderd. Theater is uitgaan, consumptie. Er komen weleens mensen naar me toe; ik heb je dáár nog gezien en dáár en dan denk ik jajajaja woooooow jij komt nog steeds, die mensen hebben een hele ontwikkeling doorgemaakt; je voelt hun enthousiasme en dat medeleven.” “Een paar kleine zalen, zoals Theater De Verbeelding, hebben het vol kunnen houden. Maar waar zijn die andere allemaal gebleven? Het is moeilijk te zeggen waar hem dat in zit. Het is de kracht van de directie, de vrijwil­ligers, en het geld om zo’n theater professioneel in de markt te kunnen houden. Volhouden en nog eens volhouden, want cynisme en kunst zijn geen goeie combinatie.” “Het belangrijkst is de kracht van de artistiek leider die er zit. Het Grand Theatre in Groningen was lange tijd de absolute top. Theaters bestaan bij liefdevolheid. Dat is niet overal gelukt. Als het van bovenaf niet goed geleid wordt, voelen de mensen, het publiek dat. Frans Lommerse van de Toneelschuur in Haarlem is een grote held, een

voorbeeld. Hij is de perfecte gastheer. Naar de groepen, naar zijn publiek. Hij luistert naar wat zij vinden, hij probeert conclusies te trekken uit de gesprekken die hij

Ik kan me intussen nog steeds druk over alles maken. Over dingen die me raken. Dat gaat als vanzelf

met zijn bezoekers heeft. In zo’n theater speel je fijn. Er ligt een handdoekje in de kleedkamer, de uitgestoken hand als je binnenkomt. Theaters waar het verkeerd gaat zijn daarop tekort geschoten. Daar word je niet opengedaan en met een kopje koffie ontvangen.” “Ik tour best nog veel; die veertig jaar zijn omgevlogen. Superleuk en ook heel zwaar. Toch denk je, Is this all there is? Nu ik mezelf oud mag voelen, waardeer ik mijn technicus dubbel voor al die jaren die hij met me meereisde. Daar is hij weer, denk ik als ik hem nu zie. Je bent familie geworden. Als het goed is, voelt familie perfect. En dat in een wereld waarin iedereen zijn eigen leven het liefst met de hele wereld wil delen. Waar­we eerst vonden dat we alles maar voor ons moesten houden, maken we onze privacy nu zo maar overal te gelde.” “Leuk als jonge regisseurs mij opzoeken. Daar ben ik best trots op. Ze voelen mijn onafhankelijkheid. Daar heb ik dan ook alles aan gedaan. Ik ben nooit voor het succes en voor het geld gegaan. En dat vinden die nieuwe jonge mensen eigenlijk wel aantrekkelijk. Ik geef het goede voorbeeld. Dat is best wel grappig. Dat heb ik dan toch bereikt, hahaha!”

25 jaar Theater De Verbeelding

43


Publiekelijk

“Dit is nu net wat we van een voorstelling in Theater De Verbeelding verwachten,” zeggen José (43) en Matthijs (47) van Ankeren. “George en Eran lossen wereldvrede op van Theater RAST, is een indrukwekkende voorstelling vol humor, emotie, heel actueel. Een voorstelling die je in verwarring achterlaat en je aan het denken zet.” Theater is er bij Matthijs met de paplepel ingegoten. Samen met zijn moeder koos hij voor het IVKO, speelde zelf toneel, deed dramacursussen en werd door zijn ouders meegenomen naar het theater. Theater geeft hem energie. José heeft

44

25 jaar Theater De Verbeelding

dat van huis uit min­der meegekregen. Ze ging twee keer per jaar naar het toneel als haar vader daar in de plaatselijke amateurvereniging speelde. Door

Een heerlijk avondje uit en zo goedkoop vergeleken met andere theaters Matthijs aangestoken geniet ze nu erg van het theaterbezoek en ze trakteren haar ouders af en toe op een voorstelling in Theater De Verbeelding.

José en Matthijs zijn geregelde bezoekers van Theater De Verbeelding. Hun keus wordt bepaald door teksten in het programmaboekje, recensies, advies van moeder en eerdere ervaringen. Ze komen graag door de kleinschaligheid, het minder formele karakter, maar vooral door het directe contact met de spelers op de speelvloer die zo dichtbij is. “Een heerlijk avondje uit en zo goedkoop vergeleken met andere theaters.” Ze zorgen ook voor de volgende gene­ ra­tie theaterbezoekers, want met hun kinderen bezoeken ze voorstellingen van De Kleine Verbeelding.


Wat is er geworden van...

De eerste keer dat Erna Sassen bij Theater De Verbeelding te zien was, was in februari 1993 met de voorstelling Ik zoek een man voor mijn zus. Of ze zich er nog wat van kan herinneren? “Ik kan me de details van het optreden niet meer herinneren, maar wel dat we in jullie theater stonden met die voorstelling en volgens mij hadden we een heel leuk publiek.”

Erna Sassen

In 1989 schreef en speelde ze Je kan wel gek worden, een soloprogramma. “Daarna schreef ik Ik zoek een man voor mijn zus. Ik speelde het samen met Bruun Kuijt en dat was een verademing voor mij. Heerlijk om samen met een vriend, een van de liefste die ik heb, op het toneel te staan. Solo heb ik nooit leuk gevonden en daarna ook nooit meer gedaan.”

was: theatermaker / actrice nu: schrijfster van boeken voor kinderen en jong-volwassenen

“Achteraf gezien was Ik zoek een man voor mijn zus misschien wel het hoogtepunt van mijn vrij korte theatercarrière. Ik vond het ‘mijn’ leukste voorstelling. Daarna schreef ik er nog twee: Heerlijk dat Bertje er niet is!, dat ik samen met mijn vriendin Wivineke van Groningen speelde, en de laatste, Bloed, weer met Bruun. Daarnaast speelde ik nog verschillende rollen in producties van anderen.” Door haar rol in de tv-serie Medisch Centrum West leek het op een bepaald moment dat het zwaartepunt meer bij televisie dan bij het theater lag. Maar dat klopt helemaal niet. “Dat wil zeggen: voor mijn gevoel niet. Ik heb het theater altijd veel leuker gevonden. Het is wel zo dat veel meer mensen mij kenden van de tv dan uit het theater. In 1987 en 1988 en gedurende twee maanden van het jaar 1989 waren de opnames van Medisch Centrum West. Naast die opnames speelde ik niet in het theater; dat kon ook niet want we zaten vijf tot zes dagen per week vast in het ziekenhuis in Lelystad. Ik deed er wel radio naast op zondag (De liefdeslijn bij de KRO). Na MCW heb ik geen tv meer gedaan.”

Inmiddels schrijft Erna boeken voor kinderen en jong-volwassenen. Dat was meer toeval dan een heel bewuste keus. “Tijdens de repetities van Ik zoek een man voor mijn zus schreef ik een tekst over een opa en een geit. Ik liet hem aan Bruun lezen en die vond het een leuke tekst, maar ‘meer iets voor kinderen’.” Toen ze tien jaar later van Amsterdam naar Haarlem verhuisde en haar kasten moest opruimen, kwam ze die tekst weer tegen. “Ik liet hem aan mijn man lezen, en die raadde me aan de tekst op te sturen naar een kinderboekenuitgeverij. Ik zocht in de Gouden Gids de drie grootste en in mijn ogen bekendste uitgeverijen. Ik dacht: ik pak het meteen goed aan, en stuurde de tekst naar alle drie. Van uitgeverij Leopold kreeg ik al na zes weken een brief met het verzoek om te komen praten. De uitgever vroeg of ik een boek over die opa wilde maken. Dat bleek ik heel erg leuk te vinden, het maken van zo’n kinderboek. En het was bovendien heel praktisch, omdat ik thuis kon werken en inmiddels twee kleine kinderen had. Mijn man is theater­ regisseur en was daardoor veel van huis met onregelmatige werktijden.” Haar boek Dit is geen dagboek werd in 2010 genomineerd voor de Dio­ raphte Jongerenliteratuur Prijs en stond in datzelfde jaar op de long­ list van de Gouden Uil Jeugdliteratuurprijs. Onlangs is het boek ook genomineerd voor de Deutsche Jugendliteraturpreis. Zowel de jury van jongeren als die van de volwassenen droegen haar voor. Of ze die prijs echt in de wacht sleept hoort ze 21 oktober. Of ze iets mist van het theatermaken? “Nee. Helemaal niet. Ik mis eigenlijk alleen het zingen. Samen met iemand die dat ook heel goed kan, zoals Bruun.”

25 jaar Theater De Verbeelding

45


Nog 25 jaar erbij? 46

25 jaar Theater De Verbeelding

Gunt u Theater De Verbeelding er ook nog 25 jaar bij? Wordt dan voor (minimaal) e 15,- Vriend en ontvang een seizoen lang e 2,korting op de toegangsprijs (niet

geldig bij familievoorstellingen en voorstellingen van De Kleine Verbeelding). Stuur een e-mail met uw contactgegevens naar info@theaterdeverbeelding.nl.


25 JAAR THEATER DE VERBEELDING TEKSTEN EN SAMENSTELLING MAGAZINE Ron de Haan, Quirine Reijman, Fred Smalhout, Olga Smalhout, Cor Stam, De Zagerij ontwerpbureau CONCEPT, ART DIRECTION EN VORMGEVING De Zagerij ontwerpbureau LOGO 25 JAAR THEATER DE VERBEELDING Fred Smalhout FOTOGRAFIE Fred Smalhout, pagina 6, 10, 17, 18, 20, 36, 37, 44 Barrie Hullegie, pagina 12 Ilja Lammers (Servaes Nelissen), Joris van Bennekom (Peter Heerschop), pagina 16

Emiel Neuderman, pagina 22 Marja Zevering, pagina 26 Pierre Ballings, pagina 27 Jasper van den Elshout, Jochem Jurgens, pagina 32 Jean Philipse (Madeleine Matzer), Bob Bronshof (Ronald Goedemondt), Phile Deprez (Duda Paiva), pagina 34

Kamerich-Budwilowitz, pagina 35 Sanne Peper, pagina 40 Anneke Beumer, pagina 46 ILLUSTRATIES Quirine Reijman SUBSIDIËNTEN Voorstellingen bij Theater De Verbeelding worden mede mogelijk gemaakt door subsidie van de gemeente Purmerend en het Fonds Podiumkunsten.

De totstandkoming van dit jubileummagzine is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van de Vrienden van De Verbeelding.

Dit magazine is ook te lezen op www.issuu.com (zoek op Theater De Verbeelding).

© Theater De Verbeelding 2016 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, foto­kopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.

25 jaar Theater De Verbeelding

47


Theater De Verbeelding weet al jaar wat er speelt www.theaterdeverbeelding.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.