Zaman Nederland

Page 1

AGE OPL 000 50.

SEPTEMBER 2008 ~ JAAR: 4 ~ NUMMER: 31 ~ GRATIS

www.zamannederland.nl

Media & integratie

8 10 16

12

Turkse persvrijheid nog niet optimaal...

20

Reactie van het kabinet op Kamervragen SP en CDA De Briefwisseling: Manipulatie à la NOVA

“Media vertragen integratie”

‘Geluk krijg je niet cadeau’


DIGITALE SATELLIET ADVERTENTIE


ZAMAN

Milli Görüs eist rectificatie en schadeclaim van Telegraaf Milli Görüþ Nederland stapt naar de rechter om een rectificatie en een schadeclaim te eisen van De Telegraaf. De organisatie is verontwaardigd en teleurgesteld over een artikel dat eerder is verschenen in de Telegraaf, waarin Milli Görüs werd beschuldigd nauwe banden te hebben met de Moslim Broeders. Ook zou de organisatie middels een fonds, de Internationale Humanitaire Hulporganisatie (IHH), extreme en radicale groepen als Hamas ondersteunen. In een persbericht laat Milli Görüis weten dat deze beschuldigingen niet op waarheid berusten.

NIEUWS

NEDERLAND

SEPTEMBER 2008

COLUMN

Media: podia voor succes?

H Volgens Milli Görüs heeft de organisatie al twee jaar geleden laten weten geen banden te hebben met de Moslim Broederschap. De IHH is volgens Milli Görüs een autonome zelfstandige organisatie, die geen banden heeft met Milli Görüþ Nederland. Milli Görüs betitelt de journalistiek van De Telegraaf als "triest en goedkoop". IGMG

Poldermoskee opent de deuren De Poldermoskee in het Amsterdamse stadsdeel Slotervaart is officieel open. Dat gebeurt in aanwezigheid van stadsdeelvoorzitter Ahmed Marcouch en van de islamitische wetenschapper Tariq Ramadan. Het gebedshuis richt zich op moslimjongeren met verschillende etnische achtergronden, maar die zijn geboren en getogen in Nederland. De preken in de moskee zijn in het Nederlands. Vrouwen kunnen bidden in dezelfde zaal als de mannen, maar hebben ook een aparte ruimte. Naast het gebed en preken zijn er lezingen, debatten en lounge-

3

avonden met muziek of film. Ook niet-moslims zijn welkom. In het bestuur zit er zelfs een. Het gebedshuis is een initiatief van Mohammed Cheppih. De moskee heeft al een succesvolle proefperiode achter de rug. Sinds de vastenmaand ramadan van start ging, kwamen er elke avond tientallen tot ruim honderd gelovigen om te bidden. Alleen financieel gaat het nog niet van een leien dakje. Het gebedshuis wil geen geld van buitenlandse financiers, maar is er vooralsnog nauwelijks in geslaagd fondsen in Nederland te werven. ANP, Amsterdam

et is weer zover. Er zijn bepaalde mensen delijke speld in een hooiberg. Geen goede zaak, die niet gediend zijn van het feit, dat het zou ik zeggen, want deze personen dienen als goed gaat met de multiculturele samenrolmodellen voor de jongere generaties en zouleving. Zo werd onlangs bijvoorbeeld kritiek geuit den juist om deze reden naar de voorgrond op de iftars, die in het kader van de Ramadan geschoven moeten worden; zodat het de jeugd door het hele land worden georganiseerd. zal doen beseffen 'hé, dat kan ik ook bereiken!' Naar mijn mening is de iftar een miniatuur van onze samenleving. Burgers van velerlei plui‘Succesverhalen hebben een lage mage komen samen, vormen een synergie: gezaentertainmentwaarde; men geniet het menlijk (niet afzonderlijk) en met elkaar (niet meest van bloopers’ langs elkaar). Ervaringen worden opgedaan, gedachten worden gewisseld. Daarnaast, niet Maar nee, goed nieuws is geen nieuws. Succesonbelangrijk, wordt op dit soort gelegenheden verhalen hebben een lage entertainmentwaarde. een kijkje gegeven in de wereld van de moslim. Men geniet het meest van bloopers. Hiermee valt Kortom: de dialoog wordt aangegaan. immers meer aandacht te genereNu vraag ik me af: wat is dan ren. Het kan de informatieverstrektoch het probleem? Wilden we al die kers kennelijk geen biet schelen, jaren niet af van termen als 'kloof' dat bijvoorbeeld in werkend Nederen 'falen'? Het lijkt wel alsof we met land de allochtone werknemer man en macht onszelf in een negasteeds verder doordringt tot de tieve spiraal proberen te houden. hogere regionen van zijn organisaKomt hier ook nog eens bij, dat tie. We roepen wel, dat er meer het natuurlijk breed wordt uitgemegeparticipeerd moet worden, maar ten in de media. Tja, en we kennen dit blijft vaak bij roepen alleen. allemaal de kracht van deze dragers a.saglam@columns4all.com Al met al, de media spelen een van informatie, die een grote 'veronbelangrijke rol bij het stimuleren derstelde' betrouwbaarheid hebben. van integratie. Zij dienen dan ook een evenredigDe positieve berichtgeving laat echter lang op heid te bereiken in hun positieve berichtgeving. zich wachten. Erg jammer, want er gebeuren heel Over de gehele linie van onze samenleving vinveel dingen, waar je spontaan van zou kunnen den hartverwarmende gebeurtenissen plaats. gaan fluiten (zoals de iftars). Door hiervoor podia te creëren zullen zij eraan Over nieuws gesproken. De burger speelt de bijdragen, dat deze initiatieven zich kunnen prehoofdrol in het nieuws; de rest is nagenoeg altijd senteren en zullen ze de negatieve beelden bijzaak. Alleen vraag ik me af waarom een omtrent 'integratie' helpen wegnemen. bepaalde groep onderbelicht of zelfs in de vergetelheid raakt? Is het u ook opgevallen, dat er bijvoorbeeld in kranten nauwelijks wordt gerept "Ahmed Saglam (25) is organisatiepsycholoog en over succesvolle allochtonen. Het zoeken naar momenteel werkzaam als beleidsmedewerker bij een artikel of interview over deze vooruitstrevenhet Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer" de burgers is als het zoeken naar de spreekwoor-

AHMED SAĞLAM

NEDERLAND - Maandelijks Nieuws- en Opinieblad September 2008

Nr.: 31

Oplage: 50.000

Gratis

Uitgever:

Time Media Group

Hang 4, 3011 GG Rotterdam

Tel.: 010-2013744

PB 21028, 3001 AA Rotterdam

Fax: 010-2013749

info@zamanhollanda.nl

www.zamanhollanda.nl

Hoofdredacteur

Alaattin Erdal

Eindredacteur

A. van Cruyningen

Advertenties

Köksal Yazar

Mob.:+31(0)6-41 362 995

yazar@zamanhollanda.nl Correspondenten

Basri Doðan-Amsterdam

dogan@zamanhollanda.nl

Yasin Yaðcý-Rotterdam

yagci@zamanhollanda.nl Vertegenwoordigers

Asým S. Mecidhan-Deventer

mecidhan@zamanhollanda.nl

Fazlý Altýntaþ-Eindhoven

altintas@zamanhollanda.nl

Abdulmuttalip Demirci-Amsterdam Kemal Bolat-Noord-Holland

demir@zamanhollanda.nl bolat@zamanhollanda.nl balban@zamanhollanda.nl

Mustafa Balban-Zuid-Holland Ayhan Gülec-Brrabant

gulec@zamanhollanda.nl

ISSN: 1871-4722


NIEUWS

ZAMAN

SEPTEMBER 2008

4

NEDERLAND

Tariq Ramadan:

‘Integratie slaagt als er niet meer over wordt gepraat’ Foto: AP

Integratie slaagt als er niet meer over wordt gepraat. Het is een van de gevatte uitspraken van Tariq Ramadan, filosoof en een leidend figuur als het om integratie van moslims in West-Europa gaat. Tariq Ramadan zorgt voor controverse en niet zonder reden. Hij is onder andere auteur van het traktaat ‘Westerse moslims en de toekomst van de islam’ uit 2005. Bovendien staat hij aan de voet van wat steeds vaker ‘Euro-islam’ (de Europese Islam) wordt genoemd. Sinds 1 januari 2007 is professor Ramadan gasthoogleraar Identiteit en Burgerschap aan de Erasmus Universiteit.

ÖNDER KAYA

Sommigen zijn van mening dat de integratie van migrantengroepen in de samenleving al jaren geleden is gestokt. Anderen vinden dat de integratie voorbij is en dat het nu gaat om participatie, meedoen. Ramadan zei zelf echter in een gesprek met Tegenlicht (VPRO) dat de integratie altijd is blijven voortbestaan en nooit is gestremd. Degenen die het tegendeel beweren zijn volgens de wijsgeer enkel uit op polarisatie. “Maar dat is niet het grootste gevaar”, aldus Ramadan. ,,Het gevaar is dat de ideeën van extreemrechts normaal worden.” Ramadan heeft gedurende de afgelopen jaren veel kritiek te verduren gehad, zowel uit de Verenigde Staten als uit West-Europa. Maar de filosoof die zijn dissertatie schreef over Nietzsche, een andere veelbesproken denker, weet de kritiek vooralsnog goed te ontkrachten. Ramadan draagt ook een

zware erfenis als nakomeling van Hassan al-Banna, oprichter van de civil society ‘Moslimbroederschap’ in Egypte. Ook met deze bagage weet Ramadan goed om te gaan. Net als zijn grootvader indertijd moeit Ramadan zich veel met de politiek. Zo wijst hij op tekortkomingen van de politieke structuur om belangrijke sociale vraagstukken als integratie en segregatie het hoofd te bieden. Ramadan: ,,De politiek valt niet samen met de sociale tijd. De politiek denkt maar een paar jaar vooruit, tot aan de volgende verkiezingen. Een sociale tijd duurt één à twee generaties. Je kunt geen sociaal beleid op de lange termijn voeren als je om de paar jaar verkiezingen hebt.”

‘Je kunt geen sociaal beleid op de lange termijn voeren als je om de paar jaar verkiezingen hebt’

Tariq Ramadan Om deze reden roept Ramadan op tot lokale initiatieven en meer betrokkenheid van burgers. ,,Betrokkenheid is te bereiken op gemeentelijk niveau. Je moet ervoor zorgen dat ouders meer betrokken zijn bij de school en bij projecten rond de school. Dat de school zorgt voor activiteiten van de leerlingen in de stad over solidariteit en burgerschap. Dat versterkt het gevoel van ‘erbij horen’ en de bevrijding vanuit het sociale getto”, aldus Ramadan. Het idee achter de lokale initiatieven is dat het bij succes mettertijd nationaal gevoerd kan worden. Ramadan, die zelf al geruime tijd handig gebruik maakt van de media (niet voor niets werd hij onlangs verkozen tot één van ’s werelds grootste intellectuelen), realiseert als geen ander dat de initiatieven zonder mediasteun erg moeilijk worden. De media zijn volgens Ramadan een middel om de publieke opinie op te

voeden en het denken vorm te geven. Maar hij onderkent ook dat de media beperkt zijn en vele gebreken kennen. Ramadan: ,,Er zijn initiatieven nodig van burgers die zich verzetten tegen de druk van de informatie en die zich verzoenen met de complexiteit van de wereld. Initiatieven die zich verzetten tegen polarisatie en die ervoor zorgen dat journalisten zich losmaken uit die impasse waar ze door het systeem in worden geplaatst. Journalisten die hetzelfde werk willen doen staan voor hetzelfde dilemma. Ze willen graag een discussie over ideeën. Maar ze zien ook de aantrekkelijkheid van polarisatie en emoties. Dat levert spektakel op. De vraag is of je in de media alleen datgene brengt dat het publiek wil horen, dat wat leuk is.” Ook laakt Ramadan de tijd die in de media wordt gewijd aan complexe vraagstukken. “Als je in de media twee minuten hebt doe je wat algemeen geaccepteerd is, en

niet wat omstreden is. Daarnaast zorgt de snelheid waarmee gewerkt wordt in de media ervoor dat je gebeurtenissen niet in perspectief kunt plaatsen.” ,,Er is geen censuur in de media. Maar er zijn structuren in de manier waarop de media functioneren die hetzelfde effect hebben als censuur. De politiek van de emotie en de ideologie van de angst zijn momenteel aan de winnende hand. De media voeden per definitie dergelijke sentimenten. Je kunt van de tv ook niet vragen tegen zijn natuur te handelen. De televisie voedt het oppervlakkige en het sentimentele”, meent Ramadan. Ramadan zal tot 31 december van dit jaar zijn ambt vervullen binnen de faculteiten der Sociale Wetenschappen en Historische Kunstwetenschappen van de Erasmus Universiteit. Na deze datum bestaat de mogelijkheid dat zijn verblijf met twee jaar wordt verlengd.


ZAMAN

5

NIEUWS

NEDERLAND

SEPTEMBER 2008

Mevlana en Erasmus

ontmoeten elkaar in boekvorm De geschreven portretten van Mevlana en Erasmus die een jaar lang door Time Media Group i.s.m. Historisch Museum Rotterdam werden gepubliceerd, zijn nu gebundeld in boekvorm. De officiële presentatie van het boek in de Dialoog Academie aan de Rochussenstraat in Rotterdam trok veel belangstelling. De bezoekers, ongeveer een honderdtal, kregen allen geheel vrijblijvend een boek cadeau. YASIN YAÐCI

ROTTERDAM

Alaattin Erdal, de directeur van Time Media Group, zei dat hij een jaar geleden op pad is gegaan om een antwoord te vinden op de vraag hoe de verschillende culturele groepen beter kunnen samenleven. Erdal concludeerde dat dankzij de zoektocht naar de dialoogfilosofie van Erasmus en Mevlana een belangrijk project is verwezenlijkt. Namens het Historisch Museum van Rotterdam nam Prof. Paul van der Laar de microfoon over van Erdal en zei dat de in Nederland woonachtige culturele groepen op de hoogte van elkaar dienen te zijn. Hij stelde vervolgens dat de globalisering weliswaar toeneemt, maar dat de verscheidenheid van culturen altijd zal blijven voortbestaan. Het programma ging verder met een voordracht van Prof. Cihan Okuyucu en Prof. Jan van Herwaarden. Cihan Okuyucu vertelde het als een eer te beschouwen, deel te mogen nemen aan een dergelijk belangrijk project. Voorts zei Okuyucu dat het tolerante denken niet alleen aan Mevlana was voorbehouden, maar dat vrijwel alle islamgeleerden die visie destijds deelden. “De fundamentele vraag met betrekking tot de interculturele dialoog is hoe, ondanks het belang van de waarborging van de verscheidenheid, op een goede manier samengeleefd kan worden,” aldus Okuyucu. De protégé

van Mevlana, Aþýk Paþa, zou zijn hand als voorbeeld gesteld hebben om deze vraag te beantwoorden: “We hebben meerdere vingers, maar ze behoren allen tot één geheel. Deze verscheidenheid zorgt ervoor dat de mogelijkheden van de hand groter zijn,” aldus de leerling van de grootmeester. Professor Cihan Okuyucu zei deze mening te delen. “Mevlana geeft de metafoor van het accorderen. De harmonie van de snaarinstrumenten tijdens een concert hangt af van de juiste afstemming. Zo geldt dat bij mensen dus ook. Het Nederlandse volk heeft in de loop van de geschiedenis grote componisten voortgebracht. Een filosoof is geneigd de mens te vergelijken met een snaarinstrument. Het snaarinstrument waarvan alle snaren aan bod komen is het ‘gelukkigst’. De mens is een snaarinstrument met wel duizend-en-één snaren. Het geluk van de mens komt met het geluk, ofwel gezondheid, van al zijn organen.” Professor Okuyucu zei verder dat hij denkt dat de dialooginspanningen een belangrijke bijdrage zullen leveren aan de maatschappij. “Ik denk dat het denken van Mevlana en Erasmus zijn licht zal laten schijnen op de wereld van vandaag,” aldus de professor. Erasmus-kenner Professor Jan van Herwaarden zei dat het gedachtegoed van Erasmus van vrede en tolerantie was ontstaan uit de christelijke leer. Erasmus zou zijn leven gewijd hebben aan de vraag hoe christenen hun leven zouden moeten inrichten. Volgens Van Herwaarden heeft de filosoof/theoloog wel degelijk overeenkomsten met Mevlana. Ook hij bedankte degenen die dit initiatief hebben genomen, omdat ook hij gelooft dat het zijn vruchten zal afwerpen. Overigens zei Profesoor Van Herwaarden dat, hoe je het wendt of keert, Erasmus niet ontkwam aan beïnvloeding door de in die tijd alom heersende angst voor ‘Turken’, de verzamelnaam voor moslims indertijd. Mevlana en Erasmus, vrijdenkers uit het verleden, met invloed op het heden. Prof. Dr. Cihan Okuyucu en Prof. Jan van Herwaarden. (ISBN 978-90-77814-07-9)

www.nuanceproducts.nl INCLUSIEF

5 APPARATEN

- (TURBO) Oven - Kookplaat - Afzuigkap - Koelkast - Vaatwasser

GRATIS

- Spoelbak - Bestekbak - Afvalcontainer (inbouw)

- Verlichting S - Kraan ACTIEPRIJ ,€ 3750

n Eén vactiea le e de v ellen mod Gageldonkseweg 1A 4815 PD Breda T. 076 541 2339 F. 076 541 9629

Nieuw Mathenesserstraat 25 3113 AD Schiedam T. 010 427 0909 F. 010 426 1333

BESTE KWALITEIT VOOR LAAGSTE PRIJS


COLUMN

SEPTEMBER 2008

ZAMAN

Vaker melding discriminatie Het Meldpunt Discriminatie in Amsterdam heeft de afgelopen twee maanden 284 meldingen gehad. Dat waren er bijna 31 procent meer dan de 217 in dezelfde periode vorig jaar. De stijging is een gevolg van een publiekscampagne die de gemeente de afgelopen tijd voerde om inwoners ertoe aan te zetten vaker melding te maken van ongelijke behandeling, maakte de hoofdstad dinsdag bekend. Het succes van het project heeft Amsterdam doen besluiten ook een specifiek op jongeren gerichte campagne te gaan voeren. Deze moet hen ertoe aansporen te laten weten wanneer ze clubs of bars niet binnenkomen vanwege hun afkomst. Volgens de gemeente melden ze dat veel te weinig. Dit initiatief begint half september en duurt een paar weken. ANP, Amsterdam

6

NEDERLAND

COLUMN

Integratie in de media

I

n de uitzending van Zomergasten van 24 augustus jl. stelde de socioloog Willem Schinkel essentiële vragen bij het begrip integratie. Het begrip veronderstelt immers dat vaststaat in welke samenleving de verondersteld niet-geïntegreerden precies moeten integreren. Gaat het begrip er niet van uit dat er een duidelijk omschrijfbare samenleving is, waar sommigen helaas buiten staan. Deze buitenstaanders zouden dan zo aangepast moeten worden, dat ze naar binnen gelaten kunnen worden. Maar waar is die samenleving dan? In welke wijk, stad of dorp? Is er niet veeleer een samenleving waarin talloze onderling verschillende mensen en groepen nu eenmaal samen moeten leven, gewoon omdat ze in één huis, straat, stad of dorp of in dezelfde staat wonen. Zoals iedereen kan zien, vindt binnen die samenleving strijd

Advies en training voor gevestigde ondernemers in Amsterdam

Binnen Vernieuwende Zaken is er ruimte voor 5 adviesgesprekken en indien nodig trainingen op het gebied van: Voor bedrijven stadsdelen

Bos en Lommer; Osdorp; Slotervaart; GeuzenveldSlotermeer

* Etaleren & Winkelinrichting * Promotie & Publiciteit * Marketing (start in oktober) * Verkoopvaardigheden * Financiën (start in oktober) * Personeelszaken * Timemanagement Voor alle trajecten is er begeleiding

AANMELDING:

Reshma Sookha rsookha@stew.nl www.stew.nl ------------------------------------STEW advies & training kleinbedrijf Tourniairestraat 1, 1065 KK Amsterdam Tel.: 020 623 93 63 Fax: 020 420 08 04

Aa nm 30 el de den 20 cem ka 08 b n t er o t

gevestigd in de

Zijn ook uw zaken aan vernieuwing toe, mis deze kans niet. Dit ondernemersaanbod Vernieuwende Zaken wordt gesteund door de afdeling Economische Zaken van Gemeente Amsterdam. Eigen bijdrage max €100,-

plaats, strijd om wie het voor het zeggen heeft, om wie de normen bepaalt. In dat licht bezien komt het hele ‘integratiedebat’ er wel wat anders uit te zien.

‘De constructie van een ideale en eenduidige samenleving moet vervangen worden door de veel dichter bij de werkelijkheid staande idee van een werkelijk bestaande samenleving’ Sommigen zullen onmiddellijk opmerken: komt dit niet neer op cultuurrelativisme, zo van: alle meningen hebben gelijke rechten; er mag van niemand gevraagd worden om zich aan te passen, op welk punt dan ook. Natuurlijk staan meningen en overtuigingen nooit helemaal definitief vast, integendeel, het is alleen maar goed ze telkens weer ter discussie te stellen. De tijd en de ontwikkelingen gaan door, je kunt dat niet stil zetten, al zou je dat nog zo wenselijk vinden. Een voortdurende discussie is de kern van waar het overtuigde democraten om gaat. Ze willen democratie, maar weten tegelijk dat de perfecte democratie nergens bestaat, dat er voortdurend aan gewerkt en voor gevochten zal moeten worden. De discussie met groepen in de samenleving die van elders afkomstig zijn, zou dus niet moeten gaan over hoe ze zich moeten aanpassen aan degenen die het op dit moment voor het zeggen hebben, maar over hoe men zinvol kan samenleven. Het is een moeizame weg, zo'n nooit eindigend debat, maar wie weet er een alternatief? Het punt is namelijk dat in het debat niet alle partners een gelijke positie hebben. Sommige groepen en individuen hebben meer geld, meer invloed op de media en op culturele uitingen, meer politieke en bestuurlijke invloed ook. Met andere woorden: het debat wordt niet op neutraal terrein en vanaf een soort neutraal nulpunt gevoerd. Daardoor krijg je al gauw de reactie: “Luister eens, jullie zijn hier naartoe gekomen, wij hebben het hier voor het zeggen, je zult je dus aan ons moeten aanpassen en gauw ook! Anders ben je niet geïntegreerd, hoor je niet bij ons. Je kunt toch moeilijk vragen dat wij bij jullie gaan horen?” En iets dergelijks zou dan afkomstig kunnen zijn van bijvoorbeeld een werkgever, een wethouder of gewoon een boze buurman, die het verder onderling nergens over eens zijn.

‘Je kunt je daarin alleen integreren door je in het gewoel te begeven en mee te doen met de strijd’ De constructie van een ideale en eenduidige samenleving moet vervangen worden door de veel dichter bij de werkelijkheid staande idee van een werkelijk bestaande samenleving, waarbinnen zich allerlei samenwerkingsverbanden, tegenstellingen en conflicten voordoen. Mechanismen van uitsluiting en verzoening, belangenconflicten, pogingen tot isolatie van groepen (soms vanuit die groepen zelf!), nieuwe vormen van onderling contact en samenwerking: het loopt allemaal door elkaar en al dat gekrioel samen: dat is de samenleving. Je kunt je daarin alleen integreren door je in het gewoel te begeven en mee te doen met de strijd. Media zouden binnen zo'n gebroken en conflictueuze samenleving de goed geïnformeerde, faire discussie moeten bevorderen. Op die manier zouden oppervlakkige borrelpraat, karikaturale beelden die men van elkaar heeft en manipulaties van de overtuiging van burgers weliswaar niet voorkomen worden, maar toch aanzienlijk gereduceerd.

Dr. Frits Florin is filosoof met als specialisme de filosofie van S. Kierkegaard. Daarvoor was hij 30 jaar werkzaam in het Nederlendse en Europese vluchtelingenwerk.


ZAMAN

7

NIEUWS

NEDERLAND

SEPTEMBER 2008

‘Per undas adversas’ ‘Hoofdrolspelers’ Tegen de stroom in... Nederland staat voor democratie en politieke vrijheid. Burgers worden aangemoedigd te participeren in alle lagen van de maatschappij om hun rechten te verdedigen; dit varieert van politiek en onderwijs tot bedrijfs- en verenigingsleven. Het adagium in de kop komt voort uit de gedachte die ook de AIVD als filosofie neemt. Levende vissen zwemmen tegen de stroom in. Alleen dooie vissen zijn passief en drijven mee. Wat houdt deze stroming dan in? Het betekent al wat voortkomt uit stereotypering, etikettering, stigmatisering, segregatie, discriminatie en intimidatie van en door mensen zonder geweten en medeleven; alles wat minderheden zo hardnekkig in een hoek drukt. Enkel actief burgerschap kan dit patroon ooit doorbreken.

[

BASRÝ DOÐAN ÖNDER KAYA MARTIJN JONKMAN

]

Hoor en wederhoor was oorspronkelijk essentieel om de geloofwaardigheid te behouden in de mediawereld. Niet iedereen houdt zich er tegenwoordig echter meer aan. Tijdsdruk, competitiedrift en andere idealen liggen vaak ten grondslag aan subjectieve artikelen. Op 4 juli jl. had NOVA moeite om hoor en wederhoor toe te passen voor hun uitzending over de ‘Beweging van Gülen’. Hoewel ze zich al twee jaar aan het voorbereiden waren en informatie konden verzamelen is het eindresultaat niet in het minst objectief. NOVA koos een kant, en noemde de man die door de Amerikaanse en Engelse bladen Foreign Policy en Prospect onlangs is verkozen tot de grootste nog levende denker op aarde een gevaarlijke man, en zijn ‘beweging’ een sekte. Maar deze conclusie was niet gebaseerd op harde feiten. Slechts op de meningen van mensen die niet veel op hebben met Gülen. Waarom werden voorstanders van de intellectueel niet aan het woord gelaten om een objectiever beeld te geven van de hoofdpersoon? Scholen, stichtingen en media werden uitgemaakt voor gevaarlijke bondgenoten van de ‘Beweging van Gülen’. De Dialoog Academie besloot voor de camera een reactie te geven, en daar werd door NOVA gretig misbruik van gemaakt. De andere in de reportage genoemde organisaties besloten zich te beperken tot een geschreven reactie. Zaman Nederland verzamelde reacties van deze organisaties, journalisten, politici en andere mensen die geschokt waren door de uitzending. Ook onderaan de antwoorden op Kamervragen die gesteld zijn door SP en CDA, mede naar aanleiding van deze reportage.

NOVA noemde in haar uitzending van vrijdag 4 juli enkele organisaties die “onderzocht” moeten worden door de Nederlandse regering. Van de voorzitters, directeuren en medewerkers van die organisaties hebben wij reacties gekregen. In het kort leggen we uit wie de onvrijwillige ‘hoofdrolspelers’ zijn.

Time Media Group Time Media Group is een mediaorganisatie die in 2005 is gesticht. Het concern huisvest onder meer de krant Zaman, die zowel een Turkstalige als Nederlandstalige editie heeft. Algemeen Directeur is Alaattin Erdal, Rotterdammer van het jaar 1995 en voormalig gemeenteraadslid van dezelfde stad. De Nederlandstalige editie van Zaman kwam in 2005 op de markt en verschijnt maandelijks. Het gratis blad heeft een periodieke oplage van 50.000 stuks. Cosmicus College Rotterdam In samenwerking met LMC heeft Stichting Cosmicus anno 2006 het Cosmicus College opgericht. De officiële opening werd opgeluisterd met een toespraak van toenmalig minister van Onderwijs Maria van der Hoeven (tegenwoordig minister van Economische Zaken). De voorzitter van Stichting Cosmicus is dr. Adem Kumcu. Directeur van het Cosmicus College is Mehmet Cerit. Op het Cosmicus College zitten overwegend

allochtone kinderen, maar ook autochtone kinderen genieten onderwijs aan de middelbare school. HOGIAF HOGIAF is een werkgeversorganisatie met een allochtone achterban. Niettemin staan voor autochtone ondernemers ook de deuren open. De organisatiestructuur is opgedeeld in drie onderdelen. Het Algemeen Bestuur staat onder leiding van de eigenaar en directeur van de Rotterdamse Bedrijven Groep (RBG) Mehmet Kabakyer. De Algemeen Secretaris is Ahmet Taþkan. Het Comité van Aanbeveling staat daarnaast onder leiding van Mohamed Sini. Ten slotte is er de Raad van Advies, waarvan Susanne Stolte voorzitter is. Dialoog Academie Dialoog Academie is een initiatief van jonge academici in Nederland dat media 2007 gestalte kreeg. Zij initiëren en verrichten researchprojecten en maatschappelijke activiteiten rond sociologische aangelegenheden. Stichting Islam en Dialoog De stichting Islam en Dialoog is in 1998 opgezet door gematigde, hoogopgeleide Nederlandse moslims die zich zowel met de moslimgemeenschap als met Nederland sterk identificeren. De organisatie put haar inspiratie uit de inzichten van de Turkse intellectueel Fethullah Gülen. De voorzitter en directeur zijn respectievelijk Ümit Taþ en Alper Alasað.


NIEUWS

SEPTEMBER 2008

ZAMAN

8

NEDERLAND

Reactie van het kabinet op Kamervragen SP en CDA Het kabinet heeft woensdag 17 september duidelijk gemaakt dat onderzoek naar de Gülen-beweging en door de heer Gülen geïnspireerde organisaties niet nodig is. Het actualiteitenprogramma NOVA had op 4 juli in een reportage geopperd dat onderzoek noodzakelijk was naar de Gülen-beweging, die de programmamakers als sektarisch bestempelden. Vier ministers en een staatssecretaris reageerden gezamenlijk op achttien vragen over de kwestie van de Kamerleden Sadet Karabulut (SP) en Madeleine van Toorenburg (CDA). Uit de reactie van het kabinet valt op te maken dat de beschuldigingen aan het adres van de Gülen-beweging geen stand houden. Behalve de Gülen-beweging plaatste de reportage ook organisaties en scholen als het Cosmicus College, de Dialoog Academie, de Ondernemersfederatie Hogiaf en de Time Media Group in een bedenkelijk daglicht. Naar aanleiding van de berichtgeving werden op 8 juli Kamervragen gesteld. De bewindslieden die hierop reageerden zijn de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de minister van Buitenlandse Zaken, de minister van Justitie, de minister voor Wonen, Wijken en Integratie, en staatssecretaris Bijsterveldt van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Mede namens de overige bewindslieden stuurde minister Ella Vogelaar voor Wonen, Wijken en Integratie de Tweede Kamer op 17 september twee brieven met antwoorden. Toegang Op de vraag of het kabinet heeft overwogen om Fethullah Gülen de toegang tot Nederland te ontzeggen, reageren de betrokken bewindslieden ontkennend: ‘De Nederlandse autoriteiten beschikken niet over informatie waaruit kan worden afgeleid dat Fethullah Gülen activiteiten verricht op grond waarvan hem toegang tot Nederland zou moeten worden ontzegd.’ Diversiteit In de Nova-reportage van 4 juli noemde hoogleraar Erik-Jan Zürcher de uitspraken van de heer Gülen ‘tot op zekere hoogte nadelig voor de integratie’. Het kabinet deelt die mening niet. De bewindslieden zijn van oordeel dat de Fethullah Gülen Beweging niet te zien is als een monolithische organisatie. De door Gülen geïnspireerde organisaties vertonen een grote diversiteit. Het kabinet benadrukt dat burgers in Nederland vrij zijn om religieuze en levensbeschouwelijke boodschappen uit te dragen, behoudens de grenzen die de wet hieraan stelt. Er is volgens het kabinet ‘op dit moment geen reden een onderzoek te starten naar de beweegredenen van door Fethullah Gülen geïnspireerde organisaties en de effecten daarvan op de Nederlandse samenleving’ . Niet sektarisch Het kabinet heeft geen aanwijzingen dat de Fethullah Gülenbeweging, of door Fethullah Gülen geïnspireerde organisaties een voedingsbodem vormen voor radicalisering. Het kabinet stelt vast dat de Nederlandse overheid in alle gevallen pas kan ingrijpen bij gedrag dat aanzet tot haat. Ook neemt het kabinet de door NOVA gebezigde aanduiding ‘sektarisch’ niet over. De Gülen-beweging wordt door de bewindslieden getypeerd als ‘overwegend religieus conservatief’. De aan de beweging verwante organisaties geven hieraan op een verschillende wijze invulling. ‘Het kabinetsbeleid is juist gericht op het bevorderen van integratie en sociale cohesie en binding met de democratische rechtsorde door het stimuleren dat mensen de taal spreken, meedoen op de arbeidsmarkt en in het onderwijs en

bruggen weten te slaan naar andere (etnische) gemeenschappen.’ Ook wijst het kabinet op het feit dat de Europese Unie ‘noch Fethullah Gülen, noch door Fethullah Gülen geïnspireerde organisaties’ van terroristische activiteiten verdenkt. Van EU-maatregelen tegen de beweging, organisaties en internaten is in dit verband dan ook geen sprake. De reactie op de Kamervragen maakt duidelijk dat de visie van NOVA en andere media op de zogenoemde Gülen-beweging niet overeenkomt met de zienswijze en beoordeling van zowel de Nederlandse regering als de Europese Unie. Niet alleen op grond van de vrijheid van godsdienst en het recht op vrije meningsuiting, maar ook omdat er geen vormen van sektarisme of radicalisering te bespeuren zijn. Verder onderzoek acht het kabinet dan ook niet geboden.

Internaten Op de vraag of de Kamer ooit ingelicht is over de voortgang van een eenmalige subsidie in het jaar 2002, aan een aantal internaten en dagopvangvoorzieningen in het land, geeft het Kabinet het volgende aan: ‘de toenmalige minister van OCW, heeft in haar brief van 19 mei 2004 aan de Kamer aangegeven dat de evaluatie n.a.v. deze eenmalige subsidie liet zien dat deze internaatachtige voorzieningen mogelijk de onderwijsresultaten van migrantenjongeren kunnen verbeteren, maar dat in de ondersteuning van dergelijke lokale en particuliere initiatieven geen structurele rol is weggelegd voor het Rijk.’ Ook meld het Kabinet desgevraagd aan dat ‘er voldoende toezicht is door de reguliere onderwijsinspectie’ op particuliere onderwijsinstellingen.


ZAMAN reacties

‘Afgunst leidt tot lastercampagnes’ Mehmet Emin Ates is voorzitter van IOT (Inspraak Orgaan Turken) en erevoorzitter van de Turks Islamitische Culturele Federatie (TICF): “In Nederland hebben burgers met een Turkse achtergrond na een moeizame perioden verschillende, eigen organisaties opgericht die in hun behoeften voorzien. Ook o.a. onderwijsinstellingen. Deze initiatieven worden nu continu bekritiseerd en gedwarsboomd. In Nederland zijn er inspecteurs van het ministerie van Onderwijs, maar ook allerlei overheidsinstrumenten, die heel goed in staat zijn om vast te stellen wat deze (onderwijs)instellingen wel en niet (mogen) doen. Mensen met een Stalinistische visie (uit Turkije) kunnen het niet verdragen dat moslims in Nederland hun rechten opeisen en verder integreren in de Nederlandse samenleving. Deze afgunst leidt ertoe dat ze lastercampagnes houden, waar ze ook de media voor gebruiken. De NOVA-reportage beschouw ik als een schakel in deze keten. Deze toont een eenzijdig beeld en de journalistieke regels in Nederland zijn hiermee met voeten getreden. Dat is betreurenswaardig.”

9

‘Ik doelde niet op Gülen-beweging’ In het Turkse stad Karaman schoof Zaman Nederland aan tafel bij Mustafa Ayrancý, de voorzitter van de Turkse Arbeidersvereniging in Nederland (HTIB). Ayrancý: “De NOVA-redacteuren deden een onderzoek waarvoor ik halverwege april voor een interview werd gevraagd. De programmamakers van NOVA stelden voor aanvang van het interview eerst een aantal vragen over de Gülen-beweging. Met name over de Time Media Group, de krant Zaman en Samanyolu TV. Ik vroeg ze waarom ze hiernaar vroegen, want het is nogal een open deur; iedereen kent ze. Ik vroeg wat deze organisaties te maken hadden met het onderzoek. Afijn, we begonnen met het interview. Ik vertelde ze helder en ondubbelzinnig dat de buitenschoolse zomerkampen voor godsdienstlessen de integratie belemmerden. Ik noemde daarbij geen namen. Niets in mijn bewoordingen duidde op de Gülen-beweging.” “Tijdens het interview lag een brochure van een radicale groep in mijn huis, die ik pas had ontvangen. Dit vind ik afkeurenswaardig. Er werd in deze folders onomwonden opgeroepen tot invoering van de sharia (de religieuze wetgeving, red.). En dat in een democratisch land als Nederland. Ik vertelde NOVA dat ik dit laakte. Als voorzitter van de Turkse Arbeidersvereniging in Nederland ben ik een voorstander van integratie. De activiteiten van de afzender van deze brochure beschouw ik dan ook als hindernis voor deze integratie. Let wel, daarmee bedoelde ik niet de Gülen-beweging!”

SEPTEMBER 2008

COLUMN

“NOVA, jullie zijn een lachertje”

D

e beste houding om laster het hoofd te bieden is in de meeste gevallen gewoon de schouders op te halen en over te gaan tot de orde van de dag. Het is soms beter de confrontatie te mijden, want door laster serieus te nemen kan het onverhoopt een eigen leven gaan leiden. U weet: It takes two to tango. Zonder een tegenhanger is het moeilijk discussiëren. Om laster van een voedingsbodem te voorzien, wacht de lasteraar moedwillig op een tegengeluid. In een voetbalwedstrijd is een schot dat op de lat afketst immers ook sensationeler dan een flinke afzwaaier. Zo is ook in dit geval een dwarsligger nodig. In Turkije bestaat deze ‘wedstrijd’ van oudsher en de rek is er al jaren uit. Lange tijd schoot men in lege stadions op doelen die er niet waren. De kreet lijkt nu te zijn geworden: “Jongens, we krijgen er maar geen genoeg van. Laten we het eens in een uitwedstrijd proberen”. En de wedstrijd werd verplaatst naar Nederland. Tja, de omstandigheden zijn hier ideaal; goede ‘accommodatie’, geschikt ‘klimaat’ en de tribunes zijn afgeladen. Er is echter één probleem, één van de ploegen schoffeert fair play en maakt er een ordinaire schoppartij van. Juist, u raadt het al. Het gaat over de onlangs uitgezonden NOVA-reportage. Wie die heeft gezien zal het weten; tegen het eind van het programma werd stellig beweerd dat mijn huidige werkgever en andere organisaties die geïnspireerd zijn door Fethullah Gülen met hun activiteiten jongeren proberen te hersenspoelen en de integratie proberen te saboteren. In Turkije zouden we de neus optrekken voor dit soort laster. Maar ik voel het als mijn plicht nu wel in de pen te klimmen, te meer vanwege de jarenlange inspanningen die deze organisaties hebben geleverd om te komen tot waar ze nu zijn. Tegen de programmamakers en degenen die hen dit idee hebben ingefluisterd wil ik slechts één ding zeggen; jullie zijn een lachertje. Enfin, nu de uitzending. Wat is ons bijgebleven?

Mustafa Ayranci

NIEUWS

NEDERLAND

Zeg mensen van NOVA, hebben jullie echt niemand anders kunnen vinden dan Hikmet Çetinkaya om jullie beschuldigingen hard te maken? De kijker zou tot overmaat van ramp wel eens kunnen denken dat deze man een stuk of wat Pulitzer-prijzen heeft gewonnen en één van de meest prestigieuze journalisten van Turkije is. Niets is minder waar. Als je de rectificaties van de krant waarvoor hij schrijft achter elkaar zou leggen, zou je al gauw een weg van hier tot Moskou hebben. Maar ja, aan de andere kant is het ook wel goed geweest dat hij zijn (naar eigen zeggen) 30-jarige studie naar de Gülen-beweging onder woorden heeft kunnen brengen in één pakkende leus; “Deze mannen willen de sharia invoeren!”. Fantastisch, handig dat de rest van de wereld dit nu ook weet. We smachten naar het vervolg. Vermoedelijk zouden mensen die zijn geïnspireerd door het gedachtegoed van Fethullah Gülen, Nederland massaal willen bekeren tot de Islam. Dialoog en al die franje zouden slechts een grote façade zijn... Hmmm. ‘Alle Nederlanders tot de Islam bekeren...’ Bij God, geen slecht idee eigenlijk. Klinkt goed. Voor zover ik weet zullen aanhangers van welke religie dan ook verheugd zijn als iemand zich tot hun religie bekeert. Zou de Paus dat ook niet willen? Of is het voor de Rooms-katholieke Kerk ook verboden om zich te organiseren in Nederland?

‘Het biedt weinig soelaas als men nog steeds in oude patronen blijft denken en blijft geloven dat een religie alleen met het zwaard en onder druk verspreid kan worden’ Welnu, wat rest is opheldering over de dialoog. Men herhaalt het bij iedere gelegenheid. We weten dat de verhouding tussen moslims en niet-moslims abrupt een andere wending nam na de aanvallen van 11 september. Van de ene op de andere dag ontstond een beeld van de Islam als een naderend onheil. Om bij gewetensvolle mensen deze angst weg te nemen en te voorkomen dat de zogenaamde term ‘botsing der beschavingen’ nog langer doorresoneert, proberen sommige moslims door in dialoog te gaan de basisprincipes van hun geloof uit te dragen. Ze proberen hiermee juist vooroordelen weg te nemen en een duurzame, vredige relatie op te bouwen met niet-moslims. Maar zeg nu zelf; wat zouden moslims anders kunnen doen? Stel je voor dat ze bij de pakken neer zouden gaan zitten! Als men deze starre houding niet wil veranderen, rest er weinig dan slechts ‘selaam’ (shalom, vrede) te wensen, en onze hoop uit te spreken dat niet meteen bij het zien van de eerste de beste baard raar opgekeken wordt. Wat betreft de vermeende brainwashing van jongeren en de met Ali Çimen is journalist voor de Turkstalige dagblad Zaman. Zie www.alicimen.com

overheidsgelden opgerichte organisaties is het goed om onszelf het volgende af te vragen: Zijn er tot op heden ooit leerlingen of ouders naar de rechtbank gestapt omdat er van indoctrinatie sprake zou zijn? Heeft de rechtbank deze organisaties ooit ergens voor veroordeeld? Zo niet, waarom schilderen jullie dan de leerlingen en ouders af als weerloze zombies? Mijn laatste woorden wil ik wijden aan de politici die in de NOVA-studio de kijkers wijs maakten dat Fethullah Gülen de sharia zou willen invoeren en Nederland zou willen hervormen tot een islamitische staat. Over jullie valt weinig te zeggen, maar jullie worden wel bedankt voor de bevestiging dat afkomst noch moedertaal een rol speelt in de politiek. Dat is het enige lichtpuntje dat ik heb kunnen waarnemen.


NIEUWS

ZAMAN

SEPTEMBER 2008

reacties

‘Gülen: symbool van vrijheid’ Daðýstan Dalkýran is een Turkse zakenman die zichzelf als sociaaldemocraat beschouwt. Dalkýran is al 34 jaar in Nederland werkzaam. “Ik ben geen aanhanger van Fethullah Gülen, maar we kunnen niet meer ontkennen dat hij een symbool van vrijheid is geworden in de wereld. De dialoog die moslims in de wereld proberen te voeren met andersdenkenden is grotendeels in gang gezet door Gülen. Mensen die door Gülen geïnspireerd zijn en met die bagage educatieve centra en andere instanties oprichten, leveren naar mijn mening uitstekend werk. Ik zie de Gülen-beweging niet als conservatief, eerder als beschaafd. De uitzending van NOVA was misleidend en bevooroordeeld. Het waarheidsgehalte was beperkt.”

‘Controverse hinderlijk voor integratie’ Veyis Güngör, voorzitter van de UETD (Unie voor de Turkse Democraten): “In de NOVA-reportage wordt beweerd dat de door Fethullah Gülen geïnspireerde onderwijsinstellingen ten doel hebben te islamiseren. Deze aantijging is ongegrond en dat weten zij zelf als geen ander. Daarvoor zijn bewijzen onontbeerlijk. De generalisaties en de onzorgvuldige interpretaties van de zogenoemde deskundigen uit Turkije hebben ervoor gezorgd dat Nederlanders met een Turkse afkomst in een lastig parket terecht zijn gekomen. NOVA probeert met haar vervormde en manipulatieve uitzendingen de publieke opinie te beïnvloeden. De organisaties die in de reportage werden genoemd, hebben absoluut geen belemmerend effect op de integratie. Integendeel, ze leveren juist een uiterst waardevolle bijdrage, want het onderwijsbestel in Nederland is verdeeld. De controverse die door deze reportage is ontstaan is naar mijn mening enorm hinderlijk voor de integratie. De overheid moet niet alleen moslims maar ook rooms-katholieken, protestanten, joden, socialisten en humanisten gelijkwaardig behandelen.”

10

NEDERLAND

De Briefwisseling In deze rubriek schrijven Alaattin Erdal en Frans Jozef van der Heijden elkaar elke maand over uiteenlopende onderwerpen die beiden na aan het hart gaan.

Geen complot Beste Alaattin, De NOVA-uitzending van vrijdag 4 juli over een vermeend “Fethullah Gülen complot” zit me nog steeds niet lekker. Weliswaar is alle beroering daarover al weer geweken in dit land, dat langzamerhand meer last heeft van stormen in een glas water dan van het wassende water dat in de loop van deze eeuw wordt verwacht. Maar toch werd een raar accent toegevoegd aan het Islamdebat, dat overigens vooral voortwoekert aan de gesprekstafels van radio en televisie. Als echter Tweede Kamerleden het nodig vinden om de regering te vragen of “aanhangers” van de Turkse denker Fethullah Gülen een vijfde colonne in ons land vormen, moet er nog al wat aan de hand zijn. Staat de invoering van de Sharia voor de deur? Is de overname van onze democratie weer dichterbij gekomen? Niet dat NOVA dat al kon bevestigen, Frans Jozef van maar evengoed werden goed geïntegreerde Turder Heijden ken (die uitstekend Nederlands spreken, goed f.heyden@chello.nl zijn opgeleid en aanzienlijke maatschappelijke posities bekleden) verdacht gemaakt. Op een wat ongrijpbare manier. NOVA zegt het niet met zoveel woorden, maar toch: de vestiging van de enige en absolute waarheid van de Islam is de geheime agenda van een wereldwijde beweging. ‘De regering weigert in alle toonaarden om te doen wat de Kamerleden graag willen: een ernstige misstand aanpakken en het veronderstelde “Fethullah Gülen complot” oprollen’ Uit de antwoorden van de regering op de vragen van de Tweede Kamerleden blijkt van dat alles natuurlijk niets. De zakelijke gegevens die de regering verstrekt, laten vooral zien dat binnen Nederlandse wet – en regelgeving weliswaar subsidies (soms zelfs startsubsidies) zijn gegeven, maar ook daar is met kwade wil verder niets lelijks van te zeggen. De regering weigert dan ook in alle toonaarden om te doen wat de Kamerleden graag willen: een ernstige misstand aanpakken en het veronderstelde “Fethullah Gülen complot” oprollen. NOVA en de vragenstellende Kamerleden konden al geen duidelijke structuur en een internationaal machtscentrum van de “Beweging van Gülen” aantonen. Ook een Nederlandse tak van die beweging konden zij niet aan het licht brengen. Welnu: de regering begint daar niet eens aan omdat er niets meer te concluderen valt dan dat er wel degelijk organisaties zijn, die door Fethullah Gülen geïnspireerd zijn, maar dat is natuurlijk geen reden om in te grijpen. En dat is ook niet onbegrijpelijk. Als Nederlands-Islamitische (onderwijs)instellingen of organisaties zich met integratie bemoeien dan kan dat verdacht lijken, maar in ons land is het volgens de regering doodnormaal om zich door personen te laten inspireren wanneer dat maar binnen de grenzen van onze wetgeving gebeurt. Wat voor de regering in deze kwestie ook kennelijk het geval is. NOVA wachtte het antwoord van de regering op vragen van de Kamerleden af. NOVA greep dat als een strohalm aan om geloofwaardig te blijven. Het wachten is nu waar NOVA zelf mee komt: de vertakkingen van de wereldwijde beweging van Gülen in Nederland en de tentakels van deze verborgen gebleven organisatie in de Nederlandse samenleving... Ik wacht het in spanning af. Maar voorlopig kunnen succesvolle Turken, die voluit de integratie van hun landgenoten steunen en zelf succesvol aan onze maatschappij deelnemen, ons aller vertrouwen ten volle waard blijven. De uitglijder van NOVA doet daar niets meer aan af. “Frans Jozef van der Heijden is journalist, was 16 jaar Tweede Kamerlid voor het CDA, was zowel daarvoor als daarna raadslid (ook CDA) in Rotterdam en is voorts voorzitter of lid van Raden van Toezicht bij grote instellingen voor hulp en zorg.”

Manipulatie à la NOVA Beste Frans Jozef, Het is inderdaad nu bijna drie maanden geleden dat NOVA een zeer manipulatieve reportage uitzond over de zogenaamde ‘Gülen-beweging’ en haar mogelijke ‘tentakels’ op Nederlands grondgebied. Bewust heb ik het woord ‘manipulatie’ in de mond genomen, omdat daar ook werkelijk sprake van was. Het was een bewuste keuze van de redactie van NOVA om de zaken anders voor te stellen dan ze in werkelijkheid zijn. Wederom een staaltje slechte journalistiek dat demonstreert hoe je de publieke opinie kunt beïnvloeden en een hoop mensen en organisaties, die niets anders doen dan maatschappelijke achterstanden wegwerken en die volop mee willen doen in de samenleving, voor eens en voor altijd kunt afschrijven. ‘Een staaltje slechte journalistiek’ Nova heeft naar eigen zeggen meer dan een jaar aan de reportage gewerkt. Het resultaat mag dan mager zijn, de negatieve teneur is wel heel sterk. Opvallend is dat tot op heden geen enkele Nederlandse journalist op basis van de reportage zelf op pad is gegaan, op zoek naar ‘eigen bevindingen’. De Nederlandse media hebben massaal aangenomen dat wat NOVA beweerde wel zou kloppen. Opmerkelijk. Maar, het kabinet heeft duidelijk, zonder erom heen te draaien, aangegeven dat er zowel met de ‘beweging, als met de ‘geïnspireerde’ organisaties niks aan de hand is. Journalistieke principes? Ik weet als geen ander (als oud-directeur) hoe het zat met het Internaat (Het Centrum) waarbij ik zelf ooit betrokken was. Vele omroepen liepen de deuren werkelijk plat om reportages te maken en later uit te zenden. In bijna alle gevallen berichtten ze in positieve zin en na uitgebreid en gedegen onderzoek. Wat er toen niet was, is nu opeens een ‘hype’. Wat is er in de tussentijd gebeurd met deze media en politici? Na al die jaren gingen ze terug in de tijd, en met terugwerkende kracht werd een totaal ander beeld geschetst van internaten die destijds met lof werden omarmd. Lag het toen aan een tekort aan ‘journalistieke bekwaamheid’, of


ZAMAN

11

NEDERLAND

NIEUWS

SEPTEMBER 2008

reacties

Fethullah Gülen

[

FRITS FLORIN

]

Alaattin Erdal

Zo kun je nog eindeloos verder gaan met het noemen van voorbeelden die aangeven dat niet alle soep die ons wordt voorgeschoteld door o.a. Nova, zo heet is als ze wordt opgediend. Het zou best zinnig zijn om deze materie vanaf nu door onze eigen intelligentsia objectief te bestuderen. Maar ook niemand van ons zit te wachten om een strijd die nu volop gaande is in Turkije te importeren naar Nederlands grondgebied, om het conflict ten onzent verder uit te vechten. Voor NOVA, VVD, SP, CDA en Leefbaar Rotterdam had hier juist de schone taak gelegen, een dergelijke ontwikkeling te helpen voorkomen.

In een uitzending van NOVA van 4 juli werd de beweging van Fethullah Gülen gepresenteerd als een gevaarlijke sekte. Dat trof mij bijzonder omdat ik al ruim anderhalf jaar columns verzorg in de maandelijkse Nederlandse uitgave van het blad Zaman. Die krant is inderdaad los/vast gelieerd aan de beweging van Gülen. Daarom ben ik indertijd natuurlijk even nagegaan waar ik me in begaf alvorens medewerking te verlenen. Ik wist dus dat de figuur van Gülen omstreden was. Sommigen zagen in hem een warm voorstander van een tolerante, open Islam, anderen als iemand die streeft naar een islamitische machtsovername. Ik besloot dus maar af te gaan op wat ik zelf zou zien en meemaken. Welnu, het blad zelf, daar is niets op aan te merken. De artikelen en interviews (met mensen als Van Agt en Rinnooy Kan) zijn zeer divers, evenals de columns. Van enig fundamentalisme of van agressiviteit is nergens sprake. Mijn columns keren zich juist heel expliciet tegen mensen die denken de exclusieve waarheid, de wil van God of een definitief geldige moraal in hun zak te hebben. Ik heb nooit enige tegenwerking ondervonden voor wat betreft de inhoud van wat ik schreef, integendeel. Eén keer was er een nummer, waar geloofsinhouden van de Islam aan de orde kwamen. Het riep bij mij herinneringen op aan de naïef-katholieke vroomheid waarmee ik als kind werd opgevoed. Maar ook hier geen sprake van agressie of fundamentalisme. Ik werd door de hoofdredacteur uitgenodigd voor een Iftarmaaltijd en voor de feestelijke afsluiting van een conferentie over het gedachtegoed van Gülen. Ik denk dat ik voldoende ervaring heb om een sekte te herkennen. Daar was echt geen sprake van, de sfeer was eerder liberaal te noemen.

De auteur is hoofdredacteur van maandblad Zaman Nederland en oud-directeur van Schoolinternaat het Centrum

‘Ik denk dat ik voldoende ervaring heb om een sekte te herkennen’

a.erdal@timemedia.nl

heeft het nu meer te maken met het begrip ‘islamisering’, dat maar hoeft te vallen of onze journalistieke principes verdwijnen buiten beeld? ‘Ook de radicalen zijn moderner geworden’ NOVA heeft de toon gezet. Dat geef ik toe. Hier doet zich een kentering voor in de strijd tegen radicalisering. Althans, dat wil Nova ons doen in geloven. Vroeger ging het nog over radicalen uit de 1001-nacht verhalen; mensen met een djellaba, baard, zwaard enzovoorts. Maar ook de radicalen zijn moderner geworden. In 2008 zijn ze volgens NOVA hoogopgeleid, met een goede taalbeheersing, goed geïntegreerd, overal actief (dus beter geïnfiltreerd), netwerkers, mondig, assertief enzovoorts. Geloof niet wat je hoort en ziet, ga uit van je intuïtie. Het is namelijk schone schijn. Ze zijn sluw en doen aan ‘takiyye’ (oftewel: ze hanteren een dubbele agenda, deze meesters in de magie). Er zijn genoeg moslims in Nederland die voldoen aan dit profiel. Sterker nog: behoren ze misschien ook tot de zogenaamde ‘Gülenbeweging’? Beste Frans Jozef,

In de uitzending van NOVA werd gesteld dat deze islamitische prediker erop uit zou zijn de westerse samenleving te “islamiseren”. En inderdaad bevatte de uitzending één korte clip uit een preek van Gülen waarin hij opriep tot de bekering van het Westen, dat “zo lang misbruik van ons gemaakt heeft.” Er werd niet gevraagd hoe die uitspraak te rijmen is met zeer veel andere die juist oproepen tot interreligieuze dialoog en tot tolerantie. Ook werd niet verteld wanneer die uitspraken gedaan werden en hoe er later op gereageerd werd. De rest van de uitzending bestond hoofdzakelijk uit beschuldigingen en aantijgingen van een anonieme “oud-medewerker” die niet herkenbaar in beeld kwam en waarvan de stem verwrongen werd weergegeven. De Leidse professor Zürcher werd als deskundige opgevoerd. Maar ook hij kwam met nogal algemene beschuldigingen, niet met duidelijke en controleerbare feitelijke onderbouwingen. Heb ik me dan toch, samen met andere Nederlandse schrijvers in Zaman Nederland, laten gebruiken voor window dressing of als een soort nützlicher Idiot? Zou dat hele blad dan pure façade zijn? Onwaarschijnlijk. Recente berichten in The Guardian (zie de website van deze krant) wijzen eerder in de richting van het streven naar een liberale Islam en op een open pedagogische sfeer binnen de scholen van de beweging in Turkije. Wel wordt gepleit voor een ruimere plaats voor religie in de openbare ruimte, binnen een seculiere staat. Die discussie wordt ook hier in Nederland gevoerd. De beweging is in Turkije voor de rechter gedaagd, maar er werd geen bewijs gevonden voor pogingen om de seculiere staat omver te werpen. Gülen werd vrijgesproken maar week toch voor de zekerheid uit naar de Verenigde Staten. Voor iedereen die weet dat het juridische apparaat, net als het leger, in Turkije gedomineerd wordt door extreem nationalistischseculiere krachten, zal de vrijspraak inderdaad een vrijspraak zijn. Secularisme staat in Turkije niet vanzelfsprekend voor democratische gezindheid.

Susanne Stolte, Voorzitter van de Raad van Advies HOGIAF: Met enige verbazing en een lichte vorm van ergernis heb ik als voorzitter van de Raad van Advies van HOGIAF de uitzending van de televisierubriek NOVA aanschouwd op vrijdag 4 juli jl. Het kritisch volgen van ontwikkelingen in onze samenleving past in het sociaal cultureel klimaat dat wij in dit deel van de wereld ontwikkeld hebben; moeilijk aanvaardbaar wordt het echter voor mij wanneer dit niet gebeurt vanuit een positief kritische grondhouding. Sinds ruim een jaar volg ik nauwlettend de ontwikkelingen binnen HOGIAF, de grootste federatie van allochtone ondernemers in Nederland, en met name de kernwaarden welke binnen het verband worden aangehouden. Deze worden ook door mij en leden van de Raad van Advies alsmede door leden van het Comité van Aanbeveling besproken en ter discussie gesteld. De kritische, maar weinig constructieve ondertoon van NOVA, veelal gebaseerd op aannames en vermoedens rond

personen, stemt mij dan ook niet optimistisch en doet geen goed aan het emancipatie- en integratiebeleid in het algemeen, noch aan het bevorderen van het ondernemerschap van allochtonen in Nederland. Ondernemerschap in het algemeen is toch de motor van de Nederlandse economie en het feit dat ondernemersorganisaties geen of slechts beperkt criteria hanteren rond politieke of geloofsovertuigingen is niet nieuw. Derhalve acht ik de wijze waarop NOVA met dit thema is omgegaan weinig zinvol en niet goed voor het succesvol beleid van dit kabinet en een groot aantal organisaties ter bevordering van allochtoon ondernemerschap in Nederland, maar bovenal niet erg motiverend voor onze allochtone ondernemers. Als voorzitter van de Raad van Advies van HOGIAF sta ik achter het gevoerde beleid, de doelstellingen en gehanteerde criteria rondom integriteit, waarden en normen van deze Ondernemersorganisatie.” Hogiaf.nl

Mohamed Sini, voorzitter Comité van Aanbeveling HOGIAF: “HOGIAF ken ik als de grootste en meest ondernemende multiculturele ondernemersorganisatie in Nederland. HOGIAF timmert met succes aan de weg om een bijdrage te leveren aan kwalitatieve en kwantitatieve versterking van het allochtone en met name Turkse ondernemerschap in Nederland en te streven naar samenwerking met autochtone ondernemers en op die manier bij te dragen aan meer maatschappelijke samenhang in de Nederlandse samenleving. Ik constateer dat HOGIAF een enorm groot draagvlak heeft, met name binnen de Turks-Nederlandse ondernemers en in de ondernemerswereld in het algemeen. Dit voor-

al dankzij haar open, transparante en constructieve houding. HOGIAF is een Nederlandse ondernemersorganisatie die voor de belangen van haar leden en die van Nederland als geheel opkomt. Ik heb er alle vertrouwen in dat HOGIAF in samenwerking met haar partners en andere betrokkenen zal blijven werken aan een gezamenlijke toekomst in Nederland. Waarin wij met zijn allen in alle verscheidenheid in welvaart en in harmonie met elkaar zullen blijven leven. Ook aan verscheidenheid aan Turkse ondernemers heeft HOGIAF binnen haar gelederen volop ruimte kunnen geven. Hogiaf.nl

Ümit Taþ, namens Islam en Dialoog: “Fethullah Gulen is wereldwijd bekend om zijn gedachtegoed dat kort samengevat kan worden als barmhartigheid, vrede en dialoog. Hiermee heeft hij velen geïnspireerd tot het ontplooien van activiteiten die de sociale cohesie dienen. Als authentieke moslimgeleerde legt Gülen de nadruk op een interpretatie van teksten uit de Koran die de vrede dient. Hij spoort mensen met verschillende religieuze, culturele en politieke achtergronden aan met elkaar in gesprek te gaan. Dertig jaar geleden verkondigde Gülen deze boodschap in een turbulent Turkije, vandaag de dag doet hij hetzelfde, maar dan wereldwijd. Zijn inzet voor vrede is in al die

tijd niet veranderd. Door zelf religieuze leiders, onder wie paus Johannes Paulus II, te ontmoeten heeft hij concreet uitgedragen dat een dialoog tussen moslims en mensen van andere religies of levensovertuigingen juist in deze roerige tijden niet alleen mogelijk maar ook dringend nodig is. Door het hoofd te bieden aan felle kritiek van sommige moslims heeft de heer Gülen moed getoond in het streven naar vrede en sociale cohesie. In deze onzekere tijden waarin geweld een schaduw lijkt te werpen over de relatie tussen moslims en anderen, zien wij de bijdrage van de heer Gülen als een historische kans voor vrede”. Islamendialoog.nl


NIEUWS

ZAMAN

SEPTEMBER 2008

12

NEDERLAND

Turkse persvrijheid nog niet optimaal... Persvrijheid is voor journalisten in Nederland zo goed als verzekerd. Maar hoe is het om in de Turkse media te werken? Waar loop je tegenaan en met wie heb je te maken? Hoe verschillend zijn de Nederlandse en Turkse media eigenlijk? Allemaal vragen die ik in dit artikel probeer te beantwoorden. Ik heb een scriptie geschreven over de vrijheid van de Turkse geschreven pers. Hiervoor woonde ik zeven maanden met een vriendin in het rustige Istinye, aan de Europese kust van Istanbul.

MARTIJN JONKMAN

L

aat ik beginnen met het beschrijven van artikel 3 uit de Turkse perswet: ‘Journalisten zijn vrij om informatie te zoeken en te publiceren. Ze genieten ook de vrijheid om kritiek te leveren, of mensen/organisaties volgens hun eigen vrije mening te beschrijven’. In het artikel staat echter wel, dat de vrijheden die de journalisten genieten, kunnen worden ingeperkt door andere wetten. De perswet stamt uit 2004. En een van de andere wetten is artikel 301 van het strafrecht. Dit artikel is het meest gevreesde wetsartikel onder alle journalisten en schrijvers in Turkije en van Turkse afkomst. Het is opgesteld om kritiek op de Turksheid in te perken. Hoewel in Italië een wet bestaat die kritiek op de Italiaanse staat verbiedt, is artikel 301 uniek in zijn soort omdat het niet over de Turkse staat gaat maar over iets veel groter en tevens vager: de Turkse identiteit.

Tegenwoordig wordt artikel 301 niet vaak meer gebruikt. Dit kwam als reactie op het voortgangsrapport over de Turkse toetreding tot de EU, dat EU-commissaris Ollie Rehn overhandigde aan de Turkse minister van Justitie, Mehmet Sahin. Er is een wijziging aangebracht waardoor nu eerst toestemming aan president Abdullah Gül moet worden gevraagd om journalisten aan te klagen op basis van overtreding van artikel 301. Slachtoffers Grote namen uit de Turkse journalistiek zijn in het verleden al slachtoffer geworden van het artikel. Denk aan Orhan Pamuk, Elif Safak, Ragip Duran, Oral Çalislar en Hrant Dink. Het artikel is de opvolger van artikel 159, dat feitelijk dezelfde inhoud had. Alleen de naam werd in juni 2005 veranderd. “Over een tijdje hebben we te maken met artikel 587 of 925”, merkte Ragip

...maar er wordt aan gewerkt Duran op met een glimlach. De journalisten in Turkije zijn bang voor het artikel omdat ze niet weten wat ze wel en niet kunnen schrijven. Hrant Dink werd tot drie keer toe aangeklaagd op basis van overtreding van artikel 301. Amnesty International onderzocht de aanklachten en zag een patroon: Dink werd stelselmatig onder de duim gehouden door de Turkse justitie. Zes maanden celstraf vielen de Armeense Turk ten deel vanwege de tweede aanklacht. De derde maakte hij niet meer mee, omdat hij voor de uitspraak werd vermoord door de 17-jarige Ogün Samast. Helaas is Dink niet de enige journalist uit de geschiedenis van Turkije die is vermoord vanwege zijn werk. Sinds 1905 (toen Tevik Nevzat van de krant Hikmet als eerste werd vermoord) zijn ruim honderd journalisten vermoord in het Ottomaanse Rijk en de Republiek Turkije. Dink was in 2007 (voorlopig) de laatste. Oral Çalislar woont al decennialang met een lijfwacht wegens dagelijkse bedreigingen. “Voor de militaire coup in 1980 werkte ik als eindredacteur voor een behoorlijk progressieve krant. Na de staatsgreep regende het werkelijk bedreigingen. Tot op de dag van vandaag weten ze me te vinden. Je raakt er echter nooit aan gewend”, legt Çalislar uit. Met ze bedoelt de journalist van Radikal de ultranationalisten, of ulusalcilar. Een van de partijen waar Turkse journalisten rekening mee moeten houden wanneer ze aan een artikel beginnen. Grote kopstukken van ulusalcilar zitten nu vast omdat ze volgens het Turkse OM erop uit waren om gewapenderhand de Turkse staat te hervormen. Zes partijen Een Nederlandse journalist kan zijn creativiteit gebruiken om mooie, kritische of negatieve verhalen te schrijven over politici, zakenlui of sporters. In Turkije gebruiken journalisten slechts hun verstand. “Turkije is verdeeld in twee politieke kampen, de conservatieven en de progressieven” vertelt Oral Çalislar. “Hier moet je continu rekening mee houden. Aangezien de politiek in Turkije behoorlijk instabiel is, weet je nooit waar je als journalist aan toe bent. Je bent verplicht rekening te houden met de politiek in Turkije. Kritiek geven mag natuurlijk, maar om echt ongezouten je mening te geven over een politieke partij, een zakengroep of bijvoorbeeld het leger, moet je sterk in je schoenen staan. En de bijbehorende bedreigingen voor lief nemen.” Daarmee zijn meteen de grote spelers uit de Turkse journalistiek genoemd. Het leger, de politie, de staat, de politiek, de zakenwereld en de eerder genoemde ultranationalisten. Ze hebben allen macht over de journalisten en kranten in Turkije. In 2007 sloot het tijdschrift Nokta zijn deuren nadat het leger en de geheime dienst waren binnengevallen, de harde schijven waren gekopieerd en computers in beslag werden genomen. De reden hiervoor was

dat het tijdschrift een deel van het persoonlijke dagboek van oud-admiraal Özden Örnek publiceerde. Deze dateerde uit 2004, toen Örnek nog actief was voor de marine. In het dagboek stond een georganiseerde staatsgreep beschreven. Tot twee keer toe wilde een groep ontevreden hoge officieren de ‘islamvriendelijke’ regering van Tayyip Erdogan omver gooien. Uiteindelijk besloot de uitgever van het blad zelf de deuren te sluiten, maar dit kwam door de grote druk van bovenaf. Ragip Duran werkte in het verleden voor Nokta en zei hierover: “Dit toont aan dat er absoluut geen persvrijheid is in Turkije. Enkele van de meest recente verhalen van Nokta hebben ons belangrijke informatie gebracht.” Duran geeft aan dat het hoofddoel van de journalistiek is om het systeem te onderzoeken en bekritiseren. Nokta was een van de belangrijkste tijdschriften op het gebied van onderzoeksjournalistiek. Volgens Duran werd Nokta gesloten vanwege alle druk, invallen en onderzoeken van de staat. Media en zakenwereld De zakenwereld en de media zijn verbonden aan elkaar. Ragip Duran legt uit: “De laatste twintig tot dertig jaar is de invloed van de zakenwereld op de Turkse media behoorlijk aan het schommelen geweest. De mainstream media zijn echter altijd sterk verbonden gebleven met de zakenwereld. Zo is het hoofd van TUSIAD (Vereniging van Zakenmannen) de dochter van Aydin Dogan, de eigenaar van Dogan Holding. En dat is weer een van de grootste mediamagnaten.” Wanneer de eigenaar van een krant connecties heeft met de politiek of de zakenwereld, dan moeten zijn werknemers altijd rekening houden met deze connecties. “Als de baas subsidie krijgt van een bepaalde zakengroep, dan mogen journalisten absoluut niets negatiefs schrijven over deze groep”, vertelt Oral Çalislar. “De kranten staan dagelijks vol met


ZAMAN commerciële berichten. Voornamelijk van de twee grootste zakengroepen van Turkije: Dogan Group en Çukurova Group. Samen bezitten ze naar schatting 80% van de Turkse media”, legt Çalislar uit. “Wanneer een journalist kritisch schrijft over de zakengroep die de advertentie aanbiedt, dan kan de krant in de problemen komen. De journalist zal tevens zijn baan kwijtraken. De positie van de media-eigenaren Dogan en Çukurova is te sterk, en de vakbonden zijn te zwak om tegen eventuele beslissingen in te gaan.” Vergelijking Zaman en Cumhuriyet Twee grote dagbladen van Turkije zijn Zaman en Cumhuriyet. De twee verschillen qua grootte en ideologie van elkaar en daarom is het interessant om te kijken hoe ze op hetzelfde bericht reageren. Zaman heeft als ideologie een democratische regering en religieuze vrijheid. Hoewel Zaman als islamitisch wordt omschreven, wil het niet een typische islamitische krant worden. Cumhuriyet is een Kemalistische krant en tevens de oudste krant van Turkije. Het heeft met een oplage van 150.000 lang niet zo veel lezers als Zaman (660.000), maar is van oudsher een gewaardeerde krant. De moord op Hrant Dink was maandenlang in het nieuws in Turkije. Tienduizenden mensen liepen mee met een stille tocht om Dink te herdenken. Ze schreeuwden dingen als ‘Weg met 301’, en ‘Wij zijn allen Hrant Dink’. De Armeens/Turkse journalist had vrienden bij beide kranten, Sahin Alpay (Zaman) en Oral Çalislar (Cumhuriyet, tegenwoordig Radikal). Beiden treurden om hun vermoorde vriend. Maar waar Alpay sprak over vuil spel van verschillende grote spelers (ultranationalisten, het leger) wilde Çalislar weinig anders kwijt dan dat Dink te ver was gegaan met zijn uitspraken over de Armeense genocide van 1915. “Je moet goed beseffen wat je wel en niet kunt zeggen in dit land. Dat leer je snel genoeg. Het leger heeft overal ogen en oren, en omdat ze zo machtig zijn is het te gevaarlijk om losjes met ze om te gaan” Hoewel beide kranten de woede van geen van de grote spelers op hun hals willen halen, zal Zaman eerder openlijk beschrijven wat er fout ging met Hrant Dink. Omdat de krant niet is verbonden aan een politieke partij en als ideologie een democratische regering heeft. Cumhuriyet heeft in het verleden problemen gehad met justitie (Çalislar werd aangeklaagd en drie journalisten werden vermoord) en is van oudsher Kemalistisch. Je kunt ze in die zin nationalistisch noemen. Wereld van verschil In Nederland worden journalisten niet snel bedreigd, laat staan gearresteerd of aangeklaagd. In 2006 werden Joost de Haas en Bart Mos van De Telegraaf drie dagen vastgehouden door justitie. Het duo wilde de bron niet vrijgeven die ze hadden gebruikt voor een verhaal over topcrimineel Mink Kok.

13

In 2007 werd Rudy Lion Sjin Tjoe gearresteerd toen hij met zijn mobiele telefoon een arrestatie in Amsterdam Zuid-Oost filmde. Hij weigerde te stoppen en werd zes uur vastgehouden. Dit zijn twee uitzonderingen in de Nederlandse mediawereld. Geen enkele Nederlandse journalist werd vermoord of in elkaar geslagen door het leger, de politie of een van de andere grote spelers die het werk in Turkije zo moeilijk maken. Wel werd Zaman Nederland door het opinieprogramma NOVA en het weekblad Elsevier in verband gebracht met de Fethullah Gülen beweging, die door NOVA als sektarisch werd bestempeld. Het kabinet deelde de mening van NOVA en Elsevier niet. Sadet Karabulut van de SP en Madeleine van Toorenburg (CDA) stelden naar aanleiding van de reportage van NOVA Kamervragen aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Justitie. Karabulut vroeg of het bij de ministeries bekend is dat de ‘boodschap van de islam als absolute waarheid’, zoals verkondigd door Fethullah Gülen, wordt uitgedragen door een aantal in Nederland werkzame en door de overheid gesubsidieerde organisaties, zoals het Cosmicus College, de Dialoog Academie, ondernemersvereniging Hogiaf, Zaman en waarschijnlijk door een aantal internaten in onder meer Rotterdam en Amsterdam? Waarop de ministers gezamenlijk reageerden: “Het staat burgers en religieuze organisaties in Nederland vrij om hun religieuze en levensbeschouwelijke boodschappen uit te dragen, behoudens de grenzen die de wet hieraan stelt.” En over de overheidssubsidie aan het Cosmicus College: “Het kabinet is een voorstander van gemengde scholen, waar kinderen van verschillende culturele, sociaaleconomische of andere afkomst met elkaar omgaan.” De belangrijkste reactie was echter de volgende: “Het kabinet heeft geen aanwijzingen dat door Fethullah Gülen geïnspireerde onderwijsinstellingen een voedingsbodem vormen voor radicalisering.” Deze kwam op de vraag of de ministers bereid waren een onderzoek te starten naar de subsidies en (buitenlandse) geldstromen van de scholen, internaten en internaatachtige voorzieningen. Daarmee werd vooral de nadruk gelegd op Turkije en de Turkse cultuur. Voor een groot schandaal uit de Nederlandse media moet op De Telegraaf worden gewezen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog collaboreerde de Amsterdamse krant met de Duitse bezetters. Na de oorlog kreeg De Telegraaf een verschijningsverbod van dertig jaar, dat in 1949 al werd teruggedraaid. Hierna groeide de krant uit tot het populairste dagblad van Nederland. Conclusie Hoewel de persvrijheid in Turkije niet te vergelijken is met die in Nederland, wordt er wel gewerkt aan een verbetering van de werkomstandigheden. Ondertussen wordt artikel 301 op een andere wijze gebruikt. Waar voorheen elke aanklager artikel 301 kon gebruiken om journalisten aan te klagen, is nu de toestemming van president Abdullah Gül nodig. En onder druk van de Europese Unie en EU-commissaris Ollie Rehn wijst Gül veel aanvragen af. Ook zijn de kopstukken van de ultranationalisten gearresteerd. Het zal nog even duren voordat Turkije als een land met een vrije pers kan worden beschouwd, maar het begin is positief en vernieuwend.

NIEUWS

NEDERLAND

SEPTEMBER 2008

Iftar Time Media Group wederom groot succes De iftar, georganiseerd door Time Media Group, werd bijgewoond door een select gezelschap van volksvertegenwoordigers, bestuurders, journalisten en ondernemers. Op deze bijzondere avond was bovendien een tentoonstelling te zien van de cartoons van Osman Turhan, die de verhoudingen tussen Turkije en de Europese Unie schetsen. De officiële opening werd verricht door de directeur van Time Media Group, Alaattin Erdal en de adjunct-ambassadeur van de Republiek Turkije in Den Haag, Hakan Çakýl. Volgens Çakýl heeft Turhan met de expositie een belangrijke missie volbracht. De aanwezigheid van verscheidene Tweede Kamerleden, lokale en landelijke politici, ondernemers, academici en anderen zette luister bij aan het vierde traditionele iftar-diner van Time Media Group. Begrip Directeur Alaattin Erdal zei na de maaltijd: “Time Media Group is een jonge organisatie. Ons doel is op een zo objectief mogelijke manier journalistiek te bedrijven. Zoals u weet heeft de organisatie de krant Zaman, Samanyolu TV en Cihan News Agency in haar portefeuille. Daarnaast worden weekblad Zaman Hollanda (Turkstalig) uitgebracht en

verschijnt één keer per maand Zaman Nederland (Nederlandstalig). We concentreren ons met name op de onderwerpen die zowel de Nederlandse als Turkse gemeenschap aangaan. Op deze betekenisvolle dag hebben we enkele vooraanstaande leden van de samenleving in ons midden gehad. Nederland is ons nieuwe vaderland geworden. De integratie waar zo vaak over gesproken wordt zal pas succesvol worden zodra we de taal, de gewoonten en cultuur van dit land kennen. De weg van begrip loopt mijns inziens via dialoog en verdraagzaamheid. Het was een mooie avond. Mensen hebben met elkaar van gedachten kunnen wisselen en we hebben de expositie van Osman Turhan geopend.” Dank Mohamed Sini (ROC): “Het was één van de best georganiseerde iftar-avonden die ik in Nederland tot dusver heb meegemaakt. Ik wil hierbij Time Media Group bedanken.” VVD’er Stef Blok: “De warme ontvangst heeft veel indruk op me gemaakt. Ik dank Time Media Group voor deze bijeenkomst. Graag zou ik ook komende jaren aanwezig willen zijn.” Basri Doðan, Amsterdam


E1150

Bed + Nachtkastjes + kommode + spiegel + kleren kast

E1440

Bed + Nachtkastjes + kommode + spiegel + kleren kast

E880

E1890

E1240 E1380

ASİL eetkamer

E2280

STYLE

E2340

E2780

E1990 Dressoir + Spiegel + Vitrine + Tv Kast + Eettafel + 4 stoelen

Dressoir + Spiegel + Vitrine + Tv Kast + Eettafel + 4 stoelen

Dressoir + Spiegel + Vitrine + Tv Kast + Eettafel + 4 stoelen

E780 SPIDERMAN

SECRET GARDEN

Bed + Nachkastje + 2 deurs kast

Bed + Bureau + 2 deurs kast

E840

E3290 SCARLET Eetkamer

E1390

E990

Bed + Bureau + 2 Deurskast

E3970

E2990

S PECIAL SERIES DOĞTAŞ

E2990

S PECIAL SERIES DOĞTAŞ

E2290

E620

Bed + Nachtkastje + Bureau + 2 Deurskast

E3900

EXCLUSIEF Eetkamer

EXCLUSIEF DOĞTAŞ

- Antibacterieel - Antistress - Farklı ve göz okşayıcı - Extra comfort - Garantie 10 jr LOVELY MATRAS E699

EXCLUSIEF Slaapkamer

E499

BETA AL PA IN 2010

S

LOVELY BED E990

TIEVE MOOIE en KWALITA r geld meubelen voor minde

tot Mogelijkheid len verspreid beta

E640 Liefdes bed LOVELY

E890

E590

E490

ALLEEN BIJ DOĞTAŞ Bij het ontwerp is rekening gehouden met het anatomie van mannen en vrouwen.

PEDDO

EXCLUSIEF DOĞTAŞ

E690

APRIL

EXCLUSIEF PREMIUM

S PECIAL SERIES DOĞTAŞ

E1690

E940

E850

E640

MISS tienerkamer

E1690

Bankstel 3 + 2

FORMULA

ARAGON eetkamer

E1890

Dressoir + Spiegel + Vitrine + Tv Kast + Eettafel + 4 stoelen

E1340

Bankstel 3 + 2

ELEGANCE eetkamer

Hoek Bankstel

E2440

E990

PARİS

GÜNEŞ

DA VINCI

E840

Hoek Bankstel

E1350

E1880

Bed + Nachtkastjes + kommode + spiegel + kleren kast

ZEUS eetkamer

E1280

E1990

Tel. 020-489 65 03 Tel. 020-411 15 01 Tel. 010-434 80 99

KİBELE slaapkamer

E1580

ARTEMİS slappkamer

HELEN slaapkamer

Hoofdweg 410, 1056 DK Amsterdam Burg. de Vluchtlaan 131, 1063 BK Amsterdam Nieuwpoortweg 8, 3125 AP Schiedam

Bed + bodem

E350

E249 26 cm hoog

ORTHOPEDISCH

Zet- en drukfouten voorbehouden


ZAMAN

15

NEDERLAND

SEPTEMBER 2008


INTERVIEW

SEPTEMBER 2008

ZAMAN

16

NEDERLAND

“Media vertragen integratie” Meningen worden als feiten gebracht De tijd dat de mensen alles geloven wat er in de media gesteld wordt is al enige tijd voorbij. Maar nog altijd nemen mensen klakkeloos berichten uit de verschillende media over. En dat heeft negatieve gevolgen voor de integratie in Nederland. Docenten en studenten van de Christelijke Hogeschool Ede werd de vraag voorgelegd welke rol de media spelen bij de integratie.

MARTIJN JONKMAN

ZN: Wat is volgens jou de rol van de media bij de integratie in Nederland? MB: De rol van media is uiteindelijk beperkter dan wij denken. Het debat over integratie en immigratie vindt al jaren plaats. In de huiskamer, op verjaardagen, andere ontmoetingsplekken in de sociale omgeving en op internet. In feite wordt er al over gepraat sinds de jaren 70! Burgers zijn niet dom en onmachtig maar gaan in het debat hun eigen

Maarten Bakker (MB) 49 jaar Docent Communicatie CHE, Ede

weg. Het heeft juist jaren geduurd voor de media hun maatschappelijke taak wat dit onderwerp betreft naar behoren zijn gaan vervullen. Sinds die tijd, 2002, komt het debat aan de oppervlakte en wordt het eigenlijk juist steeds zindelijker van aard. Alles mag aan

Kirsten Hildering (KH), 23 jaar Oud-studente journalistiek CHE, Accountmanager personeelsintermediair, Ede

de orde komen, ook populistische opvattingen dragen bij aan het proces van duiding en waarheidsvinding. Er is kennelijk iets aan de hand. Journalisten mogen wat mij betreft wel een tandje bijzetten. Beter hun best doen en op zoek gaan naar wat er echt aan de hand is in

Maaike Wijnstra (MW) 23 jaar Afgestudeerd in journalistiek CHE 2007, Freelance journalist, Den Haag

plaats van afgesleten clichés bewandelen. KH: Ik denk dat de media wel een rol spelen in de integratie. Je hoort er altijd wel wat over in het nieuws, denk aan de inburgeringcursus. Nieuwsberichten zijn, ondanks dat het feiten genoemd worden, vaak

Masooma Yousufzai (MY) 21 jaar Oud-studente journalistiek CHE, Studente Geschiedenis Radboud Universiteit Nijmegen, Nijmegen

gekleurd door een mening. Deze is regelmatig negatief, dus ik denk dat dit de lezers/kijkers zeker kan beïnvloeden. We nemen nieuws vaak klakkeloos over, zonder er eerst kritisch zelf naar te kijken, of de meningen te onderzoeken. MW: De media werken


ZAMAN twee kanten op wat integratie betreft; regelmatig verschijnen er positieve artikelen in damesbladen die succesvol geïntegreerde vrouwen aan het woord laten. Daarentegen zijn de kranten wat minder positief, je zou zelfs kunnen zeggen dat ze de integratie vertragen. Qua onderwerpkeuze wordt de integratie in kranten eenzijdig belicht en er bestaat een terechte discussie over het wel of niet noemen van de afkomst van daders. Ik heb er zelf eens voor gekozen om bepaalde mensen alleen nog noodzakelijkerwijs aan het woord te laten in de huis-aan-huiskrant waar ik als eindredacteur werkte, omdat ik genoeg had van hun negatieve woorden over de integratie. Door dit soort mensen, zoals Geert Wilders, keer op keer aan het woord te laten en er buitensporige aandacht aan te besteden werk je als journalist mee aan het in stand houden van een (onnodige) hype en daardoor stigmatisering. MY: De media kunnen het debat stimuleren, maar journalisten moeten zorgen dat ze blijven nuanceren. Anders voelt een groep zich benadeeld door de media, en worden vooroordelen de waarheid. Alleen negatieve berichtgeving over allochtonen of autochtonen bevordert veel vooroordelen. Mensen nemen wat de media zeggen vaak aan voor waarheid. Dat is lang niet altijd zo. Daarom is het belangrijk dat journalisten weten waarover ze schrijven, en vooral een genuanceerd beeld geven. ZN: Wat merkte je zelf aan integratie gedurende de studie (bepaalde lessen, regels bijvoorbeeld)? MB: Sociologie, de journalistieke praktijkvakken, overal heeft integratie wel een plek. KH: Niet veel. We hadden dan ook niet veel buitenlanders op school, degene die er waren werden net zo behandeld als ieder ander. MW: Ik heb bijna alles wat anders was dan christelijk gemist op school, om te beginnen mensen. In de lessen is er wat mij betreft te weinig aandacht besteed aan verschillen tussen mensen, maar werd vooral gekeken naar de overeenkomsten tussen de christelijke studenten. MY: Niet veel, behalve dan dat wij met verschillende nationaliteiten in de klas zaten. Na 11 september is pas het bewustzijn bij mij gekomen dat ik een ‘allochtoon’ ben. Toen werd er op ineens heel veel op de verschillen gewezen. ZN: Wat merk je van integratie als je de krant openslaat of het journaal bekijkt? MB: Integratie in de media? Eerlijk gezegd alleen als er opzienbarende zaken gebeuren. Dan gaat het vooral om slecht nieuws. Als het maar schokt is het parool en dat staat garant voor oppervlakkige journalistiek. We kennen het rijtje: EdeVeldhuizen, Gouda-buslijn, de spoorlijn HoornEnkhuizen en het percentage criminele activiteiten onder allochtonen. Het zij zo. De feiten worden genoemd en dat mag. Turken bedreigen hun eigen succesvolle vrouwelijke medelanders als ze publiek te veel scoren zonder hoofddoekje. Dat moet genoemd. We moeten weten wat de stand van zaken is. Positieve dingen komen minder in het nieuws: sportprestaties, culturele en artistieke prestaties, politiek talent van allochtone afkomst. Maar ook dat heeft gelukkig zijn plek. KH: Je ziet vaak artikelen en meningen over de inburgeringcursussen en de kritiek daarop. Verder zie ik er niet zo veel van. MW: geen antwoord MY: Inhoudelijk komen allochtonen vaak negatief in het nieuws. En als allochtonen in het nieuws komen dan zijn het types als Eshan Jami. Dat is jammer, er kan ook enige nuance komen in de berichtgeving. Daarnaast moeten allochtonen zich goed profileren, ambitieus zijn zodat ze het zelf ver schoppen, en een ander beeld afgeven via de media. ZN: Hoe vind je dat het gaat met de integratie in Nederland? Maken mensen zich terecht zorgen of zien ze spoken die de integratie juist tegenwerken?

17

NEDERLAND

MB: Er zijn flinke groepen moeilijke allochtone jongeren. Sociaal economisch maar ook cultureel en sociaalpsychologisch zijn ze in een achterstandsituatie grootgebracht. Dat wordt er niet beter op. Als het economisch tij keert en in een recessie omslaat wordt het in een snel tempo veel erger. Ik zie het dan zeer somber in. Onze maatschappij mist dan een verbindende spirituele en ideologisch gedeelde visie op de grote cultuurfilosofische vragen van onze tijd. KH: De integratie kan altijd beter. Moslimvrouwen kunnen vaak nog geen woord Nederlands spreken, dus ik vind bijvoorbeeld dat dit aangepakt kan worden. En in mijn werk zie je vaak dat mensen met een buitenlandse afkomst toch moeilijk aan banen in het hogere segment komen en blijven steken op productieniveau, terwijl ze veel meer kunnen. Dat is denk ik wel een aandachtspunt, zeker met het tekort op de arbeidsmarkt.

MW: Ik ben zelf vrij optimistisch over de integratie, omdat ik houd van de verschillen tussen mensen en daar niets mis mee vind. Maar ik ben wel van mening dat er soms erg makkelijk over bepaalde Nederlandse normen en waarden heen wordt gestapt. Het stoort me wanneer iemand met een representatieve functie door de rechter in zijn gelijk wordt gesteld die geen hand wil schudden. Dat is een ‘gewoonte’ in Nederland. Wie zich daar niet aan wil houden heeft daar het volste recht toe, maar doet er goed aan dan een andere baan te zoeken. Op deze manier worden er dingen verdraaid, en daar maak ik me zorgen over. Verder woon ik op de rand met de Schilderswijk en ik vind het heerlijk dat alle kleuren en soorten mensen door elkaar lopen. MY: Er zijn nog heel veel onderwerpen die besproken moeten worden wat betreft het integratiedebat. Op dit moment staat het integratiedebat gelijk

INTERVIEW

SEPTEMBER 2008

aan de problemen die de islam met zich mee brengt in het moderne Westen. Maar mensen vergeten vaak dat culturele problemen de wortels zijn voor het integratiedebat. Diversiteit is prachtig, daar kan men veel van leren. Maar universele waarden horen boven culturele normen te staan. En daar moeten wij, inwoners van Nederland en elk ander land, op letten, die waarden moeten we beschermen. Culturen hebben vaak veel meer gemeen met elkaar dan dat ze verschillen. Daar mag soms ook op gewezen worden. Onderwerpen die de tweede generatie allochtonen ervaart zijn onbesproken, hiermee bedoel ik onderwerpen als vrouwenonderdrukking door culturen, eerwraak, interculturele relaties. Onderwijs en goede voorbeelden van allochtonen die wel succesvol zijn kunnen mensen een ander beeld geven, waardoor ze na gaan denken over de vraag of ze wel goed bezig zijn.


NIEUWS

SEPTEMBER 2008

ZAMAN

18

NEDERLAND

Leefomgeving belangrijker bij jeugddelinquentie dan etniciteit Buurt belangrijkste boosdoener bij boefjesgedrag Crimineel jongerengedrag hangt vooral samen met de kwaliteit van de buurt, het gezin, schooluitval en de vriendengroep van de jongere, en minder met etniciteit dan vaak wordt gedacht. Jongeren uit probleemwijken nemen vaker deel aan jeugdbenden. Dat blijkt uit het onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut en het Willem Pompe Instituut van de universiteit Utrecht ‘Achtergronden van jeugddelinquentie en middelengebruik’.

vaak in de slechtste buurten met de slechtste woningen en kennen een hoge werkloosheid. Deze lage positie op de sociaaleconomische ladder werkt weer negatief uit op de schoolcarrière van jongeren, de vriendengroep en ook de vrijetijdsbesteding. Al die factoren kunnen voorspellers zijn van delinquent gedrag: hoe kleiner de kansen op een maatschappelijk en economisch succesvolle toekomst, hoe minder ze te verliezen hebben en hoe groter de kans op een criminele carrière.

Aandachtspunten

Voor het onderzoek is delinquent gedrag, middelengebruik en slachtofferschap van jongeren via zelfrapportage in kaart gebracht. 2300 leerlingen uit de eerste drie klassen van het voortgezet onderwijs gaven antwoord op de vraag of zij bepaalde delicten gepleegd hebben, hoe vaak zij dat deden en onder welke omstandigheden. Deze methode is voor het eerst in Nederland toegepast en levert nieuwe en verrassende gegevens op over de grootte van de groep jongeren die structureel strafbare feiten pleegt. Buurten De onderzoeksresultaten tonen in de eerste plaats aan dat problemen in de buurt direct verband houden met delinquent gedrag van jongeren die daar wonen. Een buurt met veel criminaliteit en drugsgebruik geeft opgroeiende jongeren de boodschap dat het om normale verschijnselen gaat. Een dergelijke omgeving vergemakkelijkt de inwijding in een criminele levensstijl. Het verband tussen delinquentie en etniciteit blijkt zwak: eerder speelt de sociaaleconomische situatie een rol. Gezin en school Ouderlijke controle is een andere sterke voorspeller van delinquentie. Verder is school, of het gebrek daaraan, een belangrijke factor in het leven van jongeren. Het begint met mislukking op school en eindigt met spijbelen en voortijdige schooluitval. Mislukking op school voorspelt weinig goeds: het betekent lage status, marginalisering en weinig perspectief op een redelijke baan. Vriendengroep Jongeren die slecht functioneren in school en gezin, zullen aansluiting zoeken bij andere gemarginaliseerde jongeren, waar gebruik van alcohol en drugs wordt aangemoedigd en delinquent gedrag normaal wordt gevonden. Er is een duidelijke samenhang tussen delinquent gedrag van vrienden en de eigen delinquentie. Jongeren plegen zelden een delict in hun eentje: dat gebeurt vrijwel altijd in groepsverband. Etnische minderheden Delinquent gedrag onder allochtone jongeren is hoger dan onder Nederlandse jongeren. Etniciteit heeft echter weinig verklarende waarde waar het gaat om delinquentie. Etnische groepen in onze samenleving wonen

In lijn met de uitkomsten van het onderzoek bevat het rapport tal van aanbevelingen aan de lokale en landelijke overheid. De belangrijkste zijn:

Ervoor zorgen dat in probleemwijken een gemengde populatie ontstaat. Dat wil zeggen: meer welvarende bewoners, minder werkloosheid, minder uitkeringsafhankelijkheid en een levendig midden- en kleinbedrijf. In zon wijk is te verwachten dat er een grotere overeenstemming komt over de gewenste normen en waarden in de buurt. Hulpverlening bieden aan gezinnen in armoede en sociaal isolement om zowel hun levensomstandigheden als hun opvoedingsvaardigheden te verbeteren. Extra investeren in openbare orde en veiligheid en als gemeente zorg dragen voor voldoende en kwalitatief goede sociale dienstverlening in

de wijk. Streng toezicht op leerplicht, goede voorbereiding op een succesvolle schoolcarrière door voor- en vroegschoolse educatie en investeringen in het onderwijs zelf. Het vmbo-onderwijs moet praktischer worden, met meer nadruk op vakgerichtheid en handvaardigheid. Tot slot moet het alcoholgebruik van jongeren drastisch worden teruggedrongen door het in aanvulling op al getroffen maatregelen - beperkter beschikbaar stellen van alcohol en het bieden van andere vrijetijdsalternatieven. Het duurder maken van alcohol blijkt een goede preventieve strategie volgens internationaal onderzoek. Verwey-Jonker Instituut


ZAMAN

19

NEDERLAND

COLUMN

Zit er een verhaal in?

M

ediamakers zijn verhalenbedenkers. Of het nu gaat om het vullen van de krant, een weekblad, radiorubriek, televisieprogramma of internetsite, het gaat ze erom een goed verhaal te bedenken dat iets toevoegt aan wat er allemaal al is gezegd en geschreven. Elke week, elke dag en zelfs elk uur worden die verhalen bedacht om ons het nieuws uit de wereld te presenteren, via het scherm, de kiosk of gewoon op onze deurmat. Het zijn bedachte verhalen – al heeft niet iedereen dat in de gaten. Veel lezers en kijkers denken dat journalisten verslaggevers zijn, maar dat is niet zo. Ze bedenken verhalen, ze kijken naar de wereld met een nieuwsgierige blik en maar één gedachte die ze drijft bij wat ze zien; zit er een verhaal in? Zit er een verhaal in? Zit er... b.brandsma@planet.nl Ze moeten wel. Nieuws op zichzelf, is alleen maar nieuws. Dat is snel verteld. Daar vul je niet dagelijks drie of vier actualiteitenprogramma’s en tenminste drie dagelijkse talkshowachtige, achtergrondprogramma’s mee. En dan heb ik het alleen nog maar over de Nederlandstalige televisie. Op de Nederlandstalige radio even zo vele rubrieken, in de landelijke en regionale dagbladen moeten vele pagina’s met achtergronden gevuld en op internet doen we het de laatste jaren allemaal nog eens dunnetjes over. En de langere verhalen ‘achter het nieuws’ kunnen we tot ons nemen via week- en maandbladen. Mediamakers zijn verhalenbedenkers.

BART BRANDSMA

‘Als je maar de juiste sprekers weet te strikken, dan heb je als journalist je verhaal rond’ Hoe gaat dat in zijn werk? Denk je in dat je met een alziend oog Nederland van bovenaf zou kunnen bekijken. Op een goed moment is er bijvoorbeeld een ernstige knokpartij in een buitenbuurt van Amsterdam, waarbij ook zes Marokkanen betrokken zijn. Dat is het nieuws. Na de melding ervan op het ANP, een internetdienst waarop alle redacties geabonneerd zijn, zie je op honderden redacties in de hoofden van duizenden mannen en vrouwen een vraag opkomen; zit er een verhaal in? Nieuws heeft een verhaal nodig, en dat verhaal moet niet al te bekend overkomen. Anders is het oud nieuws, en dat is geen nieuws. Na die eerste vraag zie je een bewonderenswaardige explosie van ideetjes en invalshoeken in al die hoofden. In het genre politiek: Cohen verliest grip... Marcouch machteloos! (Let als het even kan op alliteraties). In het genre human interest- ideeën: een mooie reportage schrijven met als invalshoek - ‘Bureau slachtofferhulp kan het werk niet aan’ ... of: ‘Buurtvaders houden er mee op’. In het genre onderzoeksjournalistiek: ‘Islamitische school moedigt geweld tegen de Nederlandse samenleving aan’ of ‘Islamitisch Dialoogcentrum is onderdeel van een staatsvijandige sekte’. Invalshoeken zijn er te over. Als het je vak is, verzin je er gemakkelijk 10 tot 20 in 5 minuten. En meteen daarna wordt er dan op de vele redacties gegoogled en getelefoneerd. Kunnen we Job Cohen of Ahmed Marcouch aan de lijn krijgen? Kunnen we een slachtoffer vinden dat al meermalen door verscheidene Marokkanen is overvallen? Hebben we het telefoonnummer van die gefrustreerde buurtvader die laatst bij Pauw en Witteman zat? Kunnen we mensen te spreken krijgen die durven zeggen, wat ze vinden van die islamitische school of dat dialoogBart Brandsma is filosoof (maar ook journalist en documentairemaker), schreef het boek De hel, dat is de ander; het verschil in denken van moslims en niet-moslims en is als onderzoeker verbonden aan het Dominicaans Studiecentrum te Nijmegen (www.bartbrandsma.nl)

centrum? Ze moeten wel wat durven zeggen, anders hebben we geen verhaal. Als je maar de juiste sprekers weet te strikken, dan heb je als journalist ‘je verhaal rond’. Zo gaat dat. Elke week, elke dag, elk uur. Verhalen worden bedacht. ‘Gemaakt’, zeggen journalisten liever. Nieuws is tenslotte alleen maar nieuws. Je moet er zelf wat van weten te maken. En doe je dat niet of niet snel genoeg, dan haal je de deadline niet. En daar heb je alleen jezelf maar mee... Tja, de journalistiek. In de dagelijkse praktijk zijn de media niet bijzonder bezig met of betrokken bij bijvoorbeeld de vraag welke rol ze spelen bij integratie. Ze hebben wel wat anders te doen. Ze moeten nog een verhaal bedenken.

COLUMN

SEPTEMBER 2008

Radioprogramma’s in eigen taal opgedoekt Het aanbod van multiculturele radio is sinds september veranderd. De uitzendingen voor Marokkanen, Chinezen, Turken, Antilianen, Surinamers en Molukkers zijn uit de ether. Nooit meer Zorg en Hoop of Tambu. De NPS heeft de radiouitzendingen in eigen taal vervangen door een programma dat iedereen moet aanspreken, ook autochtone Nederlanders: ‘Dichtbij Nederland’. Sinds 1 september zendt de NPS het vijf dagen per week uit, van tien uur ‘s avonds tot één uur ‘s nachts, op radio 5 . In januari 2009 volgen dagelijkse televisie-uitzendingen. Nieuwe generatie Doelgroepprogramma's staan al jaren

ter discussie binnen de NPS . De idee van programma’s in eigen taal vindt de NPS achterhaald. "De nieuwe generatie spreekt Nederlands. Dan moet je niet in een andere taal gaan uitzenden", vindt de programmastichting. Het nieuwe programma gaat zich meer richten op jongeren. Met veel muziek maar ook reportages uit de landen van herkomst, meldt Diana de Koning van de NPS. Op de website noemt de NPS het nieuwe concept: ‘Een uniek en grootschalig mediaproject dat voor gemeenschappelijke ervaringen wil zorgen. Voor positieve beeldvorming rondom nieuwe Nederlanders en hun landen van herkomst. Kortom voor sociale cohesie en meer wederzijds begrip.’ (...) Wereldjournalisten, Hilversum


LITERATUUR

SEPTEMBER 2008

ZAMAN

20

NEDERLAND

‘Geluk krijg je niet cadeau’ Succesvol romandebuut van ‘importbruid’ Hülya Ciðdem FATIMA AKGÜL

Strenge ouders

H

De nu 32-jarige Hülya Ciðdem kwam in de jaren ’90, op haar vijftiende, naar Nederland als Turkse ‘importbruid’. Ze heeft onlangs haar debuutroman gelanceerd: ‘De Importbruid’. Het boek is voor een deel de autobiografie van Ciðdem. Er ging voor haar bij de komst naar Nederland een heel nieuwe wereld open. En ze geeft haar lezers een kijkje in die wereld. Ciðdem vertelt hoe het is om een importbruid te zijn. Ook stelt ze in haar roman de scheve man- vrouw verhoudingen aan de kaak.

ü l y a Ciðdem werd geboren op 3 november 1975 in Ankara. Toen ze een jaar of tien was, verhuisde ze met haar ouders naar Mersin, een havenstad aan de zuidoostkust van Turkije. Ze had strenge ouders en vooral haar moeder was autoritair. Hülya mocht bijna niks. Haar opleiding kwam bijvoorbeeld tot een abrupt einde toen ze de lagere school achter de rug had. Tot haar grote verbazing mocht ze niet verder studeren, terwijl dat haar grote droom was. Haar vader vond het overbodig dat meisjes verder leerden. Die gingen toch trouwen en zich bezighouden met het huishouden. Ook dacht hij dat een studente aan te veel verleidingen bloot zou staan. Hoe absurd Hülya dit ook vond, ze kon haar ouders niet overhalen om haar toch naar school te sturen. Er stond haar een saai leven te wachten. Nu ze niet meer naar school ging, besloot ze maar naailessen te volgen. Verloofd op haar dertiende Op een zomerdag kwam er bezoek. Het waren goede kennissen die sinds de jaren ‘70 in Nederland woonden en elk jaar met vakantie gingen naar Turkije. Ook deze keer kwamen ze bij Hülya’s ouders langs. Maar nu met een heel andere bedoeling. Ze kwamen om de hand van Hülya vragen voor hun zoon Ahmet. Hülya was op dat moment nog maar dertien jaar oud. Trouwen, daar dacht ze nog helemaal niet aan. Liefst zou ze nog buiten spelen en naar school gaan. Hülya’s ouders vonden haar nog te jong. Toch lieten ze de keuze aan Hülya over. Tot hun grote verbazing antwoordde zij met JA. Voor haar bood dat namelijk een kans op meer vrijheid. Thuis mocht ze niks en studeren kon ook al niet. De ouders van Ahmet zagen er modern uit en kwamen uit een modern land als Nederland. Nederland zou voor haar een redding kunnen zijn en een kans op meer vrijheid. Zodoende accepteerde de 13- jarige Hülya het huwelijksaanzoek van een jongeman die ze op dat moment nog helemaal niet kende. Binnen een paar dagen waren ze verloofd. Toen moest Ahmet terug naar

Nederland om alles te regelen waardoor zijn toekomstige vrouw naar Nederland kon komen.

‘Het enige wat ik mocht doen, was mijn schoonouders en mijn man gehoorzamen’ Moeder van zestien jaar Op haar vijftiende trouwde Hülya met Ahmet en ging ze samen met hem naar Nederland. Haar grote avontuur kon beginnen, dacht ze. Ze kon niet wachten om Nederland te zien en om van haar vrijheid te genieten. Ze was getrouwd en kon nu eindelijk zonder de bemoeienis van haar moeder alles doen wat ze maar wilde. Maar dat bleek een mooie droom, die al snel in rook opging. Het stel ging volgens de traditie inwonen bij haar grote schoonfamilie in Tilburg. Daar werd ze als een sloofje gebruikt. En ook hier mocht ze niet naar buiten zonder toestemming. Dit alles moet een nachtmerrie zijn, dacht Hülya. “Voor meer vrijheid heb ik mijn geboorteland en mijn omgeving verlaten. Ik ben naar een volkomen onbekend land vertrokken, waarvan ik de taal niet spreek en het leven niet begrijp, in ruil voor vrijheid en geluk. Maar het enige wat ik mocht doen, was mijn schoonouders en mijn man gehoorzamen. Want dat hadden mijn ouders mij ook meegegeven: Luister goed naar je man en je schoonouders, had mijn moeder gezegd”, vertelt ze. Hülya en haar man hadden thuis niet veel in te brengen en wat de schoonouders wilden, dat gebeurde. “Mijn man was de jongste zoon en daardoor verwachtten mijn schoonouders dat we voor altijd bij hen zouden inwonen. Dan kon ik voor hen zorgen als ze ouder waren.” Na een paar maanden raakte Hülya zwanger. Ze kreeg op haar zestiende een dochter, die van haar schoonouders de naam Reyhan kreeg. “Het was net of ik huisje boompje beestje speelde, maar deze keer niet met een pop maar met een echte baby.” Bewustwordingsproces Dat Hülya zestien was en een kind had, veranderde niets aan haar situatie. Ze had ook totaal geen privacy. “We konden nooit eens even alleen zijn, mijn man en ik. Mijn schoonouders waren altijd thuis”, zegt ze met een zucht. Hülya werkte in een naaiatelier om aan het saaie leven te ontsnappen.


ZAMAN Zoals iedereen in huis moest ze het geld inleveren bij haar schoonmoeder. Die beheerde al het geld. Tegen de zin van haar schoonmoeder wilde Hülya Nederlands leren, omdat ze onafhankelijk wilde zijn. Haar schoonouders vonden het echter niet nodig dat Hülya Nederlands leerde. Zij was immers huisvrouw en deed de huishoudelijke dingen, dus waar was het voor nodig? Maar daar was Hülya het helemaal niet mee eens. Toen de schoonouders in Turkije met vakantie waren, heeft haar man haar ingeschreven bij de ROC Volwasseneneducatie. Twee jaar lang fietste zij elke ochtend met haar dochter achterop naar de taalcursus Nederlands. “Mijn schoonouders waren er totaal niet blij mee maar ik was immers al ingeschreven en het was al betaald, dus lieten ze het maar gaan, vertelt ze. Nadat ze haar taalcursus had afgerond, zette Hülya een verdere stap richting haar vrijheid en onafhankelijkheid. Nu ze de taal sprak en niet meer zo afhankelijk was van haar schouders kon ze ook een grotere stap nemen en verhuizen. Een eigen huis voor haarzelf, haar man en haar dochter, waar niemand meer de baas over je zou spelen. Ook hier waren haar schoonouders op tegen. Maar ook dit ideaal ging Hülya verwezenlijken. Toen de schoonouders onverwachts naar Turkije moesten voor een begrafenis van een familielid, verhuisde Hülya met haar gezin naar haar eigen huis. “Mijn schoonouders, en vooral mijn schoonmoeder, waren woedend toen ze het hoorden. Hierdoor is het contact met mijn schoonouders zelfs een tijdje helemaal verbroken.”

‘En vanaf dat moment dacht ik: Ik ga wat doen met mijn leven; ik wil net zo onafhankelijk en vol zelfvertrouwen zijn als Oprah’ Studie en een debuutroman Na haar taalcursus Nederlands ging Hülya twee jaar als buurtmoeder werken. Ze leerde hierdoor veel vrouwen kennen en kreeg een socialer leven. Ook kon ze nu met Nederlanders communiceren. “Toen ik nog bij mijn schoonouders woonde, had ik alleen contact met Turken. En omdat ik geen Nederlands kon praten, kon ik daar ook weinig aan veranderen”, zegt Hülya.Na twee jaar raakte de jonge buurtmoeder in de WAO en was weer hele dagen thuis. Dat was een

21

NEDERLAND

LITERATUUR

SEPTEMBER 2008

en doorzetten is ze nu een onafhankelijke vrouw, moeder, journalist en schrijfster met heel veel zelfvertrouwen. Hülya Ciðdem over haar boek

‘Ik wou dat ik kon zeggen dat alles in mijn boek fictie is en dat het geweldig is om een importbruid te zijn’

depressieve tijd voor haar. Ze dacht vaak aan de dingen die ze mee had gemaakt en zag haar toekomst zwart in. Tot op een zekere dag. “Ik keek bijna elke dag naar Oprah. Zij moedigde vrouwen aan om te vechten voor hun idealen. Ze zei dat je alles kon bereiken als je er maar voor ging. Dat had Oprah immers zelf ook gedaan. Zij had ook hard gewerkt om de zelfstandige en machtige vrouw te worden die ze nu is. Haar woorden klonken als peptalk in mijn oren. En vanaf dat moment dacht ik: Ik ga wat doen met mijn leven. Ik wil net zo onafhankelijk en vol zelfvertrouwen zijn als Oprah. Ik wou altijd al studeren, maar het mocht niet van mijn ouders. Toen ik in de kantine van de opleiding journalistiek stond en al die studenten zag, dacht ik: wat zijn jullie bevoorrecht omdat studeren vanzelfsprekend is. Maar dat is het niet voor mij! “ Hülya wilde graag de opleiding journalistiek in Tilburg volgen. Maar met de tweejarige Nederlandse taalcursus en haar gebrekkige vooropleiding durfde ze dat eigenlijk niet aan. Toch ging ze op intakegesprek. “Met knikkende knieën zat ik daar voor de directeur. Ik legde hem uit waarom ik deze opleiding wilde volgen. Ik bewonderde van kleins af aan de nieuwslezers, als ik ze op tv zag. Ze straalden allemaal zoveel zelfvertrouwen uit en leken alles te weten. Tot mijn grote verbazing werd ik aangenomen zonder toelatingsexamen. Ik moest huilen van geluk. Eindelijk kon ik studeren en ik zou bewijzen dat ik

het kon!” Het was wel een pittige studie. “Toen ik voor het eerst een klein artikeltje moest schrijven waar ik drie uur overdeed en dat daarna nog steeds wemelde van de fouten, kwam ik er achter dat mijn Nederlands wel degelijk onder de maat was. Maar opgeven stond niet meer in mijn woordenboek. Ik moest en zou mijn diploma halen.” Door dag en nacht hard te studeren haalde ze in het eerste jaar haar propedeuse. Dat gaf haar nog meer moed en kracht. Hülya ging in haar derde jaar stage lopen bij NRC Handelsblad. Ze raakte een keer aan de praat met Hans Nijenhuis, redactiechef Buitenland, en vertelde hem in het kort haar levensverhaal. Hij was helemaal onder de indruk van Hülya’s geschiedenis en adviseerde de stagiaire een boek te schrijven. Hülya moest erom lachen. Ze dacht; ik doe er heel lang over om een artikel te schrijven voor de krant, laat staan over een heel boek. Maar Nijenhuis had zelf al een boek geschreven en beloofde Hülya te helpen. Ook zou hij haar helpen met het vinden van een uitgever. Ze begon te schrijven. Ze stuurden het eerste hoofdstuk naar verscheidene uitgevers. Vier uitgeverijen toonden belangstelling en wilden het boek op basis van het eerste hoofdstuk publiceren. “Ik had echt niet verwacht dat er zoveel belangstelling voor zou bestaan”, vertelt ze. In 2005 had ze het boek af. Maar op het laatste moment zag Hülya ervan af om het te

laten drukk e n . “Het was nog niet zoals ik het precies wilde. Ik miste gewoon nog iets. Hülya besloot het te herschrijven. En nu is het dan zover! Op 8 mei lag haar debuutroman De importbruid in alle boekhandels. “Het is niet te geloven, ik heb het gewoon gedaan! Er zijn inmiddels al 3500 exemplaren van gedrukt en er komt een tweede druk. Ik heb onlangs ook gehoord dat het boek in de lijst met bestsellers van 2008 wordt geplaatst. Dat is echt zo’n goed gevoel”, zegt de kersverse schrijfster met een trotse blik in haar ogen. Inmiddels heeft Hülya ook haar diploma behaald en werkt ze freelance voor NRC Next, Brabants Dagblad en Nieuwe Revu. En na hard zwoegen

“Ik wou dat ik kon zeggen dat alles in mijn boek fictie is en dat het geweldig is om een importbruid te zijn. Maar dat zou een leugen zijn. En daar heb ik geen zin meer in. Importbruid zijn, kun je vergelijken met wortel en al uitgerukt worden en op een andere planeet geplant worden. Je bent totaal afhankelijk van anderen en velen blijven dat ook. Maar dat is niet nodig. Je hoeft je er niet bij neer te leggen. Als ik me erbij neer had gelegd, zat ik nu nog steeds op de bank bij mijn schoonmoeder. Maar ik heb gevochten voor mijn vrijheid en onafhankelijkheid en dat is me gelukt. Mijn boek De importbruid is deels autobiografisch. Het was voor mij niet echt gemakkelijk om dit alles op te schrijven. Het is namelijk een gevoelig onderwerp en je geeft hiermee toch een kijkje in je eigen keuken. Maar ik vond het wel nodig. Ook was ik een beetje bang voor de reacties van mijn familie en schoonfamilie. Maar die vielen gelukkig wel mee. Ik denk dat veel Turkse vrouwen die via een huwelijk naar Nederland zijn gekomen, zichzelf terugvinden in Rüya, het hoofdpersonage van mijn boek. Ik heb beschreven wat je als importbruid meemaakt en stel de scheve man- vrouw relatie aan de kaak. Ik hoop dat ik met dit boek vrouwen aanmoedig en laat zien dat je niet alles hoeft te pikken. Als je iets echt wil en ervoor gaat, is er bijna niks dat je niet kan bereiken. Ik ben nu gelukkig met mijn man en dochter. De relatie tussen mijn schoonfamilie en ons is ook weer hersteld. Achteraf zijn ze toch trots op me. Ik ben blij dat ik me er niet bij heb neergelegd. Want je geluk moet je zelf maken, dat krijg je niet cadeau!”


COLUMN

ZAMAN

SEPTEMBER 2008

22

NEDERLAND COLUMN

Sensatiejournalistiek voert de boventoon

D

www.nuanceproducts.nl

BESTE KWALITEIT VOOR LAAGSTE PRIJS

BADMEUBEL ACTIE SPRING - 90 cm x 190 cm - Spiegel met zes glazen rekken inc. verlichting en stopcontact - Wasbak 47 cm diep - Ruime laden

NIEUW

S ACTIEPRIJ 75,€4

HANDDOEKRING

€14,20 Gageldonkseweg 1A 4815 PD Breda T. 076 541 2339 F. 076 541 9629

S ACTIEPRIJ € 273, or eer vo Informr actiemee llen mode

SOLITAIRE - 65 cm x 203 cm - Spiegel inc. verlichting - Wasbak Keramiek, 52 cm diep - Ruime onderkast

Nieuw Mathenesserstraat 25 3113 AD Schiedam T. 010 427 0909 F. 010 426 1333

at de Nederlandse media als ‘De tragiek is dat mediamakers het om de islam en moslims niet bereid zijn de hand in eigen gaat eenzijdig en onzorgvuldig boezem te steken en de vele rapporteren, is thans in brede kring onderzoeksbevindingen ter zake doorgedrongen. Onder andere door serieus te nemen’ hun overmatige oriëntatie op exotisme maken de media zich schuldig aan het presenteren van generaliserende en Structurele verandering in de werkwijstigmatiserende berichten over mos- ze van de media met betrekking tot lims, het simplificeren van hun cultuur, moslims en de islam zou moeten verlohet opdelen van de samenleving in ‘wij’ pen via het introduceren van een serien ‘zij’, het projecteren van deze groe- eus diversiteitsbeleid waarbij niet pen als last en bedreiging voor de alleen de bedrijfsstructuur en programsamenleving, en het portretteren van ma-inhoud maar ook verslaggeving en presentatie onder de loep moslims als achterlijk, worden genomen. Dit kan irrationeel, fanatiek en echter alleen gerealiseerd niet geïntegreerd. En dat worden als het verantcreëert minachting voor woordelijke kader in deze en wantrouwen jegens sector overtuigd raakt van deze bevolkingsgroepen. diens bijdrage aan de Nationale en internationale onderzoeken leggen prof.dr. WASIF negatieve beeldvorming en vervolgens de noodSHADID dit herhaaldelijk bloot. zaak van verandering Recent is dit nog verinziet. De tragiek is dat woord in het rapport van mediamakers niet bereid de Europese Commissie tegen Racisme en Intolerantie. In het derde rapport zijn de hand in eigen boezem te steken over Nederland (februari 2008), wordt en de vele onderzoeksbevindingen ter onder andere gesteld dat islamitische zake serieus te nemen. Stigmatiserende gemeenschappen in Nederland op uitspraken en krantenkoppen worden grote schaal aan generalisaties worden voortdurend retorisch afgedaan met “Is onderworpen, waarbij zij zowel in de het niet waar dan?”, waarmee opmergedrukte pers als op radio en televisie kelijke uitzonderingen tot regels worfrequent met terrorisme in verband den verheven. Daarnaast kunnen Nederlandse mosworden gebracht. De media zouden bovendien de gedragscode voor zelfre- limgemeenschappen zelf een bijdrage gulering, waarover ze beschikken, in de leveren, vooral via de versterking van de praktijk zelden toepassen als het om de positie van de eigen media, en de oprichting van nieuwe. De reeds bestaande islam gaat. eigen media (kranten, tijdschriften en ‘Even weinig flexibiliteit als internetfora) zijn door hun opiniërende aanpak van onschatbare waarde. Ze een Senseo-apparaat’ beschikken echter over te weinig financiële middelen om op brede schaal echt Voor bewijsvoering verwijst men dik- effectief te kunnen zijn. Moslimgemeenwijls naar specifieke inhouden van schappen en hun weldoeners die de radio- en tv-programma's en kranten- bouw van moskeeën bekostigen beseffen artikelen. Terwijl wat niet gemeld helaas (nog) niet dat in de huidige mediawordt, dat wil zeggen de selectie van cratie het subsidiëren van een krant, tijdberichten en de context waarin deze schrift, radio- of tv-zender op den duur worden gepresenteerd, de eenzijdig- effectiever kan zijn voor het verbeteren heid beter tot uitdrukking kan brengen. van de imago van de islam, en daarmee Ook het relatief ontbreken van mos- voor het behoud van de religieuze identilimjournalisten in het mediabedrijf en teit van de gelovige in den vreemde, dan de relatief lage inschakeling van leden een (extra) moskeegebouw. van deze groepen in de media als desHelaas zullen de bepleite verandekundige horen in dit rijtje thuis. Leden ringen waarschijnlijk een ijdele hoop uit hun midden die wel tot de media blijven. De belangstelling voor sensaworden toegelaten zijn enerzijds over- tiejournalistiek bij zowel mediamakers wegend ‘culturele nestbevuilers’, die als mediaconsumenten zal hier zijn tol als narren rijkelijk worden beloond, of blijven eisen. Want, wat de media cenhebben anderzijds even weinig flexibi- traal stellen hangt vooral af van wat het liteit als een Senseo-apparaat, en wor- publiek belangrijk vindt en dat wordt den ter volksvermaak naar voren op zijn beurt aangereikt door de media. geschoven. De bij beide in de praktijk van alle dag Het relatief ontbreken van allochto- voelbare negatieve houding ten ne journalisten in het mediabedrijf opzichte van de islam en moslims, is in wordt gewoonlijk toegeschreven aan dit verband zowel frappant als tekede lage status die deze groepen aan het nend. Op korte termijn is deze vicieuze beroep van journalist zouden toeken- cirkel helaas niet te doorbreken. nen. Of dit waar is valt te betwijfelen. Het feit dat slechts 2% van de werkzaProf.dr. W.A.R. (Wasif) Shadid is hoogleme Nederlandse journalisten van raar in interculturele communicatie. Verzorgt allochtone achtergrond is, terwijl dit bij onderwijs en advisering en verricht onderde BBC thans de 9% heeft bereikt, geeft zoek op dat vakgebied en de multiculturele te denken. samenleving in het algemeen.


Nieuwlandplein 10-17, 3119 AH Schiedam * Tel.: 010 273 12 79 * Fax: 010 473 40 45 *

Maandag/Vrijdag 08.00-22.00 * Zaterdag 08.00-20.00

EERSTE ZONDAG VAN ELKE MAAND OPEN ÖZ SAÇ BLADERDEEG 500GR NORMAAL E1,65

0,59

YEDIGUN SINAASAPPEL MANDARIJN

NMS actieprijs

0,69

4x1.5 ltr

E1,25

4.20

3 3.39

3.29

2.79

2.65 2.99

4.99

4.99

5.50

5.99 5.9

2x1 ltr

1,49

1.75

1.35

5.95

2,665

+ 10% 4,69 4,

6.35 6.3

4,59

5.59

4.99

2,45

5.95

4.99

1,995

1,65

ACTIE... ACTIE... Extra kortingen ivm Ramadan

PİYALE MACARONI

NMS actieprijs

E0,59

1,50

0,65 65

1,19



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.