![](https://assets.isu.pub/document-structure/241210143104-b917e8d5f7818d0fa0778d6584cc89fe/v1/51d4c93ee1d533e0903c09ca256ee337.jpeg?crop=2145%2C1609%2Cx0%2Cy0&originalHeight=1609&originalWidth=2190&zoom=1&width=720&quality=85%2C50)
5 minute read
Dankzij Housing First kunnen daklozen een nieuwe start maken
Iedereen verdient een kans om opnieuw te beginnen
Als je op straat leeft, draait alles om één ding: de dag doorkomen. Zonder dak boven je hoofd is het onmogelijk om te werken aan andere problemen, zoals een psychiatrische aandoening, trauma of verslaving. Hoe krijg je dan ooit je leven weer op de rit? De Amerikaanse aanpak Housing First biedt daklozen een uitweg: éérst een woning (met stevige begeleiding), dan de rest. Volgens woonconsulent Petra van der Heijden van Zayaz en teamcoördinator Ilse Buitenkamp van de Maatschappelijke Opvang Den Bosch levert deze aanpak ook in onze stad mooie resultaten op: “80% van de deelnemers woont na twee jaar nog steeds in dezelfde woning.”
Mensen die in aanmerking komen voor een woning met ondersteuning vanuit Housing First, zijn al lange tijd dak- of thuisloos. Ze worstelen daarnaast met een combinatie van hardnekkige problemen, zoals een psychiatrische aandoening, trauma en/of verslaving. De hulp die ze eerder kregen vanuit verschillende organisaties, heeft onvoldoende opgeleverd. “En dat is eigenlijk niet zo gek, als je op straat moet zien te overleven. Housing First hanteert daarom een omgekeerde aanpak: eerst een woning, dan de rest”, legt woonconsulent Petra van der Heijden van Zayaz uit. “Een stabiele thuisbasis is fundamenteel om een nieuwe start te kunnen maken.”
Drie harde voorwaarden
De deelnemers aan Housing First hebben dus een flinke rugzak. Toch durven Zayaz, BrabantWonen en JOOST het aan om hen een woning aan te bieden. Hoe zit dat? “In de eerste plaats omdat dakloosheid iedereen kan overkomen. Ieder mens heeft recht op een huis en een nieuwe kans, ook deze groep”, stelt Petra. “Maar we stellen wel drie harde voorwaarden. De deelnemers móeten hulp accepteren, ze moeten de huur op tijd betalen en ze mogen geen overlast veroorzaken. Lukt dat niet, dan kunnen ze hun woning verliezen. Maar dat gebeurt dus bijna nooit.”
Aan deelname aan Housing First gaat een uitgebreid proces vooraf. “Als wij vanuit de Maatschappelijke Opvang denken dat iemand hiervoor in aanmerking komt, bespreken we dat met alle andere, betrokken partijen, zoals de gemeente”, legt teamcoördinator Ilse Buitenkamp van de Maatschappelijke Opvang Den Bosch uit. “Als zij instemmen, overleggen we met een van de woningcorporaties over de best passende wijk en woning voor deze persoon.” Daarbij gaat ook Zayaz niet over één nacht ijs, benadrukt Petra: “De collega’s van de afdelingen Verhuur en Sociaal Beheer steken hier samen veel energie in. We willen de kans op succes zo groot mogelijk maken.”
Intensieve samenwerking
Het intensieve overleg gaat ook na de woningtoewijzing door. Volgens Petra is dat essentieel. “Je móet van elkaar op aan kunnen, vooral als het niet goed gaat. Daarom investeren we veel in de samenwerking met bijvoorbeeld de verslavingszorg, GGZ, de wijkagent, of de bewindvoerder. Zij zijn allemaal actief betrokken en stemmen hun inzet onderling voortdurend af. Ook het netwerk van de deelnemers wordt betrokken, dat kunnen ook buurtgenoten zijn. We komen direct in actie als het niet lekker loopt; dat is de enige manier om dit goed te doen.” De deelnemers moeten stevige ondersteuning vanuit de Maatschappelijke Opvang accepteren. “We komen zo vaak langs als nodig is. In het begin is dat vaak 6-10 uur per week, later wordt het minder. Maar we laten ze nooit helemaal los”, vertelt Ilse. “Een groot verschil met andere vormen van hulpverlening, is dat de deelnemer wel zélf bepaalt waaraan hij wil werken. Daardoor gaat iemand zelf nadenken over wat hij wil bereiken, dat werkt goed.” Petra vult aan: “Deze bewoners maken daarin keuzes die voor anderen soms lastig te begrijpen zijn. Maar als je ze leert kennen, ga je ze vanzelf beter begrijpen. Wederzijds begrip is nodig om prettig samen te wonen.”
Even schakelen
Sommige deelnemers weten zich in het begin geen raad met hun woning: “Een eigen plek, waar het altijd warm, droog, stil en veilig is; dat kan behoorlijk wennen zijn als je lang op straat hebt geleefd”, merkt Ilse. “Op straat draait alles om het overleven van de dag: als je te eten hebt en ergens droog zit, heb je het belangrijkste bereikt. Maar een huis moet je ook schoon houden, en er vallen rekeningen op de mat. Dat is wel even schakelen. Ook daarbij ondersteunen wij ze intensief.”
De aanpak van Housing First loont: landelijk gezien woont gemiddeld 80% van de deelnemers na twee jaar nog steeds in de toegewezen woning. Er is dus weinig uitval. “Na twee jaar komen ze in aanmerking voor een huurcontract voor onbepaalde tijd. Dat moment is voor de meeste deelnemers erg spannend”, merkt Petra. “De dankbaarheid is groot, als ze merken dat ze echt verder kunnen met hun leven. Ook voor mij is het een leerzame ervaring. Deze mensen hebben veel meer meegemaakt dan ik, ik vind het indrukwekkend dat ze toch weer zijn opgestaan.”
![](https://assets.isu.pub/document-structure/241210143104-b917e8d5f7818d0fa0778d6584cc89fe/v1/51d4c93ee1d533e0903c09ca256ee337.jpeg?width=2160&quality=85%2C50)
MET MENEER E. GAAT HET WEER GOED
Meneer E. is een rustige, stille man, die geen contact meer heeft met zijn familie. Zes jaar lang woonde hij afwisselend op straat, bij vrienden en in het schuurtje van zijn volkstuintje. Via Housing First kreeg hij van Zayaz een woning toegewezen. Daar moest het nodige aan gebeuren, maar meneer E. bleek een prima klusser, die zelfs uitstekend kon stukadoren. Hij richtte zijn huis in met spullen van de kringloop en Markplaats. De kerstkaart die hij ontving van zijn Housing First 'familie', lijstte hij in. Hij staat nog steeds op de kast. Toen hij na twee jaar nog steeds voldeed aan de voorwaarden van Housing First, kreeg hij een huurcontract voor onbepaalde tijd. Hij krijgt nog steeds begeleiding, het gaat goed met hem.