ZO Magazine februari 2019

Page 1


Het leven verandert. De Tipo ook.

TIPO SW MIRROR BUSINESS EDITION FINANCIËLE RENTING VANAF € 129/MAAND* Ontdek de businesseditie van onze hypergeconnecteerde stationwagon voor heel de familie. Gekarakteriseerd door zijn exclusieve ‘Blu Venezia’ metaallak en 16“ ‘Diamond Cut’ lichtmetalen velgen, biedt de businesseditie extra apparatuur, zoals het UConnect-navigatiesysteem met Apple CarPlay / Android Auto, cruisecontrol en een achteruitrijcamera. Alles voor een totaal comfort.

CONTACTEER UW FIAT BUSINESS CENTER VOOR EEN FLEET AANBIEDING OP MAAT. MEER INFO OP FIAT.BE

4,2-7,2 L/100 KM NEDC

109-164 G/KM NEDC

fiat.be

*Financiële Renting met aankoopoptie van 20% op een duurtijd van 60 maanden op Fiat Tipo Mirror Business Station Wagon 1.4 95pk. Catalogusprijs van de wagen € 13.079,51 (BTW Excl.), voorschot van € 3.701,50 (BTW Excl.), Fleet korting inbegrepen. Aanbod geldig van 01/01/19 tot 31/01/19, enkel bestemd voor professionele doeleinden. Onder voorbehoud van aanvaarding van uw dossier door FCA Bank, Belgisch filiaal van FCA Bank S.p.A., verhuurder, Jules Cockxstraat 8-10 te 1160 Oudergem met als maatschappelijke zetel Corso Agnelli 200, 10135 Torino - Italië. RPR: Brussel. KBO: 0699.630.712. Adverteerder: FCA Belgium n.v., Jules Cockxstraat 12 a - 1160 Brussel. RPR Brussel. KBO BTW: 0400.354.731. IBAN FCAB: BE 86 4829 0250 6150. Gelieve met uw Fiat dealer contact te nemen om meer te weten. Bovenstaande foto komt niet overeen met de afgebeelde maandelijkse aflossing. Neem contact op met uw verdeler voor meer informatie en voor een offerte op maat. De afgebeelde voertuigen komen niet overeen met de opgegeven versie en prijs. www.fiat.be. V.U.: Yann Chabert. Adverteerder: FCA Belgium N.V., Jules Cockxstraat 12a - 1160 Brussel. RPR: Brussel. KBO: 0400.354.731. IBAN FCAB: BE 86 4829 0250 6150.


DANNY OPENT

Waarom een loonakkoord (en een loonwet) belangrijk zijn Het was één van de goede voornemens voor dit jaar: een goed in­ terprofessioneel akkoord afsluiten tussen werkgevers en vakbon­ den. Dat betekent: een akkoord waarbij onze werknemers delen in de welvaart, maar dat de concurrentiepositie van onze bedrijven niet bedreigt. Voor de eerste keer zou dit akkoord onderhandeld worden op basis van de nieuwe loonwet.

FOTO Luc Daelemans

Er bestond al sinds 1996 een loonwet. Die bepaalde dat de werkgevers en werknemers een richtinggevende loonnorm afspreken, op basis van de loonevolutie in de ons omringende landen. Maar de oude wet werkte niet en onze lonen bleven sneller stijgen dan in de buurlanden. Het gevolg was een loonhandicap die ons land stilaan uit de markt prees. Daarom werd de loonwet aangepast: voortaan zou de maximale loonevolutie niet alleen bepaald worden door te kijken naar Duitsland, Frankrijk en Nederland, maar zou er ook rekening gehouden worden met een eventuele ontsporing uit de voorbije jaren. Bovendien zou men een veiligheidsmarge hanteren, want de loonevolutie wordt meestal onderschat. Uiteraard keert deze marge terug wanneer ze niet gebruikt hoeft te worden. Op die manier zijn we er zeker van dat de loonevolutie onze concurrentiepositie niet schaadt. Met de huidige wet zou dit neerkomen op een maximale loonstijging, dit en volgend jaar, van 0,8 % bovenop de indexaanpassingen, die men raamt op 3,8 %. Dus een totale maximale loonstijging van 4,6 % over de volgende twee jaren. Dat is toch niet niets?

“Het is onze plicht als sociale partners om een stabiel loonkader af te spreken.”

Net om die wet hebben de vakbonden de stekker uit de onderhandelingen getrokken en staakten ze op 13 februari. Ze willen de wet weg en ze willen ‘vrije’ loononderhandelingen.Vanuit UNIZO hebben we verbaasd en verbolgen gereageerd. Het is onze plicht als sociale partners om een stabiel loonkader af te spreken, en andere mogelijke verbeteringen van de arbeidsrelaties. In de huidige onstabiele internationale omstandigheden, is het onverantwoord om sociale onrust aan te stoken. Sommigen suggereren zelfs dat dit het einde is van het centrale loonoverleg. Laat de sectoren en de bedrijven zelf over hun lonen onderhandelen, zegt men dan. Maar dit houdt heel wat gevaren in. Vrije loononderhandelingen zijn pas vrij als er geen automatische indexering is. Het nabije verleden leert ons dat zelfs min of meer vrije loononderhandeling tot serieuze loonhandicaps leidt. Als werkgevers steken we alleszins de hand uit. Wij willen aan tafel zitten om tot een eerlijk loonakkoord te komen. Het is er nog niet te laat voor, maar de tijd dringt.

DANNY VAN ASSCHE UNIZO-GEDELEGEERD BESTUURDER verwacht reacties en suggesties op Danny.VanAssche@unizo.be

ZO februari 2019 - 3


ZO Magazine in februari STAND VAN ZAKEN

HET GESPREK

Waarom zouden winkels langer open moeten blijven?

Retailexpert Jorg Snoeck toont de toekomst van het winkelen.

8

22 DOSSIER Rijker dan je denkt met bedrijfsvastgoed.

16 ELKE MAAND 6 Samen werkt / 12 UNIZO en de verkiezingen / 14 De lezersquiz / 27 De snelfie / 29 Pech gehad / 36 De werkplek / 48 De waaromvraag / 50 Column De zaakwaarnemer / en in het midden: NIEUWS UIT JOUW PROVINCIE

Uw eerstvolgende ZO Magazine verschijnt op 21 maart 2019.

COLOFON Directeur MarCom Luc Missinne

Senior writer Herman Van Waes

Eindredacteur Filip Huysegems

Redacteurs Paulien Coenaerts Sanderijn Vanleenhove Filip Horemans

Management Assistant MarCom Jurgen Muys

V.U UNIZO vzw Willebroekkaai 37 1000 Brussel Tel: 02 212 25 53 zo@unizo.be www.unizo.be

RECLAMEREGIE Trevi nv Meerlaan 9 9620 Zottegem Tel: 09 360 62 16 www.trevi-regie.be

CONCEPT Wils-Peeters www.wils-peeters.be VORMGEVING Proforma Advertising www.proforma.be


Wat met een onafgehaalde reparatie? Check het onmiddellijk in de nieuwe ADVIESBRIEF

REPORTAGE De koffiecultuur: een businessmodel van boon tot kop.

38 BIJZONDERNEMEND

PRAKTISCHE ZAKEN

Voor wie houdt van dansen en muziek. E viva Decap Orgels.

Herken de aanloop naar een burn-out.

30

42

UNIZO-partners in ondernemen

Aangesloten bij uitgeverfederatie

ZO Magazine, het zakenblad voor de zelfstandige ondernemer, IS een uitgave van UNIZO, de Unie van Zelfstandige Ondernemers, en de Federatie Vrije Beroepen. Verschijnt 10 x per jaar. De redactie van ZO Magazine streeft naar de grootst mogelijke betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie, waarvoor zij echter behoudens opzettelijke fout niet aansprakelijk kan gesteld worden. ZO Magazine is lid van Medianetwerk Plus. UNIZO vzw is verantwoordelijk voor de verwerking van uw gegevens conform de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Meer informatie over de wijze waarop wij uw gegevens verwerken en uw rechten m.b.t. deze verwerking, vindt u op https://www.unizo.be/unizo-privacyverklaring.



SAMEN WERK T

Drie generaties Succes Fashion

“Open kaart spelen is het belangrijkste”

TEKST Sanderijn Vanleenhove – FOTO Wouter Van Vooren

In Succes Fashion in Asse staat vandaag de derde generatie Van Ginderdeuren aan het roer: zussen Kaat (links) en Joke (rechts). Voorlopig nog samen met nonkel Dirk (links) en vader Jan (rechts), maar binnenkort geven die de fakkel door. Kaat Van Ginderdeuren: “Mijn opa en oma startten de zaak in de jaren zestig. Toen nog in Sint-Agatha-Berchem. Zo’n dertig jaar geleden namen mijn vader en mijn nonkel de zaak over en openden een bijkomende vestiging in Asse. Vandaag runnen mijn zus en ik samen met onze papa en nonkel de winkel in Asse. Sinds 1 september is onze winkel helemaal vernieuwd. Jammer genoeg heeft mijn oma de opening net niet meer meegemaakt. Mijn opa is al langer overleden.” “Onze taken zijn goed verdeeld. Mijn nonkel doet de boekhouding. Mijn zus werkt zich in de boekhouding in en doet daarnaast de aankoop en verkoop, samen met mijn vader. Ikzelf sta in voor de winkel, marketing en aankoop. Maar ‘de jeugd’, wij dus, krijgt meer en meer verantwoordelijkheid. Af en toe fronsen ze misschien wel eens de wenkbrauwen (lacht), maar ze laten ons doen. Zo introduceerden wij een online webshop en verkopen we naast kledij nu ook decoratie en accessoires.”

Kaat: “We voelen de druk van het online shoppen, maar onze omzet lijdt er niet onder.”

“Wij mikken in onze winkel echt op de beleving. Daarin willen we het verschil maken. Onze klanten krijgen een persoonlijke service in een gezellig kader. We hebben ook ons eigen atelier voor kleine retouches, dat is absoluut een meerwaarde. Maar we mogen niet naïef zijn. Online shoppen gaat niet verdwijnen, integendeel. We voelen de druk, maar voorlopig lijdt onze omzet er niet onder. We willen inspelen op de online evolutie. Vandaar dus de webshop, al blijft onze fysieke winkel het belangrijkste. We zien dat onze vaste klanten heel vaak eerst online een kijkje nemen, om dan in de winkel te komen kopen. Maar we verkopen ook effectief online in heel België.” “Het is de bedoeling dat mijn vader en nonkel stilaan afbouwen en dat de jeugd definitief overneemt. Ze hebben ons zeker niet onder druk gezet om de zaak over te nemen. Integendeel. Ik heb het zelfs moeten vragen! Ik help al mee sinds mijn zestiende en ik ben zowat meteen na mijn studies begonnen. Ik ben geboren en getogen in de winkel.” “Met vier van dezelfde familie een zaak runnen is zeker boeiend. Het komt erop aan om goede afspraken te maken en vooral over alles te durven praten. Open kaart spelen is het belangrijkste. En wees gerust, onze familiefeesten blijven gezellig. Het gaat wel eens over het werk, maar onze partners en kinderen willen niet heel de tijd verhalen over Succes Fashion horen. En dat is maar goed ook.” / www.succes.be

ZO februari 2019 - 7


UNIZO niet te spreken over nieuw Vlaams Taxidecreet

FOTO: Pixabay

“Leefbaarheid taxibedrijven totaal genegeerd”

Syntra Vlaanderen lanceert Ideaal Duaal

Brug tussen werkplek en schoolbank Onder de vlag Ideaal Duaal vragen 12 CEO’s, onder wie Danny Van Assche van UNIZO, aan jongeren tussen 16 en 18 jaar naar een oplossing voor een typisch werkvloerprobleem. Duaal leren wil een brug slaan tussen bedrijven en studenten - en dus toekomstige werknemers, en komt erop neer dat leerlingen hun diploma behalen door tegelijkertijd naar school te gaan en in een bedrijf te werken. Op 13 mei worden de drie winnaars bekendgemaakt in Technopolis in Mechelen. www.ideaalduaal.be

Ten laatste in 2020 verdwijnen de vaste tarieven voor taxi’s door het zogenaamde Taxidecreet, dat eind januari werd goed­­ gekeurd in de commissie Mobiliteit van het Vlaams Parlement. Exploitanten zullen in de toekomst zelf hun prijs kunnen bepalen. Ook het quotum van één taxi per 1000 inwoners verdwijnt, en taxi’s mogen voortaan ook buiten het grondgebied van een gemeente rondrijden. Verder moet het nieuwe decreet de komst van nieuwe concepten en deelplatformen zoals Uber. UNIZO noemt het decreet een gemiste kans. “Dat de adviezen van de Mobiliteitsraad (MORA) en de amenderingsvoorstellen van

de bij UNIZO aangesloten sectorfederatie GTL (Groepering van Ondernemingen met Taxi- en Locatievoertuigen) compleet worden genegeerd, is zelden gezien. Een nieuwe regelgeving kan maar werken als er voldoende draagvlak is. En dat creëer je niet door een ganse sector manifest tegen de haren in te strijken.” UNIZO roept de Vlaamse beleidsmakers op om alsnog met de vertegenwoordigers van de sector te overleggen en tot een vergelijk te komen dat voor de ondernemers in de taxisector verteerbaar is. www.gtl-taxi.be

Kommer en Commerce

8 - ZO februari 2019


STAND VAN ZAKEN

In de Andes of in Antwerpen

Je grenzen verleggen met Trias Op 11 november 2019 trekt Trias met tien deelnemers naar Peru voor de vierde Trias Trail. Bestemming: het dak van de Regenboogberg (5035 meter), en een bezoek aan Coopagros, een aardappelcoöperatie in de Andes. Voor de fysieke voorbereiding zorgen de Climbing Managers. De eerste training is voorbij (zie foto), maar je kunt nog aanhaken tot 1 maart. Is dat wat te heftig, dan kun je op 28 april in eigen land met Trias de Antwerp 10 Miles meelopen. Door je te laten sponsoren, help je vrouwelijke ondernemers in El Salvador. Bedrijven die met tien of meer meerennen, krijgen van Trias een loopshirt met hun eigen logo.

Het cijfer

6931

studentondernemers

Nu nog de skiberg aan de Gentse Blaarmeersen, later Peru.

Klimmen in de Andes? www.trias.ngo/nl/trias-trail Zin in een zondagloopje? www.trias.ngo/nl/antwerp-10-miles

Sessies in heel Vlaanderen ter voorbereiding

Het nieuwe vennootschapsrecht in mensentaal Het nieuwe wetboek van vennootschappen en verenigingen staat voor de deur. Wat betekent die wet voor jou als ondernemer? Welke vennootschapsvorm kies je best? En vooral, hoe bereid je je daarop voor? Dat kun je ontdekken op een van onze infosessies vennootschapsrecht. En wel uit eerste hand, want het kabinet Geens komt jou persoonlijk vertellen waar je als ondernemer best rekening mee houdt. Iemand van FedNot, de federatie van de Belgische notarissen, legt uit hoe je het praktisch aanpakt.

De sessies vinden plaats op • 18 maart in Diest • 21 maart in Geel • 2 april in Dilbeek • 3 april in Hasselt • 4 april in Roeselare. Inschrijvingen: www.unizo.be/infosessiesvennootschapsrecht

Ongezouten mening

In de eerste zeven maanden van 2018 startten liefst 6931 studenten hun eigen bedrijf(je), volgens cijfers van het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ). Dat is een fikse stijging tegenover 2017, toen 5008 studenten zich daar aan waagden. Het gaat vooral om mannen (4213, tegenover 2718 vrouwen).Als vanaf 1 september 2019 ondernemingszin een van de eindtermen wordt in alle studierichtingen in de eerste graad, zal het aantal studentondernemers wellicht nog een flinke boost krijgen. De hogescholen en universiteiten zullen straks ook bij elke opleiding aandacht geven aan het zelfstandige statuut. Kortom: de piek van het aantal student-ondernemers is nog niet bereikt.

“De mensen zijn het beu. Het criterium is niet langer de beste kandidaat bij een sollicitatie, wel: woont hij of zij aan de goede kant van de Schelde.”

“Hij was altijd graag in de keuken van oma. Als klein manneke hebben we hem eens uit een grote casserole moeten halen waarin hij was gekropen. En als zesjarige ging hij naar de kleuterkookles.”

“Dat gebeurt trouwens vaker dan vroeger: mensen die weigeren te betalen. Die zeggen: ik betaal niet, maar je moet me helpen. Dat is je plicht als dierenarts. Wat moet je dan doen? Hun dier bijhouden tot ze betaald hebben? Dan loop je de kans dat je drie weken later nog met die hond of kat zit.”

Natiebaas Fernand Huts over de Antwerpse files, in De Tijd

Ingrid, moeder van Philippe Heylen (23), de jongste Belgische sterrenchef, in het Nieuwsblad

Marc Vangheluwe van de federatie dierenartsen Savab, in het Nieuwsblad

ZO februari 2019 - 9


STAND VAN ZAKEN

GRATIS NIEUWSRUBRIEK MET BEPERKTE AANSPRAKELIJKHEID

“Een burn-out is zeer complex. Het is een misvatting dat te veel werken de belangrijkste reden is. Dat klinkt gewoon goed. Veel mensen benaderen hun werk onrealistisch. Ze investeren enorm in hun job, hopen dat er veel terugkomt en zijn ontgoocheld als dat niet gebeurt. Een gewone job is niet aantrekkelijk meer, je moet het op Instagram kunnen zetten.” Organisatiepsycholoog Frederik Anseel, in de Tijd

België is een land van half dove en slechtziende gokkers aan het worden: dat leiden we af uit de jaarlijkse ‘Top 100 winkelformules ‘ van onderzoeksbureau Locatus. Want daar zien ze de grootste groei bij de gokkantoren, de opticiens en de hoorcentra. Maar er is nog een stijgermet-stip: met het nieuwe seizoen van Temptation Island breken weer gouden tijden aan voor de steeds talrijker tattooshops in ons land: die zijn in vijf jaar tijd bijna verdriedubbeld, tot zo’n 800. Volgens de FOD Volksgezondheid worden jaarlijks 500.000 tatoeages gezet en dus mogen die voor het eerst in de indexkorf die onze levensduurte weergeeft. Of hoe Temptation Island dus mee bepaalt hoeveel opslag jouw werknemers krijgen. Na de ‘Valentijnstaking’ van vorige week, krijgen werkgevers op 8 maart wellicht af te rekenen met de eerste Nationale Vrouwenstaking. Dat is namelijk de manier waarop vakbonden en actiegroepen dit jaar de internationale Vrouwendag willen ‘vieren’. Onder het motto “als de vrouwen stoppen, stopt de wereld met draaien,” wordt geïnformeerd over en gefulmineerd tegen loonkloven, glazen plafonds en andere discriminaties waar vrouwen op de werkvloer onder lijden. Nochtans wordt de grootste hondenstiel ter wereld doorgaans door mannen uitgeoefend: taxichauffeur. Volgens een bevraging van Randstad vindt de gemiddelde Belg dat beroep nog minder aantrekkelijk dan cipier, callcentermedewerker of woordvoerder van de NMBS. En het zal er niet op beteren als het nieuwe Taxidecreet de vaste tarieven voor taxiritten afschaft en de rode loper uitrolt voor de Ubers van deze wereld. Minister Ben W. durft geen taxi meer nemen, zeker sinds ze hem thuis uit bed hebben getoeterd. Winkeliers krijgen telkens weer te horen dat ze voor beleving in hun winkel moeten zorgen. Zo mag er eens wat meer gelachen worden, dacht de Leuvense slager Edwin Mertens. Daarom hield hij een ‘Week tegen de verzuring’: elke klant die met een mop of een kwinkslag zijn verkopers aan het lachen kon brengen, kreeg 250 gram gehakt gratis mee. De kwaliteit van de moppen -“Het is groen en skiet van een berg”- was doorgaans minder hoog dan die van het gehakt, maar de sfeer zat goed. Een voorbeeld dat navolging verdient voor al wie een zaak runt (begrafenisondernemers zich best onthouden).

10 - ZO februari 2019

77% handelaars wil wekelijkse rustdag houden

UNIZO: “Winkelopeningstijden zijn nu al ruim genoeg” UNIZO en sectorfederaties Mode Unie en Buurtsuper.be vinden het wetsvoorstel van N-VA-parlementsleden Valerie Van Peel en Werner Janssen om de winkelopeningstijden te verruimen en de verplichte sluitingsdag af te schaffen geen goed idee. “Waarom onze handelaars en hun personeel nog meer onder druk zetten voor meer flexibiliteit als daar helemaal geen nood toe is?”, vraagt CEO Danny Van Assche van UNIZO zich af. “Winkels kunnen nu al open zijn van 5u tot 20u (21u op vrijdag en op feestdagen). In de praktijk maakt 88% van de winkeliers daar geen gebruik van, aldus een UNIZO-enquête. Het openingsuur verlengen naar 21u zal dus weinig veranderen. Avondopeningen kunnen nu al bij feesten of braderieën.” “En de zondagsluiting is verre van absoluut. Sowieso kunnen zelfstandigen zonder personeel al op zondag open zijn (mits sluitingsdag in de week) en bestaan er uitzonderingen (tot ’s middags of hele dag) voor heel wat gevallen. Alle winkels in toeristische centra mogen sowieso open op zondag en in de steden zijn er de koopzondagen, in overleg met de lokale overheid. Elke zondag open, om zogenaamd beter te kunnen concurreren met e-commerce? Dat is een nepargument, want bij ons weten leveren de grote e-commercebedrijven niet op zondag. Kortom, mogelijkheden genoeg om langer open te blijven of om zondag actief te zijn. Wat het voorstel van N-VA dus overbodig maakt.” www.unizo.be/openingsuren

Er is geen nood aan ruimere openingsuren.


Partners van UNIZO

Samen met Boerenbond en sectorfederaties naar het Grondwettelijk Hof

UNIZO wil de bijkluswet weg

Single permit: één gecombineerde vergunning Een nieuwe procedure voegt de tewerkstellings­ toelating en de verblijfsvergunning voor niet-EUburgers samen in één gecombineerde vergunning. Wat is de single permit? Wanneer je een medewerker met buitenlandse nationaliteit wilde tewerkstellen, dan ging dit tot voor kort gepaard met twee afzonderlijke aanvragen: één voor een de tewerkstellingstoelating en één voor een verblijfsvergunning. Als werkgever vroeg je de arbeidsvergunning aan, de werknemer regelde zelf zijn verblijfsvergunning.

Op 24 januari dienden UNIZO, Boerenbond en acht bij UNIZO aangesloten sectororganisaties bij het Grondwettelijk Hof een gezamenlijk verzoekschrift in om de zogenaamde ‘bijkluswet’ te vernietigen. Het gaat om Bouwunie, Nelectra, Horeca Vlaanderen, UBK (kappers), Fitness.be, de Nationale Vereniging van Beroepsfotografen, NAV (architecten) en FBT (textielverzorgers). Ter herinnering: sinds 15 juli 2018 mogen werknemers, gepensioneerden, maar ook zelfstandigen tot 520 euro per maand bijverdienen zonder daarop b el astingen of so ciale bij­­­­­­dragen te betalen. Dat kan via ‘oc­­­­ casionele diensten’ aan particulieren, verenigingswerk, maar ook via erkende deelplatformen online. Volgens UNIZO zet die bijkluswet de deur open voor het deloyaal beconcurreren van reguliere ondernemers. Ook is het voor UNIZO onaanvaardbaar dat werknemers hun reguliere activiteiten (bij hun werkgever) in hun vrije tijd zouden voortzetten als onbelaste bijverdienste. Een procedure bij het Grondwettelijk Hof kan een jaar of langer duren. Het is dus nog even wachten op een uitspraak.

De bijkluswet zet de deur open voor oneerlijke concurrentie.

Tevreden over je ZO Magazine? Wij ook dan… Als UNIZO-lid ontvang je maandelijks dit magazine in de bus. Natuurlijk willen we af en toe graag weten of dit ook gelezen wordt. En dat valt best mee, zo blijkt uit een UNIZObevraging bij ruim 680 leden-lezers. Zo’n 80% leest in elk ZO Magazine, bijna twee derden leest de bijgeleverde Adviesbrief. En ruim 90% van de ondervraagden blijkt (zeer) tevreden over de geleverde lectuur. Ruim drie kwart (67%) wil het liefst geïnformeerd blijven met een gedrukt magazine..

Voor elke tewerkstelling van meer dan 90 dagen zijn deze procedures sinds januari 2019 samengesmolten tot één aanvraag. De nieuwe ‘single permit’ geeft je medewerker zowel toegang tot de arbeidsmarkt als tot het grondgebied. Let wel, in een aantal gevallen is de gecombineerde vergunning nog niet van toepassing. Voor een tewerkstelling van minder dan 90 dagen, van grensarbeiders en van au pairs blijft de gewone procedure van arbeidskaart en arbeidsvergunning van toepassing.

Gecombineerde vergunning aanvragen Bij een aanvraag van een tewerkstellingstoelating voor onbepaalde duur, komt de werkgever niet tussen. In dat geval moet de werknemer zijn aanvraag doen in het gewest waar hij of zij woont. Gaat het om een tewerkstelling voor bepaalde duur, dan is het de taak van de werkgever om de aanvraag in te dienen bij de bevoegde gewestelijke instantie. Dit is het gewest • van de vestigingseenheid waar de werknemer hoofdzakelijk voor werkt; • van de maatschappelijke zetel van de onderneming, als er geen hoofdzakelijke plaats van tewerkstelling is (bijvoorbeeld wanneer de medewerker 50% in het ene gewest en 50% in het andere gewest werkt); • van de plaats van tewerkstelling van de betrokkene, als het gaat om een buitenlandse werkgever die geen maatschappelijke zetel en geen vestigingseenheid in België heeft. Dien je de aanvraag per abuis in bij de verkeerde gewestelijke overheid, dat leidt dit niet meteen tot afwijzing. De niet-bevoegde gewestelijke overheid stuurt in dat geval voor jou de aanvraag door naar de juiste instantie.

Meer weten? Neem een kijkje op liantis.be voor sociaaljuridisch nieuws heet van de naald.

ZO februari 2019 - 11


UNIZO KIEST

In deze rubriek schotelen we je elke maand een andere prioriteit voor uit het lijstje dat UNIZO opstelde in de aanloop naar de Vlaamse, federale en Europese verkiezingen. Deze maand: Punt 9 uit de lijst, ‘Een drastische verlaging van administratieve overlast en een efficiëntere overheid’. TEKST Sanderijn Vanleenhove FOTO Shutterstock Als er iets is wat ondernemers verbindt, dan is het dit: paperassen, paperassen en nog eens paperassen. Ondanks goede voornemens om de administratieve overlast te beperken, neemt het papierwerk toe. Vooral bij kmo’s. Johan Rutten, zelfstandig milieuadviseur en extern milieucoördinator, kan ervan meespreken. Hij ondersteunt bedrijven en architecten bij de aanvraag van omgevingsvergunningen. “Onlangs moest ik voor een klant een ver­­­­ gun­­ningsaanvraag, inclusief Milieu-Ef­fec­­ten­­­ rapport (MER), in orde brengen. Ongelooflijk welke administratieve lasten dit met zich meebrengt, niet alleen bij de opmaak in het digitale loket, maar ook bij de administratieve behandeling door de bevoegde overheid. Zo waren er maar liefst 36 (!) formele advies-

Doe mee met de Red Tape Challenge! Raak ook jij soms gefrustreerd door de regeldruk, complexiteit of het gebrek aan digitale toepassingen? Doe dan mee met de Red Tape Challenge (red tape is een Engelse uitdrukking voor bureaucratische scherpslijperij). Stuur jouw verhalen naar redtape@unizo.be. Wij bundelen alles en zorgen ervoor dat administratieve vereenvoudiging zo weer bovenaan de politieke agenda komt. (Lees ook: ‘Waarom is administratief vereenvoudigen zo ingewikkeld” in ZO Magazine van december 2018).

12 - ZO februari 2019

Administratieve vereenvoudiging vragen: 21 voor de omgevingsvergunning en 12 om het project-MER goed te keuren. Plus nog een aantal informele kleinere subadviezen. Omdat er grensoverschrijdende effecten mogelijk zijn, kwamen er nog eens 3 adviesvragen in Nederland bovenop. Plus een openbaar onderzoek in 2 gemeenten waarbij burgers of niet-gouvernementele or­­ga­nisaties formeel hun bezwaren kunnen

indienen. Eén ongunstig advies of gegrond verklaard bezwaar kan volstaan om de volledige vergunning te weigeren. Ondanks alle kosten van studies en voorbereidingen voor de klant. Is dit waar we in Vlaanderen op zitten te wachten?” Lees alle prioriteiten uit het UNIZO-memo­ randum via www.unizo.be/verkiezingen

Wat vraagt UNIZO? • One in, three out-regel: wanneer de overheid een nieuwe maatregel invoert die een kost voor ondernemingen oplevert, dan moet ze maatregelen nemen die een besparing opleveren van drie keer de kost van de eerste maatregel. • Meer transparantie: UNIZO vraagt een publiek beschikbare regelgevingsagenda bij het begin van de regeerperiode, vaste verandermomenten waarop nieuwe wetgeving van kracht wordt en voldoende lange termijnen om ondernemers te laten inspelen op nieuwe wetgeving. Ook moeten regeringen zich engageren om Europese wetgeving niet in nog strengere eigen wetgeving om te zetten. • Verdere digitalisering: kmo’s moeten kunnen rekenen op een goed functionerende digitale overheid. Daarbij hoort een digitaal loket voor ondernemers over alle bestuursniveaus heen, en een eenmalige authentificatieverplichting. UNIZO vraagt ook een sterk open data-beleid van de overheid en een consequentere toepassing van het Only Once-principe (gegevens maar één keer moeten meedelen). • Elektronische facturatie: de overheid kan elektronisch factureren meer stimuleren door bijvoorbeeld de betalingstermijnen te verkorten en een verhoogde investeringsaftrek voor digitale vaste activa te behouden. • Een efficiëntere overheid: onder meer door informatisering en de afbouw van overbodige bestuurlijke niveaus en instellingen. Daarnaast moet de overheid de uitgaven beheersen, met de pensioenuitgaven op kop. Anderzijds moet er wel meer ruimte zijn voor overheidsinvesteringen, en dan in de eerste plaats investeringen die de productiecapaciteit van de economie ten goede komen, zoals o.a. infrastructuur.


Mag het een béétje méér zijn?

RES _ d é m u n t v o o r d e l o k a l e h a n d e l a a r

RES is er voor U: ondernemer, zelfstandige of vrij beroep. RES is actief in alle sectoren van bouwbedrijven, verzekeringsmakelaars, drukkerijen, restaurants tot en met kledingwinkels. Door RES als betaalmiddel te aanvaarden en zelf ook te gebruiken, bereikt u makkelijk nieuwe zakenpartners en klanten. U genereert zo extra omzet binnen het netwerk van RES-handelaars en particulieren.

Groei met ons mee

Maak deel uit van een netwerk van 6.000 actieve Belgische handelaars en méér dan 50.000 particulieren.

Méér info?

Bezoek www.res.be, mail naar info@res.be of bel 016 31 45 45. Wij helpen u graag aan nieuwe omzet.

Open nu een gratis RES-rekening.

VIND NIEUWE KLANTEN EN EXTRA OMZET MET RES!


Haute Quizzine Dé quiz van ZO Magazine

JOUW BEDRIJF OP DE COVER VAN DIT MAGAZINE?

Ledenvoordeel:

De 21 Geheimen voor Succesvol Ondernemen Businesscoach An Verstraete van Businesslab werkte in dit boek 21 actiegerichte tips uit, specifiek voor eenmanszaken en kleine BVBA’s.

Ontdek hoe je meer winst en meer vrije tijd creëert*.

1. Z oek in het magazine en in de adviesbrief die erbij zit het antwoord op vijf vragen en vul ze - samen met je UNIZOlidnummer - vóór het einde van maand in op www.unizo.be/hautequizzine. 2. H eb je alle antwoorden juist, dan maak je kans op een mooie prijs 3. Wie deze hele jaargang meedoet, tot juni, en juist antwoordt, maakt kans op de hoofdprijs: JE BEDRIJF OP DE COVER VAN ZO MAGAZINE, in november 2019. Het volledige reglement van deze wedstrijd kan je nalezen op www.unizo.be/hautequizzine. Je kunt daar ook de vorige vragen terugvinden.

Als UNIZO-lid bestel je gratis het boek “21 Geheimen voor Succesvol Ondernemen” via www.21geheimen.be/unizo . *

Trouwe lezers van ZO Magazine willen we belonen.

Let wel: dit is geen word-snel-rijk-zonder-te-werken boek.

Dit zijn de vragen van deze maand:

1. Met welke actie nodigt UNIZO uit om je ervaringen met paperassen en administratie te delen? 2. Hoeveel student-ondernemers telden we vorig jaar? 3. Welke aangiften moet je doen als je muziek afspeelt in je bedrijf? 4. Hoe heet de campagne waarmee UNIZO en Liantis stress en burn-out bij ondernemers bestrijden? 5. Wat is de officiële naam van een automatisch orgel met aparte instrumenten?

WAT KUN JE DEZE MAAND WINNEN? * Exemplaren van The future of shopping. Een voorproefje van waar dat boek over gaat, kom je te weten in het gesprek met een van de auteurs, Jorg Snoeck (zie blz. 22).

U wenst uw onderneming te verkopen in alle discretie? U zoekt een bedrijf om over te nemen? Van Damme & partners beschikt over 25 jaar ervaring.

* Toegangstickets voor jou en je gezelschap voor de Hannover Messe, van 1 tot 5 april. Dat is een wereldvermaarde vakbeurs waar de industrie 4.0 en artificiële intelligentie elkaar ontmoeten. Je kunt er baanbrekende technologieën bezichtigen die je tot nieuwe projecten inspireren.

Professionele begeleiding. Gratis waardebepaling. Indien geen resultaat: geen kosten. Onze portefeuille: www.vandamme-partners.be www.overnamemarkt.be

Vijf winnaars kunnen een prijs naar voorkeur kiezen!

Tel +32 9 222 58 54 - Fax +32 9 221 18 65 E-mail info@vandamme-partners.be www.vandamme-partners.be

adv-vandamme-ZO-2010b.indd 1

14 - ZO februari 2019

Winnaars worden 100% toevallig aangeduid met een random number generator.

29/03/10 13:19

Wil jij ook je zaak in de kijker zetten en een prijs aanbieden? Laat het weten via zo@unizo.be.


Vraag de lening voor uw nieuwe bestelwagen gewoon digitaal aan.

En u krijgt er een eersteklas dashcam* bovenop!

U krijgt hetzelfde scherpe tarief als in uw kantoor.

Ontdek meer op kbc.be/ondernemen/auto *Actievoorwaarden zie www.kbc.be/ondernemen/auto. De actieperiode loopt van 1 januari 2019 tot en met 31 maart 2019 23.59 uur of zolang de voorraad strekt.

ZO februari 2019 - 15


Vastgoed is vaak het belangrijkste onderdeel in het bedrijfspatrimonium. Wie denkt aan een overdracht van zijn zaak, doet er goed aan om een andere bestemming voor het pand te overwegen. Die reflex is er vandaag nog te weinig. Want met de ‘betonstop’ die eraan komt, openen zich nieuwe perspectieven. FOTO’S schutterstock

Toekomstkansen voor bedrijfsvastgoed

RIJKER DAN JE DENKT?

Ben je bakker, handelaar, winkelier of garagist, vastgoed is altijd belangrijk voor je bedrijf. Het juiste pand met de juiste grootte op de juiste plaats kan zeer bepalend zijn of je zaak succesvol is of niet. Heb je het ideale pand gevonden, dan stelt zich snel de vraag: kopen of huren? En

16 - ZO februari 2019

wat doe je op het einde van de rit? Meeverkopen met de zaak, verkopen als bedrijfsgebouw, of misschien is de plek wel geschikt voor herontwikkeling? Dat laatste kan in tijden van ‘betonstop’ wel eens interessant worden. We spraken met Joris Ockier van het vastgoedkantoor Between Brix.


DOSSIER/ VASTGOED

een gebouw. Een bedrijf evolueert ook en de snelle inwisselbaarheid van een pand is belangrijk om vlot te kunnen doorschakelen naar een hoger niveau.” “Een gebouw kopen kan een middel zijn om bedrijfswinsten veilig te parkeren, de aanwezigheid op langere termijn te verankeren en het gebouw naar eigen behoeften aan te passen.” “Voor een bedrijf lijkt het me belangrijker het juiste gebouw op de juiste plaats te hebben, eerder dan de juiste financieringsformule. Als het gebouw en zijn ligging cruciaal zijn, wordt de vraag ‘kopen of huren’ ondergeschikt.” / Is gepast bedrijfsvastgoed vandaag makkelijk te vinden? “Bedrijfsvastgoed is er bij de vleet. Maar gepast bedrijfsvastgoed vinden, dat is een zoektocht. Elk bedrijf is immers specifiek en een gebouw moet aangepast zijn om het voor die zaak bruikbaar te maken. Wie 100 bedienden heeft, kan niet terecht in kantoren die voorzien zijn op 90. En dat merk ik al eens bij de verkoop van een bedrijfspand: het is te klein, te groot, te hoog, te smal, te ver, te dichtbij.”

TWEEDE LEVEN

/ Is je eigen bedrijfsvastgoed kopen verstandig?

/ Vandaar jouw pleidooi voor een tweede leven van een bedrijfssite?

Joris Ockier: “Voor een particulier is dat meestal een eenvoudige vraag: je betaalt beter een lening af dan huur te betalen. Voor een bedrijf ligt dat anders. Het werkkapitaal is sowieso beperkt en je moet je telkens de vraag stellen of je beter investeert in de dingen die je eigenlijke business uitmaken, de ‘machines’ zeg maar, dan in

“Juist. Uiteraard zijn veel bedrijfsgebouwen vlot klassiek te verkopen. Wie vandaag een loods heeft van 2000 m² rond Gent, zal daar echt niet lang mee zitten. Maar voor ouder vastgoed, dat minder goed gelegen is en dus moeilijker verkoopbaar is, kan het alternatief zinvol zijn: herbestemming.”

/ Die andere bestemming zal allicht niet om het even wat zijn? “Niet zomaar elke reconversie is mogelijk. De krant staat vol met fout lopende reconversies, met een grote in Vilvoorde voorop. Maar er zijn ook heel veel geslaagde herbestemmingen, die oude industrieën tot hippe woonwijken maken of uitgeleefde fabrieken doen herrijzen als een nieuw kmo-park of als fancy loft-appartementen.”

“Gepast bedrijfsvastgoed vinden, dát is een zoektocht.” / Wat bepaalt of dat makkelijk lukt? “Ten eerste moet je voor jezelf eerst de rekening maken en een klassieke verkoop afwegen tegen herontwikkeling. De praktijk leert ons dat snel gedacht wordt dat een blokje van 10 appartementen meer opbrengt dan een oude loods. Dat kan, maar dat is niet per se zo. Alles begint bij de juiste inschatting: kan je pand meer opbrengen als projectgrond?” “Ten tweede moet je kijken wat op die plaats het best verkoopbaar is. Een nieuw kmo-park midden in de villawijk die intussen rond je bedrijf is gegroeid, zal allicht op weinig bijval kunnen rekenen. En een seniorenflat neerplanten ver weg van het centrum zal ook weinig zin hebben. Het is daarom essentieel om met de gemeente te overleggen welke functies waar nodig zijn. Pas als de gemeente overtuigd is dat de geplande reconversie ten goede komt aan de noden van de gemeente maakt een herontwikkeling kans op slagen. Uiteindelijk geeft één instantie zijn zegen over jouw plan: het college van burgemeester en schepenen.”

ZO februari 2019 - 17


DOSSIER/ VASTGOED

“Een mogelijk effect van de betonstop kan zijn dat in centrumgebieden hoger gebouwd mag worden.” / Is herbestemming tot projectgrond makkelijker te verkopen? “Projectontwikkeling is, na de crisis van 2007-2012, opnieuw in volle bloei. De vraag naar goede ontwikkelingssites is zeer groot. Dus allen daarheen. Maar projectontwikkelaars zijn in eerste instantie ondernemers. Weet dat je site streng zal gescreend worden op zijn toekomstige verkoopbaarheid. Het is niet omdat jij als grondeigenaar een luxe-seniorie op jouw terrein ziet verschijnen, dat de projectontwikkelaar meteen meestapt in dit verhaal.” / Welke weg dient zo’n herontwikke­ ling af te leggen? “Dat hangt ervan af. Past de nieuwe invulling binnen de bestaande bestemming, dan kan de vergunning mogelijks vlot verleend worden. Maar van een autofabriek een winkelcentrum maken kan al eens iets langer duren, zo leren we… Hoe groter de ontwikkeling hoe meer studies er moeten gebeuren: mobiliteit, grondsanering, milieu­effectenrapport, archeologisch onderzoek…” / Hoe weet ik nu op voorhand of een herontwikkeling méér zal opbrengen dan een klassieke verkoop als gebouw? “Laat om te beginnen een schatter de verkoopwaarde bepalen. Die zal de vierkante meters opmeten, de gebouwwaarde inschatten, er nog een paar formules op loslaten en ziedaar de waarde. Maar waarde en verkoopbaarheid zijn twee verschillende zaken. 20.000 m² industriegrond midden in een woonwijk kan de schatter hoog waarderen aan de tarieven van industriegrond, maar de verkoopbaarheid ervan is een andere zaak.” “Laten we even aannemen dat jouw bestaand gebouw goed verkoopbaar is, dan zal dé bepalende factor zijn welke ontwikkeling mogelijk is. Kunnen er op jouw grond van 5000 m² meer dan 100 flats, dan zal herontwikkeling het pleit met vlag

18 - ZO februari 2019

en wimpel winnen. Moet echter de helft een park worden en mag je maximum 2 bouwlagen hoog gaan, dan wordt het lastig om een betere deal in de wacht te slepen.”

REKENSOMMEN MAKEN

/ Hoe weet ik wat er mag op mijn grond? “Er zijn twee mogelijkheden. Ofwel legt de gemeente dat vast in verordeningen, ofwel laat de gemeente die deur open en vraagt ze een evenwichtig en stedenbouwkundig verantwoord ontwerp, en dan leg je best een masterplan voor.”

meters, zoals groenzone, bufferstroken, publieke parkeerplaatsen…” / Is de vastgoedmarkt nog niet oververhit? “De twee drivers van de vraag naar vastgoed zijn de bevolkingsgroei en de intrestniveaus. In steden die groeien, zullen prijzen blijven stijgen. En wat de intrest betreft: een lage intrest betekent meer kopers. Een hoge intrest maakt kopen duurder voor de gebruiker, en maakt voor de investeerder het rendement minder interessant dan andere beleggingen.”

BETONSTOP

“Een magazijntje waar nooit grote business werd gedaan kan een onverwacht pensioen opleveren.” / En hoeveel mag je dan rekenen per m2 voor de grond? “Dat is natuurlijk dé hamvraag. De waarde start bij de verkoopwaarde op de particuliere markt: voor hoeveel wordt een stuk grond in deze regio, in deze straat verkocht? Bij de grondeigenaar bestaat de verleiding om daar te stoppen. Maar dan begint de projectontwikkelaar pas te rekenen. Er is de kost om bestaande gebouwen af te breken, infrastructuur aan te leggen, zoals wegen, riolering, waterhuisbuffering, nutsvoorzieningen… en ook de ondergrond speelt mee: is er vervuiling, moet er archeologisch onderzoek gebeuren? En dan zijn er de ‘verloren’ vierkante

/ We vermoeden dat de zogenaamde ‘betonstop’ ook een invloed op de waarde van grond zal hebben? “Het woord ‘betonstop’ doet inderdaad vermoeden dat morgen de bouwgrond op zal zijn en dat deze schaarste zich zal vertalen in ofwel torenhoge prijzen ofwel torenhoge gebouwen… Zo’n vaart zal het niet lopen. In strikte zin is de ‘betonstop’ – (te) beknopt samengevat – het vergoeden van eigenaars die niet langer mogen bouwen in bijvoorbeeld woonuitbreidingsgebieden, of het verplaatsen van de zogenaamde bouwrechten van plaats A (buitengebied) naar plaats B (meer centrum-locaties). Het vergoeden van eigenaars die hun bouwrechten verliezen, bestaat overigens ook al vandaag onder de vorm van ‘planschadevergoeding’. Alleen zal die van 80% naar 100% gaan, tenminste wanneer het ontwerp van decreet van 21 juli 2017 ook effectief wet wordt. Zo ver zijn we nog niet.” “Een mogelijk effect zou kunnen zijn dat in centrumgebieden hoger mag gebouwd worden op basis van nieuwe gemeente-


ING Private Banking, maar vooral

Goosse Banking

De familie Goosse, oprichters en zaakvoerders van Goosse Tendance

Ondernemen zit de familie Goosse in het bloed. De succesvolle modezaak werd opgericht door Paul Goosse, en wordt nu geleid door zijn kinderen Jean-Paul en Pierre samen met hun echtgenotes. Al meer dan 50 jaar staan de vestigingen van deze familiezaak bekend voor hun topservice, een persoonlijke begeleiding en kwaliteitsadvies. Diezelfde kwaliteit en degelijkheid vinden ze terug bij hun ING Private Banker die het beheer van hun vermogen begeleidt en veiligstelt. Ook u kunt de uiterst persoonlijke aanpak van ING Private Banking ontdekken op ing.be/privatebanking

Aanbod voor bank-, financiële en/of verzekeringsdiensten, onder voorbehoud van aanvaarding door ING België (of in voorkomend geval door de betrokken verzekeringsmaatschappij) en mits wederzijds akkoord. Voorwaarden en modaliteiten (reglementen of algemene voorwaarden, tarieven en andere bijkomende informatie) zijn beschikbaar in alle ING-kantoren en op www.ing.be. ING België nv – Bank /Kredietgever – Marnixlaan 24, 1000 Brussel – RPR Brussel – BTW BE0403.200.393 – BIC: BBRUBEBB – IBAN: BE45 3109 1560 2789. Verzekeringsmakelaar ingeschreven bij de FSMA onder het nr.12381A. Verantwoordelijke uitgever: Philippe Wallez – Sint-Michielswarande 60, B-1040 Brussel.


DOSSIER/ VASTGOED

/ Weten ondernemers dat voldoende? “Het kan al eens aanvoelen als het VTMprogramma Rijker dan je denkt. Soms liggen er schatten op zolder, soms ook niet. Een belangrijk aspect dat nogal eens onderschat wordt, is de verhouding tussen de kost van een gebouw en de business die je in dat gebouw kunt doen draaien. Neem nu horecazaken: die zijn soms gelegen in mooie domeinen; maar als het restaurant pakweg 100 couverts aanbiedt, wordt de waarde van het gebouw bepaald door het aantal couverts en niet door het gebouw zelf.” “De bakker hoeft geen vastgoedspecialist te worden. Alleen raden we ten stelligste aan bij de verkoop van een bedrijfsgebouw alle pistes te bekijken. Klassieke verkoop kan evident zijn, herbestemming een interessant alternatief.” Joris Ockier is partner bij het Kortrijkse vastgoedkantoor Between Brix, dat bedrijfssites onderzoekt in functie van herontwikkeling en grondeigenaars koppelt aan de juiste projectontwikkelaars. Je kunt hem uitnodigen voor lezingen. / www.betweenbrix.be

Waarde en verkoopbaarheid zijn verschillende dingen.

lijke verordeningen; dat zal leiden tot een hoger aanbod en dus, misschien, tot een stabilisering van de prijzen.” “Een ander effect zou kunnen zijn dat de overheid soepeler omgaat met herbestemmingen en dat een binnengebied dat vroeger niet ontwikkelbaar was, dat morgen wel zou kunnen worden… Maar voorlopig is er nog veel ‘zou’ en veel voorwaardelijk.” / De bakker en de beenhouwer worden dan best ook vastgoed­ specialist, denk ik dan? “Daar is inderdaad iets van aan. Veel zelfstandigen hebben een groot deel van hun opbrengsten geïnvesteerd in het vastgoed van hun zaak. In de latere verkoop van de zaak speelt de waardering van het vastgoed een grote rol. En dat kan alle kanten uit: wie ooit in een winkelstraat een top-

20 - ZO februari 2019

slagerij kocht, zal vandaag misschien vaststellen dat die winkelstraat een stuk van zijn waarde verloren heeft; omgekeerd kan een magazijntje waar nooit grote business in werd gedaan een onverwacht pensioen opleveren.”

Overnamemarkt.be biedt ruimte voor de verkoop of verhuur van bedrijfsvastgoed. Overnametransacties worden vaak beter haalbaar als vastgoed afzonderlijk wordt verkocht. / www.overnamemarkt.be/nl/ bedrijfsvastgoed

Twee beleidskaders en een UNIZO-visie op vastgoed * Het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) wil het ‘bijkomend ruimtebeslag verminderen’. Dat is de zogenaamde ‘betonstop’, en betekent onder meer dat ruimtelijk rendement voorrang zal krijgen op ruimtelijke uitbreiding. Bestaande kernen worden versterkt, nieuwe bebouwing in buitengebieden wordt ontmoedigd. Voor vastgoed betekent dit dat panden diverse functies zullen moeten vervullen. * Het Vlaamse decreet Integraal Detailhandelsbeleid (IHB) schuift een kernversterkend beleid naar voor. Investeringen voor detailhandel zullen voornamelijk op de kernen van steden en gemeenten gericht worden. *UNIZO’s project ‘ Bedrijvige Kern’ ziet een toekomst waar vastgoed in onze kernen een combinatie van functies heeft (wonen, diensten, bedrijvigheid, detailhandel…). Dit zal mee een oplossing bieden voor de leegstand die nu vele gemeenten teistert.


!

LET OP: NIEUWE VOORWAARDEN IN 2019

Wil je graag een hand extra? Als werkgever in de zelfstandige kleinhandel kom je al snel handen te kort. Geschikt personeel vinden valt niet altijd mee. Daarom steekt het Sociaal Fonds je een handje toe.

Bied een langdurig werkloze, deeltijds leerplichtige, tijdelijk werkzoekende of laaggeschoolde een bediendecontract aan en wij belonen je hiervoor met een forfaitaire premie.

DIEN NU ONLINE JE PREMIEAANVRAAG IN:

www.sociaalfonds201.be www.sociaalfonds202-01.be Geef met onze steun iemand uit een risicogroep een kans en geef je zaak extra dynamiek met een gemotiveerde nieuwe werkkracht!

SOCIAAL SOCIAAL FONDS FONDS N° 201N° en 201 N° 202.01 Belgische Confederatie van de Broodbakkerij - Banketbakkerij Chocoladebewerking IJsbereiding (B.B.C.I.) v.z.w.



HET GESPREK/JORG SNOECK

Retailexpert Jorg Snoeck over de winkel van morgen

“ ZEG NIET ‘KLEINE’ ZELFSTANDIGE, MAAR ‘MICROMULTINATIONAL’” Retailexpert Jorg Snoeck is niet bang van stoute uitspraken als ‘De retail is dood’ of ‘De klant bestaat niet meer’. Menige bakker, slager of boetiekhouder die met Jorg op inspiratietour trekt of zijn boek The Future of Shopping leest, voelt een lichte paniek opkomen over de 4de industriële revolutie, die op korte tijd heel het shoppinggebeuren as we know it overhoop haalt. “Het gaat hard ja, en vooral heel snel.” TEKST Herman Van Waes FOTO’S RetailDetail, Pat Verbruggen

“Alexa, bestel eens wat batterijen”, vraagt Jorg Snoeck, weliswaar nog in het Engels, maar meteen tovert de intelligente luidspreker een paar voorstellen op ‘haar’ scherm. Hier in de retail hub aan het Antwerpse Eilandje zien we het ‘internet of things’ van morgen, met de koelkast die zichzelf online bevoorraadt, de modeboetiek die je lichaam scant voor de perfecte maat, reclameschermen die zich aanpassen aan wie er voorbijkomt, de VR-bril waarmee de immobiliënman zijn aanbod toont… Sinds hij in 2009 aan zijn keukentafel startte met een tijdschrift voor winkeliers groeide RetailDetail van Jorg Snoeck uit tot een heus ‘omnichannel’-bedrijf, met een website, een retailhub, workshops, inspiratietours en retailsafari’s (ook voor UNIZO-leden, zie kadertje). Hij schreef The Future of Shopping met Pauline Neerman, en is bijna fulltime op pad als spreker. “Eind dit jaar proberen we op de Meir te starten met een mercado met modewinkels, makerlabs, pop-ups, co-workingruimtes...” De ondertitel van The Future of Shopping luidt: ‘waar iedereen retailer is’. De digi­ tale omwenteling heeft het traditionele verkoopmodel op z’n kop gezet. Beseffen onze ondernemers dat al genoeg?

“De winkel als fysiek verdeelpunt, waar de handelaar zijn producten en diensten aanbiedt en de klant die komt afnemen, is voorbij. De race to the bottom om de goedkoopste te zijn was voor de zelfstandige al onhaalbaar, nu concurreren ook de grote ketenwinkels zich daarmee kapot. In Nederland verdwenen in zes jaar tijd meer

“We hebben altijd gezegd ‘De klant is koning’, maar we hebben dat eigenlijk niet gedaan. Nu zullen we wél moeten.” dan de helft van de grote ketens en die achteruitgang blijft ook bij ons doorgaan.” “Toen ik een paar jaar geleden voorspelde dat er zeker nog 20.000 winkels zouden sluiten, kreeg ik de wind van voren van de detailhandel, maar het is wel gebeurd. Zowel voor de kleine als de grootwinkels geldt: je concurrent zit niet ergens in je regio, maar over heel de wereld.”

“Consumenten kunnen zich om het even waar iets aanschaffen, zonder een goeie reden komen ze niet meer naar je toe. Spreek dus niet meer over ‘mijn klant’, laat staan mijn ‘trouwe klant’, want die bestaat niet meer.” “Het model is op z’n kop gezet: niet vanuit het aanbod, maar vanuit de vraag, de behoefte van de consument, die jij een specifiek, gepersonaliseerd aanbod moet kunnen bieden. En om die op je customer journey mee te krijgen moet je hem of haar dus heel goed leren kennen.” Maar daarvoor lijken de grote online­ platformen (Amazon, Google, Apple, Alibaba,...) met hun big data veruit het best geplaatst. Al maken ze nog zelden winst en grijpen ze zelf ook terug naar fysieke winkels om het contact met de consument te houden. Volgens onder­ zoeksbureau McKinsey zal in 2020 nog altijd 80% van de verkoop in fysieke winkels gebeuren. Dus zo dood is de retail nog niet? “De opkomst van de platforms is niet te stuiten, en dan moet Amazon bij ons in 2019 nog goed en wel doorbreken. Als meer dan de helft van alle clicks in de onlineverkoop naar het buitenland gaat,


weet je hoe laat het is. Technologie heeft ervoor gezorgd dat aan de ene kant die platformen heel de wereld aan het ‘afgrazen’ zijn met hun data, maar aan het andere uiterste is er de wereld van de niches, het maatwerk.” “Die twee polen drukken allebei op het midden, de wereld van de populaire middelmaat, waar heel onze handel de voorbije vijftig jaar op draaide. Maar waarom zou een consument die vandaag alles overal kan vinden nog standaardproducten en een standaardservice willen?” “We hebben altijd gezegd ‘De klant is koning’, maar we hebben dat eigenlijk niet gedaan. En we zullen het nu wél moeten doen. We kunnen het niet winnen van algoritmes, maar we kunnen wél het verschil maken met creativiteit. Vandaag zijn er kansen voor wie met unieke producten

uitpakt en service op maat biedt, van retail naar me-tail. De lokale ondernemer blijft de zuurstof van die hele retailketen en van onze handelskernen.” Maar die moet zich dan wel dringend gaan heruitvinden. Hoe kan dat? “De windrichting, daar heb je geen vat op, maar de stand van je zeilen wél. Wees in de eerste plaats niet bang van nieuwe technologie. Want dankzij die technologie wordt de hele wereld een markt voor jouw unieke aanbod, als kleine zelfstandige kan je ook een ‘micromultinational’ zijn.” “Onderhandel met je leveranciers zodat je ook in een kleine winkel een enorm assortiment kan onderbrengen, niet fysiek, maar wel online te bestellen. Zo kan je een oneindig aanbod creëren, terwijl je kosten fysiek toch kleiner worden.”

“De kapper van de toekomst in deze retailhub haalt 30% meer winstmarge, door online samen te werken met zijn productenleverancier. Mevrouw zal vooraf een beeld kunnen zien van zichzelf met dat nieuwe kapsel of dat andere kleurtje. Een boekenwinkel die een boek kan printen op vraag hoeft geen gigantische collectie in de winkel te hebben. Bij de Nederlandse lingerieketen Lincherie zorgt een slimme 3D-meetspiegel ervoor dat geen enkele vrouw nog een beha in de foute maat hoeft te kopen.” “En het grote verschil met zuivere onlinewinkels is dat er een mens naast staat, wat Coolblue ook begrepen heeft met zijn onlinepresentaties. Mensen vertrouwen mensen, dat blijft de voornaamste factor. De platformen van nu doen met hun big data eigenlijk wat de middenstander van

“ Consumenten kunnen zich om het even waar iets aanschaffen, zonder een goeie reden komen ze niet meer naar je toe. Spreek dus niet meer over ‘mijn klant’, want die bestaat niet meer.”

24 - ZO februari 2019


HET GESPREK/JORG SNOECK vroeger deed: die wist van zijn klant met wie die getrouwd was, waar die werkte, waar die op reis was geweest…” “Dat menselijk contact moet nu door pro­ fessioneel opgeleide medewerkers vervuld worden en dat vraagt een hele omschakeling. We hebben dus geen kassamedewerkers meer nodig die zelf niet mogen nadenken, het zullen creatieve mensen moeten zijn met sociale vaardigheden, beter opgeleid en beter betaald. Daar zit zowel een uitdaging in voor ons onderwijs als voor de zelfstandige, die zijn medewerkers meer moet leren vertrouwen.”

Het tweede ordewoord naast ‘omni­ channel’ is ‘beleving’: zorg dat er wat te doen is op je winkelvloer, vertel het verhaal achter je product. “We zien steeds meer goeie voorbeelden van ondernemers die van hun winkel een ontmoetingsplaats maken waar klanten graag naartoe komen: de modewinkel met een wijnbar, de sportwinkel waar je wearables en apps kan testen, de cosmeticazaak die make-up workshops geeft… tot met de hub voor mannen in het shoppingcenter.” “Vaak vervaagt het oorspronkelijke aanbod. De krantenkiosken, waar de nood misschien het hoogst is, hebben begrepen dat ze andere dingen dan papier, tabak en lotto moet aanbieden, en worden copycenter, postpunt, afhaalpunt…, eigenlijk opnieuw een buurtwinkel. Samenwerking kan kruisbestuiving opleveren, en kostenbesparing door dure winkelruimte te delen. Een concept als MARK in Antwerpen is een samenwerking tussen een fietsenwinkel, een boeken- en een cadeauwinkel. Of neem een winkel als Kabinetunique, vijf jonge mensen die samen hun ontwerpen verkopen en mekaar aflossen aan de toonbank.” “Het hoeven niet altijd hippe ontwerpers te zijn, ook een lokale slager kan zich onderscheiden. Denk maar aan de websites waar je delen van een dier kan bestellen naar behoefte. Sommige slagers werden echte BV’s, zoals Luc De Laet met zijn Butcher’s store, een eigen restaurant en zelfs een eigen gin. Of beenhouwer Hendrik Dierendonck, die erin slaagde een merk te worden, onder het motto: minder vlees, maar wel het beste. ”

“Je hoeft geen trendy designer met een pop-upwinkel te zijn, ook een gewone slager of krantenwinkel kan zich heruitvinden.” Voor de handelaar die al zoveel jaren goed boert en nu te horen krijgt dat dé klant of dé consument niet meer bestaat wordt het lastig mikken zonder doorgedreven marketingstudie of big data: oude babyboomers? Nieuwe hip­ sters? Nieuwe Belgen? “Inderdaad, choose your battles. Dat is niet gemakkelijk, als je allerlei technologie onder de knie moet krijgen én moet leren inspelen op de diversiteit van een

sterk veranderde samenleving. Heel wat handelaars zijn 55+. Ga je proberen nog met alles mee te zijn of, integendeel, je op senioren richten, die alleszins een groeimarkt zijn? Vergrijzing is een factor die veel marketingmensen nog altijd fout bekijken. Ze hebben niet door dat zestigers niet in serviceflats geïnteresseerd zijn, want zij voelen zich de nieuwe veertigers. De babyboomers hebben tijd en geld, zo’n dankbaar marktsegment komt nooit meer terug. Ze willen betalen voor maatwerk:

ZO februari 2019 - 25


HET GESPREK/JORG SNOECK

“De Amazons en Alibaba’s van nu doen met hun big data wat de middenstander vroeger deed: die wist nog met wie die klant getrouwd was, waar die werkte, waar die op reis was geweest…”

mijn vrouw en ik vonden geen echt goeie relaxstoel voor mijn schoonvader en toen zijn we zelf een winkeltje Staopstoelshop. be begonnen, online en op afspraak, en nu leveren we in heel het land uitsluitend hoogst gepersonaliseerde stoelen, in 5 ma­­ten en een 30-tal kleuren.” “Voor service aan senioren zijn er nog tal van mogelijkheden, bijvoorbeeld op het vlak van thuisbezorging, voor wie niet goed meer te been is. In Nederland testen ze een zorgconcept als Voeding Slim Thuis, om de levering van maaltijden, boodschappen en medicijnen te koppelen aan geneeskundig en voedingsadvies.” Daar tegenover staat een groep jongere consumenten die beseffen dat ze het doorgaans met minder zullen moeten doen. Intelligente koelkasten en zelfrij­ dende auto’s lijken onbetaalbare dro­ men voor de nieuwe flexi-jobber. “In onze hoogst competitieve wereld komen heel wat mensen in onzekere, flexibele jobs terecht. Het signaal van de gele hesjes kan je niet zomaar als een tijdelijk verschijnsel afdoen. Als ze toch geen bestaanszekerheid meer hebben, besluiten meer en meer jongeren om op eigen risico ondernemer of freelancer te worden. De grens tussen consument, producent en verkoper vervaagt.”

26 - ZO februari 2019

“In China wordt online meer dan 80% van consument aan consument verkocht, dat bedoel ik met ‘iedereen retailer’. Ook het onderscheid tussen profit en non-profit vervaagt: er gaat steeds meer aandacht naar duurzaamheid, het klimaat, de balans werk/privé, gezondheid, diervriendelijkheid… Er is een hele tak van de economie die veeleer door waarde dan door winst is aangedreven, van circulaire tot deeleconomie: recycleren, delen, lenen, verhuren, ruilen, voedselverspilling tegengaan... dit zijn waarden die een steeds groter publiek aanspreken en waar fabrikanten en merken graag op inspelen.”

“Bekende voorbeelden zijn de acties van kledingmerken als Patagonia, dat klanten aanmoedigt om minder te kopen en gebruikte kleding binnen te brengen; er is de volledig recycleerbare cradle-to-cradle-collectie van JBC, de badstoffen van Jules Clarysse op basis van gerecycleerde jeansbroeken… Daar zijn nog veel mogelijkheden. Stel je voor dat Colruyt - bij jongeren bekend van zijn iconische Cara-pils - al zijn groente- en fruitoverschotten zou verwerken in een goedkope Cara-soepbar en een sapbar? Wie weet slaat dat geweldig aan, we zouden dat eens moeten uittesten.” / www.retaildetail.be

Is jouw winkel klaar voor de klant van morgen? Volg de inspiratietour voor handelaars Dit voorjaar organiseren UNIZO, Proximus en RetailDetail inspiratietours, waarop we je onderdompelen in de wereld van de klant van morgen. In de voormiddag brengen we een bezoek aan het kennis- en belevingscentrum Retailhub, waar je ziet hoe je met nieuwe technologie je fysieke zaak interactief kunt maken. In de namiddag gaan we op stap in Antwerpen en bezoeken innoverende handelszaken en spreken met de eigenaars. Onze bus komt je op een vlot bereikbare plek oppikken in jouw provincie. Ontdek alle data en het programma op www.proximus.be/retailtour.


SNELFIE

Vijf vragen aan een Bekende Ondernemer

Eva Mouton Eva Mouton is illustratrice en cartooniste. Ze is bekend van haar getekende column ‘Eva’s Gedacht’, elke week in De Standaard Weekblad. Maar haar business reikt verder. In haar webshop verkoopt ze gadgets met een opdruk van haar tekeningen, van pulls tot gsm-covers. Onlangs verscheen haar boek ‘Het leukste van Eva’.

TEKST Sanderijn Vanleenhove - FOTO Wouter Van Vooren

Wat was je beste investering ooit? “Ik ben direct na mijn studies als zelfstandig illustratrice begonnen. Maar ik had geen scanner. Ik moest dus altijd over en weer lopen naar de krantenwinkel of de koffieshop om mijn tekeningen in te scannen. Dat maakte me heel afhankelijk. Toen ik er een kocht, was dat meteen een grote hap uit mijn budget: 1500 euro. Maar 10 jaar later werk ik er nog altijd mee. Dat was dus absoluut mijn beste investering.”

“Ik plamuur mijn agenda niet meer dicht.”

Als je dit niet deed, wat zou het dan geworden zijn? “Ik heb altijd getekend. En al tijdens mijn studies was het mijn ambitie om in de winkels te liggen. Een plan B was er niet. Ik heb wel vakantiewerk gedaan in een ijswinkel. De verkoop ging zodanig omhoog als ik in de winkel stond, dat ik er een job aangeboden kreeg als gerant. Toen heb ik er serieus over getwijfeld. Dus als ik ooit een plan B nodig heb, dan is het wellicht zoiets. Of een buurtwinkel.” Is succesvol ondernemen gemakkelijker als je bekend bent? “Het blijft hard werken, maar ik vind het effectief gemakkelijker, ja. In het begin kenden opdrachtgevers mijn stijl niet. Dat leverde soms wrevel op omdat ik niet aan de verwachtingen van de klant voldeed. Nu krijg ik opdrachten net omwille van mijn stijl. Dat is een grote luxe als illustrator.” Wie is jouw grote voorbeeld en waarom? “Toen ik net cartoons begon te maken voor De Standaard, kreeg ik een uitnodiging voor het cartoonfestival van Knokke-Heist. Daar leerde ik Lecctr en Ilah kennen, twee cartoonisten die al goed bezig waren. Ilah trok me er altijd door als ik overwerkt was, Lecctr gaf me op zakelijk vlak veel advies. Het is niet gemakkelijk om vrienden te maken in een wereld waar de concurrentie groot is. Ik ben enorm dankbaar dat ik mensen zoals Lecctr en Ilah tot mijn vrienden kan rekenen.”

/ www.evamouton.be

Van welke fout ben je blij dat je ze gemaakt hebt? “In het begin van mijn carrière moest ik op twee maanden tijd twee grote opdrachten verwerken: een animatiefilmpje en een boekje. Ik heb toen een peesontsteking opgelopen van te veel te tekenen. De weerbots was groot. Drie maanden lang kon ik amper tekenen. Dit heeft me geleerd om mijn enthousiasme te doseren. Ik plamuur mijn agenda niet meer maanden op voorhand dicht, maar laat altijd gaten voor kleinere, losse opdrachten.”

ZO februari 2019 - 27


Publireportage

NU AL DAT

DROOMHUIS Ooit van een bulletkrediet gehoord? Je hoeft niet te wachten tot je pensioen om nu al dat droomhuis voor later te kopen. Wouter De Blaere, kredietanalist bij verzekeraar NN, legt de weg uit om er te geraken.

“Kort gezegd: met een bulletkrediet kan je nu vastgoed kopen, met

Je betaalt de lening op het einde terug met

als onderpand je aanvullend pensioen van later. Het bijzondere is

je pensioenkapitaal. Dan hou je dus minder pensioen over.

dat je tijdens de looptijd van het krediet alléén maar de intresten

“Dat klopt. Maar intussen heb je al wel jarenlang kunnen genieten van

betaalt. Je bouwt dus geen kapitaal af, zoals bij een klassiek woon-

het huis dat je ermee kocht. Of je hebt het al die tijd verhuurd, of het

krediet. Op het einde van de rit gaat het kapitaal in één keer terug,

is in waarde gestegen. Ook na je pensioen kun je het blijven verhuren,

op het moment dat je met pensioen gaat en je gespaarde pensioen-

en daar een maandelijkse inkomen uithalen.”

bedrag vrijkomt. Daar komt de naam ‘bullet’ vandaan: snel als een kogel keert de som terug naar de uitlener, in dit geval NN.”

Wat is een goede leeftijd om een bulletkrediet te overwegen? “In de praktijk gaat het om veertigplussers, twintigers denken nog niet

Voor wie is dat een interessante formule?

zo na over wat ze willen na hun pensioen. Een bulletkrediet in combi-

“Voor zelfstandigen met een vennootschap, in het bijzonder als

natie met een individuele pensioentoezegging is heel interessant voor

ze een aanvullend pensioen opbouwen via een IPT (Individuele

mensen die in de loop van de jaren al wat reserves hebben opgebouwd.

Pensioentoezegging). Want dan is een bulletkrediet fiscaal dubbel

Want hoe meer reserves je al hebt, hoe gunstiger het tarief kan zijn.”

interessant in Vlaanderen. De interesten die je betaalt als privépersoon kun je aftrekken in de personenbelasting; de premies voor je

Naar mijn aanvoelen is de formule van het bulletkrediet

IPT, betaald door de vennootschap, kan in mindering gebracht wor-

niet zo bekend.

den bij de vennootschapsbelasting.”

“Nee, en nochtans heeft ze veel potentieel. Doorgaans zie ik twee stramienen. In het ene geval attendeert een makelaar of tussenper-

Komt een bulletkrediet tegemoet aan een behoefte?

soon de klant erop dat die optie bestaat, de klant gaat door met zijn

“Jazeker. Hoe vaak denken mensen niet: zodra mijn opgespaarde

business en betaalt IPT-premies, en vijf of tien jaar later, als het idee

pensioen vrijkomt, koop ik een appartement aan de zee of in Spanje,

groeit voor een tweede woning, staan die reserves er gedeeltelijk al.

en ga ik daar wonen. Ik denk dat veel mensen zich daarin herken-

Ofwel komt de klant met een specifieke vraag naar financiering, en

nen. Het mooie aan een bulletkrediet is dat we kunnen zeggen: je

stelt de makelaar een dossier voor een bulletkrediet op.”

kunt dat pand vandaag al kopen. Je kunt nu al je droom waarmaken in plaats van nog jaren te moeten aftellen tot je pensioenleeftijd.” Maar je kunt nog niet verhuizen naar de costa, want je werkt nog. “Je kunt er op vakantie gaan natuurlijk, of de woonst verhuren en er inkomsten uithalen. Ik gaf het voorbeeld van een vakantiehuis, maar mensen gebruiken het bulletkrediet net zo goed om een tweede of derde woning te kopen, of voor een verbouwing of voor een nieuwbouw. Het moet gaan om vastgoed, dat is essentieel.”

NN, uw meest persoonlijke verzekeraar, biedt innovatieve oplossingen voor kredieten, en heeft een breed netwerk van makelaars en partners in de banksector. NN valt onder NN Group, een internationale verzekeraar en vermogensbeheerder. www.nn.be


PECH EN WEER OP WEG

Maak kennis met ondernemers die een zware tegenslag hadden en terug overeind krabbelden.

Filip Meert zat 45 maanden onschuldig in cel Filip Meert ken je misschien minder als ondernemer, dan wel als de man van ex-miss België Alizée Poulicek of als de man die al 17 jaar zijn onschuld uitschreeuwt over een proces dat hem bijna 4 jaar in de cel deed belanden. “Maar ik blijf ondernemen, al mag het niet voor eigen rekening, en in de hoop dat alles wordt rechtgezet.” TEKST Herman Van Waes FOTO Read My Lips

Filip Meert (48) zette eind jaren negentig een bloeiende gsm-business op: hij kocht via zijn bedrijf Mr Mobile toestellen van groothandelaars en verkocht ze aan de detailhandel. Onbewust werd hij echter meegesleurd in een btw-carrousel met gsm’s. Hoewel hij zelf aangifte deed van fraude door één van zijn leveranciers, werd hij toch op basis van één valse verklaring vervolgd als organisator van de btw-fraude. Meert werd in 2001 door het Hof van Beroep veroordeeld tot vijf jaar cel en een verbeurdverklaring van om en bij de 6 miljoen euro. Filip Meert zat 45 maanden in de gevangenis en al die tijd bleef hij zijn onschuld volhouden. “Vervroegd vrijkomen was er niet bij, dat kan in België alleen als je bekent. Maar schuld bekennen als je niets gedaan hebt? Daar ben ik te koppig voor.”

“Als ik een nieuw proces krijg, gaat de Doos van Pandora open.” Samen met onderzoeksjournalist Wim Van den Eynde schreef Meert zijn hallucinant verhaal neer in het boek ‘De Bloedkamer’. “Ik kreeg steun van onder meer fiscaal expert Michel Maus en alle ministers van Justitie sindsdien. Minister Stefaan De Clerck gebruikte zelfs zijn

Filip Meert schreef zijn hallucinant verhaal neer in het boek ‘De Bloedkamer’.

positief injunctierecht om het Hof van Cassatie een herziening te vragen. En Koen Geens zei me letterlijk: ‘het spijt me voor wat justitie u heeft aangedaan.’ Mede dankzij hem komt er volgende maand een commissie die een herziening van processen mogelijk maakt bij gerechtelijke dwaling. Als het dan tot een nieuw proces komt, gaat de doos van Pandora open, dan zullen de onbekwaamheid en willekeur van de verantwoordelijken ter sprake komen. Dat wordt een blamage voor het imago van ons gerecht.” Ook na zijn celstraf blijft Meert als ‘vrij man’ een gevangene. “Met de oplopende intresten eist de fiscus zowat 17 miljoen euro. Ik mag niets bezitten, ik mag niet eens bij mijn vrouw en kinderen wonen uit angst voor de deurwaarder. Ze zijn hier al komen controleren met de Dag Allemaal in hun hand, waarin stond dat ik bij haar verblijf. Ik kan zelfs geen zaak opstarten, want dan zou ik over startkapitaal beschikken. Toch heb ik, in dienst van de vennootschap op naam van mijn vader, een handel opgezet in broodautomaten. Daarnaast vertel ik graag mijn verhaal aan ondernemers, ook om hen te waarschuwen hoe snel je als klein, bonafide bedrijf onbewust in een btw-fraude kan worden meegesleurd. Het is ook een verhaal van doorzettingsvermogen, over hoe je na een zware tegenslag je rug kan rechten en je leven weer in handen nemen.” Wie Filip Meert als spreker wil inhuren kan terecht op www.readmylips.be

ZO februari 2019 - 29


Orgelfabriek Decap Orgel in Herentals

“Als je de magie voelt, dan weet je het� 30 - ZO februari 2019


BIJZONDERNEMEND / ORGELFABRIEK DECAP

Zanger Guido Belcanto noemt het zijn beste antidepressivum: het Decaporgel. Het geluid dat het voortbrengt, valt dan ook met niets te vergelijken. Vraag het maar aan je ouders of grootouders die ongetwijfeld in de jaren zestig op zijn tonen in dancings voortschuifelden. Maar de tijd en technologie staan niet stil, ook niet bij het bedrijf Decap. TEKST Sanderijn Vanleenhove – FOTO’S Luc Daelemans

Orgelfabriek Decap in Herentals heeft een naam als een klok, al drie generaties lang (of vier, afhankelijk van hoe je het bekijkt, zie inzet). Vandaag staan Tony en Frank aan het roer. Frank Decap staat bekend als de beste pijpenmaker ter wereld. Onlangs zat hij nog in Australië voor een restauratie van een orgel. Maar ook vanuit Indonesië, de VS of elders in Azië weten ze hem te vinden. Maar het bedrijf geniet niet alleen wereldfaam voor zijn restauraties. Bij Decap bouwen ze nog effectief orgels. Of zijn het orchestrions, Tony Decap? Tony Decap: “Strikt gezien is een orgel een instrument met pijpen. Als je zo’n orgel automatisch laat spelen en aanvult met andere instrumenten zoals een accordeon of slagwerk, dan spreek je van een orchestrion. Maar mensen noemen het voor het gemak ook ‘orgel’. Die instrumenten kunnen los van elkaar staan, of in een kast. En je stuurt ze aan via een laptop of ipad. Je kan je orgel of orchestrion zelf samenstellen. Vandaag koop je een accordeon, volgend jaar een trommel en het jaar erop weer een nieuw instrument.” “Onze klanten zijn particulieren die bijvoorbeeld hun piano laten automatiseren. Of die een volledig huiskamerorgel willen. Ze kiezen de kleur van de kast, het design, de instrumenten die erin moeten… Tot en met de liedjes die worden meegeleverd, en die we zelf schrijven. En uiteraard hebben we muzikanten als klant. Zoals een Pat Metheny bijvoorbeeld, een beroemde Amerikaanse jazzmuzikant, of onze eigen Walter Hus, Guido Belcanto of David Davidse. Ook de Australisch-

Belgische Gotye (van de hit ‘Somebody that I used to know’, red.) toonde interesse in een Decaporgel, maar die gast heeft het waarschijnlijk nu te druk met andere dingen.”

len uit de grond. Bussen reden af en aan met ouderen die dansten op de muziek van Decaporgels. Dat waren de gouden jaren. Want om de zoveel tijd kochten de dancings een nieuw orgel. Dat nog mooier, groter of beter was.”

Dansen op pensioen De zaken draaien goed bij Decap. Het bedrijf is rendabel. Al heeft het moeilijke tijden gekend. De verkoop kende upsand-downs.

“ Ik ga ervan uit dat mijn buikgevoel klopt. En tot hiertoe ben ik nog niet bedrogen uitgekomen.” Tony: “De automatische orgels zijn ontstaan uit kerkorgels. Kosters werden schaars, en die orgels moesten toch kunnen spelen. In de kerk sloegen de automatische orgels niet aan, maar zo kwam de technologie er wel. Toen de kermissen overal ingang vonden, ontstonden dan de automatische kermisorgels, aangestuurd met ponskaarten. Iedereen herkent dat typische geluid onmiddellijk.” “En dan had je de dansorgels. Die waren in de jaren zestig enorm populair. Het pensioenstelsel kwam op dreef en gepensioneerden hadden tijd én geld om iets te doen. Dancings schoten als paddenstoe-

In de jaren ‘80 daalde de verkoop. Tony: “De interesse van de mensen ging achteruit. Wie 60 was in de jaren ’60, was in de jaren ’80 intussen 80. We konden overleven dankzij verzamelaars die onze orgels kochten. En we zijn ook altijd uniek geweest. We maakten echte dansorgels, uitgerust met verschillende ritmes, die swingende muziek aankonden zoals de wals, samba of foxtrot. Andere orgelbouwers focusten zich uitsluitend op restauratie van oude orgels of maakten replica’s. Wij niet. Wij zetten in op automatisch spelende instrumenten. En daar ligt ook onze toekomst.”

Een orgel heeft soul Ik moet het Tony toch vragen. Waarom werken muzikanten als Pat Metheny met een duur orchestrion terwijl ze evengoed computermuziek als begeleiding kunnen nemen? Tony: “Hoe leg je aan iemand die kleurenblind is uit wat kleuren zijn? Dat gaat toch niet? Je moet dat voelen. Het gaat over de soul. Kijk, als ik hier live 40 strijkers neerzet, dan ben je meteen overdonderd door de klank. Die is niet hetzelfde als wanneer ik hier een cd opzet, hoe luid ook. Of ik kan hier op mijn digitale piano spelen en meteen erna op mijn akoestische. De ene hoort het verschil, de andere niet. Als hier iemand binnen

ZO februari 2019 - 31


BIJZONDERNEMEND / ORGELFABRIEK DECAP

komt om een instrument te bestellen, dan zien we het direct of die het heeft of niet. Als je de magie voelt, dan weet je het.” “Kom”, zegt Tony en hij troont me mee naar achteren. Daar staat een gigantisch pijporgel. Tien seconden later sta ik mee te huppelen op de tonen van de Tweede wals van Sjostakovitsj (zie het filmpje op de UNIZO Facebookpagina, red.). “Je vindt dit al geweldig? Dit orgel werkt via de computer. Maar dit orgel (Tony wijst naar het orchestrion ervoor, zie foto samen met broer Frank, red.) is zoveel meer. Je ziet het accordeon effectief open en dicht gaan en de trommels slaan. De muziek klinkt ook echt zoals accordeon- en trommelmuziek. Ik kan het je jammer genoeg niet laten horen, want het duurt een uur om het orchestrion met de computer te verbinden en te programmeren. Maar als je zou zien wat muzikanten als Guido Belcanto of Pat Metheny ermee doen…” Okee, ik ben mee. Een betere klank, meer spektakel. Maar dring je zo de beroepsmuzikanten niet aan de kant? Die worden toch overbodig? Tony: “Een Decaporgel is geen vervanging van een muzikant, maar een verrijking, een aanvulling. Niemand gaan naar een pianoconcert luisteren als de piano automatisch speelt. De performance speelt ook een rol. Ook daar ligt voor ons een uitdaging. Niet alleen muzikaal moet alles top zijn, het publiek wil ook iets visueels.”

Kloppend hart “Kijk hier eens naar.” Tony haalt een houten blok dat van vorm en uitzicht te vergelijken is met een hartspier. “Dit is mijn nieuw project: de voicecoil. Een systeem om instrumenten nog beter automatisch te laten spelen. Het bootst een spier na. Vroeger ging de stok van de trommel omhoog, sloeg, en vervolgens bleef de stok liggen. Met de voicecoil wordt het mogelijk om de stok ook op andere manieren te laten slaan. Hij gaat met alle mogelijke dynamieken kunnen roffelen en noem maar op. Net zoals een echte muzikant. Het principe bestond al, maar als je zo’n

32 - ZO februari 2019

toestel op het internet wil kopen, dan kost dat al snel 1000 euro. Voor een trommel gaat dat nog, daar zit per trommelstok maar één toestel in. In een piano zitten er 88, reken maar eens uit. Ik krijg dat nooit verkocht. Dus heb ik het zelf ontwikkeld. Vandaag maak ik dat voor een paar honderd euro.” “Ik ga die voicecoils ook vermarkten voor andere doeleinden. Ik zie toepassingen in bijvoorbeeld pick-and-place-machines, in de robotica of in de medische wereld. Ik ga er niet meer voor vragen dan nodig. Als ik een voicecoil voor 100 euro kan maken, dan is 300 euro goed. Die winstmarge heb ik nodig. De ontwikkelingskosten waren groot en subsidies zijn er niet voor bedrijven zoals het onze, jammer genoeg.” “Veel winst willen nemen is trouwens niet mijn sterke kant. Ik wil wel zakelijk uit de hoek komen, maar ik wil de citroen niet meer uitpersen dan nodig. Er is meer in het leven dan geld.”

“Niet alleen muzikaal moet alles top zijn, het publiek wil ook iets visueels.” Elke pijp is anders “Wacht”, zegt Tony, terwijl hij weer verdwijnt. Hij komt terug met een houten kistje. Een pijporgel, zo blijkt. “Dit is ook een van mijn uitvindingen. Gemaakt met onze CNC-bewerkingsmachine. Ik heb er jaren over gedaan om het programma te schrijven. Elke pijp is net iets anders: iets dikker, iets langer, een andere luchtdruk. Een pijp voor de huiskamer moet ook anders zijn dan een pijp voor een dancing of kerk. Mijn programma rekent alles uiten er is ook een 3D-visualisatie.” “Zo’n CNC-machine is geweldig. Ze doet perfect wat je vraagt. Maar ze denkt niet na. Als je per ongeluk 100 cm ingeeft in plaats van 10 cm, dan boort dat ding effectief een meter diep. Maar vind maar eens een fout tussen al die getallen.

Visueel zie je veel makkelijker dat er iets niet klopt. Niemand heeft ooit een dergelijk programma gemaakt. Ik dus wel, tussen de soep en patatten.” “Mijn broer Frank heeft zijn bedenkingen. Hij is de voorbije 40 jaar met niets anders dan met pijpen bezig geweest. Hij maakt ze met de hand. Zijn pijpen benaderen de perfectie. Maar de productie duurt lang. Als iemand als Pat Metheny mij belt en vraagt om over 5 maanden een orgel te leveren, dan moet ik dan kunnen. Die wil geen jaar wachten.” “Ergens heeft Frank wel een punt. De ontwikkeling kostte veel. En de vraag is of het op het einde rendeert. Er is geen gigantische afzetmarkt voor pijpen. Maar dat is het verhaal van de kip of het ei. Zonder product kan je ook geen markt aanboren.”

Modern imago “Het programma is mijn wissel op de toekomst. Ik doe het ook voor mijn zoon. Die kent niets van pijpen maken. Op die manier heeft hij een kans. Ik weet trouwens niet of hij de zaak zal overnemen. Hij zegt me dat ik ze niet mag verkopen zonder hem eerst te consulteren. Maar wil ik hem dat wel aandoen? Hij is een zeer goede student informatica. Die jongen kan elders veel meer geld verdienen. Moet hij dan kiezen voor een bedrijf als het onze, waar het ideaal soms belangrijker is dan het geld? Ik kan dat niet verlangen van mijn kinderen. In mijn tijd was het niet moeilijk. Van zodra ik bij manier van spreken kon lopen, moest ik helpen in het atelier. Maar hij kan nog alle kanten op.” Tony bedacht ook manieren om het Decap­­orgel een moderner imago te geven. Decap Beat Machine bijvoorbeeld, een samenwerking met het Gentse kunstencollectief Le Monde Dumas. Orgelmuziek met beats, zo kan je de muziek het best omschrijven, Decap Beat Machine stond in 2011 op Tomorrowland. Zanger Daan leende zijn stem al voor het Decaporgel. Googel maar eens de hit Decapitated. Het nummer klinkt je ongetwijfeld bekend én heel eigentijds in de oren.


“Gaan wij nog bestaan over dertig jaar? Dat hangt af van de soul voor het vak.”

ZO februari 2019 - 33


BEREID JE BEDRIJF VOOR OP DE TOEKOMST. Onze Future Forward-coaches bereiden je onderneming voor op de toekomst. Maak je klaar voor advies op maat over vervolgacties, prioriteiten en een actieplan met mogelijke partners dat werkt. Doe onze gratis Future Forward-scan via unizo.be/scan en ontdek alvast waar jij vandaag staat.

LAAT JE BEGELEIDEN DOOR UNIZO ondernemerslijn@unizo.be 0800 20 750 (UNIZO Ondernemerslijn)

www.futureforward.be

Structurele UNIZO-partners

Projectpartners


BIJZONDERNEMEND / ORGELFABRIEK DECAP

Tony Decap: "Ik schreef een programma voor pijpbewerkingen. Dat is mijn wissel op de toekomst."

Vandaag is het eerder stil rond Decap Beat Machine. “Het was niet perfect”, zucht Tony. “Pas wanneer de voicecoil op punt staat, wil ik opnieuw in dergelijke projecten stappen. Dan komt er een grote comeback. Als je een trapeze loslaat, dan moet je weten dat je de andere baar kan grijpen. Je mag niet twijfelen aan jezelf. Ik ga ervan uit dat mijn buikgevoel klopt. En tot hiertoe ben ik nog niet bedrogen uitgekomen.”

De liefde voor muziek Tony mijmert voor zich uit. De avond valt terwijl de regen ongenadig verder neerklettert. Tony gaat aan een van de piano’s in het atelier zitten. Zijn ogen glinsteren terwijl zijn vingers de toetsen beroeren. Ik voel hoe een ontastbare gloed de ruimte vult. Dit moet de soul zijn waar Tony het over had. Tony: “Piano spelen krikt mij op. Zit er nu 1000 man te luisteren of niemand, dat maakt me niet uit. Ik blijf spelen tot ik erbij neerval. Hetzelfde geldt eigenlijk voor Decap Orgel. Gaan wij nog bestaan over dertig jaar? Ik weet het niet.

Dat hangt af van de soul, van het hart dat wij of onze opvolgers voor ons vak blijven hebben. Het bedrijf zal niet meer bestaan als je het puur een kwestie van geld wordt. Wij doen in elk geval voort. Omdat we blijven geloven in wat we doen.”

“Mijn grootvader is gestorven terwijl hij in een café een orgel installeerde. Is dat niet schoon? Doodgaan terwijl je met je passie bezig bent.” / www.decap.be

Van generatie op generatie 1. Aloïs Decap was de eerste Decap die begin jaren 1900 in Antwerpen met orgelbouw begon. Zijn vier zonen startten na de Eerste Wereldoorlog met het bedrijf Gebroeders DECAP Antwerpen. 2. Eén van die zonen, Frans, richtte in 1933 zijn eigen fabriek op in Herentals. 3. Na de dood van Frans in 1972 zette zoon François de activiteiten verder onder de naam Orgelfabriek Decap Herentals. 4. Op hun beurt zetten Tony en Frank Decap, twee zonen van François, al vele jaren de traditie verder. Frank is elektronicus, gerenommeerd pijpenmaker en een begenadigd orgelbouwer. Tony, muzikant van opleiding en voormalig orkestleider, is een uitvinder die steeds met nieuwe ontwikkelingen voor de dag komt.

ZO februari 2019 - 35



DE WERKPLEK

Hoe een werkomgeving kan inspireren

Domaine 10

Een oase van rust lijkt het wel als je de parking van Hotel Domaine 10 in Middelkerke oprijdt, een gerenoveerde hoeve in een groene omgeving. Inchecken doe je via een automaat. De poort opent zich en oplichtende Venetiaanse maskertjes begeleiden je naar je kamer waar het sfeerlicht al brandt, de muziek speelt, de haard aan is en de fles wijn koud staat. Veel romantischer dan dit wordt het niet.

TEKST Paulien Coenaerts - FOTO’S Joris Luyten

En dat is precies wat Stéphanie Van den Heuvel met haar lovehotel beoogt. “Disney­ land voor volwassenen”, noemt ze het. “Een hotel waar de kamers met hun spiegels aan het plafond, danspaal, chocoladeverf, fluwelen stoelen, comfortabele ligzetel, romantisch bad en sfeerlicht net dat tikkeltje pikanter zijn dan de doorsnee hotelkamer.”

“Ons lovehotel is een Disneyland voor volwassenen.” “Terwijl bij andere hotels de persoonlijke service centraal staat, is er bij ons geen contact met de gasten. Tenzij per telefoon, voor als je een boeket bloemen, een verjaardagskaartje, tapas of een diner wil bestellen. Discretie is de key om de gasten in hun cocoon te laten genieten. De service is in handen van één persoon, onze ‘secret butler’. Geen enkele gast ziet de butler, maar wanneer je iets nodig hebt, zorgt hij ervoor.” “Dat mysterieuze vind ik er net leuk aan. Ik ben altijd blij als de mensen zich geamuseerd hebben. Meestal kan ik dat zien aan wat ik moet opkuisen (lacht). Een billenafdruk is geen zeldzaamheid. Soms plooien

de gasten hun lakens terug op en leggen ze handdoeken terug. Dan voel je wel dat ze de service hier appreciëren.” “Er komt wel wat meer werk bij zo’n hotel kijken”, weet Stéphanie die naast Hotel Domaine 10 ook nog het ‘gewone’ hotel Gravenhof uitbaat. “Een normale kamer duurt zo’n halfuur om proper te krijgen, voor de kamers in Hotel Domaine 10 reken ik zeker een uur. Zo’n kamer inrichten met spiegels, extra ligbanken… is ook twee keer zo duur. En dan moet alles nog eens extra geluidsdicht zijn. Tot nu toe verhuren we twee kamers, want tot daar reikten onze financiële middelen, die we met een winwinlening konden uitbreiden. Stijgen we naar 14 boekingen per week, dan beginnen we aan de volgende twee. Uiteindelijk moeten het er tien worden. Vandaar Domaine 10.” “Wat moet dat kosten? Voor de barokkamer betaal je 150 euro, voor de oosterse 190. En je huurt ofwel van 11u tot 19u of van 21u tot 10u. Maar ook een volledig weekend is mogelijk. Ik wilde ze per twee of drie uur verhuren, maar dat is onwettig in België als je de term ‘hotel’ gebruikt. En dat is Hotel Domaine 10 wel degelijk. We halen het love­­hotel uit de taboesfeer en tillen het naar een hoger niveau.” facebook.com/domaine10.be

ZO februari 2019 - 37


Van aankoop tot afdronk

Gebrand op koffie Koffie drinken buiten de deur wordt almaar populairder, het aantal koffiebars stijgt gestaag. Heel wat ondernemers pikken er een graantje van mee. Maar welke weg legt dat bakje troost af voor we het slurpend uitdrinken? Onze reporter ging op de koffie bij drie ondernemers die elk instaan voor een stukje van die keten. Katrien Pauwels reist de wereld rond op zoek naar de beste bonen, barista Rob Berghmans brengt zijn waar aan de man in zijn koffiebar, Louis Donck leert ons beter proeven. TEKST Paulien Coenaerts - FOTO’S Wouter Van Vooren

Katrien Pauwels, of de eerlijke koffie van 0R Coffee

“Wat we betalen, is voor de boeren” Een branderij, vier koffiebars, een school voor barista’s, en Cup-A-Lot, een bedrijf dat koffie rechtstreeks bij de boer koopt; veel meer into koffie dan Katrien Pauwels kan je niet zijn. Samen met haar man Tom zoekt ze wereldwijd naar koffieplantages, en naar de beste manier om bonen te branden.

38 - ZO december 2018 38 - ZO februari 2019

Terwijl Katrien vertelt, maakt ze met de grote espressomachine een kopje zwart goud voor me klaar, zoals koffie wel eens genoemd wordt in de business. “Toen ik Tom leerde kennen, wist ik minder over koffie dan jij nu”, vangt ze aan. “Een van de eerste dingen die hij tegen me zei, was dat hij koffiebrander wilde worden. ‘Wat een rare mens is dat’, dacht ik. Koffiebranders waren toen grijze, bebaarde en buikige mannen. Als er iets niet hip was, dan was het wel koffie. Dat kan je je vandaag niet meer inbeelden.”

Elke dag ontdekkingen “Tom startte een winkel in Aalst waar hij koffiebonen brandde en verkocht. We gingen overal ter wereld koffiecursussen volgen, en ten slotte gaven we er zelf. Ik gaf mijn job in de IT-sector op en startte een koffiebar. Dat werden er al snel vier, en ook onze branderij breidde uit. Omdat de consument nog geen idee had van wat goede koffie is, konden we dat rustig zelf uitzoeken. En we leren nog elke dag bij, er worden elke dag nog ontdekkingen gedaan. Als we nu zouden proeven wat Tom brandde in onze eerste winkel, dan zakte ik door de grond van schaamte.”


DE REPORTAGE / DE KOFFIECULTUUR

Op de loer bij de koffieboer “Naast de branderij, de koffiebars en de barista-school is daar nog Cup-a-Lot bijgekomen. Met dat bedrijfje kopen we koffie aan, niet alleen voor onszelf, maar ook voor gelijkaardige ambachtelijke speciality branders in Rusland, Noorwegen, Engeland…” Terwijl ik van Katriens koffie proef en bij mezelf bedenk wat voor brol ik thuis eigenlijk drink, legt ze uit wat ze verstaat onder eerlijke koffie. “Het bedrag dat we betalen is voor de boeren, niet voor de lokale koper, de exporteur, de reder, de importeur en de brander. Dat bedrag schommelt tussen 5 en 9 euro per kilo. Terwijl je aan de haven van Antwerpen die voor een tweetal euro kan kopen. Dan vraag je je toch af wat de boer daar nog van krijgt?”

Elk jaar een nieuw land “Voor ons is de grootste uitdaging de zoektocht naar goede koffiebonen. Elk jaar proberen we in een nieuw land op prospectie te gaan. We werken vandaag met Congo, Uganda, Rwanda, Kenia, Ethiopië, Costa Rica, Brazilië en over een maand gaan we naar El Salvador. Dikwijls komen we bij gezinnen die achter hun hutje wat koffiestruiken hebben. Er is geen waterleiding, geen elektriciteit, geen infrastructuur, en ze krijgen te maken met extreme weersomstandigheden. Toen ik er een keertje koffie maakte en ze proefden ons product voor de eerste keer, schoten ze in de lach. ‘C’est un produit pour les blancs’, klonk het. Ze vinden het hilarisch dat wij van de andere kant van de wereld komen om zoiets vies te proeven.”

Franchise “98% van het volume dat we er kopen, is voor commerciële koffie. De kleine rest wordt gebruikt voor specialty koffie zoals de onze. Wij nemen de bonen mee en beginnen te branden in onze OR Coffee Roastery. 92% van de gebrande bonen gaat naar een 300-tal professionele klanten in België. De rest gaat naar onze vier koffiebars. We baten ze zelf niet meer uit, dat gebeurt via franchising. We zijn dus betrokken bij het volledige proces, van de koffieboon tot het uiteindelijke bakje troost.”

Katrien Pauwels:

”Dikwijls komen we bij gezinnen die achter hun hutje wat koffiestruiken hebben.”

/ orcoffee.be

ZO februari 2019 - 39


Ook in koffiebar Pakt van barista Rob Berghmans krijg ik twee kopjes koffie om te proeven. Rob is al enkele keren bekroond als barista. Wie iets wil leren over een bar uitbaten, is bij hem aan het juiste adres. Maar de loonkost is een last.

Rob Berghmans, de pionier van Caffènation

“Wel lekker, niet echt rendabel” “De meeste mensen denken dat ik al mijn hele leven een koffiefreak ben, maar dat is niet zo. Ik drink niet eens veel koffie. Ik vond hem in België zelfs vrij ondrinkbaar, daarom ben ik 16 jaar geleden begonnen met Caffènation. Plots waaide de koffiebarcultuur over vanuit de VS en werd mijn horecazaakje een van de eersten van de nieuwe scene.”

Self-made expert “Ik heb mezelf opgeleid als barista, ik was een van de eerste in België die die naam mocht dragen. Dat vind ik toch. Een barista is een koffie-expert, hij kent zijn machine en zijn product door en door, en kan een heel lekker drankje maken met wat bonen en water. Hij moet de juiste doorlooptijd kennen, de juiste temperatuur, alles kunnen onderhouden… De nieuwe technologie gaat steeds verder. Je kan een pomp installeren die meer pulseert om het water sneller of trager te doen doorstromen, andere filterbakjes gebruiken, je kan de hardheid van het water instellen, de koffie harder of zachter aandrukken… en al die variabelen hebben een invloed op het goedje dat in jouw kopje belandt.”

Nauwelijks rendabel “Vandaag heb ik een branderij en twee koffiebars, Pakt en Caffènation, waar in totaal 18 mensen werken. De twee bars draaien goed, maar zijn nauwelijks rendabel. Want je hebt goede, en dus dure apparatuur nodig, goed personeel, en je moet veel tijd steken in het management. Eén fulltime werknemer kost al snel 55.000 euro per jaar. En één fulltimer kan het niet alleen. Je hebt heel wat personeel nodig en dan kom je makkelijk aan 700 à 800 euro personeelslast op een dag. Om énkel

40 - ZO februari 2019

koffietjes te maken. En een paar dingen om te eten. De loonkosten zijn overdreven hoog. Toen ik in het begin zelf achter de bar stond en ik anderhalve fulltime – dus 70.000 euro – kon uitschakelen, was het wel rendabel. Nadien heb ik er de branderij moeten bijhalen om het hoofd boven water te houden.”

“Starbucks was de opstap naar de nieuwe koffiecultuur.” Dank u, Starbucks! “2016 en 2017 waren verlieslatend door mismanagement. Dankzij het moederbedrijf Caffènation, de branderij en wat privékapitaal is dat rechtgetrokken. Maar daar lig je wel even wakker van. Gelukkig is alles vandaag weer onder controle. Van concurrentie heb ik niet al te veel last. De twee koffiebars liggen voldoende uit de buurt van

een Starbucks en bedienen ook een ander publiek. We mogen daar trouwens niet smalend over doen, Starbucks is de opstap geweest naar de nieuwe koffiecultuur. Zonder die vestigingen waren koffiebars wellicht nooit zo populair geworden in ons land. We hebben er veel van geleerd én zelfs veel van gepikt. Dus: dank u, Starbucks.”

Thuis de beste koffie “Vandaag stuur ik de mensen achter de bar aan. Dat is fysiek minder zwaar. Het is een stiel voor jonge mensen, koffie zetten. Dat klinkt raar - ik weet het - maar zo is het wel. Hoe je thuis de beste koffie zet? Dat is heel eenvoudig. Met een filter. En met goede bonen natuurlijk. Niet te hard gebrand, en zo recent mogelijk gemalen. 60 gram koffie in één liter water, en klaar is kees. Niet met de koffiepads die jij thuis hebt. De koffiepad wordt beschouwd als het dieptepunt van koffie. Capsules zijn van een iets betere kwaliteit, maar nog altijd niets in vergelijking met de koffie die wij produceren natuurlijk”, besluit Rob met een knipoog. / caffenation.be

Robs geboden van de koffiebaruitbater: • Liefde voor het product. Als jij niet van je eigen koffie houdt, kan je dat van je klant ook niet verwachten. • Liefde voor de klant. Naar een koffiebar komen moet een beleving zijn. • Creatief zijn. Speel in op de wispelturige, jonge koffie-industrie. Denk aan alternatieve drankjes als Kefir en Kombucha. • Onderhouden, schoonmaken, onderhouden. Koester je koffiemachines. • Blijf opleidingen volgen. Een wijnsommelier moet weten: met dat soort druif, uit dat land en dat rijpingsproces krijg je zo’n wijn. Dat is voor een barista net hetzelfde met koffie.


DE REPORTAGE / DE KOFFIECULTUUR

Louis Donck, Donko’s onverbiddelijke veelproever

Koffie in de bloedbaan Interview drie en het begint steeds moeilijker om terug te keren naar mijn vertrouwde Senseomachine thuis. “De koffie stroomt door mijn aderen.” Met vijftien koffies per dag heeft Louis Donck, de beste koffieproever van België, recht van spreken. “Ik ben niet met de papfles maar met de koffiekan grootgebracht. Of ik verslaafd ben? Maar neen.”

“Mijn grootvader is begonnen als koffiebrander, mijn vader nam de koffielepel over en sinds 2005 is het mijn beurt.” Louis Donck is zaakvoerder van de (bijna gelijknamige) branderij Donko’s. “Als koffiebrander proef je sowieso regelmatig koffie. Dat lijkt me logisch. Je bouwt proefervaring op en dan doe je al eens voor de grap aan een wedstrijd mee en word je Belgisch kampioen koffieproeven. Nu ben ik daar een jaar of tien mee bezig. En op één keertje na belandde ik altijd in de finale.” “Cupping heet dat. Je krijgt een trio van koffies, waarvan er twee identiek zijn. Bij­ voorbeeld twee koffies van plantage A, en eentje van plantage B. Of één van land A en twee van land B. En dan moet je de vreemde eend in de bijt eruit halen. En zo acht keer na elkaar, tegen een zo scherp mogelijke tijd. Tijdens het laatste Belgische kampioenschap had ik 8 op 8 in 1 minuut 54. Op het wereldkampioenschap in Brazilië had ik 6 op 8 in 4 minuten 36.”

Koffie proef je zo “Hoe beoordeel je nu zo’n koffie? Eerst kijk je naar de crema, het laagje dat bovenop ligt. Als je crema niet mooi is, zal de smaak waarschijnlijk ook niet denderend zijn. Heb je de koffie met een metaalfilter gezet, dan is die iets troebeler. Gebruik je een papieren filter, dan moet de koffie helder zijn. Met je tong proef je enkel zoet, zuur, zout, bitter. Je neus doet de rest. Onder de professionele koffieproevers wordt gewerkt met scorebladen.

Zo geef je een score aan de aciditeit bijvoorbeeld. Dat is de mate waarin iets zuur is, en of het om een goed zuur gaat (zoals citroen) of om een slecht zuur (zoals azijn). Met de bitterheid net hetzelfde, het gevoel in je mond ook.” De fotograaf en ik wagen ons aan een cupping. Maar veel meer dan dat we het lekker vinden, komt er niet uit.

De koffieman die alles kan “Aan wedstrijden deelnemen is leuk en bezorgt je naambekendheid, maar je verdient er geen geld mee. Je vliegtuigticket en het verblijf worden betaald, maar daar stopt het. Daarnaast organiseer ik workshops koffiezetten en proeven, meestal voor groepen of professionele klanten uit de horeca. Het grote geld ga je dus niet verdienen. In de koffiesector moet je in zowat elke tak of in bijna elke stap van het proces actief zijn, denk ik, om te overleven. En de meeste Belgische spelers zijn dat ook. Maar dat maakt het net leuk. Dat je én de koffiebonen koopt, én mengt, én brandt, én maalt, én ze verkoopt. En dat je veel proeft natuurlijk.”

“Op het Belgische kampioenschap had ik 8 op 8.” Een positieve verslaving “Hoeveel koffies ik al geproefd heb? Veel. Héél veel. Ik drink gemiddeld vijftien koffies per dag. Op reis moet ik soms echt afkicken. En thuiskomen vind ik nooit erg, dan kan ik weer mijn goeie koffie drinken. Een favoriete koffie heb ik niet. De variatie vind ik belangrijk. Thuis bij het ontbijt drink ik koffie, hier op het werk wordt soms gecupt, of ik kom bij klanten en dan proef ik opnieuw, of ik moet stalen proeven en dan zijn er nog een paar koffietjes tussendoor omdat het zo lekker is, hé. Met één kop koffie per dag kan je toch niet meedraaien in de koffiebusiness? Na 18 uur drink ik meestal geen koffie meer. Maar ik kan nog slapen, hoor, maak je maar geen zorgen.” / www.donkos.be

ZO februari 2019 - 41


Anne Everard geeft raad om te remmen

Hoe je een burn-out de pas afsnijdt Onderneemster Anne Everard weet uit de eerste hand wat het is om een burn-out te krijgen. Sindsdien weet ze dat je als ondernemer doordacht met je energie moeten omspringen. En dat je niet mag treuzelen als de eerste symptomen zich tonen. Dit, en nog andere goede raad deelt ze graag met iedereen die beseft: ik zit in de rode zone.

TEKST Anne Everard FOTO Shutterstock

Nadat ik twintig jaar in de telecomsector werkte, werd ik in 2011 ondernemer en stond ik mee aan de wieg van het sprekersbureau Read My Lips. Twee jaar later kon ik op een ochtend niet meer opstaan. Diagnose: burn-out. Het duurde ongeveer twee jaar om te herstellen. Momenteel lopen volgens onderzoekingen 17% van de werknemers een verhoogd risico op burn-out en bedrijfsleiders blijven evenmin gespaard. Het is nodig om te begrijpen waarom er zoveel burn-outs zijn. Dan kunnen we, als volgende stap, onszelf ertegen beschermen en onze energie duurzaam beheren.

Wat is er de afgelopen 20 jaar in ons leven veranderd? Drie fundamentele veranderingen hebben onze manier van werken, en meer nog, van leven gewijzigd. 1. Ons professionele leven, maar ook ons privéleven, is drastisch versneld sinds de opkomst van computers, internet en e-mails. We moeten er geen tekening bij maken: wat een verschil tussen de 5 faxen per dag van weleer en de honderden e-mails van vandaag. We moeten veel

42 - ZO februari 2019

meer informatie verwerken en ze ook nog eens sneller verwerken. Onze klanten zijn veeleisender geworden en willen alles ‘nu’. Dezelfde trend vind je in het privéleven: je moet de kinderen rondvoeren, afspreken met vrienden, citytrips maken... 2. Weet je nog wanneer je je eerste smartphone kocht? Voor mij was het in 2007, een Blackberry. Sindsdien is er geen echte grens meer tussen mijn privéleven en mijn professionele leven. Dat werd nog versterkt toen ik mijn eigen bedrijf begon. Ik wil 7 dagen op 7 volgen wat er gebeurt, weten wat mijn klanten vragen en ze antwoorden. Het is verleidelijk om je e-mails ‘s avonds of in het weekend te controleren. Een smartphone is even verslavend als een drug, en we checken hem gemiddeld 150 keer per dag. 3. Sinds de bankencrisis is de eerste prioriteit van alle werkgevers de efficiëntie van hun bedrijf verbeteren. Door kosten te besparen en processen te optimaliseren dankzij nieuwe technologieën. We moeten ons voortdurend aanpassen omdat ook de concurrenten zich snel aanpassen. Aanpassing vereist een goed niveau van energie. En herstel na de inspanning.


PR AK TISCHE ZAKEN / BURN-OUT

Wat zijn de tekenen aan de wand?

Hoe verdien je 50 lepeltjes energie per dag?

Burn-out is geen virus of bacterie, het is een ziekte die ontstaat door stress. Kunnen we ze herkennen? Ja, er zijn drie symptomen die zich vooraf voordoen, gedurende maanden of zelfs jaren.

1. De eerste energiebron is slaap. 90% van de mensen hebben 8 uur slaap nodig om te herstellen. Studies tonen aan dat we sinds de komst van smartphones gemiddeld 1 uur slaap per nacht kwijt zijn. Als je je moe voelt, aarzel dan niet om een dutje ​​ te doen, op z’n minst in het weekend.

1. Lichamelijke klachten: hoofdpijn, pijn in de nek, armen, rug, maagproblemen, slechte spijsvertering, allergieën, eczeem... Voor mezelf begon het 18 maanden voor mijn burn-out. Ik kreeg pijn in mijn rechterarm zonder dat de dokters me konden helpen. 2. Slecht slapen: moeite met inslapen, of wakker worden rond 3-4 uur ‘s morgens. In beide gevallen leidt dat tot te weinig slaap en dus te weinig herstel voor lichaam en hersenen. ’s Nachts wakker worden begon bij mij een jaar voor mijn burn-out, maar ik deed alsof ik genoeg sliep. 3. Schommelend humeur: verlies aan enthousiasme, meer nervositeit, woedebuien, cynisch en minder sociaal zijn. Het is een fase waarin we dingen beginnen te vergeten, zoals een afspraak, en we beginnen kleine fouten te maken. Voor mij begon deze fase ongeveer 3 weken voor mijn crash. Je bent al erg ver en in groot gevaar wanneer deze fase zich voordoet! Het goede nieuws: zolang de dam niet is doorgebroken, kun je nog vrij snel een stap terugzetten. Maar als je doordoet tot de crash, wacht je vaak een echte, langdurige ziekte. Die kunnen we nochtans vermijden.

Wat is de lepeltjestheorie? Om te beginnen moet je de theorie van de lepeltjes begrijpen. Stel: iedereen beschikt over 50 lepeltjes energie per dag. Elke taak - een vergadering, een maaltijd, een afspraak - kost één of meerdere scheppen. Na een goede nachtrust is je voorraad weer aangevuld. Dus om te vermijden dat je uitgeput raakt: zorg ervoor dat je 50 lepeltjes per dag hebt én er niet meer dan dat uitgeeft.

2. Alles wat we eten en drinken, zal lepeltjes energie geven of... kosten. Het ontbijt is de belangrijkste maaltijd, bij voorkeur proteïnerijk. Uitgeputte mensen hebben meestal verslavingen (suiker, koffie, cola, alcohol, tabak…). Al deze stoffen moeten met mate worden geconsumeerd. Sla maaltijden niet over en eet niet te veel omdat het je lichaam vermoeit. 3. ‘Zitten is het nieuwe roken.’ Wandel minstens tweemaal per dag 10 minuten. Hierdoor activeer je je metabolisme en worden je stresshormonen geëvacueerd. Sporten geeft energie. Niet sporten kóst energie.

2. Geef jezelf ‘blanco uren’ zonder smartphone. Geef je hersenen pauzes tijdens de dag. Stop de smartphone ‘s avonds en in het weekend in een lade. Stop in elk geval anderhalf uur voor het slapengaan. 3. Genereer positieve energie op het werk: redelijke deadlines, las een moment in om iets te vieren, zorg voor tijden van herstel, een respectvolle sfeer; erkenning geven en ontvangen is ook erg belangrijk.

En nu de hamvraag: hoe pas ik dit toe in mijn drukke leven? Mijn suggestie: kies uit dit artikel 3 tips waarvan je vindt dat ze voor jou nuttig zijn. Voer morgen de eerste verandering in. Volgende week, een tweede verandering. En na twee weken, een derde. Je zult merken, zo wordt je lichaam gaandeweg terug je beste vriend. En zo beheer je duurzaam je energie. / www.readmylips.be

4. Plezier geeft energie. Niet te veel nadenken over alles wat je wil en moet doen. Neem de tijd om jezelf plezier te gunnen. Neem ​​minimum 20 minuten voor jezelf per dag in de week en 2 uur per dag in het weekend.

“Op een ochtend kon ik niet meer opstaan. Burn-out. Het duurde twee jaar om te herstellen.” Hoe zorg je dat je niet te veel lepeltjes energie uitgeeft? 1. De versnelling van het leven kost veel energie. Het antwoord is om te vertragen. Doe minder (in ieder geval in je privé- en gezinsleven) en neem de tijd om te kalmeren (3 minuten pauze per uur om te bewegen en diep en rustig te ademen).

Anne Everard schreef ‘50 lepeltjes energie per dag’ (Lannoo, 2018) en is spreker over ‘Keep your energy high!’, ‘Stressdetectie’ en ‘Stressdetectie voor leidinggevenden’.

ZO februari 2019 - 43


Publireportage

WAT KUNT Ù OPSTEKEN VAN EEN

START-UP?

België is een echt ondernemersland. Heel wat ondernemingen doen het dan ook bijzonder goed. Toch krijgen velen onder hen na enkele succesvolle jaren last van groeivertraging. Hoe u dat kunt voorkomen? Door de mentaliteit van een start-up over te nemen, enkele typische start-upprincipes toe te passen én regelmatig kritisch naar de eigen business te kijken. Lode Uytterschaut, CEO van Start it @ KBC, vertelt ons wat we nog allemaal kunnen leren van start-ups. Elke ondernemer kan start-up zijn “Voor mij zijn de twee niet zo verschillend”, zegt Lode. “Heel wat start-ups zijn in principe ook kmo’s. Het grote verschil zit hem meestal in het feit dat die bedrijven actief zijn in een traditionele markt met een bekend businessmodel, terwijl start-ups veelal uitpakken met een innovatief idee, een schaalbaar model en een globale marktambitie. Een start-up is vaak nog op zoek naar de juiste product/market fit en doet daarvoor nog heel wat marktonderzoek.” “Ondernemingen moeten dus blijven innoveren. Als de business draait en groeit, komt er soms wat zelfgenoegzaamheid … en net dan wordt het gevaarlijk. De concurrentie komt van overal en voor je het weet is een concurrent met een deel van de markt weg. Traditionele kmo’s moeten dus de ogen en oren open houden, hun eigen business in vraag durven stellen en blijven innoveren. Ook al is dat soms beangstigend.” Ken het ‘waarom’ van je onderneming “Het is belangrijk dat je het doel van je bedrijf kent en goed weet welke problemen je wilt oplossen”, zegt Lode. “Dat zorgt voor een overtuigend verhaal waar de medewerkers in kunnen geloven. Ook investeerders, klanten en leveranciers worden erdoor aangetrokken. Succesvolle start-ups bouwen een goed team uit en kunnen die 'wij veranderen de wereld'-cultuur ook blijven aanhouden als ze verder groeien.”

Geef innovators de ruimte “Als bedrijf doet u er goed aan om innovators en interne ondernemers aan boord te houden”, verduidelijkt Lode. “Geef hen vrijheid en vertrouwen, en hou ze buiten de dagelijkse business. Geen evidente oefening natuurlijk. Bovendien kunnen ze niet alles binnen de eigen muren doen. Daarom is het vaak efficiënter – en stijgt de kans op succes – als ze een partner zoeken die met twee benen in de innovatie- en start-upwereld staat, en de ervaring heeft om dergelijke teams te begeleiden. Zo haalt u het beste uit uw mensen én uw onderneming.” Meer weten over slim ondernemen? Neem een kijkje op kbc.be/ondernemen


PR AK TISCHE ZAKEN / BURN-OUT

UNIZO en dienstengroep Liantis samen in de bres tegen ondernemers-stress

“Een veerkrachtige zelfstandige durft al eens ‘nee’ zeggen” Minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken Maggie De Block keurde een project goed om op maat van zelfstandigen en kmo-werkgevers stress en burn-out aan te pakken. UNIZO en dienstengroep Liantis gaan werk maken van ‘de veerkrachtige zelfstandige’. TEKST Herman Van Waes - FOTO Ivan Put

Waarom een specifieke aanpak voor ondernemers? Danny Van Assche (CEO van UNIZO): “Een ondernemer denkt altijd: ‘ik mag niet uitvallen’. Als er signalen komen dat het raderwerk niet meer goed draait, verhoogt de stress en de paniek: wat als ik de zaak moet sluiten, als ik geen inkomen meer heb?” Philip Van Eeckhoute (CEO van Liantis): “In groeiende kmo’s werken er pakweg 20 mensen, maar er is geen HR-manager, geen CFO, geen aankoper… het komt allemaal op ‘den baas’ terecht, die niemand heeft om te kunnen delegeren. Dan neemt de druk toe. “ DVA: “Aan een zelfstandige is het moeilijk om uit te leggen dat hij rustpunten moet nemen, dat ‘rust rendeert’ of dat het anders grondig fout zal gaan. Een specifieke aanpak is dus zeker geen overbodige luxe.”

Hoe ziet die aanpak er uit? Maggie De Block: “In een eerste fase willen we bewust maken over stress en burn-out. De tweede stap is secundaire preventie: als de tekenen er zijn, mensen tijdig aan de noodrem laten trekken, en hen informeren over remedies. De derde stap is begeleiding: als het je toch overkomt, hoe raak je uit de put? In elk van die fases willen we de drempel verlagen om advies, hulp en begeleiding te zoeken.” PVE: “Die schroom om hulp te zoeken is bij zelfstandigen groter dan bij werknemers. Wij moeten ondernemers leren dat ze niet permanent beschikbaar kunnen zijn. Wie op zaterdagavond een sms krijgt van een klant, kan daar ofwel meteen op ingaan, of op maandagmorgen antwoorden als de vraag niet écht dringend is. Een ‘veerkrachtige zelfstandige’ moet leren om soms ‘nee’ te zeggen.” MDB: “Ik heb zelf destijds te veel ‘ja’ gezegd in mijn huisartsenpraktijk. Als er om 23 uur iemand belt voor een kind met 40 graden koorts, dan moet je daar wel naartoe. Maar de vrouw die op kerstavond belde of ik haar pil wilde voorschrijven, daar ben ik niet op ingegaan. Trouwens, in de politiek is ‘nee’ zeggen ook niet gemakkelijk.” DVA: “We zouden nochtans graag zien dat de politiek ‘ja’ zegt op ons voorstel voor een re-integratiepremie voor werkgevers en zelfstandigen die langdurig uitvallen. Vaak maken ze zo’n plan niet vanwege de administratieve rompslomp, maar een bescheiden premie kan daaraan verhelpen.”

Waarom zijn UNIZO en Liantis hiervoor aangewezen partners? MDB: “Voor elk van de drie fases moeten er checklists, infosessies, workshops, ontbijtvergaderingen, webinars, coachingsessies... ontwikkeld worden. Na een jaar kijken we of we de doelgroep bereikten en welke aanpak het best werkt. Zo willen we een steeds bredere expertise ontwikkelen. Op dat punt is samenwerking met UNIZO en Liantis zeker een meerwaarde.” PVE: “De sterkte van Liantis is dat we twee expertises combineren: dienstverlening aan zelfstandigen en preventiebeleid bij werkgevers voor werknemers. We hebben al fors geïnvesteerd in psychosociale preventieadviseurs ter bestrijding en preventie van stress en burn-out. We hébben al een toolkit die sensibiliseert en informeert, we doen individuele ondersteuningen, bevragingen (rond welzijn en specifiek over burn-out), opleidingen (bvb. herkennen signalen), workshops (bvb. timemanagement), en begeleiden bij het opmaken en uitvoeren van specifieke plannen (zoals re-integratie). Met dit project wil Liantis die expertise nu méér toespitsen op zelfstandigen. Samen met UNIZO hebben we een enorm netwerk van 196.000 aangesloten zelfstandigen en ruim 60.000 werkgevers. We zijn het best geplaatst om een massa ondernemers te bereiken.” DVA: “We moeten ondernemers overtuigen dat investeren in het geestelijk welzijn van zichzelf en medewerkers geen ‘zotte kosten’ zijn. Echte preventie betaalt zichzelf terug.”

Lees het volledige gesprek op www.unizo.be/burnout

ZO februari 2019 - 45


10 tips om je voor te bereiden op de brexit De moeizame brexitonderhandelingen beroeren de gemoederen aan weerskanten van het Kanaal. Het kan in theorie nog alle kanten op, maar 29 maart 2019 komt snel dichterbij. Laat je niet verrassen door een mogelijke no-deal brexit en stoom je bedrijf nu al klaar. Hieronder 10 tips om je op weg te helpen. TEKST FOTO

Tonia Van de Vyver FIT Thomas Pirard UNIZO Shutterstock

46 - ZO februari 2019

Bedrijven die handel drijven met het Ver­ enigd Koninkrijk zullen de impact van een harde brexit meteen voelen. De Belgische douane verwacht ongeveer 14% meer invoeraangiftes en maar liefst 47% meer uitvoeraangiftes. En dat is nog maar het topje van de ijsberg. Voor Vlaamse bedrijven was het VK in 2018 de op drie na belangrijkste exportbestemming.

Het loont de moeite voor beide partijen om bestaande contracten te herbekijken.

1. Vul de brexit impactscan in De brexit impactscan helpt je inschatten welke problemen er kunnen zijn voor je bedrijf. Zelfs wanneer je niet rechtstreeks zaken doet met het Verenigd Koninkrijk kan er zeker een impact zijn. Misschien komen bepaalde grondstoffen van leveranciers wel uit het VK, waardoor hun aanvoer langer op zich laat wachten en duurder kan worden. Deze scan, ontwikkeld door de FOD economie, zal op maat van je bedrijf aangeven aan welk soort problemen je je mag verwachten. brexit-impact-scan.be/nl

2. Bereken de 0 financiële weerslag Elke onderneming moet voor zichzelf uitmaken hoe ze een harde brexit het best opvangt. Wat kost een uitklaring in België en een inklaring in het VK? Zijn er logistieke aanpassingen nodig? Staat je IT-infrastructuur op punt? Heb je bufferstocks? Moet je opleidingen organiseren?


PR AK TISCHE ZAKEN / BREXIT

Hoe houd je het just-in-time-principe in stand? Je beslist beter op voorhand welk budget je voor die aanpassingen nodig hebt en of je de extra kosten kunt doorrekenen aan de klant. Zo ben je in ieder geval voorbereid op het zwartste scenario.

3. Ga de mogelijke impact 0 van invoerrechten na Is er geen uittredingsverdrag op 29 maart 2019, dan valt de Britse overheid te­­ rug op de afspraken van de Wereld­ handelsorganisatie (WHO). Dat lijkt een sprong in het duister, maar dat hoeft het niet te zijn. Het VK heeft aangegeven dezelfde invoertarieven te zullen gebruiken als de EU gebruikt bij invoer uit derde landen. De bedragen van eventuele heffingen zijn dus bekend en je kunt op basis van je huidige transacties met het VK de extra kosten vrij nauwkeurig in kaart brengen. Neem dus het zekere voor het onzekere en vraag de douanetarieven op voor jouw producten. Vraag naar het WTOtarief voor ‘meest begunstigde natie’. Ga de impact na op je prijszetting.

4. Spijker je kennis bij van douaneprocessen Vraag een EORI-nummer aan. Een EORInummer (Economic Operators Regis­ -­ tration and Identification) is je identificatienummer bij de douane en zal je nodig hebben om zaken te doen met het VK. Een EORI-nummer aanvragen is slechts een formaliteit en neemt niet veel tijd in beslag. De aanvraag kan bijvoorbeeld via Liantis. Krijg je te maken met de Britse Douane, zal je ook een Brits EORI-num­ mer moeten aanvragen. Import- en exportaangiften zal je elektronisch moeten indienen via het Papierloze Douane & Accijnzen-systeem (PLDA). Daar­­ naast bestaan er tal van douanevergunningen die het douaneproces eenvoudiger laten verlopen. Je kunt alles ook laten regelen door een douanevertegenwoordiger. Een lijst van vertegenwoordigers is te vinden op de website van de FOD Financiën. financien.belgium.be/nl/ douane_accijnzen/

5. Beslis hoe je wisselkoersen de baas blijft

7. Herbekijk bestaande contracten

Het VK behoorde nooit tot de eurozone, dus wisselkoersen maken al deel uit van je huidige exportbeleid. Het Britse pond is door de aanhoudende onzekerheid echter een volatiele munt geworden. Een harde brexit zal die tendens versterken. Bij een verdere terugval van het Britse pond worden Europese producten duurder voor de Britten, wat kan leiden tot een dalende import. De risico’s beperk je door contracten in euro te onderhandelen of een wisselkoersclausule te bespreken.

Een getekend contract is in theorie bindend, brexit of geen brexit. Toch kan het voor alle partijen interessant zijn die overeenkomsten te herbekijken. Kan je nog aan de voorwaarden voldoen bij een harde brexit? Extra clausules voor bestaande – en nieuwe contracten – kunnen jou en je partners heel wat kopzorgen, tijd en kosten besparen. Bovendien bevestig je zo je goede reputatie als commerciële partner en geef je aan op langere termijn door te willen gaan. Een heronderhandelingsclausule laat dan weer ruimte om de onzekere uitkomst van de brexit nadien te bespreken.

Ook een valutatermijncontract kan een oplossing zijn. Dan sluit je met een bank een akkoord dat vastlegt tegen welke waarde je Britse ponden zal kunnen omruilen. Op die manier heb je geen last van prijsschommelingen.

6. Verlies normen en verpakkingsregels niet uit het oog Ruim 20.000 Europese normen leggen afspraken vast over producten, diensten en methodes. Het VK blijft lid van het Europese Bureau voor Normalisatie (CEN) tot eind 2020, ongeacht het uiteindelijke scenario. Zelfs als de Britten hun lidmaatschap opzeggen hebben ze daarna baat bij een inschikkelijke houding. CEN en ISO, het Internationale Bureau voor Normalisatie, zorgen immers samen voor ruim 95% van de huidige Britse normen. Bij de ingang van de brexit verankert het VK de Europese wetgeving in de Britse wetgeving via de EU Withdrawal Bill. De Britse regering gaf aan dat samenwerking met de EU cruciaal blijft. Maar op termijn is afwijking mogelijk. Ook de impact van nieuwe verpakkingsvoorschriften zal om dezelfde reden in het begin eerder beperkt zijn. Op termijn kunnen beide factoren voor een belangrijke verandering zorgen. Houd dus de vinger aan de pols. Voor specifiek advies kan je terecht bij je beroepsfederatie, het Belgisch Bureau voor Normalisatie (NBN) en het Belgisch Verpakkingsinstituut (BVI).

8. Spreek met je transporteur Wachttijden voor goederentransport dreigen 3 keer langer te worden. Voor verse producten kan dit een probleem zijn, voor farmaceutische producten ook. Ga na welke vertragingen dit met zich mee kan brengen. Spreek met je transporteur om samen naar oplossingen te zoeken.

9. Diversifieer je exportactiviteiten Is het VK een van je belangrijkste exportmarkten? Dan doe je er goed aan tijdig nieuwe markten te verkennen om je afhankelijkheid van de Britse markt te verlagen en aan risicospreiding te doen. De Vlaamse overheid geeft subsidies aan kmo’s voor kennisuitbreiding en de ontwikkeling van internationale activiteiten.

10. Laat je verder informeren Bel naar de UNIZO Ondernemerslijn (0800 20 750), of contacteer brexitspecialist Thomas Pirard bij UNIZO (thomas. pirard@unizo.be), of volg een van de brexit­­­sessies die UNIZO organiseert samen met Flanders Investment & Trade (zie hieronder).

/ www.unizo.be/brexit / www.brexitready.be (FIT)

ZO februari 2019 - 47


DE WA AROMVR A AG

Waarom

is de loonkost in België zo hoog? Dat Belgische bedrijven kampen met een hoge loonkost vergeleken met andere landen, is geen geheim. Zo’n hoge loonkost is voor een ondernemer een dubbel knelpunt: je moet ze betalen, en ze verzwakt je concurrentieel voordeel tegenover het buitenland. Maar waaróm is die loonkost zo fors? En vooral: hoe is dat gekomen? TEKST Filip Huysegems - ILLUSTRATIE Kim Duchateau

De loonkost, dat is, grof gezegd, het loon van de werknemer plus de sociale bijdragen van de werkgever. België is een Europese loonkostenkampioen. Volgens Eurostat, het Europees bureau voor statistiek, staat ons land op de tweede plaats na Denemarken. Dat de loonkost in ons land hoog is, is geen nieuws van gisteren. Erik Buyst,

hoogleraar aan de KULeuven, schreef de economische geschiedenis van België (Het gestolde land) en ziet de kiemen van die hoge loonkost in de jaren na de Tweede Wereldoorlog. “Onze industrie had nauwelijks schade geleden, en uit andere landen kwam er een grote vraag naar producten voor de wederopbouw: steenkool, cement, glas. De tewerkstelling was nagenoeg com-

pleet, er was krapte op de arbeidsmarkt, en dan gaan de lonen omhoog. Juist in diezelfde periode werd de sociale zekerheid verder uitgebouwd. In de euforie van de goed draaiende economie werd dat een duur systeem.” Omstreeks 1948 dooft dat succesverhaal uit, omdat ook elders in Europa de economie terug op stoom komt. Maar intussen zit ons land met een kostelijk sociale zekerheidsstelsel. Het stramien herhaalt zich in de jaren zestig, als het buitenlands kapitaal België ontdekt. Denk aan Ford Genk, Caterpillar, de petrochemie. Op dat elan is er opnieuw een stevige uitbreiding van de sociale bescherming, en dat geld moet opnieuw ergens vandaan komen. Enzovoort. Het stramien herhaalt zich over de decennia. Nu zou je kunnen zeggen: sociale zekerheid, welja, waarom niet? Maar het probleem is ruimer. Erik Buyst: “Zodra de economie zuurstof krijgt, gaat die direct op aan hogere uitgaven. Dat is vandaag nog altijd zo, en dat vind ik heel spijtig. We lijken niet te leren uit de geschiedenis. Wat meer voorzichtigheid, zoals in het Duitse model, zou niet misstaan. We horen het niet graag, maar in dat opzicht is België een typisch Zuid-Europees land.” Econoom Geert Vancronenburg: “België is in het algemeen een land met een groot overheidsbeslag. De overheid heeft veel uitgaven, en die worden betaald, onder meer, met sociale bijdragen op lonen.”

Index Factor nummer twee die de Belgische loonkost aanjaagt: de automatische index (die een bijna-unicum is: behalve in Luxemburg, en op Malta en Cyprus, vind je die nergens ter wereld nog.) Stijgt de levensduurte boven een drempel, dan stijgen de lonen mee. Geert Vancronenburg: “In andere landen onderhandelt men

48 - ZO februari 2019


Inspiratietour voor handelaars daarover, bij ons gaat het automatisch. Als alles normaal draait, hoeft dat geen probleem te zijn. Maar de automatische index gooit onze concurrentiekracht overhoop als er schokken van buitenaf komen.” Zoals? “Bij een forse stijging van de olieprijzen bijvoorbeeld. De heftigste was in 1973 (toen verviervoudigden ze, red.), de recentste is van 2007-2008, toen de prijzen verdubbelden: een aantal sectoren kreeg drie indexeringen van twee procent in één jaar te verduren. Goed, dat is al tien jaar geleden, maar wat ik wil zeggen: ook als zo’n schokken tot bedaren komen, is dat achteraf zéér moeilijk te corrigeren. De indexstijging is gebeurd, de loonkost is gestegen, dat valt niet makkelijk terug te draaien.”

Herstel en reparaties Een grote loonkost is op het internationale toneel een nadeel, en dat nadeel wordt nog prangender in economisch magere tijden, zeker voor een kleine en open economie als de onze. Die scheefgroei rechttrekken was de lastige opgave van de herstelregeringen van Wilfried Martens in de jaren tachtig (met loonstops en een devaluatie) en de reparaties door Jean-Luc Dehaene in de jaren negentig.

Is jouw winkel klaar voor de klant van morgen? Ontdek het programma op proximus.be/retailtour

Het is uit diens tijd (1996) dat de loonnorm dateert. Die kwam er juist om te sterke stijgingen van loonkosten tegen te gaan. Sindsdien is er een plafond voor loonstijgingen, dat tweejaarlijks wordt afgesproken in een hoogtepunt van het sociaal overleg in ons land: de Groep van Tien, met vertegenwoordigers van vakbonden en werkgevers – ook UNIZO zit erin. (zie ook edito blz. 3) Die loonnorm is zowat de tegenvoeter van de index. “Zo kun je het bekijken,” zegt Geert Vancronenburg. “De index wil de koopkracht vrijwaren, de loonnorm de concurrentiekracht.” Het is die loonnorm die de vakbonden vandaag ter discussie stellen. Ze vinden dat de economische voorspoed moet vertaald worden in meer loon, bovenop de automatische indexering. Is dat onvoorzichtig? Geert Vancronenburg: “De Centrale Raad voor het Be­ drijfsleven levert het rapport dat de basis vormt van het loonoverleg. En het verslag geeft aan dat België nog altijd kampt met een loonkostenhandicap.”

CONCLUSIE

OMDAT de patronale bijdragen mee de sociale zekerheid en andere overheidsuitgaven betalen, en de automatische indexering het er ook niet simpeler op maakt.

ZO december 2018 - 49

Wanneer: 11/03 - 18/03 - 01/04 - 29/04 - 13/05


DE ZA AKWA ARNEMER / BART DEBBAUT

Vijf miljard

Vijf en een half miljard. Euro, welteverstaan. Dat is – volgens Comeos – het bedrag dat alle Belgen in 2018 gespendeerd hebben in buitenlandse webshops. Twee keer hetzelfde bedrag, astronomisch hoog. Om het even te plaatsen: de Europese Commissie voorspelde in november 2018 dat het Belgisch begrotingstekort ongeveer… 5 miljard zou bedragen. Volgens Transfermarkt.de bedroeg de gezamenlijke marktwaarde van FC Barcelona, Manchester City, Real Madrid, FC Liverpool en Atlético Madrid eind 2018 ruim… 5 miljard euro. De beurskapitalisatie van Telenet Group bedroeg op datzelfde moment… 5 miljard euro. Waarom al die cijfers? Om de kunst van het nuanceren weer onder de knie te krijgen. De pers – de populaire op kop (maar zijn ze dat niet allemaal tegenwoordig?) – was er als de kippen bij om iedereen duidelijk te maken hoeveel geld we met z’n allen aan buitenlandse webshops hadden uitgegeven (oeps, ik schreef bijna: verspild). Wat er niet of nauwelijks werd vermeld, is dat we – ook met z’n allen – ongeveer 100 miljard euro spenderen aan voeding, kleding, interieur, huishoudelektronica. En dat daarvan 8 miljard (8% dus) naar buitenlandse winkels gaat. Waarvan 5,5 miljard (5,5% dus) naar buitenlandse webshops. De titel van de artikels had dus ook kunnen zijn: Belg besteedt nog steeds 92% van zijn uitgaven in Belgische winkels. Maar dat klinkt zo conservatief, en we willen met z’n allen toch zo graag progressief zijn.

50 - ZO februari 2019

Van alles wat we dan toch online kopen, gaat het meeste geld naar kleding en schoenen. Maar dat gaat nog altijd maar over 10 à 14% van de totale omzet in kleding en schoenen. Of met andere woorden: bijna 90% van de kleding en schoenen wordt offline gekocht. In bakstenen winkels. Negentig procent. Alleen, daar lees je zelden of nooit over. Nee, tuurlijk niet: saai, ouderwets en oerconservatief. Veel leuker is het toch om te schrijven over die schamele 10% kleding en

“Bijna 90% van de kleding en schoenen wordt offline gekocht.” schoenen die online wordt gekocht. Die schamele 8% die in buitenlandse winkels wordt uitgegeven. Die schamele 5,5% die in buitenlandse webshops terecht komt. Zie je, met cijfers doen ze je van alles geloven. Het gaat niet om een onwaarschijnlijke vijf en een half miljard, het gaat om – och God, och Here – een schamele vijf en een half miljard. Nu ik erover nadenk: Di Rupo wil niet van confederalisme horen want hij heeft 5 miljard Vlaamse transfers nodig voor zijn noodlijdend Wallonië. En Trump heeft 5 miljard nodig voor de bouw van zijn omstreden muur. Stel je voor: De Wever en Trump gooien het op een onderonsje…. Miljaar.

BART DEBBAUT is zaakvoerder van de herenkledingzaak ‘De Gouden Schaar’ in Tienen. Hij schrijft, kookt, fietst en speelt piano. Passie is daarbij de rode draad.

FOTO Lotte Hendrickx

Vijf en een half miljard. Euro, welteverstaan. Dat was – volgens Forbes – het geschatte ver­ mogen van wijlen Albert Frère, onze rijkste Belg, hoofdaandeelhouder van onder andere GBL. Hij prijkte daarmee op de 281ste plaats van de rijkste mensen op onze aardkloot.


Proud partner of

Ondernemen, da’s topsport ‌

Aannemer of ziekenhuisdirecteur, starter of doorgewinterd zelfstandige: je wil omhoog en zet stappen vooruit. Dat kan alleen met een hecht team waarin je vertrouwen hebt. Liantis biedt je als vertrouwde compagnon de route een stevige houvast. Met concrete oplossingen, voor al wat met jezelf, je zaak en je medewerkers te maken heeft. Ontdek meer op liantis.be

samen werkt.


De financiële steun van activa.brussels helpt ons, maar net zo goed ook de werknemers. Win-win dus! ERWIN HEUSBURG, HR-VERANTWOORDELIJKE BIJ ALL TEAM SERVICES, REKRUTEERDE MET ACTIVA.BRUSSELS.

VERTROUW OP DE EXPERTISE VAN SELECT ACTIRIS OM TE REKRUTEREN Het ideale profiel rekruteren in Brussel? Perfect mogelijk met Select Actiris, Select Actiris combineert een grondige selectie met opleidingen en premies om ook voor jouw vacature de ideale kandidaat te vinden. Surf naar select.actiris.brussels en vraag raad aan je persoonlijke werkgeversconsultant.

Met de steun van het Europees social fonds


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.