Gentse Bio Inx is Oost-Vlaamse Starter van het Jaar 2022
3D-printen met levende cellen
Editie Provincie Oost-VlaanderenJoy Donné, CEO Flanders Investment & Trade
“De Vlaamse export is ijzersterk.”
Prof. Johan Lambrecht
“Het familiebedrijf in goede en kwade dagen.”
Denk vroeger aan later Een goed geplande bedrijfsoverdracht geeft gemoedsrust.
Ready, set, employ!
Volg onze gratis infosessie en kom alles te weten over het aanwerven van je eerste medewerker
Wil je graag je eerste medewerker aanwerven, maar weet je niet hoe je hieraan moet beginnen? Wens je graag meer zicht op het financiële en wettelijke plaatje?
Volg dan de gratis, online infosessie ‘Ready, set, employ!’ van Liantis en krijg alle nodige informatie zodat jij zorgeloos aan de slag kan met personeel.
Wat mag je verwachten?
concrete informatie over het aanwerven van een eerste medewerker, eenvoudig uitgelegd door onze experten, én helemaal gratis!
Ondernemer (m/v/x)
Op 14 februari (jawel!) vierden we voor de tweede keer de “Dag van het Vrouwelijk Ondernemerschap”. Met dit initiatief wilde voormalig Vlaams minister van Economie Hilde Crevits vrouwelijk ondernemerschap in de kijker zetten. UNIZO, Markant en VLAIO zetten het nieuwe initiatief alvast verder en haar opvolger, Jo Brouns, deed er graag aan mee. En op 8 maart reiken we voor de 23ste keer de Womed-award uit, niet alleen aan de meest opmerkelijke onderneemster van het jaar, maar ook een de grootste vrouwelijk belofte. Ik hoor sommigen al zuchten: “Is dat allemaal nu wel nodig? Of het nu mannen of vrouwen zijn, die ondernemen, dat maakt toch niet uit?” Een typisch mannelijke reactie, zal je denken. Maar zelfs dat is niet waar. Ik krijg deze reactie best ook van heel wat dames.
Wel, voor eens en voor altijd: ja, het is echt wel nodig! Want wat stellen we vast? Dat nog altijd zo’n twee derde van de Vlaamse zelfstandigen mannen zijn, en slechts één derde vrouwen. Het is best al wel beter dan twintig jaar geleden. We zijn het millennium gestart met maar één op vier vrouwelijke ondernemers, en dit is geleidelijk opgeklommen tot zo’n 35%. Maar eigenlijk trappelen we daar al bijna tien jaar ter plaatse. Wat we ook zien, is dat vrouwen veel vaker zelfstandige in bijberoep zijn, en niet zozeer zelfstandige in hoofdberoep.
Zouden vrouwen dan toch minder vaak “gemaakt” zijn voor het zelfstandig ondernemerschap? Dikke zever, natuurlijk. Wat geen zever is,
is dat er nog altijd drempels zijn om zelfstandige te worden, die meer tellen voor vrouwen dan voor mannen. Je mag erover klagen, het betreuren, of wat dan ook, maar vrouwen nemen nog altijd veel meer zorgtaken in het gezin op zich dan mannen. En dat gevolg zien we in hun ondernemerschap. Want als er nog altijd onvoldoende plaatsen in de kinderopvang zijn, en al zeker geen plaatsen in de weekends of avonden, dan zal dat vrouwen veel meer belemmeren dan mannen. En daar kunnen we wel degelijk iets aan doen. En dat is de moeite, want vrouwen zijn even goede ondernemers als mannen. Toen we op de “Dag van het Vrouwelijk Ondernemerschap” minister Brouns met zo’n vijftien ondernemende vrouwen samen brachten, dan hoorde ik hen exact dezelfde issues opwerpen als de mannelijke collega’s: loonkosten, administratieve rompslomp, fiscaliteit, controles, … Maar ik hoorde ook dezelfde creatieve en innovatieve verhalen uit hun bedrijven.
Dus, ja het is goed dat we één keer per jaar laten zien dat vrouwen even goede ondernemers zijn als mannen. En dat het waard is om de sprong te wagen. Door prachtige voorbeelden van vrouwelijk ondernemerschap in de picture te zetten, kunnen we hopelijk in gans Vlaanderen jonge of minder jonge dames overtuigen dat die ondernemersdroom wél ook voor hen is weggelegd. Op 8 maart komt er alvast opnieuw een indrukwekkend rolmodel bij. Ik kijk er alvast naar uit.
Danny"Sterke vrouwelijke ondernemers kunnen andere dames overtuigen te kiezen voor die ondernemersdroom!"
UNIZO in actie
Kort en krachtig
Prof. J. Lambrecht: “Het familiebedrijf in goede en kwade dagen.”
Je provinciale directeur opent
De Ondernemerslijn
14
Tussen neus en lippen “Ondanks crisissen
Joy Donné, CEO FIT, over internationaal ondernemen
48
Ondernemersportret
Philine Janssens is intimiteitscoördinator
52
Mijn beroep “We moeten veel meer innoveren.”
Dr. Alaaddin Yilmaz, cardiochirurg en ondernemer
Colofon
Manager content & communicatie
Filip Horemans
Content Executive
Jurgen Muys
Creative Copywriters
Babette Plessers
Lucas Medaer
Laurens Bervoets
V.U
UNIZO vzw
Willebroekkaai 37, 1000 Brussel 02 212 25 11
communicatie@UNIZO.be
www.UNIZO.be
Reclameregie
Trevi nv
Meerlaan 9
9620 Zottegem 09 360 62 16
www.trevi-regie.be
Vormgeving
KIXX
www.kixx-concept.be
Volg ons op:
Voorkom arbeidsongevallen dankzij een goede preventie-aanpak
Vertrouwen is essentieel bij een bedrijfsovername
De folie rond dit magazine kan gerecycleerd worden.
De redactie van UNIZO Magazine, www.UNIZO.be streeft naar de grootst mogelijke betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie, waarvoor zij echter niet aansprakelijk kan gesteld worden. Dit magazine is auteursrechtelijk beschermd. Elk gebruik zonder toestemming van UNIZO is verboden. UNIZO vzw is verantwoordelijk voor de verwerking van uw gegevens, volgens de geldende wetgeving en de privacyverklaring zoals terug te vinden op www.UNIZO.be. Bij vragen over deze verwerking kan u zich richten tot privacy@UNIZO.be.
staan we nog altijd aan de top.”
“Door mij erbij te betrekken, kan je net verder gaan.”
Ons volgende nummer verschijnt op 6 april 2023.UNIZO-partners in ondernemen
Kmo’s van het jaar op ontbijt met Jan Jambon”
Het is een jaarlijkse traditie: de provinciale winnaars van de UNIZOverkiezing ‘Kmo van het Jaar’ mogen op ontbijt komen bij de Vlaamse minister-president en hun bezorgdheden en vragen op zijn bord leggen. Uiteraard kwam de loonindexering aan bod en ging het
over onze bloedrode begroting. Een bondige samenvatting van de belangrijkste onderwerpen, vind je achter deze QR-code.
Gratis waterscans voor kmo’s
Koepel van Attracties & Musea sluit zich aan bij UNIZO
VLAIO biedt een gratis waterscan voor kmo’s aan. Vanaf begin 2023 tot eind 2025 kunnen kmo's met een jaarlijks waterverbruik van meer dan 500 m³ een gratis waterscan laten uitvoeren die hun waterverbruik visualiseert en suggesties biedt voor waterbesparende maatregelen. Meer info op de website van VLAIO.
UNIZO verwelkomt de Koepel van Attracties & Musea (KAM) als nieuwe aangesloten sectorvereniging. KAM is de sectororganisatie van alle toeristisch-recreatieve en toeristisch-culturele attracties en musea in Vlaanderen en Brussel. Daartussen zitten meer dan 700 musea, water- en thema-attracties, natuur- en recreatiedomeinen, pret- en dierenparken, belevingscentra en erfgoedsites. Welkom!
Foto vlnr: Jochen Goekint (adviseur UNIZO), Anton Smagghe (directeur UNIZO sectorwerking), Danny Van Assche (gedelegeerd bestuurder UNIZO), Militza Kuipers (voorzitter KAM) en Bart Vermeulen (directeur KAM).
Straf kmo’s niet voor de groenestroom-certificaten van grote bedrijven
Vlaams energieminister Zuhal Demir wil een knip zetten in de groenestroomcertificaten. Zo wil ze de grote bedrijven die van zonneparken een verdienmodel hebben gemaakt, uit het subsidiesysteem halen. Maar ook kmo’s dreigen getroffen te worden. Daarom vraagt UNIZO om de knip niet door te voeren voor bedrijven die enkel met hun zonnepanelen onder het door Europa toegelaten subsidiebedrag blijven (de zogenaamde ‘de-minimis’). Daardoor blijven de kmo’s buiten schot.
Limburg koploper in lik-op-stukbeleid voor winkeldiefstal
Handelaars worden nog steeds te vaak geconfronteerd met winkeldiefstallen. Om die zo veel mogelijk een halt toe te roepen, introduceerde minister van Justitie Van Quickenborne vorig jaar op vraag van UNIZO eindelijk een lik op stuk beleid: nu kan de politie de dader ter plaatse meteen een boete tot 350 euro opleggen. Zo zijn tot op vandaag al ruim 312 lik-op-stukboetes voor winkeldiefstallen uitgeschreven. De politie en het parket van Limburg zijn hierin koplopers, met 120 lik-op-stukboetes voor winkeldiefstal in de provincie. Hopelijk beent de rest van Vlaanderen de Limburgers snel bij!
Winkelhier maar pik niet hier!
Dag van de Vrouwelijke Ondernemer
Op 14 februari was het weer Dag van de Vrouwelijke Ondernemer, onze ode aan alle vrouwen die het glazen plafond breken in het mannenbastion dat het ondernemerslandschap soms nog kan zijn. Ontdek hier de boodschap die onze ambassadrices naar aanleiding van deze dag de wereld instuurden!
De Startersroadshows zijn back in town!
Met UNIZO organiseren we opnieuw hét event voor iedereen die graag zijn eigen onderneming wil opstarten. Kom langs op 1 van de 5 Startersroadshows en ga in gesprek met de aanwezige experten en adviseurs, check je plannen af met de aanwezige starterscoaches, maak kennis met heel wat andere starters en breid je netwerk uit. Alle info via de QR-code.
Eerste Freelance co-working day een groot succes, volgende halte Mechelen
Werken aan opdrachten waar je energie van krijgt op locaties die jou energie geven, dat is vrijheid! Met de Coworking Days voor freelancers wil UNIZO daar maar wat graag toe bijdragen! Op 6 donderdagen dit jaar organiseren we telkens in een andere stad in Vlaanderen een Coworking Day op een leuke, inspirerende locatie. Wil je er bij de volgende sessie in Mechelen ook graag bij zijn, schrijf je dan snel in via deze QR-code.
Galaxy S23 Ultra
Ultimate Performance
Werk snel en gemakkelijk met de Qualcomm Snapdragon 8 Gen 2 processor, de krachtigste chipset ooit in een Galaxy-smartphone. Waar en wanneer ook.
Next Level Productivity
Multi-tasken in een handomdraai met de vernieuwde S Pen.
Secured by Knox
Samsung Knox biedt een solide mobiele veiligheidsoplossing voor jou als zakelijke gebruiker.
Koop nu op Samsung.com
Beschikbaarheid van functies en apps kunnen per regio verschillen. Functies ondersteund op toestellen met S OS of hoger. Nieuwste versie van WebView vereist, deze app is beschikbaar via de Google Play Store. Gesimuleerde afbeelding voor illustratieve doeleinden. Daadwerkelijke gebruikersinterface kan afwijken van de afbeelding.
Starter van het Jaar 2022 verkozen!
Loop jij mee de 10 Miles voor Trias?
Elk jaar verkiest UNIZO haar ‘Starter van het Jaar’, een ondernemer die een vliegende start heeft genomen en wiens verhaal anderen inspireert om zelf het ondernemersbad in te springen. Elke provincie heeft haar kandidaat naar voor geschoven en daaruit heeft de nationale jury één iemand geselecteerd die de titel waard is. Knuss uit Kortrijk is UNIZO’s Starter van het Jaar 2022 geworden!
Guillaume Melis en Lowie Vanhoutte willen met hun innovatief idee de gasverwarmers in de horeca verbannen. Die zorgen namelijk voor veel uitstoot. Met hun product (stoelverwarming), willen ze dan ook bijdragen aan de Greendeal van Europa. “Zetelverwarming bestaat al langer, maar met onze technologie gaan we een stap verder”, zeggen de heren vastberaden. Scan snel deze QR-code en je komt meer te weten over de winnaars.
Heb jij je goede voornemens, zoals meer sporten, al volgehouden? Dan geeft onze ngo Trias jou de kans om die waar te maken! Op zondag 23 april 2023 loopt een enthousiaste ploeg de Antwerp 10 Miles voor Trias. En jij kan meedoen! Trias regelt je inschrijving, jij hoeft alleen 50 euro sponsorgeld in te zamelen. Daarmee versterk je jongeren in het Amazonewoud. Schrijf je in via de QR-code.
DE FITBONUS ALS HET ALLEMAAL EVEN TE VEEL WORDT.
De FitBonus is een persoonlijk welzijnstraject dat werknemers begeleidt naar een gezonder leven. Met de hulp van professionele coaches, workshops en tal van tips pakken we onder meer slaap, voeding, stress, beweging en veerkracht aan. Want fysiek, sociaal en mentaal fitte collega’s hebben een positieve impact in elke organisatie. De Fitbonus is een initiatief van de Vlaamse overheid en is gratis voor kmo’s en zelfstandigen.
Geef je werknemers de bonus van hun leven op FitBonus.be
25 MEI 2023
WIJ DOEN MEE !
DUODAY IS EEN INITIATIEF VAN GTB
I.S.M. UNIZO, VERSO, VDAB, VOKA EN DE WERKPLEKARCHITECTEN
Wij doen mee met DUOday!
Op 25 mei 2023 organiseert GTB DUOday. Tijdens deze dag vormen medewerkers van deelnemende bedrijven een DUO met een werkkracht met een beperking. De werkgever maakt op deze manier kennis met de vaardigheden, de inzet en de mogelijkheden van deze werkzoekende en het dienstverleningsaanbod. De werkzoekende krijgt de kans om zijn talenten te tonen en zijn of haar beeld over een bepaalde job te toetsen aan de realiteit. Een win-win! Doe mee en schrijf je onderneming in op www.duoday.be.
Zakendoen met Frankrijk
Wil je exporteren, maar weet je niets van China, India, of de VS? Hoeft ook niet, want bijna de helft van alle Belgische exportgoederen gaat naar Frankrijk, Duitsland of Nederland. Daarom zet UNIZO Internationaal sterk in op deze buurlanden met webinars, events en publicaties. Zo organiseren we binnenkort een reeks webinars over de verpakkingswetgeving in onze buurlanden en gaan we op bezoek naar de innovatiehub CD2E in Lens.
Op donderdag 9 februari zagen we al met onze eigen ogen hoe populair de buurlanden zijn bij onze leden. Meer dan 80 ondernemers woonden toen de kick-off van de Frankrijk4Explorers bij die we in samenwerking met Flanders Investment & Trade organiseerden. Tijdens dit evenement leerden de deelnemers meer bij over de Franse markt aan de hand van presentaties en getuigenissen van ervaren ondernemers. Heb jij ook vragen over onze buurlanden? Neem dan zeker contact op met internationaal@unizo.be.
Geert Eggermont en Marijn Ghys van UNIZO namen ter plaatse de awards in ontvangst.“De Vlaamse export is ijzersterk, we staan nog altijd aan de top.”
Internationaliseren is voor bedrijven in Vlaanderen belangrijker dan ooit. De wereld wordt steeds kleiner en dat maakt buitenlandse markten voor onze bedrijven beter bereikbaar. Maar er zijn ook stevige uitdagingen. Hoe speel je daar als Vlaamse onderneming optimaal op in? UNIZO sprak daarover met Joy Donné, sinds de zomer van 2022 de nieuwe CEO van Flanders Investment & Trade. En we vroegen aan UNIZO-collega Thomas Pirard (European & International Affairs) hoe
UNIZO de internationale groei van Vlaamse bedrijven ondersteunt.
Interview: Peter D’Herde – Foto’s: Saskia Vanderstichele en Luk Collet
Flanders Investment & Trade helpt Vlaamse ondernemingen bij het uitbreiden van hun activiteiten naar het buitenland en ondersteunt buitenlandse investeerders bij hun investeringsprojecten in Vlaanderen. Zo spelen ze een cruciale rol in de internationalisering van de Vlaamse economie.
Waarom zou je als Vlaamse kmo naar het buitenland trekken? Wat maakt die internationale markt zo belangrijk? Joy Donné: “Vlaanderen is een heel kleine markt. Je stoot dus al snel op de grenzen van wat lokaal kan. De laatste jaren zijn het beste bewijs dat internationaliseren ook een manier is om aan risico-diversificatie te doen. Hoe meer je kan diversifiëren, hoe minder je onderhevig bent aan externe economische en politieke risico’s.”
Thomas Pirard: “Bedrijven die in Vlaanderen aan hun plafond zitten, gaan op zoek naar extra afzetmarkten in het buitenland. Meestal eerst naar de buurlanden of binnen Europa, omdat bij export buiten de EU veel meer administratie komt kijken. En dan hangt het er ook nog van af of we met een bepaald land buiten Europa een handelsakkoord hebben of niet. Maar wie écht een sterk of innovatief product heeft, kan er ook direct de hele wereld mee veroveren.”
Waarom zou je als Vlaamse kmo naar het buitenland trekken? Wat maakt die internationale markt zo belangrijk?
Joy Donné: “Momenteel staat Europa – ook letterlijk – meer in de vuurlinie dan bijvoorbeeld de Verenigde Staten en Azië. Exporteren naar die regio’s geeft je dus een sterkere positie dan wanneer je enkel binnen Vlaanderen of Europa blijft. Je ziet dat ook goed bij de laureaten voor de Leeuw van de Export 2022. Die bedrijven realiseren 50% tot zelfs 80% van hun omzet in het buitenland. Zij zijn daardoor minder onderhevig aan factoren die vooral lokaal of Europees spelen.”
En zijn onze Vlaamse ondernemers globaal goed bezig? Staan we nog altijd sterk op vlak van export?
Joy Donné: “Vlaanderen heeft een sterke traditie van export. In het algemeen zijn de Vlaamse bedrijven heel wendbaar en weerbaar. Zelfs tijdens de voorbije coronajaren zijn de exportcijfers blijven stijgen, meer dan bij onze buurlanden. Deels omdat we in die periode ook een grote exporteur van coronavaccins waren. Maar de realiteit van vandaag maakt het moeilijker. De energiecrisis en de stijgende loonkosten treffen onze Vlaamse bedrijven extra hard. De automatische loonindexatie en de kosteninflatie zal voor vele bedrijven nu pas écht voelbaar worden. Dus ja, we waren en zijn goed bezig, maar het zal in de toekomst wél moeilijker worden.”
Hoe kunnen bedrijven zich daartegen wapenen en hoe kan Vlaanderen daarbij helpen?
Joy Donné: “De hoge loonkost treft alle bedrijven. De impact van de energiekost hangt af van de sector: in energie-intensieve sectoren weegt die natuurlijk meer door. We merken dat de grootste groei momenteel zit bij start-ups. Deze bedrijven zijn vaak technologisch gericht en dus minder afhankelijk van primaire grondstoffen. Zo zijn ze beter bestand tegen de crisissen. Daar willen we extra op focussen. Startende bedrijven zijn meer wendbaar en kunnen dus beter inspelen op trends. Ze hebben ook minder last van het concurrentieel nadeel door de hoge energieprijzen.”
Zien jullie een andere mindset bij die start-ups? Kijken zij sneller naar de internationale markt?
Thomas Pirard: “Het is niet zo dat bestaande bedrijven behoudsgezinder zijn. Maar voor veel starters lijkt het inderdaad evident om ook direct naar internationale markten te kijken.”
Joy Donné: “Dat klopt, al blijft het voor een gemiddelde start-up wel moeilijk. En daar spelen overheidsagentschappen zoals het onze dus een belangrijke rol. Bij jonge bedrijven zit heel veel dynamiek en energie, maar bij de eerste stappen naar het buitenland kunnen ze écht wel begeleiding gebruiken.”
En hoe helpt Flanders Investment & Trade hen dan concreet?
Joy Donné: “Door te doen wat we voor alle bedrijven doen: het verlenen van advies bij het opstarten van het internationaliseringstraject. De vragen die ons bereiken zijn van allerlei aard en daar stemmen we onze dienstverlening op af. Daarnaast bieden we ook ondersteuning via de Exportmeters. Bedrijven met internationale ambitie kunnen ook beroep doen op subsidies voor missies en beursdeelnames. En ondernemingen die schade hebben geleden door de Brexit kunnen nog tot eind dit jaar beroep doen op een aangepaste subsidie.”
“Specifiek voor de start-ups hebben we met Startup.Flanders recent een eigen digitaal platform opgezet. Daar kunnen ze in contact komen met andere actoren die hen kunnen helpen bij hun internationalisering. Naast de klassieke subsidies zijn er voor hen ook starterspakketten. Start-ups krijgen dan niet alleen een subsidie, maar we gaan ook na hoe we hen het best kunnen begeleiden bij
hun internationale plannen. Zeker voor de UNIZO-leden is dat heel interessant.”
Thomas Pirard: “Je moet als ondernemer of bedrijf ook wel een bepaalde maturiteit hebben. Het moet een bewuste keuze zijn. Binnen ons gezamenlijk begeleidingstraject 4Explorers brengen we ondernemers samen om hen voor te bereiden op de export naar een bepaald land. Ze worden ook getriggerd om hun plannen scherp te krijgen. Wat is hun doel? Aan wie willen ze verkopen? Wat is hun strategie? Als je ervoor kiest, moet je ook een sluitend businessplan hebben. Al is er natuurlijk een groot verschil tussen exporteren naar Luxemburg en naar bijvoorbeeld China of India.”
Joy Donné: “In verder gelegen landen heb je inderdaad ook vaak een cultuurverschil. Daar komen onze expertise en contacten goed van pas. Er is bijvoorbeeld al lang een goede match tussen de Japanse markt en de onze. Japanse bedrijven zitten vaak op een berg cash. Traditioneel keren ze minder winst uit aan de aandeelhouders en de lonen van de CEO’s liggen ook een pak lager dan in het Westen. Anderzijds hebben ze deels de trein gemist van de disruptieve technologieën. En dus halen ze die kennis nu graag versneld in huis via buitenlandse start-ups. Met ons kantoor in Japan kunnen wij daarin een belangrijke rol spelen.”
Is dat wereldwijde netwerk dé grote sterkte van Flanders Investment & Trade?
Joy Donné: “Dat klopt. We zijn aanwezig op 100 plaatsen in de wereld. Dat doen we met 70 eigen kantoren waar we onze Vlaamse Economische Vertegenwoordigers (VLEV’s) hebben, de lokale posthoofden. Op de 30
“Wie écht een sterk of innovatief product heeft, kan er ook direct de hele wereld mee veroveren.”
- Thomas Pirard
andere plaatsen worden we vertegenwoordigd door een lokale consultant of door het Waalse of Brusselse handelsagentschap waarmee we in het algemeen goed samenwerken. De eerste aanspreekpunten voor ondernemers met buitenlandplannen zijn natuurlijk onze provinciale kantoren. Een ondernemer uit West-Vlaanderen die naar pakweg Kenia wil exporteren, kan best eerst contact nemen met ons kantoor in Brugge. De collega’s daar weten het beste welke dienstverlening we in elk land kunnen bieden.”
Thomas Pirard: “Die VLEV’s kennen de lokale markten door en door. Zij voeren ook zelf sectorale marktstudies uit. Wil je bijvoorbeeld iets weten rond retail in Canada of rond mode in de VS, dan vind je bij hen vaak de antwoorden. Zij helpen jou dus om de juiste markt te vinden voor jouw product.”
Joy Donné: “Dat wereldwijde netwerk is inderdaad een troef van Flanders Investment & Trade. Al staan we nog niet in elk continent even sterk. In Amerika zijn we nu al sterk vertegenwoordigd. In Afrika is dat voorlopig nog wat minder.”
En dat terwijl Afrika steeds interessanter wordt voor internationale handel?
Joy Donné: “Afrika is inderdaad een grote markt met veel potentieel. Maar als Europa komen we eerder laat in vergelijking met landen als China, Rusland en de Verenigde Staten. Voor een kleine regio als Vlaanderen is het moeilijk om alleen een strategie en aanwezigheid uit te bouwen. De eerste piste loopt dus via Europa, ook al gaat dat eerder traag. Daarnaast moeten we focussen op een aantal specifieke landen. Zo volgt er eind maart een staatsbezoek aan ZuidAfrika. Wij bieden ondernemers in dat kader
ook de mogelijkheid om naar Botswana te gaan. En in mei reizen we naar Senegal.”
Wat is het economische belang van die handelsmissies en staatsbezoeken?
Thomas Pirard: “Dat belang is niet te onderschatten. Bedrijven die mee zijn op zo’n handelsmissie krijgen via Flanders Investment & Trade een individueel afsprakenprogramma met lokale bedrijven. Dat levert niet alleen contacten op, maar vaak ook nieuwe business.”
Joy Donné: “Als de locatie goed gekozen wordt en de timing mee zit, kan de impact inderdaad groot zijn. De recente handelsmissie naar Japan bijvoorbeeld heeft voor een aantal deelnemende start-ups al tot contracten geleid. Als sinds de jaren 50 is Japan als een sterke en betrouwbare investeerder aanwezig in Vlaanderen. Door de geopolitieke spanningen in de regio van Zuidoost-Azië wil Japan de banden met het Westen opnieuw aanhalen. Het is die sense of urgency die hielp bij het sluiten van contracten. En dat is uitzonderlijk. Meestal wordt tijdens de missie de basis gelegd voor verdere opvolging achteraf. Dat is hoe het meestal gaat: als er contracten worden gesloten, is dat het eindpunt van een traject. Vandaar dat de follow-up van zo’n missie ook heel belangrijk is.”
Is het - na alle recente crisissen - voor een Vlaamse ondernemer vandaag moeilijker om naar het buitenland te trekken?
Joy Donné: “Dat hangt van land tot land af. We merken wel een herintrede van het industrieel beleid. Vroeger stond de vrijhandel steeds voorop, soms op het naïeve af. Dat open economie-verhaal heeft bijsturing
nodig als het gaat over kritische infrastructuur. We zijn bijvoorbeeld nu voorzichtiger geworden als het over handel met China gaat dan een paar jaar geleden. Nu moet alles meer passen binnen een bepaald strategisch beleid. Met welke partners wil je wat nog doen. De Verenigde Staten zijn daar nu al zeer duidelijk mee bezig. Daar moet je als ondernemer of als land dus rekening mee houden.”
Met de ‘Open Strategic Autonomy’ maakt ook Europa werk van zo’n strategie. Een goede zaak?
Joy Donné: “Het is hoog tijd dat die strategie er komt, maar voorlopig is het nog te vaag om echt sturend te kunnen zijn. Het is eerder een principe, nog geen beleidsinstrument. Het is goed dat er meer over nagedacht wordt. Meer nog dan voor de export, geldt dat voor de buitenlandse investeringen in eigen land. Welke productie wil je hier hebben? Welke spelers zijn voor ons het meest aangewezen voor een duurzame aanwezigheid in Vlaanderen? We hebben een tekort aan arbeidskrachten en beschikbare ruimte, dus moet je vooral die bedrijven aantrekken die passen in je ecosysteem en de grootste toegevoegde waarde hebben. De troeven die we hebben moeten we versterken in plaats van iedereen zomaar binnen te laten. Dat is ook een element van strategische autonomie.”
Thomas Pirard: “Europa is van oudsher een mercantiel continent. We leven voor een groot stuk van export. Binnen die Europese strategie en binnen de handelsakkoorden bewaken wij met UNIZO zowel de offensieve als defensieve belangen van onze kmo’s. Daar nemen we dus de rol van belangenbehartiger op. Al moeten we onze impact op Europees niveau ook wel relativeren.
“We moeten vooral die bedrijven aantrekken die passen in ons ecosysteem en de grootste toegevoegde waarde hebben.” Joy Donné
Daarvoor rekenen we op onze Europese koepelorganisatie die meer gewicht in de schaal kan leggen.”
Joy Donné: “Dat geldt ook voor ons. De samenwerking met de leden in Trade Promotion Europe (TPE) geeft ons een sterkere stem. Europa moet dus het voortouw nemen waar de lidstaten of de regio’s het soortelijk gewicht niet hebben om het verschil te maken. Als het bijvoorbeeld over Afrika gaat, kan Vlaanderen als kleine regio wel bepaalde klemtonen leggen. Maar we zijn veel te klein om alle sectoren en landen af te dekken. Willen we op kunnen tegen de grote spelers in de wereld, dan hebben we dus meer Europa nodig.”
Speelt Vlaanderen op dit moment zijn troeven al voldoende uit? Is er nog groeipotentieel?
Joy Donné: “We moeten focussen. Inspelen op opportuniteiten en actualiteiten. Offshore windenergie bijvoorbeeld zal de komende jaren steeds belangrijker worden. Daar zullen veel buitenlandse investeringen naar toe gaan. Tussen nu en 2030 zullen veel buitenlandse contracten toegewezen worden. En in Vlaanderen hebben we veel expertise op dat vlak. Daar moet je dus op inzetten de komende jaren.”
Thomas Pirard: “De uitdaging voor veel bedrijven is hoe ze optimaal de mogelijkheden binnen de bestaande handelsakkoorden kunnen gebruiken. Er is binnen Europa nu een hele discussie aan de gang rond de afdwingbaarheid van bijvoorbeeld duurzaamheidsclausules. Dat is voor ons problematisch omdat je die handelsakkoorden nodig hebt om handel te faciliteren én tegelijk een forum voor toekomstige verandering te creëren. Als we géén handelsakkoorden afsluiten, geven we vrije baan aan landen die minder wakker liggen van duurzaamheid en klimaat.”
Joy Donné: “Maar we kunnen er niet rond: klimaatverandering bepaalt mee de agenda. In Vlaanderen staan we nu al sterk op vlak van circulaire economie. Je ziet dat nu al in het beleid van onze havens: zij zoeken vooral bedrijven die complementair zijn en een rol kunnen spelen in het vergroenen en het verlagen van de CO2-uitstoot. Met Flanders Investment & Trade bedienen we alle sectoren, maar we kiezen een aantal focusdomeinen waarvan we weten dat ze de komende jaren strategisch belangrijk zijn. Via onze Science & Technology Offices en een 10-tal Technologie-attachés spelen we daar op in. Zij zijn gespecialiseerd in Digital Tech, Health Tech en/of Climate Tech.”
Terug naar Flanders Technology dus, waar het voor Vlaanderen ooit begon?
Joy Donné: “Met Flanders Technology & Innovation (FTI) is er inderdaad een nieuwe versie van die legendarische technologiebeurzen opgezet. Dat sluit aan bij die strategische autonomie. We mogen onze ruimte en talent niet ‘verkwanselen’ aan bedrijven die misschien in de short run interessant lijken, maar niet passen in die langetermijnvisie. Naast al het operationele zetten wij dus mee in op deze strategische oefening. En daarin moet je alle actoren mee hebben: zowel politiek als economisch.”
Eén van die actoren is UNIZO. Hoe werken beide organisaties samen? Joy Donné: “De samenwerking loopt zeer goed. Onze dienstverlening is complementair en de samenwerking vergroot onze reikwijdte. Het partnership met UNIZO is ook belangrijk om onze boodschap naar nog meer bedrijven te krijgen. Door ons actieprogramma in de kijker zetten, willen we dat meer UNIZO-leden gebruik maken van de vele mogelijkheden: buitenlandse zakenreizen, beursdeelnames, economische missies, seminaries en workshops. In september organiseren we samen met UNIZO en VOKA ook de International Business Days. Als bedrijf kan je daar 1-op-1 onze
vertegenwoordigers uit het buitenlands én binnenlands netwerk ontmoeten.”
Thomas Pirard: “Ons gezamenlijk doel is om export nog toegankelijker te maken en kmo’s zo goed mogelijk bij te staan. Zij hebben het wereldwijde netwerk en wij staan dan weer dicht bij de Vlaamse ondernemer. Zo versterken we elkaar. Met het team Internationaal binnen UNIZO helpen we bedrijven om hun internationale ambitie te realiseren. Dat doen we niet door hun hand vast te houden, maar via gerichte info, advies en begeleiding. Zo geven we hen de kennis en tools om zelf de stap te zetten. Vlaanderen is een exportregio. Maar er zit nog een gigantisch potentieel bij onze kmo’s.”
Hoe kijkt de nieuwe CEO van Flanders Investment & Trade terug op zijn eerste maanden?
Joy Donné: “Ik ben inderdaad pas vorige zomer gestart als CEO. Ik heb Flanders Investment & Trade in die periode leren kennen als een heel mooie organisatie. Door de gewijzigde geopolitieke context zijn er uiteraard ook heel wat uitdagingen. Als je verwacht van bedrijven dat ze zich flexibel aanpassen aan een nieuwe realiteit, moeten wij dat als organisatie ook doen. Mijn opdracht ligt dus nu – hoe raar dat ook klinkt – vooral in het binnenland. Ik wil mijn eigen organisatie goed leren kennen en de dienstverlening verder op punt zetten. Momenteel probeer ik het aantal buitenlandse reizen dus wat te beperken. Maar het is een moeilijk evenwicht, want ik wil natuurlijk ook ons internationale netwerk leren kennen.”
Wat zijn de ambities voor de toekomst?
Joy Donné: “We moeten als organisatie vooral futureproof zijn. Snel kunnen
reageren op de wijzigende omstandigheden. Maar ook focus leggen en inspelen op de noden van het moment. Het starterstraject is daar één voorbeeld van. We gaan ook nauw met Flanders Technology & Innovation samenwerken. En in 2024 zijn er natuurlijk ook verkiezingen. Met een memorandum willen we onze ambities kracht bijzetten. Want dat is wat we ook de komende jaren
willen blijven doen: voor Vlaamse ondernemers deuren openen in het buitenland, contacten leggen en de weg bereiden voor duurzame internationale handel. Vlaanderen is een kleine regio, maar met Flanders Investment & Trade zijn we wereldwijd aanwezig. Die lokale voelsprieten zijn echt cruciaal. Dat groot buitenlands netwerk en die lokale knowhow maakt ons uniek.”
UNIZO Internationaal
Internationale ambities? Wij helpen je graag verder. Zoek je een stevig opleidingstraject, nuttige contacten, het juiste netwerk, een begeleidingstraject op maat of persoonlijk advies? Dan is UNIZO Internationaal jouw partner! Ontdek op www.unizo.be/internationaal hoe wij je verder kunnen helpen.
Partnership met VLAIO: Samen voor sterk, ambitieus ondernemen
Vlaanderen mag best wat ambitieuzer zijn als het aankomt op ondernemerschap. We hebben nood aan meer starters, meer blijvers en meer groeiers. Daarom zet Agentschap Innoveren & Ondernemen (VLAIO) projecten op die ondernemers aanzetten tot, ondersteunen of begeleiden bij het ondernemen. Met de VLAIO-partners bundelen we onze krachten en middelen. UNIZO maakt deel uit van een netwerk van initiatieven waar ondernemers gebruik van kunnen maken. Samen voor #sterkondernemen.
Structureel partnerschap met Flanders Investment & Trade
Flanders Investment & Trade (FIT), het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen, adviseert en ondersteunt Vlaamse bedrijven die exporteren of internationaliseren, brengt aankopers in contact met Vlaamse producenten én helpt bedrijven met hun investeringsproject in Vlaanderen.
“Vlaanderen is een kleine regio, maar met Flanders Investment & Trade zijn we wereldwijd aanwezig. Die lokale voelsprieten zijn echt cruciaal.” Joy Donné
politiek is belangrijk, maar het zullen de ondernemers zijn die het moeten doen.”
We bevinden ons in een ongeziene geopolitieke situatie. Corona net achter de rug, twee landen in oorlog, supply chain die verandert, loonindexering en ga zo maar door. Als ondernemer is het niet altijd even makkelijk om te volgen wat er gaande is, laat staan voorspellen. Voor velen lijkt het wel overleven, maar ondernemers zijn doorbijters en nemen vaak het voortouw om de economie opnieuw te laten draaien. Dat is niet anders voor Roland Maes, CEO van CRM Group en bezieler van CEO’s 4 Climate, een community waarin ondernemers zélf naar duurzame oplossingen voor hun energie- en klimaatuitdagingen zoeken.
Tekst: Bram Larock
“De
Roland Maes,CEO van CRM Group en bezieler van CEO’s 4 Climate
Vanwaar dat engagement?
Roland Maes: “Met CEO’s 4 Climate brengen we mensen samen die met impact willen inzetten op die thema’s als klimaat en gezondheid. Heel belangrijk daarbij is die impact. Het is niet zomaar een babbelbox. We werken er daadwerkelijk aan oplossingen. Binnen onze community organiseren wij heel veel kennissessies die wij Climate Cafés noemen. Zo organiseerden we onlangs bijvoorbeeld verschillende Climate Cafés over de elektrificatiemogelijkheden van vrachtwagens, nadat hier heel wat vragen over waren binnengelopen.”
“Mobiliteit is op dit moment een thema waar we ons heel erg in vastbijten. Je merkt dat heel wat ondernemers willen overstappen naar een elektrisch wagenpark. Hamvraag daarbij is evenwel: hoe voorzie je energie voor het opladen van die wagens én alle bedrijfsprocessen? Daar merk je dat ondernemers soms op vastlopen. Zeker waar het gaat om zwaar vervoer. Uit onderzoek blijkt immers dat 80 procent van de elektriciteit die vrachtvervoer nodig heeft geproduceerd zal moeten worden op de bedrijfssite zelf. Wat uiteraard een gigantische uitdaging is. Hierin kan C4C ondernemers antwoorden bieden. We ontwikkelden een cirkel met alle elementen waar je op moet letten. We noemen dat ‘stroom van eigen kweek’. Zijn zonnepanelen mogelijk? Is een hoogspanningscabine opportuun? Wat moet je doen met Fluvius? Wat doe je dan met energie die je over hebt? En ga zo maar door. Er komen heel wat zaken en partijen bij kijken. Als je gans die cirkel doorlopen hebt, kun je als ondernemer conclusies trekken. Die conclusie kan zijn dat je bijvoorbeeld je gasverbruik kan verminderen, dat je laadpalen kunt
zetten of misschien zelfs een waterstoftank. Maar daarmee is nog niet alles opgelost. Als je spreekt over zware mobiliteit en je laadt alles ’s nachts op, zullen die vrachtwagens op een bepaald moment ook zonder elektriciteit zitten. Vrachtwagenchauffeurs hebben al stress genoeg, we mogen hen geen laadstress bezorgen ook. Daarom dat het belangrijk zal zijn dat er veel laadpleinen op bedrijven zullen zijn waar (zware) mobiliteit kan laden. Als ondernemer ben je dan maatschappelijk sterk bezig én kan het je kosten verlichten doordat je verdient aan de laadpalen. Waarom zou je het als ondernemer niet doen?”
Toen ik aankwam en de parking wou oprijden, zag ik dat je parking helemaal is omgeploegd. Ben je zelf een laadplein aan het aanleggen?
Roland Maes: ”‘Practice what you preach’, hè. We geven zelf het advies mee aan ondernemers om laadpleinen te installeren om zo een maatschappelijke meerwaarde te bieden, zeker wat elektrische mobiliteit betreft. Zelf doen we dat dus ook en zijn we in volle voorbereiding! Een groot deel van onze site zal dus omgevormd worden tot laadplein. De officiële opening daarvan is 11 en 12 mei. Dat kadert ook in een groot Europees project waar we nu heel sterk mee bezig zijn, opnieuw vanuit dat maatschappelijk perspectief. Tussen Groningen en Sevilla willen we laadpleinen zelf opstarten en ondersteunen om op te starten en die maximaal met elkaar verbinden. Om die verbinding visueel te maken zal een app ontwikkeld worden om te tonen waar semipublieke laadplaatsen zijn. Een belangrijk aspect van die laadpleinen is de beleving. Geen tijdsverlies, niet wachten in de auto, maar wel een laadplein waar
eten aanwezig is, toilet, mogelijkheid om op de computer te werken en ga zo maar door. Op die manier kun je bij veel (vrachtwagen) chauffeurs heel wat stress vermijden. Ook wat slapen betreft voor alle chauffeurs wordt over oplossingen gedacht in de app. Zo zal samengewerkt worden met lokale horeca-uitbaters om hen visueel te maken in de app zelf. Op die manier kunnen mensen die laden op het laadplein in tussentijd slapen, ontbijten, … Er is wel één belangrijke constante. Alles wat we voor, met en door ondernemers willen opzetten, zou niet mogelijk zijn zonder steun van de politiek. De realiteit is wel: de politiek is belangrijk, maar uiteindelijk komt het erop neer dat het wel de ondernemers zijn die het zullen moeten doen. Dat is ook wat ondernemers nu meer en meer beseffen. En dat willen we samen met hen doen.”
Er zijn heel wat relevante zaken aan bod gekomen rond energie voor ondernemers. Welke tips wil je nog heel concreet meegeven met hen?
Roland Maes: “Kijk als ondernemer waar op je bedrijf je kan en wil verduurzamen, zeker op vlak van energie. Stel jezelf de juiste vragen rond mobiliteit: Hoe ga ik ervoor zorgen dat mijn medewerkers elektrisch kunnen rijden? Hoe kan ik bestelwagens en trucks laten uitrijden en terugkeren? Hoe bied ik de mogelijkheid aan passerende vrachtwagens om elektriciteit bij te tanken? En kom naar onze Climate Café’s. Weet dat er voor elk energievraagstuk een oplossing bestaat.”
Voor meer info over CEO’s 4 Climate en onze Climate Cafés, scan de QR-code.
“We mogen familiebedrijven niet blindelings aanbidden, ze verdienen een nuchtere kijk”
Familiebedrijven spelen een cruciale rol in onze economie. De meeste klein tot middelgroot, maar soms ook megagroot en multinationaal. Eén ding hebben ze met elkaar gemeen: allemaal zijn ze – ooit – ontstaan uit het idee, de passie en de drive van een individueel ondernemer en zijn familie. En allemaal hebben ze die verbondenheid tussen bedrijf en familie – financieel, strategisch en economisch – tot op vandaag bewaard. Maar maakt hen dat ook sterker dan nietfamiliebedrijven? Professor Johan Lambrecht (KU Leuven, Campus Brussel) geeft een genuanceerd antwoord in zijn nieuwste boek: “Het familiebedrijf in goede en kwade dagen”.
Al meer dan dertig jaar volgt en bestudeert de professor het familiebedrijf in al zijn facetten. Een stevige basis voor de realisatie van een allesomvattend totaalportret, zoals hij zijn nieuwste publicatie omschrijft. Daarmee onderscheidt het boek zich van diverse andere uitgaven, waarin wordt
ingezoomd op specifieke aspecten van het familiebedrijf, zoals de verkoop, de familiale opvolging… Dit is dan ook een reflectie- en een doe-boek, ook voor de familiale ondernemer en zijn entourage zelf. Een hulpmiddel om, van op een afstand, inzicht te verwerven in de processen en de dagelijkse dynamiek
op de werkvloer. Een analyse die tot op zeker hoogte vaststelt en verklaart waarom de dingen lopen zoals ze lopen, ten goede of ten kwade, en hoe een andere aanpak meteen ook tot een andere wending kan leiden.
Geen applaus
Bij UNIZO zijn we fan vanaf het eerste uur van het familiebedrijf: mensen van vlees en bloed, die voor eigen rekening en risico, een zaak uit de grond stampen, wiens bedrijf een onlosmakelijk deel uitmaakt
van hun identiteit… Bedrijven ook met een lokale verankering, die voor welvaart, lokale tewerkstelling, tot en met sociale cohesie zorgen. Toch had het familiebedrijf lang niet altijd die goede reputatie die het volgens UNIZO verdiende, bevestigt ook professor Johan Lambrecht. “Opmerkelijk is inderdaad hoe familiebedrijven tot een eind in de jaren ’80 zelfs eerder minachting oogstten en als ‘oubollig, onprofessioneel, conservatief, groeiafkerig, conflictgevoelig en nepotistisch’ werden afgeschilderd. Oók in academische kringen, waar collega’s van
mij toen zelfs opperden dat familiebedrijven hun familiaal gewaad moesten afleggen om te professionaliseren. Ze associeerden ‘familiaal’ automatisch met ‘onprofessioneel’.”
Sinds het begin van de jaren ’90 kwam er gelukkig een kentering en vandaag is het familiebedrijf – geheel terecht volgens UNIZO – écht hot. Authenticiteit, bezieling, originaliteit, eigen risico, innovatie, continuïteit en lokale verankering… het bedrijf als zijnde meer dan een loutere optelsom van productiefactoren… Het zijn sterktes die ook door
UNIZO overal waar mogelijk maximaal in de verf worden gezet. Denk, bijvoorbeeld, aan de jaarlijkse verkiezing van de ‘KMO van het Jaar’, om maar één illustratie te noemen.
Hoewel professor Lambrecht volmondig erkent dat het familiebedrijf in de jaren ’80 qua reputatie onrecht is aangedaan, toont hij zich toch ook heel genuanceerd ten aanzien van de huidige ‘hype’, die er zelfs toe geleid heeft dat meerdere uit de kluiten gewassen multinationals opnieuw hun familiale roots, als onderscheidende
factor, zijn gaan uitspelen, zelfs nadat ze die al jarenlang bewust naar de achtergrond hadden geduwd. Johan Lambrecht: “Belanghebbenden verkondigen bijvoorbeeld dat familiebedrijven beter crises doorstaan dan niet-familiebedrijven. Ze baseren zich daarvoor louter op het feit dat familiebedrijven meer op lange termijn zouden werken. In de praktijk blijkt evenwel dat familiebedrijven helemaal niet crisisbestendiger zijn, wel integendeel. We mogen familiebedrijven niet blindelings aanbidden. Ze verdienen een nuchtere kijk.”
Flexibele werknemers voor je zaak nodig?
Plaats makkelijk gratis vacatures met NOWJOBS in KBC Mobile.
Meer weten?
kbc.be/ondernemen/nowjobs
3 op 10 heeft het moeilijk
Uit het in januari gepubliceerde KMOrapport van UNIZO, UCM en bedrijfsinformatiespecialist GraydonCreditsafe blijkt intussen dat 3 op 10 Vlaamse kmo’s door de crisis in financieel nauwe schoentjes zit en dringend nood heeft aan extra cashinjecties omdat de beschikbare reserves ontoereikend zijn. En dat terwijl 90 procent van deze bedrijven eind 2021 nog financieel gezond was. Bij zelfstandigen zonder personeel gaat het om 1 op 4, bij werkgevers om 45% en meer. De grote stijging van de loon- en
“Ook op vlak van corporate governance zien we in familiebedrijven een inhaalbeweging. Maar er is zeker nog een weg af te leggen.”
energiekosten zijn hiervoor verantwoordelijk. Uit een demografische analyse blijkt ook dat het aantal ondernemingen zonder personeel een recordniveau bereikt. Er waren dus nooit zoveel zelfstandigen. Maar hoe meer personeel men in dienst neemt, hoe minder goed men er voor staat.
Het onderzoek van UNIZO en GraydonCreditSafe beperkt zich hier tot kmo’s, de facto meestal familiebedrijven. Maar ook vertegenwoordigers van grootbedrijf, al dan niet familiaal, luidden de afgelopen periode meermaals de alarmbel over de impact van de crisis. Fundamenteel verschil is hier wel dat het ophalen van extra – vreemd –vermogen bij niet-familiale bedrijven een stuk minder gevoelig ligt dan in het traditionele familiebedrijf, waar de familie er alles zal aan doen om het bedrijf zoveel mogelijk zélf te financieren en op zijn minst een meerderheidsparticipatie aan te houden. Wat zich ook uit in de vele voorbeelden van familiale bedrijven, van klein tot iets groter,
waarvan de zaakvoerder en zijn familie sinds de covid- en de daaropvolgende crisis heel wat bijkomende eigen middelen in de zaak hebben gepompt. Vaak tot en met de pensioenspaarpot, waardoor ondernemers noodgedwongen langer moeten doorwerken dan ze initieel hadden voorzien.
Professionalisering zet zich door “We zien over de voorbije jaren wel degelijk een sterke professionalisering van het familiebedrijf, waardoor ook de weerbaarheid en de kansen op continuïteit, over de generaties heen vergroten”, gooit professor Johan Lambrecht als positieve noot op tafel. “Bijvoorbeeld bij de voorbereiding van de familiale opvolging zien we dat er een veel langere aanloop dan vroeger wordt genomen, dat alles over het algemeen grondiger wordt voorbereid, en dat men zich daarbij ook meer dan ooit laat omringen en adviseren door experts, zoals family business consultants, of een eigen adviesraad. Ook op vlak van corporate governance zien
Wil jij ook sterker staan als familiale ondernemer?
Maak dan volop gebruik van ons UNIZO-aanbod voor (groei-)kmo’s. Een selectie uit het (nog veel ruimere) aanbod:
Onze KMO Adviesraad formule
Onze HR-begeleidingen
Ons begeleidingstraject Financieel Inzicht
Ons begeleidingstraject Strategie & Groei
Ons begeleidingstraject Bedrijfsoverdracht
Ons platform Overnamemarkt.be
Onze Code Goed Bestuur met tips en checklists om ze toe te passen.
Het familiebedrijf te boek
In “Het familiebedrijf in goede en kwade dagen” bundelt professor Johan Lambrecht dertig jaar onderzoeks- en praktijkervaring. Hij legt uit wat een familiebedrijf eigenlijk is, bespreekt hun troeven en kwetsbare plekken en laat zien hoe familiebedrijven hun sterktes kunnen behouden en hun zwaktes kunnen aanpakken.
Het boek is uitgegeven bij Owl Press-Borgerhoff & Lambrigts en is verkrijgbaar in de boekhandel. Kostprijs: 24,99 euro.
we in familiebedrijven een inhaalbeweging. Maar er is zeker nog een weg af te leggen.”
“Als het gaat over professionalisering, dan verwijs ik ook naar ‘het besturen van de familie’ en niet alleen naar ‘het besturen van het bedrijf’. Denk daarbij, onder meer, aan het opstellen van een familiecharter: Wat spreken we met elkaar af over de verschillende rollen van de familieleden in het bedrijf? Wat is de gedeelde eigenaarsvisie? Wie kan aandeelhouder worden, hoe en wanneer? Hoe organiseren we het bestuur van het bedrijf en van de familie? Kan familie dagelijks in het bedrijf werken en onder welke voorwaarden? Welke communicatieprincipes worden gehanteerd? Hoe regelen we de (familiale) opvolging? Onderzoek wijst uit dat op dit ogenblik ongeveer slechts één op vijf familiebedrijven zo’n charter heeft opgesteld, waardoor in de meeste van die bedrijven nog formele afspraken over heel wat cruciale zaken ontbreken. Wat, bijvoorbeeld, kan leiden tot verkeerde verwachtingen en of ambities van sommige familieleden en heel wat andere misverstanden tot conflicten. Soms blijft ook de rol van de schoonfamilie onduidelijk? Maar zelfs de partner die niet mee in de zaak werkt, en zelfs geen aandeelhouder is, kan en mag niet los gezien worden van het bedrijf, wetende dat het kan gaan om de moeder of vader van de potentiële toekomstige zaakvoerders.”
Rolverwarring maakt kwetsbaar
“Een heel kwetsbare plek, zeg maar dé achilleshiel van het familiebedrijf, is de vaak vage scheidslijn tussen de verschillende rollen in het bedrijf en de rolverwarring die daardoor ontstaat. Je hebt de rol van zaakvoerder, die van aandeelhouder, van bestuurder, eventueel van werknemer, die van vader, moeder, zoon, dochter… Wat gelukkig over het algemeen niet meer in vraag wordt
gesteld, is de noodzakelijke bekwaamheid en motivatie van de zaakvoerder in het familiebedrijf. Maar ook voor de rol van familiale aandeelhouder, wanneer je mee eigenaar wordt van het bedrijf, moet je bekwaam en gemotiveerd zijn. En dat bewustzijn zie ik nog veel minder. Je moet een verantwoordelijke eigenaar of aandeelhouder zijn van het familiebedrijf. Vaak worden mensen automatisch eigenaar van een familiebedrijf als erfgenaam, maar zonder daarom kennis te hebben van wat belangrijk is voor het bedrijf en hoe daarnaar te handelen. Daarom is het belangrijk dat ook dat wordt opgenomen in het familiecharter. Je komt nog tegen dat familiale aandeelhouders op een algemene vergadering de jaarrekeningen moeten goedkeuren, mee moeten beslissen over wat te doen met het resultaat als er winst is… terwijl ze onvoldoende beslagen zijn om die jaarrekening te interpreteren. Dat kan niet!”
Continuïteit kent vele vormen Voor veel familiebedrijven is de continuïteit van hun levenswerk cruciaal. Toch stelt Johan Lambrecht ook hier een opvallende evolutie vast. “Wanneer ik in de jaren ’80 aan familiale ondernemers vroeg wat voor hen het meest essentiële was, dan klonk het antwoord vrijwel steevast: de continuïteit van het bedrijf, in familiale handen. Ook vandaag is dat nog een veel voorkomend antwoord, maar het heeft wel een belangrijk stuk terrein moeten prijsgeven aan andere opties als: de continuïteit van het bedrijf, maar niet noodzakelijk binnen de eigen familie. Of, de continuïteit van het ondernemerschap, maar niet noodzakelijk met hetzelfde bedrijf. Of, de continuïteit van het vermogen, ook als dat bijvoorbeeld de verkoop van het bedrijf betekent. Op dat vlak is er een stuk meer gezonde rationaliteit in het familiebedrijf geslopen, en dat is een goede zaak. Continuïteit kent vele vormen. Dat moet worden beantwoord in de gedeelde eigenaarsvisie.”
“Continuïteit kent vele vormen. Dat moet worden beantwoord in de gedeelde eigenaarsvisie.”
AI of ai, ai, ai?
“Bedrijfsleiders moeten openstaan voor AI en technologische veranderingen omdat zij hiermee de kans krijgen om hun bedrijf naar een hoger niveau te tillen. Innovatie is de sleutel tot groei en succes. Als we openstaan voor nieuwe technologieën, kunnen we onze bedrijven versterken en nieuwe mogelijk‑ heden creëren. Door AI en technologische veranderingen te omarmen, kunnen bedrijfsleiders efficiënter werken, kosten besparen en nieuwe inkom stenbronnen creëren. Laten we ons dus niet laten tegenhouden door angst voor verandering, maar ons juist laten inspireren door de mogelijkheden die de toekomst ons biedt.”
Bovenstaande tekst komt niet zoals gewoonlijk uit mijn klavier of pen gerold, maar is afkomstig van de allernieuwste talk of the town, ChatGPT. Dat is een chatbot met kunstmatige intelligentie, ontwikkeld door OpenAI en gespecialiseerd in het voeren van dialogen. ChatGPT is sinds een aantal weken niet meer weg te denken uit de media. Voor wie nog steeds twijfelt of AI een gamechanger wordt: recent nog besliste techgigant Microsoft om 10 miljard (!) euro te investeren in OpenAI.
Zelfs de meest kritische stemmen moeten toegeven dat de teksten die ChatGPT produceert zeer kwalitatief zijn en dat het programma zeer gebruiksvriendelijk is. Leerlingen gebruiken het om hun huiswerk te maken, waardoor universiteiten in Australië recent beslisten om examens terug mondeling en schriftelijk af te nemen. Nick Cave ontving ondertussen liedjesteksten “in zijn stijl”, opgestuurd door fans en gemaakt door, jawel, ChatGPT.
Ook voor de bliksemsnelle opkomst van de chatbot deden we zonder het te beseffen een beroep op artificiële intelligentie, maar ChatGPT toonde de wereld dat AI incontournable geworden is. Deze technologie zal de manier waarop wij werken en ondernemen de komende jaren sterk beïnvloeden. Laten we dus op zoek gaan naar de mogelijkheden die deze nieuwe technologie ons biedt en hier als ondernemers de kansen grijpen. En laten we de tijd die we winnen dankzij ChatGPT gebruiken om datgene aan te scherpen waar wij als mensen nog steeds het verschil mee kunnen maken: onze kritische geest.
Jos Vermeiren Gedelegeerd bestuurder2023 is goed begonnen
Tal van lokale UNIZO-afdelingen zetten het nieuwe werkjaar in met een nieuwjaarsreceptie. Voor UNIZO Beveren en UNIZO Denderleeuw bleek dit het ideale moment om de nieuwe voorzitters voor te stellen. Ook de nieuwe ploeg van UNIZO Groot-Maldegem vloog er meteen in en combineerde de receptie met een bedrijfsbezoek aan de firma E-Crane. De nieuwjaarsreceptie van UNIZO Kruisem ging door bij Renson en kon meer dan 100 deelnemers aantrekken. Meer dan 60 ondernemers namen deel aan de nieuwjaarswandeling van UNIZO Lochristi. UNIZO Lebbeke organiseerde een dartsinitiatie en UNIZO Geraardsbergen nodigde Sven Neys uit voor een inspirerende avond.
UNIZO Melsele UNIZO Denderleeuw UNIZO GeraardsbergenUNIZO Deinze smijt zich
Eind januari smeten 26 mannen en vrouwen zich in de Sporthal van Nevele. Ze speelden een spel dat in de late middeleeuwen ontstaan is, als tijdverdrijf tussen veldslagen in. Lang geleden kwamen er speren en grote doelwitten aan te pas, maar het spel werd zo populair dat er al snel een kleinere versie ontstond die ook binnenskamers kon worden gespeeld. De speren werden pijltjes, het doelwit kreeg meer nummers en darts was geboren.
Tijdens een initiatie leerden de deelnemers de juiste houding en werptechnieken aan. Toen iedereen warmgegooid was, konden de liefhebbers zich meten in een toernooi. In de finale stonden Steve De Jans en Jo Van der Cruyssen tegenover elkaar. Jo trof als winnaar de laatste roos en ging met de UNIZO Deinze wisselbeker naar huis. Als winnaar schreef Jo zich ook automatisch in voor het padeltoernooi later dit jaar, waar opnieuw wordt gestreden om de wisselbeker.
Een blik achter de schermen van Sligro
Een groep van een dertigtal horecaondernemers ging eind januari op bezoek bij Sligro, het vroegere ISPC. De aanwezigen wierpen een blik achter de schermen en kregen een inkijk in de toekomstplannen voor de winkel in Gent. Zo is Sligro een nieuw magazijn aan het bouwen in Evergem en zal de winkel worden verbouwd nadat alle magazijnactiviteiten zijn verhuisd.
“Een retailzaak vraagt een totaal andere aanpak dan een zaak in dienstverlening”
Een huisdier wordt meer en meer gezien als deel van het gezin, dus willen we er ook het beste voor. Dat geldt ook voor Laurence Vander Elstraeten en haar hondje Ricard. Zij startte, met hem als muze, Good Boi Bobbie op en volgde bij coach Lieve het traject Starten.
Hoe ben je op het idee van Good Boi Bobbie gekomen?
Laurence: “Ik ben altijd al een hondenmens geweest, maar ik mocht geen hond nemen van mijn ouders. Tot drie jaar geleden, dan is Ricard in mijn leven gekomen. En wat is het eerste dat je doet als je een viervoeter in huis haalt? Spullen kopen! Een leiband, een mand, een eet- en drinkbak… Ik ben zelf heel hard bezig met alles wat met interieur en decoratie te maken heeft, dus ik wilde ook voor Ricard leuke en kwalitatieve spullen kopen. Maar het was niet zo gemakkelijk om hier in België iets te vinden.
Het idee bleef vastzitten in mijn hoofd en ik merkte dat veel mensen in mijn omgeving ook op zoek waren naar leuke, kwalitatieve
spullen voor het huisdier. Dat kan gaan van een leiband en speelgoed, tot functionele accessoires en snacks. Mensen zien hun hond niet meer als een gewoon huisdier of als waakhond, maar meer als een deel van het gezin of als hun ‘kindje’. Dus willen ze er ook het beste voor.”
Is Good Boi Bobbie je eerste zaak?
Laurence: “Voor de opstart van Good Boi Bobbie was ik al zelfstandige, samen met mijn vennoot heb ik een creatief bureau: Buro Bonito. Het grote verschil tussen de twee is dat ik met Buro Bonito diensten verleen en dat Good Boi Bobbie echt een retailverhaal is, wat een volledig andere aanpak vraagt. Ik had totaal geen ervaring in retail en dus ging ik op zoek naar begeleiding.”
Tekst: Maxime Dehulster – Foto: Geert De RyckeEn zo kwam je bij UNIZO terecht?
Laurence: “Inderdaad. Als dienstverlener heb je relatief weinig kosten, zeker als je dat vergelijkt met de retailsector. Ik moest prijzen berekenen, voorraad aankopen, afspraken maken met leveranciers… Allemaal zaken waar ik nog nooit mee in aanraking was gekomen. Gelukkig heeft coach Lieve mij hierbij, en ook met het financiële plaatje, heel hard geholpen.”
Wat heb je concreet geleerd?
Laurence: “Vooral heel veel kleine dingen die een grote impact gehad hebben. In het begin van het traject moest ik een test doen, waaruit bleek dat ik niet zo goed risico’s kan inschatten. Maar dat is net iets dat ik nu wel moet kunnen, om geen onnodige kosten te
hebben. Op basis van die test kwamen er ook een paar werkpunten naar boven waar ik rekening mee moest houden.
Daarnaast heb ik dankzij het traject een goed uitgewerkt businessplan opgemaakt en veel geleerd over het financiële plaatje. Een andere waardevolle tip was om mij te omringen met andere ondernemers uit dezelfde branche zodat ik iemand heb om mee te sparren. Vaak doen ondernemers alles alleen en hebben ze niemand om hun ideeën eens te pitchen.”
Wie is jouw ideale doelgroep?
Laurence: “Mensen die in de stad of stadsrand wonen. Zij wonen vaak in een appartement of hebben een klein tuintje, dus de
huisdieren zijn vaak ‘binnendieren’. Zij willen kwaliteit en accessoires die mooi in hun interieur passen.”
Wat zijn je toekomstplannen?
Laurence: “Ik zou heel graag enkele pop-uplocaties openen deze zomer en tijdens de feestdagen. Enerzijds om een nieuwe doelgroep aan te spreken maar anderzijds ook om mijn klanten in real life te leren kennen. Er is nog niets concreet, maar ik ben er wel heel hard mee bezig.”
Het vrouwelijk ondernemerschap boomt, en ook bij UNIZO engageren heel wat vrouwelijke ondernemers zich in de besturen! Daarom spraken we af met de vier kersverse voorzitsters van UNIZO Maldegem, Haaltert, Denderleeuw en Kruisem.
Proficiat! Hoe zijn jullie voorzitster geworden?
Inge Nelis (Haaltert): “Onze lokale vereniging bestaat al meer dan 70 jaar, maar is tien jaar geleden gefuseerd met een andere afdeling in de buurt. Voor ik het wist zat ik in het bestuur en nu enkele jaren later ben ik voorzitter geworden. Dat was wel een heel grote stap, want mijn voorganger heeft dit maar liefst 18 jaar gedaan!”
Elien Vroman (Kruisem): “Ik ging op bezoek tijdens een vergadering en werd meteen in de groep opgenomen. Het was een redelijk grote groep, dus ik wist nog niet welke rol ging ik spelen. Maar dat werd wel snel duidelijk... Ik was ook geëngageerd om een trekkersrol op te nemen en nam tijdens corona veel initiatief voor onze ondernemers. Dat is mijn voorganger niet ontgaan en in 2022 vroeg hij of ik dit zag zitten. Ik moest er eerlijk gezegd wel eens over nadenken, maar ik ga er volledig voor.”
Michèle Van der Waerden (Denderleeuw): Goh, wij zijn met de zaak al sinds 2002 lid bij UNIZO en in 2017 vroeg de huidige voorzitter of ik mee in het bestuur wou zitten. Ik ben nog actief in andere netwerken, dus ik wist niet of ik deze functie er nog bij kon nemen, maar ik heb er alleszins geen spijt van!”
Julie Allonsius (Maldegem): “Ik was nog maar een paar maanden zelfstandig en wilde mijn netwerk wat uitbreiden. Daar kwam ik de
“
Ondernemen is netwerken, elkaar helpen groeien en ondersteunen”Tekst: Maxime Dehulster – Foto: Geert De Rycke en Yves Nevens Inge Nelis, UNIZO Haaltert
regioverantwoordelijke van UNIZO tegen en zij waren net op zoek naar ondernemers om een nieuwe afdeling in Maldegem op te starten. We hebben samen heel veel werk verzet en de andere bestuursleden vonden het daarom logisch dat ik voorzitter werd.”
Wat is jullie ambitie voor het komende jaar met het bestuur?
Michèle: “We willen de ondernemers van Denderleeuw nog meer samenbrengen om te netwerken, tijdens infoavonden of kleinere mastermind sessies, maar we willen vooral luisteren naar de behoeften van de ondernemer en daarop inspelen.”
Inge: “In onze gemeente zit een enorm potentieel aan ondernemers en ons plan is om deze allemaal te bereiken met onze werking. We willen ook het ruime aanbod van UNIZO kenbaar maken.”
Elien: “Inderdaad, en ook leuke activiteiten organiseren die alle ondernemers in Kruisem verbinden en versterken. Denk maar aan ondernemerscafés, consumentenacties en nog veel meer!”
Julie: “Onze grootste ambitie is om alle ondernemers van Groot Maldegem met elkaar te verbinden. Tot nu waren er in Maldegem slechts een paar verenigingen die een zeer specifieke selectie van ondernemers ondersteunden. Wij willen alle ondernemers ondersteunen.”
Jullie zijn ambassadeurs van UNIZO, maar ook van het vrouwelijk ondernemerschap. Wat wil je persoonlijk bereiken met je rol als voorzitter van een UNIZO-bestuur?
Julie: “Ik wil vooral jongere ondernemers aanmoedigen en inspireren om uitdagingen aan te gaan, grenzen te verleggen. Meegeven dat ondernemen meer is dan alleen een bedrijf runnen. Het is ook netwerken, succesverhalen delen, elkaar helpen groeien en elkaar ondersteunen wanneer het moeilijker gaat.
Inge: “Ik sta klaar om een helpende hand te zijn voor al wie onderneemt, en dag na dag risico neemt met zijn eigen geld.”
Elien: “Ik engageer mij om onze leden te activeren. We bieden hen zo veel kansen om te leren van elkaar, om samenwerkingen aan te gaan en om elkaar te versterken. Als ambassadeur van UNIZO wil ik hen daarbij helpen en ondersteunen.
Michèle: “Daar sluit ik mij volledig bij aan. Ik krijg energie van het netwerken en ondernemers met elkaar in verbinding te brengen. We zullen alle vier ons uiterste best doen voor alle ondernemers!”
Michèle Van der Waerden, UNIZO Denderleeuw Julie Allonsius, UNIZO MaldegemSnelheid maken op een veilige manier
Als we The Company binnenwandelen, verwelkomen zes student-ondernemers en coördinator Hilde Gekiere ons enthousiast. “De laatste jaren vinden steeds meer studenten de weg naar het ondernemerschap,” vertelt Hilde.
Hilde: “Maar waar The Company vroeger eerder een veilige haven was voor student-ondernemers zolang ze nog studeerden, zien we onszelf nu meer als een overbrugging. Student-ondernemers testen hier een idee. Als hun traject goed loopt, zullen wij hen actief richting opstart van hun zaak begeleiden.”
Wie kan er bij The Company aankloppen?
Hilde: “Studenten die schrik of twijfels hebben om zich als ondernemer te lanceren kunnen hier terecht, maar The Company is vooral interessant voor teams. We merken dat er in de teams die hier starten soms al eens mensen bijkomen of weggaan. Bij The Company kunnen ze hun idee testen en hun zaak lanceren als alles goed loopt.
Meteen een eigen rechtsvorm oprichten is dikwijls duur en ingrijpend. ”
Empty4U ruimt op zonder afval
Alec Andries en Nina Van den Broeck van Empty4U maken woningen en opslagplaatsen leeg. “Maar in tegenstelling tot andere opruimfirma’s hebben wij nog nooit een container laten komen waarin wij alle spullen dumpen. Wij ruimen op zonder dat we afval hebben”, vertelt Alec. Meteen is onze interesse gewekt.
Hoe pakken jullie dat aan?
Nina: “Een paar weken voor we een huis leegmaken, ga ik langs, fotografeer ik de interessantste stukken en zet die online. Sommige dingen verkopen we, maar wij werken ook samen met weggeefgroepen en
Tekst: Hannah Van Ootegem – Foto: Geert De Ryckegoede doelen. Op de dag van de opruiming plannen we zoveel mogelijk afspraken samen in. Soms komen er tot 10 mensen tegelijk spullen ophalen. Zo gaat het bij sommige opdrachten een pak vlotter. ”
Hoe zijn jullie op dit idee gekomen?
Nina: “Ik wou altijd al een eigen bedrijf starten, maar ik wist niet in wat.”
Alec: “Toen we na een veel te dure reis naar Noorwegen een centje wilden bijverdienen, hielpen we eens mee om een huis leeg te maken. Dat was zo leuk om te doen. Wij waren altijd al dol op rommelmarkten en gaan vaak snuisteren in antiekwinkeltjes. Uit die combinatie is het idee achter Empty4U ontstaan.”
Nina: “En het werkt! Onze klanten zijn blij dat zij de huizen niet zelf moeten leegmaken en wij geven heel wat spullen een tweede leven. We verdienen geld en amuseren ons eigenlijk vooral.”
Hebben jullie al schatten gevonden?
Nina: “Nee, echte schatten nog niet, maar we zien soms zelf wel een leuk vaasje of meubeltje… voor op ons kot.”
Alec: “We vinden wel nuttige zaken. Zo moeten we zelf nooit nog wc-papier of schoonmaakproducten kopen. Dat nemen we mee uit de huizen die we leegmaken (lacht). ”
Waarom ben je naar The Company gekomen?
Alec: “Je bent hier niet alleen en krijgt hier goede raad en ondersteuning.”
Nina: “En we krijgen hier ook advies van een goede boekhouder.”
‘Bin-watchen’ met REBIN
Veel tijd hebben Simon De Geyter, Emilio Van Der Linden en Kyanu Delrue niet. Na een blitztraject in The Company staan ze op het punt hun eigen bedrijfje op te richten: Rebin. “We zijn volop in gesprek met gemeente Maarkedal waar we een proefproject gaan opzetten met onze intelligente vuilnisbakken,” zegt Simon.
Intelligente vuilnisbakken?
Kyanu: “Wij rusten bestaande publieke vuilnisbakken uit met sensoren die verbonden zijn met onze webapplicatie waarop je kan zien welke vuilnisbakken al voor meer dan 60% vol zijn. Op basis van die gegevens wordt een ophaalroute berekend.”
Hoe zijn jullie op dat idee gekomen?
Emilio: “Op een mooie dag zaten we in het park en merkten we op dat heel wat vuilnisbakken uitpuilden. We vroegen ons af wat we konden doen om de vuilnisophaling efficiënter te maken.”
Kyanu: “We gingen dus mee met de gemeentelijke arbeiders en ontdekten dat zij een vaste route volgen zonder te weten of de vuilnisbakken al vol zitten of niet.”
Simon: “Maar dat willen we dus veranderen met Rebin. We koppelen die intelligente vuilnisbakken aan een app. De software hebben we zelf ontworpen, voor de sensoren werkten we samen met een partner. In april doen we een proefproject in Maarkedal.”
Wat zijn de voordelen van die slimme vuilnisbakken?
Simon: “Geen uitpuilende vuilnisbakken meer (lacht). De routes van de ophalers worden ook korter. Ze verbruiken minder brandstof en de medewerkers kunnen andere, leukere taken doen.”
Emilio: “Op termijn zullen we heel veel data hebben. We zullen kunnen zien welke bakken er snel vollopen en kunnen op drukke plaatsen capaciteit bijmaken door minder gebruikte vuilnisbakken te verplaatsen.”
Wat zijn jullie plannen voor de toekomst?
Kyanu: “We willen nu ons project uitrollen in steden en gemeenten. Maar op termijn willen we ook samenwerken met pretparken, luchthavens en organisatoren van evenementen.”
Hoe zijn jullie bij The Company terechtgekomen?
Emilio: “We waren al een prototype aan het bouwen en daarmee gaan kosten gepaard. Binnen de structuur van The Company konden we een ondernemingsnummer gebruiken en op een veilige manier snelheid maken.”
Oost-Vlaamse Starter van het Jaar Bio Inx brengt 3D-printing met levende cellen in stroomversnelling
3D-printen met levende cellen
Het Gentse Bio Inx is Oost-Vlaamse Starter van het Jaar 2022. Als pionier in de health tech produceert Bio Inx zeer kwalitatieve en gestandaardiseerde bio-inkten die in de toekomst een onmisbaar onderdeel kunnen vormen in ge-3D-printe weefsels en organen. Klinkt ingewikkeld?
CEO Jasper Van Hoorick stelt ons gerust.
Tekst: Hannah Van Ootegem – Foto’s: Geert De Rycke
“Wij maken bio-inkten. Dat zijn materialen die nodig zijn om 3D-prints te kunnen maken met levende cellen. Het is eigenlijk eenvoudig. Vergelijk het met een muur metselen. De cellen zijn de bakstenen, maar om die samen te houden en het gebouw de juiste vorm te geven, heb je mortel nodig: dat zijn onze bio-inkten. Het zijn eigenlijk een soort gels waardoor de cellen printbaar worden en waarin de cellen kunnen overleven tijdens en na het printen.”
Eenvoudig zei je, dat lijkt me zeer gespecialiseerde materie…
Jasper: “Juist, om 3D-prints te kunnen maken met leven cellen, heb je gespecialiseerd materiaal nodig: levende cellen, een 3D-printer én bio-inkten. Je kan niet in alles de beste zijn. Voor ieder onderdeel zijn er gespecialiseerde bedrijven actief in de markt. Wij focussen daarom puur op de ontwikkeling van bio-inkten. Met Bio Inx bundelen wij meer dan 25 jaar ervaring in wetenschappelijk onderzoek naar bio-inkten. We werken samen met de bouwers van de printers en met wetenschappers van over de hele wereld. Zo kunnen wij de medische ontwikkelingen een enorme boost geven.”
Wat maakt jullie bio-inkten anders dan andere?
Jasper: “Er zijn wel wat bio-inkten op de markt, maar voor wetenschappelijk onderzoek en medische toepassingen heb je toch wel zeer kwalitatieve en gestandaardiseerde producten nodig. Wij kunnen die constante kwaliteit bieden dankzij onze jarenlange ervaring. Onze inkten bestaan hoofdzakelijk uit water en natuurlijke materialen die samen een soort gel kunnen vormen. Ook in jouw lichaam zit een gelijkaardige gel die je cellen samenhoudt. Onze bio-inkten lijken daar qua samenstelling zeer sterk op.”
Dus die prints passen in ons lichaam?
Wanneer mogen we de eerste geprinte donororganen verwachten?
Jasper: “Die vraag krijg ik wel vaker (lacht). Wie weet zullen we ooit een nieuwe lever kunnen printen op basis van cellen van
de patiënt zelf. Deze technologie zou zo het probleem van afstoting na een transplantatie of het tekort aan donororganen misschien wel oplossen in de toekomst, maar daarvoor moeten we eerst nog enkele technologische en wettelijke barrières overwinnen. Toch zijn er vandaag al heel wat interessante toepassingen.”
Waar worden jullie bio-inkten dan nu al gebruikt?
Jasper: “Vandaag is dat vooral in wetenschappelijk onderzoek. Er zijn bijvoorbeeld nog veel proefdieren nodig om kandidaatgeneesmiddelen of cosmetica op te testen. Maar de resultaten van de dierproeven verschillen al eens van de resultaten bij de mens. En dierproeven brengen ook veel dierenleed met zich mee. Door cellen te 3D-printen in een bepaalde vorm komen de tests dichter bij de realiteit en zijn er minder dierproeven nodig.
En onze inkten worden gebruikt microscopisch kleine orgaantjes te printen op een chip waarop proeven kunnen gebeuren. Zo kan je bijvoorbeeld kankergeneesmiddelen testen op mini-hersentjes. Die zien eruit als een chip met daarop aan de ene kant hersencellen en enkele tumorcellen en aan de andere kant het bloed en daartussen de bloed-hersenbarrière. Dat hele miniorgaantje is gemaakt met een 3D-printer. De cellen zijn aan elkaar gezet door onze inkten. Wetenschappers kunnen zo testen of geneesmiddelen door de bloed-hersenbarrière geraken en of ze dan ook die tumorcellen aanvallen. Dankzij die mini-orgaantjes kunnen wetenschappers veel sneller, veel goedkoper, veel meer kandidaat-geneesmiddelen testen. Dit kan het kankeronderzoek in een stroomversnelling brengen.”
Ik hoor sneller, goedkoper, efficiënter… Voel jij je nu het meest wetenschapper of ondernemer?
Jasper: “Ik ben een atypische wetenschapper. Ik ben steeds heel gefascineerd geweest door de wetenschappen, maar droomde er altijd van om dit onderzoek
verder te brengen dan wetenschappelijk publicaties. Ik vind het fijn om toepassingen van mijn onderzoek naar de markt te brengen. Het maakt me een ondernemer. Bio Inx staat sterk omdat wij een kwalitatief en gestandaardiseerd product bieden. We hebben goede samenwerkingen met partners in onze niche, maar ook de link met andere ondernemers vind ik zeer waardevol. Ik loop net als andere startende ondernemers tegen uitdagingen aan. Als Oost-Vlaamse Starter van het Jaar wil ik met collega-ondernemers in contact komen. Ik wil leren uit hoe zij gelijkaardige uitdagingen aanpakken en dankzij die inzichten snelheid maken (lacht).”
De laatste vraag is voor onze directeur Jos Vermeiren. Waarom is Bio Inx Oost-Vlaamse starter van het Jaar geworden?
Jos: “We kozen voor Bio Inx omdat Jasper en zijn team een mooie brug slaan tussen wetenschap en ondernemerschap. Vlaanderen behoort tot de wereldtop op vlak van farma, biotech en 3D-printing. Bio Inx heeft internationale uitstraling en hoort zeker ook tot die kopgroep. Tegelijk is dit verhaal een mooi voorbeeld van hoe academische kennis ook toepassingen vindt in de markt. En je hoorde het al zelf: Jasper kijkt nu al over de grenzen van zijn sector heen om snelheid te kunnen maken met zijn onderneming. Dat is de juiste spirit voor een Starter van het Jaar.”
Ook benieuwd naar het verhaal van Bio Inx? Kom dan naar de Startersroadshow op 22 maart in de Zebrastaat in Gent.
www.unizo.be/starters/
Smile
De nieuwe ID. Buzz is er.
Een vernieuwend ontwerp en design, een riante binnenruimte, een verrassend bereik (tot 423 km) en een ongeëvenaarde rijervaring: de nieuwe, 100% elektrische ID. Buzz tovert bij elke rit een glimlach op uw gezicht. De hoogste tijd om kennis te maken met dit icoon! Boek
“Ik wens alle ondernemers veel veerkracht en goesting”
2023 zit voor ondernemers boordevol uitdagingen. De energiekosten swingen de pan uit, de loonindexering weegt zwaar, de war for talent houdt aan en cybercriminelen richten hun pijlen nu ook op kleinere bedrijven. UNIZO Limburg vroeg Jo Brouns (CD&V), minister van Economie, Werk, Innovatie, Sociale Economie en Landbouw enkele tips.
“Ik wens alle ondernemers dit jaar heel veel veerkracht. 2023 wordt een bijzonder uitdagend jaar. Veerkracht is meer dan ooit een must”, geeft Jo Brouns mee. “Daarnaast wens ik iedereen ook veel vertrouwen én lef. Om te durven ondernemen, om risico’s te blijven nemen, om te innoveren. Met een open geest blijf je ongetwijfeld kansen zien. Tot slot wens ik de werkgevers heel veel goesting om te blijven ondernemen en er elke dag voor te gaan.”
Werkvloer als leerschool
Lef en vertrouwen zijn misschien wel dé sleutelwoorden voor 2023. “De energiecrisis toont nog maar eens aan dat blijven innoveren ontzettend belangrijk is. Om minder afhankelijk te zijn van het buitenland, moeten we maximaal in eigen energie voorzien. Net daarom hebben we besloten om extra ondersteuning te bieden aan bedrijven die volop inzetten op energietransitie. Van tussenkomsten voor energieaudits tot subsidies voor de energiebesparende investeringen zelf. Zowel doorwinterde ondernemers
als starters komen hier trouwens voor in aanmerking”, legt Jo Brouns uit. “Om de aanhoudende war for talent te tackelen, dynamiseren we de VDAB om werkgevers te ondersteunen. Een tip die ik graag met werkgevers deel: de werkvloer is de grootste leerschool van Vlaanderen. Als de motivatie er is, kun je iemand ontzettend veel leren. Taal mag geen barrière zijn. Er zijn zoveel nieuwkomers … Investeer in hen!”
Zet je schrap voor cybercriminelen
“Tot slot herinner ik ondernemers nog graag aan de kmo-portefeuille voor cybersecurity. De digitalisering neemt een hoge vlucht, maar tegelijkertijd besteden we te weinig aandacht aan veiligheid. Het aantal cyberaanvallen blijft stijgen. Voor Vlaamse kmo’s en vrije beroepers zijn er nu subsidies die oplopen tot 45% of 7.500 euro om je cybersecurityplan te optimaliseren. Concreet gaat het over de aankoop van diensten die de kwaliteit van je onderneming verbeteren: opleidingen en adviesdiensten. Maak er zeker gebruik van!”
Stel jouw vraag aan de UNIZO
Ondernemerslijn
Als ondernemer zit je heel vaak met vragen waarop je snel een antwoord moet vinden. Maar wie kan jou op dat ogenblik helpen? Bij welke instantie kan je terecht?... Voor al dit soort vragen is er de UNIZO Ondernemerslijn, exclusief voor leden. Welke ondernemersvragen je ook hebt, wij bezorgen je de antwoorden of wijzen je de weg, zodat je vooruit kan. In deze rubriek brengen we telkens een selectie van de meest gestelde vragen aan onze Ondernemerslijn, met daarbij de antwoorden.
02 21 22 678 - ondernemerslijn@unizo.be
Mag ik als werkgever nog een ziektebriefje vragen aan mijn zieke werknemer?
Ja dat mag! De federale regering heeft inderdaad komaf gemaakt met ziektebriefjes voor één dag. Werknemers die één dag afwezig zijn moeten niet langer een ziektebriefje voorleggen aan de werkgever, en dat 3x per jaar. Maar dankzij UNIZO geldt er een uitzondering voor kmo’s die minder dan 50 mensen tewerk stellen. Werkgevers in kleine en middelgrote ondernemingen mogen hun medewerkers dus wel nog om een ziektebriefje vragen. Belangrijk: werkgevers die van de uitzondering gebruik wensen te maken, en het ziektebriefje voor één dag afwezigheid willen behouden, moeten dit wel duidelijk vermelden in het arbeidsreglement of CAO.
Ben ik verplicht om mijn werknemers een fietsvergoeding aan te bieden?
De sociale partners zijn in de Nationale Arbeidsraad (NAR) inderdaad
overeengekomen dat er een fietsvergoeding komt van 0,27 euro/kilometer in alle sectoren waar er tot nog toe geen bestond. Die vergoeding gaat in vanaf uiterlijk 1 mei 2023.
Welke sectoren vallen hier allemaal onder?
De sectoren waar tot vandaag geen fietsvergoeding bestond (onder meer PC 207, PC 306, PC 318…), zullen dus onder de nieuwe regeling vallen. Wel kunnen deze sectoren nog tot 1 mei 2023 in hun paritair comité een alternatieve fietsvergoeding onderhandelen. Voor het recent in werking getreden PC 335 is een uitzonderingsregeling voorzien aangezien dit PC nog niet de kans heeft gehad om een regeling uit te werken. Zij hebben nog tot 31/12/2023 om een eigen CAO te onderhandelen.
In de sectoren waar er reeds een fietsvergoeding bij cao bestond, blijft deze gewoon en ongewijzigd verder bestaan. Ligt de fietsvergoeding er lager dan 0,27 euro/kilometer, dan zal die ook niet opgetrokken worden.
Wat houdt deze CAO nu concreet in?
Het afgeklopte bedrag voor 2023 (0,27 euro/kilometer) wordt jaarlijks geïndexeerd, maar mag nooit hoger liggen
dan het maximaal fiscaal vrijgestelde bedrag. Er is een compensatiemechanisme voorzien voor de bedrijven. Werkgevers uit de sectoren waar nog geen fietsvergoeding bestaat, zullen gecompenseerd worden.
De vergoeding gaat in de maand na het verschijnen van het compensatiemechanisme in het staatsblad en ten laatste op 1 mei 2023. Deze financiële compensatie is onontbeerlijk, want anders zal de cao onwettig moeten worden verklaard wegens een strijdigheid met de loonnormwet en de nulmarge.
De vergoeding wordt afgetopt op maximaal 20 km enkele rit, dus maximaal 40 km per dag;
De vergoeding geldt voor werknemers die regelmatig met de fiets komen. Een werknemer die in de winter met de auto komt, maar in de zomer regelmatig fietst, kan een vergoeding krijgen. Iemand die slechts enkele keren per jaar met de fiets komt zal niet in aanmerking komen. Een werknemer die een verplaatsing doet met meerdere modi (bv. trein en
Arbeidsdeal verplicht werkgevers tot jaarlijks opleidingsplan
Investeren in opleidingen, is investeren in de toekomst van je medewerkers én de toekomst van je organisatie. Net daarom is opleiding ook een essentieel onderdeel van de arbeidsdeal. De arbeidsdeal verplicht je als werkgever om een opleidingsplan op te stellen en dus opleidingen te voorzien voor je medewerkers.
Levenslang leren
Vroeger kon je met één set vaardigheden je hele loopbaan doorkomen. Dat is nu niet meer het geval. Dat komt door de toenemende automatisering, robotisering en digitalisering. Met levenslang leren moeten we ons voorbereiden op jobs die nu eigenlijk nog niet bestaan.
Bovendien is inzetten op opleidingen voor je medewerkers een manier om concurrentieel te blijven in een snel veranderende arbeidsmarkt.
Jaarlijks opleidingsplan
In de arbeidsdeal zitten heel wat verplichte maatregelen die moeten zorgen voor meer flexibiliteit, opleidingen en een betere work-life balance. Zo zijn bedrijven die minstens 20 werknemers tewerkstellen nu ook verplicht om minstens één keer per jaar een opleidingsplan op te stellen. Dat plan moet je als werkgever voorleggen aan de ondernemingsraad of de vakbondsafvaardiging of bij gebrek hieraan, aan de werknemers zelf, telkens vóór 31 maart.
Hoe pak je zo’n opleidingsplan aan?
1. Formuleer eerst de belangrijkste doelstellingen.
2. Analyseer welke opleidingen er al zijn en waar er nood aan is.
3. Breng de doelgroepen in kaart en kijk in het bijzonder ook naar risicogroepen.
4. Kies gerichte opleidingen op basis van welke competenties er nodig zijn voor welke functies.
5. Communiceer en motiveer naar je medewerkers waarom de opleiding nuttig is.
Een goed opleidingsplan is een plan dat leeft. Je organisatie en medewerkers zijn continu in beweging, dus laat het plan mee evolueren om er het maximale uit te halen.
Toolkit arbeidsdeal
Om je als werkgever te ondersteunen bij het implementeren van de arbeidsdeal, stelde Liantis een toolkit samen met alle voorschriften, de nodige modeldocumenten én belangrijk advies.
Ontdek
de toolkit
Ontdek heel wat interessant advies op www.liantis.be
fiets) kan een vergoeding krijgen voor elk van deze vervoermiddelen, op voorwaarde dat deze betrekking hebben op verschillende gedeelten van de woon-werkverplaatsing;
Paritaire Comités die werden opgericht na 1 januari 2020 en nog geen eerdere CAO afsloten vallen niet onder de regeling, op voorwaarde dat er voor 1 januari 2024 een CAO wordt afgesloten waarin een fietsvergoeding is opgenomen (PC335).
Ik ging op zakenreis naar een land met hoge cyberdreiging. Welke stappen onderneem ik best wanneer ik terug in België ben?
We kunnen niet meer zonder internet op reis, maar een flinke dosis waakzaamheid is geboden. We geven je 8 concrete tips om het risico zo veel mogelijk te beperken:
Gevaren van openbare netwerken: Het is verleidelijk om op reis gebruik te maken van gratis wifi, maar je kan beter niet inloggen bij een draadloos netwerk
waarvoor geen wachtwoord nodig is. Bij het gebruik van publieke wifi-netwerken kan iedereen meekijken met wat je aan het doen bent, dus ook cybercriminelen en hackers.
Wees beducht voor fake hotspots: In cafés, hotels en op vliegvelden kun je gebruikmaken van een wifi-hotspot met een wachtwoord. Soms moet je ook registreren voordat je kunt internetten. Dat is veilig, zou je denken, maar ook hiervoor moet je beducht zijn. Ga er niet vanuit dat je het juiste draadloze netwerk kiest als de naam opduikt van het café waar je met je laptop zit. Dat kan ook opgezet zijn door een crimineel die met een laptop aan het tafeltje naast je zit, en vervolgens al jouw gegevens kan inzien.
Check of een website beveiligd is: Zorg dat je alleen websites gebruikt waarvan de URL begint met ‘https’ en voorzien is van een slotje. Een https-verbinding versleutelt alle informatie, waardoor de gegevens minder makkelijk te onderscheppen zijn. Als je op een openbaar netwerk zit, zonder https, kun je beter geen gevoelige informatie invoeren op
een niet-beveiligde website, zoals wachtwoorden en creditcardnummers.
Gebruik een VPN-verbinding: Zelfs met een beveiligde https-website zijn criminelen soms in staat om je persoonlijke gegevens los te krijgen. Als je helemaal geen last wilt hebben van gluurders, kies je voor een VPN-verbinding, waarmee je IP-adres en locatie niet te achterhalen zijn. Alle communicatie is versleuteld, waardoor je zonder gevaar kunt inloggen op wifi-hotspots. Voor een VPN-verbinding moet je meestal een abonnement afsluiten, maar je hebt dan wel veilig internet op reis.
Schakel automatisch delen uit: Bij het gebruik van een laptop met Windows is het cruciaal om de functie ‘Automatisch delen’ uit te schakelen. Je kunt de status van je verbinding checken bij de ‘Eigenschappen’ van het wifi-netwerk. Vink het profiel ‘Openbaar’ aan, dat betekent dat je pc niet zichtbaar is voor andere apparaten in het netwerk.
Gebruik 3G of 4G: Als je een telefoonabonnement hebt, kun je openbare
netwerken vermijden door gewoon 3G of 4G te gebruiken. In de hele Europese Unie kun je sinds juni 2017 internetten zonder extra kosten. Waarom zou je dan inloggen op een wifi-hotspot om geld over te maken? Buiten de EU kun je natuurlijk niet onbeperkt internetten. Dan kun je een buitenlandbundel aanschaffen of een lokale simkaart kopen voor het regelen van geldzaken en boekingen.
Update je anti-virusprogramma: Bijna niemand werkt nog op een laptop zonder anti-virusprogramma. Vergeet dit niet te updaten voordat je op reis gaat, zodat je de laatste versie hebt geïnstalleerd. Let er wel op dat je geen ‘foute apps’ installeert. Download alleen betrouwbare apps, en die informatie zie je snel genoeg in de App Store of Google Play Store.
Gebruik sterke wachtwoorden: Gebruik verschillende wachtwoorden, verander ze vaak en zorg dat ze lang en sterk zijn. Voor het onthouden van alle wachtwoorden kun je een wachtwoord-app installeren, zodat je ze altijd bij je hebt en nooit meer vergeet.
Op welke betaalde feestdagen heeft een jobstudent recht?
Meer dan een maand: je moet de feestdagen uitbetalen die vallen in de periode van 30 dagen volgend op het einde van het contract.
Het al dan niet betalen van een feestdag is afhankelijk van het type contract. Zo verschillen de regels tussen voltijdse werknemers, deeltijdse werknemers met een vast uurrooster en deeltijdse werknemers met een variabel uurrooster. Voor jobstudenten geldt dezelfde wettelijke reglementering. Een overzicht van de regels naargelang de specifieke situatie kan je terugvinden door deze QR-code te scannen.
Daarnaast moet je in bepaalde gevallen ook feestdagen uitbetalen nadat het contract is beëindigd. De regels verschillen naargelang de lengte van het contract:
Minder dan 15 dagen: je moet geen feestdagen uitbetalen na het einde van het contract.
Van 15 dagen tot een maand: je moet de feestdagen uitbetalen die vallen in de periode van 14 dagen volgend op het einde van het contract.
Bij deeltijdse werknemers/jobstudenten gebeurt de uitbetaling van feestdagen in principe pro rata en dus in verhouding tot het aantal uren in het uurrooster. Dat wil zeggen dat een jobstudent met meerdere studentenjobs voor elke feestdag in totaal maar één keer loon zal ontvangen.
Ik ben zelfstandige en mantelzorger. Heb ik recht op een ondersteuning?
Je beslist om je werk als zelfstandige tijdelijk te onderbreken om zorgen te geven. Je kan ervoor kiezen je activiteit volledig te onderbreken, maar ook om je activiteit met minstens de helft te verminderen.
Let op, om recht te hebben op de bescherming als mantelzorger, moet je je activiteit minstens 1 volledige maand voltijds of halftijds onderbreken.
Aan welke criteria moet de zorgbehoevende voldoen?
Als mantelzorger verleen je zorgen aan een ernstig ziek persoon of geef je palliatieve zorgen. De persoon aan wie je deze zorgen geeft, is oftewel:
je echtgenoot of partner met wie je wettelijk samenwoont
een familielid tot de 2e graad iemand met wie je feitelijk samenwoont (volgens de gegevens van het Rijksregister)
Ook als je zorgt voor je kind met een handicap, kom je in aanmerking, voor zover je kind jonger is dan 25 jaar.
Aan welke criteria moet jij voldoen?
Je bent onderworpen aan het sociaal statuut als zelfstandige in hoofdberoep (of als meewerkende echtgenoot maxi-statuut) tijdens de 2 kwartalen voorafgaand aan het kwartaal waarin je je activiteit onderbreekt én alle kwartalen van de onderbreking.
Zelfstandigen in bijberoep komen enkel in aanmerking als de voorlopige bijdrage gelijk/hoger ligt dan de minimumbijdrage voor zelfstandigen in hoofdberoep.
Waarop heb je recht?
De uitkering als mantelzorger bedraagt 1.513,57 euro per maand. Wie zijn activiteit niet stopzet, maar slechts vermindert, heeft recht op een halve uitkering (756,79 euro per maand). Per aanvraag heb je recht op maximum 6 maanden uitkering. Over je hele loopbaan kan je maximum 12 maanden uitkering ontvangen. Je zal geen uitkering kunnen ontvangen als je al een uitkering ontvangt van RVA in het kader van loopbaanonderbreking/tijdskrediet voor het verlenen van zorg.
Naast de uitkering, moet je ook geen sociale bijdragen betalen, maar behoud je wel al je sociale rechten (bv. pensioen). Die vrijstelling wordt toegekend van zodra je je zelfstandige activiteiten minstens 3 opeenvolgende maanden volledig onderbreekt. Op een volledige loopbaan kan je voor maximaal 4 kwartalen een vrijstelling ontvangen. Opgelet: onderbreek je je activiteiten slechts gedeeltelijk, dan moet je de normale sociale zekerheidsbijdragen blijven betalen!
Je bent zelfstandige en mantelzorger en wenst een aanvraag te doen? Mail dan tijdig naar je sociaal verzekeringsfonds. Zij bezorgen
je de nodige aanvraagformulieren om in te vullen. Binnen één maand na de start van de onderbreking moet je het aanvraagformulier aangetekend naar je sociaal verzekeringsfonds sturen. Onderbreek je je activiteit niet volledig, maar verminder je slechts gedeeltelijk? Vergeet dan niet een ingevulde verklaring op eer in te vullen en mee te bezorgen bij je aanvraagformulier. Je moet altijd een medisch attest van de behandelende arts bij de aanvraag voegen of een bewijs van de handicap van je zoon of dochter.
Meer info? Raadpleeg Liantis sociaal verzekeringsfonds, partner van UNIZO. Scan de QR-code voor alle info.
Ben ik verplicht een klacht van een consument te behandelen?
Wanneer een consument een klacht heeft over je onderneming, zal hij zich normaal gezien eerst tot jou wenden. Je bent inderdaad wettelijk verplicht om de klacht minstens te beantwoorden. Het spreekt echter
voor zich dat je sowieso best elke klacht van een consument ter harte neemt en tracht een oplossing te vinden.
Wanneer je een klachtendienst hebt, ben je bovendien verplicht het telefoonnummer, faxnummer en mailadres van deze klachtendienst aan de consument te geven vooraleer die een overeenkomst sluit. Heb je geen klachtendienst, dan zal de consument zich kunnen richten tot je algemene contactgegevens.
Wanneer een consument een klacht indient, ben je verplicht ‘zo snel mogelijk op deze klacht te reageren’ en ‘alles in het werk te stellen om een bevredigende oplossing te vinden’.
Let op: als er geen oplossing gevonden wordt binnen een redelijke termijn, moet je op eigen initiatief per mail, per brief, … (per telefoon volstaat niet) aan de consument laten weten:
Of jij als ondernemer wettelijk verplicht bent om geschillen voor te leggen aan een erkende buitengerechtelijke entiteit (zoals bijvoorbeeld een onafhankelijke ombudsman). In dat geval moet je de consument ook meedelen hoe hij of zij
gedetailleerde informatie kan krijgen over de kenmerken en toepassingsvoorwaarden van die procedure, alsook de contactgegevens en website van de erkende entiteit. De lijst van die entiteiten vind je door deze QR-code te scannen.
Als je niet wettelijk verplicht bent om het geschil aan een erkende buitengerechtelijke entiteit voor te leggen, moet je de consument laten weten of je al dan niet bereid bent om het geschil toch via een bemiddelingsdienst op te lossen. Je moet dan ook aangeven wat de gegevens zijn van die dienst, en of het gaat om een ‘erkende’ dienst uit de lijst hierboven. Is de dienst niet erkend, dan moet je de contactgegevens van de Consumentenombudsdienst - doorgeven. Doe je dit niet, dan riskeer je een sanctie van de Economische Inspectie.
Een medewerker snijdt in zijn vinger tijdens zijn thuiswerkdag. Is dat een arbeidsongeval?
Als een telewerker thuis in zijn vinger snijdt, dan is dat wel degelijk een arbeidsongeval. Hij is dus gedekt door de verzekering van het werk. Dat is sinds januari 2019 wettelijk zo bepaald. In feite is de algemene regel simpel: als het ongeluk ook op het werk had kunnen gebeuren, dan is het een arbeidsongeval. Een werknemer die van de trap valt of struikelt over een kabel zijn voorbeelden van legitieme werkongelukken. Zelfs ongevallen op de arbeidsweg kunnen ‘thuis’ voorvallen. Werkt jouw werknemer van thuis uit, en neemt hij tijdens zijn middagpauze de fiets naar de bakker, dan is ook dat traject gedekt door de verzekering. Er is natuurlijk wel een uitzondering!
De contactgegevens van de Consumentenombudsdienst:
North Gate II - Koning Albert II-laan 8 Bus 1, 1000 Brussel
Tel.: 02 702 52 00 - Fax: 02 808 71 20
E-mail: contact@consumentenombudsdienst.be www.consumentenombudsdienst.be
Ongevallen die het gevolg zijn van een activiteit die absoluut niets met de arbeidsovereenkomst te maken hebben, vallen niet onder die verzekering. En dan bedoelen we: activiteiten die je op het werk niet kán doen. Heeft jouw werknemer iets voor terwijl hij het gras afrijdt bijvoorbeeld, komt de verzekering niet tussen. Jezelf snijden terwijl je een appel schilt of van de trap vallen, kan dan weer even goed op de werkplek gebeuren.
Toen ik het geld uit mijn kassa op mijn bankrekening wou stortten, zag ik dat er een vals biljet van €50 tussen zit. Wat zijn mijn opties?
Wanneer je vals geld aantreft, neem dan onmiddellijk contact op met het dichtstbijzijnde politiekantoor. Ook wanneer je een persoon betrapt die met vals geld probeert te betalen, is het steeds aangeraden de politie te verwittigen. Geef het biljet niet terug aan de betrokkene, al raadt de politie aan om nooit weerstand te bieden als de persoon in kwestie niet meewerkt.
Het bedrag aan vals geld dat je in je kassa aantreft, ben je uiteraard kwijt, hoewel er
soms een zekere dekking vervat zit in de klassieke anti-diefstalpolissen en verzekeringen tegen verlies bij waardetransporten. Heb je te maken met een verhoogd geldrisico, bijvoorbeeld omdat je beroepshalve veel grote eurobiljetten ontvangt, dan kan je in overleg met je verzekeringsmakelaar een specifieke bijkomende geldpolis afsluiten. Zo’n geldpolis dekt niet alleen de schade door het ontvangen van vals geld, maar bijvoorbeeld ook diefstal van geld via afpersing, inbraak,…. De premie zal logischerwijze sterk afhangen van het reële risico en de gewenste dekkingsgraad.
“Door mij erbij te betrekken, kan je net verder gaan.”
Met haar ervaring als choreografe, bewegingscoach en dansfilmmaker was het voor Philine Janssens een logische stap om te starten als intimiteitscoach op film- en tv sets. Spannende job, zou je denken, maar er is ook een kanttekening aan verbonden. “De mentale last is ontzettend groot, omdat ik veel geheimen weet van de acteurs. De ene werd al eens aangerand en de andere deed al eens een abortus”.
“Ik merk dat ik tegenwoordig al vroeg in het proces van een nieuwe film of serie wordt betrokken”, begint Philine. “Eigenlijk is dat logisch, want zo botsen we niet op iets dat vermeden had kunnen worden. Ik zit mee aan tafel met de scenarioschrijvers, zodat ik kan dubbelchecken of de intieme scenes wel geloofwaardig in elkaar steken. Een scenario op papier is natuurlijk totaal anders. Hoe ziet een aanranding eruit? Of een tedere eerste keer?”
Een geslaagde intieme scene vraagt naar de juiste acteurs voor de rol, iets waar Philine in het proces ook al haar zegje over mag doen. “Je wil natuurlijk de acteurs eruit pikken die openstaan voor de geplande scenes van de desbetreffende film of serie. Wanneer deze gekozen zijn, bel ik hen op zodat ze zo goed mogelijk op de hoogte zijn van de intieme scenes. Dit kunnen trouwens ook folter- of borstvoedingsscenes zijn, het hoeft echt niet altijd over een stomende seksscene te gaan.”
“Ik begin altijd met te polsen bij de acteurs wat hun grenzen zijn, en waarmee we nog rekening moeten houden. Elk detail wordt benoemd en besproken, zoals het al dan niet trimmen van schaamhaar of het wegwerken van littekens en tattoos. Deze info brief ik door naar de regisseur en de make-up- en kostuumafdelingen.”
Staat elke regisseur open voor jouw coaching? Met andere woorden: hebben ze geen angst dat ze bepaalde scenes niet meer kunnen brengen met jouw tussenkomst?
“Door mij erbij te betrekken, kan je net verder gaan. Doordat ik er al bij ben vanaf
“Ik bezoek zelf al eens een psycholoog om advies te krijgen over hoe ik mijn job het best kan uitoefenen.”
de preproductie, wordt dit voor een stuk vermeden. Je hebt natuurlijk acteurs die veel bloot willen laten zien en overal aangeraakt mogen worden. Anderen willen veel minder laten zien, wat ook boeiend is. Wij werken trouwens altijd met een closed set, wat wil zeggen dat er tijdens intieme scenes maar een beperkte crew aanwezig mag zijn. Wat ik merk is dat het verhaal van de regisseur altijd wordt verteld, al is het op een iets andere manier dan voorzien.”
Worden jouw telefoontjes warm onthaald door de cast?
“Eigenlijk wel, ook door grote namen die het al 30 jaar zonder intimiteitscoördinator doen. Er komen tijdens dit contact met de cast wel privézaken bovendrijven, wat een kanttekening is aan de job. De mentale last is zwaar. Ik bezoek daarom zelf al eens een psycholoog om advies te krijgen over hoe ik mijn job het best kan uitoefenen en de acteurs het beste kan bijstaan. De ene werd al eens aangerand en de andere had al eens een abortus. Dit zijn trouwens dingen die de crew niet weet, ik heb dus ook wel een soort van beroepsgeheim.”
Je was de eerste die in België startte met intimiteitscoaching. Wanneer heb je er voor het eerst over gehoord?
“De job is, zoals veel dingen, overgewaaid van de States. Het begon met een actrice die een prostituee moest spelen voor een serie voor HBO, maar hiervoor een coach wilde. Zij had als jonge actrice al een en ander meegemaakt. Dit was ook rond de periode van #metoo, dus een logische stap om de branche te introduceren. Intussen is het zelfs verplicht om iemand aan te nemen voor intimiteitscoördinatie in de
VS. Zij kunnen het zich niet meer permitteren om het zonder te doen.”
“Ik hoorde voor het eerst over intimiteitscoördinatie in 2018 tijdens een workshop Podiumkunsten. Ik vond dit zo boeiend, en besefte dat ik er al mee bezig was. Ik ben altijd danseres en choreografe geweest, en was daardoor met naaktheid, sensualiteit en storytelling bezig. Toen ben ik mezelf beginnen scholen door middel van workshops en cursussen in intimiteitscoördinatie, communicatie, psychologie en seksuologie.”
Hoe zit het dan met de toekomst van een intimiteitscoach? Moeten we dit
als bachelor of master introduceren op onze scholen in België?
“Ik denk dat er anders moet gekeken worden naar de business. Voor het filmfestival van Gent heb ik voor de eerste keer een toolbox uitgeschreven voor de producent, de regisseurs en de acteurs. Daar stond in waar ze aan moeten denken in de pre- en postproductiefase. Het klinkt misschien nog wat onrealistisch, maar ik hoop dat wij ooit zover komen dat een intimiteitscoach niet meer nodig is op set. Zo ben ik als gastdocent in filmscholen aan het werk om leerlingen de tools te geven om beter om te gaan met intieme scènes. Zij zijn namelijk de toekomst van onze sector.
Intimiteitscoach: hoe word je dat?
“Na mijn studies als danseres en mijn master in choreografie heb ik er in Londen nog een postgraduaat Dance filmmaking bij gedaan. Dus ik heb altijd wel een connectie met de filmwereld gehad. Ik heb bijvoorbeeld stunts gechoreografeerd en bewegingscoaching gegeven aan acteurs, onder meer aan de minderjarige hoofdrolspeler in de film ‘Welp’ van Jonas Govaerts. Bovendien had ik toen ook een leeftijd bereikt waarop je als danser stilstaat bij de vraag: wat na mijn danscarrière? Sommigen worden yogaleraar, anderen kinesist. Toevallig stuitte ik rond die tijd op een workshop over intimiteit in film. En ik dacht meteen: ‘Dit is het. Ik doe dit al.’
“De coronaperiode was op dat vlak een zegen voor mij. Alle workshops waarvoor je normaal gezien naar L.A. moest, gingen nu gewoon online door. Ik heb toen ook uitgebreid kunnen spreken met de mensen achter succesreeksen als ‘Bridgerton’ en ‘Sex Education’. Die zaten toen ook zonder werk. Nu kan je die niet meer bereiken.”
“De bal is uiteindelijk aan het rollen gegaan dankzij mijn netwerk. Zo kwam ik de producent van ‘Welp’ opnieuw tegen op Theater Aan Zee. Die vroeg mij waar ik mee bezig was en ik antwoordde hem: intimiteitscoördinatie. En een vijftal maanden later belde hij me op met de vraag of ik mee wou helpen aan ‘Cool Abdoul’. Dat hele proces is eigenlijk heel organisch gegroeid.” ***
“Ik hoop dat wij ooit zover komen dat een intimiteitscoach niet meer nodig is op set.”
Op het scherpst van de snee
“We moeten veel meer innoveren”
Op consultatie bij Dokter Alaaddin Yilmaz, cardiochirurg en ondernemer. Tussen twee operaties en enkele consultaties door kunnen we hem even strikken om hem enkele vragen te stellen over zijn unieke en interessante beroep, zijn innovaties en zijn ondernemerschap.
Hoe ziet een typische werkdag er voor u uit?
Ik sta dagelijks op om half zeven. Omdat ik ’s avonds vaak lange dagen maak en laat thuiskom, heb ik de afspraak met mijn vrouw dat ik ’s ochtends zorg voor de kinderen en hen ook naar school breng. Rond half 9 kom ik aan in het ziekenhuis en begin ik meestal meteen met de eerste operatie. Daarna heb ik consultaties met patiënten terwijl de volgende patiënt wordt klaargemaakt voor de operatie. Nadien zijn er weer consultaties met patiënten of intercollegiale consultaties ingepland. Meestal volgen nog een derde en soms zelfs een vierde operatie. Ik opereer elke dag. Er is geen dag dat ik zeg, vandaag doe ik alleen maar consultaties. De consultaties gebeuren echt tussen de operaties door.
Uw dagen zijn dus goed gevuld. Zijn er te weinig hartchirurgen?
In België zijn er 27 of 28 hartcentra, terwijl Nederland maar 17 hartcentra heeft, maar toch telt Nederland meer hartchirurgen. We
zijn hier dus wat onderbemand inderdaad. Dit komt ook deels door het systeem van terugbetaling in België. Hier word je per prestatie betaald. Als je dus niets doet, verdien je ook niets. In Nederland, daarentegen, is je loon gewaarborgd eenmaal je in een ziekenhuis werkt. Het maakt dus niet uit of je al dan niet opereert.
Hoe bereidt u zich voor op een operatie?
Helemaal niet eigenlijk. Voor de operatie lees ik snel even het dossier: wie is de patiënt, wat is er belangrijk in zijn voorgeschiedenis, en wat moet er gebeuren. Ik heb een consultatie met hen gehad en de patiënt wordt op voorhand goed voorbereid op de operatie. Zowel zij als ik weten dus wat er moet en gaat gebeuren.
Er zijn chirurgen die enkel willen opereren in een zo stil mogelijke ruimte, om zich te kunnen concentreren. Bij mij is dat totaal niet het geval, ik heb geen stilte nodig om mij te kunnen concentreren. In mijn operatiekwartier
praat iedereen gewoon door elkaar, maakt iedereen grappen. Ik praat ook gewoon mee. Er is niets zo saai als een stille ruimte. Ik wil zoveel mogelijk deel uitmaken van de omgeving, van het team dat met mij samenwerkt. Op de achtergrond staat er ook altijd muziek aan, liefst iets met een mooie beat. Ik kan het moeilijk uitleggen, maar er moet altijd een herhalende, regelmatige beat in zitten. Geen Mozart of stille muziek, helemaal niet. Iedereen moet wakker blijven.
U heeft een revolutionaire techniek ontwikkeld, waarmee u hartoperaties doet via kijkoperaties. Wat houdt dat precies in?
Ik laat het borstbeen volledig met rust. Eigenlijk kan ik iedereen opereren zonder aan hun borstkast te komen. Bij spoedoperaties kan het gebeuren, echter zeer zelden, dat we de borstbeen toch dienen te openen. Dit kan bijvoorbeeld bij een reanimatie of ernstige complicatie. Bij spoedoperaties moet je soms zeer snel zijn. Maar iedere electieve patiënt die bij mij komt, zal nooit
zijn borstkas geopend zien. Ik kan alle operaties, die elders via opengezaagd sternum gebeuren, via kijkoperatie verrichten, en zelfs meer. In feite is dat uniek in de wereld.
Waarom ging u op zoek naar deze innovatie?
Als assistent zag ik mijn eerste hartoperatie met een kloppend hart in een geopende borstkas en ik was toen enorm onder de indruk. Later zag ik mijn opleider algemene chirurgie, pionier Donald Claeys, met laparoscopie (kijkoperatie in de buikwand) een operatie uitvoeren. Toen dacht ik, als we dat nu ook zouden kunnen toepassen op hartchirurgie, dat zou pas mooi zijn. In 2003 ben ik de eerste stappen gaan zetten om zo’n minimaal invasieve chirurgie toe te passen op hartchirurgie.
Een klassieke operatie waarbij de borstkas wordt geopend heeft een enorme impact op de patiënt. Zelfs de beste chirurg zal door het openen van het borstbeen alleen al een mortaliteit van 1 à 2% hebben. Na het openen van het sternum heb je een risico van 2 tot 4% tot het ontwikkelen van een infectie van het borstbeen met weken tot maanden extra ziekenhuisopname tot gevolg. Bedenk eens wat een impact zoiets heeft op de maatschappij, qua extra kosten. Indien dit gebeurt kan tot wel 50% van de patiënten overlijden. Dit is de automatische extra mortaliteit van een hartoperatie die op klassieke wijze gebeurt. Met mijn innovatieve techniek verdwijnt dit risico volledig en is het automatisch dus goedkoper voor de samenleving om hartoperaties te vergoeden.
Zo’n hartoperatie via endoscopische
chirurgie heeft een positieve impact op het herstel van de patiënt. We zien dat bij een klassieke operatie een patiënt 10 dagen tot 2 weken in het ziekenhuis moet blijven. Daarna begint de revalidatie pas, die meestal maanden duurt. Wanneer we een kijkoperatie doen, mogen patiënten binnen 3 tot 5 dagen naar huis. Daarna kunnen ze stap voor stap hun huishoudelijke taken terug overnemen. Ze zijn vele malen sneller hersteld en kunnen binnen 2 à 3 weken vaak al doen wat ze eerder deden. De endoscopische hartchirurgie heeft dus op die manier ook een positieve impact op de economie, want patiënten die werkzaam zijn kunnen daardoor snel terug hun dagelijkse beroep uitoefenen, in plaats van 3 tot 6 maanden thuis te zitten. Bij ouderen of bejaarden kan de impact van een sternotomie vaak veel zwaarder wegen en moeten ze veel meer tijd steken in hun herstelperiode waarbij ze opgevangen moeten worden in hersteloorden of bij familie. Nogmaals een kostelijke en zware belasting voor onze maatschappij. Verder hebben patiënten ook geen pijn, nul, zero, nada.
Het cosmetische aspect is nog zo’n belangrijke factor bij de keuze voor een endoscopische hartingreep. Iemand die ik opereer heeft slecht enkele kleine littekentjes aan de zijkant van het torso, en die zie je niet. Die gaatjes zijn maximaal 1 cm groot. Cosmetiek is meer en meer belangrijk, zeker bij de vrouwelijke patiëntenpopulatie.
Bent u de enige die deze techniek beheerst?
Ik ben momenteel de enige die alle verschillende electieve hartoperaties kan uitvoeren
via deze techniek. Ik leer de technieken ook aan mijn collega’s. In het begin kreeg ik vaak tegenkanting. Ik werd vaak aanzien als charlatan of ik werd aan de schandpaal genageld. Maar nu zien ze dat mijn innovaties werken en willen ze graag in de leer komen bij mij.
Onlangs heb ik een operatie gedaan, waarbij ik hier in België achter de computer zat en een collega-chirurg in Bosnië de operatie uitvoerde. Ik kon dan zeggen: Stop, daar ga je naar binnen. Stop, niet te ver, draai naar links. Zo heb ik hem geholpen om een hartoperatie te verrichten vanop afstand. Dat is de toekomst, opereren vanop afstand en zo je collega’s bijstaan.
Is innovatie belangrijk in uw job?
Stilstaan is achteruit gaan. Nieuwe technieken ontstaan, technologie evolueert, en je moet meegaan met de tijd. Als we technologie en techniek niet meenemen in onze dagelijkse activiteiten, dan gaan we achteruit.
Voelt u zich zowel hartchirurg als ondernemer?
We moeten ondernemen. We moeten nieuwe zaken introduceren binnen het geneeskundig handelen. Ik hoop dat ik wat bijdraag in de ontwikkeling van de toekomst van de chirurgie. Niet alleen technologische innovatie is belangrijk. Ik heb hier in België bijvoorbeeld de rol van nurse practitioner opgestart. Dat is in feite een verpleegkundig specialist die het werk van een arts doet, maar geen arts is. Meer en meer diensten organiseren nu ook zo’n rol. Maar daar heb
“Eigenlijk zijn we als arts niet ondernemend genoeg.”
je natuurlijk wel veel steun voor nodig, terwijl ik vaak nog een einselganger ben. Als ik geen steun krijg van mijn omgeving, van het ziekenhuis, van mijn collega’s, dan wordt het wel erg lastig.
Eigenlijk zijn we als arts niet ondernemend genoeg, vind ik. We moeten meer ondernemend zijn. Dat zien we bijvoorbeeld als we kijken naar de USA, waar artsen dat wel zijn. Daar starten ze kleine bedrijfjes op om die specifieke technologieën een boost te geven. Wij helemaal niet, wij zijn daar eigenlijk wat sukkels in, eerlijk gezegd.
Werd u als arts-student voldoende voorbereid op het ondernemerschap?
Ik wist totaal niet hoe de werkzaamheden voor een arts in elkaar zaten. Het enige dat ik wist was hoe ik een patiënt moest genezen. Maar gratis werken bestaat niet, dus je moet bijvoorbeeld ook de organisatie van jouw medewerkers op je nemen. Als je een bedrijfje hebt, moet je echt iemand hebben die je daarin kan bijstaan. En artsen doen dat niet, wij proberen altijd alles zelf te doen. Ik heb nu negen mensen op mijn payroll. Ik moet dus ook weten hoe zo’n klein bedrijf georganiseerd wordt. Al doende leer je wel natuurlijk, maar het had veel beter geweest als ik zo’n dingen eerder had geweten. Ik heb het gevoel dat ik het jaren niet goed heb gemanaged. Ik vind het nog altijd niet optimaal, maar ik heb daar ook gewoon geen tijd voor.
In maart 2022 was u nog geconventioneerd, op dit moment niet meer. Is dat een bewuste keuze?
Ik ben van nature een zeer sociaal man. Ik wil dat iedereen het beste krijgt en het beste kan. Helaas is de wereld niet sociaal. Sociaal zijn is bijgevolg dus niet realistisch. Je wordt langs alle kanten tegengewerkt. Het is dus eigenlijk wel een bewuste keuze.
Dit is de eerste keer in mijn leven dat ik niet geconventioneerd ben. Ik vind dat er toch enig verschil mag zijn met collega’s. Bij conventionering word je over dezelfde kam geschoren als de dokters die vele malen minder werken dan jou, terwijl jij elke dag
tot 8 of 10 uur ’s avonds staat te zwoegen. Ik vind het wel normaal dat er verschillen zijn tussen verschillende disciplines. Als wij, hartchirurgen, iemand opereren is dat altijd erop of eronder. De verantwoordelijkheid die wij dag in dag uit dragen is niet te onderschatten. Je kan je dat niet voorstellen. Ik ken collega’s die zijn gestopt met de job omdat ze de last niet meer konden dragen.
Vindt u dat deze keuze een impact heeft op de kwaliteit of het soort zorg die u kan verlenen?
Het heeft totaal geen invloed op mijn behandelingen. Een patiënt die doorverwezen wordt door een cardioloog in dit ziekenhuis
zal even goede zorg krijgen dan elke andere patiënt die bij mij komt aankloppen. Wat ik uitoefen is uniek. Dat mag en durf ik wel te zeggen. Ik ben de enige die bepaalde operaties kan doen, niet alleen nationaal, maar ook internationaal. Ik krijg internationale
SYRIE TURKIJE
gasten en patiënten aan de lopende band. Wanneer ze bij mij binnenkomen, is iedereen gelijk. Ze krijgen allemaal de beste zorg die je maar kan bedenken.
“Stilstaan is achteruit gaan.”
Coaching voor ondernemers: de weg naar succes
Je verhaal als ondernemer telt een pak boeiende hoofdstukken.
Elk nieuw hoofdstuk brengt andere vragen en belangrijke keuzes met zich mee.
Wil jij zorgen dat je controle blijft houden over de zaak? Wil jij als kapitein de juiste koers blijven varen? En weet je niet altijd hoe je dit het best aanpakt?
Laat je individueel begeleiden door een ondernemerscoach van Liantis.
Wat mag je van ons verwachten?
Onze gepassioneerde coaches werken op individuele basis en altijd op maat van jouw specifieke situatie. Tijdens het coachtraject bekijken we je aanpak binnen je zaak en analyseren we waar de aandachtspunten zitten. We zijn steeds op de hoogte van de meest recente, wetenschappelijke onderzoeken over het ondernemerschap. Zo geven we je tips en tools waarmee je direct aan de slag kan. Het resultaat is een concreet plan waarmee je jouw zaak transformeert naar een constructieve en duurzame organisatie.
Wil je meer weten?
Voor wie?
Zowel als zelfstandige, vrijeberoeper of kmo-bedrijfsleider kan je bij ons terecht voor een coachingtraject op maat.
Kostprijs?
Een coachingtraject van acht uur kost – dankzij subsidies van de Vlaamse Overheid –slechts 250 euro.
Wil je graag bijkomende coachingsessies?
Dan maken we graag een offerte op maat voor je op.
Contacteer ons via hr.consult@liantis.be of neem een kijkje op onze website liantis.be/ondernemerscoaching
Veiligheid en welzijn op de werkvloer dankzij een goede preventie-aanpak
Arbeidsongevallen gebeuren jammer genoeg vaker dan we zouden willen. 70% van die ernstige ongelukken treft bovendien medewerkers met minder dan 5 jaar ervaring. Met preventie kom je gelukkig al heel ver. Maar hoe pak je dit concreet aan als werkgever?
Dynamische risicobeheersing Werken brengt risico’s met zich mee. Die risico’s wil je uiteraard zo klein mogelijk houden om te voorkomen dat je medewerkers door hun werk een ongeval krijgen of arbeidsongeschikt worden. Van zodra je één werknemer in dienst hebt, ben je wettelijk verplicht om een dynamisch risicobeheersingssysteem in te voeren.
Met een dynamisch risicobeheerssysteem kom je stap voor stap, van algemene risicoanalyse tot concreet actieplan, tot een veilige werkplek voor je hele team.
Concrete stappen
Dit systeem vormt de ruggengraat van je welzijnsbeleid en bestaat uit verschillende concrete stappen. Je moet een risicoanalyse (laten) uitvoeren om mogelijke risico’s in kaart te brengen. Die leg je vervolgens vast in een globaal preventieplan. Daarna werk je maatregelen uit om risico’s te vermijden of te beperken. Dit doe je voor de lange termijn (globaal preventieplan) en voor de korte termijn (jaaractieplan). Hierbij krijg je advies van je preventieadviseur.
Je medewerkers spelen zelf ook een belangrijke rol op het vlak van veiligheid: zij moeten de werkprocedures naleven en veiligheidsmaatregelen in acht nemen. Zo zijn arbeidsveiligheid en risicobeheersing op het werk een samenspel van werkgever, werknemer en preventieadviseur.
Wanneer je als werkgever investeert in preventie op de werkvloer, ga je voor een win-win. Je vermijdt grote kosten bij een ongeval en doordat je actief investeert in welzijn op het werk, krijg je bovendien meer gemotiveerde werknemers.
De rol van de preventieadviseur Een preventieadviseur adviseert de werkgever over alles wat te maken heeft met het welzijnsbeleid binnen een onderneming of organisatie.
De preventieadviseur heeft een zeer uiteenlopend takenpakket waarvoor een breed kennispalet nodig is. De interne preventieadviseur is gespecialiseerd in arbeidsveiligheid. Daarnaast is hij het aanspreekpunt voor mensen van de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk die instaan voor psychosociale aspecten, arbeidshygiëne, ergonomie en arbeidsgeneeskunde. Als werkgever moet je
aansluiten bij zo’n externe dienst van zodra je één werknemer in dienst hebt. Deze externe dienst vormt voor de interne preventieadviseur een partner in het opzetten van het welzijnsbeleid in de onderneming.
De risico’s in je onderneming en het aantal medewerkers bepalen welk niveau van opleiding er moet zijn voor de interne preventieadviseur. Zo is het in sommige gevallen toegestaan dat een werkgever zelf optreedt als interne preventieadviseur, terwijl er in andere bedrijven specifieke opleidingen moeten zijn voor de interne preventieadviseur. Laat je hierin dus goed bijstaan.
Preventie tijdens het onthaalmoment Elk jaar analyseert Liantis ook het aantal ernstige arbeidsongevallen. Opvallend: vooral het aantal arbeidsongevallen bij nieuwkomers is de afgelopen jaren sterk gestegen. Op 5 jaar tijd steeg het aantal arbeidsongevallen bij medewerkers met minder dan 1 jaar anciënniteit met maar liefst 42,1%. Meer dan zeven op de tien ongevallen (71,3%) in 2021 gebeurden met medewerkers die minder dan 5 jaar in dienst zijn. “De arbeidsmarktkrapte is een mogelijke verklaring voor de sterke stijging van het
aantal ernstige arbeidsongevallen bij nieuwkomers. Daardoor raken bepaalde functies moeilijk ingevuld en schakelen werkgevers noodgedwongen meer mensen in die soms onvoldoende vooropleiding hebben of minder vertrouwd zijn met de risico’s van de job”, klonk het eerder bij Liantis.
Liantis pleit er dan ook voor om zeker in de beginfase van een loopbaan genoeg aandacht te hebben voor de veiligheid van de medewerkers. Een onthaaltraject is cruciaal om arbeidsongevallen – zeker bij deze groep
– te voorkomen. “Daarin kan je als leidinggevende je medewerkers sensibiliseren voor bepaalde veiligheidsrisico’s en hen opleiden om er goed mee om te gaan. Ook een systeem met een peter of meter kan helpen om nieuwkomers de nodige begeleiding te voorzien.”
Liantis staat je bij Benieuwd hoe Liantis jouw preventieen welzijnsbeleid kan ondersteunen? Neem dan zeker een kijkje op www.liantis.be.
11.000 Belgen krijgen jaarlijks een plotse hartstilstand. Slechts 10% van hen overleeft.
Het gebruik van een AED tijdens de reanimatie kan de overlevingskans met 50% laten toenemen.
• Mensen brengen het grootste deel van hun dag door op de werkvloer. Het risico van een plotse hartstilstand is niet te onderschatten.
Wat bij een ongeval op de werkvloer?
Wat als er zich, ondanks je goeie voorzorgen, toch een werkongeval voordoet in jouw bedrijf?
Snel eerste hulp verlenen natuurlijk. Maar ook, als de emoties bekoeld zijn, aangifte doen bij de verzekering. En eventueel de omstandigheden laten onderzoeken. Tot de verantwoordelijkheid van elke ondernemer hoort ook het zo correct mogelijk en tijdig indienen van een ongevalaangifte.
Welke ongevallen aangeven?
Hoe en wanneer?
Doe tijdig en correct aangifte!
Niet alleen ongevallen op het werk zelf, maar ook onderweg naar en van de werkplek moeten door de werkgever of het sociaal secretariaat worden aangegeven aan de arbeidsongevallenverzekering. Bij die ongevallen moet het gaan om een door een plotse, onverwachte gebeurtenis veroorzaakt letsel. Bezorg daarnaast zo snel mogelijk een medisch attest aan de verzekering. Ook het slachtoffer of de persoon die recht heeft op schadevergoeding kan aangifte doen. De aangifte moet binnen de 8
kalenderdagen gebeuren, aan de hand van een daartoe bestemd formulier of via de portaalsite van de Sociale Zekerheid, www.socialsecurity.be. Vergeet bij ongevallen met tenminste 4 dagen werkverlet niet, zo snel mogelijk een kopie van de aangifte te bezorgen aan de externe preventiedienst. Voor arbeidsongevallen met meer dan 4 dagen ongeschiktheid moet een speciale ongevallensteekkaart worden opgesteld. Noteer altijd, ook bij op het eerste gezicht kleine ongevallen, de symptomen en de toegediende zorgen. Snelle en correcte aangifte bespoedigt de uitkering van de vergoeding.
Wat bij een ernstig werkongeval?
De werkgever moet elk ernstig arbeidsongeval onmiddellijk laten onderzoeken door de bevoegde preventiedienst. Uiteraard geldt die verplichting bij dodelijke ongevallen, maar het onderzoek is ook verplicht ook als er blijvende of ernstige tijdelijke letsels (zoals brandwonden) mee gemoeid zijn.
Het omstandig verslag (beschrijving van het ongeval, oorzaken, aanbevelingen om herhaling te vermijden…) moet door de werkgever ondertekend binnen de 10 kalenderdagen worden bezorgd aan de regionale directie van de dienst Toezicht op het Welzijn op het Werk (arbeidsinspectie). Soms is die termijn in de praktijk niet haalbaar en kan een voorlopig verslag volstaan. Als de ambtenaar vindt dat het onderzoek niet goed is uitgevoerd, kan de overheidsdienst eventueel een deskundige aanduiden om de zaak
verder uit te klaren. Belangrijk is voorts dat de werkgever samen met de preventiedienst voorstellen formuleert om gelijkaardige ongevallen in de toekomst te voorkomen en dat de nodige maatregelen in die zin worden genomen. In meer complexe werksituaties –bij tijdelijke en mobiele werkplaatsen, of als er uitzendkrachten zijn ingeschakeld- zijn meerdere werkgevers ‘betrokken’ bij het ongeval. Dan moeten de verschillende preventiediensten duidelijke afspraken maken over wie het onderzoek zal uitvoeren en andere praktische aspecten. In dit geval moet het rapport binnen de 15 kalenderdagen de arbeidsinspectie bereiken.
Wat is een ongevallensteekkaart?
Voor elk arbeidsongeval dat ten minste 4 dagen arbeidsongeschiktheid tot gevolg heeft, maakt de dienst voor preventie en bescherming op het werk een beknopte arbeidsongevallensteekkaart op. Die bij controle voor te leggen fiche moet de ondernemer ten minste 10 jaar bewaren. Het lijkt alweer extra administratieve rompslomp, want in principe moeten dus twee formulieren worden ingevuld. Maar in de meeste gevallen is een kopie van de gewone aangifte toereikend als de inspectie langskomt en hoeft de ongevallensteekkaart niet.
Een goed geplande bedrijfsoverdracht geeft
Bedrijfsoverdracht is een echte uitdaging voor onze Vlaamse ondernemers. Bijna 60.000 kmo’s met een bedrijfsleider van 55 jaar of ouder staan de komende jaren voor een generatiewissel. Maar in meer dan de helft van die ondernemingen geven de kinderen aan de zaak niet voort te zetten. Die bedrijven moeten kiezen: stoppen of een overnemer zoeken. De zoektocht naar een geschikte overnemer is niet altijd makkelijk. UNIZO sprak met Wim Verhoeven die drie jaar geleden zijn bedrijf Decoline overliet aan een investeringsgroep.
Decoline is vanuit het hoofdkantoor in Pelt actief als producent en distributeur van hoogstaande gordijnophangsystemen en raamdecoratie. Het bedrijf werd in 1990 opgericht door Wim Verhoeven en eind 2019 overgenomen door de investeringsgroep Renardmont. En opmerkelijk, voormalig eigenaar Wim Verhoeven is vandaag nog altijd actief als lid van de raad van bestuur.
Gat in de markt
Verhoeven begint als zelfstandig interieurspecialist en groeit door tot bedrijfsleider van een stevige kmo. En dat allemaal door het gat in de markt dat hij begin jaren 90 ontdekt. “Mijn focus als interieurspecialist lag op raamdecoratie. Maar in de producten die toen op de Belgische markt te krijgen waren vond ik mijn gading niet. En dus ging ik in het buitenland op zoek naar andere leveranciers. Uit het één volgde al snel het andere: ik werd distributeur in België en verdeelde die producten naar mijn collega-decorateurs. Zo is Decoline ontstaan.”
Het bedrijf groeit snel in die eerste jaren en ook zijn echtgenote Chris komt mee in de zaak om de personeelszaken op te volgen. “Na korte tijd hadden we al een uitgebreid netwerk van dealers en meerdere handelsvertegenwoordigers. We hadden twee grote troeven: alles was uit voorraad leverbaar en het kon ook op maat
gemaakt worden. Daardoor kregen we het vertrouwen van de winkeliers en groeide ons klantenbestand snel uit tot zo’n 1.000 decorateurs in België.”
Groei als logistiek producent
Maar ondanks dat succes als distributeur blijft Verhoeven wat op zijn honger zitten. “Door die goede contacten met de lokale handelaars hadden we veel ideeën om het bestaande gamma te verbeteren. Maar onze leveranciers gingen daar niet altijd in mee. Daarom begonnen we met eigen productontwikkeling. Op die manier namen we een stevige voorsprong op onze concurrenten.”
En dat vertaalt zich ook in de omzet van het bedrijf. “We zitten in een vrij stabiele, mature markt. Maar door die eigen ontwikkeling konden we onze omzet wel stapsgewijs verhogen tot uiteindelijk zo’n 10 miljoen euro per jaar. Al had dat eerder te maken met ons snel groeiend marktaandeel in België dan met een stijgende vraag. Rond 2010 was de grootste groei achter de rug en stabiliseerde ook onze omzet. Toen hadden we zo’n 60 medewerkers in dienst.”
Géén wissel van de wacht
In 2012 – Verhoeven is dan 55 jaar – begint hij na te denken over de toekomst van het bedrijf.
“Door die constante groei voelde ik me steeds meer manager dan ontwikkelaar. En was ik hiervoor wel de meest geschikte persoon? We hebben dan een externe CEO aangetrokken voor het algemeen beleid. Maar dat was geen succes en een paar jaar laten hebben we het roer terug om moeten gooien. Ik kwam weer volledig aan boord en had veel werk om recht te zetten wat fout was gelopen. Maar ik was ondertussen weer ouder en het vraagstuk van de opvolging werd dus steeds pertinenter.”
Op dat moment probeert Verhoeven zijn beide kinderen warm te maken voor het familiebedrijf. “Mijn dochter bijvoorbeeld zetelde na haar studie in de raad van advies van het bedrijf. Maar ik merkte al vrij snel dat de échte interesse en de intrinsieke drive ontbrak. Dat is jammer, maar dat moet je accepteren. Ondertussen hebben ze alle twee elders een mooie carrière uitgebouwd.”
Moeizaam traject naar de bedrijfsovername
Eens de opvolging door de kinderen definitief van de baan is, verkent Verhoeven de piste van een overname van Decoline. “Ik was ondertussen 60 jaar en voelde mijn energie afnemen. En ook ons personeel was bezorgd over de continuïteit van het bedrijf. Het werd dus hoog tijd om een versnelling hoger te schakelen. Ik nam contact op met een externe deskundige voor de opstart van een overnametraject. Mijn doel was om de toekomst van het bedrijf als volwaardige onderneming te
verzekeren en ook garanties voor het personeel te krijgen.”
En dat blijkt ook meteen het grote struikelblok voor een overname door een buitenlandse producent. “We voerden gesprekken met verschillende grote firma’s. Maar telkens bleken ze vooral interesse te hebben in onze klantenportefeuille en de rest te willen afstoten. Wat zij omschreven als ‘het optimaliseren van de synergiën’ bleek in de meeste gevallen gewoon een sanering. En dat was voor mij een duidelijke no-go. Later hadden we ook nog contacten met onze Belgische sectorgenoten. Maar die concullega’s hadden vooral interesse in ons businessmodel. En voor de meeste van hen waren we ook gewoon te groot. Zij durfden het risico van een overname niet aan. Dus viel het hele traject na verloop van tijd stil.”
Verankeren via vastgoed
Net als Verhoeven denkt voor eeuwig en drie dagen als CEO te moeten aanblijven, raakt de overname toch weer in een stroomversnelling. “Ik raakte via-via in contact met een investeerder die al verschillende bedrijven in de maakindustrie in zijn portfolio had. Hij was op zoek naar een overname in een andere sector. Ik had er een goed gevoel bij en we zetten vrij snel een stap verder. Samen met enkele andere investeerders had hij de investeringsvennootschap Renardmont opgericht en het was met hen dat we uiteindelijk in zee zouden gaan.”
En die nieuwe investeringsgroep blijkt wél interesse te hebben in het hele pakket. “Die andere kandidaten wilden de boel hier zo snel mogelijk sluiten. Maar mijn bedoeling was om Decoline in Pelt te behouden, ook al zat het bedrijfsgebouw in een andere vennootschap dan de bedrijfsactiviteiten. Oorspronkelijk was ik van plan om het vastgoed uit de overname te houden en het bedrijfspand te verhuren aan de nieuwe eigenaar. Maar door mijn vrouw ben ik van gedacht veranderd. Zij overtuigde me dat het beter was om het gebouw mee te verkopen. Want door het verwerven van het vastgoed zou de overnemer ook een investering in de huidige locatie doen. En dat bleek de sleutel om het bedrijf – letterlijk – lokaal te verankeren.”
Waarde en prijs
Het is een ijzeren wet bij bedrijfsovernames: waarde is niet hetzelfde als prijs. “Tijdens de due diligence – het boekenonderzoek –wordt het hele bedrijf doorgelicht. Maar ik ben fier te zeggen dat bij ons alles klopte. De bepaling van de waarde en van de overnameprijs is natuurlijk een complex gegeven. Als eigenaar zie ik vooral de waarde van de activa. Maar een overnemer kijkt naar het rendement en gebruikt een bepaalde multiplicator om zijn prijs te bepalen. Uiteindelijk zijn we eind 2019 tot een overeenkomst gekomen waar beide partijen zich in konden vinden.”
“Mijn doel was om de toekomst van het bedrijf als volwaardige onderneming te verzekeren en ook garanties voor het personeel te krijgen.”
Expertise behouden
Verkoopcontract getekend? Dan stopt het meestal voor de overlater. Maar niet in dit geval. De nieuwe eigenaar liet de kennis en ervaring van Verhoeven niet gaan en vroeg hem om in de raad van bestuur te zetelen. “Tot begin 2020 heb ik nog als CEO gewerkt en de voorbije 3 jaar was ik inderdaad actief als bestuurder. En onlangs vroegen ze om er nog eens 3 jaar bij te doen. Daar ga ik met plezier op in, al is er wel een hoofdstuk afgesloten. Ik ben nu op een andere manier bij het bedrijf betrokken en kan het ook meer loslaten. Daarnaast heb ik ook nog een vastgoedmaatschappij, dus ik blijf wel actief bezig.”
Vandaag gaat het nog altijd heel goed met Decoline. “De uitbraak van corona was voor iedereen schrikken, maar die hele periode heeft ons achteraf gezien de wind in de zeilen gegeven. Zowel 2021 als 2022 waren heel goede jaren. Dat mijn vrouw en ik het bedrijf naar een veilige haven gebracht hebben, geeft ons een goed gevoel. We nemen nu ook de tijd om te doen waar we vroeger niet aan toe kwamen: reizen. Dat hopen we de komende jaren dus nog veel te kunnen doen.”
Infosessies Denk vroeger aan later!
Op tijd nadenken over later is absoluut nodig. Want er valt heel wat te regelen op fiscaal, juridisch, economisch, sociaal en financieel vlak. Zowel zakelijk als privé. Ga jouw toekomst niet onvoorbereid tegemoet. Met de tweedelige infosessie Denk vroeger aan later! op maat van vooruitziende zelfstandige ondernemers, kmo’s en vrije beroepen. Eén avondsessie over Pensioenregeling zelfstandigen door Liantis en één avondsessie over Bedrijfsoverdracht door KBC en Overnamemarkt.be
Van 18 april tot 6 juni op 12 locaties in Vlaanderen
Over Overnamemarkt.be
Het UNIZO overnameplatform Overnamemarkt ondersteunt zelfstandige ondernemers bij de overdracht van hun zaak. Via de website Overnamemarkt.be bereik je iedere maand 30.000 gefocuste kandidaat overnemers. Jouw kleine onderneming overlaten en nood aan advies op maat? Dan is het begeleidingstraject iets voor jou. Overnamemarkt en haar partners adviseren jou tijdens het hele traject, tot de match met een geschikte overnemer.
Op zoek naar een overname? Op Overnamemarkt.be vind je meer dan 500 overnameopportuniteiten in Vlaanderen en Brussel. De belangrijkste troef is de vrije toegang: in de database kan je zoeken naar beschikbare overnames en in contact treden met de overlater.
Overnemen of overlaten? Bekijk de mogelijkheden
“Door het verwerven van het vastgoed deed de overnemer een investering in de huidige locatie. En dat bleek de sleutel om het bedrijf lokaal te verankeren.”
Versterk je onderneming met de opleidingen van UNIZO!
Op zoek naar een opleiding of begeleiding op maat om je versterken als ondernemer? Dan ben je bij UNIZO aan het juiste adres voor een ruim aanbod. Scan deze QR-code voor onze volledige activiteitenkalender.
Ondernemersacademie
09/05, Edegem Masterclass KMO Management
21/03, Gent
20/04, Brugge Ontbijtsessie
18/04, Online Masterclass Digitale Business
17/03, Gent/Brussel InnovatieForum
27/04, Gent Ontbijtsessie O’LEARYS
22/04, Online Masterclass Praktijkmanagement voor zorgverstrekkers
HR-activiteiten, georganiseerd door Elk Talent Aan Boord
13/03, Geel Rekruteren via LinkedIn
16/03, Hasselt Hoe je medewerkers ondersteunen bij re-integratie na langdurige afwezigheid
21/03, Aartselaar Business Game Hoe kan je als ondernemer jouw kmo aantrekkelijk maken en houden?
23/03, Meise AfterWork(shop) jouw werkgeversmerk, communicatie- en leiderschapsstijl in 2023
Overzicht activiteiten Elk Talent Aan Boord